Het groene oog van Baa-AI. JUuizteiuèciek AtLÉÉn DÉ2Ê VlütHTHEUVELS Raadsel hoek ie xxxxxxxxx 11X11 i IX! KNUTSELHOEKJE AVONTUREN VAN DEN ROOKWORSTMAN. DE AUTO AVONTUREN VAN DEN ROOKWORSTMAN. OP BEZOEK groeo groen Alleen vluchtheuvels met groen lichtgevende verkeers- zullen mag men links of rechts voorbijrijden; alle andere altijd ter rechterzijde. mi) MiCU-M *1 =1 i Oplossing der raadsels uit het vorige nummer. Voor grooteren. 1. Arbeid adelt, Delta, Bart, Aleida, beer, riet. 2. H Hasselt aap C e s a r Hasselt breed e I t 8. Ik sprak Clothilde aan, toen ik haar zag en Evert voegde zich bij ons. (Genève). De gewone gang van zaken kon ge lukkig hervat worden. (Onega en Aken). We hebben heel lang oranje bloemen in onzen tuin gehad. (Angora). De winkelier rekende de prijzen door elkaar. (Lier en Orel). Je neemt het papier te smal, Agaat; zoo is het gauw kapot. (Malaga). 4. Spotvogels. OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. 1. Verborgen jongens- en meisjesnamen. Kijk de boekomslagen eens na en doe de vuile, oude in onze prulle- mand. Het is veel lastiger natuurlijk, als je meegaat. (4) Zagen jullie de zebra met haar jong? Ik geloof dat Bob er tegen opziet om naar huis te gaan. (2) 2. Mijn geheel wordt met 9 letters ge schreven en noemt een visch. Een 3, 2, 2, 5 is een ander woord voor zak of pak. 6, 7 is een bevestiging. 5, 7, 8, 9 is niet warm en niet koud. Met een 3, 2, 5 kan men gooien. Een 3, 4, 1 is een lichaamsdeel van een dier. 8. Kruisraadsel. Op de beide krulsjeslijnen komt de naam van een plaats in Gelderland. X .IX. i Dfl 'X' IX! X een medeklinker, een visch. een voorwerpje van groote waarde. een dier, dat men in 't Noorden van Europa aantreft, 't gevraagde woord, een plaats in Zuid-Holland, iets, wat sommige dieren op hun kop dragen, een medeklinker, het tegenovergestelde van arm. Vul deze 16 vakjes in met: 6 E 2 D 2 N 1P 2 R 3T maar doe het zóó, dat je van links naar rechts en van boven naar beneden leest: le rij 2e n 3e 4e 5e n 6e n 7e n 9e 8e Een lettergreep-puzzle. Van de volgende 65 lettergrepen zijn de 25 woorden te vormen, die voldoen aan de gegeven omschrijvingen. Lettergrepen: ab ber ce chas chet co cum da de de de dol dras drie eer ei ei ex fe fe ge gen gi gir gra hart i in kruid laar lan las le loof ma me mer mez na nair nan nar ni ni pert pop rag sa se sig sis so speen surd tar ten ter tie tuf u veau ver we zeer zo Omschrijvingen. 1. verlaging 2. zeegod 3. oppervlak 4. zonder schaamte 5. plaats in Utrecht 6. deskundige 7. bepaald jas- of mantel-model 8. werpstrik 9. absoluut onmogelijk 10. verdooving 11. muziekterm 12. plant 13. onderdeel van een auto. 14. leed 15. klimop 16. kwezel 17. denkbeeldig 18. willoos wektuig 19. water veg in Nederland 20. incident 21. vrouw van Balder 22. doorweekt (bodem) 23. eenig in een bepaald geval 24. zakje met geurige stoffen 25. tooneelstuk van Molière. Heeft men de juiste woorden onder elkaar geschreven, dan leze men wat de eerste en vierde rij van boven naar bene den vermelden. Deze zin moet ook inge zonden worden. Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig mogelijk doch uiterlijk tot Donderdag 23 Dec. 12 uur aan den Puzzle-Redacteur van de Alkmaarsche Courant. VOOR DEN KERSTBOOM. Een lantaarntje. De afbeelding stelt een Kerstlantaarntje voor, dat je maken kunt van dun gekleurd bordpapier. Je hebt een stukje noodig, dat 22 cM. lang en breed is. Het moet precies vierkant zijn, anders passen de zijkanten niet, als je het dicht gaat plakken. Aan de hoeken meet je 9 c.M. af, zoodat er in het midden 4 c.M. overblijft. De pun ten, die je nu hebt, verbind je met elkaar met dunne lijntjes. Dan ontstaat de vorm van het lantaarntje al. De bodem (B) is 4 c.M. in het vierkant, de zijkanten zijn 9 c.M. hoog, waarvan 6 c.M. recht blijft. Er gaat 3 c.M. af voor de schui ne punten, zooals je op de teekening kunt zien. In de vier zijkanten maak je heel voor zichtig de raampjes, 4 c.M. lang, 2 c.M. breed. Er blijft dus aan eiken kant 1 c.M. over. Achter deze raampjes kan rood vloei ge plakt worden. Op de stippellijn worden vou wen gemaakt. Nu kunnen de vier kanten opgezet en tegen de omgeslagen randjea (rr) vastgeplakt worden. De vier punten (p) blijven los aan de randen. Door de gaatjes gaat een dun koordje, waardoor hal lantaarntje van boven toegetrokken wordt Eenige van deze lantaarntjea van verachQ- lend gekleurd papier gemaakt vormen een aardig Kerstboomversiering. INA v. DEVENTER. (Nadruk verboden). door C.. E. LILLE HOGERWAARD. le een ander woord voor plezier. 2e een toespraak. 3e een ander woord voor paradijs. 4e een tijdelijke verblijfplaats. Voor kleineren. 1. Mijn eerste is rond, mijn tweede is 2/3 lei en mijn derde hetzelfde als kwaad, terwijl mijn geheel een knapperd is. 2. Wij zijn met ons tweeën. Loopen doen wij vlug In de jonge jaren. Gaat de baas terug Of de vrouw, we vangen Den terugtocht aan. 't Baasj' of 't vrouwtje kunnen Zonder ons niet gaan! 3. Welke peer kun je niet eten? 4. Maak plaatsen in ons land van: Co Helm Berend Val Hein Devon (Nadruk verboden). Onze Tweede December-Opgave. Welke plaatsen? De 10 door ons bedoelde plaatsen waren achtereenvolgens 1. Teheran 2. Warmond 3. Livorno 4. Birmingham 5. Irkoetsk 6. Sas van Gent 7. Upsala 8. Montevideo 9. New Orleans 10. Portsmouth Tal van goede oplossingen kwamen van deze aardrijkskundige puzzle binnen. Onze Nieuwe Opgave. (No. 3 der De- cember-serie), De Rookworst-man keek door zijn ruit De ondeugd straalde 'm d' oogen u iut! Daar zag hij 'n auto! Was niet druk, Stil in de straat zelfs! Een geluk! En vóór hij goed wist, wat hij deed, Begon hij, wat hem later speet! Hij stapte vlug de auto in, Hij had in een avontuur wel zin. Chauffeuren kon hij niet heel goed, Wist ik maar beter, hoe het moed! Zoo zuchtte hij. Maar't zal wel gaan. Daar rijd ik al! Zóó! kalmpjes aan Maar d' auto reed zoo vlug, zoo vlug!.. De Rookwrost-man wou 't liefst terug Hij wist niet, hoe hij dat moest doen, Ging sneller steeds vooruit en toen Reed d' auto eensklaps in de gracht! Och, Rookworst-man, 't was ondoor dacht, Dat je dit avontuur oegon, Terwijl je niet chauffeuren kon! Hij schreeuwde dan ook moord en brand! Daar kwam juist iemand langs den kant. Die zag het ongeluk, nee maar! Rookworst verkeerde in gevaar! Help! riep hij. Help! Och, help me gauw! 'k Zal 't nooit meer doen. Ik heb berouw! De ander sprong in 't water snel, Verstond de eed'le zwemkunst wel. Hij trok den Rookworst-man eruit, Riep toen gebiedend en heel luid: Trek mij nu niet aan arm of been De drenk'ling riep: (nog angstig) Neen! De ander bracht hem naar de kant. Daar stond hij weldra op het land. Zijn heele spaarpot ging er aan, Voor d' auto op de wal zou staan! (Nadruk verboden). MIJN BEERTJE. Beer heeft nog maar één oortje. Zijn kopje staat wat scheef En van een achterpootje Waar 'k heusch niet, waar het bleef! Maar toch is Beer een schatje. 'k Hou van hem huizenvol! Nooit kijkt hij boos of knort hij, Hoe of 'k ook met hem sol! We spelen prettig samen Den heelen langen dag En 'k zou niet kunnen slapen, Als Beer niet naast me lag! Als 't koud wordt, krijgt hij 'n jasje, Een wollen jasje aan. Moes is er al mee bezig, Wat zal 't hem snoezig staan! Beer is mijn trouwe vrindje; Hij hoort, zegt Moes, bij mij. En als hij mag mee uitgaan, Dan is hij toch zoo blij! Als 'k hem niet zie, geloof maar. Dat ik hem heel erg mis, Omdatomdat mijn Beertje Mijn lieve Beri is! CARLA HOOG. (Nadruk verboden). ZOO'N STOUT KONIJN! Konijntje Wit was vreeslijk stout. Hij kan zoo gulzig zijn! Hij snoepte laatst ik zag het zelf! Van Béri's marsepein. Beer kreeg een een marsepeinen peer Van Sinterklaas. Wat echt! 'k Vind hem zoo mooi, dat Tc hem Heeft Beri mij gezegd. Beer legde nu de lekk're peer In 't kastje aan den muur En omdat Wit er niets van kreeg. Keek die verbazend zuur. Toen Béri uit de kamer wat, Sloop me die stoute Wit Er heen en snoepte.... een bed stuk! Of daar ook straf op zit! Een heele week mocht Wit niet uit En uit zijn spaarpot kocht Ik toen een nieuwe peer voor Beer. 'k Heb zelf 'r een uitgezocht Wit had nu wel heel erge spijt Zei: 'k Zal het nooit meer doen! Wat was ik blij! Ik gaf hem gauw Op elke wang een zoen. ANNIE O. (Nadruk verboden). door C.. E. LILLE HOGERWAARD. 45. Aan boord van het schip raadde iedereen den jongeman af om zich alleen in het vreemde gebied te wagen. In die tijd was het Noorden van Afrika lang niet zoo beschaafd als tegenwoordig. Hij ging duizend gevaren tegemoet. 46. Maar Comte Rochard wilde met alle geweld aan wal gezet worden. Met een sloep bracht men hem naar een stille plek op de kust en liet hem hier achter. De zeilen werden weer geheschen en men za, hoe Comte Rochard het schip na wuifde. De Rookworst-man ging op bezoek Bij Leverwortsje om de hoek. Je weet toch: die zijn van elkaar Familie nog. Het is heus waar! Zij zaten voor het open raam En rookten daar een pijpje saam. Ze spraken over d' oude tijd. t Was één-en-al gezelligheid! De Rookworst-man vertelde graag En deed zoo nu en dan een vraag. Het Leverwortsje, gul en rond Zei steeds weer: - Lachen is gezond! - kunt vertellen, eenig man! Die grappen, zeg, hoe kom j'er an? w ïezlcMl dat j' er bü Wie daar naar kijkt, die heeft al pret! En lachen, lachen, als hij deed! j« nog geen „Hans Worstje" Z°WantPrhlJ eind lljk Pr°estend 'uH,*' Want Leverworst was ook een guit! Ze spraken saam de WorstentaaL 'k Versta die nog niet heelemaal! Maar wat 'k begreep, dat zei ik reeds, 't Was lachen, praten, roken steedsl Tot eind'lijk zei de Rookworst-man: Nu maak ik toch een eind er ent Ik moet naar huis, een and'ren keer Dan zie je steilig mij wel weer! Maar kom nu ook eens gauw bij ntf!' 'k Ben veel alleen en dus heel blij» Als iemand komt 'k Beloof je, dat... Er nergens is een hond of kat! Want in de buurt van dat gespui» Is het voor jou en mij niet pluis! Ze namen afscheid, wuifden nog. Een leuke middag was het toch! (Nadruk verboden).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 20