'w
'w<
KERSTMIS
INBETHLEHEM^
Het is drie jaar geleden. Ik kom met een vriend uit Egypte om Kerstmis in
Bethlehem te vieren. Den heelen langen nacht kruipt de trein langzaam door
de Sanai-woestijn, op weg naar het Beloofde Land en we bereiken Jeruzalem,
den avond voor Kerstmis. -
Nu we op Heiligen Grond staan,
De Deensche geestelijke, Börge
Hjerl-Hansen, bracht een Kerst
avond in het Heilige Land door.
Hij schreef een verhaal over deze
gebeurtenis en over de plaatsen
waar het Kerstfeest zijn oorsprong
vond. Wellicht zullen onze lezers
zijn relaas op prijs stellen.
zijn onze verwachtingen hoog gespan
nen. Hier, in dit land, gebeurden dus,
heel lang geleden, de dingen, die door
alle eeuwen heen, van invloed zullen
zijn op de geschiedenis van het
Menschdom; hier liggen Bethlehem,
waar de Heiland werd geboren, Na-
zareth, waar hij opgroeide, Caper-
naum, waar Hij Zijn Taak vervulde en
hierJeruzalem, waar Hij stierf en
den Dood overwon
Het is ontzettend druk in de nauwe
straten van Jeruzalem. Joden met bleeke,
baardige gezichten, in hun kaftan gehuld,
met bont afgezette Sabbathmutsen op, loopen tusschen de Oosterlingen; de bonte
rumoerige Arabische bevolking, luidruchtig lawaai makend met haar drukte, wordt
ongemerkt in de gaten gehouden door veel Engelsche politieagenten, met degen
stokken gewapend, de helmen op het hoofd.
Als schaduwen glijden zoo nu en dan langs de muren der huizen Franciskaner
monniken, in pijen gekleed, op sandalen, en er loopen enkele zwartgekleede nonnen,
temidden van het bonte gewoel, vage herinneringen opwekkend uit de klooster
wereld!
Eén dag voor KerstmisMijn gedachten gaan
naar huis, naar m'n land. Herinneringen komen op
aan een boom, een boom, die in een kuip staat en
versierd is. Herinneringen aan een piano in sche
merlicht, aan een Kerstlied, aan: „Gelukkig
Kerstfeest", aan een laatsten groet, aan een deur,
die dichtslaat
Wat geeft toch aan Kerstmis zoo'n macht, zoo n
eigen cachet? Wat is het toch, dat stoere kerels als
kinderen in tranen doet uitbarsten, om een boom
met kaarsjes, een brok van een lied, of een pakje,
met een adres, geschreven door een geliefde hand?
Is het iets meer dan een ontroering, diepgewor
teld in kinderzielen, tesamen met de herinnering
aan gewoonten in huis of kerk, of is het slechts het
oude verhaal zelf, van het Kind van Bethlehem,
dat alleen al de harten kan ontroeren, omdat de
menschheid nu eenmaal niet kan leven zonder
Hoop?
Kerstmis in BethlehemDe naam Bethlehem
is eeuwig. Hij zal in herinnering blijven terwijl
beschaafde landen elkaar bestrijden, om hun
bestaan vechten en weer verdwijnen. De Kerstster
zal den weg van het laatste geslacht met haar
eeuwig schijnsel verlichten
En ook nu weer schaart zich een door crisis uit
het lood geslagen generatie gaarne rond het Won
der van Bethlehem. Gedachten en Geloof, liederen
en overpeinzingen zijn niet alleen het middelpunt
van Kerstmis, neen, Kerkklokken luiden hier het
Kerstfeest in voor een luisterende wereld, vanaf
de plek, jvaar het allereerste Kerstlied het
eenige van den hemel opklonk.
Maar we gaan terug naar Jeruzalem. We komen
uit de verlichte Duitsche kerk, waar twee stralende
kerstboomen naast den kansel staan, en waar de
Kerstboodschap, als immer eerbied afdwingend,
tot ons gekomen is: „En zoo geschiedde het in deze
dagen
In -.2 Zweedsche school is het feest al afgeloopen.
Van het balcon staren we in de rustige duisternis
van den avond.
„Laten we nu naar Bethlehem gaan".
Het is elf uur en we kunnen nog op tijd zijn
voor den dienst te middernacht in de kerk der
Geboorte. Als pelgrims uit vroeger tijden gaan we
te voet, om Kerstfeest te vieren in de stad van
koning David.
Het is doodstil, als we buiten de poorten van
Jeruzalem staan. Boven ons koepelt de Oostersche
avondhemel in al zijn schittering. Het is nu Kerst
avond, 'ke ster schittert zwakjes, zelfs het licht
van Orion en de Groote Beer strijdt vergeefs tegen
de overmacht van een volle maan.
Beschenen door een overvloed van schitterend,
zilverig licht, gaan we naar Bethlehem, een wan
deling van ongeveer 7 Kilometer. Onze voetstappen
klinken regelmatig op den weg. Geen van ons
spreekt, zelfs fluisteren zou nu een ontheiliging
beteckenen.
Ruw worden we uit onze droomerij opgeschrikt,
door een knarsende autoclaxon. Een stagen schim
raast voorbij, de zoeklichten ver vooruit: „Moderne
pelgrimstochten moet men per autocar maken".
Op Kerstavond moesten eigenlijk maar twee ver
voermiddelen toegestaan zijn: onze Apostel-
paardjes of de kameelen, zooals de Wijzen uit het
Oosten gebruikten.
We komen langs een put. Een legende zegt, dat hier de drie Wijzen uit
het Oosten de Ster in het water van de bron weerkaatst zagen, toen zij
hun kameelen drenkten, en daarom heet de put De Bron van de drie
Wijzen.
Alle Kerstliederen, die we als kind al zongen, komen op de cadans van
onze stappen in onze hoofden op, en overheerschen zelfs een luid gelach
dat langs ons heen rumoert, als we een Engelsche soldatenbarak
passeeren.
Daar is de bocht in den weg bij Rachels Graf; doodstil staan we zoo
overweldigt het ons: BethlehemFeestelijk, vol beloften als'een
brandende Kerstboom verwelkomen de lichten van de stad ons vanaf den
heuvel. Een vallende ster daalt hoog uit den hemelkoepel recht od on-
doel, op de stad afs
vi^ugde ZU »C StCr Z8gen' VerheUgden zij zich met buitengewoon groote
Dan gebeurt er iets, dat zich niet laat beschrijven of verten.», a.»
enkel maar beleefd moet hebben: klankvolle klokken beeim, 'tl jien
Eerst één, dan een paar in een plechtig duet, waarin zich Hr
weldigend koor van welluidende klokken mengt elk met h 660 °yer"
haar eigen boodschap. Prachtig, van een f.jn p^anissTmo tct l'^A ta
kend crescendo luiden de klokken van Bethlehem in een óPkll°"
klankenharmonie. De klokken, de klókken van Bethl.h6" ,vtdjnaa^t*
Kerstfeest in! bethlehem luiden het
We komen in de buitenwijken van de KerstRtnH
plein wordt gezongen. Bruine gezichten worden besch. Jfa 0P®? sch1°°1"
van het vuur, het zijn Arabische Christenjongens' dl f fvJ
zingen, vlak bij de plaats, waar de herders de lieH Kerstliederen
hoorden. Aan den voet van den heuvel, in de velde? JS h"! a® En«elen
Youn8 Men Chmüan Assoaation bUe*n ««kernen,
Ook zij zingen hun Kerstliederen: „Laat een ieder
zingen, die kan zingen, nu het Licht is verschenen
in het land van de Schaduwen".
Van de balustrade rond de kerk der Geboorte
kijken we den helderen nacht in naar het „Veld
van de Herders", dat een paar kilometer achter
Boaz' Land ligt, tusschen weelderige olijfboomen-
bossehen en groene velden, vol winterkoren.
De oude kerkruïne, waarvan alleen het koor nog
bewaard is, baadt in den maneschijn. De voor
ganger van de Duitsche kerk ppeelt een lied op een
trompet, terwijl de niet groote gemeente hem
zingend begeleidt.
In het gewelf, onder de ruïnes, wijst een kruis op
den grond tusschen twee pilaren de plaats aan,
waar. naar de Grieksche overlevering, de Engelen
zich aan de herders, dig in dien nacht hun kudden
op de velden bewaakten, openbaarden.
We zijn nu in Bethlehem op Kerstavond en gaan
de kerk der Geboorte binnen, het oudste en merk
waardigste heiligdom van de gansche Christenheid. 1
Zü is gebouwd onder de regeering van den eersten
Christen-keizer, Constantijn den Grooten, in de
vierde eeuw. Het hoogaltaar is opgericht boven de
steenen grot, waarin, naar men zegt, Jezus geboren
is. Merkwaardig genoeg is de kerk onbeschadigd
gebleven ondanks den tand des tijds; oorlogen,
nóch opstanden of branden hebben haar kunnen
verwoesten.
Is hier de echte, werkelijke plaats?
De moderne wetenschap heeft door opgi avn^m
rondom het koor de overblijfselen gevonden van
een heidenschen Romeinschen tempel, uit den tijd
van Keizer Domitianus (ongeveer 90 na Christus),
gebouwd om de heilige plaats van de Christenen
te ontwijden door den eeredienst van Venus, zooals
dat ook gebeurde bij de kerk van het Heilige Graf
te ruzalem. Hieruit zou dus kunnen blijken, dat
reeds in de eerste eeuw de plek bekend was en
vereerd werd als de plaats van Jezus' geboorte, en
een later onderzoek naar de historische ligging is
niet bekend.
We wonen de Katholieke Mis bij, die tot ver in
den laten avond duurt. Het orgel speelt het prach
tige Kerstlied „Pastorale" (Herderslied) en als
iets vertrouwds en vertroostends komt de melodie:
„De herders lagen bij Nachte" tot ons beiden,
die vreemden tusschen de tallooze pelgrims zijn.
Het is lang na éénen als we met de processie den
bisschop volgen naar beneden, naar de grot van de
Geboorte. Een zilveren ster op den grond wijst de
plek, waar Jezus het levenslicht zag: „Hier werd
Jezus, de zoon van de Maagd Maria, geboren".
Met deze paar woorden duidt de Latijnsche
inscriptie de gebeurtenis aan, waardoor onze tijd
rekening in tweeën gedeeld werd.
We staan op Kerstavond in het Heilige der
Heiligen van het Christendom. Een priester leidt
een stille Mis in de Kamer van de Kribbe. De
gedachten en gebeden van de heele Chnstenwe reld
gaan nu uit naar dit ééne, kleine plekje!
Roet van kaarsen dwarrelt aan de zoldering V1
de grot en de kaarsen zelf branden op in onze
handen. Dan doet het zachte gezang van het Ld
steenen harten smeltende sfeer van eerfaW
en heiligheid breekt allen weerstand, en als een
verlossing klinkt het
„Eere zij God in den Hooge".
Börge Hjerl-HansW1"