PARAMOUNT VAN A^Z. EEN BERG IN DE WOLKEN. £ucht»aact De geschiedenis van het Paramount-merh. Binnen 24 uur moest het worden afgeleverd! Fitmnieuws 25 jaar staat Adolph Zukor aan het roer. f't i - £cuuU enJuiaAoiuB Gilles de Rais overtreft echter de Blauw baardfiguur in wreedheid, niettegenstaande zijn liefde voor de schoone letteren. Wat we van hem lezen, zijn onmenschelijke wreed heid, de geraffineerdheid, waarmede hij die veertien jaar lang volbracht, rechtvaardigt deze uitspraak. Niet alleen oude verhalen, oude overleveringen omringen zyn naam met afschuw, maar met documenten ge staafde beschuldigingen doen hem kennen als een wreeden wellusteling, bij wien ver geleken de slechts eenige vrouwen dooden- de Blauwbaard een kind in de wreedheid is. Wie de bladzijden leest, die een ernstig, streng en nauwgezet gedocumenteerd ge schiedschrijver als Michelet in zijn monu mentale werk Histoire de France over hem heeft geschreven, verbaast zich over ver schillende dingen. Hy zal zich afvragen, hoe het mogelijk is, dat dergelijke menschen geboren worden, hoe zy, zooals in dit geval Gilles de Rais, veertien jaar lang hun on menschelijke daden ongestoord kunnen ple gen en hoe te verklaren is, dat zy, naast hunne wreedheid, nog meenen gevoelig te zijn, godsdienstige gevoelens te mogen heb ben en „voor Gods eer" te strijden! Want dit alles vindt men in Gilles de Rais. In gesprekken met zijn latijn-sprekenden gezel Francesco Prelati verklaart hy God s kampioen te zijn. Hij haat de wereld, haat de menschen met mateloozen haat: „Ik wil God aan deze wereld wreken, zegt hij, opdat Hij weder alleen zij, o Francesco, zooals in den aanvang". En het antwoord van Francesco luidt hooghartig: „God verloochende de wereld van den beginne af, want hij wist, hoe weinig zij waard was. Toen hij de wereld schiep, deed hij niets dan dit; hij mat de ruimte, die hij noodig had, in de oneindigheid af; gaf in het ledige plaats aan het bepaalde. Hij was scheper op eigen kosten. Hij was kracht en offer van deze kracht. Wij, menschen, wij parodiëeren Hem onwetend, terwijl zich in ons de gevolgen doen gelden van Zijn eerste daad. En God vereenigt ons glimlachend, o Gilles". In weerwil van dergelijke gedachten en dergelijke gesprekken laat Gilles de Rais zijn meest woeste hartstochten op zyn on derdanen en welke onschuldige en be minnenswaardige! los. Hij is met zich zelf in volkomen harmonie. Alles heeft hij verloren, elke notie van goed en van kwaad, maar één ding weet hy, dit n.1., dat aan het eind van dit leven is de dood en dat deze het oordeel, het groote oordeel meebrengt van God den Oppersten Rechter, een rechter nóg hooger, nóg vryer, nóg machtiger, nóg onverantwoordelijker dan hij, de hooge, vrije, machtige, onverantwoordelijke Gilles de Rais. Hij bekommert zich dus steeds en onafgebroken over zijn eeuwig heil en meent, zooals een geschiedschrijver van hem zegt, aldus gelijktijdig den duivel en God aan een draadje te hebben. Hy negeert God niet, o neen, volstrekt niet. Hij gelooft in het diepst van zijn we zen aan Hem, Zoozeer, dat hij Hem tracht om te koopen, met gebeden, met giften, met missen, met processies. Zie, hoe vroom hij is! Wanneer hij eindelijk reeds hier op aar de het loon betaalt voor zijn schurkenstre ken en zyn niet menschelijk, doch duivelsch gedrag, neemt hij afstand van Francesco, zijn gezel-latijnspreker. Uit zyn mond klinkt het adieu eenigszins vreemd: „Vaarwel, Francesco, beste vriend. Ik zal God bidden, dat u geduld en kennis geven. Wees verzekerd dat, mits zij geduld en hoop in God hebt, we elkaar zullen weder zien in de groote vreugde van het paradijs. Wie was toch eigenlijk die Gilles de Rais, die, zoo aanvankelijk ongestraft, hemel en aard kon tergen door zyn ten hemel schreiend gedrag? Een groot heer was hy, van nobele ge boorte en vermaagschapt aan Frankrijk's oudste huizen. In een tijd, waarin Frankrijk nog niet één was, toen binnen de groote landsgrenzen gelijktijdig meer dan één pre tendent naar de koningskroon dong, konden dergelijke machthebbers in Bretagne en Poitou een groote positie bekleeden, gezocht als zij waren door de verschillende partijen. Wat wij aanvankelijk van hem hooren, is nog niet zoo kwaad. Hij is een knappe ver schijning, dapper in den krijg, ontwikkeld, geletterd; hy spreekt, naar archieven te Nantes verkondigen, „op elegante wijze" latyn. De koning de bekende Charles VIT, die door Jeanne d'Arc gekroon werd had hem tot maarschalk benoemd en toen „de Maagd van Orleans" deze stad veroverd en hem, den koning, triomfantelijk naar Rheims gevoerd had, was hem de koninklijke opdracht verstrekt om naar Saint-Remy te gaon en er de heilige oliën naar Rheims te brengen, de heilige oliën, waarmede Karei VII tot koning van Frankrijk zou worden gezalfd. Niet ieder valt zulk een eer te beurt. De naam van Gilles de Rais moet wel een goe den klank gehad hebben. Inderdaad gold do jonge maarschalk voor een vroom man. Wel had hy moeilijkheden met zijn bisschop, maar wie had die niet in dagen, waarin men niet precies meer wist, wie het voor het zeggen had, de Kerk of de Staat. Het was in dien tijd, zoo ontleenen we aan Michelet, een mode, die alle devotie zeer ten goede kwam en juist als een bewijs van vroomheid beschouwd werd, om een „rijke kapel" te hebben, d.w.z. het kerkgebouw, de kapel, die tot eene addellijke bezitting behoorde, goed gemonteerd te hebben en aan de inrichting van den dienst geen kosten te sparen. Het kerkgebouwtje moest weel derig ingericht zijn; er dienden vele koor knapen te zijn, kinderen, aan wie men een kostbare opvoeding behoorde te geven. De muziek, die de mis begeleidde, moest ver fijnd zijn. Welnu, Gilles de Rais had dat alles op kwistige wijze. Op zijn reizen naar zijn vele sterk verspreide goederen liet hij zich door zijn kerkmuziek en zijn koorkna pen vergezellen en zoo kwam er om zijn naam een gerucht van vroomheid, die des te grooter de verbazing, de ontzetting maakte, toen men vetnam, dat achter dit leven van uiterlijke beminnelijkheid en vrome geneigdheid een bestaan verborge" was, dat elke afschuwelijke daad in de schaduw stelde en de strengste straf eischte. Het was bij gelegenheid van een bezoek, d"t de bisschop van Nantes, neef en kanselier van den hertog van Orleans, aan zijn diocees bracht, dat de bom barstte en dit het begin werd van een proces, dat met den dood van den jongen edelman eindigde. A. J. BOTHENIUS BROUWER. ONZE POSTVLUCHTEN. De Rietvink arriveerde op de uitreis te Basra, de Nachtegaal kwam op de uitreis te Singapore aan; de Perkoetoet landde op de thuisreis te Jodhpoer. DE EDEL VALK NAAR INDIE. Morgen 20 Januari, zal het K. L. M.- vliegtuig Edelvalk van Amsterdam naar Batavia vertrekken. De bemanning van het vliegtuig zal be staan uit de heeren E. v. Dijk (gezagvoer der), A. D. Snitslaar (tweede bestuurder), Th. J. Hoogeveen (werktuigkundige en P. J. Oolgaard (radiotelegrafist). De post )voor het toestel moet uiterlijk vanavond te Amsterdam zijn. Adolph Zukor zyn glimlach is een even bekend „Para- mount-verschijnsel" als de berg in het han delsmerk. Show-manship. „Ik ben drie-en-dertig jaar in de amuse mentsbranche geweest en had dus gelegen heid, er eenigen kijk op te krijgen, wat het „doet" en wat tot mislukking gedoemd is Daardoor doen wij ons werk tot de voldoe ning van hen, die onze films vertoonen. Alles is terug te voereri tot „show-manship", de kunst van het scheppen van amusement. Het is iets, dat niet met duidelijke woorden gedefinieerd kan worden. Het is eenvoudig iets, dat men moet begrijpen". „In ons huidige werkplan nemen we geen halve maatregelen. We beginnen onderaan en bouwen de film op, juist zooals een ar chitect een huis zou ontwerpen. Wij staan erop, dat alle onderdeelen, noodig voor het opbouwen van de film, van camera en attri buten tot de snijkamer, in perfecte harmo nie functionneeren, gebaseerd op dat zekers iets, dat „show-manship" is. „Om een idee te krijgen van wat ik be doel, hoeft men slechts de reeks van nieu we films te beschouwen. Ze zijn op deze basis gemaakt en niemand hoeft zich te schamen, ze te noemen. Let eens op deze films, die gemaakt zijn of zullen worden volgens onze moderne principes. „De Texas Rangers", „Chineesch Goud", „Hallo, hier Amerika", „Champagne Wals", „Maid of Sa lem", „Jungle Princess", „The Plainsman", Souls at Sea", „Safari" enz. Het moderne kantoor dat Zukor nu met zijn zoon Eugene deelt, vormt een vreemd contrast met het kleine warenhuis in Risee in Hongarije, waar hy als jongen werkte en het armzalige sommetje overspaarde, da het hem mogelijk maakte, in 1898 in de Vereenigde Staten voet aan wal te zetten een immigrant zonder één vriend of be en- de met niet meer dan veertig dollar in zijn z&k. „Zukor was achtereenvolgens stoffeerder, amateurbokser en baseball-speler en op een dag werd hij compagnon in een bont-cen- cern. Omstreeks 1904 had hy zich ui e zaken kunnen terugtrekken met ongeveer 150.000 naar een familielid, Max Goldsti- ne, interesseerde Zukor en zijn P^rt"er' Morris Kohn, voor het bioscoopbedrijf On geveer een jaar later exploiteerde Zukcr een aantal bioscopen in samenwerking me William A. Brady. „Queen Elizabeth Zukor zag aankomen, dat het filmbe drijf tot ondergang gedoemd zou zijn, wan neer de Motion Picture Patents Co., die he. vertooningsmonopolie had, geen betere films ging brengen. Daarom associeerde hy zich met Daniël Frohman. Hy liet Frohmon de film tot een klasse opvoeren, tot welke tot dat oogenblik alleen het tooneel behoord had. In 1912 maakte Sara Bernhardt voor Zukor „Queen Elizabeth", een vier-acter, en een nieuw filmtijdperk was begonnen. Hel bedrijf ontwikkelde zich van het stuivers- bioscoopje tot het filmpaleis. Zukor heeft er altijd voor gevoeld, talent van de hoogste klasse te combineeren met de groote namen, die het publiek trekken Zoo engageerde hy Albert A. Kaufman, B. P. Schulberg en Edwin S. Porter; deze laat ste was Paramount's eerste regisseur. Als spelers contracteerde Zukor groothe den als Sarah Bernhardt, James O'Neill, James K. Hackett, Minnie Maddern Fiske. John Barrymore en Mary Pickford. Het was niet altijd rozengeur en mane schijn! Zukor stak iedere cent, die hij be zat, in de onderneming. Mevrouw Zukor bracht haar juweelen naar de bank van leening en Frohman kwam over de brug met een leening van 50.000, die de zaak het leven redde. Jesse L. Lasky, Samuel Goldwyn en Ce- cil B. de Mille traden in 1913 als compag nons toe en trokken naar Hollywood, waar een leegstaande schuur de eerste studio werd. Daar maakten zij films van een ge heel nieuw karakter, zooals „The Squaw Man" en „Brewster's Millions". Zukor vormde later de Paramount Pic- tures Corp, en betrok de Lasky Feature Co Product., de Bosworth Productions en zijn eigen Famous Players in het geheel tenein de de exploitanten te kunnen voorzien van honderd-vier films per jaar twee per week! Vanaf dat oogenblik groeide Paramount met zyn tallooze neven-organisaties uit tot een bedrijf van gigantische afmetingen. De andere bestuurders gingen heen, vormden dikwijls hun eigen maatschappijen. Maar Zukor bleef aan het roer! OPLEIDING TOT OFFICIER-VLIEGER. De Vereeniging van middelbare techfiïsehe scholen in Nederland heeft van het departe ment van Defensie de mededeeling ontvan gen, dat de minister van defensie besloten heeft de vereischten voor benoeming tot officier-vlieger der 3de klasse bij de Ko ninklijke Marine te herzien. Als gevolg daarvan zal van nu af aan naar benoeming tot die betrekking ook kunnen worden gesolliciteerd door candidaten, die in het bezit zyn van het eindgetuigschritt der afdeeling werktuigbouwkunde of der afdeeling vliegtuigbouwkunde van een der middelbare technische scholen te Amster dam, Haarlem, Rotterdam, Dordrecht, 's- Hertogenbosch, Heerlen, Groningen of Leeu warden, voor zoover zij tevens in het bezit zyn van het diploma van het M.U.L.O. of van een daaraan gelijkwaardig diploma of getuigschrift en mits zy aan de overige ge stelde eischen voldoen. Het bestuur van de in den aanhef genoemde vereeniging merkt hierbij op, dat op de verschillende middelbare technische scholen een gelijkwaardig leerprogramma is inge voerd. Adolph Zukor zal binnenkort het zilveren jubileum van zyn associatie met Paramount vieren. Vele andere grootheden uit de filmbran che zooals J. Stuart Blackton, William Fox, Carl Laemmle, William A. Brady en anderen die de dagen van de stuiversbios coop nog hebben gekend hebben óf de scepter aan jongere menschen gegeven of zijn er niet in geslaagd, de concurrentie het hoofd te bieden. Van de oude rotten in het filmbedrijf handhaaft alleen Zukor de oude standaard en het handelsmerk, waarmee hy begon. „Het is verbazend aardig van myn mede werkers, te mijner eere een zilveren jubi leum-viering, over de heele wereld te or- ganiseeren", zegt Zukor, „Het verschaft mij een groote voldoening, dat ik na een kwart eeuw werken voor de maatschappij nog in staat ben, den arbeid voort te zetten en dat ik mag aanschouwen, hoe dit geesteskind zich ontwikkeld heeft tot een van de sterk ste lichamen van de wereld". Alle begin... „Het was niet altijd even gemakkelijk. Er zijn véél duistere uren, véél dagen van wan hoop geweest, Maar er waren óók men schen, die genegen waren, ons de helpende hand toe te steken. En ik ben gelukkig, te kunnen zeggen, dat Paramount onbezoedeld door deze moeilijkheden heen is gekomer. De crediteuren werkten met ons samen, stelden ons in staat, door te worstelen en hun vertrouwen is beloond met het resul taat, dat niemand een dollar verloren heeft en dat Paramount-aandeelen even veilig zyn als welke belegging dan-ook". „Heden ten dage is Paramount één groot gelukkig gezin. Alle leden van onze staf heb ben eraan meegewerkt, ons bedrijf een hechten grondslag en een goede toekomst te verschaffen, Van hoog tot laag hebben ze dat gedaan. Dank zy deze eensgezindheid kunnen wij een steeds beter product een nog grootere welvaart verwachten". Zukor is in hart en nieren optimistisch over den gang van zaken en over de kwa liteit van de productie. Hij weet, wat er in de studio gebeurt tot in de verste hoe ken. lederen dag zit hij reeds in de vroegte achter zyn bureau. Nooit verlaat hy het studio-terrein voor half zeven en in zyn kantoor wordt de eene conferentie na de andere gehouden. Er gaat geen dag voorbij, waarop Zukor geen wandeling door het studio-complex maakt en iedere set bezoekt. Hij noemt de eenvoudige arbeiders bij hun voornamen en Het is met handelsmerken een grillige geschiedenis. Er zijn er op de wereld hon derdduizenden, en er worden er nog dage lijks nieuwe ontworpen. Maar ook hierin zijn „vele geroepen en weinige uitverko ren". Duizenden handelsmerken slijten een troosteloos bestaan in de hoeken van win kels en magazijnen en in de boeken van het Bureau voor Handelsmerken, zonder dat zij ooit eenigen roem verwerven. Enkele tientallen echter zijn bekend bij groot en klein! Zij wemelen in étalages en dagbladen en zijn een onmisbaar ornament aan onzen levensweg. En toch is er natuur lijk voor ieder dezer beroemde merken een dag geweest, waarop het geheel nieuw en onervaren, onbekend en onbemind, voor het oog der wereld verscheen. Dat het in den j loop der maanden of jaren zulk een naam en faam heeft gekregen is een compliment voor de macht der reclame, de kwaliteit van het product dat het vertegenwoordigt, en zijn eigen aantrekkelijkheid. Het merk van een 25-jarige. Deze bespiegeling werd ons ingegeven door een vergeeld Amerikaansch tijdschrift, dat wy dezer dagen in handen kregen, en waarin werd verhaald van het ontstaan van een merk, dat voorbestemd was een wereld naam te veroveren. Het betreft het merk van de Paramount, de groote Amerikaan- sche filmmaatschappij, die deze maand haar 25-jarig jubileum viert. En ziedaar dan het verband tusschen dit merkenpraatje en on ze filmrubriek. De Paramount-berg is, dunkt ons, wel een prachtig voorbeeld van een handels-em bleem, dat wereldvermaardheid verwierf. Een ieder, die min of meer geregeld een bioscoop betreedt, kent dit trade-merk, en het verschijnen ervan op het doek zal on willekeurig een even reactie van herken nen bij hen veroorzaken. Onbewust zal het even door zijn geest flitsen: „o, dat is weer van die Paramount". Die berg heeft iets vertrouwds gekregen. Onder dat merk i3 ons in den loop der jaren, naast minder op vallend werk, toch zóóveel bizonders en goeds geboden, dat het weerzien voor de meesten onzer telkens een prettige gewaar wording is. Ons onderbewustzijn verbindt er een onafwendbare dosis amusement en ge not aan. Niet voor niets vroegen zoowel Mariene als Popeye onder dat merk onze aandacht! Vóórdat de berg er was... Maar wanneer verscheen nu die berg voor het eerst op het doek? En hoe kwam men ertoe het merk juist dien vorm te ge ven? Wel, er was er eens een man, die succes had in de bont-branche, maar toch liever een kans waagde in de filmindustrie, die in haar kinderschoenen stond. Omstreeks 1916 w f't »- *«.H. zien we hem dan jaarlijks twintig hoofd films vervaardigen van aparte klasse. Dat gebeurde in Amerika; de man heette Adolph Zukor en zijn filmmaatschappij Fa mous Players. Amerika was in die dagen gezegend met een groot aantal obscure bioscoopjes, die voor een stuiver gelegenheid gaven weinig verheven filmvoorstellingen bij te wonen. In San Francisco, Pittsburgh en Asbury Park echter woonden drie mannen, die bios cooptheaters bezaten, welke kennelijk wil den doorgaan voor amusements-lokaler.- van-de-betere-soort, en waar van de be zoekers wel een kwartje entree werd ge- ëischt! Deze drie mannen (Hodkinson, Steele en Pawley) hadden de grootste moeite voort durend films-van-de-betere- soort voor hun theaters-van-stand te vinden. Zy verbon den zich daarom met een paar filmverhuur ders (Sherry en Abrams) en met zyn vijven richtten zy (onder het storten van 1000 ieder!) de Paramount Pictures Corporation op. De Corporation opende onderhandelingen met voornoemden Adolph Zukor en andere filmproducers en een contract werd opge maakt, waarin de productiemannen beloof den 52 klasse-films per jaar te zullen leve ren. Het bleek echter niet zoo eenvoudig, het eens te worden over alle namen en ver meldingen, die de films zouden moeten recht te uoen wedervaren voor hun presta ties. Onder andere stonden de vjjf Para- mount-mannen erop, dat zy hun eigen merk aan liet begin van alle films zouden krijgen. Morgen klaar, a.u.b. Toen zy deze conditie onherroepelijk ver bonden aan het al of niet teekenen van het contract, gaven de producers toe. En het was een Reclame-Bureau Lesan, dat van de Paramount-groep opdracht kreeg haastig (d.w.z. binnen 24 uur!) een Paramount- merk te ontwerpen. Zoo begonnen de twee Lesan-directeuren (H. E. Lesan en F. H. Sisson) dan aan een teekening, die voorbestemd was door mil- lioenen menschen te worden aanschouwd. Aanvankelijk produceerdein z(j niets dan onbestemde krabbels, maar tenslotte kwam er meer lyn in hun pogen. De beteekenis van het merk. Het Engelsche woord „paramount" betee- kent „overheerschend, opperste, hoogste". Als we daarbij aanteekenen, dat het woord „mount" op zichzelf „berg" beteekent, dan behoeft het ons niet te verwonderen, dat de heeren by het zoeken naar iets paramoun- tigs tot een schets kwamen als in figuur I aangegeven. Deze top maakte echter in dien vorm op hen nog niet zoo'n hoogen indruk, dat hij den naam Paramount eer aan kon doen, en daarom teekenden zij er wat sterren boven, om hem relief te geven, om te suggereeren, dat deze top tot dichtbij de sterren reikte. Zie figuur 2. Toen schreven zy er „Paramount Pictu res" doorheen (figuur 3) en gaven een tee kenaar opdracht dien avond eens uit te knobbelen, wat of er uit dit schetsje ge maakt kon worden. En den volgenden mor gen leverde deze figuur 4 af, en daarmee had Reclamebureau Lesan het Paramount- trade-mark geschapen dat nu, in 1937, op zichzelf al millioenen dollars waard is. De oorspronke'ijke Paramount-eigenaars verkochten later hun aandeelen en rechten aan Adolph Zukor en zyn compagnons. Het genie van deze mannen van Zukor in de eerste plaats heeft den naam Paramount berg tot onzen ouden getrouwen bioscoop- gemaakt. Ter eere van het jubileum is aan den krans van 24 sterren één ster toegevoegd. Over vijf en twintig jaar zal het een dub bele ry moeten worden! STICHTING: „INDIE IN NEDERLAND DOOR DE FILM". Zaterdagmiddag vond in den Haag een vergadering plaats van het bestuur van bo vengenoemde stichting. In deze bijeenkomst werd het overeenkomstig art. 10 der Stich- tingsacte benoemde college van curatoren geïnstalleerd met een redevoering, van den voorzitter, ing. H. de Clercq, waarin deze de doelstelling van I.N.E.F., nl. de kennis om trent Oost- en West-Indië in Nederland door middel van de smalfilm te bevorderen en to verbreeden, uiteen Mette. Door den secre taris werd vers'ag gedaan van de tot dus verre door de stichting verrichte werkzaam heden en bereikte resultaten, terwijl de penningmeester een overzicht gaf van den stand der financiën. Naar aanleiding van deze mededeelingen ontspon zich een geani meerde gedachter. wissel ing, waarna door den voorzitter nogmaals een beroep werd gedaan op aller daadwerkelijke steun en hulp. Tot resp. voorzitter, onder-voorzitter en secretaris van het college van curatoren werden gekozen ie heeren H. N. A. Swart, R. Zuyderhoff en A. lesman. DE NOODTOESTAND IN DE PLUIMVEE HOUDERIJ. Het Landelijk Comité van Actie tegen den nadeeligen invloed der graanrechten op de pluimveehouderij heeft zich met een telegram tot den minister van landbouw en visschery gewend, waarin by herhaling er op aangedrongen wordt, aan de pluimvee houders een volledige vergoeding te geven voor de door hen te betalen graanrechten. In het telegram wordt er op gewezen dat de graanprijzen sinds Januari 1936 met 33 pCt. en sedert Augustus met 19 pCt. geste gen zijn. Indien de toestand, zooals hy nu is, aldus gaat het Comité van Actie in het tele gram verder, slechts een paar maanden be stendigd zou blijven, zullen wederom vele pluimveehouders hun bedrijf er aan moeten geven. HULP AAN KLEINE BOEREN EN TUINDERS. Zooals bekend is door den minister van sociale zaken een rondschrijven gericht tot de 13 inspecties voor de werkverschaffing, waarin de minister mededeelt een proef te willen nemen met de plaatsing van de kleine boeren en tuinders in werkver schaffing op eigen bedrijf. Daar de gemeente Uithoorn, vooral in het dorp de Kwakel, vele kleine in nood verkeerende tuinders telt, werd zy als proefgemeente aangewezen. Op Zaterdag 9 Januari j.1. had omtrent de organisat.e van deze proef een bespre king plaats tusschen het gemeentebestuur en den bedrijfsconsulent voor den land bouw in de provincie Noordholland, den heer C. Brakman, waarna terstond door den bedrijfsconsulent en diens assistent tezamen met den wethouder voor land- en tuinbouwaangelegenheden en den ge meente-opzichter op plus minus 60 bedrij ven werd nagegaan, welk duidelijk en con ti oleerbaar werk in werkverschaffing kon worden uitgevoerd. Ei werd zooveel spoed betracht, dat binnen een week niet alleen de geheele organisatie tot stand kwam, doch zelfs werd via den rijksinspecteur voor de werk verschaffing te Noordwijk, met wien de burgemeester van Uithoorn op Vrijdag 15 Januari j.1, een laatste bespreking hield, de toestemming van den minister van so ciale zaken verkregen om reeds op Maan dag 18 Januari met de proef een aanvang te naken. Hierdoor is derhalve dank zy de vlotte medewerking van het departement van sociale zaken, de riiksinsnectie en den be- drijfsconsu1f"-t. Uithoorn de eerste ge meente in Nederland, alwaar de proef wordt tn°<ronoet, zeer tot tevre^«",b'»id van de in nood verkeerende tuinders en boeren. I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 8