Het groene oog van Baa-AI.
Ruwe huid
kolonisatie op Nieuw-Guinea mogelijk
'fzavittciaal 'flieuws
Stad en Omgeving
Ja, zegt de Nationale Nieuw-Guinea-Vereeniging, maar zij
moet van onze regeering uitgaan.
Een belangrijke vergadering
te Heiloo.
BROEK OP LANGENDIJK
HEILOO
SCHOORL
Ji0'nGel"kk'g was Jet niet zo bang u»1*
:n' Kaf haar ogen goed de ko»
keek of er geen andere manier was pin
griezelige huis te komen. Plotseling
Z,e een grote steen in de vloer, en met
ulp van een breekijzer slaagde ze er 1
ae steen op te heffen.
IjTq ^hrale lippen. Gesprongen handen
i U R O L verzacht en geneest
Poos 30 en 60 ct. Bij Apothekers en Drogisten.
ker maken van Amsterdam, dan moet men
in dezen tijd vanzelfsprekend ook denken
aan het grootsche plan waarvan wij hier
thans allen vervuld zijn de aanleg van het
900 hectare omvattende bosch. Over dit
heerlijke toekomstige bezit van Amster
dam heb ik u in een vorige notitie al eens
een en ander verteld. Daarover dus zullen
wij nu niet meer uitweiden. Te minder is
daar trouwens aanleiding voor, omdat
iedere belangstellende, deze week al te be
ginnen, het toekomstige Amsterdamsche
bosch kar. gaan z i e n. Ja inderdaad het is
geen scherts. In de Militiezaal aan den
Singel bij het Koningsplein heeft het ge
meentebestuur een Boschplan-tentoonstel
ling ingericht, di» een voortreffelijk riet
alleen, maar tevens bijzonder interessant
en belangwekkend beeld geeft door
middel van geweldige maquettes, plaat
werk, teekeningen, enz. van het 'groote
bosch, met zijn waterpartijen, speelwei
den, roeibaan, sportvelden en wat al niet
meer. Wie in Amsterdam komt en de
Noordhollanders uit Alkmaar en omgeving
zijn in onze stad graag geziene gasten
hetzij voor zakendoeleinden of (en) voor
pleizier, verzuime toch vooral niet, deze
dubbeltjes-tentoonstelling te bezoeken.
Het Amsterdamsche bosch zal voor
elkeen een openbaring zijn.
Voor den vierden Indië-avond, in de
Rustende Jager te Heiloo, waarop het
vraagstuk van de kolonisatie op Nieuw-
Guinea behandeld werd, was, de koude
in aanmerking genomen, gisteravond een
behoorlijke belangstelling.
De heer C. ten Bruggencate sprak
een kort inleidend woord, aanvangend met
een betuiging van leedwezen over de af
wezigheid van ds. Bloemhoff, die de
vorige drie avonden had geopend. Voort
gaande, zei spr., dat deze vierde avond ge
vraagd was door oezoekers van de vorige
bijeenkomst, toen de heer van Millingen
het woord voerde. Behalve dezen waren
nog uitgenoodigd dr. Lorang, die ook reeds
een der vorige avonden over Indië sprak,
en mevr. Christoffel, die speciaal zou spre
ken over de taak der vrouw bij emigratie
en kolonisatie. Zonder de medewerking
der vrouw, zei spr., komt van de koloni
satie niets terecht.
Onder algemeen applaus feliciteerde spr.
de echtgenoote van den heer van Millin
gen met haar verjaardag, waarbij hij haar
bloemen aanbood in de Heiloosche kleuren.
Met een herinnering aan de weder
waardigheden en het resultaat van den
eersten kolonist in Deli, den heer Nieu-
wenhuis, wekte spr. op om ernstig aan
dacht te schenken aan hetgeen de ver
schillende sprekers zouden mededeeleru.
Hierop was het woord aan den
eersten spreker,
dr. L o r a n g uit Santpoort, die er den
nadruk op legde, dat kolonisatie voor
Nederland noodzakelyk is met het oog op
onze overbevolking, welke langzamerhand
een noodtoestand wordt door de toene
ming van de werkloosheid. Spr. illustreer
de dit met eenige cijfers, waarna hij de
vraag stelde: wat doen andere landen in
zoo'n geval? Zij doen als de bijen: als de
korf vol is, gaat er een zwerm weg, m. a.
w.: zy zoeken door kolonisatie een uit
weg voor het bevolkingsoverschot. Spr.
wees op Italië, dat Abessinië „nam" en
memoreerde Duitschland's actie voor ko
loniaal bezit. Waarschuwend zag spr. naar
Japan, dat overal in Indië zijn menschen
heeft, meerendeels reserve-officieren, die
als kolonisten onder Nederlandsch be
wind leven. Engeland koloniseert sterk in
Kynia (Afrika) en Australië en ook ande
re landen zoeken een uitweg voor hun
overbevolking.
Zij allen geven dus een voorbeeld hoe
het bevolkingsoverschot te plaatsen.
Trouwens, Nederland weet het zelf ook
wel: wij leggen immers de Zuiderzee
droog! Het daar verkregen land kost on
geveer 7000 per H.A. Daarentegen is
Nieuw-Guinea practisch zóó te krijgen:
het is al Nederlandsch bezit, zoodat geen
oorlog gevoerd behoeft te worden en
bovendien wonen er haast geen menschen.
Duizenden aanvragen om te kunnen
gaan koloniseeren ir. Nieuw-Guinea zijn
leeds bij de Nat. Nieuw-Guinea-vereeni-
ging ontvangen, voor een groot deel van
jongelieden, die bij de hier te lande heer-
schende economische omstandigheden geen
kans zien te kunnen gaan trouwen en zich
een bestaan te verzekeren.
Aan de hand van de historie toonde spr.
aan, dat de Nederlanders zeer wel in staat
zijn te koloniseeren (Noord-Amerika, Per-
nambuco, Kaapkolonie, van Diemensland.
enz.), alle welke koloniën door laksheid
in het moederland verloren gingen.
Bij aanvragen voor kolonisatie wordt
vaak gevraagd naar het klimaat. Maar, zei
spr., vroeg men dat ook, toen het ging
om tabaks- en andere plantages en om
petroleumbronnen? Men ging en hield
het uit!
Gemiddeld is het in de tropen een 85 gr.
F. aan de kusten, dus als een warme
zomerdag in ons land. Bij elke 200 M. stij
ging van den bodem daalt de temperatuur
en op behoorlijke hoogte is in Nieuw-
Guinea een gebied, dat eenige malen
grooter is dan Nederland, waar de bevol
king reeds vele generaties landbouw be
oefent.
Menschen die beweren, dat het klimaat
niet geschikt is voor onze landgenooten
weten ernietsvan, zei spr.
In Queensland (Australië), dat ook tot
de tropen gerekend mag worden, werken
reeds plm. 60 jaar blanken (Engelschen)
als bootwerkers, enz., waaruit blijkt, dat
blanken het daar wel kunnen uithou-
den.
De medische wetenschap is in de laat
ste jarsn zóó zeer vooruit gegaan, dat de
tropische ziekten voor een groot deel zijn
bedwongen (spr. noemde als voorbeeld,
dat in het interneeringskamp aan den
Boven-Digoel aanvankelijk 90 pet. van de
menschen malaria kreeg en thans slechts
4 pet.
Op de kaart maakte spr. duidelijk welke
groote deelen van Nieuw-Guinea, waar
voor olie-concessies zijn gegeven, reeds in
kaart zijn gebracht. Een groot deel van
het binnenland is nog totaal onbekend en
verzoeken om ook dat in kaart te brengen
zijn afgewezen, de redenen daarvoor
worden verzwegen. Maar men zal er toch
toe moeten overgaan, anders doet Japan
het wel.
Spr. citeerde eenige geschriften, om aan
te toonen, dat er nu reeds uitstekende
katoen uit Nieuw-Guinea komt. Verder
teelt men er de sojaboon, die de grondstof
levert voor allerlei producten, o.a. voor
tal van voedingsmiddelen, voor bakelit,
waarvan tal van gebruiksvoorwerpen
worden gemaakt en voorts voor spring
stoffen.
De Japanners hebben voor die teelt
reeds concessie gevraagd, maar die is ge
weigerd.
Spr. erkende, dat er moeilijkheden aan
de kolonisatie van Nieuw-Guinea zijn ver
bonden, maar onoverwinlijk zijn zij zeker
niet. Men bedenke dat het hier gaat om de
toekomst onzer kinderen, die in ons eigen
land misschien geen bestaan zullen kun
nen vinden. Ei is veel kans dat het zwaar
tepunt der wereld zich verplaatst van
Europa naar Azië en dan ligt Nieuw-
Guinea in het centrum. Ongetwijfeld zal
het land over eenige jaren vol kolonisten
zijn. Spr. hoopte dat dit dan Nederlanders
mogen wezen.
De vrouw als koloniste.
Mevr. Christoffel uit Bloemendaal
begon met te erkennen, dat zy nooit aan
kolonisatie heeft gedaan en wilde dan ook
niet betoogen, dat zij daar alles van weet,
maar slechts, dat de kolonisatie van blan
ken staat of valt met de al of niet mede
werk.ng der vrouw.
Men losse de pioblemen van werkloos
heid en overbevolking op volgens de
eischen van onzen tijd en niet op eenzelfde
wijze als vroeger. De oplossing van beide
vraagstukken is slechts te vinden in een
kolonisatie in grootschen stijl. De emigra
tie naar andere landen, zooals tot dusver,
doet al die menschen vexloren gaan voor
onzen Nederlandschen stam en onze cul
tuur. Om die te bewaren, is het noodig te
emigreeren naar een Nederlandsch gebied,
waar dit nog geschieden kan en dat is
Nieuw-Guinea. Het is bewezen, dat
handenarbeid van blanken in de tropen
zeer goed mogelijk is, waarom zou het
dan niet gaan in ons eigen gebied, in
Nieuw-Guinea? Hot vormen van Neder-
landsche koloniën aldaar is ook van be
lang voor de wereldpolitiek.
Emigratie op eenigszins groote schaal
kan slechts geschieden onder leiding van
de regeering en zy kan alleen tot goede
resultaten leiden, als de vrouw met
den man me gaat, want een man,
die zijn vrouw in Nedenand achterlaat,
zal echt alléén staan en meer gevaar loo-
pen ten onder te gaan.
Japan stelt 5000 disponibel voor eiken
arbeider in den katoen-aanplant op
Nieuw-Guinea, uitsluitend te leveren aan
de Japansche regeering en tevens met
voorschrift aan de kolonisten om een Ja
pansche huishoudster te nemen. Er zal
van den Nederlandschen jongeman niet
veel Nederlandsch overblijven, als hij een
Japansche huishoudster neemt, zei spr.,
en daarom zal de Nederlandsche vrouw
direct met haar man méé moeten vertrek
ken naar Nieuw-Guinea.
Koloniseeren is voor onze werkloozen
noodig, opdat het demoraliseerende steun
trekken beëindigd kan worden. Emigratie
kan een verdienste verschaffen, aan
vankelijk klein, maar het is toch beter
dan te moeten leven van den steun. Voor
de vrouw, die het leven met den man wil
deelen en het moederschap stelt boven
politiek, is in deze een mooie taak wegge
legd. De andere vrouwen zij die een
zucht hebben naar vermaak en een zekere
minachting voor huishoudelijk werk en
opvoeding van kinderen zyn voor ko
lonisatie ongeschikt. Men moet hebben
vrouwen, die in Nieuw-Guinea een toe
komst willen vinden voor zichzelf, haar
man en haar kinderen.
Wie voelt voor de bestrijding der werk
loosheid en wie voor de Nederlandsche
kinderen een toekomst mogelijk wil ma
ken, moet meehelpen dwang uit te oefenen
op de regeering om de emigratie te be
vorderen naar Nieuw-Guinea. De mil-
lioenen, die thans terzake werkloosheid
worden uitgegeven, zouden kunnen wor
den gebruikt op een meer doeltreffende
wijze, die tot zegen zal zijn voor hen, die
werkloos rondloopen.
Spr. wekte op tot lidmaatschap van de
Nationale Nieuw-Guinea- vereeniging.
In een korte pauze werden boekjes e. 1
aangeboden, waarin de kolonisatie-moge
lijkheden uitvoerig werden aangegeven en
tal van bijzonderheden over het land wer
den medegedeeld.
De derde spreker,
de heer E. van Millingen uit Sant
poort, ving aan met te constateeren, dat er
thans reeds door twee organisaties op Java
in Nieuw-Guinea wordt gekoloniseerd. De
beide organisaties verschillen in opzet
principiëel: de ééne (de Stichting) wil
aan de Javaansche overbevolking een
nieuw land bezorgen-; de andere (de
K. N. G.) wil een nieuw „blank land
opbouwen. De eerste zendt de menschen
als het ware naar N.-Guinea, spr. gaf aan
op welke wijze en constateerde, dat deze
wyze van koloniseeren misdadig is.
De K. N. G. leidt adspirant-kolonisten
op voor den landbouw en laat hen daarna
geruimen tijd werken or.der leiding van
anderen. Het resultaat van haar werken
is in de 10 jaar van haar bestaan wel zeer
pover: slechts elf boeren hebben zich een
onafhankelijk bestaan weten te verzeke
ren.
Een dergelijke wijze van koloniseeren
heeft dus voor ons land geen nut.
Wanneer wij in Nederland dezelfde
werkwijze zouden gaan toepassen met het
100-voudige resultaat, dus in 10 jaar 1100
zelfstandige boertjes, dan nog zou de
N. N.-G.-V. geen reden van bestaan heb
ben. Want als over tien jaar hier eten is
voor 9 millioen zielen, dan kunnen d^e
1100 boertjes er nog wel bij en zou het
onzin zyn die daar in de moerassen van
Nieuw-Guinea te laten gaan ploeteren,
zonder toekomst voor hun kinderen.
Wat willen wy dan?
In Nederland betaalt men jaarlijks ruim
30 millioen gulden uit aan steun en daar
moeten ruim 2 millioen menschen van
leven. Er is hier een overbevolking en
jaarlijks groeien wij nog met 100.000 zielen
aan, dus alleen een uittocht op groote
schaal kan uitkomst bieden. Alle werk
verschaffingen en plannen van den arbeid,
hoe goed ook vooroereid en met de edelste
bedoelingen warm aanbevolen, zij kunnen
wellicht plaatselijk en tijdelijk een op
luchting brengen, maar voor een blijven
de oplossing zijn ze alle, zonder uitzonde
ring, van nul en geer/er waarde.
Voor een uittocht van eenige honderd
duizenden heeft men een gebied noodig van
eenige miiiioenen H.A. goeden grond.
Om zooveel menschen aan voldoenden
grond te kunnen helpen, zou een aaneen
gesloten gebied niet noodzakelijk zyn,
maar zou men kunnen volstaan met een
groot aantal kleine vruchtbare stukken
zoo noodig verspreid over een half we
relddeel, dus geïsoleerde en geheel op zich
zelf aangewezen kleine nederzettingen.
Eer, dergelijke kolonisatie was in vroegere
eeuwen wel mogelijk: de bewoners van
een tien- of twintigtal kleine boerderijtjes,
geheel afgesloten van het wereldgebeuren
en zonder scholen, hospitalen, kerken,
bioscoop, winkelstand of postverbinding
enz., leefden daar toch gelukkig, als ze
maar te eten hadden, want overige eischen
stelden zij niet aan hun leven. Dat is de
kolonisatie die vroeger heeft plaats gehad
in Canada, Zuid-Afrika, Australië, enz.
Maar zij die denken dat heden ten dage
met de Nederlandsche werklooze bevol
king op een dergelijke wijze kan worden
gekoloniseerd, zijn eeuwen te laat geboren.
Wil men than^ met de overbevolking van
Nederland met succes gaan koloniseeren.
dan moet als eerste eisch worden gesteld
dat in het nieuwe stamland binnen enkele
jaren en Westerscne maatschappij kan
ontstaan, met alle bovengenoemde cultu-
reele instellingen. Een dergelijke kern van
Westersche cultuur kan alleen ontstaan
in een groote aaneengesloten landbouwen
de bevolkingsgemeenschap en om die re
denen kan blanke kolonisatie in Nieuw-
Guir.ea alleen succes hebben in een gebied
waar de gelegenheid daarvoor aanwezig
is. Uit hoofde daarvan is aansluiting of
samenwerking met de Indische kolonisatie-
vereenigingen onmogelijk. Bovendien kan
men den Hollandschen kolonist niet meer
planten te midden van een groep Indo-
kolonisten, wier levensniveau en levens
wijze heet anders is.
De N. N. G. V. wil op de koele hoog
vlakte ten non :den van het Sneeuwge
bergte een nieuw blank stamland stichten,
waar ook van hoog tot laag alle arbeid
uitsluitend door blanken moet worden
verricht.
Het opbouwen van een dergelijke maat
schappij kan alleen geschieden met een
uittocht van l(;0.090-en menschen. Dat kost
eerst miiiioenen en in de toekomst milli-
arden en daarom kan en mag het alleen
worden uitgevoerd op kosten en op ver
antwoording van den Staat.
Spr. waarschuwde dan ook met den
meesten nadruk tegen kolonisatie op
eigen risico door Nederlandsche werkloo
ze onderdanen. Zij za' leiden tot de groot
ste ellende, die gelijk staat met zelfmoord.
Er moet een ko'onisatieraad komen, die
onder verantwoording van de regeering net
groote kolonisatie-vraagstuk aanvat er.
grondig onderzoekt en waarbij alleen door
een kolonisatie-bril de zaak mag worden
bezien, zooals thans in andere landen, o.a
in België, plaats heeft.
De Nationale Nieuw-Guinea-vereeniging
zal zelf dus nooit en te nimmer tot daad
werkelijke kolonisatie overgaan, maar zal
met klem er op blijven aandringen, dat de
Staat deze zaak aanvat.
Aan de hand van een groote kaart zette
spr. uiteen hoe zij dient te worden begon
nen en welk terrein de N. N G. V. voor de
kolonisatie het meesi geschikt acht. Hij
maakte duidelijk, dat zekerheid moet
bestaan voor het welslagen en dat men
niet tevreden mag zijn met de kans od
succes. Noodig is, dat de regeerinsr met be
hulp van vliegtuigen het nog onbekende
gebied in kaart laat brengen, waartoe,
behoeve daarvan, semi-permanente baia
ken kunnen worden gebouwd, welke daa
na door wetenschappelijk gevorniden uJr'
nen worden betrokken voor onderzoek van
den bodem. Valt dit onderzoek gunstig
uit waaraan spr. niet twijfelde ab
moet de grond ontboscht worden, teiwj
voorts de verdere voorbereidende wei
zaamheden dienen te worden verricht. Pas
daarna kunnen de blanke kolonisten in
massa komen.
De heer van Millingen vertoonde nog
tal van lantaarnplaatjes, waaruit bleek
welke successen nu reeds zijn behaald op
terreinen, die als onvruchtbaar waren ge
kenschetst.
Slotwoord.
De heer ten B-uggencate betuigde
in zijn slotwoord de spreekster en den
sprekers dank voor hun betoog en noo-
digde belangstellenden uit voor een bin
nenkort te houder, vergadering met als
doel oprichting van een afdeeling der Nat.
N.-Guirea-veree^iTing. Enkele belangstel
lenden hadden daarop aangedrongen.
Jaarvergadering begrafenisverecn.
„De Laatste Eer".
Bovengenoemde vereeniging kwam
Woensdagavond bijeen in het lokaal van
den heer J. de Boer.
Het jaarverslag van den secretaris gaf
aan, dat 13 begrafenissen zijn uitgevoerd van
leden en 9 van niet-leden. 1 gewone- en
1 buitengewone ledenvergaderingen zijn ge
houden, benevens 3 bestuursvergaderingen.
Het ledental bedraagt 866, waarvan 61 kin
deren uit huisgezinnen, die nog niet con
tributie-plichtig zijn. Gewaagd werd var.
de genomen ingrijpende maatregelen aan
gaande verlaging vergoeding personeel, ter
wijl daarna waardeerende woorden werden
geuit aan wijlen den overleden voorzitter
A. Kz, Jaarsma.
Het financieele gedeelte gaf met het bezit
een ontvangst aan van 1 3130.25. uitgaaf
1025.23, saldo op 1 Januari 1937 2035.02
De exploitatie-rekening sloot over 1936 met
een nadeelig saldo van 311 08.
Bij monde van den heer A. Blom Az. Sr
werd medegedeeld de boeken en bescheiden
in orde te hebben bevonden, weshalve werd
geadviseerd tot goedkeuring.
Tot kas-commissie voor 1937 werden aan
gewezen de heeren K. Bak Romeijn en J.
M. de Jong.
De heer G. Heinis bracht verslag uit van
de gehouden bondsvergadering.
Tot afgevaardigde naar de bondsvergade
ring werden benoemd de heeren J. Kouwer
Nz. en H. Vinke.
In het bestuur werden de heeren W. Slot
C. Timmerman en H. Vinke herkozen.
Voorstel bestuur tot afschaffing van
lijk- en volgwagen.
De heer C. Timmerman, penningmeester,
zette uiteen, dat, wenschte men in verband
met het groote tekort over het afgeloopen
jaar, de vereeniging in de toekomst voor
een débacle te bewaren, aanname van het
voorstel gewenscht was, daar dit een be
sparing zou geven van 25,50 per begrafe
nis. Spr. merkte op, dat volgens het 24-jarig
bestaan de vereeniging de eerste 12 jaren
5 a 6 sterfgevallen plaats vonden en de laat
ste 12 jaren 8 a 9. De toename van het sterf
tecijfer houdt verband met den leeftijd der
leden en de weinige toename van jongere
leden over de laatste jaren, terwijl de kos
ten per begrafenis vanaf de oprichting zijn
de 34 tot nu toe progressief zijn gestegen
tot 71.50. Maar de contributie echter niet
noemenswaard is verhoogd en thans niet
verhoogd kan worden, is het niet doenlijk
met het steeds hooger wordende sterfte
cijfer, zoo door te gaan, en is dit voor
stel het midden om de kas veilig
te stellen, terwijl er tevens de bedoeling aan
vast zit, dat, wanneer in de toekomst blijkt,
dat het sterftecijfer niet hooger wordt, con
tributie-verlaging wordt toegepast.
Uit de nu volgende discussies bleek, dat
de vergadering zich niet met het voorrtol
kon vereenigen. De één was van gedachte,
dat het toch dadelijk niet zoo noodig was,
terwijl anderen daarentegen bepleitten be
houd van de volgwagens, een derde wensch
te rouw-auto en volg-auto, terwijl daarnaa-t
nog werd geopperd den lijkwagen alleen te
behouden.
Nadat van de 2 laatste meeningen voor
stellen werden gemaakt, werd eerstens tot
stemming overgegaan van het bestuursvoor
stel. hetwelke werd verworpen 17 tcren en
11 vóór.
De beide andere voorstellen tegelijk in
stemming gebracht zijnde verkregen tot uit
slag dat zich er 17 uitsproken voor rouw. en
voig-auto en 9 voor behouden van den lijk
wagen, zoodat het eerste voorstel werd
aanvaard.
Betreffende een vraag of de vereeniging
niet contractueel gebonden was aun Wolfs
winkel, werd opgemerkt, dat dit zoo spoe-
die mogelyk over den bond zal worden op
deed zoodat de vereeniging na afloop van
het contract vrij staat.
Niets meer aan de orde zijnde, volgde
sluiting.
Tweede uitvoering van „Lach en
Vergeet".
Voor een tjokvolle zaal werd Woensdag,
avond een reprise gegeven van de Heilooër
revue „Lach en Vergeet". De revue moet
wel buitengewoon trekken als men koude
en noordooster storm trotseert en de hals-
brekende toeren over de onbegaanbare
wegen er voor over heeft. De revue was als
de vorige week, wat voordracht en afwer-
kine betreft. Het publiek was enthousiast,
hetgeen o.m. bleek uit het stormachtig
afRuitongewoon was de verrassing door den
koorzang van Jacob Hamel <N. Akkerman).
Zijn mimiek en voordracht waren een ju
weeltje van cabaretkunst. Hy kreeg dan
ook een applaus bij open doek en dat is een
bijzonder compliment. Om er nog een te
noemen, willen we nog het optreden van
Fientje de la Mar (mej. Stam) vermelden.
Haar optreden werd niet alleen met spon
taan applaus begroet, doch men bedelde zóó
lang om een toegift, dat zc terug kwam.
Dat is voor Heüoo, waar men nog al koel
is, een gebeurtenis.
En dan de finale! De auteur en regisseur
kregen een applaus, dat minuten lang aan
hield ,Op voor Jaap". (Jac. v. d. Kommer
Jr.) was de uitroep en de regisseur weerde
het lachend af en wees naar de artisten.
Maar met dit al was het voor allen, doch
speciaal voor hem. een grootsch moment.
Ook mej. D. Rus. onder wier leiding de
dansen waren ingestudeerd en die zich
onder het publiek bevond, wist men te
vinden en haar werden bloemen aangeboden,
een hulde die het publiek apprecieerde. Het
was een geslaagde avond. Allen, zonder uit
zondering. hebben daaraan meegewerkt.
Een gezellig bal besloot den avond.
FUmmiddig.
Door het filmbureau van E. J. Groot
huis te Loosduinen werd Woensdagmiddag
5 uur voor de kinderen der bijzondere
scholen de huwelyksfilm vertoond. Te voren
werden komische films en uit het jeugd
leven van prinses Juliana vertoond.
Het gewone journaal van de gebeurtenis
sen uit het koninklijk huis passeerden de
revue.
's Avonds werd hetzelfde program voor
volwassenen afgewerkt, aangevuld met een
leuke film. Een gezellig bal besloot den
avond.
Jaarvergadering Boerenleenbank.
Woensdagavond kwamen de leden van
de Coöperatieve Boerenleenbank alhier, in
hun jaarvergadering bijeen, in het lokaal
van den heer P. Huiberts te Groet De op
komst was zeer goed, wat wel te danken
was aan het feit, dat de menschen gratis
vervoer hadden per autobus. Anders was
het met de gladheid van de wegen, en de
koude niet doenlijk geweest, om uit de
verste hoeken van het dorp naar de ver
gaderplaats op te komen.
De voorzitter van den raad van toezicht
den heer C. M. Winder, leidde de vergade
ring en sprak by de opening zyn spijt uit
dat de economische toestanden nog niet beter
zyn geworden. De bank maakt het uitste
kend, dank zy de medewerking van de
leden, waarvoor bestuur en raad van toezicht
zeer erkentelijk zyn. Vooral de zeer vlotte
betaling van rente van voorschotten leidde
er toe, dat de vergadering van dezen avond
weder zoo vroeg in het jaar gehouden kon
worden.
De secretaris van den avond, de kassier
Fl. Schermer, gaf een uitvoerig jaarverslag-
Hieruit bleek, dat door het minder gunstige
vreemdelingenseizoen de spaargelden iets
waren terug geloopen. In totaal bleken de
diverse spaargelden 302036,51 en de voor-
109. Aan deze kettingen werden de ge
vangenen door hun meesters of heerschers
vastgeklonken. Plotseling gebeurde er iets
verschrikkelijks. Met een harde slag viel
de zware ijzeren deur in het slot en er was
voor Jet geen enkele mogelijkheid meer
om er uit te komen.