Het groene oog van Baa-AI. Ruwe huid kolonisatie op Nieuw-Guinea mogelijk 'fzavittciaal 'flieuws Stad en Omgeving Ja, zegt de Nationale Nieuw-Guinea-Vereeniging, maar zij moet van onze regeering uitgaan. Een belangrijke vergadering te Heiloo. BROEK OP LANGENDIJK HEILOO SCHOORL Ji0'nGel"kk'g was Jet niet zo bang u»1* :n' Kaf haar ogen goed de ko» keek of er geen andere manier was pin griezelige huis te komen. Plotseling Z,e een grote steen in de vloer, en met ulp van een breekijzer slaagde ze er 1 ae steen op te heffen. IjTq ^hrale lippen. Gesprongen handen i U R O L verzacht en geneest Poos 30 en 60 ct. Bij Apothekers en Drogisten. ker maken van Amsterdam, dan moet men in dezen tijd vanzelfsprekend ook denken aan het grootsche plan waarvan wij hier thans allen vervuld zijn de aanleg van het 900 hectare omvattende bosch. Over dit heerlijke toekomstige bezit van Amster dam heb ik u in een vorige notitie al eens een en ander verteld. Daarover dus zullen wij nu niet meer uitweiden. Te minder is daar trouwens aanleiding voor, omdat iedere belangstellende, deze week al te be ginnen, het toekomstige Amsterdamsche bosch kar. gaan z i e n. Ja inderdaad het is geen scherts. In de Militiezaal aan den Singel bij het Koningsplein heeft het ge meentebestuur een Boschplan-tentoonstel ling ingericht, di» een voortreffelijk riet alleen, maar tevens bijzonder interessant en belangwekkend beeld geeft door middel van geweldige maquettes, plaat werk, teekeningen, enz. van het 'groote bosch, met zijn waterpartijen, speelwei den, roeibaan, sportvelden en wat al niet meer. Wie in Amsterdam komt en de Noordhollanders uit Alkmaar en omgeving zijn in onze stad graag geziene gasten hetzij voor zakendoeleinden of (en) voor pleizier, verzuime toch vooral niet, deze dubbeltjes-tentoonstelling te bezoeken. Het Amsterdamsche bosch zal voor elkeen een openbaring zijn. Voor den vierden Indië-avond, in de Rustende Jager te Heiloo, waarop het vraagstuk van de kolonisatie op Nieuw- Guinea behandeld werd, was, de koude in aanmerking genomen, gisteravond een behoorlijke belangstelling. De heer C. ten Bruggencate sprak een kort inleidend woord, aanvangend met een betuiging van leedwezen over de af wezigheid van ds. Bloemhoff, die de vorige drie avonden had geopend. Voort gaande, zei spr., dat deze vierde avond ge vraagd was door oezoekers van de vorige bijeenkomst, toen de heer van Millingen het woord voerde. Behalve dezen waren nog uitgenoodigd dr. Lorang, die ook reeds een der vorige avonden over Indië sprak, en mevr. Christoffel, die speciaal zou spre ken over de taak der vrouw bij emigratie en kolonisatie. Zonder de medewerking der vrouw, zei spr., komt van de koloni satie niets terecht. Onder algemeen applaus feliciteerde spr. de echtgenoote van den heer van Millin gen met haar verjaardag, waarbij hij haar bloemen aanbood in de Heiloosche kleuren. Met een herinnering aan de weder waardigheden en het resultaat van den eersten kolonist in Deli, den heer Nieu- wenhuis, wekte spr. op om ernstig aan dacht te schenken aan hetgeen de ver schillende sprekers zouden mededeeleru. Hierop was het woord aan den eersten spreker, dr. L o r a n g uit Santpoort, die er den nadruk op legde, dat kolonisatie voor Nederland noodzakelyk is met het oog op onze overbevolking, welke langzamerhand een noodtoestand wordt door de toene ming van de werkloosheid. Spr. illustreer de dit met eenige cijfers, waarna hij de vraag stelde: wat doen andere landen in zoo'n geval? Zij doen als de bijen: als de korf vol is, gaat er een zwerm weg, m. a. w.: zy zoeken door kolonisatie een uit weg voor het bevolkingsoverschot. Spr. wees op Italië, dat Abessinië „nam" en memoreerde Duitschland's actie voor ko loniaal bezit. Waarschuwend zag spr. naar Japan, dat overal in Indië zijn menschen heeft, meerendeels reserve-officieren, die als kolonisten onder Nederlandsch be wind leven. Engeland koloniseert sterk in Kynia (Afrika) en Australië en ook ande re landen zoeken een uitweg voor hun overbevolking. Zij allen geven dus een voorbeeld hoe het bevolkingsoverschot te plaatsen. Trouwens, Nederland weet het zelf ook wel: wij leggen immers de Zuiderzee droog! Het daar verkregen land kost on geveer 7000 per H.A. Daarentegen is Nieuw-Guinea practisch zóó te krijgen: het is al Nederlandsch bezit, zoodat geen oorlog gevoerd behoeft te worden en bovendien wonen er haast geen menschen. Duizenden aanvragen om te kunnen gaan koloniseeren ir. Nieuw-Guinea zijn leeds bij de Nat. Nieuw-Guinea-vereeni- ging ontvangen, voor een groot deel van jongelieden, die bij de hier te lande heer- schende economische omstandigheden geen kans zien te kunnen gaan trouwen en zich een bestaan te verzekeren. Aan de hand van de historie toonde spr. aan, dat de Nederlanders zeer wel in staat zijn te koloniseeren (Noord-Amerika, Per- nambuco, Kaapkolonie, van Diemensland. enz.), alle welke koloniën door laksheid in het moederland verloren gingen. Bij aanvragen voor kolonisatie wordt vaak gevraagd naar het klimaat. Maar, zei spr., vroeg men dat ook, toen het ging om tabaks- en andere plantages en om petroleumbronnen? Men ging en hield het uit! Gemiddeld is het in de tropen een 85 gr. F. aan de kusten, dus als een warme zomerdag in ons land. Bij elke 200 M. stij ging van den bodem daalt de temperatuur en op behoorlijke hoogte is in Nieuw- Guinea een gebied, dat eenige malen grooter is dan Nederland, waar de bevol king reeds vele generaties landbouw be oefent. Menschen die beweren, dat het klimaat niet geschikt is voor onze landgenooten weten ernietsvan, zei spr. In Queensland (Australië), dat ook tot de tropen gerekend mag worden, werken reeds plm. 60 jaar blanken (Engelschen) als bootwerkers, enz., waaruit blijkt, dat blanken het daar wel kunnen uithou- den. De medische wetenschap is in de laat ste jarsn zóó zeer vooruit gegaan, dat de tropische ziekten voor een groot deel zijn bedwongen (spr. noemde als voorbeeld, dat in het interneeringskamp aan den Boven-Digoel aanvankelijk 90 pet. van de menschen malaria kreeg en thans slechts 4 pet. Op de kaart maakte spr. duidelijk welke groote deelen van Nieuw-Guinea, waar voor olie-concessies zijn gegeven, reeds in kaart zijn gebracht. Een groot deel van het binnenland is nog totaal onbekend en verzoeken om ook dat in kaart te brengen zijn afgewezen, de redenen daarvoor worden verzwegen. Maar men zal er toch toe moeten overgaan, anders doet Japan het wel. Spr. citeerde eenige geschriften, om aan te toonen, dat er nu reeds uitstekende katoen uit Nieuw-Guinea komt. Verder teelt men er de sojaboon, die de grondstof levert voor allerlei producten, o.a. voor tal van voedingsmiddelen, voor bakelit, waarvan tal van gebruiksvoorwerpen worden gemaakt en voorts voor spring stoffen. De Japanners hebben voor die teelt reeds concessie gevraagd, maar die is ge weigerd. Spr. erkende, dat er moeilijkheden aan de kolonisatie van Nieuw-Guinea zijn ver bonden, maar onoverwinlijk zijn zij zeker niet. Men bedenke dat het hier gaat om de toekomst onzer kinderen, die in ons eigen land misschien geen bestaan zullen kun nen vinden. Ei is veel kans dat het zwaar tepunt der wereld zich verplaatst van Europa naar Azië en dan ligt Nieuw- Guinea in het centrum. Ongetwijfeld zal het land over eenige jaren vol kolonisten zijn. Spr. hoopte dat dit dan Nederlanders mogen wezen. De vrouw als koloniste. Mevr. Christoffel uit Bloemendaal begon met te erkennen, dat zy nooit aan kolonisatie heeft gedaan en wilde dan ook niet betoogen, dat zij daar alles van weet, maar slechts, dat de kolonisatie van blan ken staat of valt met de al of niet mede werk.ng der vrouw. Men losse de pioblemen van werkloos heid en overbevolking op volgens de eischen van onzen tijd en niet op eenzelfde wijze als vroeger. De oplossing van beide vraagstukken is slechts te vinden in een kolonisatie in grootschen stijl. De emigra tie naar andere landen, zooals tot dusver, doet al die menschen vexloren gaan voor onzen Nederlandschen stam en onze cul tuur. Om die te bewaren, is het noodig te emigreeren naar een Nederlandsch gebied, waar dit nog geschieden kan en dat is Nieuw-Guinea. Het is bewezen, dat handenarbeid van blanken in de tropen zeer goed mogelijk is, waarom zou het dan niet gaan in ons eigen gebied, in Nieuw-Guinea? Hot vormen van Neder- landsche koloniën aldaar is ook van be lang voor de wereldpolitiek. Emigratie op eenigszins groote schaal kan slechts geschieden onder leiding van de regeering en zy kan alleen tot goede resultaten leiden, als de vrouw met den man me gaat, want een man, die zijn vrouw in Nedenand achterlaat, zal echt alléén staan en meer gevaar loo- pen ten onder te gaan. Japan stelt 5000 disponibel voor eiken arbeider in den katoen-aanplant op Nieuw-Guinea, uitsluitend te leveren aan de Japansche regeering en tevens met voorschrift aan de kolonisten om een Ja pansche huishoudster te nemen. Er zal van den Nederlandschen jongeman niet veel Nederlandsch overblijven, als hij een Japansche huishoudster neemt, zei spr., en daarom zal de Nederlandsche vrouw direct met haar man méé moeten vertrek ken naar Nieuw-Guinea. Koloniseeren is voor onze werkloozen noodig, opdat het demoraliseerende steun trekken beëindigd kan worden. Emigratie kan een verdienste verschaffen, aan vankelijk klein, maar het is toch beter dan te moeten leven van den steun. Voor de vrouw, die het leven met den man wil deelen en het moederschap stelt boven politiek, is in deze een mooie taak wegge legd. De andere vrouwen zij die een zucht hebben naar vermaak en een zekere minachting voor huishoudelijk werk en opvoeding van kinderen zyn voor ko lonisatie ongeschikt. Men moet hebben vrouwen, die in Nieuw-Guinea een toe komst willen vinden voor zichzelf, haar man en haar kinderen. Wie voelt voor de bestrijding der werk loosheid en wie voor de Nederlandsche kinderen een toekomst mogelijk wil ma ken, moet meehelpen dwang uit te oefenen op de regeering om de emigratie te be vorderen naar Nieuw-Guinea. De mil- lioenen, die thans terzake werkloosheid worden uitgegeven, zouden kunnen wor den gebruikt op een meer doeltreffende wijze, die tot zegen zal zijn voor hen, die werkloos rondloopen. Spr. wekte op tot lidmaatschap van de Nationale Nieuw-Guinea- vereeniging. In een korte pauze werden boekjes e. 1 aangeboden, waarin de kolonisatie-moge lijkheden uitvoerig werden aangegeven en tal van bijzonderheden over het land wer den medegedeeld. De derde spreker, de heer E. van Millingen uit Sant poort, ving aan met te constateeren, dat er thans reeds door twee organisaties op Java in Nieuw-Guinea wordt gekoloniseerd. De beide organisaties verschillen in opzet principiëel: de ééne (de Stichting) wil aan de Javaansche overbevolking een nieuw land bezorgen-; de andere (de K. N. G.) wil een nieuw „blank land opbouwen. De eerste zendt de menschen als het ware naar N.-Guinea, spr. gaf aan op welke wijze en constateerde, dat deze wyze van koloniseeren misdadig is. De K. N. G. leidt adspirant-kolonisten op voor den landbouw en laat hen daarna geruimen tijd werken or.der leiding van anderen. Het resultaat van haar werken is in de 10 jaar van haar bestaan wel zeer pover: slechts elf boeren hebben zich een onafhankelijk bestaan weten te verzeke ren. Een dergelijke wijze van koloniseeren heeft dus voor ons land geen nut. Wanneer wij in Nederland dezelfde werkwijze zouden gaan toepassen met het 100-voudige resultaat, dus in 10 jaar 1100 zelfstandige boertjes, dan nog zou de N. N.-G.-V. geen reden van bestaan heb ben. Want als over tien jaar hier eten is voor 9 millioen zielen, dan kunnen d^e 1100 boertjes er nog wel bij en zou het onzin zyn die daar in de moerassen van Nieuw-Guinea te laten gaan ploeteren, zonder toekomst voor hun kinderen. Wat willen wy dan? In Nederland betaalt men jaarlijks ruim 30 millioen gulden uit aan steun en daar moeten ruim 2 millioen menschen van leven. Er is hier een overbevolking en jaarlijks groeien wij nog met 100.000 zielen aan, dus alleen een uittocht op groote schaal kan uitkomst bieden. Alle werk verschaffingen en plannen van den arbeid, hoe goed ook vooroereid en met de edelste bedoelingen warm aanbevolen, zij kunnen wellicht plaatselijk en tijdelijk een op luchting brengen, maar voor een blijven de oplossing zijn ze alle, zonder uitzonde ring, van nul en geer/er waarde. Voor een uittocht van eenige honderd duizenden heeft men een gebied noodig van eenige miiiioenen H.A. goeden grond. Om zooveel menschen aan voldoenden grond te kunnen helpen, zou een aaneen gesloten gebied niet noodzakelijk zyn, maar zou men kunnen volstaan met een groot aantal kleine vruchtbare stukken zoo noodig verspreid over een half we relddeel, dus geïsoleerde en geheel op zich zelf aangewezen kleine nederzettingen. Eer, dergelijke kolonisatie was in vroegere eeuwen wel mogelijk: de bewoners van een tien- of twintigtal kleine boerderijtjes, geheel afgesloten van het wereldgebeuren en zonder scholen, hospitalen, kerken, bioscoop, winkelstand of postverbinding enz., leefden daar toch gelukkig, als ze maar te eten hadden, want overige eischen stelden zij niet aan hun leven. Dat is de kolonisatie die vroeger heeft plaats gehad in Canada, Zuid-Afrika, Australië, enz. Maar zij die denken dat heden ten dage met de Nederlandsche werklooze bevol king op een dergelijke wijze kan worden gekoloniseerd, zijn eeuwen te laat geboren. Wil men than^ met de overbevolking van Nederland met succes gaan koloniseeren. dan moet als eerste eisch worden gesteld dat in het nieuwe stamland binnen enkele jaren en Westerscne maatschappij kan ontstaan, met alle bovengenoemde cultu- reele instellingen. Een dergelijke kern van Westersche cultuur kan alleen ontstaan in een groote aaneengesloten landbouwen de bevolkingsgemeenschap en om die re denen kan blanke kolonisatie in Nieuw- Guir.ea alleen succes hebben in een gebied waar de gelegenheid daarvoor aanwezig is. Uit hoofde daarvan is aansluiting of samenwerking met de Indische kolonisatie- vereenigingen onmogelijk. Bovendien kan men den Hollandschen kolonist niet meer planten te midden van een groep Indo- kolonisten, wier levensniveau en levens wijze heet anders is. De N. N. G. V. wil op de koele hoog vlakte ten non :den van het Sneeuwge bergte een nieuw blank stamland stichten, waar ook van hoog tot laag alle arbeid uitsluitend door blanken moet worden verricht. Het opbouwen van een dergelijke maat schappij kan alleen geschieden met een uittocht van l(;0.090-en menschen. Dat kost eerst miiiioenen en in de toekomst milli- arden en daarom kan en mag het alleen worden uitgevoerd op kosten en op ver antwoording van den Staat. Spr. waarschuwde dan ook met den meesten nadruk tegen kolonisatie op eigen risico door Nederlandsche werkloo ze onderdanen. Zij za' leiden tot de groot ste ellende, die gelijk staat met zelfmoord. Er moet een ko'onisatieraad komen, die onder verantwoording van de regeering net groote kolonisatie-vraagstuk aanvat er. grondig onderzoekt en waarbij alleen door een kolonisatie-bril de zaak mag worden bezien, zooals thans in andere landen, o.a in België, plaats heeft. De Nationale Nieuw-Guinea-vereeniging zal zelf dus nooit en te nimmer tot daad werkelijke kolonisatie overgaan, maar zal met klem er op blijven aandringen, dat de Staat deze zaak aanvat. Aan de hand van een groote kaart zette spr. uiteen hoe zij dient te worden begon nen en welk terrein de N. N G. V. voor de kolonisatie het meesi geschikt acht. Hij maakte duidelijk, dat zekerheid moet bestaan voor het welslagen en dat men niet tevreden mag zijn met de kans od succes. Noodig is, dat de regeerinsr met be hulp van vliegtuigen het nog onbekende gebied in kaart laat brengen, waartoe, behoeve daarvan, semi-permanente baia ken kunnen worden gebouwd, welke daa na door wetenschappelijk gevorniden uJr' nen worden betrokken voor onderzoek van den bodem. Valt dit onderzoek gunstig uit waaraan spr. niet twijfelde ab moet de grond ontboscht worden, teiwj voorts de verdere voorbereidende wei zaamheden dienen te worden verricht. Pas daarna kunnen de blanke kolonisten in massa komen. De heer van Millingen vertoonde nog tal van lantaarnplaatjes, waaruit bleek welke successen nu reeds zijn behaald op terreinen, die als onvruchtbaar waren ge kenschetst. Slotwoord. De heer ten B-uggencate betuigde in zijn slotwoord de spreekster en den sprekers dank voor hun betoog en noo- digde belangstellenden uit voor een bin nenkort te houder, vergadering met als doel oprichting van een afdeeling der Nat. N.-Guirea-veree^iTing. Enkele belangstel lenden hadden daarop aangedrongen. Jaarvergadering begrafenisverecn. „De Laatste Eer". Bovengenoemde vereeniging kwam Woensdagavond bijeen in het lokaal van den heer J. de Boer. Het jaarverslag van den secretaris gaf aan, dat 13 begrafenissen zijn uitgevoerd van leden en 9 van niet-leden. 1 gewone- en 1 buitengewone ledenvergaderingen zijn ge houden, benevens 3 bestuursvergaderingen. Het ledental bedraagt 866, waarvan 61 kin deren uit huisgezinnen, die nog niet con tributie-plichtig zijn. Gewaagd werd var. de genomen ingrijpende maatregelen aan gaande verlaging vergoeding personeel, ter wijl daarna waardeerende woorden werden geuit aan wijlen den overleden voorzitter A. Kz, Jaarsma. Het financieele gedeelte gaf met het bezit een ontvangst aan van 1 3130.25. uitgaaf 1025.23, saldo op 1 Januari 1937 2035.02 De exploitatie-rekening sloot over 1936 met een nadeelig saldo van 311 08. Bij monde van den heer A. Blom Az. Sr werd medegedeeld de boeken en bescheiden in orde te hebben bevonden, weshalve werd geadviseerd tot goedkeuring. Tot kas-commissie voor 1937 werden aan gewezen de heeren K. Bak Romeijn en J. M. de Jong. De heer G. Heinis bracht verslag uit van de gehouden bondsvergadering. Tot afgevaardigde naar de bondsvergade ring werden benoemd de heeren J. Kouwer Nz. en H. Vinke. In het bestuur werden de heeren W. Slot C. Timmerman en H. Vinke herkozen. Voorstel bestuur tot afschaffing van lijk- en volgwagen. De heer C. Timmerman, penningmeester, zette uiteen, dat, wenschte men in verband met het groote tekort over het afgeloopen jaar, de vereeniging in de toekomst voor een débacle te bewaren, aanname van het voorstel gewenscht was, daar dit een be sparing zou geven van 25,50 per begrafe nis. Spr. merkte op, dat volgens het 24-jarig bestaan de vereeniging de eerste 12 jaren 5 a 6 sterfgevallen plaats vonden en de laat ste 12 jaren 8 a 9. De toename van het sterf tecijfer houdt verband met den leeftijd der leden en de weinige toename van jongere leden over de laatste jaren, terwijl de kos ten per begrafenis vanaf de oprichting zijn de 34 tot nu toe progressief zijn gestegen tot 71.50. Maar de contributie echter niet noemenswaard is verhoogd en thans niet verhoogd kan worden, is het niet doenlijk met het steeds hooger wordende sterfte cijfer, zoo door te gaan, en is dit voor stel het midden om de kas veilig te stellen, terwijl er tevens de bedoeling aan vast zit, dat, wanneer in de toekomst blijkt, dat het sterftecijfer niet hooger wordt, con tributie-verlaging wordt toegepast. Uit de nu volgende discussies bleek, dat de vergadering zich niet met het voorrtol kon vereenigen. De één was van gedachte, dat het toch dadelijk niet zoo noodig was, terwijl anderen daarentegen bepleitten be houd van de volgwagens, een derde wensch te rouw-auto en volg-auto, terwijl daarnaa-t nog werd geopperd den lijkwagen alleen te behouden. Nadat van de 2 laatste meeningen voor stellen werden gemaakt, werd eerstens tot stemming overgegaan van het bestuursvoor stel. hetwelke werd verworpen 17 tcren en 11 vóór. De beide andere voorstellen tegelijk in stemming gebracht zijnde verkregen tot uit slag dat zich er 17 uitsproken voor rouw. en voig-auto en 9 voor behouden van den lijk wagen, zoodat het eerste voorstel werd aanvaard. Betreffende een vraag of de vereeniging niet contractueel gebonden was aun Wolfs winkel, werd opgemerkt, dat dit zoo spoe- die mogelyk over den bond zal worden op deed zoodat de vereeniging na afloop van het contract vrij staat. Niets meer aan de orde zijnde, volgde sluiting. Tweede uitvoering van „Lach en Vergeet". Voor een tjokvolle zaal werd Woensdag, avond een reprise gegeven van de Heilooër revue „Lach en Vergeet". De revue moet wel buitengewoon trekken als men koude en noordooster storm trotseert en de hals- brekende toeren over de onbegaanbare wegen er voor over heeft. De revue was als de vorige week, wat voordracht en afwer- kine betreft. Het publiek was enthousiast, hetgeen o.m. bleek uit het stormachtig afRuitongewoon was de verrassing door den koorzang van Jacob Hamel <N. Akkerman). Zijn mimiek en voordracht waren een ju weeltje van cabaretkunst. Hy kreeg dan ook een applaus bij open doek en dat is een bijzonder compliment. Om er nog een te noemen, willen we nog het optreden van Fientje de la Mar (mej. Stam) vermelden. Haar optreden werd niet alleen met spon taan applaus begroet, doch men bedelde zóó lang om een toegift, dat zc terug kwam. Dat is voor Heüoo, waar men nog al koel is, een gebeurtenis. En dan de finale! De auteur en regisseur kregen een applaus, dat minuten lang aan hield ,Op voor Jaap". (Jac. v. d. Kommer Jr.) was de uitroep en de regisseur weerde het lachend af en wees naar de artisten. Maar met dit al was het voor allen, doch speciaal voor hem. een grootsch moment. Ook mej. D. Rus. onder wier leiding de dansen waren ingestudeerd en die zich onder het publiek bevond, wist men te vinden en haar werden bloemen aangeboden, een hulde die het publiek apprecieerde. Het was een geslaagde avond. Allen, zonder uit zondering. hebben daaraan meegewerkt. Een gezellig bal besloot den avond. FUmmiddig. Door het filmbureau van E. J. Groot huis te Loosduinen werd Woensdagmiddag 5 uur voor de kinderen der bijzondere scholen de huwelyksfilm vertoond. Te voren werden komische films en uit het jeugd leven van prinses Juliana vertoond. Het gewone journaal van de gebeurtenis sen uit het koninklijk huis passeerden de revue. 's Avonds werd hetzelfde program voor volwassenen afgewerkt, aangevuld met een leuke film. Een gezellig bal besloot den avond. Jaarvergadering Boerenleenbank. Woensdagavond kwamen de leden van de Coöperatieve Boerenleenbank alhier, in hun jaarvergadering bijeen, in het lokaal van den heer P. Huiberts te Groet De op komst was zeer goed, wat wel te danken was aan het feit, dat de menschen gratis vervoer hadden per autobus. Anders was het met de gladheid van de wegen, en de koude niet doenlijk geweest, om uit de verste hoeken van het dorp naar de ver gaderplaats op te komen. De voorzitter van den raad van toezicht den heer C. M. Winder, leidde de vergade ring en sprak by de opening zyn spijt uit dat de economische toestanden nog niet beter zyn geworden. De bank maakt het uitste kend, dank zy de medewerking van de leden, waarvoor bestuur en raad van toezicht zeer erkentelijk zyn. Vooral de zeer vlotte betaling van rente van voorschotten leidde er toe, dat de vergadering van dezen avond weder zoo vroeg in het jaar gehouden kon worden. De secretaris van den avond, de kassier Fl. Schermer, gaf een uitvoerig jaarverslag- Hieruit bleek, dat door het minder gunstige vreemdelingenseizoen de spaargelden iets waren terug geloopen. In totaal bleken de diverse spaargelden 302036,51 en de voor- 109. Aan deze kettingen werden de ge vangenen door hun meesters of heerschers vastgeklonken. Plotseling gebeurde er iets verschrikkelijks. Met een harde slag viel de zware ijzeren deur in het slot en er was voor Jet geen enkele mogelijkheid meer om er uit te komen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 10