Sneeuw en ijs op weg en water.
De Tweede Kamer en de Grondwets
wijziging.
PARLEMENT
De schadeloosstelling voor Kamerleden beperkt.
De afzonderlijke wetsontwerpen
in behandeling.
Binnenland
Schepen in nood; binnenscheepvaart lam gelegd;
vele wegen op het land onbegaanbaar.
Ons land gegrepen door een
felle koude.
Het IJmuider stoomtrailer-
visscherijbedrijf.
(Van onzen parlementairen medewerker.)
Spoediger dan we hadden vermoed, is de
Tweede Kamer door de algemeene beschou
wingen over de Grondwetsherziening heen-
gekomen en heeft zij een aanvang kunnen
maken met de behandeling van de afzon
derlijke wetsontwerpen. Voor een groot deel
is dit te danken aan uitstel van discussie
over details, maar ook wel aan de bondige
wijze, waarop minister de Wilde op de al
gemeene beschouwingen heeft geantwoord.
Natuurlijk kon ook hij een aantal detail
punten bewaren, maar er bleven nog ge
noeg min of meer principeele kwesties over,
waarmede hij zich had bezig te houden.
Zonder iemand te kort te doen, heeft hij de
houding der regeering te dien aanzien kort,
maar krachtig uiteengezet.
Wat de algemeene strekking van de voor
stellen betreft, ook de regeering be
schouwt deze Grondwetsherziening niet als
een wereldschokkend feit. Tal van wen-
schen der Tweede Kamer, in den loop der
laatste jaren geuit, hebben de regeering
aanleiding tot deze partieele herziening ge
geven. Het resultaat van een breeder opge
zette revisie door 'n commissie bijvoorbeeld
in 1933 reeds voorbereid zou tot weinig
omvangrijker resultaten hebben geleid. In
direct had de heer Goseling dit ook al te
kennen geeven, zoodat de minister van
binnenlandsche zaken maar zeggen wilde,
dat de tijd voor een meer fundamenteele
herziening nog niet rijp is.
Is deze werkelijk zoo noodig? De bewinds
man meende deze vraag ontkennend te
kunnen beantwoorden. Onze Grondwet,
waarin het constitutioneele parlementaire
stelsel en onze volksvrijheden verankerd lig
gen goederen, welke de overgroote meer
derheid van ons volk niet wil prijsgeven
is nog soepel genoeg om de ontwikkeling
van den tijd bij te houden; op een enkel
punt behoefde ten deze slechts een wijzi
ging te worden aangebracht, waarmede
werd gedoeld op de paragraaf betreffende
de „nieuwe organen". Het parlementaire
stelsel, gelijk wij dat kennen en dat zoo ge
heel bij ons volkskarakter past, moet den
heer Westerman ten spijt behouden blij
ven. Het moet echter niet verstarren. Wil
lem de Zwijger heeft eens gezegd: een volk
is er niet voor den vorst, maar de vorst is
er voor het volk. Hetzelfde gaat. volgens
minister de Wilde, op voor het parlement.
Dat de regeering nu de mogelijkheid wil
scheppen, om revolutionnaire volksverte
genwoordigers te weren, dient nergens an
ders voor dan ter versterking van het par
lementaire stelsel. Allemaal reactie, had de
heer de Visser gezegd. Zeker, antwoordde
de minister, maar een reactie tegen ver
schijnselen van verwording!
Zeer ernstig had de regeering ook over
wogen of art. 7 betreffende de drukpers
vrijheid wijziging behoefde. De pers-exces
sen begorfnen namelijk een systematisch
karakter te krijgen; de regeering moest
daartegen middelen beramen. Doch van de
wijziging van dat artikel heeft zij wegens
de sterke oppositie in parlement en volk af
gezien en ook om te verhoeden, dat de te
genstellingen zich zouden toespitsen.
Intusschen was het haar duidelijk gewor
den, dat art. 7 niet aan scherpere strafrech
telijke maatregelen in den weg stond. Dat
het uitvaardigen van een verschijningsver
bod, als bijkomende straf, ermede in strijd
zou zijn, ontkende Z. E. beslist. Het kan
geen censuur zijn, omdat censuur een voor
afgaande keuring is. Bovendien behoefde
de heer Albarda die tegen de opvatting
van de regeering ernstige bedenxingen had
geopperd heusch niet bevreesd ervoor to
zijn, dat in een land als het onze een der
gelijk verbod niet met voldoende waarbor
gen zou worden omgeven. Terecht had de
heer Schouten erop gewezen, dat méér nog
dan in de wet de vrijheid van drukpers in
het volksbewustzijn en in de zeden van het
volk ligt. Daarom moeten de goede zeden
ook worden bevorderd!
Een ander punt van discussie was geweest
de delegatie van bevoegdheid, waarvoor
eenige sprekers een fundament in de Grond
wet hadden gewenscht. De minister vond 't
buitengewoon moeilijk om aan te geven
binnen welke normen een dergelijke dele
gatie zich zou moeten bewegen. En toch kan
men niet buiten dikwijls groote volmachten
in abnormale omstandigheden. De oorlogs-
en crisistijd hebben dit geleerd; hoe vaak
moeten niet op zeer korten termijn beslis
singen worden genomen i Al hebben we ook
in onze sociale wetgeving vrij véél te
maken met deleagtie van wetgevende be
voegdheid, in het algemeen behoort deze
thuis in abnormale omstandigheden. Overi
gens heeft de regeering bij machtigingen
altijd de Staten-Generaal noodig. Dit moest
de Kamer ook niet vergeten!
Voor een verandering in de werkwijze
van de Kamers, in die van de Eerste Kamer
in het bijzonder, achtte de minister het nu
niet de tijd. Evenmin voor een andere wijze
van benoeming van den voorzitter van den
Senaat.
Tenslotte had de heer de Wilde nog eeni
ge woorden toe te voegen aan den heer
Lingbeek, die een aantal wenschen gefor
muleerd had, teneinde de Hervormde be
ginselen in de Grondwet tot uiting te
brengen en aan de Hervormde Kerk een
voorrang te geven. Practisch zouden dio
wenschen nooit te verwezenlijken zijn, zoo
lang er nog geen meerderheid in de Kamer
voor gevonden is. Maar verder zou alleen
de Staatsmacht ze kunnen doorzetten, dat
wil zeggen; de tyrannie. En daarvoor was
de heer Lingbeek bij deze regeering niet
aan het goede adres; zij zou zich daartegen
met alle kracht verzetten.
Inkomen der Kroon. Schade
loosstelling Tweede Kamerleden.
Aangezien er niet gerepliceerd werd, kon
dadelijk met de afzonderlijke wetsontwer
pen worden begonnen, waarover eveneens
algemeene beschouwingen konden worden
gevoerd, indien noodig over twee of meer
ontwerpen tegelijk. Zoo gebeurde het met
de ontwerpen betreffende het inkomen van
de Kroon, dat van 1.200.000 op f 1.000.000
wordt gebracht en de verlaging van de
schadeloosstelling der Tweede Kamerleden
van 5000 tot 4000.
In de voorstellen betreffende het inkomen
der Kroon is eveneens begrepen een, om
aan den gemaal van de Kroonprinses (ook
aan den gemaal van de regeerende Konin
gin) een inkomen uit 's Rijks kas te ver
schaffen van 200.000, hetgeen tot nu toe
ontbrak.
De eenige die over het inkomen der
Kroon in bijzonderheden sprak, was de com
munist de Visser. Deze deed het echter za
kelijk, de personen der Koninklijke Familie
er geheel buiten latend, en vooral princi
pieel, zoodat we niet hebben kunnen be
speuren dat iemand er aanstoot aan heeft
kunnen nemen.
Maar het viel toch op, hoe veel gematig
der het standpunt der communisten is ge
worden! Wederom herhaalde de heer de
Visser dat de kwestie: republiek of consli-
tutioneele monarchie niet actueel is. Hij
constateerde verder slechts, dat er wel iets
van het inkomen van de Kroon afging,
maar dat dit nog niet voldoende was; als er
érgens op bezuinigd kon worden, zonder dat
vitale belangen werd geschaad, dan was
het hier, naar zijn idee!
Voorstellen zullen voortaan niet meer de
ingewikkelde procedure van een Grondwet-
herziening behoeven te volgen, doch kun
nen door den gewonen wetgever worden
tot stand gebracht, met een gequalificeerde
meerderheid echter (van tweederden van 't
aantal leden).
Deze bepaling was den heer Donker (sd.)
nog niet safe genoeg; hij wilde deze gequa
lificeerde meerderheid ook voor een wyzi-
gingsontwerp of een ontwerp tot intrekking
van zoodanige wet. zelfs voor een amende
ment, zoowel wat het inkomen der Kro m
als de schadeloosstelling der Tweede Ka
merleden betreft. Hij had amendementen
in dien geest ingediend; die betreffende een
gequalificeerde meerderheid voor een amen
dement hadden geen succes, de andere zag
hij aangenomen, zelfs overgenomen door
den minister, nadat de Kamer het prototype
met 44 tegen 27 stemmen had aanvaard, in
een tamelijk gemengde stemming.
Schadeloosstelling.
Deze wijziging was echter de belangrijk
ste niet; doordat ze met het eerstgenoem
de punt samenhing, hebben we haar tegelijk
vermeld.
Voor de Kamer was van meer beteeken s
dat de minister de verlaging van de schade
loosstelling van 5000 op 4000 tot 4500
beperkte.
De tweede grootste groepen uit de Kamer
kwamen daartegen in verzet bü monde van
de heeren Goseling (r.k.) en Vliegen (s. d.
a. p.)
Eerstgenoemde sprak er eerst in alge-
meenen zin over in verband met de verla
ging van de inkomsten van de Kroon. Beide
verlagingen leden aan het euvel, dat er geen
uniforme berekeningen aan ten grondslag
liggen. De stijging van de koopkracht van 't
geld is het motief der regeering geweest,
doch de percentages van de verlagingen
loopen zeer uiteen. Voor de Kamerleden
gaat er zeker een 1000 aan onkosten per
jaar af. Hun werkelijke inkomsten zijn du3
niet 5000, maar 4000, welk bedrag dus
nu eigenlijk tot 3000 wordt verlaagd.
De heer Goseling wees erop, dat er heel
wat demagogie met de schadeloosstelling der
Tweede-Kamerleden wordt bedreven. Zoo
had het medelid Vervoorn een amendement
ingediend om een bedrag van 2000 toe te
kennen, doch dit den volgenden dag reels
gebracht op 3000; denzelfden middag nog
was, heet van de naald, een amendement
des heeren Kersten verschenen om er 2500
van te maken. Nog afgezien van wat er,
buiten de Kamer, in zekere kringen over de
Kamerleder wordt beweerd. Met het oog
daarop zou hij 't eigenlijk beter hebben ge
vonden die demagogie rustigweg te trotsee-
ren en alles bij het oude laten.
Dit was, al zei hii het ook in wat andere
woorden, ook het oordeel van den heer de
Visser. Het heet zeide hij dat deze
verlaging democratisch is, doch eigenlijk
keert men terug tot de periode, dat alleen
de welgestelden deel van het parlement
konden uitmaken. Verlaagt men dg schade
loosstelling dan werkt men weer de cumu
latie in de hand; overigens is een bedrag
van 5000 voor Kamerleden, die hun taak
goed opvatten, niet te hoog Je achten.
De heer Vliegen hield een betoog, dat in
vele opzichten met dat van den heer Go-
ling overeenstemde; hij herinnerde er nog
aan, dat hij ais Kamerlid ook den tijd van
de schadeloosstelling van 2000 had me
degemaakt.
Voor iemand, die geen verder inkomen
had, was dit toch maar een armoedig be-
staantje geweest, want men verwacht van
een Kamerlid nu eenmaal ook, dat hij een
zekeren stand ophoudt!
De heer Goseling zeide nog zeer groote
bezwaren tegen de verlaging van het in
komen der Kroon te hebben.
De heer Van den Heuvel (a.r.) zeide, dat
de overgroote meerderheid van zijn fractie
voor het voorstel van de regeering was; hij
achtte het ongewenscht,"als de volksver
tegenwoordiging uit beroepspolitici zou wor
den samengesteld.
Aangezien de r.k. en Sociaal-democraten
den doorslag gaven en dezén te kennen had
den gegeven, dat zij konden toestemmen in
een verlaging tot 4500, overeenkomstig het
voorstel van de minderheid der Staatscom
missie, koos de minister den wijsten weg en
wijzigde hij het regeeringsvoorstel in dien
geest
Een amendement van de groep-Kersten
(s.g.j, boven reeds aangehaald, dat verder
ook nog een uitgesteld pensioen inhield,
bracht het niet tot een discussie, omdat het
niet voldoende ondersteund werd; een
amendement-Vervoorn trof hetzelfde lot,
bovendien was de voorsteller van deze één-
mansfractie er niet
Overgenomen werd, na eenige redactie
wijziging en gesub-amendeerd door den
heer Suring (r.k.) die ook al weer een
door jhr. de Geer aanbevolen verbetering
had aangebracht een amendement van
den heer van den Heuvel (a.r.) Volgens dit
amendement nu zal een minister, die oud-
Kamerlid is, geen pensioen wegens zijn
vroegere Kamerlidmaatschap tijdens zijn
ambtsperiode mogen toucheeren, verder
sluit het (door de aanvulling Suring—-n
Geer) elke cumulatie van pensioen en o
salaris wegens een ambtelijke betiek "ing
voor Kamerleden uit.
Ministers zonder portefeuille.
De paragrafen van beide ontwerpen wer
den goedgekeurd, evenals die betreffen e
het ontwerp inzake de mogelijkheid van e
benoeming van ministers zonder porte
feuille. De eindstemming wordt op een nader
te bepalen dag gehouden; trouwens over
alle ontwerpen.
De heeren van Dijk (a.r.) en de Visser
brachten bezwaren in tegen de benoeming
van ministers zonder portefeuille, laatst
genoemde, omdat hij verzwakking van den
parlementairen invloed daarvan duchtte.
De heer Van Dijk zou die mogelijkheid
willen beperken tot den minister-president;
door andere ministers geen portefeuille te
geven, kan de politieke kracht van een ka
binet op bepaalde wijze worden versterkt,
hetgeen ongewenscht zou kunnen zijn.
De heer Vliegen vertrouwde dat de regee
ring van dit instituut een spaarzaam ge
bruik zou maken, hetgeen volgens mede-
deeling van den minister inderdaad de be
doeling is.
Vandaag de discussie over de ont
werpen vervolgd.
De felle koude hield gisteravond en van
nacht nog aan, fel snerpte de wind en
overal in ons land heerschte winter.
Het IJ biedt een winterschen aanblik.
Sleepbooten, die kennelijk pas van buiten
komen, zijn met ijspegels behangen. De
booten van de IJ se lm eerdiensten, die gis
ternacht hun overtocht hebben gemaakt,
dragen sporen van ijs en ijzel. De kaden en
steigers, de manden en pakken onder de
dekzeilen, zien wit van sneeuw en ijs. On
stuimig ir het grauw-groene water, dat
hoog opspat als de schepen, veren, zolder
schuiten en andere vaartuigen, het met
den scherpen boet doorsnijden. Dansend
op de golven gaan de watertaxi's voorbij.
De wind blaast fel over net IJ, zoodat de
varenslieden hun berenmutsen of hun oor
kleppen hebben opgezet. Zelfs deze mer-
schen, die meer kou gewend zijn dan de
overige stedelingen, die tusschen de hooge
gebouwen altijd nog een goede beschutting
vinden tegen den wind, rhebben het koud.
IJzig koud en scherp snijdt de noord
oostenwind over het vlakke land buiten
Schellingwoude. Verlaten ligt Waterland,
bedekt or.der sneeuw Op de kruinen der
dijken is het grimmig koud. De bewoners
hebben zich dik ingepakt als zij naar bui
ten gaan, maar liever blijven ze binnen.
Ook daar bemerken zij hoe koud het is. De
wind dringt door alle kieren heen naar
binnen en rammelt aan de ramen.
Tusschen den Schellingwouderdijk en
den strekdam, die de Noordelijke afdam
ming van de vaargeud naar de Oranje-
slizen vormt, is het water toegevroren.
Visschersvaartuigen liggen vast in het ijs,
en zoo ver het oog reikt strekt het grondijs
zich uit. Merkwaardige aanblik van den
rijdijk af: ten oosten een onafzienbare ijs
vlakte. ten westen open water!
De sluiswachter heeft weinig te doen.
Er is gisternacht geen schip uitgevaren,
alleen komen er enkelen binnen. Als het
zoo doorgaat, zal de scheepvaart hier wel
dra stilgelegd zijn. De winter is hier nu pas
recht aangebroken. Feller dan wij het in
de stad zouden hebben vermoed
Marken geïsoleerd.
Het Buiten-IJ is thar.s geheel bedekt
met een dikke ijslaag, waardoor het
scheepvaartverkeer door de Oranjesluizen
vrijwel stilgelegd is. Er komt geen schip
meer binnen. Alleen voor stoomschepen
met zeer krachtige machines is de vaart
nog mogelijk. Voor zeil- en motorvaartui
gen is dit echter uitgesloten.
Tengevolge van den zwaren ijsgang is
het niet meer mogelijk het eiland Marken
per vaartuig te bereiken. De N. Z. H. T. M.
heeft haar bootdienst naar het eiland van
morgen gestaakt, waardoor het geheel ge-
isoleerd is. Het is nog niet mogelijk het
vasteland van het eiland af loopende over
het ijs te bereiken.
Urker boot loopt vast.
De Urker postboot „Jhr. van Geusau',
die gisterochtend komende van Urk met
tien passagiers en een lading hooi en pa
pier bij Enkhuizen in het ijs was vastge
raakt,e is gistermiddag met assistentie van
de sleepboot „Tini" van Delfzijl losge
komen en heeft Enkhuizen bereikt. De
andere Urkerboot, de „Sitene" ligt nog .n
het ijs en zou trachten naar Urk terug te
keeren. De kapitein van de „Jhr. van
Geusau" deelde mee, dat zijn boot gister
avond zoi trachten Urk weer te bereiken,
wat te Enkhuizen vrijwel onmogelijk werd
geacht. De beurtdienst AmsterdamEnk
huizen is gisteren wegens ijsgang gestaakt.
Twente's wegen.
De straffe Oostenwind, welke de in Ij
laatste dagen gevallen sneeuw opzweept,
heeft verscheidene wegen in Noord-Oost-
Twente geheel onbegaanbaar en onbereik
baar gemaakt.
De verbinding tusschen Oldenzaal en
Oostmarsum, Weerselo en Tubbergen is
geheel verbroken. Het autoverkeer is hier
onmogelijk. Tienta'len auto's en tractors
zijn in de sneeuw, welke op sommige we
gen over groote afstanden, meer dan een
meter hoog ligt, vastgeraakt. De autobus
dienst OotmarsumTubbergenAlmelo
OldenzaalWeerselo is gisteravond stop
gezet.
De weg OotmarsumDenekamp is nog
tamelijk goed berijdbaar, hoewel daar
gistermiddag vijf auto's vastzaten. De
meeste belemmering ondervindt men in
de Hooge Eschgronden, vanwaar de sneeuw
in de lager gelegen straatwegen vast-
waait. Groote groepen werkloozen zijn
bezig de verbinding zoo spoedig mogelijk
te herstellen.
Treilers te IJmuiden.
Tengevolge van den hevigen Oosterstorm
i; het met hout en graan van Dantzig naar
Huil bestemde Duitsche stoomschip „Truue
Schunemann" de haven van IJmuiden
binnengeloopen on. beschutting te zoeken.
Voorgaats van deze haven lag gisteren
nog een stoomschip geankerd, waarvan de
kapitein het mï?r wenschelijk achtte
dicht onder de kust te blijven, dan bij zuik
stormweer het ruime sop te kiezen. De
sleepboot Heetor was gisteren van IJmui
den uitgevaren op het bericht, dat een
treiler in gevaar verkeerde. Ter plaatse
aangekomen bleek het schip zichzelf te
hebben geklaard, zoodat in dit geval geen
hulp meer noodig was. De stoomtreilers
IJM 38 (Gerberdina Johanna) en IJM. „4
(Limburgia) welke van de visscherij in de
thuishaven terugkeerden hebben op de
Noordzee zeer zwaar stormweer door
staan, waarbij de schepen de s'oepen ver
loren, terwijl nog verdere schade aan dek
werd geleden. De tot vertrek gereed lig
gende stoomtreilers konden gisteren in
verband met den storm de haven van
IJmuiden niet verlaten.
Treilers niet kunnen visschen.
Volgens radiografische berichten van
verschillende treilers op de Noordzee is
het hevig stormweer. Vooral gisterochtend
hadden de schepen het zwa?r te verant
woorden.
Gistermiddag was de zee iets kalmer,
maar toch nog te stormachtig om te vis
schen. De schepen hebben dan ook de
netten aan boord gehouden en wachten cp
beter weer.
Vast in het ijs.
De schcepboot „Tini" van Delfzijl is van
Er.ikhuizen uitgevaien om de veerbooten
„Bosman" en „V:n Hasselt" assistentie te
verleenen. Het ijsveld voor de „Van Has
selt" werd los en stuk geslagen en na
verloop van een half uur richtte laatstge
noemde veerboot den steven naar Enkhui
zen, direct gevolgd door de „Bosman".
Spoedig bereikten zij een ijsvrij gedeelte
in Krabbersgat en dc „Van Hasselt" liet
luid zijn bootsfluit klinken, zooals gewoon
lijk, wanneer veerbooten de Rijkshaven
naderen. Honderden toeschouwers waren
van den wal af getuige geweest van de
worsteling in het ijs, die van gistermorgen
9 uur tot 's namiddags ruim twee uur had
geduurd. Aan boord van de „Van Hasselt"
waren 80 passagiers, die hun doel van de
reis Stavoren, riet hadden kunnen berei
ken en van de Spoorwegmaatschappij een
gratis retourkaartje ontvingen. De stem
ming onder de passagiers had al dien tijd
niets te wenschen gelaten. Volgens mede-
deeling van verschillende personen had
men zich niet het minst over den toestand
ongerust gemaakt. Men had den tijd rustig
doorgebracht met praten en met lezen,
terwijl, velen ook zich het middagmaal op
de boot uitstekend lieten smaken. Voor een
werkloozen Hagenaar, die met twee kinde
ren aan boord was, op weg naar Sneek,
waar hij werk zou kunnen vinden, werd
gecollecteerd. Bovendien ontving 't drietal
gratis een maaltijd van den kok Bij aan
komst te Enkhuizen stond een goed ver
warmde trein gereed,, zoodat de passagiers
zoo spoedig mogelijk hun woonDlaatsen
weer konden bere'ken. De veerdienst is
nu, zooals bekend, door de directie geheel
gestaakt.
Grieksch schip in nood.
Het Grieksche stoomschip „Phaeton",
gebouwd i nl913, groot bruto 4188 en net'o
2570 registerton, toebehoorende aan de
reederij N. G. Livanos te Piiaeus, varende
met bestemming van Necochea naar Ant
werpen, verkeerde gisteravond in nood en
vroeg dringend sleepbootassistentie. De
positie van het schip was 51 graden 32
minuten Noorderbreedte en 2 gr. 27 minu
ten Oosterlengte, d. i. ongeveer nabij het
lichtschip Noord-hinder.
De sleepbooten „Noordzee" en „Goliath"
uit Vlissingen zijn naar het schip vertrok
ken De zee was zeer ontstuiming en er
stond een zeer krachtige Oostenwind.
Motorschoener op strand.
Volgens te Oostmahorn ontvangen tele
fonisch bericht is de Duitsche motorschoe
ner Adler" op het eiland Rottummeroog
gestrand. Het schip bevindt zich op rsis
van Rotterdam naar Emden en is geladen
met steen. Tengevolge van den zwaren
Oosterstorm is een der luiken ingeslagen
en bevindt er zich veel water in het ruim.
Tijdens laag water zit het schip geheel
droog Een sleepboot, welke zal trachten
het schip tijdens hoog water vlot te alee-
pen bevindt zich in de nabijheid. Ook de
Duitsche reddingboot is uit de haven van
Borkum ter assistentie uitgevaren.
Het schip behoort thuis te Haren aan de
Eems en is bemand met vier personen.
Twee schepen op het IJselmeer
vastgeraakt?
Gisteravond omstreeks tien uur zijn de
Zwolsche boot „Zuiderzee" en de Lemmer
boot „Friesland" van Amsterdam ver
trokken voor Zwolle en Lemmer.
Den geheelen nacht hebben zij tegen
het ijs geworsteld en zijn niet verder kun
nen komen dan even buiten Durgerdam.
De vrachtboot „Koophandel", bestemd
voor Kampen, is onderweg in het ijs vast
blijven zitten. De drie genoemde booten
zijn heden in de Oranjesluizen terugge-
koerd.
De stoombooten „IJsel" en „Holland" zijn
gisteravond van Zwolle en Lemmer ver
trokken. Men heeft niets meer van deze
booten vernomen, zoodat zij vermoedelijk
in het ijs bekneld zitten.
DE .JONGE JACOBUS" GEZONKEN.
Eén der redders verdronken.
De .Jonge Jacobus", het Nederland-
sche stoomschip, dat voor de Portugee-
sche kost in nood verkeerde, is geson-
ken. De bemanning is gered door het
Nederlandscbe stoomschip „Aehüles"
van de Kon. Ned Stoomb. Mij. Bij de
redding sloeg een lid der bemanning van
de „Aehüles" door een overkomende see
overboord. De man kon niet worden
gered en b verdronken.
DE POSTAUTO-DIEFSTAL TE
EINDHOVEN.
De verdachten op vrije voeten
gesteld.
De Eindhovensche politie heeft de
twee mannen, die gearresteerd waren,
in verband met den Maandagavond ge-
pleegden postauto-diefstal, zijn gister
avond op vrije voeten gesteld. De poli
tie vond geen termen aanwezig, om
hen nog langer in arrest te houden.
Toekomst nog onzeker. Kleine
verbetering der besommingen.
Invloed der depreciatie van den
gulden. Prijsstijging van mate
rialen. Verhooging der kolen-
prijzen. Enkele lichtpunten.
Regeeringssteun met terugwerkende
kracht
Ofschoon de bedrijfsresultaten der laatste
maanden van 1936 een verbetering te zien
hebben gegeven in vergelijking met die van
1935 over dezelfde periode en er in verband
met de depreciatie van den gulden enkele
lichtpunten door de duisternis schijnen heen
te breken, is er naar men in reeders-
kringen te IJmuiden tegenover een verslag
gever van het A. N. P. op vragen zijnerzijds
deed uitkomen met betrekking tot de po
sitie, waarin het stoomtreilervisscherij be
drijf verkeert allerminst reden om ten
aanzien van de toekomst reeds optimistische
klanken te doen hooren.
Voor een overzicht van den toestand is
het zoo zeide men noodig terug te
gaan tot het tijdstip van het inzetten der
economische crisis af, en dan kan al dale-
Üik gezegd worden, dat het bedrijf het in de
crisisjaren zeer zwaar te verantwoorden
heeft gehad.
Een groot aantal reederijen moest den
strijd om het bestaan opgeven, mede met
alle noodlottige gevolgen daarvan voor de
nevenbedrijven.
Andere konden zich slechts met moeite
staande houden, hetgeen onder meer ten
koste is gegaan van de reserves, terwijl
bovendien de schuldenlast van sommige
bedrijven dermate toenam dat de exploi
tatie slechts bij gratie van de crediteuren
kon worden voortgezet. Het feit, dat van 't
oorspronkelijk aantal van bijna twee hon
derd stoomschepen er nog een tachtigtal
en zulks ten koste van nieuwe offers in
de vaart kon worden gehouden, zegt in dit
verband genoeg.
W ut nu de besommingen over het vierde
kwartaal van 1936 betreft, geeft inderdaad
een vergelijking met die over dezelfde pe
riode van 1935 een eenigszins gunstiger
beeld te zien.
De gemiddelde besommingen over de
eerste drie kwartalen kwamen ongeveer
overeen met die van de eerste drie kwar
talen van 1935 en wanneer de jaar resul
taten thans worden bezien, blijkt daaruit,
dat er inderdaad over het jaar genomen 'n
kleine verbetering der besommingen valt te
constateeren, die zich evenwel tot slechts
enkele procenten beperkt vergeleken met
1935. Daarnaast moet evenwel worden op
gemerkt, dat over het algemeen de gemid
delde besommingen van de verschillende
typen van schepen gedurende 1936 liggen