TOPiJ De sterrit naar Monte Carlo. Jiidsdiciftm Volkenbond en vrede. ft Branden. SPORT Oosten uitgevallen. Alle deelnemers uit Amsterdam vertrokken. Bij de controle te Venlo. tusschen de gemiddelden der beide rrisi* jaren 1934 en 1935. crisis- Schommelingen in de besommingen kwa men m dit bedrijf in den loop dfr Sn steeds voor en zoo is het ook in de crisis jaren gegaan. cnsis In hoeverre derhalve deze verbetering gedurende laatste maanden van 1930 moet worden aangemerkt als een dier pe- nodieke schommelingen dan wel beschouwd f een inzet van betere tijden, zal de toekomst nog moeten leeren. wnrHoWaal"l^i i^8n ree^s nu de conclusie en getrokken dat het bedrijf thans over het dieptepunt heen is. an evenwicht tusschen inkomsten en exploitatiekosten mag dan ook nog niet worden gesproken. Hierbij komt nog, dat reeds voor de de preciatie van den gulden, en ten gevolge dier depreciatie in nog meerdere mate, een PHjsstijging van de materialen is opgetre-* den, welke in de duizenden loopt en zwaar op het bedrijf drukt, terwijl ook de verhoo ging van de kolenprijzen (voorloopig 0.50 per ton, maar vermoedelijk binnen afzien- baren tijd 1 per ton) zich als een ongun- stigen factor gelden doet. Zoo lang derhalve de verliezen niet in be langrijke mate verminderen, de afschrij ving op schepen en bezittingen niet op nor male wijze geschieden kan en voor het ge- investeerde kapitaal geen redelijke rente kan worden uitgekeerd een factor, welke het toevloeien van nieuw kapitaal, noodig o.m. voor vernieuwing der vloot, in den weg staat is er zeker geen reden tot juichen. Wel zijn er zooals in den aanvang reeds gezegd enkele lichtpunten. Men ver wacht n.1., dat als gevolg van de depreciatie het bedrijf in een ietwat gunstiger positie komt te staan wat betreft de concurrentie met de Scandinavische landen, welker va luta op en neer gaat met het Engelsche pond. Ook ten aanzien van Engeland zelf is, nu de verhouding tusschen pond en gul den eenigszins is overbrugd, de positie gun stiger geworden. Tegenover Frankrijk, dat voor ons gede valueerd heeft, is de situatie zoo dat een deel van de schade, welke zich anders in sterkere mate zou hebben doen gevoelen dan thans het geval is, wordt opgevangen Ten aanzien van Duitschland valt minder verbetering te verwachten, omdat men te dezen opzichte vastzit aan het waarde- contingent, terwijl in België de beperkende maatregelen van dien aard zijn, dat ook het prijsgeven van den gouden standaard ten onzent weinig voordeelen te verwach ten zijn Van beteekenis voor het stoomtreilervis- scherijbedrijf zijn mede de door onze regee ring beperkende maatregelen, welke voor komen dat Jan en alleman zich bij een kleine opleving op het bedrijf kan werpen, waardoor de markt reeds spoedig weer overvoerd zou worden. Daarnevens is thans de maatregel van den rijkssteun gekomen, welke met het oog op den algemeenen be- drijfstoestand en de stijging der prijzen van verschillende visscherybenoodigdheden hard noodig is, te meer ook omdat de regeerings- steun aan het reedersbedryf te IJmuiden eerst begonnen is, toen reeds aan andere bedrijven sinds jaren steun werd toege kend. Met terugwerkende kracht van 1 Juli 1936 af zal deze regeeringssteun voor het geheele stoomtrailervisscherijbedr. te IJmui den ongeveer zeventig duizend gulden per jaar bedragen, hetgeen dan gemiddeld iets minder zal zijn dan 1.000 per varend schip per jaar, en slechts een tegemoetkoming beteekent in de verhoogde bedrijfskosten. DE BOL EN HET SCHAR OP TEXEL. Zooals bekend is, tracht de Vereeniging tot behoud van Natuurmonumenten in Ne derland haar bezitting op Texel uit te brei den door aankoop van een tweetal belang rijke broedplaatsen, De Bol en Het Schar. Van vele zyden mocht de vereeniging reeds blijken van instemming ontvangen, maar desondanks kwam de koopsom nog niet ge heel bijeen. Het bestuur der vereeniging hoopt, dat velen alsnog bereid zullen worden gevonden de bedoelde plannen te steunen en ziet gif ten gaarne tegemoet op de postrekening der vereeniging te Amsterdam nr. 32391. SCHEEPSBOTSING OP DE THEEMS. Nederlandsch schip aan den grond gezet. Op de Engelsche Theems is het N e- derlandsch schip „Wilja" in bot sing gekomen met de veerboot „Edith" van den dienst GravesendTilbury. Het Nederlandsche schip liep zulk een scha de op, dat het aan den Gravesendschen wal aan den grond is gezet en de be manning aan land is gegaan. De „Edith" is naar Gravesend doorgevaren. De „Wilja" stootte op de ankerketting van het Duitsche stoomschip „Consul Cords" en liep toen op den wal, waar het schip lek raakte. De kapitein is toen met vrouw en kind en de uit vier koppen bestaande be manning bij Dinghy aan land gegaan. Daarna is de „Wilja" met de veerboot „Edith" in hotsing gekomen en tenslotte liep het schip op een modderbank vast. ....zouden wij den automobilist wal willen toeschreeuwen, die 'n auto gaat voorbijrijden, welke op zijn beurt al bezig is een voorrijder In te halen, 't Nieuwe voorschrift zegt immers: (NEfwl GEEN DRIE WAGENS NAAST ELKAAR In een openbare vergadering van de Haagsche afdeeling van de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede, spraken gis teravond mr. R. Regout, S.J., leeraar aan het Canisius-college te Nijmegen, prof. mr. V. H. Rutgers, hoogleeraar aan de Vrye Universiteit te Amsterdam, W. H. Vliegen, lid van de Tweede Kamer en prof. mr. C. W. de Vries, hoogleeraar aan de Handelshoogeschool te Rotter dam. De eerste spreker, pater mr. R. Regout, had tot onderwerp gekozen „Ideaal en wer kelijkheid". Spr. moest toegeven, dat de Volkenbond tot nog toe faalde, juist op de groote punten waar voor hy in het leven werd geroepen, o.a. het verzekeren van den vrede. Reeds in den aanvang was de afwe zigheid van de Ver. Staten een teleurstel ling. Het uittreden van Japan en Duitsch land beteekende een verzwakking. Ook bij zyn optreden by groote conflicten, faalde de bond, zooals in de kwesties JapanChina en ItaliëAbessinië. Maar de aandacht mag daarom niet van de hoofdgedachte, die een weldaad is voor de volken, worden afgeleid. Deugt dus de practyk niet, dan moet men deze verande ren zonder het beginsel prijs te geven. Men zy daarbij niet ongeduldig. Het komend ge slacht zal de vruchten zien van den boom waarvan thans de wortels nog moeten groeien. Met gefundeerd optimisme moet ieder meebouwen aan het gebouw van ge rechtigdheid. Prof. mr. Rutgers sprak over: „De univer saliteit van den Volkenbond". De Volken bond is op het oogenblik door gevaren omge ven, welke niet altyd even gemakkelijk te onderkennen zijn. Spr. gaf een overzicht van de bezwaren van verschillende zijden geuit by de samen stelling van den bond. De universaliteit heeft van het begin af ontbroken en in de zen toestand kan niet blijvend worden be rust. Men kan ook de vraag stellen of agres sief nationalisme of agressief internationa lisme, door sommige staten voorgestaan, in den Volkenbond kunnen worden geduld. De sancties eischen nu eenmaal universa liteit en hierin zit nu de groote moeilijkheid, omdat niet alle staten aan het toepassen van sancties willen medewerken. Spr. besprak nog het garantie-systeem van den Volkenbond, dat geenszins doeltref fend is gebleken bij de oplossing van het Italiaansch-Abessinisch conflict, waar onwil bleek om de voorschriften toe te passen. Het is volgens spr. beter de bestaande ver plichtingen te beperken, dan ze te handha ven en toch niet na te leven. De Volken bond is meer dan een juridische organisa tie, hij is by uitstek een instituut van poli tiek overleg omdat er geregeld verkeer is tusschen de staatslieden van Europa. De Vol kenbond is slechts wat de leden van hem maken, op zich zelf is hij machteloos. Het is een centrum waar de krachten kun nen samenkomen, die vrede en recht willen doen zegevieren en daarom verdient hij steun. Wat moet de Volkenbond worden? De heer W. H. Vliegen constateerde, dat de Volkenbond in 1936 een slechte beurt heeft gemaakt. Hij heeft meer willen doen dan waartoe hij in staat was, maar men meende ook dat in de kwestie ItaliëAbes sinië meer gedaan had kunnen worden zoo als b.v. de afsluiting van het Suez-kanaal. De kwestie van hervorming is thans aan de orde. Wat moet er veranderd worden? Drie van de grootste mogendheden: de Ver. Staten, Japan en Duitschland staan er bui ten. Men wil het van machtsinstituut tot een consultatief lichaam maken. Spr. is daar te gen, omdat, wanneer er van recht sprake is, er ook van macht sprake moet zyn. De Volkenbond is een internationale noodzakelijkheid welks verdrijving noodlot tig zou worden, vooral nu er staten zijn, die de dictatuur voorstaan en welker rechtsbe wustzijn zoo uiteenloopend met die van de democratische staten zijn dat samenwerking niet denkbaar is. Spr. staat sceptisch tegenover een hervor ming van den bond, omdat eerst de huidige toestand zich zal moeten wijzigen. Het is een Volken- en geen Statenbond en het zal moe ten worden een onderling verzekeringsinsti tuut, dat de internationale veiligheid kan waarborgen. Incongruentie tusschen doel en middel. Prof. mr. C. W. de Vries zeide, dat het idealisme van het heden de practyk moet zijn van morgen. Spr. meende, dat het idea lisme van 1920 aan dezen eisch niet heeft kunnen voldoen. Aan het idealisme heett stelig iets ontbroken, hetgeen o.a. blijkt uit het opnemen van het Volkenbondspact in het Verdrag van Versailles. Men bedenke, dat het bereiken van een doel afhankelijk is van de middelen. Het dikwijls verkeerd geïnterpreteerd „het doel heiligt de middelen", wil zeggen, dat elk doel in zyn verwezenlijking afhankelijk is van de middelen waarmede dit doel dikwijls niet te bereiken is. Overtuiging en suggestie uitgaande van Geneve waren dikwijls on voldoende om het wereldvertrouwen ie vestigen. Niet alle volken voelden uatgene wat van Geneve uitging als wereldrecht. Zijn de middelen onvoldoende, dan faalt net doel. De Volkenbond is niet een instituut uit massa-overtuiging geboren en dus afhan kelijk van den dag. Het was het internatio nale geestelijk leven, dat naar verwezenlij king streefde. De Volkenbond was een concretiseering van hetgeen als internationale gedachte reeds bestond. De massa's vertrouwden erop, Niet het doel heeft gefaald, maar de mid delen bleken onvoldoende omdat deze door partijdige regeeringen werden gehanteerd. De liberalen weten dat de Volkenbond pas invloed zal hebben wanneer de men- schen persoonlijk de overtuiging hebben van zyn noodzakelijkheid. MIJNWERKER TE HEERLEN GEDOOD. Gistermiddag is op de 318-meter verdie ping van de Oranje Nassau mijn 3 te Heer len de 41-jarige ondergrondsche arbeider J. Durak, uit Hoensbroek, onder vallend ge steente geraakt en gedood. AARDIGE ATTENTIE VOOR H. M. DE KONINGIN. Nadat reeds eergisteravond ter eere van H.M. koningin Wilhelmina hoog in de ber gen ten noorden van Innsbrück zich een vlammende „W" in het nachtelijk duister had afgeteekend, heeft gisteren opnieuw de bevolking aan H.M. het doen oplaaien in de vallende avondschemering van een drie kleurig vlammentint in rood, wit en blauw, in de nabijheid van het op een hoogte van 2.250 meter gelegen topstation van den noordelijken kabelspoorweg aan de Hafele- kar. DOOR DEN TREIN GEGREPEN EN GEDOOD. Op het stations-emplacement te Gouda is vanmorgen halfnegen de 51-jarlge bank werker bij de seinwezen der Nederlandsche spoorwegen, de heer J. Rottier, wonende te Den Haag, door trein 607, komende uit Den Haag, gegrepen en op slag gedood. Het slachtoffer was bezig met het leggen van wisselklemmen in verband met blok- revisie. Hij heeft blijkbaar den naderenden trein niet gehoord. Het ernstig verminkte lijk is naar het ziekenhuis te Gouda ver voerd. R. laat een vrouw en zes kinderen achter. WET OP AFBETALINGSBEDRIJF. Gelijk bekend is onlangs in werking ge treden de wet op het afbetalingsbedrijf van 23 April 1936 (S. 605), krachtens welke een vergunning noodig is voor het colporteeien met zaken op afbetaling en voor het uitoefenen van den kleinverkoop op afbttaling van zaken, waarvan de ge heele koopprijs een bedrag van 50 niet te boven gaat. Dergelijke vergunningen zullen worden afgegeven door de Kamer van Koophandel en Fabrieken van de woonplaats, c.q. plaats van vestiging, van den aanvrager. De betrokken kamer van koophandel weigert de vergunning slechts, indien op grond van de persoonlijke eigenschappen of gedragingen van den aanvrager mis bruiken ten nadeeie van de koopers zijn te vreezen. Een eenmaal verleende vergun ning kan door de kamer van koophandel worden ingetrokken, indien omstandig heden zich voordoen cf feiten bekend wor den, op grond waarvan, zoo zij zich vóór de aanvrage hadden voorgedaan of be kend waren geweest, de vergunning zou zijn geweigerd. Van de zijde der Amster- damsche Kamer van Koophandel wordt er op gewezen, dat derhalve uit het bezit van een vergunning als bovenbedoeld slechts blijkt, dat der kamer ten tijde van het verleenen van de vergunning geen feiten bekend waren, welke het noodzakelijk deden voorkomen de vergunning te weige ren. De kamers van koophandel zijn dan ook in geen enkel opzicht verantwoordelijk voor de daden van de afbetalingscolpor teurs of de kleinverkoopers op afbetaling, noch voor de hoedanigheid van de goede ren, met welke zij colporteeren of welke zijn verkoopen. BRAND TE WAGENINGEN. Gisteravond is, tijdens afwezigheid der bewoners brand uitgebroken in het boven huis van den meubelwinkelier J. V. aan de Hoogstraat te Wageningen. De brand liet zich aanvankelijk ernstig aanzien, doch de brandweer was het vuur spoedig meester. De voorvertrekken van het bovenhuis, welke bewoond wou en door den heer van E., brandden geheel uit Van den inboedel dezer vertrekken werd niets gered. De win kelvoorraad werd grootendeels naar buiten gebracht. Een partij meubelen op zolder is mede verbrand. De schade wordt door verzekering gedekt. De oorzaak van den brand is onbekend. BRAND TE ROTTERDAM. Vannacht omstreeks één uur is door on bekende oorzaak brand uitgebroken in een pakhuis, in gebruik bij den kippenhandelaar J. B. Koning in de Willemstraat 29b te Rotterdam. Het vuur werd ontdekt door een buur man, die verlof heeft zijn fiets in dit pakhuis te stallen. Hij zag een verschijnsel van vlammen, waarop hij direct de boven buren, de families F. Brons en Hofman waarschuwde, die zich langs de trap in veiligheid konden stellen. De dichte rookontwikkeling gaf den brand aanvankelijk een zeer ernstig aanzien. De vlammen sloegen eenigen tijd fel naar buiten, doch de brandweer, die eveneens door den buurman was gewaarschuwd, was weldra ter plaatse en tastte met vijf stralen op de waterleiding, drie aan de voorzijde en twee aan den achterkant, het vuur aan. In een klein half uur had zy den brand geheel onder den knie. Een aantal kippen kwam in de vlammen om. Van den inboedel kon nog een gedeelte gered worden. „Astra", geïll. maandschrift In het Februarinummer van „Astra" tref fen wij verschillende bekende namen aan. Wy noemen in het bizonder het vlotte, boeiende verhaal „De „voordeelen" van kam peeren", van Willy Corsari. Bas van Deilen schreef een Indisch schetsje: „Kokki's avon tuur" dat sprankelt van een fijnen humor, evenals de novelle van A. Weys: .Hij, zij en de dickey-seat". Ook is er weer een hu moristisch verhaal van „Den ouden heer Brandsma". Ernstiger van toon is de vertelling „West- Zuid-West" van J. G. Toonder. De Noor Niko Henriksen blijkt in zijn in Siberië spelend verhaal een suggestief verteller. „Station Simba" van M. A. de Jong speelt daarentegen onder de warme Afrika-zon, „Teresita" van Cornelius Conijn in Spanje, „Een cynisch jongmensch" van Homer Croy in Amerika. Tenslotte noemen wy nog „Ziex-complexen" van Greta Vollewens- Zeylemaker. waarin de oud-Indischgast ten voeten uit geteekend wordt. Automobilisme. Op een enkele uitzondering na hebben de Nederlandsche deelnemers aan den Ster- rit naar Monte Carlo, die her en der in Euro pa rondzwerven, het uitstekend gemaakt. Die enkele uitzondering is de équipe W. Oosten, die met zijn M.G. gisteren uit Ko ningsbergen was vertrokken. De 322 K.M. lange weg naar Warschau werd in het ver- eischte tempo afgelegd, zoodat de wagen met inzittenden op tijd de controle in de Poolsche hoofdstad passeerde. Maar op bet langste traject van de af te leggen route, de 560 K.M. lange weg van Warschau naar Berlijn, kregen onze landgenooten een aan rijding. Gelukkig had dit ongelukje geen ernstige gevolgen voor de toeristen, maar de wagen bleek het minder goed te hebben afgelegd en de tocht naar de zon en den zo mer moest midden in de sneeuw worden afgebroken en tenslotte beëindigd De D.K.W.-équipe Cornelius, die uit Umea was gestart, kwam in uitstekende conditie op tijd aan de controle te Hannover aan. Welgemoed begon men aan de 318 K.M. die nog scheidden van Venlo en onze landge nooten hoopten in den loop van den nacht Nederland „aan te doen". Ook de te Tallinn gestarte Ford-équipe van Strien-Diepen was op tijd te Hannover. Onderweg had men van Berlijn af veel last gehad van sneeuw en gladheid, maar, zoo als de heer Strien zeide: „Wij zijn niet bang" en voort ging het naar de Nederland sche grens om toch maar zoo gauw mogelijk in Venlo Nederlandsch te kunnen praten. De drie uit Palermo vertrokken équipes, Sprenger van Eyck-ir. Paulen met Lincoln Zephyr, Zeehuizen-Derkinderen met B.W.M. en van der Hoek met Packard hebben nu eerst dezelfde moeilijkheden als de uit het noordelijke deel van Europa gestarte rij ders. Tusschen Ljubljana in Joegoslavië en Weenen, een afstand van 406 K.M. ging het over spiegelgladde wegen, waarbij de sneeuw tot een vaste, verijsde koek was ge worden. Een pas van 880 M. hoogte moest worden overgetrokken en daarna werden de w :gen iets beter. Het eerst kwam van der I.oek aan, om 19.55 (M.E.T.) kwam hij te Weenen binnen. Twintig minuten later kwam de équipe Zeehuizen binnen en nog 25 minuten na deze bereikte Sprenger van Eyck de Oostenrijksche hoofdstad. En in precies omgekeerde volgorde ver trokken onze landgenooten weer. Eerst ging de Lincoln Zephyr van Sprenger van Eyck en ir. Paulen om 20.59 weg, een minuut later gevolgd door de heeren Zeehuizen en Der kinderen en van der Hoek, die ruim een uur rust had in Weenen, vertrok om 21.02 uur. Dwars door Oostenrijk rijden onze land genooten thans naar Muenchen in Duitsch land, 436 K.M. verder. De deelnemers uit Amsterdam ver trokken. Gisteravond zijn ook de deelnemers uit Amsterdam, als kortste afstand naar Monte Carlo en laatste startplaats van den Sterrit, vertrokken. Vijftien deelnemende équipes moesten van 22.47 af bij het Amstel-hotel om de minuut gas geven en slechts veertien stonden er. De vijftiende had, voordat de strijd begonnen was, reeds pech. De heer Westerman, die als tweede had moeten star ten, had een onwillige motor en stond met zyn wagen nog in de binnenstad. M Er was geen groote schare aan het Amstel- hotel, doch het was een geestdriftig troepje kennissen en belangstellenden, die den rij ders uitgeleide deden. De controle te Venlo. De zeer zware reis der Stavanger-rijders. Tegen tien uur gisteravond was de drukte te Venlo buitengewoon groot geworden. Om en nabij hotel Germania stonden vele hon derden belangstellenden in de snerpende koude buiten te wachten op de dingen die zouden komen. En dat zou niet al te lang op zich laten wachten. Natuurlijk was het Bakker Schut, die het eerste op Nederlands grondgebied kwam, en terstond was hij bereid ons iets te vertellen over het laatste gedeelte van zijn tocht van Helsingborg tot aan de Nederlandsche grens. Alle vier Nederlandsche Umea-rijders waren er volgens hem zonder strafpunten doorge komen tot aan Hannover, waar hy ze even kwijt was geraakt, doch de anderen zouden wel spoedig ook te Venlo aankomen. In De nemarken was slechts met een gangetje van zestig kilometer gereden achter politie-auto- riteiten. De wagens lagen vlak op elkaar om dat men deze maximum-snelheid niet mocht overschrijden. Dit slakkengangetje was on zen Ralley-ryders niet naar den zin ge weest. Het gevolg was een opstopping aan de Duitsche grens bij Flensburg, hetgeen natuurlijk weer veel onaangenaamheden te weegbracht. De wegen waren nu en dan met sneeuw bedekt, sommige stukken wa ren beijzeld en vooral in de dorpen waar men doorkwam, was het glad. Hij had gehoord, dat de Pool Nowak, voor bij Hannover op weg naar Venlo een onge luk had gehad, een aanrijding, waardoor zijn wagen dermate geleden had, dat hy den strijd heeft moeten staken. Gelukkig werd by deze aanrijding niemand gewond. Even later zagen wij Habnit, eveneens een Ford-rijder, binnenkomen, ook een der Umea-ryders. Natuurlijk begon hy ons weer te vertellen over zijn ongeluk dat hij een dag voor den start te Umea had gehad. Alles was nog in orde gekomen, dank zy de prachtige service, die men hem verleend had. De wagen ging goed, alleen zaten er nog wat spleetjes in, waardoor het zeer tochtte. Maar de warme luchtinstallatie werkte goed, je voelt je net in den wagen alsof je thuis bent. Omstreeks half één arriveerden de équi pes van Beeck Calkoen, Lambert Hurrel- brinck en Ton, die met de équipe de Boer- Jacobs misschien wel de zwaarste tocht van onze landgenooten achter den rug had. Een echte ster-rit. „Eén ding kun je zeker schrijven", aldus vertelde van Beeck Calkoen ons, „dit is een echte ralley. Sedert Dinsdagmorgen, de startdag te Stavanger, heb ik niet geslapen. Het is de zwaarste ralley, die ik ooit heb meegemaakt. Vooral het traject Stavanger- Oslo was zeer moeilijk te berijden. Alle wa gens slingerden op den weg vanwege de gladheid. Soms moesten wy door landen, die drie meter hoog met sneeuw waren be dekt. Zelf hebben wy nog een ongevalletje ook gehad. Op het traject OsloGoethe- burg, nabij het plaatsje Vestby reden we met een gangetje van vijftig tot zes tig kilometer, toen een tegenliggende bus aankwam. Deze moest plotseling remmen en by dit remmen kwam de bus dwars over den weg te staan. Hier door kwamen wy ook te slippen, we gle den van den weg, twee meter diep naar beneden. We kwamen in een bocht te recht. Ik dacht, aldus van Beeck Cal koen, dat het afgeloopen met ons was. Doch het bleek, dat het niet zoo ernstig was geweest. Door toevallige omstan digheden hadden we na enkele minuten reeds een takelwagen by de hand en het bleek, dat de wagen vrijwel niets man keerde. En het duurde dan ook niet lang, of we waren weer op weg naar Goetheborg, en verder door naar Hel singborg. En weer peinsde van Beeck Calkoen over het traject StavangerChristiansund. Daarna kregen we een van de Tallinn rijders, onzen landgenoot van Strien te pak ken. Die had het veel gemakkelijker ge had, al had hy eenige lekke banden op het traject WarschauBerlijn opgeloopen. De ontvangst was volgens hem overal schitterende geweest. Wat het traject Berlijn-Hannover-Venlo betrof, op de nieuwe autostraden was nog al veel sneeuw gevallen. Een duizend man waren er aan het scheppen om den weg vrij te maken, doch het hielp niet veeL Op het laatste gedeelte had hy zelfs met een sneeuwstorm te kampen gehad. Weer konden wij niet lang met dezen Rallye-ry der praten, want hy werd door anderen in beslag genomen. Vrienden en familieleden kwamen aan om hem te begroe ten, hy moest nog wat gaan slapen, hij moest wat schryven, hij moest nog wat brie ven lezen. De start van Venlo. Zoo ging de tyd om en zoo naderde het uur van tweeën, waarop de eerste rallye-rij- ders van Venlo, de officieele controleplaats in Nederland zouden vertrekken op weg naar Brussel, naar het zuiden, waar men hoopte op betere weersomstandigheden, dan men tot nu toe had meegemaakt. Venlo heeft zich er op ingesteld om den ganschen nacht door de ryders te ontvan gen. Deels door de meelevende bevolking en toegestroomde andere belangstellenden, deels door strenge controleurs, die de ctipte naleving van het reglement hebben te be trachten. Reeds zijn zy gearriveerd en al lerlei technische gesprekken en verhalen van het genre: „Weet je nog wel van toen..." vieren hoogtij. De nachtelijke uren door zullen de diver se gelegenheden hunne deuren geopend houden ten gerieve van het rillend en ver kleumd menschdom dat binnenkomt in de behaaglijke warmte. Dikwijls gestoken in een kleedy die te merkwaardig is om ge creëerd te zijn geweest door een tailleur die zichzelf respecteert De Avro is aanwezig en treft de voorbe reidende maatregelen om een ooggetuige- verslag te geven van den aankomst van de ryders. De in een flatteus blauw uniform ge stoken chauffeur verwekte eenige sensatie. Venlo is namelijk wel gewend aan het grys- grauw van den infanteriesoldaat, maar gelet op de diverse opmerkingen is niet op de hoogte van de kleedy van een huzaar. Maar ook dit misverstand was spoedig op gehelderd en de Avro-man bleef wat hij was! Pas omstreeks elf uur worden de eerste ryders verwacht die van verre komen. Naar degenen die in Amsterdam gestart zyn, giat de overgroote belangstelling niet uit. Zy zullen trouwens wel dadelijk na de „goedkeuring" van de controleurs doorrij den naar de volgende posten. Maar wat zul len de menschen van het groote rijdersfor maat doen. Doorrijden of even slapen. In het hotel, dat de verzamelplaats is van officials en pers, is men op een verblyf van eenige uren volkomen ingericht. Stroozakken zyn neergelegd voor het stoere deel van de bin- nenrijdenden en divanbedden zyn opgesla gen voor het zwakke geslacht. En zoo verstrijkt de tyd onder genoeglijk geroezemoes van stemmen, onder het tele- foongerinkel van de Avro-lie^en. die drukke gesorekken voeren met de studio. Straks zullen zij zich kunnen wreken en zelf uit renden dpt"ene waar nu betrekkelijk lang reeds is op gewacht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 7