TOPiJ
De sterrit naar Monte Carlo.
Jiidsdiciftm
Volkenbond en vrede.
ft
Branden.
SPORT
Oosten uitgevallen.
Alle deelnemers uit Amsterdam vertrokken.
Bij de controle te Venlo.
tusschen de gemiddelden der beide rrisi*
jaren 1934 en 1935. crisis-
Schommelingen in de besommingen kwa
men m dit bedrijf in den loop dfr Sn
steeds voor en zoo is het ook in de crisis
jaren gegaan. cnsis
In hoeverre derhalve deze verbetering
gedurende laatste maanden van 1930
moet worden aangemerkt als een dier pe-
nodieke schommelingen dan wel beschouwd
f een inzet van betere tijden,
zal de toekomst nog moeten leeren.
wnrHoWaal"l^i i^8n ree^s nu de conclusie
en getrokken dat het bedrijf thans
over het dieptepunt heen is.
an evenwicht tusschen inkomsten en
exploitatiekosten mag dan ook nog niet
worden gesproken.
Hierbij komt nog, dat reeds voor de de
preciatie van den gulden, en ten gevolge
dier depreciatie in nog meerdere mate, een
PHjsstijging van de materialen is opgetre-*
den, welke in de duizenden loopt en zwaar
op het bedrijf drukt, terwijl ook de verhoo
ging van de kolenprijzen (voorloopig 0.50
per ton, maar vermoedelijk binnen afzien-
baren tijd 1 per ton) zich als een ongun-
stigen factor gelden doet.
Zoo lang derhalve de verliezen niet in be
langrijke mate verminderen, de afschrij
ving op schepen en bezittingen niet op nor
male wijze geschieden kan en voor het ge-
investeerde kapitaal geen redelijke rente
kan worden uitgekeerd een factor, welke
het toevloeien van nieuw kapitaal, noodig
o.m. voor vernieuwing der vloot, in den weg
staat is er zeker geen reden tot juichen.
Wel zijn er zooals in den aanvang reeds
gezegd enkele lichtpunten. Men ver
wacht n.1., dat als gevolg van de depreciatie
het bedrijf in een ietwat gunstiger positie
komt te staan wat betreft de concurrentie
met de Scandinavische landen, welker va
luta op en neer gaat met het Engelsche
pond. Ook ten aanzien van Engeland zelf
is, nu de verhouding tusschen pond en gul
den eenigszins is overbrugd, de positie gun
stiger geworden.
Tegenover Frankrijk, dat voor ons gede
valueerd heeft, is de situatie zoo dat een
deel van de schade, welke zich anders in
sterkere mate zou hebben doen gevoelen
dan thans het geval is, wordt opgevangen
Ten aanzien van Duitschland valt minder
verbetering te verwachten, omdat men te
dezen opzichte vastzit aan het waarde-
contingent, terwijl in België de beperkende
maatregelen van dien aard zijn, dat ook
het prijsgeven van den gouden standaard
ten onzent weinig voordeelen te verwach
ten zijn
Van beteekenis voor het stoomtreilervis-
scherijbedrijf zijn mede de door onze regee
ring beperkende maatregelen, welke voor
komen dat Jan en alleman zich bij een
kleine opleving op het bedrijf kan werpen,
waardoor de markt reeds spoedig weer
overvoerd zou worden. Daarnevens is thans
de maatregel van den rijkssteun gekomen,
welke met het oog op den algemeenen be-
drijfstoestand en de stijging der prijzen van
verschillende visscherybenoodigdheden hard
noodig is, te meer ook omdat de regeerings-
steun aan het reedersbedryf te IJmuiden
eerst begonnen is, toen reeds aan andere
bedrijven sinds jaren steun werd toege
kend.
Met terugwerkende kracht van 1 Juli
1936 af zal deze regeeringssteun voor het
geheele stoomtrailervisscherijbedr. te IJmui
den ongeveer zeventig duizend gulden per
jaar bedragen, hetgeen dan gemiddeld iets
minder zal zijn dan 1.000 per varend schip
per jaar, en slechts een tegemoetkoming
beteekent in de verhoogde bedrijfskosten.
DE BOL EN HET SCHAR OP TEXEL.
Zooals bekend is, tracht de Vereeniging
tot behoud van Natuurmonumenten in Ne
derland haar bezitting op Texel uit te brei
den door aankoop van een tweetal belang
rijke broedplaatsen, De Bol en Het Schar.
Van vele zyden mocht de vereeniging reeds
blijken van instemming ontvangen, maar
desondanks kwam de koopsom nog niet ge
heel bijeen.
Het bestuur der vereeniging hoopt, dat
velen alsnog bereid zullen worden gevonden
de bedoelde plannen te steunen en ziet gif
ten gaarne tegemoet op de postrekening der
vereeniging te Amsterdam nr. 32391.
SCHEEPSBOTSING OP DE THEEMS.
Nederlandsch schip aan den grond
gezet.
Op de Engelsche Theems is het N e-
derlandsch schip „Wilja" in bot
sing gekomen met de veerboot „Edith"
van den dienst GravesendTilbury. Het
Nederlandsche schip liep zulk een scha
de op, dat het aan den Gravesendschen
wal aan den grond is gezet en de be
manning aan land is gegaan. De „Edith"
is naar Gravesend doorgevaren.
De „Wilja" stootte op de ankerketting van
het Duitsche stoomschip „Consul Cords" en
liep toen op den wal, waar het schip lek
raakte. De kapitein is toen met vrouw en
kind en de uit vier koppen bestaande be
manning bij Dinghy aan land gegaan.
Daarna is de „Wilja" met de veerboot
„Edith" in hotsing gekomen en tenslotte
liep het schip op een modderbank vast.
....zouden wij den automobilist wal
willen toeschreeuwen, die 'n auto
gaat voorbijrijden, welke op zijn beurt
al bezig is een voorrijder In te halen,
't Nieuwe voorschrift zegt immers:
(NEfwl GEEN DRIE WAGENS NAAST ELKAAR
In een openbare vergadering van de
Haagsche afdeeling van de Vereeniging
voor Volkenbond en Vrede, spraken gis
teravond mr. R. Regout, S.J., leeraar
aan het Canisius-college te Nijmegen,
prof. mr. V. H. Rutgers, hoogleeraar aan
de Vrye Universiteit te Amsterdam, W.
H. Vliegen, lid van de Tweede Kamer
en prof. mr. C. W. de Vries, hoogleeraar
aan de Handelshoogeschool te Rotter
dam.
De eerste spreker, pater mr. R. Regout,
had tot onderwerp gekozen „Ideaal en wer
kelijkheid". Spr. moest toegeven, dat de
Volkenbond tot nog toe faalde, juist op de
groote punten waar voor hy in het leven
werd geroepen, o.a. het verzekeren van den
vrede. Reeds in den aanvang was de afwe
zigheid van de Ver. Staten een teleurstel
ling. Het uittreden van Japan en Duitsch
land beteekende een verzwakking. Ook bij
zyn optreden by groote conflicten, faalde de
bond, zooals in de kwesties JapanChina en
ItaliëAbessinië.
Maar de aandacht mag daarom niet van
de hoofdgedachte, die een weldaad is voor
de volken, worden afgeleid. Deugt dus de
practyk niet, dan moet men deze verande
ren zonder het beginsel prijs te geven. Men
zy daarbij niet ongeduldig. Het komend ge
slacht zal de vruchten zien van den boom
waarvan thans de wortels nog moeten
groeien. Met gefundeerd optimisme moet
ieder meebouwen aan het gebouw van ge
rechtigdheid.
Prof. mr. Rutgers sprak over: „De univer
saliteit van den Volkenbond". De Volken
bond is op het oogenblik door gevaren omge
ven, welke niet altyd even gemakkelijk te
onderkennen zijn.
Spr. gaf een overzicht van de bezwaren
van verschillende zijden geuit by de samen
stelling van den bond. De universaliteit
heeft van het begin af ontbroken en in de
zen toestand kan niet blijvend worden be
rust. Men kan ook de vraag stellen of agres
sief nationalisme of agressief internationa
lisme, door sommige staten voorgestaan, in
den Volkenbond kunnen worden geduld.
De sancties eischen nu eenmaal universa
liteit en hierin zit nu de groote moeilijkheid,
omdat niet alle staten aan het toepassen van
sancties willen medewerken.
Spr. besprak nog het garantie-systeem van
den Volkenbond, dat geenszins doeltref
fend is gebleken bij de oplossing van het
Italiaansch-Abessinisch conflict, waar onwil
bleek om de voorschriften toe te passen.
Het is volgens spr. beter de bestaande ver
plichtingen te beperken, dan ze te handha
ven en toch niet na te leven. De Volken
bond is meer dan een juridische organisa
tie, hij is by uitstek een instituut van poli
tiek overleg omdat er geregeld verkeer is
tusschen de staatslieden van Europa. De Vol
kenbond is slechts wat de leden van hem
maken, op zich zelf is hij machteloos.
Het is een centrum waar de krachten kun
nen samenkomen, die vrede en recht willen
doen zegevieren en daarom verdient hij
steun.
Wat moet de Volkenbond worden?
De heer W. H. Vliegen constateerde, dat
de Volkenbond in 1936 een slechte beurt
heeft gemaakt. Hij heeft meer willen doen
dan waartoe hij in staat was, maar men
meende ook dat in de kwestie ItaliëAbes
sinië meer gedaan had kunnen worden zoo
als b.v. de afsluiting van het Suez-kanaal.
De kwestie van hervorming is thans aan
de orde. Wat moet er veranderd worden?
Drie van de grootste mogendheden: de Ver.
Staten, Japan en Duitschland staan er bui
ten. Men wil het van machtsinstituut tot een
consultatief lichaam maken. Spr. is daar te
gen, omdat, wanneer er van recht sprake is,
er ook van macht sprake moet zyn.
De Volkenbond is een internationale
noodzakelijkheid welks verdrijving noodlot
tig zou worden, vooral nu er staten zijn, die
de dictatuur voorstaan en welker rechtsbe
wustzijn zoo uiteenloopend met die van de
democratische staten zijn dat samenwerking
niet denkbaar is.
Spr. staat sceptisch tegenover een hervor
ming van den bond, omdat eerst de huidige
toestand zich zal moeten wijzigen. Het is een
Volken- en geen Statenbond en het zal moe
ten worden een onderling verzekeringsinsti
tuut, dat de internationale veiligheid kan
waarborgen.
Incongruentie tusschen doel en middel.
Prof. mr. C. W. de Vries zeide, dat het
idealisme van het heden de practyk moet
zijn van morgen. Spr. meende, dat het idea
lisme van 1920 aan dezen eisch niet heeft
kunnen voldoen. Aan het idealisme heett
stelig iets ontbroken, hetgeen o.a. blijkt uit
het opnemen van het Volkenbondspact in
het Verdrag van Versailles.
Men bedenke, dat het bereiken van een
doel afhankelijk is van de middelen. Het
dikwijls verkeerd geïnterpreteerd „het doel
heiligt de middelen", wil zeggen, dat elk
doel in zyn verwezenlijking afhankelijk is
van de middelen waarmede dit doel dikwijls
niet te bereiken is. Overtuiging en suggestie
uitgaande van Geneve waren dikwijls on
voldoende om het wereldvertrouwen ie
vestigen. Niet alle volken voelden uatgene
wat van Geneve uitging als wereldrecht. Zijn
de middelen onvoldoende, dan faalt net
doel. De Volkenbond is niet een instituut
uit massa-overtuiging geboren en dus afhan
kelijk van den dag. Het was het internatio
nale geestelijk leven, dat naar verwezenlij
king streefde.
De Volkenbond was een concretiseering
van hetgeen als internationale gedachte
reeds bestond. De massa's vertrouwden erop,
Niet het doel heeft gefaald, maar de mid
delen bleken onvoldoende omdat deze door
partijdige regeeringen werden gehanteerd.
De liberalen weten dat de Volkenbond
pas invloed zal hebben wanneer de men-
schen persoonlijk de overtuiging hebben van
zyn noodzakelijkheid.
MIJNWERKER TE HEERLEN GEDOOD.
Gistermiddag is op de 318-meter verdie
ping van de Oranje Nassau mijn 3 te Heer
len de 41-jarige ondergrondsche arbeider J.
Durak, uit Hoensbroek, onder vallend ge
steente geraakt en gedood.
AARDIGE ATTENTIE VOOR
H. M. DE KONINGIN.
Nadat reeds eergisteravond ter eere van
H.M. koningin Wilhelmina hoog in de ber
gen ten noorden van Innsbrück zich een
vlammende „W" in het nachtelijk duister
had afgeteekend, heeft gisteren opnieuw de
bevolking aan H.M. het doen oplaaien in
de vallende avondschemering van een drie
kleurig vlammentint in rood, wit en blauw,
in de nabijheid van het op een hoogte van
2.250 meter gelegen topstation van den
noordelijken kabelspoorweg aan de Hafele-
kar.
DOOR DEN TREIN GEGREPEN EN
GEDOOD.
Op het stations-emplacement te Gouda is
vanmorgen halfnegen de 51-jarlge bank
werker bij de seinwezen der Nederlandsche
spoorwegen, de heer J. Rottier, wonende te
Den Haag, door trein 607, komende uit Den
Haag, gegrepen en op slag gedood.
Het slachtoffer was bezig met het leggen
van wisselklemmen in verband met blok-
revisie. Hij heeft blijkbaar den naderenden
trein niet gehoord. Het ernstig verminkte
lijk is naar het ziekenhuis te Gouda ver
voerd. R. laat een vrouw en zes kinderen
achter.
WET OP AFBETALINGSBEDRIJF.
Gelijk bekend is onlangs in werking ge
treden de wet op het afbetalingsbedrijf
van 23 April 1936 (S. 605), krachtens
welke een vergunning noodig is voor het
colporteeien met zaken op afbetaling en
voor het uitoefenen van den kleinverkoop
op afbttaling van zaken, waarvan de ge
heele koopprijs een bedrag van 50 niet
te boven gaat.
Dergelijke vergunningen zullen worden
afgegeven door de Kamer van Koophandel
en Fabrieken van de woonplaats, c.q.
plaats van vestiging, van den aanvrager.
De betrokken kamer van koophandel
weigert de vergunning slechts, indien op
grond van de persoonlijke eigenschappen
of gedragingen van den aanvrager mis
bruiken ten nadeeie van de koopers zijn te
vreezen. Een eenmaal verleende vergun
ning kan door de kamer van koophandel
worden ingetrokken, indien omstandig
heden zich voordoen cf feiten bekend wor
den, op grond waarvan, zoo zij zich vóór
de aanvrage hadden voorgedaan of be
kend waren geweest, de vergunning zou
zijn geweigerd. Van de zijde der Amster-
damsche Kamer van Koophandel wordt er
op gewezen, dat derhalve uit het bezit van
een vergunning als bovenbedoeld slechts
blijkt, dat der kamer ten tijde van het
verleenen van de vergunning geen feiten
bekend waren, welke het noodzakelijk
deden voorkomen de vergunning te weige
ren. De kamers van koophandel zijn dan
ook in geen enkel opzicht verantwoordelijk
voor de daden van de afbetalingscolpor
teurs of de kleinverkoopers op afbetaling,
noch voor de hoedanigheid van de goede
ren, met welke zij colporteeren of welke
zijn verkoopen.
BRAND TE WAGENINGEN.
Gisteravond is, tijdens afwezigheid der
bewoners brand uitgebroken in het boven
huis van den meubelwinkelier J. V. aan de
Hoogstraat te Wageningen. De brand liet
zich aanvankelijk ernstig aanzien, doch de
brandweer was het vuur spoedig meester.
De voorvertrekken van het bovenhuis, welke
bewoond wou en door den heer van E.,
brandden geheel uit Van den inboedel
dezer vertrekken werd niets gered. De win
kelvoorraad werd grootendeels naar buiten
gebracht. Een partij meubelen op zolder is
mede verbrand.
De schade wordt door verzekering gedekt.
De oorzaak van den brand is onbekend.
BRAND TE ROTTERDAM.
Vannacht omstreeks één uur is door on
bekende oorzaak brand uitgebroken in een
pakhuis, in gebruik bij den kippenhandelaar
J. B. Koning in de Willemstraat 29b te
Rotterdam.
Het vuur werd ontdekt door een buur
man, die verlof heeft zijn fiets in dit pakhuis
te stallen. Hij zag een verschijnsel van
vlammen, waarop hij direct de boven
buren, de families F. Brons en Hofman
waarschuwde, die zich langs de trap in
veiligheid konden stellen.
De dichte rookontwikkeling gaf den brand
aanvankelijk een zeer ernstig aanzien. De
vlammen sloegen eenigen tijd fel naar
buiten, doch de brandweer, die eveneens
door den buurman was gewaarschuwd, was
weldra ter plaatse en tastte met vijf stralen
op de waterleiding, drie aan de voorzijde en
twee aan den achterkant, het vuur aan. In
een klein half uur had zy den brand geheel
onder den knie. Een aantal kippen kwam in
de vlammen om. Van den inboedel kon nog
een gedeelte gered worden.
„Astra", geïll. maandschrift
In het Februarinummer van „Astra" tref
fen wij verschillende bekende namen aan.
Wy noemen in het bizonder het vlotte,
boeiende verhaal „De „voordeelen" van kam
peeren", van Willy Corsari. Bas van Deilen
schreef een Indisch schetsje: „Kokki's avon
tuur" dat sprankelt van een fijnen humor,
evenals de novelle van A. Weys: .Hij, zij
en de dickey-seat". Ook is er weer een hu
moristisch verhaal van „Den ouden heer
Brandsma".
Ernstiger van toon is de vertelling „West-
Zuid-West" van J. G. Toonder. De Noor
Niko Henriksen blijkt in zijn in Siberië
spelend verhaal een suggestief verteller.
„Station Simba" van M. A. de Jong speelt
daarentegen onder de warme Afrika-zon,
„Teresita" van Cornelius Conijn in Spanje,
„Een cynisch jongmensch" van Homer Croy
in Amerika. Tenslotte noemen wy nog
„Ziex-complexen" van Greta Vollewens-
Zeylemaker. waarin de oud-Indischgast ten
voeten uit geteekend wordt.
Automobilisme.
Op een enkele uitzondering na hebben
de Nederlandsche deelnemers aan den Ster-
rit naar Monte Carlo, die her en der in Euro
pa rondzwerven, het uitstekend gemaakt.
Die enkele uitzondering is de équipe W.
Oosten, die met zijn M.G. gisteren uit Ko
ningsbergen was vertrokken. De 322 K.M.
lange weg naar Warschau werd in het ver-
eischte tempo afgelegd, zoodat de wagen
met inzittenden op tijd de controle in de
Poolsche hoofdstad passeerde. Maar op bet
langste traject van de af te leggen route, de
560 K.M. lange weg van Warschau naar
Berlijn, kregen onze landgenooten een aan
rijding. Gelukkig had dit ongelukje geen
ernstige gevolgen voor de toeristen, maar
de wagen bleek het minder goed te hebben
afgelegd en de tocht naar de zon en den zo
mer moest midden in de sneeuw worden
afgebroken en tenslotte beëindigd
De D.K.W.-équipe Cornelius, die uit Umea
was gestart, kwam in uitstekende conditie
op tijd aan de controle te Hannover aan.
Welgemoed begon men aan de 318 K.M. die
nog scheidden van Venlo en onze landge
nooten hoopten in den loop van den nacht
Nederland „aan te doen".
Ook de te Tallinn gestarte Ford-équipe
van Strien-Diepen was op tijd te Hannover.
Onderweg had men van Berlijn af veel last
gehad van sneeuw en gladheid, maar, zoo
als de heer Strien zeide: „Wij zijn niet
bang" en voort ging het naar de Nederland
sche grens om toch maar zoo gauw mogelijk
in Venlo Nederlandsch te kunnen praten.
De drie uit Palermo vertrokken équipes,
Sprenger van Eyck-ir. Paulen met Lincoln
Zephyr, Zeehuizen-Derkinderen met B.W.M.
en van der Hoek met Packard hebben nu
eerst dezelfde moeilijkheden als de uit het
noordelijke deel van Europa gestarte rij
ders. Tusschen Ljubljana in Joegoslavië en
Weenen, een afstand van 406 K.M. ging het
over spiegelgladde wegen, waarbij de
sneeuw tot een vaste, verijsde koek was ge
worden. Een pas van 880 M. hoogte moest
worden overgetrokken en daarna werden
de w :gen iets beter. Het eerst kwam van
der I.oek aan, om 19.55 (M.E.T.) kwam hij
te Weenen binnen. Twintig minuten later
kwam de équipe Zeehuizen binnen en nog
25 minuten na deze bereikte Sprenger van
Eyck de Oostenrijksche hoofdstad.
En in precies omgekeerde volgorde ver
trokken onze landgenooten weer. Eerst ging
de Lincoln Zephyr van Sprenger van Eyck
en ir. Paulen om 20.59 weg, een minuut later
gevolgd door de heeren Zeehuizen en Der
kinderen en van der Hoek, die ruim een
uur rust had in Weenen, vertrok om 21.02
uur. Dwars door Oostenrijk rijden onze land
genooten thans naar Muenchen in Duitsch
land, 436 K.M. verder.
De deelnemers uit Amsterdam ver
trokken.
Gisteravond zijn ook de deelnemers uit
Amsterdam, als kortste afstand naar Monte
Carlo en laatste startplaats van den Sterrit,
vertrokken. Vijftien deelnemende équipes
moesten van 22.47 af bij het Amstel-hotel
om de minuut gas geven en slechts veertien
stonden er. De vijftiende had, voordat de
strijd begonnen was, reeds pech. De heer
Westerman, die als tweede had moeten star
ten, had een onwillige motor en stond met
zyn wagen nog in de binnenstad.
M Er was geen groote schare aan het Amstel-
hotel, doch het was een geestdriftig troepje
kennissen en belangstellenden, die den rij
ders uitgeleide deden.
De controle te Venlo. De zeer zware
reis der Stavanger-rijders.
Tegen tien uur gisteravond was de drukte
te Venlo buitengewoon groot geworden. Om
en nabij hotel Germania stonden vele hon
derden belangstellenden in de snerpende
koude buiten te wachten op de dingen die
zouden komen. En dat zou niet al te lang
op zich laten wachten.
Natuurlijk was het Bakker Schut, die het
eerste op Nederlands grondgebied kwam, en
terstond was hij bereid ons iets te vertellen
over het laatste gedeelte van zijn tocht van
Helsingborg tot aan de Nederlandsche grens.
Alle vier Nederlandsche Umea-rijders waren
er volgens hem zonder strafpunten doorge
komen tot aan Hannover, waar hy ze even
kwijt was geraakt, doch de anderen zouden
wel spoedig ook te Venlo aankomen. In De
nemarken was slechts met een gangetje van
zestig kilometer gereden achter politie-auto-
riteiten. De wagens lagen vlak op elkaar om
dat men deze maximum-snelheid niet mocht
overschrijden. Dit slakkengangetje was on
zen Ralley-ryders niet naar den zin ge
weest. Het gevolg was een opstopping aan
de Duitsche grens bij Flensburg, hetgeen
natuurlijk weer veel onaangenaamheden te
weegbracht. De wegen waren nu en dan
met sneeuw bedekt, sommige stukken wa
ren beijzeld en vooral in de dorpen waar
men doorkwam, was het glad.
Hij had gehoord, dat de Pool Nowak, voor
bij Hannover op weg naar Venlo een onge
luk had gehad, een aanrijding, waardoor zijn
wagen dermate geleden had, dat hy den
strijd heeft moeten staken. Gelukkig werd
by deze aanrijding niemand gewond.
Even later zagen wij Habnit, eveneens
een Ford-rijder, binnenkomen, ook een der
Umea-ryders. Natuurlijk begon hy ons
weer te vertellen over zijn ongeluk dat hij
een dag voor den start te Umea had gehad.
Alles was nog in orde gekomen, dank zy de
prachtige service, die men hem verleend
had. De wagen ging goed, alleen zaten er
nog wat spleetjes in, waardoor het zeer
tochtte. Maar de warme luchtinstallatie
werkte goed, je voelt je net in den wagen
alsof je thuis bent.
Omstreeks half één arriveerden de équi
pes van Beeck Calkoen, Lambert Hurrel-
brinck en Ton, die met de équipe de Boer-
Jacobs misschien wel de zwaarste tocht van
onze landgenooten achter den rug had.
Een echte ster-rit.
„Eén ding kun je zeker schrijven", aldus
vertelde van Beeck Calkoen ons, „dit is een
echte ralley. Sedert Dinsdagmorgen, de
startdag te Stavanger, heb ik niet geslapen.
Het is de zwaarste ralley, die ik ooit heb
meegemaakt. Vooral het traject Stavanger-
Oslo was zeer moeilijk te berijden. Alle wa
gens slingerden op den weg vanwege de
gladheid. Soms moesten wy door landen,
die drie meter hoog met sneeuw waren be
dekt.
Zelf hebben wy nog een ongevalletje
ook gehad. Op het traject OsloGoethe-
burg, nabij het plaatsje Vestby reden
we met een gangetje van vijftig tot zes
tig kilometer, toen een tegenliggende
bus aankwam. Deze moest plotseling
remmen en by dit remmen kwam de
bus dwars over den weg te staan. Hier
door kwamen wy ook te slippen, we gle
den van den weg, twee meter diep naar
beneden. We kwamen in een bocht te
recht. Ik dacht, aldus van Beeck Cal
koen, dat het afgeloopen met ons was.
Doch het bleek, dat het niet zoo ernstig
was geweest. Door toevallige omstan
digheden hadden we na enkele minuten
reeds een takelwagen by de hand en het
bleek, dat de wagen vrijwel niets man
keerde. En het duurde dan ook niet
lang, of we waren weer op weg naar
Goetheborg, en verder door naar Hel
singborg.
En weer peinsde van Beeck Calkoen over
het traject StavangerChristiansund.
Daarna kregen we een van de Tallinn
rijders, onzen landgenoot van Strien te pak
ken. Die had het veel gemakkelijker ge
had, al had hy eenige lekke banden op het
traject WarschauBerlijn opgeloopen.
De ontvangst was volgens hem overal
schitterende geweest.
Wat het traject Berlijn-Hannover-Venlo
betrof, op de nieuwe autostraden was nog
al veel sneeuw gevallen. Een duizend man
waren er aan het scheppen om den weg
vrij te maken, doch het hielp niet veeL Op
het laatste gedeelte had hy zelfs met een
sneeuwstorm te kampen gehad.
Weer konden wij niet lang met dezen
Rallye-ry der praten, want hy werd door
anderen in beslag genomen. Vrienden en
familieleden kwamen aan om hem te begroe
ten, hy moest nog wat gaan slapen, hij
moest wat schryven, hij moest nog wat brie
ven lezen.
De start van Venlo.
Zoo ging de tyd om en zoo naderde het
uur van tweeën, waarop de eerste rallye-rij-
ders van Venlo, de officieele controleplaats
in Nederland zouden vertrekken op weg
naar Brussel, naar het zuiden, waar men
hoopte op betere weersomstandigheden, dan
men tot nu toe had meegemaakt.
Venlo heeft zich er op ingesteld om den
ganschen nacht door de ryders te ontvan
gen. Deels door de meelevende bevolking
en toegestroomde andere belangstellenden,
deels door strenge controleurs, die de ctipte
naleving van het reglement hebben te be
trachten. Reeds zijn zy gearriveerd en al
lerlei technische gesprekken en verhalen
van het genre: „Weet je nog wel van toen..."
vieren hoogtij.
De nachtelijke uren door zullen de diver
se gelegenheden hunne deuren geopend
houden ten gerieve van het rillend en ver
kleumd menschdom dat binnenkomt in de
behaaglijke warmte. Dikwijls gestoken in
een kleedy die te merkwaardig is om ge
creëerd te zijn geweest door een tailleur die
zichzelf respecteert
De Avro is aanwezig en treft de voorbe
reidende maatregelen om een ooggetuige-
verslag te geven van den aankomst van de
ryders. De in een flatteus blauw uniform ge
stoken chauffeur verwekte eenige sensatie.
Venlo is namelijk wel gewend aan het grys-
grauw van den infanteriesoldaat, maar
gelet op de diverse opmerkingen is niet
op de hoogte van de kleedy van een huzaar.
Maar ook dit misverstand was spoedig op
gehelderd en de Avro-man bleef wat hij
was!
Pas omstreeks elf uur worden de eerste
ryders verwacht die van verre komen. Naar
degenen die in Amsterdam gestart zyn, giat
de overgroote belangstelling niet uit. Zy
zullen trouwens wel dadelijk na de
„goedkeuring" van de controleurs doorrij
den naar de volgende posten. Maar wat zul
len de menschen van het groote rijdersfor
maat doen. Doorrijden of even slapen. In het
hotel, dat de verzamelplaats is van officials
en pers, is men op een verblyf van eenige
uren volkomen ingericht. Stroozakken zyn
neergelegd voor het stoere deel van de bin-
nenrijdenden en divanbedden zyn opgesla
gen voor het zwakke geslacht.
En zoo verstrijkt de tyd onder genoeglijk
geroezemoes van stemmen, onder het tele-
foongerinkel van de Avro-lie^en. die drukke
gesorekken voeren met de studio. Straks
zullen zij zich kunnen wreken en zelf uit
renden dpt"ene waar nu betrekkelijk lang
reeds is op gewacht.