Scandinavië en Nederland. £uchtuaact 'Buitenland Jnge^onden Stukken JUcfUttaAen HEERHUGOWAARD Oplichting van Belgischen stationschef. „Economist" hoort 1 jaar tegen zich eischen. Toenemende belangstelling voor ons land. Nauwer contact gezocht I werden verhuurd voor den tijd van twee jaar. De belangstelling voor deze verhuring was vry groot, al zou men dit aan de be stede prijzen niet zeggen. De te verhuren perceelen werden zoo goed als alle weer door de vorige huurders ingehuurd tegen prijzen, welke beneden de vorige huur lagen, behalve van de perceelen aan de Kerkewei, waar meer voor werd betaald. Twee perceelen aldaar werden resp. voor 2.10 en 3 per snees verhuurd. De overige akkers deden niet veel meer dan 1 per snees. Verscheidene konden niet verder dan dit bedrag komen. Eenige akkers bedongen 1.20 en 1.30, een andere groep bracht 1.50 per snees op. Een akker van 18 snees van de Kraakmansgroet werd eerst heelemcal niet geboden, doch later gegund voor 0.75 per snees. 26 snees grar'and bij het Heinskensdel werd ingehuurd voor 0.60 per snees. Alle maal prijzen, welke demonstreeren, hoe de toestand van de tuinders is. Bij de Zaterdag ten gemeentehuize ge houden publieke aanbesteding voor het leggen der rioleering en bijkomende wer ken vanaf het perceel J. Wijnker tot het perceel Boekwinkel en vanaf het perceel M. Kooij tot het perceel Jb. Smit Pz. werd in geschreven door de navolgende personen. Wed. P. Hittema voor 1227.50; J. Borst voor 1275; C. Langedijk voor 1280; C. Offeringa 1325. De raming bedroeg 1220. De gunning is aangehouden. ONZE POSTVLUCHTEN. De positie van de postvliegtuigen was he den: Kievit (uitreis) te Singapore; Perkoe- toet (uitreis) te Basra en Edel valk (thuis reis) te Jodhpoer. lijk aangeaan. Het huwelijk zou op 14 Juni 1923 in den staat Noord-Carolina worden vertrokken en Jones en mevrouw Montgo- mery trouwden op grond van het feit, dat een huwelijk in rechte niet meer bestaande kon worden geacht, met elkaar, en wel op 26 Mei 1923. Echter verklaarde op 11 Juni '33 de gouverneur van Noord-Carolina het doodvonnis buiten kracht en wijzigde hij 't in levenslange gevangenisstraf. De heer en mevrouw Jones bleven bij el kaar tot 1935, maar sindsdien werden de betrekkingen tusschen hen minder goed en bovendien kwam Montgomery vrij. Thans tracht Jones zijn huwelijk vernietigd te krijgen op grond van de overweging, dat 'n veroordeeling tot levenslang van een der partijen een bestaand huwelijk ongeldig maakt maar dat, toen hij met mevrouw Montgomery trouwde, er geen levenslange veroordeeling was, maar een doodvonnis, terwijl er geen bepaling bestaat, dat het huwelijk van een terdoodveroordeele door dat vonnis als ontbonden kan worden be schouwd. In de eerste instantie kreeg Jones gelijk maar het Hof van Appèl te Albaney heeft thans de geldigheid van het huwelijk tus schen den heer en mevrouw Jones gehand haafd en dus uitgemaakt, dat, toen het doodvonnis er was, Montgomery in civiel- rechtelijken zin als dood mocht worden be schouwd. Daar mevr. Jones niet in de schei ding wil toestemmen, blijft zij getrouwd met Jones, omdat haar eerste man een tijd lang civiel-rechtelijk dood geweest is, hoe wel hij thans weer in vrijheid is en in de maatschappij is teruggekeerd. Zoo ooit, dan heeft men hier te doen met „een driehoeksgeval". Een der hoekpunten is een doode, die niet dood is, of om de ter minologie van een bekenden Russischen schrijver te gebruiken, „een levend lijk „RIETVINK" OP SCHIPHOL GELAND. Het K. L. M.-vliegtuig „Rietvink" hedenmiddag op Schiphol geland. is DE DJALAK NAAR INDIE. Morgen 3 Febr. a.s. zal het K.L.M.-vlieg- tuig de Djalak van Amsterdam naar Bata via vertrekken. De bemanning van dit vliegtuig zal bestaan uit de heeren E. E. Hulsebos (gezagvoerder), G. Geering (tweede bestuurder), M. Vee- nendaal (werktuigkundige) en Z. J. v. d. Hoek Ostende (radiotelegrafist). De post voor dit toestel moet uiterlijk vanavond te Amsterdam zijn. LINDBERGH NAAR ROME. Kolonel Lindbergh is met zijn vliegtuig den „Mohawk" op het vliegveld San Gusto te Pisa (It.) geland. Lindbergh is vergezeld van zijn vrouw en is voornemens vanavond naar Rome te vertrekken. DE FRANSCHE NATIONALE DEFENSIE. Communisten zijn solidair met Volks front ten aanzien van defensienood- zaak. In de Fransche Kamer zijn vanmorgen de debatten over de nationale defensie voort gezet met een rede van den communisti- schen afgevaardigde Gitton, die uitdruk king gaf aan de ongerustheid der arbeiders klasse op grond van de dagelijks toenemen de bedreiging van den vrede. De vredes- krachten moeten vereenigd worden en al dus moet het gevaar, dat Europa bedreigt, worden overwonnen. Duitschland, aldus spreker, heeft een leger, dat tweemaal zoo groot is als het onze en zijn autowegen kun nen zeventig duizend mannen per uur ver werken. De communistische partij wil loyaal samenwerken, met degenen, die den vrede willen redden. Het Fransche leger zal zijn verplichtingen weten na te komen en het hoofd kunnen bieden aan alle eventua liteiten. Tenslotte verklaarde Gitton, dat alle par tijen van het volksfront een verlaging van den militairen diensttijd wenschen, masr dat rekening gehouden moet worden met de eischen der landsverdediging. Ook hierin gaan de communisten mee met de andere partijen van het volksfront. KINDERHUWELIJKEN IN DE VEREENIGDE STATEN. De Londensche „Daily Telegraph" van heden publiceert van zijn correspondent in New-York het volgende bericht: Er wordt een beweging georganiseerd met het doel een verbod te verkrijgen van kinderhuwelijken in Kentucky. Deze bewe ging vindt haar oorsprong in de omstandig heid, dat aan het licht is gekomen, dat een 22-jarige man in het huwelijk is getreden met een 9-jarig meisje. Zij werden in het huwelijk verbonden door een rondreizend predikant, die hierover verklaarde: „Zij haalden mij in onderweg en zeiden, dat zij in het huwelijk wilden treden. Ik heb ze toen in den echt verbonden". STOOMVAARTLIJNEN. Stoomv. Mij. „Nederland". Bintang, thuisr., van Algiers 1 Febr. Tarakan, thuisr., te Suez 1 Febr. Kota Inten (J. N. L.) te Boston 1 Febr. Tajandoen, thuisr., v. Sabang 1 Febr. HET OPHALEN VAN VUILNIS DE GEMEENTE OUDORP. IN ESTLANDSCHE GRENSWACHTER VERDWENEN. Naar uit het aan het Estlandsch-Russi- sche grens gelegen plaatsje Waskarwe Syre- netz) gemeld wordt, is een Estlandsche grenswacht sedert Zaterdag spoorloos ver dwenen. Bovendien wordt medegedeeld, dat einde der vorige week tien Estlandsche visschers bij de uitoefening van hun op het Peipus- meer, naar men zegt op Estlandsch gebied, door Sovjet-Russische grenswachters gevan gen genomen en naar Rusland gebracht zijn. men neemt aan, dat den grenswachter het zelfde lot is ten deel gevallen. De Estlandsche autoriteiten hebben stap pen ondernomen, teneinde de vrijlating der vischers te verkrijgen. EEN AARDIGE KWESTIE VOOR JURISTEN. Harry P. Jones, een zakenman te Albany in den staat New York, wil graag scheiden. Er zijn tusschen de echtlieden moeilijkheden gerezen en nu wil de heer Jones wel, zooals men dat noemt, „van zyn vrouw af". De zaak is zeer gecompliceerd. Volgens een wet in sommige staten wordt een man of een vrouw, die tot levenslang veroor deeld is, daardoor in civiel-rechtelijken zin. een doode. De tegenwoordige mevrouw Jo nes was getrouwd geweest met een meneer Montgomery, die was ter dood veroordeeld. En op grond van dat vonnis hadden Jones en de vrouw van Montgomery, 't niet meer bestaan van den echtelijken band voor me vrouw Montgomery aannemende, een huwe- Het is nog maar kort, dat ondergeteeken- de woonachtig is in de gemeente Oudorp en is het mij zeer tegengevallen (en velen zul len dat met mij eens zijn) dat het ophalen van vuilnis, wel iets te wenschen overlaat. Want wat toch is hier het geval? Om kort te zijn zal men het wel roerend met mij eens zijn, dat eenmaal in de veertien dagen het ophalen van vuilnis, in de kom der ge meente Oudorp te weinig is. Volgens mij zagen gaarne een groote groep inwoners dat hier zoo spoedig moge lijk een einde aan zal komen, daar men op den duur geen raad meer weet waar men zijn vuilnis moet brengen. Het is niet goed te praten om te zeggen dan graaft u maar een kuil en dan stopt u het daar maar in, dan bent u er af. Maar dat is de opzet hier niet van. Om zoo spoedig mogelijk tot een betere oplossing te komen, omtrent bovenstaande is volgens mij eenmaal in de week het op halen van vuilnis, heelemaal geen luxe ie noemen. Als men toch ziet b.v., dat in dezelfde ge meente een gedeelte bestaat, te weten Bur gemeester Bosstraat en zijstraten, plus Friescheweg, waar men wel éénmaal per week de vuilnis komt ophalen, dan vraagt men zich toch wel eens af: hebben die in woners dan zooveel meer vuilnis als degenen die in de kom der gemeente wonen? Ik hoop, dat het verzoek om ook éénmaal in de week het ophalen van vuilnis in de kom der gemeente te doen geschieden tot betere resultaten mag leiden. Bovenstaand is m.i. wel een punt op de agenda voor de eerstvolgende raadszitting. J. A. NIJSSEN, Heerenweg 17 a, Oudorp. Een 26-jarige jongeman L. J. P., die zich „economist" noemt, staat heden middag voor het Amsterdamsche Hof terecht, verdacht van oplichting. Hij is reeds eerder veroordeeld, eenige jaren geleden poogde bij valsche H.V.A. aan- deelen aan den man te brengen. Parijsch import, waarmee hij met een handlanger naar Nederland was gekomen om aan commissionnairs te verkoopen. Op hee- terdaad is hij toen door de centrale inzake falsificaten betrapt. De voorgeschiedenis. Deze jongeman had echter nog meer op zyn kerfstok. Hy zou in 1932 een Belgischen stationschef hebben opgelicht. De Belg had hem in goed vertrouwen 10.000 Belgis ene francs gestuurd. In December 1932 maakte de jongeman een reisje door België. Op het station te Recht maakte hy kennis met den chef Schmitz. Na de slechte economische tijden te hebben besproken, kwam het ge sprek al spoedig op een gemakkelijke en zekere manier om geld te verdienen. Aan de beurs was volgens de „Economist" al tijd nog wel het een en ander te verdienen. Vanuit Amsterdam schreef hy den chef: „U hebt me gevraagd, hoe u uw geld kunt be leggen. Dat is een moeilijk te beantwoorden vraag. De een wil een hooge rente, de an ders wenscht slechts zekerheid en is met een lagere rente tevreden. Op het oogentl'k werk ik voor een zaak, waarin ik persoon lijk voor 100.000 geïnteresseerd ben. Ik werk daar samen met een internationalen bankier, die ook voor belangrijke sommen geïnteresseerd is. Ik kan u wel een aandeel afstaan. Wanneer u 10.000 fres. stort, zult u na een half jaar tienmaal zooveel terug krijgen. De zaak is eerste klas. Men laat 't geld werken en de opbrengst komt vanzelf. De brief onderteekende hy met een val- schen naam. De stationschef voelde er veel voor om op deze gemakkelijke wijze veel geld te verdienen. Nadat verd. hem nog maals had bezocht, was de chef overge haald: hij stuurde aan een bank te Amster dam een som van fres. 10.000. In ruil daar voor kreeg hij een fraai document toege stuurd, dat een aandeel moest voorstellen in de millioenenzaak. Veel kennis van zaken had de chef blijkbaar niet, want voor eer. kennis zou het al spoedig duidelijk zijn ge weest, dat het papiertje naar zwendel rook. In goed vertrouwen wachtte de man op den zilver trein, die weldra het kleine Belgische station binnen zou rollen maar er kwam niets, geen geld, geen brieven. En geen ge ruststellende antwoorden. De rijke buiten lander, die verteld had, dat hy in een eerste klas hotel te Amsterdam woonde, bleek ver blijf te houden in het zeer eenvoudige rijks hotel aan de Weteringschans. Hy was pas veroordeeld tot drie jaar gevangenistraf wegens het spelletje met de valsch H V.A. aandeelen. De chef spoedde zich naar het Amster damsche parket Van het geld bleek niets meer over te zyn en de handelszaak, die in China zilver mijnen zou bezitten, bestond slechts in de verbeelding van den jeugdigen P., wiens vader eens een zeer rijk man was, die echter ongeveer in denzelfden tijd is veroordeeld, omdat hij als ex-consul van een Zuid-Ameri- kaansche republiek valsche passen afgaf. Voor de rechtbank ontkende de jongen: hij wilde den chef inderdaad iets laten verdie nen, hy had te goeder trouw gehandeld. Hij hoorde zich tot een jaar veroordeelden. Voor het Hof komt hy met een nieuw verhaal: Ik heb dat geld nooit in m'n handen ge had. Ik was al geknipt en m'n broer heeft 't van de bank gehaald Heel rustig pooft verd. het Hof van zyn goede bedoelingen te overtuigen. De groote zaak bestond nog wel niet, maar dat was een kwestie van tyd. Hij had zooveel relaties in Londen, Amsterdam, Berlijn, Bern, Stockholm alles zOu terecht zijn ge komen. De president, mr. Jolles, gelooft er niet veel van. En dat valsche aandeel dan? Waar kwam dat vandaag; zeker uit Parijs toegestuurd gekregen. Die valsche H.V.A.-aandeelen kwamen immers indertijd ook uit dien buurt? Verdachte weet het niet. In ieder ge val doet hy over dit onderwerp geen nadere onthullingen. De Belgische stationschef, een kleine man in een bontjas gehuld, is over zyn promotor niet erg tevreden. „M'n geld stond zoo vei lig op de Spaarbank. Maar ik dacht, dat die deftige meneer het wel beter zou weter.. En ik kon wel een duitje gebruiken Requisitoir. Het woord is dan aan den procureur- generaal mr. Versteegh. „Ik heb met verwondering gehoord, dat deze verdachte een straf van een jaar on rechtvaardig vindt en dat hij z.i. onschul dig veroordeeld is. Verdachte is thans met een andere lezing gekomen; zooals van een deel van de feiten, als van zyn aandeel daarin. Doch ook bij deze veranderde lezing is een veroordeeling op deze dagvaarding zeer wel mogelijk. Ten behoeve van hem is aan een bank te Amsterdam 10.000 fres. overge maakt door den chef Hij had er de beschik king over, en of zijn broer het nu gebruikt heeft of hijzelf, doet er niet toe. In hoofdzaak is de chef bewogen het geld te sturen door den brief. De Belg is „lekker gemaakt met leugens. Hy spiegelt hem ont zaggelijke winsten voor uit het concern, waarbij hij verd. voor anderhalf mil- lioen francs zou zyn betrokken. Kan duidelyker de oneerlijke oogmerken blijken aldus het O.M. dan uit dezen brief? Wie het geld van de bank te Amster dam heeft gehaald, doet er niet toe. Komende tot de strafmaat merkt de procu reur-generaal op, dat deze zaak hoogst ernstig is. Een arm man is zyn spaarduitjes kwijtgeraakt, hy kreeg er slechts een waar deloos vodje papier voor in de plaats. De rechtbank heeft hem een jaar opgelegd. Een lage straf, omdat hy in dienzelfden tijd voor andere feiten is veroordeeld Spr. kan zich straf vereenigen en requireert wagens oplichting een gevaneenis- 'trafvanéénjaar. De verdediger mr. H. K. W. Worst pleitte vrijspraak; subs. drong hy op clementie aan Arrest 16 Februari. (Van onzen Stockholmschen correspondent.) De verklaringen over de wenschelijk- heid van overleg tusschen de Oslo-staten om tot vermindering van handelsbelem meringen te komen, die minister Colijn een week of wat geleden in een gesprek met een medewerker van een viertal groote bladen in Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden aflegde en de rondreis door Noorwegen en Zweden, waarvan minister Deckers en ministei Gelissen thans teruggekeerd zyn, heb ben m Scandinavië een verrassende be langstelling gewekt, een belangstelling, die vooral tot uiting komt in vele be schouwingen in de pers en die dan ver rassend genoemd kan worden omd.it deze pers zich de enkele goede uit zonderingen niet te na gesproken over het algemeen weinig aan Neder land gelegen laat liggen. Ik constateer slechts en oefen geen critiek, de Scandi navische pers interesseert zich over 't geheel genomen nu eenmaal minder voor gedachten en gebeurtenissen en stroomingen en omstandigheden in an dere landen dan de Nederlandsche pers dat pleegt te doen en de situatie van ons land is ook een andere dan die der Scandinavische landen en met de po sitie en de belangen is het evenzoo. Maar onder den invloed van verschillen de gebeurtenissen van de laatste jaren, van de nieuwe toestanden, die bezig zijn te ont staan, begint men hier in het Noorden al meer en meer te beseffen, dat men toch wel degelijk deel van Europa uitmaakt, dat men er niet meer zoo aan den buitenkant van staat als vroeger inderdaad het geval was, vroeger, toen een Finsche boer nog niet hoefde te tobben over prijsveranderingen op de wereldmarkt en de Deensche sociaal democraten en radicalen nog met een heel rustig hart voor nationale ontwapening kon den opkomen. En tegelijk met het ontwa ken van dit besef van verbondenheid met de rest van Europa blijkt men nu ook lang zamerhand in steeds breederen kring de be- teekenis van toenadering tot, van nauwer contact met die andere kleine en democra tische landen in het Noordwesten van ons werelddeel: Nederland en België, te gaan inzien. De staatslieden zyn voorgegaan, er wordt, zooals men weet door deze zes 'anfl DE KWAKZALVER FICK VEROORDEELD. 1500 boete of vijf maanden ge vangenisstraf. De rechtbank te Almelo veroordeelde hedenmiddag den Duitscher K. Fick, die in het noorden van Overijsel als kwak zalver is opgetreden, tot 1500 boete of vijf maanden hechtenis. Vorige week was tegen Fick bevesti ging van het vonnis van den kanton rechter geëischt, namelijk 1500 boete of zes maanden. den samen met Zwitserland herhaaldelijk gezamenlijk opgetreden op het internatio nale forum, dat Geneve heet, en bovendien worden België, Denemarken, Finland, Ne derland, Noorwegen en Zweden gemeenlyk de Oslo-staten genoemd op grond van hun aansluiting bij de Conventie van Oslo van 1930, die een samenwerking op het gebied van de douanetarieven beoogde, welke van vry veel beteekenis had kunnen worden wanneer de beteekenis van de invoerrechten als handelspolitiek wapen niet aanmerkelijk geslonken was doordat vele staten naar an dere, krachtiger middelen, zooals contingen- teering en quotaregeling, hebben gegrepen Maar terwijl men hier in het Noorden in dertijd betrekkelijk koeltjes stond tegen over de Oslo-conventie en de zaak bijvoor beeld in den Zweedschen Rijksdag met zoo'n redeneering van „baat het niet, dan schaadt het niet" in een oogenblik werd afgehan deld, heeft het initiatief van dr. Colyn tot nieuw overleg tusschen de Oslo-staten thans veel sterker de aandacht getrokken, wordt het in de pers, vooral in die van Zweden en Finland, druk besproken, terwijl de Noor- sche minister van buitenlandsche zaken, prof. Koht, aan de beide Nederlandsche mi nisters by hun vertrek uit Noorwegen een memorandum heeft meegegeven, waarin hy verklaart, dat de Noorsche regeering gaar ne bereid is deel te nemen aan besprekin gen, die het scheppen van een degelyken grondslag voor rationeel ruilverkeer tus schen de landen ten doel hebben. Ongetwijfeld is de belangstelling, die men thans in Scandinavië voor het initiatief van onzen minister-president aan den dag legt, voor een goed deel een gevolg van het feit, dat men er over 't algemeen precies eender over denkt, dat men evenals dr. Colyn in nauwere samenwerking op economisch ge bied een mogelijkheid ziet om de economi sche toestanden te verbeteren en daardoor op den duur wellicht ook de politieke span ningen te verminderen. En voorts heeft de toevallige omstandigheid, dat de ministers Deckers en Gelissen vlak na de publicatie van het interview met dr. Colijn naar het Noorden reisden, nog eens extra de aan dacht op diens uitlatingen gevestigd. Maar toch gelooven wy, dat in die belangstelling ook iets te bespeuren valt van het groeiende besef, dat de Oslo-staten, om het populair uit te drukken, in hetzelfde schuitje zitten, dat zy thans in verschillende opzichten op elkaar aangewezen zyn, dat Scandinavië meer dan tot nu toe contact met die twee staten aan de Noordzee moet zoeken en zich daarom meer voor deze landen moet interes seeren. Stemmen in dien geest zyn ook vroeger wel opgegaan, maar er werd dan meestal niet of nauwelijks op gereageerd, terwijl dergelijke opwekkingen thans wel gehoor schijnen te vinden. Het zou te ver voeren al die kleine voorvalletjes, al die op zichzelf misschien weinig belangrijke verschijnselen, die dezen indruk vestigen, op te sommen en bovendien is het soms moeilijk uit te maken of een bepaald verschijnsel inderdaad een uiting is van groeiende belangstelling voor ons land en/of België. De ruimere publici- eit, die Nederland de laatste jaren in de Zweedsche pers gekregen heeft, is er stellig één van, terwijl de omstandigheid, dat het aantal in het Zweedsch vertaalde Neder landsche boeken de laatste jaren niet onbe langrijk gestegen is, voor een goed deel toe- geschreven moet worden aan het vrijwel verdwijnen van Duitsche boeken uit de voor vertaling in het Zweedsch geschikte litera tuur en vooral aan het feit. dat Nederland tegenwoordig verscheidene auteurs heeft Johan Fabricius en mevr. Székely-Lulofs o.a. wier werk zeer in den smaak van het Zweedsche publiek valt. Evenwel zal de be kendheid, die een deel van onze moderne literatuur aldus in Zweden verworven heeft, weer bijdragen tot een grootere belangstel ling voor ons land en ons volk en zijn cul tuur, zooals de belangstelling, die men bjj ons voor Scandinavië koestert voor een zeer belangrijk deel voortspruit uit de ken nismaking met verschillende Scandinavische schrijvers en schrijfsters. Een belangrijke uiting van begrip voor d- groote beteekenis, die nauwer contact tus schen de Oslo-staten, tusschen de demo cratische en in beginsel vryhandelsgezinde staten in het Noordwesten van Europa kan krijgen in dezen tyd van autarkie en dicta tuur, en een krachtige opwekking tevens om samenwerking te zoeken, is een kort geleden by de Noorsche uitgeverij Gylden- dal Norck Forlag verschenen boek, „Den Hollandske Kunst" van den Noorschen kunsthistoricus dr. Harry Fett. Wie het vluchtig doorbladert en eigenlijk alleen maar die ver over de honderd reproducties van meesterwerken van Frans Hals en Rem- brandt en Vermeer, Van der Helst en Van Ostade en al die anderen ziet, krijgt den in druk, dat het een werk is zooals er zoo vele zyn, een studie over de werken van de Hol- landsche Meesters. Maar Harry Fett is een man, die gaarne verband wil leggen tus schen verschijnselen van vroeger en ver schijnselen van nu, een kunsthistoricus, voor wien kunst feitelijk altijd historie is en wanneer men slechts den titel van het eerste, inleidende hoofdstuk leest, „Neder land en de groote mogendheden", en ziet, hoe hy daar het Spanje van Philips n een imperialistischen dictatuurstaat noemt, dan wordt het reeds duidelijk, dat hij niet alleen maar een kunsthistorische beschouwing wil geven, doch ook in die oude Hollandsche kunst iets zoeken wil en natuurlijk vin den zal dat den menschen van dezen tijd een les kan zyn. Dan bemerkt men, dat Harry Fett's boek behalve een belangwek kende cultuurhistorische studie ook een hoogst actueel politiek geschrift is. Hy betoogt onder andere, dat er uit de kunst van de oude Hollanders veel te leeren valt omtrent hun opvattingen en idealen en ook omtrent de geestelijke krachten, die hen in staat stelden den langen, zwaren strijd tegen Spanje vol te houden. Hy be toogt verder hoe men in de voorliefde, die Rembrandt koesterde voor Joodsche types, voor arme stakkers een uiting zou moeten zien van den afkeer, dien kleine volken, kleine staten hebben van geweld en machts misbruik, hoe voor Rembrandt die Joden, die verdrukten een symbool geweest zouden zyn van het lot der kleine staten, maar ook van hun voortdurenden strijd tegen de ge- welds- en machtspolitiek der groote mogend heden. Zoo komt de Noorsche kunsthistoricus er toe, Rembrandt te beschouwen als het genie, dat na eeuwen nog zyn volk den weg zou kunnen wijzen, zoo komt hij in het laatste hoofdstuk hoofdstuk, dat „Holland en het Noorden" tot titel draagt, er toe, te sprexen van het front van Willem den Zwijger en Gustaaf II Adolf, van Rembrandt van Rijn en Björnstjeme Björnson, dat de kleine staten, voortbouwend op hun groote tradities, zouden moeten vormen om, zooals de laatste dezer vier groote weg-wyzers meer dan dertig jaar geleden reeds betoogde, een waarborg te scheppen voor dat, waar de menschheid het meest naar verlangt, voor den wereldvrede. En hij beëindigt zijn boek met te vragen of het eigenlijk niet de plicht van de Oslo-staten is hun humanistische standpunt zoo scherp mogelijk te formu leeren en zoo krachtig mogelijk te verdedi gen en of er niet een vruchtbare wissel werking tusschen Nederland en het Noorden zou kunnen ontstaan door een nauwere cul- tureele samenwerking tusschen deze landen, door een, zooals hy het noemt, geestelijke Oslo-conventie. Het boek van dr. Harry Fett is in Noor wegen goed ontvangen en dezer dagen lazen wij, hoe een andere bekende Noor, prof. Francis Buil, zijn volledige instemming met de in dit boek geuite gedachten betuigd heeft en de aandacht vestigde op een pas sage in een krantenartikel van Björnstjeme Björnson uit 1891, waarin deze zijn groote bewondering uitsprak voor Willem den Zwijger dien hy zijn „historische held" noemde En ook deze uitlatingen van prof. Buil werden een appèl om nauwer contact met Nederland te zoeken, nauwer contact tusschen Nederland en het Noorden. Er bestaat een uit geestverwantschap en ondei den druk der internationale omstan digheden gegroeide Scandinavische samen werking op verschillend gebied tusschen de kleine democratische staten in het Noordwesten van ons werelddeel. Het bezoek van de beide Nederlandsche minis ters en het initiatief van dr. Colyn, dat niet alleen met belangstelling maar ook met sympathie begroet is en instemming gevon den heeft in de leidende kringen in Dene marken en Finland en vooral in Noorwegen en Zweden, zullen slechts een zoodanige samenwerking kunnen bevorderen. Waaron. de voorkein aan een dagbladadvertentie? We! enkel dan alleen krijgt gij van elk attentie! J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 8