Het groene oog van Baa-AI. De grondwetswijziging goedgekeurd. De crisis bij de Belgische socialisten, PARLEMENT Behandeling Indische begrooting voortgezet. Dr. Colijn maant tot voorzichtigheid Minister Spaak blijft voor verrassingen zorgen. Hij spreekt zich uit voor een socialisme met nationalen inslag. In een strijdlustige atmosfeer. (Van onzen parlementairen medewerker). Donderdag 11 Febr. was de voor de eind stemming over de wetsontwerpen tot wijzi- zing van de Grondwet aangewezen dag. De stemming zou bij den aanvang der verga dering geschieden, doch eerst vroeg de heer Smeenk (a.r.) een interpellatie aan over de weigering van de verbindendverklaring van de ondernemersovereenkomst in het steen bakkersbedrijf, en in het bakkersbedrijf te Amsterdam en Rotterdam, over welk ver zoek hedenmiddag zou worden beslist. Er staat reeds een interpellatie-Wendelaar op de agenda over de sluiting van genoemd bakkersbedrijf, benevens over den wettelij- ken grondslag waarop dit berust, zoodat de Kamer binnenkort de gelegenheid krijgt, van alle kanten deze zaak te bekijken. De stemmingen. De Kamer was zeer goed bezet gistermid dag, toen er gestemd zou worden over de Grondwetswijziging. Slechts vier leden wa ren afwezig, van wie zeker twee (en ver moedelijk wel alle) wegens ziekte. De heer Boon (lib.) is al geruimen tijd vrij ernstig ongesteld, de heer van Voorst tot Voorst (r.k.) schijnt er veel erger aan toe te zijn, zoodat hem dezer dagen de laatste sacramen ten zijn toegediend, en de heer Vervoorn (plattel.) en mej. Katz (c.h.) staan, naar we meenen begrepen te hebben, ook op de zie kenlijst. Voordat de stemming begon, legde de heer Sneevliet (rev.-soc.) een korte verklaring af, waarin hij mededeelde tegen de wets ontwerpen te zullen stemmen, daar de strekking dezer Grondwetsherziening z.i. reactionnair is. Hij heeft, gelijk men zal zien, ten aanzien van één ontwerp een uitzonde ring gemaakt. De Kamer heeft alle wetsontwerpen aan genomen. Het ontwerp tegen de revolution- nairen en dat, waarin de bepalingen betref fende de beperkte immuniteit der Kamerle den en beperkte verkiesbaarheid zijn opge nomen, behaalden een meerderheid, die nu nog weliswaar voldoende was, maar die bij de tweede lezing door de nieuwe Kamer, wanneer een meerderheid van 2/3 wordt vereischt, wel eens te weinig zou kunnen blijken. De tegenstemmers gaven van hun goede verwachtingen voor de toekomst met uitroepen en ondefinieerbare geluiden blijk. We zullen hieronder eerst den uitslag van de stemmingen laten volgen. Het ontwerp inzake het inkomen van de Kroon werd aangenomen met 915 stem men. Tegen: de communisten en de heer Sneevliet (rev.-soc.) Het ontwerp inzake de schadeloosstelling en het pensioen der Kamerleden werd aan genomen met 92 tegen 4 stemmen. Tegen: de communisten. Het ontwerp betreffende de aanstelling van ministers zonder portefeuille werd aan genomen met 84 tegen 12 stemmen. Tegen: de heer Duys (ex-s.d.a.p.), de communisten, de heeren Sneevliet (rev.-soc.), Arts (k.d. p.), Lingbeek (h.g.s.), de Staatk. Gerefor meerden, mr. Westerman (ex-n.h.) Het wetsontwerp inzake de evenredige vertegenwoordiging „binnen door de wet te stellen grenzen" werd goedgekeurd met 81 tegen 15 stemmen. Tegen: de communisten, de Staatk. Gereformeerden en de heeren v. Houten (c.d.u.), Arts, Lingbeek, Westerman, Duys, Sneevliet, Coops (v.b.) en Vos (v.b.) Het ontwerp inzake de mogelijkheid van uitsluiting van revolutionnairen uit verte genwoordigende lichamen werd met 8036 stemmen aangenomen. Tegen: de s.d.a.p., de communisten, de vrijz.-dem., de heeren Wes terman, van Houten, Sneevliet, Arts en Duys. Het ontwerp inzake het instellen van openbare lichamen voor beroep en bedrijf werd goedgekeurd met 81 tegen 15 stem men. Tegen: de communisten, de liberalen, de Staatk. Geref., de heeren Lingbeek en Sneevliet. Het ontwerp betreffende de „Nederland- sche Antillen", de staatssecretarissen, de parlementaire immuniteit (opgeheven voor opruiing en schending van geheimen), ver kiesbaarheid tot Kamerlid niet toegelaten voor hen, die tot een straf langer dan eén jaar gevangenisstraf zijn veroordeeld, was daarna aan de beurt. Dit was het ontwerp ten aanzien waarvan de heer Albarda Dinsdag nog een splitsing had trachten te verkrijgen, te vergeefs ech ter. Aan de stemming hierover gingen eenige „korte verklaringen" vooraf. De heer Kersten zeide, dat zijn fractie be zwaren had tegen de eventueele benoeming van staatssecretarissen en daarom niet mede zou kunnen gaan. De heer Albarda (s.d.) herhaalde nog eens de ernstige bedenkingen van zijn frac tie tegen de beperkte verkiesbaarheid en immuniteit, uit hoofde waarvan zij zich ge noodzaakt zag tegen te stemmen. Ten slotte bleek zijn ex-partijgenoot niet*voor de staatssecretarissen te voelen en kon de re geering dus ook zijn stem wel afschrijven. Het ontwerp werd aangenomen met 56 te gen 40 stemmen. Tegen: de s.d.a.p., de v.d., de communisten en de heeren Sneevliet, van Houten, Lingbeek, Westerman, Duys, Arts en de Staatk. Geref. Het laatste ontwerp, betreffende de addi- tioneele artikelen, waarbij geen wijzigingen van beteekenis betrokken zijn, werd z.h.st. aangenomen. De communisten vroegen aanteekenmg, dat zij geacht wilden worden te hebben te gengestemd. Voortzetting Indische begrooting. Daarna kon de behandeling van de Indi sche begrooting worden voortgezet Een zestal sprekers bleek nog „afgewerkt te moe ten worden". Van dezen sprak de heer K. ter Laan (s.d.) uitsluitend over de herberekening van de pensioenen en over salariskwesties, ten aan zien waarvan hij hemelsbreed van de op vattingen der regeering bleek te verschil len. Hij zag de toekomst reeds zoo rooskleu rig in, dat hij weer tot nieuwe uitgaven voor verhoogingen van salarissen van z.i. te laag bezoldigden landsdienaren .wilde over gaan en de pensioenkorting geheel wilde prijsgeven, met behoud evenwel van de verhooging voor de oud-gepensionneerde militairen. De heer Rutgers van Rozenburg (c.h.) had eveneens ernstige bezwaren tegen de korting. Zoolang deze tijdelijk was, lieten de ambtenaren zelf den nood van de schatkist het zwaarst gelden, maar nu kwam de zaak in een ander licht te staan, zoodat de re geering aandachtig de situatie van een paar groepen van gepensionneerden behoorde te bekijken. Toegegeven kon worden, dat er goede dingen in het ontwerp staan, weshal ve deze afgevaardigde neiging had om vóór te stemmen, maar hjj wilde toch eerst den minister nog wel eens hoorei). De heer van Dijk (a.r.) daarentegen steunde de motieven der regeering. De ge dane concessies zijn z.i. waarlijk niet onbe langrijk; een bedrag van 4 millioen wordt toch maar prijsgegeven. De financieele toe stand is, volgens den vice-president der Ka mer, nog moeilijk genoeg en zal in de eerste jaren de uiterste zorg blijven vereischen. Verbetering kan alleen worden verwacht als de uitgaven zoo laag mogelijk blijven. De verschillen met 1933, toen de korting voor het eerst werd voorgesteld, zijn nog niet zoo groot, dat de Kamer nu dit wetsont werp zou kunnen en mogen prijsgeven. Dr. Moller was de derde spreker van den middag, die het over de pensioenen had. Hij was er heelemaal niet van overtuigd, dat de korting nog noodig was en de minister moest hem maar eens duidelijk maken, dat hy waarlijk de resteerende vier millioen niet kon missen. De heer van Poll had overigens in de avondvergadering bereids het stand punt der katholieke fractie vertolkt, waarbij de Tilburgsche taalgeleerde zich kon aan sluiten. Heel veel wat niet reeds al gezegd was, hebben de heeren overigens niet verteld. De heer van Dijk kon zich over het algemeen met de inzichten van den minis ter betreffende den economischen en den financieelen toestand van Indië best ver eenigen. Hij meende tegen te groot, opti misme nadrukkelijk te moeten waar schuwen en drong er op aan dat de uit gaven scherp zouden worden bewaakt. Een heffing van 2 pet. van het bijzonder invoerrecht achtte hij voldoende; met de instelling van een rubberfonds kon hij zich vereenigen. Voor het interpellatierecht, waar de Volksraad in een adres om vraagt, vond hij dit college nog niet rijp; evenmin is de staatkundige ontwikkeling van Indië reeds zoover gevorderd, dat men den „dominionstatus" eraan zou kunnen toekennen. De heer de Geer (c.h.) hield een tech- nisch-financieele beschouwing over uit voerrechten en extra-uitvoerrechten. Omdat het een overbruggingsmaatregel was en de Regeering het bijzonder tijdelijk extra-uitvoerrecht nadrukkelijk als zoo danig had gemotiveerd, had hij er geen bezwaar tegen. Met betrekking tot het interpellatierecht voor den Volksraad wilde hy gaarne eerst het antwoord van den minister vernemen. Uitsluitend over handels- en bedrijfs- aangelegenheden sprak de heer Korten- horst (r.k.). Hij drong aan op meer voor lichting van de Nederlandsche en de Indi sche industrie en handel omtrent de afzet mogelijkheden over en weer en bepleitte uitvoerig een coördinatie van de Neder landsche en Indische industrialisatie plannen, teneinde eikaars belangen te dienen en concurrentie te vermijden. Hij zou wenschen, dat er een particuliere or ganisatie in het leven werd geroepen, welke dit vraagstuk onder de oogen zou zien en meende, dat hier een taak kon lig gen voor het Koloniaal Instituut, Minister Colijn vangt zijn rede aan. Het debat is ter»lotte aan den minister van Koloniën toegekomen. Dr. Colijn heeft nog een half uurtje gesproken, waarin hij enkele afzonderlijke punten behandelde. Hij begon in na volging van enkele leden met zijn vreugde er over uit te spreken, dat ook Indië (de West niet te vergaten) zoo vele blijken van hartelijk medeleven bij het huwelijk onzer prinses "had begeven. Met bijzondere waardeering maakte de mi- nisten gewag van dë overkomst van de Indische vorsten of hunne vertegen woordigers. Aan hun bezoek hechtte dr. Colijn hoogere waarde dan de heer Snee vliet, die er zich schamper over had uit gelaten en o.a. had gezegd, dat deze vor sten toch moeilijk als vertegenwoordigers van de dessa-bevolking konden worden beschouwd. Over de schenking van 25 millioen en de instelling van een rubberfonds, waar tegen niémand zich had verzet, behoefde de minister niet veel te zeggen. Wel was hy van oordeel, dat de gelden, welke uit dat fonds overblijven, niet uitsluitend voor de rubberproduceerende streken gereser veerd moesten blijven; wanneer voor een is bepaald gebied aan redelijke eischen voldaan, moet de Regeering de vrijheid hebben het geld voor andere nuttige doel einden te gebruiken elders in Indië. Van afschaffing van exorbitante rechten kan nog geen sprake zyn; de rede van den heer Sneevliet en zijn wensch om in Indië te worden toegelaten waren de bewijzen ervoor, dat de G. G. vooralsnog over deze buitengewone machtsmiddelen moet kun nen blyven beschikken. Wat de defensie van Indië betreft, kon de minister verklaren, dat, wanneer het vlootplan-Deckers en de reorganisatie van het leger zijn uitgevoerd, de verdediging van onze bezittingen met vertrouwen kan worden tegemoet gezien. Indië zal dan niet onaantastbaar zijn, doch krachtig genoeg, om aan een aanval weerstand te bieden totdat hulp van andere zijde opdaagt. Z. E. zeide het zelden met den heer Wes terman eens te zijn, doch één opmerking van hem had hij met instemming gehoord, namelijk, toen hij waarschuwde voor nieuwe groote uitgaven, nu er nog pas een streepje licht valt te zien. De bewindsman maakte den heer ter Laan er op opmerk zaam, dat het werkelijke tekort op deze begrooting nog 70 millioen is. Voor verbe- teteringen, waarvoor men niet te diep in den buidel behoeft te tasten, is dr. Colijn te vinden. Vandaag zou hij zijn rede vervolgen. (Van onzen correspondent). In ee-< strijdlustige atmosfeer. Brussel, 10 Februari 1937. Over 't algemeen verdient het niet zooveel aandacht als een minister uit een bepaalde regeering treedt, omdat er toch immer iemand zal worden gevonden om hem te vervangen, doch het vertrek van Em. Vandervelde, den 71-jarigen vöórzitter van de socialistische partij, uit de nationale regeering-Van Zeeland heeft gevol gen en. is gebeurd j» een zoo strijd lustige atmosfeer dat het als politieke gebeurtenis alle banaliteit verliest. En in verband hiewpee zou men zich kunnen verdiepen, i*i veronderstellin gen en beschouwingen nopens de toe komst van de Belgische regeering en haar leider,, maar d^t gelijkt op een schaakspel^ waarin ,-men de- zetten door een ander moet laten doen, wiens inzichten men niet kent. Overi gens is de Belgische' politiek, wat dat betreft voor 't buitenland, slechts in zooverre ipte-essant als zij verband houdt met de groote internationale stroomingen welke de openbare mee ning in de verschillende Westersche Staten thans beroeren en het is juist in dat opzicht dat de jongste gebeur tenissen andermaal nadere beschou wing verdienen. Het blijkt dat in België systematisch wordt gewerkt aan den opbouw van nieu we politieke opvattingen, a la Van Zee land, dat is in een geest'van nationale con centratie. Gy herinnert u hoe nog niet zoo lang geleden aan den heer Van Zeeland het inzicht werd toegeschreven een nieu we partjj te stichten op deze basis, met een vooruitstrevend sociaal programma, frissche economische en financieele op vattingenom dit zoo te noemen maar gesteund, in elk opzicht, op een na tionale basis. Men heeft het toen voorge steld dat Van Zeeland, van huis uit katho liek alhoewel hij geen politiek taris is, een politiek waarin van de socialisten datgene zou worden overgenomen wat ten voordeele zou strekken van de volksgemeenschap, zich hoofdzakelijk steunende op een solidariteitsbeginsel dat alle sociale klas sen vereenigt. Aan de andere zijde, zoo werd dan verder gezegd, zou hy deze politiek opbouwen in den geest van de andere partijen, dat is nationaal, met het oog op den binnenlandschen en buiten- landschen vrede. wou zien manda- voeren 133. Vlak bij de ingang deed Jet een vreemde vondst. Daar lag een groene steen van dezelfde vorm en bijna dezelfde glans als het Groene oog van Baa-al. Je kon echter duidelijk zien, dat hij niet echt was. Dokter Bergman, die vermoedde dat de Amerikaan hier meer van wist, liet deze de steen zien, 134. Hassan was intusschen eens op on derzoek uitgegaan. Hij had in de wildernis gewoond en het was voor hem een klein kunstje om aan voetafdrukken op de vloer te zien, dat hier de laatste tijd wel meer mensen waren geweest. Criiii-pHblicofa. De Nederlanddsche Veehouderijcentrale maakt bekend, dat de prijzen der varkens boven het zoutersgewicht, welke bestemd zullen worden om voor uitvoer, anders dan als bacon, te worden geslacht, voor de week van 8 tot 13 Februari 1937 als volgt zyn gewijzigd: tot 100 K.G. geslacht kwaliteit A 58 cent kwaliteit B 56 cent kwaliteit C 54 cent van 101-125 K.G. geslacht 55 cent van 126-150 K.G. geslacht 54 cent van 151 K.G. geslecht en daarboven 53 cent alles per K.G. geslacht gewicht. De prijs der varkens, welke bestemd zyn, om levend te worden uitgevoerd, blijft op 45 cent per K.G. levend gewicht gehand haafd. Van Zeeland Van Zeeland's werk. Men moet toegeven dat zulks een ver leidelijk programma is, dat een rustig overleggend publiek moet bekoren. Van Zeeland heeft geen logenstraffing gespaard wat betreft zyn inzichten nopens de op richting van een nieuwe party, maar hij is reeds een heel eind gevorderd bij de pogingen om in de andere partijen een geest tot stand te brengen zooals die door hem wordt "ewenscht en voorgestaan Vooral bij de socialisten zijn de resultaten zeer opvallend, omdat het internationale karakter van deze partij het meest op den voorgrond trad, tot dusver, naast haar revolutionnairen geest, en ook omdat de internationale gebeurtenissen van dien aard zijn dat zij tot bepaalde besluiten verplicht is. Van Zeeland heeft zijn vrien den een blad laten stichten, dat onder leiding staat van een zeer bekwaam jour nalist, den heer Hislaire, gewezen hoofd van den persdienst van de regeering en waarin de opvattingen van den eersten minister worden verdedigd. Op den voor avond van het debat dat in den algemee- nen raad van de socialistische party moest plaats hebben nopens het aftreden van den heer Vandervelde als minister, heeft de heer Spaak in dit blad een persgesprek laten verschijnen dat een schakel te meer vormt in de ontwikkeling welke door de zen politieken man is ondergaan sedert enkele jaren en waarover wij u reeds herhaaldelijk hebben gesproken. Dat ge sprek is een nieuw feit, is, voor het bin nenland, een ware politieke gebeurtenis en men zou niet den minsten politieken zin moeten hebben om niet te voorzien dat zy nog door andere zal worden gevolgd, welke zoo niet door den heer Spaak of zijn vrienden, dan toch door hun tegenstan ders zullen worden uitgelokt. De verkla ringen van den heer Spaak hebben geen genoegen gedaan in de officieele kringen van de socialistische partij en op de ver gadering van den partijraad van vandaag heeft een lid al dadelijk het interview aan de orde gesteld. Het zal dus ter sprake komen. Het feit dat het niet in de party is, dat Spaak zijn zoogenaamde doctrinale wijzigingen heeft uiteen gezet, is op zich zelf van beteekenis. Dat is een inbreuk op de partijtucht. De geest ervan, de formu leering toont eer.s te meer het diepgaan de meeningsverschil aan dat hem van sommige leiders der partij scheidt. Het debat dat in den partijraad werd gevoerd over de ministerkwestie heeft zulks ove rigens bevestigd. Er is een kloof tusschen Spaak en Herin de Man eenerzjjds en Vandervelde ander zijds een kloof welke voorloopig niet te overbruggen is. In de partij is de strijd nu ontbrand om het meesterschap. Spaak is een te slimme strateeg om niet te beseffen dat een breuk met de partij op het oogen- blik volstrekt ongelegen is. Van meer belang is 't de partij met zich mee te kry- gen. Voorloopig is het de vraag of hy zal worden gevolgd. Alleszins heeft de par tijraad in de zaak met Vandervelde niets meer gedaan dan eenvoudig akte nemen van het ontslag, met de uitdrukking van zijn vertrouwen in zyn voorzitter. Verklaringen van Spaak. Spaak heeft intusschen een belangryken weg afgelegd. Na zyn ophefmakende ver klaringen over de buitenlandsche politiek van het land, die ook het nationale begin sel huldigden, komt hy er thans voor uit dat zijn gedachten zich hebben ontwik keld. De politieke oprechtheid moet niet worden gemeten naar de onveranderlijk heid van de politieke leerstellingen die eenmaal werden aanvaard. Hii verbaast er zich over, dat het triomfeerende fascis me en de Russische revolutie de ideeën over het democratische socialisme van de vorige eeuw onveranderd hebben gelaten. Spaak meent een strooming te moe- ton opmerken voor meer orde, gezag en verantwoordelijkheid in het raam van de democratie en voor meer sociale rechtvaardigheid. Hij wenecht ook meer verdraagzaamheid en met de Belgische bisschoppen wer«cht hij dat in België politieke formaties zou den tot stand komen in Angel-Sak- sischen geest, opdat in politiek op zicht de slagboomen zouden verdwij nen die personen met dezelfde sociale inzichten van elkander verwijderen, en die uitsluitend confessioneel zyn. Hij beschouwt met Henri de Man de christelijke beschaving als fundamen teel voor onze beschaving. Hij aan vaardt de benaming van „nationaal"- socialist; Internationale samenwerking is onmogelijk zonder rekening te hou den met de nationale feiten. Daarom moet het socialisme andere sociale klassen tot zich trekken. Er bestaat een sociale solidariteit. Spaak spreekt zich dan ook uit voor een cultureel federalisme in België en voor een zeker corporatisme, in het raam van een democratischen Staat, dat is met ad- viseerende en voorbereidende waarde, elk besluit berustende by de uitvoerende macht, onder controle van het parlement Dit moet niet naar het clicheeren leiden van de huidige sociale verhoudingen, al dus de minister, maar naar grootere aa menwerking in de ondernemingen. Aan de arbeiders een grootere verantwoordelijk heid opleggen, samen met betere arbeids voorwaarden is voor hem een middel tot socialen vooruitgang, niet tot proletarisee ring. Sprekende over de Staatshervorming gaf hy te kennen, dat deze neiging slechts het verlangen is naar een gezonden terug keer tot ware democratische toestanden, steunende op controle van het verantwoor delijk uitvoerend gezag. Nopens de sa menwerking met communisten verklaarde hy dat het woord communisme geenszins beantwoordt aan zyn vroegere beteekenis. Het communisme in Sovjet-Rusland is niets anders dan een proletarisch fascisme, dat nooit of nimmer de vroeger gekoes terde hoop op een eerste so^alistische be- schavink zal verwezenlijken. Aldus het essentieele van de verklarin gen van den minister van buitenlandsche zaken. Dit zou nog kunnen worden aange vuld door verklaringen van minister de ManZy bewyzen hoe fijn de minister de openbare meening aanvoelt. Hy wordt een populair man in België eenvoudig omdat hy voor het eerst aandurft waar heden als een koe luidop te bevestigen. Er zit dynamisme in alles wat hy heeft ver klaard, jonge levenskracht en socaal op timisme in alles wat hy heeft verklaard, jonge levenskracht en sociaal optimisme, zooals in den besten tyd van het gezonde liberalisme in België, waarin de voorvade ren van Spaak een groote rol hebben ge speeld. Zoo zet hy een waardige traditie voort. Zijn opvattingen zijn ook meer li beraal dan wat anders, het resultaat van vrij onderzoek. De tyd is reeds ver achter den rug dat Spaak de antipathie opwekte van oprechte lieden, omdat hy slechts uit politiek opportunisme van meening scheen te veranderen. Zij houding steekt schril af bij de houding van een Cam. Huysmans b.v., die met zijn Spaansche reis in de Kamer een vuistgeveht heeft doen ont staan dat den heer Goseling, leider van de Nederlandsche Kamerfractie, toevallig aanwezig in een tribune, wel een zonder ling idee moet hebben gegeven van de Belgische parlementaire werkwijze. Huys mans is de man vol paradoxen en cynisme met een allesbehalve democratische hoog hartigheid. Een Spaak bewijst heel wat meer diensten aan de democratie dan een man als Huysmans, omdat hij het leven niet als een spel maar als een resultaat beschouwt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6