De draaihartigheid in on^e~k^or Land- en Tuinbouw Bijeenkomst van de Provinciale Commissie. LEZING VAN Dr. LEEFMANS. Spott De Zesdaagsche te Antwerpen. 'fitomHaaal 'flieums BROEK OP LANGENDIJK HEERMUGOWAARD SCHERMERHORN In het Paviljoen Kinheim kwam gister middag de Prov. Commissie uit de veilingen in Noordholland met de afgevaardigden uit de veilingen bijeen om een en ander te ver nemen over de onderzoekingen van dr. Leef- mans naar de oorzaak van de draaihartig heid by onze koolsoorten. De vergadering werd ook bijgewoond door den inspecteur van den tuinbouw, den heer Van der Plassehe, den heer v. Poeteren, hoofd van den Plantenziektenk. Dienst! den heer mr. Backer, chef van de eerste afdeeling van de Prov. Griffie en door den heer Rietsema, tuinbouwconsulent, die door den voorzitter, den heer J. Ootjers, speciaal welkom werden geheeten. De heer Van der Plassche herinnerde aan de nadeelige gevolgen, welke de tuinbouw sinds jaren van de draaihartigheid onder vindt. De •directeur van den landbouw achtte hierover een rapport wenschelijk, terwijl de Plantenziektenkundige Dienst -ich over de kwestie in verbinding had ge steld met de Prov. Commissie uit de veilin gen en overeenkomstig den wensch van den directeur-generaal van den Landbouw wer den de onderzoekingen gemeenschappelijk verricht. Wij hebben ons aldus spr. gelukkig geacht Dr. Leefmans bereid te vinden, het onderzoek naar de draaihartigheid op zich te nemen. Namens den dir.-gen. van den landbouw sprak spr zijn vreugde uit over de goede samenwerking, die verkregen is. Dr. Leefmans bracht dank aan den plan- tenziektekundigen dienst, aan den heer v. Herwijnen en aan den heer Rietsema voor den steun aan hem bij zijn onderzoekingen verleend. Reeds in 1907 zoo vervolgde spr. schonk prof. Quanjer aandacht aan het on derwerp. Hij determineerde de mug en stelde den samenhang tusschen de draaihartigheid en de mug vast. Bovendien legde hij zijn oor te luisteren in de practijk. Hij wist reeds, dat er drie aanvallen per jaar waren en had verschillende proeven ter bestrijding van de draaihartigheid genomen. Na hem werd er door den DlantenziekteVundigen dienst wel gecontroleerd, doch een eigenlijk onderzoek had daarna pas plaats in 1929 door Stiethoff, die eveneens biologische waarnemingen deed. doch slechts 21/2 maand aan het vraagstuk kon werken. Hij deed verdienstelijke pogingen om het ver band tusschen het klimaat en de plaag vast te stellen en door hem weten wij, dat de bodemtemperatuur iets hooger is dart de luchttemperatuur, doch het verband tus schen het klimaat en de plaag wist hij niet vast te stellen. De eieren van de mug gen waren nog niet bekend. Dit was wèl het geval in het buitenland, waar in 1912 de Engelschman Taylor daarover mededeelin- gen publiceerde, we'ke publicaties evenwel aan Stiethoff waren ontgaan. De Fransche onderzoeker Olanbel, die in 1931 in Parijs werkte, vond, dat er 3 gene raties waren, waarvan de eerste de grootste schade deed en hij gaf als middel kali bemesting aan. Nog een andere Franschman meende iets bereikt te hebben met afweerstoffen, waar door de specifieke geur van de kool wordt gemaskeerd. Die geurstof blijft echter kor ten tijd merkbaar in de openlucht. Er kan wèl gezegd worden, dat in het buitenland geen afdoend middel tegen de draaihartig heid is gevonden. Hoewel heel wat van de biologie bemerkt was, was niet bekend, hoe de insecten-vluchten neerkwamen. Spr. vond dit juist van veel belang, want daarin ligt een sleutel voor de oplossing van het vraagstuk. Met medewerking van den heer v. Her- wynen zyn de vluchten vastgesteld met be hulp van een vangtak. Voor de practijk zitten daaraan belangrijke consequenties vast. De plaats, waar de eieren worden ge legd, ligt aan de basis van den groenen kegel van de kool. Het aantal varieert van 448 en een gedeelte is onbereikbaar, omdat het zit in opgerolde blaadjes. De eieren zijn heel, heel klein. 1/41/3 m.M. lang en 0.07 m.M. dik. Het is dus een heele toer ze te vinden. De larfjes blyven een dag zitten, komen dan in het oksel van het blad of kruipen naar binnen. Ze laten zich ook in den grond vallen. De oudere larven kunnen 2 c.M. ver springen. Het eigenlijke fok- stadium is 6 a dagen. De duur van de ge- heele generatie bedraagt 2536 dagen. Gewoonlijk verkleuren zy tot geel-wit. Later worden ze meer donker-geel. De voeding- wyze is een veelomstreden zaak. Daarover bestaan 3 theorieën. In ieder geval zijn het echte galvormers en zy bergen zich zoo goed op, dat ze prac- tisch by sluitkool met bespuiting niet be reikbaar zyn. De larven zijn licht-schuw en het is moeilijk ze waar te nemen, maar toch gelooft spr. met Olanbel, dat zij de planten Prikkelen tot vochtafscheiding en dat zy zich daarmee voeden. Zeker is, dat er een prikkel op de plant wordt uitgeoefend, waardoor de galvorming ontstaat zonder dat het blaadje beschadigd wordt. Relatief is nog niet opgehelderd, wat de stoffen zyn, die de galvorming veroor zaken. Men stuit nog op onoplosbare dingen, maar vermoedelijk kan iets bereikt worden door keering van den grond in het najaar of voorjaar. De muggen krijgt spr. heel vroeg in het voorjaar uit kassen. Het is gebleken, dat de ontpopping al plaats vindt by tem peraturen onder de 20° C. B.j lage tempera turen zijn de wyfjes traag en leggen geen eieren. De muggen komen verschillende uren van den dag uit en de activiteit is bij warme temperaturen zeer groot. Uit een bak van een 1/2 M3. verkreeg spr. 3 muggen, het geen 18600 per are beteekent. De versprei ding in den grond is zeer onregelmatig. In gevangenschap bedraagt de levensduur van de muggen 15 dagen, doch spr. gelooft niet, dat ze buiten zoo lang leven en vooral niet als de temperatuur hoog is. Buiten schat spr. den levensduur op 10 dagen. De muggen nemen wel degelijk voedsel op, het is dus mogelijk, ze te vergiftigen. In kleine ruimten leggen ze de eieren moeilijk. Bij sluitkool is het niet mogelijk met inseeïde te werken. Met zeepspiritus schaadt men de plant en bovendien leveren larven, die 24 uur in zeepspiritus hadden gelegen, nog muggen. Met nicotine-preparaten is dat niet het geval, maar daarmee krijgt men het eene jaar resultaten en het andere jaar geen, er moet dus nog iets anders in het spel zijn, wat nog moet worden onderzocht. Spr. heeft vele proeven genomen en zal daarmee het volgend jaar nog doorgaan. Hy meent, dat men by sluitkool met preparaten moet wer ken in het eerste stadium, wanneer het hart van de plant zich nog niet door een gal ge sloten heeft. De muggen zijn gevoelig voor pireterium. Maar naar een kleverige stof, die lang kleefstof blijft om de muggen op te vangen, moet nog worden gezocht. Ook ge lukte het niet de muggen te vangen met mosterdolie. De eerste periode, waarin de muggen uitvliegen, valt tusschen 15 Juni 1 Juli. De tweede vlucht van 12 Juli 2 Augustus en de derde kleine vlucht van 19 Augustus27 Augustus. Het is echter mogelijk, dat er een vaste tyd is, waarin de muggen uitkomen, maar verband tusschen de temperatuur en de plaag is er wel. omdat bij lage temperatuur de muggen wèl uit komen, maar de wijfjes geen eieren leg gen. Een geheimzinnig verschijnsel noemde spr. draaihartigheid bij planten in bepaalde kassen, terwijl de draaihartigheid in bakken weinig voorkomt. Een lichtpunt. Uit deze waarnemingen valt voor de bloemkool een lichtpunt te constateeren. De planttijd van de bloemkool is 1 Juli. Meestal zijn de planten al geïnfecteerd, maar wy kunnen zorgen, dat ze niet geïnfecteerd worden uitgeplant. Wanneer wij in het na jaar koolsoorten planten, die geen spruiten hebben, dan is er weinig kans, dat er larven aanzitten en men vergete niet, dat het bij bloemkool zeer funest is, planten uit te zetten, die reeds draaien Spr.'s plan is, by de bloemkool de planten 10 dagen later uit te zetten om de vlucht van de muggen te ontgaan. In de practijk is dit mogelijk gebleken. Wenschelijk is, het plantenmateriaal te be trekken uit een daarvoor geschikt gemaakt warenhuis. Handelt men aldus, dan bereikt men zeker, dat de planten voor 75 vrij blyven van draaihartigheid. Ook bij de teelt van sluitkool kan men met 't uitplan- ten rekening houden met de vlucht van de muggen en het uitplanten van niet-geïnfec- teerd materiaal. De onderzoekingen moeten echter nog worden voortgezet, een afdoend middel tegen draaihartigheid, waarnaar reeds 30 jaar is gezocht, is nog niet gevonden, doch spr. hoopt het vraagstuk verder tot oplos sing te brengen. Het vraagstuk buitengewoon moeilijk. Ir. Rietsema constateerde, dat het vraag stuk van de draaihartigheid buitengewoon moeilijk is. In de practijk te Warmenhuizen heeft men de oplossing gezocht door het koolzaad in Februari onder glas te zaaien en in Mei uit te planten. Men heeft ook daar desondanks besmet land, maar de ervaringen zijn toch van dien aard, dat vele tuinders deze methode toepassen. Een bezwaar is, dat zulke kool te vroeg rijpt, doch dit moet men niet te hoog aanslaan. By kool kan men n.1. door selectie veel bereiken en het is dus mogelijk een kool te kweeken, die een langere groei periode vordert. Spr. gelooft dan ook, dat men in de practijk in deze richting wel een en ander kan bereiken. Het verlaten van de bloemkool is niet in alle opzichten prettig voor de tuinders, maar ook dat acht spr. van buitengewoon veel waarde. Langs organisa- torischen weg zou spr. iets willen bereiken. Ook wilde hy wijzen op de mogelijkheid van wisselbouw. In 1935 is hem gebleken, dat men in de polders minder last had van draaihartigheid dan in de koolstreken. Men kan de zaak haar gang niet laten gaan. Ook in de Wieringermeer krijgt men koolbouw en het verheugde spr., dat de directie van de Wieringermeer alle moeite wil doen, om het probleem buiten de Wieringermeer te houden. Voorts wees spr. op de stelling van den rijkslandbouwconsulent Cleveringa, die, om mirtder last van draaihartigheid te krij gen, de groeiomstandigheden van de planten wil verbeteren. Afgezien van dit vraagstuk achtte spr. het probleem van de grondbqmes- ting een kwestie van de eerste orde. De bouwers in Westfriesland hebben zich de laatste 30 jaar vrijwel ingesteld op het ge bruik van kunstmeststoffen en het gebruik van organische meststoffen in den steek gelaten. De aanwezigheid van plantenvoedsel in den bodem is echter voor het resultaat mede beslissend. De grond moet in een kruime- ligen toestand verkeeren, opdat de wortels zich naar alle kanten kunnen bewegen en daar lucht kunnen aantreffen. In de tweede plaats is het noodig, dat in den grond een flinke hoeveelheid organische stoffen aan wezig is. Ook de grondbewerking speelt een rol Aan den Langendük heeft men de ge woonte het land gedurende den winter te laten liggen en pas in het voorjaar te ploe gen. Daardoor wordt de grond door den veel voorkomenden regenval geschaad. Spr. ge voelde veel voor een najaarsbewerking van den grond en beval ook desnoods om de 3 jaar een ondergrondsche ploeging aan. Door het ploegen van den ondergrond ver betert men de grondstructuur. Bagger is goed, maar niet voldoende aanwezig. Over stalmest kar. men moeilijk beschikken en daarom beval spr. met ir. Cleveringa aan, te werken met groenmest. Een groot deel van het succes in den Wieringermeerpolder is daaraan te danken. Nadat de inleiders verschillende vragen hadden beantwoord, sloot de voorzitter met een woord van dank en de mededeeling, dat het rapport later zal verschijnen. INVENTARISATIE VAN STAPEL PRODUCTEN. De voorraad sinds 28 Nov. verminderd met 2953 wagons. De inventarisatie van stapelproducten per 1 Febr. 1937 is voor de verschillende hierna genoemde veilingen als volgt (de cijfers betreffen resp. Roode kool, Gele kool, Deensche witte kool, Uien en Peen): Aven- horn „Avenhorn en Omstreken": 210.000, 260.000, 110.000. 490.000 en 520.000 K.G.; Broek op Langendijk „L. G. C.": 2.798.000, 5.679.700, 4.035.800, 1.758.000 en 289.300 K.G.; Grootebroek „De Tuinbouw": 231.000, 21.500, 20.200, 739.700 en 9.500 K.G.; Hem „De Zui derkogge": 56.000, 62.400, 68.500, 307.400 en 48.200 K.G.; Hoogkarspel „De Eendracht": 9.000, 6.100, 18.500, 308.600 en 11.300 K.G., Medemblik „St. Joseph": 235.500, 55.500, 122.000, 140.700 en 4.500 K.G.; Noordschar- woude „De Noorder Marktbond": 6.930.000, 3.750.000, 9.070.000. 1.450.000 en 410.000 K.G.: Opperdoes „Ons Belang": 60.000, 291.000, 321.500, 100.700 en 34.700 K.G.; Obdam „De Tuinbouw": 148.100, 191.600, 289.400, 234.400 en 330.800 K.G.; Warmenhuizen „Warmen huizen en Omstreken": 3.824.000, 1.520.000, 2.389.500, 425.500 en 106.700 K.G.; Wognum „De Volharding": 11.600, 10.000, 36.800, 77.500 en 17.000 K.G.; Medemblik „De Een dracht": 60.000, 30.000, 40.000, 150.000 en 100.000. Totaal resp.: 14.573.800, 11.877.800, 16.502.200, 6.182.500 en 1.882.000 K G. Totaal in wagons van 10.000 K.G., resp 1457, 1188, 1650, 618 en 188, totaal 5101 wa gons. Op 28 November 1936 was voorradig, resp.: 2306, 2046, 2426, 962 en 314, totaal 8054 wagons. De voorraad is dus verminderd met: 849 wagons Roode kool: 858 wagons Gele kool; 776 wagons D. witte kool, 344 wagons Uien en 126 wagons Peen, totaal 2953 wagons. Op 1 Februari 1936 was voorradig: 543 wagons Roode kool; 176 wagons Gele kool; 525 wagons D. witte kool; 326 wagons Uien en 128 wagons Peen. Totaal 1698 w. CONSl'MPTIEMELK. De Nederlandsche zuivelcentrale deelt mede, 14 Februari t.m. 20 Februari 1937 consumptiemelk regeeringscontract, taxege- deelte 6.25 cent, eventueel verhoogd met premie of verminderd met afdracht voor de kwaliteit; overmelk regeeringsminimumprijs 5.10 cent. Afdracht bij levering in consumptie van andere dan taxemelk 2.50 cent. Voetbal. HET KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND. De Sportkroniek vermeld, dat de wed strijden om het nationale kampioenschap zullen aanvangen op Zondag 14 Maart en worden voortgezet op 21 Maart en 29 Maart. DE WERELDKAMPIOENSCHAPPEN 1938. 26 landen schreven reeds in. Thans heeft ook Japan ingeschreven voor de wereldkampioenschappen voetbal, welke in 1938 in Frankrijk worden georganiseerd. Op het oogenblik hebben de volgende lan den in beginsel het besluit tot deelneming genomen: Tsjechoslowakye, Luxemburg, Zwitser land, Finland, Noorwegen, Frankrijk, Por tugal, Joegoslavië, België, Vereenigde Staten, Polen, Lithauen, Zweden, Roemenië, Iersche Vrijstaat, Nederla.nd.sch. Indië. Ne derland, Duitschland, Palestina, Esthland, Nederlandsch Guinea, Griekenland, Egypte, Hongarije, Italië en Japan, in totaal dus 26 landen. Naar men weet sluit dezer dagen de in schrijving voor deze wereldkampioenschap pen. Zwemmen. 2 K.M.-WEDSTRIJD IN ALKMAAR. D. A. W. zal de mogelijkheid hiertoe onderzoeken. Naar wij vernemen, bestaan er bij het bestuur van D. A. W plannen om in den a.s. zomer een 2 K.M.-zwemwedstrijd te organi- seeren, welke dan een nationaal karakter zal dragen. Het zou in de bedoeling liggen een wed strijd uit te schrijven voor senioren, jurio- nes en buitenstaanders. Indien daartoe de medewerking van het college van B. en W., van de Prov. Staten van Noordholland, van den rijkswaterstaat en de politie zal kunnen worden verkregen, zou de route zijn vanaf de groentenveiling tot de vlotbrug en terug. Daar evenwel de plannen nog in het eerste stadium verkeeren, komen wij op een en ander nader uitvoeriger terug. Turnen. DE HALTER S JEUGDUITVOERING. De proefneming van de Halter, om een aparten avond voor de jeugd te organisee- ren, is volkomen gelukt, want de goed be zette zaal der Harmonie heeft met veel ple zier de jongens en meisjes aan het werk ge zien. Het programma was weer zeer varieerend en de verschillende cursussen hebben meer malen heel goed werk laten zien. De vrije oefeningen en het rhythmische gedeelte van het programma viel zeer in den smaak en terecht, want over 't algemeen werden deze oefeningen goed uitgevoerd. Wij denken hier bijvoorbeeld aan de vrije oefeningen der meisjes-adspiranten na de pauze. Wat de toestellen betreft, het publiek kreeg, doordat verschillende klassen werk ten, een mooie gelegenheid om te zien, hce de jonge leden langzamerhand de stcf meester worden. Ook hier bleek weer. dat de Halter goed in de jeugd zit en dat er zeer velen on de jongeren schuilen, die in de naaste toekomst van boven het middel matige zullen uitsteken. Paard bij de meisjes en springtafel bij de jongens waren wel de meest op den voorgrond tredende onderdee- len. Natuurlijk waren weer twee dansen in het programma gevoegd en was het succes daar van weer daverend, terwijl verder de dames en heeren het programma aanvulden, resp. met ringen zwaaien en hoogrek. De dames dedén dat als de vorige week; de heeren waren nu frisch en het werk stond thans veel en veel hooger. Slechts een enkele oefe ning werd ontijdig afgebroken, maar overi gens nam men schitterend revanche. De directeur kreeg bloemen en een cadeau van de jongeren, er was een „kinderbal" sn de grooteren kregen tenslotte ook nog ge legenheid om even te walsen. De Halter kan op twee goede avonden terugzien! Wielrennen. PijnenburgSlaats winnen. Ook de morgen van den laatsten dag van de Zesdaagsche te Antwerpen maakte geen uitzondering op den regel. Het was er al even rustig als op de andere ochtenden en alleen tegen den middag was het eenige ver meldenswaardige feit, dat de Amerikaan Walthour moest opgeven. Crossley bleef toen alleen in de baan en lang behoefde hy niet te wachten. Immers, tegen twee uur gaf de Duitsche koppelgenoot van Pelle- naars, Schön, den strijd wegens zijn voort durende maagpijn op. Onze landgenoot vormde toen onmiddellijk met den Ameri kaan een nieuw koppel, dat met twee ron den achterstand begon. Van de sprints van drie uur waren de eerste en tweede verre den, toen het Nederlandsch-Amerikaansche koppel er plotseling met een enorme snel heid tusschenuit trok om een ronde terug te nemen en inderdaad gelukte dit. Toen waren de Belgen Meerschaert en Verrey- cken de eenigen, die op twee ronden achter stand van de leiders lagen. Zij namen hier mee natuurlijk geen genoegen en deden uit looppoging op uitlooppoging om een ronde terug te winnen. Aanvankelijk gelukte dit niet, de overige koppels wezen hen met be slistheid terug. Maar de Belgen wisten van geen ophouden, steeds maar weerprobeer den zij het en hun taaiheid werd tenslotte tegen vyf uur beloond, toen zij er werkelijk in slaagden een ronde te nemen, waardoor zy zich meteen op de zesde plaats nestel den door hun puntenaantal. Het veld be stond toen uit twee peletons, het leidende, bestaande uit de koppels Buysse-Billiet, Py- nenburg-Slaats en Ronsse-Depauw en een peleton op een ronde, waarin de overige acht koppels waren ondergebracht. Toen Verreycken-Meerschaert hun zin hadden gekregen, kwamen de koppels weer tot rust. Om zeven uur kon de volgende stand worden opgemaakt: Aan den kop: 1. BuysseBilliet 159 pun ten; 2. PijnenburgSlaats 136 punten; 3. RonsseDepauw 43 punten; op één ronde: 4. LonckeDeneef 173 pun ten; 5. DeryckHuys 135 punten; 6. Meer schaertVerreycken 118 punten; 7. Guerra Dipaco 94 punten; 8. Piet van Kempen Guimbretiere 90 punten; 9. IgnatDiot 77 punten; 10. van Schijndelvan den Broek 59 punten; 11. PellenaarsCrossley 37 pun ten. Het werd toen langzamerhand stampvol. Ondanks de hooge prijzen stroomde het pu bliek de poorten van het sportpaleis binnen en op de meest onmogelijke plaatsen klitten zy tezamen, om toch maar vooral niets van den strijd te missen. Langen tijd bleef het rustig. Slechts de talrijke premies brachten momenten van strijd. Toen werd een premie van 3000 francs uitgeloofd voor het koppel, dat het eerst een ronde uitliep. Tegen half negen gingen de Hollandsche favorieten Pijnenburg-Slaats er plotseling van door. Buysse-Billiet er onmiddellijk achter, maar het derde koppel, dat de kop groep uitmaakte, n.1. Ronsse-Depauw, kon het niet bijhouden en in een minimum van tyd stond het een ronde achter. Maar Pij nenburg-Slaats achtten nu hun kans geko men. Zij lieten het niet bij deze eene ronde, maar met een alles overdonderende snelheid schoten zij weg, BuysseBilliet konden het wieltje van het Nederlandsche koppel niet meer houden en toen was het pleit beslecht. Meteen was het weer rustig. Vanaf dien tijd tot half tien, het moment, waarop de sprints van het laatste uur begonnen, was er niet de minste stryd. Een aantal premies wer den uitgeloofd. De Italianen GuerraDipaco trachtten nog verschillende malen te ont snappen, maar de leiders lieten hen daartoe niet de minste gelegenheid. Verschillende pogingen van RonsseDe- pauw, BillietBuysse en GuerraDipaco om zich by de leiders te voegen of misschien een ronde voorsprong op het Nederlandsche koppel te nemen, mislukten, daar Pijnen burgSlaats iedere verdachte beweging van hun rivalen in de kiem smoorden. In de achterhoede veranderde de stand nog al eens, met het gevolg, dat van Schijndel— van den Broek, die zich overigens in deze Zesdaagsche uitstekende hebben geweerd, op de laatste plaats met vier ronden achter stand eindigden. Pellenaars, die met Crossley reed, moest tenslotte met de vijfde plaats op twee ronden achterstand genoegen ne men, terwijl de Nederlandsche „Koning der Zesdaagschen", Piet van Kempen met Guim- bretière de achtste plaats met drie ronden achterstand bezetten. PijnenburgSlaats hebben het juiste mo ment aangegrepen om zich van de overwin ning te verzekeren. Zij kordon .-ia-hu -'s eersten eindigen door een ronde op de ove rige koppels uit te loopen en zij zijn daarin op de hun eigen manier, d.w.z. schitterend, geslaagd. De eindstand luidde: 1. PijnenburgSlaats 154 punten; op één ronde: 2. BillietBuysse 197 pun ten; 3. RonsseDepauw 53 punten; op twee ronden: 4. LonckeDeneef 181 punten; 5. PellenaarsCrossley 57 punten; op drie ronden: 6. DeryckHuys 141 pun ten; 7. GuerraDipaco 122 punten; 8. Piet van KempenGuimbretière 106 punten; 9. IgnatDiot 92 punten; op vier ronden: 10. MeerschaertVerreyc ken 127 punten; 11. van Schijndelvan den Broek. PijnenburgSlaats legden in deze Zes daagsche 3250.385 K.M. af. Biljarten. WEDSTRIJD TE URSEM. In café Halfweg van den heer C. de Graaf had dezer dagen de jaarlijksche biljartwed strijd plaats tusschen een vijftal uit Oter leek en Ursem. In Oterleek was de stand voor Ursem 1474 en Oterleek 1158. Thans behaalde Ursem wederom 1474 en Oterleek 1310, zoodat de totale winst voor Ursem bedroeg 480. Jaarvergadering B. V. L. Woensdagavond kwam de afdeeling der bijz. vrjjw. landstorm bijeen in het lokaal van den keer J. de Boer. De leiding berustte bij den heer Schelhaas. Medegedeeld werd dat een strenger con trole zal worden uitgeoefend op de middelen waarna een overzicht werd gegeven van de financieele toestand der kas. De heer Ottenbras, propagandist van het verbond zette in een principieel betoog de noodzakelijkheid der B. V. L. uiteen en te vens op wijzende dat men in geweten ver plicht is lid te worden dezer instelling, om te steunen het wettig gezag en voor het nageslacht te bewaren de vrijheden die onze vaderen verkregen hebben. Hierna had de prijsuitreiking plaats van deze gehouden schietwedstrijden, bestaande uit kunstvoorwerpen. De winnaars waren: Klasse a: A. G. Ven; klasse b: J. Wagenaar Jbz„ J. Wagenaar Sz., P. de Hartigh, C. Kruk; klasse c: C. Slot, J. C. Madderom. De heer Giltjes, pl. commandant, wekte een ieder op vooral de Langendijker-wedstrijd te bezoeken, waarna de voorzitter dankte voor de aanwezigheid. Dinsdagavond hield de zangvereeniging „Ons Genoegen" haar jaarvergadering in het lokaal van den heer Rus onder voorzitter schap van den heer P. Blauw. In het jaarverslag werd allereerst den directeur lof toegezwaaid, vooral voor de groote verscheidenheid in de liederen, d>e werden ingestudeerd. Uit het verslag bleek, dat de vereeniging in het afgeloopen jaar op het concours te Wieringen een tweeden prijs heeft weten te behalen met 277)4 PnL Het jaarverslag werd goedgekeurd, waar bij de voorziter den yver loofde van den directeur. Hy wees er hierbij op, dat deze een dames- en een mannenkoor begonnen is, wat voor hem neerkomt op een uur lan ger repeteeren zonder salarisverhooging. Na een uitgebreid verslag van den pen ningmeester bracht de voorzitter verslag uit van de door hem bijgewoonde bondsver gadering. By de bestuursverkiezing werden de af tredende ledfn, mevr. Hittemade Vet en de heer Schenk, met groote meerderheid van stemmen herkozen. Tijdens de rondvraag wees de heer N. Blauw er op, dat het niet goed is, dat, wan neer de repetitie niet doorgaat, toch de vol e contributie wordt betaald. Spr. zou willen voorstellen de contributie dan met 50 te verminderen en dan ook niet aan den directeur het volle salaris uit te keeren, doch dit met 25 te verminderen. De vergadering wilde hier echter niet mee accoord gaan. De heer Saai (directeur) sprak nog even over het geven van theorie. Spr. wilde dat als er gelegenheid voor was, wel doen, doch meende, dat door den tijd te besteden aan de beide nieuwe koortjes nuttiger werk werd gedaan. Verder wees spr. op de noodzake lijkheid meer propaganda te maken voor het kinderkoortje. Dit koortje zingt wel aardig, maar het is te klein Op initiatief van mevr. Hittemade Vet werd geld bijeen gezameld om een bouquet te kunnen sturen aan één van de leden, die tengevolge van een motorongeval in het ziekenhuis moest worden opgenomen. Een welkome verrassing. De katholieke loterijclub had het geluk dat op hun nummer de 50.000 viel. Zij nad een 1/10 lot, zoadat elk der deelnemers 300 tert deel kpn vallen. Aangezien het meerendeel behoeftige menschen waren, is dit voor hen in dezen wintertijd een welkome verrassing. Een droevig beeld. Bij den burgemeester vervoegden zich dezer dagen een achttal kleine middenstan ders, die verklaarden het zonder steun niet meer te kunnen redden. De burgemeester verwees hun naar het Burg. Armbest. Daar namen zij tegen één der leden een dreigende houding aan. Dit bestuur achtte geen ter men aanwezig hier de behulpzame hand te bieden, daar ook deze kas ontoereikend was om aan die aanvragen, waaraan zeer zeker een groot gevolg zou worden gegeven, te voldoen. De burgemeester p"f nog den raad die kle'ne bedriiven op te heffen en dan in v/rri;VPt"»v.-**ing te gaan. Voorwaar een droevig beeld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 7