Het groene oog van Baa-AI. Het afscheid van Mevr. Eyma-Boeke. I Stad en Omgeving Benoemd tot eere-lid van de Ver. van huisvrouwen. Hartelijke tosspraken aan de scheidende voorzitster. MEVR. VAN SONSBEEK-BANING HAAR OPVOLGSTER. Kolonisatie naar Nieuw-Guinea. een bepaalden persoon aldus de advo- C*at-generaal zal niettemin onder zeer bepaalde omstandigheden onrechtmatig kunnen blijken. Dat zulke omstandigheden hier aanwezig zouden zijn, is niet gebleken, ook niet aangevoerd. Mr. Berger concludeerde mitsdien tot ver werping van het beroep. De Hooge Raad zal arrest wijzen op 18 Maart. INBRAAK BIJ K. L. M.-PILOOT. Twee bekende Amsterdamsche inbre kers Ch. R. en J. R., hebben in December j.1. ingebroken in de woning van een K.L.M.-piloot in Badho vedorp bij Schip hol en daarbij een cassette met 156 stuks tafelzilver en een electrische klok ont vreemd. Veertien dagen geleden stonden ;y voor de Haarlemsche rechtbank terecht. Het O. M. eischte tegen Ch. R. twee jaar gevangenisstraf en tegen J. R. een jaar en drie maanden. Donderdag werden zij resp. tot twee jaar en anderhalf jaar ge vangenisstraf veroordeeld. Een Amster damsche chauffeur, die de inbrekers naar de woning van den vlieger had vervoerd, werd tot zes maanden gevangenisstraf ver oordeeld. OFFICIER VAN JUSTITIE AANGEVALLEN. Verdachte toont berouw. Voor den politierechter te Dordrecht, mr. H. Heuvelink, stond gisteren terecht de los-werkman F. C. P., die op 8 Februari in de Hofstraa den officiei van justitie, mr. A. J. Kronenberg had aangevallen en enkele klappen had toegebracht. Mr. Kro nenberg. als getuige gehoord, verklaarde, dat verd. enkele vermeende grieven tegen hem had en dat hij den indruk had, dat verd. in een opwelling heeft gehandeld. Verd. bekende en toonde berouw over zijn ondoordachte daad. De waarnemend officier van justitie, mr. Visser, achtte het feit bewezen en vond een strenge straf op haar plaa.s, omdat in den persoon hier het gezag is aangerand. Spr. eischte twee mnd. gevan genisstraf. waarmede de politierechter het eens was en dus verd. conform den eisch veroordeelde. Mr. van Drooge bepleitte een voor waardelijke veroordeeling. BELEEDIGING BURGEMEESTER VAN ENKHUIZEN. Eenigen tijd geleden stonden twee Enk- huizer vischkooplieden terecht voor den Amsterdamschen politierechter wegens be- leediging van ds. Bik te Enkhuizen. Als getuige trad op de heer Haspels, bur gemeester van het Westfriesche stadje. Di rect na de zitting had een der vischventers gezegd: „De burgemeester heeft een valsche verklaring afgelegd". Het' hoofd der ge meente achtte zich hierdoor beleedigd en diende een klacht tegen den vischkoopman in, die door den politierechter wegens een voudige beleediging tot f 20 boete werd veroordeeld. Gisteren diende deze zaak in hooger be roep; verdachte ontkende het tenlaste ge legde. De procureur-generaal vorderde bevesti ging van het vonnis. Arrest 4 Maart. STUITING VAN EEN HUWELIJK. Officier in appél. Eenigen tijd geleden stuitte de officier van justitie te Amsterdam een voorgenomen huwelijk tusschen een Duitsche vrouw en een Nederlander. Het O.M. was van mee ning, dat de vrouw op deze wijze de Neder- landsche nationaliteit wilde verwerven en dat dit de reden van het huwelijk was. De rechtbank was het eens met het ver weer van mr. F. A. Kokosky, die optrad voor het a.s. echtpaar en beval de opheffing van de stuiting. Naar wij vernemen is de officier van justitie van deze beslissing in hooger beroep gegaan, zoodat het Hof binnenkort zal uit maken of de Duitsche en de Nederlander in het huwelijk zullen treden. DIEFSTAL VAN PHARMACEUTISCHE ARTIKELEN. Behandeling door de Rotterdamsche rechtbank. De Rotterdamsche rechtbank is gisteren de behandeling begonnen van een aantal zaken, die betrekking hebben op diefstallen van pharmaceutische artikelen, ten nadeele van de N.V. koninklijke pharmaceutische fabriek vh. Brocades-Steehman en Pharma cia te Meppel, in het filiaal te Rotterdam ge pleegd. De eerste en voornaamste verdachte, de 28-jarige expeditieknecht J. B., die werk zaam was bij de retourafdeeling van de fa briek te Rotterdam, heeft bekend, van zijn functie misbruik te hebben gemaakt, door teruggestuurde artikelen zich toe te eigenen, in plaats van ze naar de betrokken afdee- lingen te sturen. Een aanzienlijk complot was ontstaan van dieven, helers en drogis ten, die op die manier aan goedkoope arti kelen kwamen. Na een uitvoerig verhoor van den heer Pluigers, directeur van de Rotterdamsche fabriek, uit welk verhoor bleek, dat de controle niet erg scherp was geweest, eisch te het O.M., waargenomen door mr. F. M. Wilbrenninck, rekening houdende met aller lei factoren, wegens diefstal één jaar gevan genisstraf, waarvan zes maanden voorwaar delijk, met drie jaar proeftijd. De verdediger, mr. M. J. Pool, wees er op, dat deze verdachte reeds zwaar gestraft is door het verlies van zyn betrekking en drong daarom aan op een geheel voorwaar delijke straf. Tegen den 36-jarigen magazijnchef, W. A. A., die zijn hulp verleend had bij de dief stallen en daarvan natuurlijk ook profijt had, al zeide hij, dat hy in het geheel onge veer zestig gulden had verdiend, eischte het O.M. wegens verduistering eveneens één jaar gevangenisstraf, waarvan de helft voor waardelijk, met drie jaar proeftijd en met aftrek van de voorloopige hechtenis. Mevr. EymaBoeke. Mevr. Eyma Boeke heeft gis termiddag in 't Gulden Vlies voor het laatst een „huisvrou wenmiddag" ge presideerd, want het was zoo als reeds eerder medegedeeld haar wensch om thans als presi dente van de Ned. Ver. van Huisvrouwen, afd. Alkmaar, af te treden. En dit heeft nu gister middag op al lerhartelijkste wijze plaats ge had in de daartoe uitgeschreven Jaarlij ksche Algemeene Ledenvergadering. In haar openingswoord memoreerde de presidente, dat het thans de laatste keer was, dat zij de leden op een vergadering zou mogen welkom heeten. En nu 't dan zoo ver is, aldus spr., maakt zich toch een eigen aardig gevoel van mij meester. Ik ben aller eerst heel dankbaar dat zoovele leden naar hier gekomen zijn voor deze „zakelijke" bijeenkomst. Het verheugt mij des te meer, omdat ik ook nu weer zoovele vriendelijke en hartelijke gezichten voor mij zie. Al da delijk werd ik verrast met vele brieven en zelfs heeft een onzer leden tot afscheid een bloemenmand gezonden. Maar het meest van alles ben ik toch verheugd, dat onze geliefde oud-secretaresse, mej. v. d. Berg, naar hier overgekomen is om bij mijn afscheid getuige te zijn. Het doet mij ook goed, dat hier vele oud-bestuursleden aanwezig zijn. Voordat wij evenwel afscheidswoorden zullen uitspreken, zullen wij eerst de agenda afwerken, als ware het een gewone jaarlijk- sche ledenvergadering. (Applaus). Nadat mevr. Eyma eenige zaken van in ternen aard behandeld had (o.m. het recht zetten van een zetfoutje in het „Maand blaadje", waar gesproken wordt, dat de presidente niet aan de beurt van aftreden was), was het woord aan de secretaresse, mevr. v. R i e tT o p, die de notulen van de vorige vergadering voorlas. Uit de „ingekomen stukken" stippen wij aan, dat er vanwege het Centraal Bureau van het Neutraal Internaat voor huisperso neel een schrijven was binnengekomen, dat men te Arnhem zou trachten spoedcursussen te organiseeren voor dienstboden. Mevr. Dirkmaat (Heerhugo waard) bleek hierna, bij loting, de gelukkige te zijn van een prijs voor haar, die in het afgeloo- pen jaar de meeste leden had aangebracht. Uit het jaarverslag van de secretaresse bleek voorts, dat 1936 voor de af deeling een rustig jaar geweest was. Naast geslaagde excursies naar „de Over dekte", was vooral ook de zoogen. „ryst- middag" zeer geslaagd. Het begin 1937 was een groot vraagteeken. Immers, mevr. Eyma had den wensch te kennen gegeven wegens gezondheidsredenen te moeten aftreden en men gaat dus het nieuwe jaar met eenige bezorgdheid tegemoet. Ook het financiëel verslag van de pen ningmeesteres, mevr. v. Sonsbee k B a n i n g, werd hierna zonder op- of aan merking goedgekeurd, waarna nog volgden verslagen van portefeuille, bureau van in- en verkoop, boekencirkels en de kascom- missie. Het ledental van de vereen, is iets teruggeloopen en bedraagt thans ruim 900 De wensch werd geuit, dat men weer spoe dig het getal 1000 zou kunnen bereiken. Hierna werden mevr. v. Riet en mevr Wynne gekozen als afgevaardigden naar de algemeene vergadering, welke te Zeist ge houden zal worden. Het volgende punt van de agenda was ver kiezing van vier nieuwe bestuursleden. Aan de beurt van aftreden waren de dames EymaBoeke, GrootRijken, v. d. Feen de Lille en v. SonsbeekBaning, van wie de eerste drie niet herkiesbaar waren. Gekozen werden de dames Dekkerter Haar, KroonSchotsman, MassinkHorn en v. SonsbeekBaning. Het woord was vervolgens aan mevr. Eyma, die allereerst zeide gelukkig te zijn, dat mevr. v. Sonsbeek voor het bestuur be houden was. Want toen bij de presidente het besluit om onherroepelijk af te treden, vast stond, was een van de moeilijkste vragen, wie zal haar nu opvolgen? En zij het met moeite tenslotte was het spr. gelukt mevr. v. Sonsbeek over te halen om het presidente-schap te aanvaarden en wij mogen ons daaromtrent gelukkig achten. Mevr. Eyma had evenwel moeten beloven, dat aan een eventueele benoeming niet te veel ruchtbaarheid mocht worden gegeven en spr. besloot dan ook, met de woorden: „Ik ben heel blij, dat ik m'n geliefde werk in vertrouwde handen achterlaat!" (Krachtig applaus). Mevr. v. Sonsbee kB a n i n g, de nieuw-gekozen presidente, met applaus be groet, zegde allereerst dank voor het ver trouwen, dat men in haar gesteld had en vervolgde: „Een presidente als mevr. Eyma te moeten vervangen, is geen kleinigheid en als 't nu heel erg meeloopt, dan nóg zal men b.v. over 1 jaar zeggen, je doet 't wel aardig, maar het is toch nog geen mevr. Eyma (hila riteit). Maar ja, deze taak moest nu een maal overgenomen worden en ik zal pro- beeren dit zoo goed mogelijk te doen. Mevr. Eyma moge dan niet meer „onze moeder" zijn, laat zij dan als „grootmoeder" nog langen tijd over ons waken". Dan zal ik m'n best doen 't zoo goed mogelijk te doen als presidente. (Langdurig applaus). Mej. v. d. F e en de Lille, hierna aan het woord zijnde, haalde allereerst eenige herinneringen op uit de eerste jaren van het voorzitsterschap van mevr. Eyma. U was, geachte presidente, ons aller leidster, op de bestuursvergaderingen, zoowel als op de ledenbijeenkomsten. Met uw bewonde- renswaardigen tact hebt ge jaren als het belangrijkste steunpunt in onze vereeniging gestaan en u wist vaak de geneesmiddelen aan te wijzen voor de door ons gemaakte fouten. U heeft altijd sfeer op onze bijeen komsten weten te scheppen, u was het, die met geheel uw hart onze vereeniging diende. Daarom was het voor ons een koud stortbad, toen u zeide, heen te gaan. Wij hebben ons daarbij moeten neerleggen en we hebben uw besluit weten te eerbiedigen. Het laatste, wat u gedaan hebt, is, ons een goede opvolgster aan te wijzen, en wij zijn u daarvoor zeer dankbaar. Van een groote huldiging wilde u niet weten, maar toch, lieve presidente, een bloemetje mocht niet ontbreken. En ik stel aan de vergadering voor u te benoemen tot eere-lid. Een langdurig applaus onderstreepte dit voorstel en terwijl aan de scheidende presi dente een fraaie bloemenmand aangeboden werd, benevens een blijvend cadeau (een brievenstandaard met inscriptie) zongen de vele dames spontaan „Lang zal zij leven". Mevr. Eyma, door deze onverwachte hulde zeer getroffen zeide zeer dankbaar te zijn voor zoovele bewijzen van liefde en aanhankelijkheid. Een woord van dank aan de andere scheidende bestuursleden moge hier echter niet ontbreken, want ook zij hebben veel voor de afdeeling gedaan er. verdienen evenzeer hulde. Mej. v. d. Berg voelde zich bevoorrecht thans in het midden van zoovele vriendin nen te zyn. Ook ik wil U, lieve presidente, hartelijk danken voor alles wat U gedaan hebt voor de ver. Dat is niet gering ge weest!! U hebt ons Uw vriendschap geschonken en wie, zooals ik, zoolang samengewerkt heeft met de presidente, weet wat het be- teekent een waarachtig vriendin te hebben. U weet het misschien niet, maar ik ben aldus sprs. er een van een tweeling en dit voel ik thans meer dan ooit, omdat ik nu ook in mevr. Eyma als eere-lid een „tweelingezie en ik ben daar zeer bly om. (Vroolykheid).. Doch ook de andere bestuursleden verdie nen dank. Zij gaven veel liefde voor alles, wat de huisvrouw aanging. Ontvang dus naast erkentelijke woorden, een bescheiden bloemetje. Jammer, dat mevr. Groot ziek is, haar dochter zal evenwel deze bloemen met onzen dank willen overbrengen. (Applaus). Bij de rondvraag kwam nog even ter sprake of Alkmaar niet in de termen kwam eens de plaats te zijn voor een algemeene lands- vergadering. De presidente antwoordde hierop, dat het houden van een algemeene verg. buitenge woon moeilijk en kostbaar is en zy ontried al te veel te vragen of Alkmaar eens in aan merking zou kunnen komen. Hierna werd de gebruikelijke pauze ge houden. Voor deze bijzondere gelegenheid werd aan de leden een „thé complet" aangeboden, gemaakt door de meisjes van de Huishoud school. Dat een en ander bijzonder „in den smaak" viel, getuige overal de enthousias te uitroepen over het heerlijke gebak. Ook de thee leek nog wel lekkerder te zijn dan anders, zoodat al met al de stem ming buitengewoon prettig was. Na het kopje thee was het woord en nu eindelijk van het allerlaatst aan mevr. Eyma-Boeke, die tot slot van haar presi dente-carrière een overzicht gaf van de af- geloopen jaren, zelfs gedeeltelijk op rijm. De ver. begon met een ledenaantal van 27 In de eerste jaren gaat het wat onwennig en vreemd, maar dra voelt men het contact tusschen de leden onderling en na een acht tal jaren werd reeds besloten tot de uitgifte van een maandblaadje. Hierdoor werd het contact nog grooter en de Huisvrouwenver. kreeg overal een goeden en vertrouwden klank. Op grappige wijze verhaalt de presidente dan, hoe zy als schuchter lid eerst niet eens durfde spreken op een vergadering en hoe zy aan 'n ander vroeg 't voor haar te zeggen. Maar ja, toen zij eenmaal in het bestuur ge kozen werd en nog wel tot presidente, toen moest het wel en gelukkig is het toen ook goed gegaan. Het koortje, dat inmiddels opgericht was, bleek geen succes, al zullen de dames toch nog vaak met prettige gedachten aan de ge zellige zanguurtjes denken. Mevr. Eyma vertelde hierna, met welk een groot succes de revue's werden opgevoerd en welk een feest het geweest is bij het tienjarig bestaan. De eerste autotochten voor de ouden van dagen werden nog eens weer in de herinne ring teruggeroepen, de zoozeer geslaagde handwerktentoonstellingen werden natuur lijk niet vergeten, net werk voor het Jacoba- fonds werd geprezen, de lezingen en demon straties werden in het kort gememoreerd, kortom het was de levensgeschiedenis van de afdeeling in vogelvlucht. Na nog een lof lied op het oude bestuur te hebben gezongen en de verzekering, dat er in de afgeloopen 11 jaar geen enkel onaangenaam uur ge weest is, werd het gedicht besloten met den wensch, dat het allen goed zou gaan pn dat bovenal de vereeniging een grooten bloei en groei tegemoet zou gaan. (Langdurig ap plaus). Hiermede werd deze feestelijke bijeen komst eigenlijk besloten, doch als groote verrassing kwam daar een groote mand nar cissen binnen, een surprise van de afgetre den presidente, die nogmaals alle dames de hand drukte en haar blij maakte met eenige bloemen, het symbool van hechte vriendschap en onvergankelijke trouw van de dames onderling. En zoo heeft mevr. Eyma dan afscheid genomen, een afscheid, dat eenvoudig en hartelijk was, doch dat voor haar, die het medemaakten, als een blijvende herinnering aan een hoogst sympethieke vrouw zal blij ven bestaan, tot in lengte van dagen. 145. Op het dak van de hut was niemand om toezicht te houden. Op deze wijze kon hy tamelijk gemakkelijk, plat op het dak liggend, verder kruipen. Over de rand heen zag dokter Bergman dat er zes ste vige wachters waren geplaatst op ver schillende punten van het schip. 146. De duisternis viel snel en hiervan maakte de dokter gebruik om een van de bewakers te overvallen. Hij sprong van het dak van de cabine en liet zich zo met kracht tegen een der stoerste bewakers aankomen. Er is plaats voor duizenden Neder landers, maar onze regeering dient vooraf het terrein te doen onder zoeken en daarna de emigratie te regelen. Men herinnert zich uit onze courant de verslagen, waarin wij uitvoerige mededee- lingen gaven over vergaderingen, te Heiloo gehouden over Nieuw-Guinea en de moge lijkheid van kolonisatie op dat eiland door een blanke bevplking. De heeren dr. Lorang en E. van Millingen uit Santpoort, die bei den in dat land hebben gewoond (laatstge noemde heeft het als luitenant met een militaire patrouille gedurende een paar jaren op vele punten doorkruist) gaven op die vergaderingen belangwekkende uiteen zettingen over land en volk en deze hebben ertoe geleid dat zy gisteravond in de zaal van den heer Van Gijzen aan de Breedstraat dezelfde onderwerpen hebben behandeld. Openingswoord. De heer C. ten Bruggencate uit Heiloo sprak nu een inleidend woord tot de vrij talrijk opgekomen (de zaal was goed bezet). Hij stelde daarbij in het licht, dat het groote Nederlandsche gebied na den tocht van den zoon van onzen minister-pre sident naar het eeuwige sneeuwgebied wel wat meer bekend is geworden dan het vóór dien was. Over hetgeen er met dit tot dusver vrij onbekend gebied moet gebeuren, zijn de meeningen verdeeld. De eene groep wil er zoo spoedig mogelijk onze werkloo- zen laten heengaan. Een andere groep is van oordeel, dat men het terrein beter in reser ve kan houden voor de groote cultures, als suiker, rubber en koffie, maar zy vergeten daarbij dat er nog gedurende de eerste jarer. groote overvloed van deze producten is, zóó zelfs dat b.v. meer dan de helft van de In dische suikerfabrieken ongebruikt staat en de in Alkmaar bekende oogspecialist dr. Tijssen op Java alom dergelijke fabrieken voor zyn operaties in gebruik kan nemen. De derde groep, waartoe ook spr. behoort, wil het Nederlandsche deel van het eiland vanwege de regeering doen onderzoeken er zyn nog uitgestrekte deelen, waar nog nooit iemand een voet gezet heeft opdat men straks niet kan zeggen, dat wy kolo niën hebben, welke wij nog niet kennen. De menschen van de tweede groep bewe ren dat het land voor blanke kolonisatie ongeschikt is, maar als het later zal moeten worden in gebruik genomen voor plantages, zullen er toch blanken worden heengezon den, zoodat dezelfde lieden dan wel een andere meening zullen verkondigen. Spr. zelf geloofde, dat een blanke in de tropen wel kan arbeiden, hij zelf had er 19 jaren ondervinding opgedaan en heusch ook wel voldoenden zwaren arbeid verricht. Kolonisatie de eenig goede oplos sing van het werkloozenvraagstuk. Hierna sprak dr. Lorang, die vrij wel hetzelfde betoog hield als op de bijeen komst van 28 Jan. j.1. te Heiloo, reden waar om wy thans geen uitvoerig verslag van zyn causerie zullen geven. Hij maakte duidelijk dat Nederland geen oorlog behoeft te voeren om nieuwe gebie den te winnen, want wy hebben nog vol doende terrein in onzen Oost, om er duizen den menschen te laten koloniseeren, zooals een paar eeuwen geleden ons volk ook deed in Noord- en Zuid-Amerika en Zuid-Afrika. Een uittocht van ettelijke duizenden is noo- dig, want niet altijd kan worden voortge gaan met steunen van werkloozen en nog eens steunen, wat thans reeds 333 millioen per jaar kost. Emigratie naar andere landen is vrijwel onmogelijk geworden, zoodat wij het oog moeten richten op eigen gebied, en dan komen we tot Nieuw-Guinea, waarvan het Nederlandsche deel meer dan elf keer de oppervlakte van ons land heeft. In emigra tie daarheen zag spr. de eenige oplossing van het werkloozenvraagstuk hier te lande. Zeker, warm is het er wel, maar niét er ger dan elders in Indië, in het hooge deel van het eiland is het zelfs minder warm dan b.v. in Bandoeng. Het werken door blanken is er wel mogelijk, wat is bewezen door de 30.000 Engelschen, die in Britsch-Nieuw Guinea en Noord-Australië allerlei werk doen, ook het zwaarste. De tropische ziekten zyn door de wetenschap vrijwel overwon nen, zooals dezer dagen ook nog dr. Colyn in de Tweede Kamer heeft gezegd. Wat de vruchtbaarheid van den bodem betreft, spr. nam aan dat die overal goed is. In de tot nu toe bekende streken is dat ze ker het geval, waarom zou het dan niet zoo zijn in het andere deel? Een onderzoek daarnaar is wat wy vragen en dat is niet zoo erg veeleischend, want men is in som mige gebieden reeds bezig daarmee door middel van vliegtuigen, die het terrein eerst in kaart moeten brengen. Het land is geschikt voor katoenbouw, men heeft dit reeds ervaren uit de resultaten, welke be haald zyn door Japanners, resultaten, wel ke aanleiding waren dat de Japansche regeering voor die teelt ten behoeve van haar land een gebied van vijf millioen hec tare heeft gevraagd, welk verzoek door on ze regeering is afgewezen. Voorts wordt er reeds met succes de soja boon verbouwd, uit welker zaden men een twintigtal producten fabriceert ten behoeve van voeding zoowel als van de industrie, ook die van springstoffen. Met het oog op de ligging van Nieuw- Guinea moet men bedenken, dat het zwaar tepunt van de wereldpolitiek in de toekomst wordt verplaatst van Europa naar Azië en dat genoemd eiland er dan het middelpunt van zal vormen en dus van extra groot be lang zal zijn. Ten slotte wees spr. er met nadruk op dat de Nationale Nieuw-Guinea-vereeniging geen politiek lichaam is en zelfs de politiek sterk afwijst, zij wil slechts het groote eiland behouden voor onze kinderen, van wie er vele in het eigen land ook straks geen brood zullen kunnen vinden. De heer van Millingen hield eveneens een betoog, dat zeer veel overeenkwam met zijn in Heiloo gehouden reden. Hy gaf de fouten aan van de beide systemen van koloniseeren, welke thans in Nieuw-Guinea gevolgd worden, systemen welke moeten leiden tot den ondergang van hen die zich thans aan die kolonisatie wa gen. Kolonisatie van Nederlanders is noodig, omdat ons land overbevolkt is en dat nog steeds méér wordt. Geen werkverschaffing, geen Plan van den Arbeid of wat ook kan blyvende uitkomst brengen. Maar dan moe ten wy geen kolonisatie bevorderen bij klei ne groepen naar geïsoleerde gebieden, waar opbouw van een Westersche gemeenschap onmogelijk is, een manier van kolonisatie zooals die voor een paar eeuwen wél ge schieden kon. Wat wij nu moeten hebben is een uittocht van duizenden menschen naar een groot aaneengelegen gebied, waar een landbouwende gemeenscnap kan worden opgebouwd in Westerscher. trant. Zulk een emigratie kan alleen door den staat wor den uitgevoerd, elke andere wijze van emi- greeren staat gelijk met zelfmoord en de particuliere maatschappijen die zulks zou den willen aanmoedigen, staan misdadig tegenover de goedgeloovigen. Daarom moet de regeering een kolomsatieraad instellen, zooals ook Engeland en België hebben ge daan, zy moet het land in kaart laten brengen en daarna in details doen onder zoeken, zoodat kan worden uitgemaakt wel ke terreinen voor kolonisatie het meest ge schikt zijn. Pas daarna kan een begin wor den gemaakt met het ontbosschen van de aangewezen gronden en de verdere vooi- loopige werkzaamheden, waaroo dan einde lijk de eerste kolonisten kunnen worden ontvangen, daarna gevolgd door meerderen. In den breede gaf spr. aan, wat er zooal moet gebeuren en hoe het z.i. dient te worden aangepakt en welke diensten de vliegtuigen hierbij zullen moeten bewijzen, omdat er nog geen wegen zijn. Na een korte pauze, gedurende welke er gelegenheid was om lectuur over Nieuw- Guinea en de kolonisatie-mogei jkheid enz. in te zien en zich desgewenscht nader te doen voorlichten, vertelde de heer van Millingen by een aantal lantaarnplaatjes nog zeer vele bijzonderheden over het land en zyn tegenwoordige bewoners de Papoea's (slechts enkele duizendtallen zyn er). De spr„ wekte nog op tot toetreding als lid tot de Nat N.-Guinea-vereeniging, noo dig om aandrang op de regeering te kunnen uitoefenen, waarna de heer ten Brug gencate de byeenkomst sloot met dank aan de sprekers voor hun betoog en aan de aanwezigen voor hun opkomst.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 8