IBIS SHAG Dobbelmann lekker... man! HET WASSENDE WATER jPxooinciaal ïlieuws I4 4 4 Jilfwtieuws Glimlachje Onafgebroken werken de stoomgemalen. ST. PANCRAS STOMPETOREN •t ZAND VOOR DE PIJP Kees »eys/ Rookt IBIS bij voorkeur uit een IBIS-pijp. Bij Uw winkelier verkrijgbaar. zien, hij wist n.L beslag te leggen op de eerste plaats, gevolgd door Bosma, dien hij in een felle sprint de baas bleef. Rest ons hier nog te vermelden het mooie werk door den C-klasser Kroon geleverd; deze wist met 9 minuten voorsprong als eerste van de C-klasse over den eindstreep te gaan. De uitslagen zijn: A-klasse: 1. Jan Derksen, 1 uur 20 m.; 2. Bosma; 3. Aukes; 4. de Haan. B-klasse: 1. Jan Hollebeek, 1 uur 3 m.; 2. Kuilenboer; 3. Duinmayer. C-klasse: 1. Kroon, 58 m.; 2. Wester 1 uur 7 m.; 3. Vendel; 4. Vos. Dammen. DAMCLUB „VOORWAARTS". De uitslagen van de wedstrijden voor de onderlinge competitie der Alkmaarsche dam club „Voorwaarts" luiden: le klasse: G. WoonijkP. J. Smolenaars 02 Jn. MooijD. Marees hangpartij. 2e klasse: P. de WijnA. Koreman 02 M. HemelsJ. v. Montfoort 20 G. OudshoornC. Treur 02 3e klasse: J. StroetC. Masereeuw o2 J. DoggerC. Bussen 20 P. HartLeo Ravestein li N. PietersenS. Schure 02 Schaken. FINE'S GEHEUGEN. Fine speelde simultaan in Bergen tegen 40 schakers. Dat beteekende dus 40 ver schillende partijen. Een van de spelers was de heer Couvert, stationschef te Bergen. Deze verloor zijn partij, wat een heel gewoon verschijnsel was. En toch had hij kunnen winnen, zoo als hier zal blijken. Want den volgenden dag, toen Fine op het punt stond te vertrekken, kwam de stationschef op hem toe en vroeg hem, welke fout hij toch gemaakt had in zijn partij tegen Fine. En de Amerikaan, die zijn tegenstander terstond herkende, hoe wel deze het burgerpak natuurlijk ver wisseld had voor de spoorweg-uniform, antwoordde zonder aarzelen: U had Pe7 moeten spelen inplaats van h3. Met Pe7 had U gewonnen. De heer Couvert speelde de partij na en inderdaadmet Pe7 had hij kunnen winnen. Merkwaardig, dat geheugen van Fine. Welke schaker kan één partij onthouden? Slechts de sterkere spelers. Maar Fine heeft blijkbaar alle partijen in zijn hoofd, ook al zijn het slechts simultaan-partijen. Vo e t b a 1. NEDERLAND—BELGIE TE ROTTERDAM. Naar wij vernemen is gisteravond door het-'bestuur van den koninklijken Neder- landschen voetbalbond besloten de landen- wedstrijden Nederland—België op 2 Mei a.s. in het Feyenoord-stadion te Rotterdam te spelen. POLÏTIE-VOETBAL. Sinds langen tijd hadden wij de Alkmaar sche politiemannen niet zien voetballen, maar gisteren is het er toch weer eens van gekomen. Onze A. P. S. V. had bezoek van Hilversum dat te sterk bleek voor de thuis club. Die sterkte bleek uit de veel grootere Gossiemijne! aangekomen! wat ben ik productiviteit van de vijandelijke voorhoe de, die acht keer het doel wist te vinden, terwijl Alkmaar slechts drie keer wist te doelpunten. Wel nam Alkmaar tot twee keer toe de leiding, maar de tegenpartij speelde kalm en rustig verder en nam weldra nog in de eerste helft een veiligen voorsprong. Het peil stond niet hoog. Hoofdzakelijk was het de ongeoefendheid, die de Alk- maarders parten speelde. Tal van kansen werden gemist, wat niet noodig gewees' was, want de tegenpartij had een zeer zwakke verdediging, die gemakkelijk te passeeren was. Veel kunnen wij van dezen wedstrijd niet zeggen, 't Veld was zwaar en glad, er waaide een krachtige wind en dat alles met elkaar belette de ongeoefenden, om goed te kunnen spelen. Alkmaar moet meer oefenen. Dat is erg noodig. En dan kan dat elftal heusch nog wel wat bereiken. Olympische spelen. DE OLYMPISCHE SPELEN IN 1940 TE TOKIO. Meiji Tempelpark als plaats voor de spelen gekozen. Het Japansche organisatie-comité der Olympische spelen is gisteren bijeen geko men om te bepalen, welke terreinen en ge bouwen den athleten in 1940 als strijdperk zullen dienen. Zooals te verwachten was viel de keus op het Meiji-stadion, dat in de z.g. Meiji- tuinen is gelegen. Deze tuinen ontleenen hun naam aan het belangrijke heiligdom van Japan: den Tempel van keizer Meiji in het centrum van Tokio. Zoowel het stadion voor de athleten als het zwemstadion zullen geheel verbouwd worden en men denkt den tijd tot 1940 ten volle noodig te hebben voor de enorme uit breiding van deze stadia. In deze bijeenkomst, welke door prins Tokoegawa werd voorgezeten, werd verder het besluit genomen, dat de hockey-, polo-, voetbal-wedstrijden enz. op de terreinen van de vroegere militaire schietbanen zul len worden gehouden, welke te dien einde zullen worden uitgebreid. Voor de werkzaamheden aan het stadion voor de athletiek en aan het zwemstadion te verrichten, heeft de regeering reeds een bedrag van 10 millioen yen toegezegd. Zwemmen. DE BEZOEKERS-WEDSTRIJDEN IN DE „OVERDEKTE". Een aardig programma samen gesteld, waaraan iedere zwemmer kan meedoen. De directie van de „Overdekte" heeft het plan opgevat om zooals wij reeds eerder meldden een populair zwemfeest te orga- niseeren. Nu eens niet een zwemfeest, waar vooral de snelheid de toonaangevende fac tor is, doch waaraan iedere zwemmer(ster), onverschillig of hij (zijhard kan zwemmen of niet, kan deelnemen. In overleg met eenige bestuursleden van de plaatselijke zwem ver. is dan thans een programma samengesteld, dat er werkelijk voor iedereen aanlokkelijk uitziet. Daar is om te beginnen het nummer voor kinderen tot 10 jaar, die over de breedte van het bad mceten zwemmen (dus 2 x 11 M.), niet gewoon, doch met zich mede voerend een bord, met een ei. De kinderen tot 14 jaar moeten daaren tegen 2 x 17 M. zwemmen (schoolslag) en bij het keerpunt eerst een wortel van een lijn happen. Bij de 1 M. springplank wordt een stellage gebouwd, waardoor men een nummer hoog springen kan uitvoeren. Hiervoor is men ingedeeld tot den leeftijd 14 en daarboven, dus in twee serie's. Voor jongens en meisjes van 1416 jaar is er het nummer 25 M. zwemmen met het bekende bord met het ei, men ziet, ook al weer een nummer, waarbij handigheid meer zal doen dan snelheid. Snelheid is ten deze juist een tegenwer kende factor. Voor de zwemmers boven 16 jaar is een komisch nummer ingelascht, n.1. 2 x 25 M. zwemmen met op den heenweg over een ton klimmen en op den terugweg door dien ton te kruipen, terwijl bij het keerpunt nog „en passant" een kaars aangestoken dient te worden. Tot slot voor de pauze volgt er dan nog een massale afvalrace (voor iederen leeftijd) over de breedte van het bad. Na de pauze. Na de pauze krijgen we dan een nummer, dat thans reeds bij de voorbereiding populair geworden is. Wij bedoelen het vèrspringen van de 3-M. plank. Voor de veteranen is er verder het num mer 25 M. rugslag (alleen voor hen, die boven de 40 jaar zijn). Ten besluite is er een wedstrijd schoon- springen en wel één sprong van de 1 M.- plank en 2 sprongen van de 3 M. plank. Iedere zwemmer kan meedoen. Voor deze wedstrijden behoeft men aller minst lid of aangesloten te zijn bij een ver- eeniging of organisatie. Juist om aan deze wedstrijden een zoo populair mogelijk ka rakter te geven, is er een vrije inschrijving. Men kan zich aan de kassa opgeven en al daar wordt verder gezorgd, dat men inge deeld wordt. Vooral de niet-snelheidszwemmers hebben hier een pracht gelegenheid, eens te toonen of zij zich al dan niet vrij in het water voelen. En voor de snelzwemmers zal het altijd een toer blijven, om hier handigheid aan snelheid te paren, twee begrippen, die moeilijk te vereenigen zijn. Voor deze wed strijden zijn fraaie prijzen beschikbaar gesteld. Laat derhalve iedere zwemmer (liever gezegd iedere bezoeker) bedenken, dat hier een kans voor hem of haar ligt, welke wel licht niet spoedig zal weerkeeren. Op een en ander komen we nader terug. (Van onzen R.-redacteur.) „Ge behoeft geen angst te hebben. Ge kunde gerust gaan liggen, want het steekt nog niet" verklaarde de machinist van het stoomgemaal van Sasse, geiegen onder het stadje Grave Binnen bromden dof en sonoor de moto ren en beneden in de kelder raasde het water door de reusachtige, gebogen pijpen naar buiten de Maas in. Het waterschap Maaskant kon gerust zijn. De drie pompen, die in de laatste drie dagen onafgebroken hun razende arbeid verricht hebben, stonden daar borg voor en met zekerheid wisten de poldersbewoners dat elke minuut 240 ku bieke meter water door elk der drie gigan ten uitgebracht werd. Buiten stroomde het Maaswater snel, heel snel onder de groote brug door, die nog slechts luttele meters boven het kringelende water zich uitstrekt. Het is een reusachtig wateroppervlak zoover het oog reikt. Popu lieren verheffen zich slank uit de stroom, die de uiterwaarden geheel in bezit genomen heeft en een bordje „Verboden te fietsen" bespottelijk heeft gemaakt. Vlak onder het gemaal is het water gekomen en het is als of het stijgt door de wetenschap, dat elke minuut water uit den polder erin geslin gerd wordt. „Ik geloof, dat we het wel redden" voor spelt de machinist, die op een kaart net de waterstand heeft genoteerd. „Er is al een val gemeld van Maastricht. Niet veel maar het is val en dat hebben wij de laatste dagen niet veel gehad. Die regen en die wind, die zaten ons dwars. De Beersche Overlaat. Zal deze gaan werken of niet. De polder man gelooft van niet. Het water is nog niet zoover gekomen en er kan volgens hem nog wel 40 c.M. bijkomen, voordat er een over strooming zal gebeuren. Vroeger was dat anders. Toen de Overlaat nog niet verhoogd was, och dan wist je niet beter. „Dan zee je tegen de menschen uit Velp en uit Mill„gadege nog maar even naar stad, want morgen zulde d'r wel niet meer komme. Dan stond de weg blank tot den Bosch toe. Maar nu is het anders geworden. Kans is er natuurlijk nog wel. Na val kan er dadelijk weer was komen, maar dat zul len we moeten afwchten als morgenvroeg de berichten uit Maastricht komen. Dan weten we een hoop meer. En als de Overlaat gaat werken, dan kunnen we toch met dit gemaal een hoop weer wegwerken! Mis schien dat ze bij de Overlaat staan om eens te kijken, maar ik zou denken van niet!" Weinig belangstelling. De dijk van Grave naar Beers wordt be legerd door het water, dat zacht knaagt on deraan den voet. Geen stormaanval, maar kleine, dartele offensitfjes over de geheele. massieve dijklinie. Een guerillastrijd, die nog niet beslist is. Smalle paadjes schieter, steil van den dijk naar beneden en verdwij nen plotseling in het grauwe, grijze water, dat meteen zijn buit bedekt. Hier en daar hebben stukken land zich omhoog geworsteld en steken drassig boven de golven uit. In Beers is het rustig. Men wacht kalm af en acht den toestand nog lang niet critiek. Een dijkwacht behoeft nog niet te worden ingesteld om dadelijk alarm te slaan als het water uit zou stroomen over het breeue dijkgedeelte. We is het water hooger dan in jaren is voorgekomen, maar daar staat tegenover, dat in de eerste paats de Overlaat verhoogd is en ten tweede dat het Maasbed al op ver scheidene plaatsen verdiept is, waardoor de doorstrooming bevorderd werd en niet zoo bevreesd meer behoeft te wezen voor „stroppen" van het water, hetgeen betee- kent, dat het water tegen wordt gehouden. Veel land is er op het oogenblik wel onder- geloopen, maar nog geen mensch heeft er veel schade van ondervonden. „We kunnen rustig gaan slapen, mannen". En even later ligt de dijk verlaten en stappen menschen, tegen een zwiepende regenbui in, naar huis. In Mill, in Cuyk, in al die plaatsjes die bont dooreenliggen vlak bij de dreigende rivier, is het donker. Niemand is op de been. Men vindt het niet belangrijk genoeg en al is er nu gevaar een ieder hoopt, dat de regen gauw zal ophouden en dat de wind, als hij waait uit den goeden hoek komt zetten en niet tegen den stroom in zal blazen, omdat hij het water dan tegenhoudt. Verder is er nog een Beersche Overlaat, die een stuk hooger geworden is en het water staat nog lang niet aan de kruin. Dat scheelt nog wel een dertig, veertig centimeter Als we wakker worden, zullen we wel weer zien! Hooger is het water dat is waar dan in een goeje vijf jaar is voorgekomen, maar zoolang er nog niet bij den dijk gewaakt hoeft te worden, is er nog geen kou aan de lucht. Het is ook nog lastig, dat de kinderen niet zooveel en ook niet overal mogen spelen vanwege de kleeren en ook de vochtigheid valt niet mee, maar ook dat zal wel in orde komen En zoo ziet de streek met een groot ver trouwen een goeden afloop tegemoet en be klaagt men alleen de menschen, die in Nij megen last van het water ondervinden in het lage deel van de stad. Booten kunnen niet aanleggen en kranen, aan de kadekant op gesteld, kunnen geen dienst doen en steken treurig hoog boven het water uit. .De kant van den Bosch op gaat ook best en meer Noordelijk, in de buurt van Arnhem, be hoeft men ook niet te klagen. Prachtig uitzicht. Maar al deze geruststellende woorden gaan toch teniet als men boven op den hoogen Grebbeberg staat en een heel ver uitzicht heeft op de lage landen. Water, zoover het oog reikt. In één opslag ziet men Rijn, Waal en Maas. Ze kronkelden niet meer gelijk vroeger het geval was. Geen scherp om lijnde oevers maar immens groote water vlakten, die zich grillig over het land hebben verspreid en steeds verder sijpe len. Inktvisschen gelijk, die traag hun vangarmen uitsteken en grijpen met een onbarmhartige zekerheid Dijken, die zich nog verheffen. Stoom gemalen, die met razende spoed terug willen geven wat het land ongevraagd is geschonken. Zal de Beersche Overlaat het houden? Zal het niet gebeuren, dat een heele streek zal lijden van de inname door het water en nog lang de gevolgen vandien zal ondervinden? En toch is er een groote kans, dat driftig de telefoon zal rinkelen en dat de stuw- meester uit Maastricht een boodschap uit België zal krijgen, onheilspellend van in houd en dan zullen steeds noordelijker riie tijdingen gaan en zij zullen ook het volk van den Beerschen Overlaat bereiken en dan zal het water stroomen over den breeden, hoogen dijk „Ziekenhuisverpleging." Bovengenoemde vereeniging hield een vergadering in café Bouwstra, onder pre sidium van den heer A. Schuur. De voorzitter memoreerde in zijn ope ningsrede dat 1936 voor de vereeniging een bijzonder cuur jaar is geweest. Toch blijkt daaruit het groote nut der vereeni ging. Uit het jaarverslag van den secretaris penningmeester stippen wij aan: ontvang- gen omslagen 2252.14; uitgaven 2403.91, penningmeester in voorschot 151.77. Het ledental blijft vrij stationnair. De vereeniging telt ^39 betalende leden over 231 gezinnen, 31 leden werden in 1936 opgenomen met totaal 639 ligdagen. De omslag bedroeg 3.52 voor niet- leden en 2.86 voor leden doktersfonds. 1 Bestuurs- en algemeene vergadering zijn gehouden. Als bestuurslid werd herkozen de heer F de Goede met bijna algemeene stemmen. Als afgevaardigden werden gekozen de heeren K. Roos en G. Booy Az. Aanvulling reglement. Door het bestuur werd voorgesteld om voor verlossingen den duur te bepalen van inplaats 6 weken op 4 weken. Zoojuist nog zon. \a weer regen. Straks mis. sehien sneeuw. Echt weer om kou te vatten. Neem bij de eerste verkoudheids, verschijnselen Eveneens als een moeder moet worden opgenomen welke borstvoeding aan een kind geeft, zal het kind voor rekening der vereeniging worden opgenomen tot een bedrag van 1 per dag. Na eenige discus- sie is dit aanvaard. Door het rijk wordt thans geprobeerd om de ziekenhuisverpleging onder rijks- toezicht te plaatsen. Om dit te ontkomen moet echter reserve worden gekweekt. Breedvoerg werd over dit onderwerp ge„ discussieerd. Ten slotte werd het bestuurs voorstel aanvaard om een keer per jaar een extra-omslag te heffen en dit te be stemmen voor de reserve. Hierna sluiting. Ter aanvulling van den uitslag bij de prijs-uitreiking van het bal-masqué te Stompetoren verzoekt men ons nog te willen vermelden, dat de groep muzikanten (Schermeers fanfarekorps) bestond uit de heer L. Schuuring en de dames van Leijen-. Schuuring, Dekker, Vaming, Kluft, Vla ming, Kamsteeg, Brak, Schuuring, Brouwer en Jonker. In een alhier gehouden vergadering van de afdeeling „Züpe" van den L. T. B. werd o.m. besloten, by genoegzame deelna me, een melkcursus te houden. Tot bestuursleden werd gekozen de heer L. Dapper te Burgerbrug, terwijl werden herkozen de bestuursleden S. Broersen (se cretaris) en J. P. Keijezr (penningmeester). Tenslotte gaf de heer Tel uit Haarlem 'n duidelijke en interessante uiteenzetting van doel en werkwijze van den L. T. B. WETENSCHAPPELIJKE CONGO-FILM IN „VICTORIA THEATER". Alleen morgenavond. Aan den inhoud van „Verschroeide Aar de" ontleenen wij o.a.: Bodemgesteldheid, flora en fauna, de aanwezigheid of afwezigheid van de mensch zijn in Afrika afhankelijk van twee elemen ten: water en vuur. Het eene brengt het voedsel, het leven; het andere de vernie ling, de dood. De verfilmers van de Sahara-expeditie van Brondeel brengen ons eerst in het ge bied van het water. Berriane biedt de frischheid van haar kunstmatig aangelegde oase. Bij palmbosschen verrijzen negerste den. Daar ligt ook Ghardaia, dat herhaal delijk genoemd wordt in de verslagen van de groote trans-Afrikaansche tochten. Maar weldra wordt het water schaarscher, de wagens zakken weg in het zand, het land schap verliest zijn bekoring, het vuur her neemt zijn rechten. Tannesrouft, land van angst, dorst enfata morgana, is het gebied van zijn wreede heerschappij. Dan verschijnen de duinen. Het water i3 nog zeldzaam, maar de plantengroei begint te herleven. Deze wordt vertegenwoordigd door een wanstaltige boom, de baobab, die het resultaat schijnt te zijn van een angst wekkende poging om zich aan het verzen gende klimaat aan te passen. De voornaamste vertegenwoordigers van de fauna zijn de gieren. Deze vogels met hun doodskoppen wonen nooit ver van de steden en de dorpen, waar zij de plaats innemen van den reinigingsdienst. Hier is Kano, met zijn bevolking van 250.000 negers, zijn schilderachtige markt, zijn drukke straten, met huizen van hout, bepleisterd met aarde. Van Kano af heeft het water weer de overhand in den strijd tegen het vuur. Men komt in het gebied der groote stroomen. Door de overheersching van het natte element wordt de flora steeds overvloediger, terwijl de ongezonde, vochti ge warmte, die de energie doodt, ons steeds dichterbij de meest primitieve stammen brengt. We gaan met de pont de M'Bomu-rivier over, de grens van Belgisch Congo en berei ken Buta, een van de belangrijkste een til van jong Afrika. Ontvangst in het militaire kamp, bezoek aan de katholieke zending, die onder lei ding staat van de paters van het Tongerloo- klooster; bezichtiging van de officieel! staatsscholen, waar de Maristen-paters aan het hoofd staan. Wij zien in Buta eveneens eenige handige negerbeeldhouwers aan het werk. Nu bewonderen we de reusachtige vallat van de Tshopo, in de Congorivier, de ver nuftigheid en de stoutmoedigheid van de Wagénia-visschers. Een niet te ontwarren wildernis van wortels en lianen, die elkaar verstikken en dooden: aldus doet zich het oerwoud aan ons voor. Aan de voet van die hemelhooge boomen leiden de Pygmeeën, een dwergvolk met vooruitspringende ka ken een ellendig betsaan. Zij kennen ternau wernood het gebruik van vuur. Maar aan de zoom van het tropische oerwoud en verder op leven veel sterkere rassen, in de dorpen van Kivu. Wegens de enorme hitte leiden ze een vegetarisch bestaan. Hun is het vuur wel bekend en de smid is een zeer gewaar deerd persoon. De vrouwen bereiden bana- nenbier, een sterk alcoholische drank, waar aan de negers zich soms bedrinken. In Afrika is het vuur een obsessie. Wü vinden het op het Tanganyika-meer, waar de negers 's nachts visschen bij het licht van toortsen. Om te ontsnappen aan de gloeien de hitte bestijgen wij de bergvlakte van de Urundi. De menschelijke energie herleeft. De Ruanda, een van de mooiste voorbeelden van beschaving, die men op Afnkaansche bodem kan vinden, wordt uitgevoerd door de Watutzi, een prachtig menschenras, dat waarschijnlijk uit de Nijlstreek stamt. En de film, die begon in het gebied van het water, eindelijk in het land van het vuur. Alles bijeen een zeer bezienswaardig® rolprent.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 8