DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De zitting der niet-inmengings-subcommissie
ALKMAARSGHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 51
Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur; C. KRAK.
Dinsdag 2 Maart 1937
Hoofdredacteur; Tj. N. ADEMA.
139e Jaargang
De algemeerie toestand.
Alkmaar, 2 Maart.
Opnieuw is het koloniale vraagstuk ac
tueel geworden door een rede van von Rib-
bentrop in Leipzig, waarin deze ambassa
deur te Londen de problemen van het vier-
jaren-plan en de Duitsche rechten op kolo
niën heeft behandeld.
Von Ribbentrop zeide o.m., dat de groote
mogendheden zich door beschermende tarie
ven meer afsloten, naarmate Duitschland
meer exporteerde en de tot in de grondves
ten geschokte Duitsche economie kon eerst
hersteld worden, nadat het nationaal-socia-
lisme in midden-Europa een blok van orde,
rust en veiligheid had geschapen. Teneinde
den internationalen handel van Duitsch
land te herstellen werd het vierjarenplan
ópgesteld, het is Duitschland als het ware
door het buitenland opgedrongen en von
Ribbentrop noemt het belachelijk als men
in het buitenland zegt, dat men eerst dan
met Duitschland kan onderhandelen, wan
neer het dit plan opgeeft. Duitschland
streeft absoluut niet naar autarkie, boven
dien zijn de overige landen begonnen met
de autarkie, de politiek van Roosevelt en Ot
tawa is autarkisch.
Ten aanzien van de koloniale kwestie
zeide von Ribbentrop, dat Versailles de na
ties heeft gescheiden in bezittenden en „ha-
benichts", waardoor aan de eene zijde on
tevredenheid en aan de andere zijde wan
trouwen is ontstaan. Het is in het belang
van alle staten, dat een oplossing wordt ge
vonden en deze oplossing is in de eerste
plaats te vinden door het teruggeven van
de vroegere Duitsche koloniën en in de
tweede plaats door de kracht van het Duit
sche volk zelf. Spreker wees erop, dat
Duitschland recht heeft op koloniën, het
wenscht geen imperialistische koloniale po
litiek drijven, noch zijn koloniën te gebrui
ken voor strategische basis. Een bewijs hier
voor is het Duitsch-Britsche vlootverdrag.
Ook zou het bezit van koloniën geen aanlei
ding zijn tot het vergrooten van de vloot.
Duitschland heeft koloniën noodig, omdat
het gebieden noodig heeft, waar het in eigen
valuta grondstoffen kan koopen. Op het
oogenblik kan Duitschland deze grondstof
fen alleen koopen in vreemde valuta, waar
over het niet in voldoenden omvang be
schikt. Verder heeft Duitschland koloniën
noodig als afzetgebied voor de Duitsche in
dustrie en als arbeidsveld voor den Duit-
schen ondernemingsgeest.
Spreker hoopte, dat het gezond verstand
in deze een oplossing zal weten te vinden.
Hierna keerde von Ribbentrop zich tegen
de communistische ophitsing tegen Duitsch
land, welke steeds weer helpers vindt in de
democratische landen. De sterkste garantie
hiertegen noemde von Ribbentrop de ge
meenschappelijke afweerstelling van
Duitschland in Italië, terwijl het verdrag
met Japan een stap in de goede richting
was.
Tenslotte herhaalde von Ribbentrop de
verklaringen van den Führer over de Duit
sche herbewapening en de bereidwilligheid
om te ontwapenen.
De Berlijnsche correspondent van de „Dai
ly Telegraph" heeft van welingelichte zijde
vernomen, dat in Duitschland een nieuwe,
uitgebreide actie tot het verkrijgen van ko
loniën wordt voorbereid. Dit hangt samen
met het feit, dat de Duitsche ambassadeur
te Londen, bij het uitbrengen van zijn ver
slag aan Hitier, zal moeten mededeelen, dat
er op het oogenblik geen kans op is, dat de
Britsche regeering het teruggeven van de
vroegere Duitsche koloniën zal overwegen.
Er worden thans groote hoeveelheden
propagandamateriaal verzameld voor een
grootscheepsche koloniale campagne. De be
doeling daarvan is, dat de indruk gewekt
wordt, dat het Duitsche volk als één man ko
loniën eischt. Later zal dan aldus de cor
respondent den belanghebbenden mo
gendheden een memorandum worden aan
geboden, dat door het ministerie van econo
mische zaken wordt uitgewerkt.
Een inleiding tot die actie kan gezien
worden in het inrichten van een speciale af-
deeling op de Leipziger Messe, waar een
overzicht wordt gegeven van de resultaten
van den Duitschen ontginningsarbeid in tro
pische koloniën.
Generaal von Epp, hoofd van het koloniale
departement der nationaal-socialistische par
tij, schrijft in den Völkischer Beobachter;
„De Duitsche arbeid in vele landen en niet
het minst de Duitsch-Italiaansche samen
werking in Abessinië bewijzen, dat de Duit
sche techniek op het gebied van koloniale
economie een groote reputatie heeft verwor
ven. Duitschland heeft steeds weer bewe
zen, dat het tot koloniseeren in staat is". De
tentoonstelling op de Leipziger Messe is
volgens von Epp een uiting van het verlan
gen van Duitschland, die techniek te kunnen
toepassen.
De Spaansche revolutie
De vrijwiUigerskwestie in het Britsche Lagerhuis.
BRITSCHE WAARNEMERS.
In de vergadering van de niet-inmengings-
commissie heeft de voorzitter, lord Ply-
mouth, de kwestie van de ontruiming van
Spanje door de buitenlandsche vrijwilligers
ter sprake gebracht. Hij werd hierbij ge-
stéund door de vertegenwoordigers van
Frankrijk, Tsjecho-Slowakije, Zweden en
Sovjet-Rusland. De vertegenwoordigers van
Duitschland, Italië en Portugal waren van
meening, dat tegelijkertijd de kwestie van
de financieele hulp aan Spanje ter sprake
moest worden gebracht, waarbij de verte
genwoordigers van Duitschland en Italië
wezen op het belang een overeenkomst te
sluiten, waarbij het goud dat door de
Spaansche regeering in het buitenland is
gedeponeerd, wordt vastgelegd.
Reuter verneemt verder, dat overeen is
gekomen de bespreking over het vertrek
van de vrijwilligers uit Spanje op de ver
gadering van de subcommissie, Vrijdagoch
tend a.s. in de plenaire zitting van de niet-
inmengingscommissie Vrijdagmiddag voort
te zetten.
Voorgesteld werd nog, dat de controle
van de kust bij Malaga, dat in handen is
van de opstandelingen, zal geschieden door
Britsche oorlogsschepen, inplaats van door
Duitsche schepen. De vertegenwoordiger
van Duitschland verklaarde, dat zijn regee
ring hieromtrent nader een besluit zal ne
men.
Verder is de kwestie van de financieele
bijdragen in de kosten van de controle door
de verschillende landen besproken. Lord
Plymouth deelde mede, dat Joego-Slavië
zijn reserve inzake het betalen van zijn bij
drage heeft ingetrokken, terwijl Duitsch
land blijft volhouden, dat het zijn deel niet
kan betalen in buitenlandsche deviezen.
In het communiqué, dat na de "vergade
ring werd gepubliceerd, wordt o.a. gezegd,
dat de subcommissie verscheidene kwesties
inzake de controle te land en ter zee heeft
besproken. Op verscheidene punten werd
overeenstemming bereikt en de vertegen
woordigers van de verschillende landen,
zullen instructie vragen aan hun regee
ringen inzake de overige kwesties.
De Britsche waarnemers bij de
Portugeesche grens aangewezen.
De administrateur en vice-administrateur,
belast met de Britsche controle van de
Spaansch-Portugeesche grens, zijn, naar
Havas uit Londen meldt, thans aangewezen.
Administrateur is gepensionneerd comman
dant-ter-zee Mac Donald, die Engeland in
de commissie voor de Dardanellen heeft
vertegenwoordigd, tot het in werking tre
den van het accoord van Montreux. Vice-
administrateur is de gepensionneerde com
mandant-ter-zee Smith, oud-secretaris van
het nationale bureau, belast met het plaat
sen van oud-soldaten en oud-zeelieden. Men
verwacht, dat MacDonald, Smith en de ove
rige Engelsche waarnemers voor het einde
van deze week naar Spanje zullen vertrek
ken. Men schat het aantal Britsche waarne
mers op een 130. Het zijn allen gepension
neerde marine-officieren of douane-be
ambten.
De vrijwiUigerskwestie in het
Lagerhuis.
In het Lagerhuis heeft kapitein Ramsay
gevraagd of de regeering wist dat te Parijs
nog steeds een bureau bestond waar vrij
willigers werden aangenomen voor de
Spaansche regeering?
Minister Eden antwoordde met eenige
scherpte dat hij daar niets van wist en er
bij wilde voegen dat als de vrager bedoeld
had met zijn vraag eenige smet op de
Fransche regeering te werpen, spr. wilde
antwoorden dat hij overtuigd was dat de
Fransche regeering haar handteekening ten
volle gestand zou doen.
Op een nadere vraag omtrent de sluiting
van de Fransche grens bij Perpignan ant
woordde de minister dat hij het volste ver
trouwen had dat de Fransche regeering ook
daar afdoende maatregelen van controle had
ingevoerd.
Nopens de mijn waarop de Llandoverie
Castle geloopen was zeide Eden dat het on
derzoek nog niet volledig was afgesloten
maar dat het waarschijnlijk een mijn ge
weest was van de Spaansche rebellen die
alle regeeringen echter hadden verwittigd
dat zy langs de oostkust van Catalonië mij
nen zouden leggen. Spr. had Engelsche ree-
derijen gewaarschuwd dat zij die wateren
dus op eigen risico bevoeren.
Sir. William Davison herhaalde zijn vraag
nopens de communistische aanwervingsbu-
reaux te Londen en elders en het ophangen
van plakaten met aansporing tot hulpver
leening aan de Spaansche regeering bij de
stempellokalen der werkloozen.
Onderminister Geoffrey Lloyd antwoordde
dat als Sir. Wililam met bewijzen wilde
aankomen, spr. deze aan minister Simon
zou voorleggen. Over bedoelde plakaten had
spr. geen inlichtingen ontvangen.
De strijd zelf.
Aanval der opstandelingen afgeslagen.
Gisteravond om tien uur zijn de opstan
delingen weer tot den aanval overgegaan
in den sector van de brug der Franschen-
universiteitswijk teneinde te trachten de
omsingeling, die steeds nauwer om de wijk
wordt aangehaald, te verbreken.
De regeeringstroepen sloegen den aanval
gemakkelijk af en gingen vervolgens tot
den tegenaanval over. Evenals den dag te
voren slaagden zij er daarbij in hun stel
lingen bij de brug der Franschen te verbe
teren. De strijd eindigde te middernacht.
Mededeelingen van het rechtsche
hoofdkwartier.
Een officieel communiqué, dat gisteravond
om 10 uur door het rechtsche hoofdkwar
tier is verspreid, meldt:
Noordelijk leger, vijfde divisie: Wij heb
ben vandaag Portal Rubio bezet. De vijand
heeft talrijke doodef» achtergelaten.
Zesde en achtste divisies, legergroepen
voor Madrid, zuidelijke legers: niets te mel
den.
Uit het regeeringskamp.
In den sector van Montalban heeft giste
ren betrekkelijke kalmte geheerscht. De
opstandelingen hebben slechts geschutsvuur
gericht op zekere doelen in de eerste linies
van Martin Del Rio en Portal Rubio. De
opstandelingen die niet de gestelde doelen
bereikten, schijnen hun krachten te willen
richten- op dën sector Pertal Rubio. tenein
de sterker druk uit te oefenen op het be
langrijke mijnbekken van Utrillas, dat zoo
begeerd wordt. De regeeringsbatterijen ko
men echter onmiddellijk in actie, zoodat de
geringste concentratie in de rechtsche linies
merkbaar wordt.
De restauratie der
Habsburgers.
Gayda over de restauratie.
Virginio Gayda komt in de Gironale
d' Italia terug op een artikel, dat hij 25
Februari j.1. heeft geschreven over de kwes
tie van de restauratie der Habsburgers in
Oostenrijk.
Dit artikel, dat de Italiaansche politiek te
dezen opzichte aangaf, had niet nagelaten
een zekere verrassing te wekken. Het werd
verschillend uitgelegd.
Diplomatieke kringen te Rome hadden
zelfs gedacht, dat de uitgesproken meening,
de persoonlijke opvatting van den schrijver,
was en niet die van de Italiaansche regee
ring.
Thans wordt daarentegen bevestigd, dat
het zeer zeker de houding weergeeft, welke
Italië zal aannemen tegenover de binnen-
landsche politiek van Oostenrijk.
„De Italiaansche politiek tegenover Oos
tenrijk, aldus Gayda, is meer dan bekend.
Zij berust op het principe der politieke on
afhankelijkheid en territoriale onschend
baarheid van Oostenrijk met erkenning van
het onvervreembaar karakter van Duitsche
natie, zooals dit is vastgesteld in de Duitsch-
Oostenrijksche overeenkomst van 11 Juli
1936.
Al hetgeen de Italiaansche politiek denkt
te doen voor Oostenrijk, gaat dus van dit
principe uit: Het is dan ook juist uit dezen
gezichtshoek, dat Italië zijn gedachte in het
probleem der restauratie formuleert.
Wij bevestigen, dat het herstel der dynastie
in Oostenrijk, aldus Gayda, onafhankelijk
van de gezichtspunten ten aanzien van de
dynastie der Habsburgers niet actueel en dus
gevaarlijk is".
Italië tegen herstel.
Het blad voegt daaraan toe, dat niets in
de politieke daden, noch zelfs in de jour
nalistieke literatuur veroorlooft te gelooven
of te doen gelooven, dat Italië gunstig zou
staan tegenover een herstel der Habs
burgers.
De Gironale d' Italia herinnert er in het
zelfde artikel aan, dat de Popoio d'Italia,
naar men meent te weten van de hand van
Mussolini zelf, uiterst fel was tegen prins
Otto, die in het bewuste artikel „Signoretto"
werd genoemd. Gayda verklaart, dat zijn
artikel werd gemotiveerd door de houding
van zekere Fransche politieke kringen, die
thans tegenover Italië blijk geven van een
„slecht humeur".
De „Angriff" over de Habsburgers.
De „Angriff" levert een geestdriftige
commentaar op het artikel, waarin de
„Giornale d' Italia" zich tegen een restau
ratie der Habsburgers verzet. Het Duitsche
blad constateert, dat de zaak der Habsbur
gers geliquideerd is. De Italiaansche hou
ding is te belangrijker, omdat Mussolini op
de zitting van den grooten fascistischen
raad zijn beslissing over de richting van zijn
politiek zal bekend maken. Op deze beslis
sing is reeds vooruitgeloopen door het feit,
dat de weg van het imperium door het Suez-
Kanaal leidt en niet meer over Klagenfurt.
Bovendien zullen de groote Italiaansche ma
noeuvres dit jaar op en bij Sicilië gehouden
worden en niet meer op den Brenner. Ten
slotte versterkt Italië het eiland Pantellaria
als basis tegen de Middellandsche Zeevloot.
In een groot deel van Europa aldus ver
volgt de „Angriff" is de openbare mee
ning een restauratie der Habsburgers
vijandig gezind.
Het blad doet dan een feilen aanval op de
dynastie der Habsburgers en zegt, dat de
internationale politieke toestand zoo is, dat
elk Oostenrijksch staatsman tegenover een
terugkeer van Otto slechts de houding kan
aannemen van een Horthy, die zich in 1920
met de gewapende macht tegenover Karei
van Habsburg stelde.
De bomaanslagen te
Addis Abeba.
Een te Djiboeti aangekomen ooggetuige
van de bomaanslagen te Addis Abeba heeft
den oorrespondent van de JDaily Telegraph"
een levendige beschrijving van de gebeurte
nissen in de Abessijnsche hoofdstad gegeven.
Hij vertelt, hoe zich duizenden inboorlingen
hadden verzameld om de giften te ontvan
gen, die zouden worden uitgereikt ter gele
genheid van de geboorte van den prins van
Napels. Graziani was met zijn staf aanwezig
en in zijn nabijheid stond een groep van 200
hoofden, toen een bom geworpen werd. Dit
was het sein voor het werpen van meer
dezer projectielen, terwijl uit twee verdekt
opgestelde machinegeweren het vuur werd
geopend.
Een bom trof een pilaar van het vroegere
keizerlijke paleis, waardoor Graziani ge
wond werd. Generaal Liotta, de Aboena en
verscheidene officieren en manschappen
werden eveneens gewond. Troepen trokken
een cordon om de groep hoofden.
Op weg naar het ziekenhuis werd de auto
van Graziani beschoten. Het station en de
strategische punten werden onmiddellijk
door troepen bezet. Afdeelingen, voorzien
van machinegeweren patrouilleerde door de
straten, terwijl honderden AK°s«?jnjërs de
stad ontvluchtten. Op verschillende plaat
sen brak brand uit en bij huiszoekingen
ontdekte men voorraden munitie.
Des avonds nam het aantal branden toe,
zoodat de stad omringd was door een gordel
van vuur. Een dichte rook hing over Addis
Abeba. In de brandende huizen kwamen
bommen en munitie tot ontploffing.
Naar schatting zijn meer dan tweeduizend
menschen om het leven gekomen. De Abes-
siniërs stichtten brand in de nabijheid van
een opslagplaats van benzine in het midden
der stad, zoodat de Italiaansche soldaten al
het mogelijke moesten doen om een ont
ploffing te voorkomen.
Kabinetsreconstructie in
Belaië aanstaande?
Bij terugkeer van van Zeeland uit
het buitenland.
In welingelichte kringen in Brussel zegt
men, dat over een dag of veertien bij den
terugkeer van van Zeeland, een kabinets
reconstructie zal worden ten uitvoer gelegd.
Bovesse, de liberale minister van justitie,
zou, met instemming van de liberale partij,
vervangen worden door Paul Hymans, den
vroegeren minister van buitenlandsche
zaken.
De overige ministers zouden hun porte
feuilles behouden.
Zooals men weet, is reeds geruimen tijd
de kwestie der benoeming van Bovesse tot
gouverneur van de provincie Namen han
gende.
De reis van van Zeeland niet van
politieken aard?
Welingelichte kringen verzekeren, dat,
indien van Zeeland zich naar Frankrijk heeft
begeven, hij niet te Parijs heeft vertoefd en
daarom ook geen besprekingen van politie
ken aard kan hebben gevoerd.
Men wijst op het feit, dat de Belgische
minister-president, die werkelijk behoefte
aan rust had, naar Frankrijk is gegaan,
waarschijnlijk naar het zuiden om er eenig
verlof door te brengen en dat hij niet
wenschte zijn bestemming aan te geven,
teneinde niet te worden gestoord.
Het is niettemin waarschijnlijk, dat hij
aan het einde van zijn vacantie, d.w.z. over
een dag of veertien, op de terugreis te Parijs
eenige besprekingen zal hebben.
In Belgische diplomatieke kringen betoont
men zich zeer verrast over de uitleggingen,
welke in het buitenland worden gegeven
aan de strekking der internationale politiek
van het land. Men verzekert, dat het stand
punt van België zal blijven zooals in de
redevoeringen en de officieuze commentaren
sinds de op 14 October jL door den koning
gehouden rede werd uiteengezet. In een
recente nota aan Groot-Britannië, die tot nu
toe niet werd gepubliceerd, zou België
uitdrukking hebben gegeven aan het ver
langen een nieuwen status voor de veilig
heid vast te stellen, welke geheel West-
Europa zou omvatten. Het zou daarbij
geenszins de bedoeling van België zijn zich
te onttrekken aan eenmaal aangegane ver
plichtingen.
Er zou een algemeene conferentie moeten
worden gehouden om den status van België
te herzien.
BESLUITEN VAN DEN GROOTEN
FASCISTISCHEN RAAD.
Militaire voorbereiding van het volk.
Maximale autarkie voor militaire
behoeften.
Solidariteit met opstandig Spanje.
De militaire voorbereiding van het Ita
liaansche volk en de internationale toestand
vormen het onderwerp van het communi
qué, dat is uitgegeven over de zitting van
gisteravond van den grooten fascistischen
raad.
Besloten wordt:
1. Een plan ten uitvoer te leggen voor de
verdere ontwikkeling der gewapende macht.
2. Alle actieve krachten der natie, tusschen
18 en 55 jaar, geheel te militariseeren door
periodiek oproepen van de mobiliseerbare
lichting.
3. Een maximale autarkie tot stand te
brengen ten aanzien van de militaire behoef
ten, die zoo noodig moeten voorgaan aan de
civiele behoeften.
Na een redevoering van minister Ciano
over den internationalen toestand hechtte
de groote raad goedkeuring aan de volgende
resolutie:
„De raad geeft uiting aan solidariteit met
het nationalistische Spanje, welks overwin
ning het einde van iedere bolsjewisti
sche stuiptrekking in het Westen en het be
gin van een nieuw machtig tijdperk zal be-
teekenen van sociale rechtvaardigheid voor
het Spaanshe volk, dat met het Italiaan
sche volk verbonden is door eeuwenoude
banden van taal, godsdienst en geschiedenis.
Den minister van buitenlandsche zaken
wordt opgedragen deze resolutie ter kennis
te brengen van Franco".
Voorts werd een tweede resolutie aange
nomen, die als volgt luidt
„Na een rapport te hebben aangehoord van
den minister van buitenlandsche zaken over
de Italiaansche politieke activiteit na 18
November, hecht de groote raad daaraan vol
ledige goedkeuring en constateert tot zijn
vreugde, dat de politiek van Duitsch-Ita
liaansche overeenstemming zich zoodanig
heeft ontwikkeld, dat zij haar toenemende
realistische kracht toont. De raad beschouwt
met voldoening de Italiaansch-Britsche
accoorden van 2 Januari, die een nut
tige opheldering beteekenen van de Britsch-
Italiaansche betrekkingen ten aanzien van
de Middellandsche Zee, en neemt nota van
de positieve resultaten, die bereikt zijn door
de Italiaansch-Turksche besprekingen.
Wederom bevestigt de raad zijn wil tot
vreedzame doelmatige samenwerking met
alle landen, die getoond hebben of toonen
zullen te willen samenwerken met het fas
cistische Italië".
Aan het einde van de vergadering zond de
raad een groet aan onderkoning Graziani
en een huldebetuiging aan de Italiaansche
fascisten en arbeiders in Addis Abeba voor
de houding, die zij na den aanslag hebben
getoond. De groote raad zal 3 Maart des
avonds tien uur weer bijeenkomen.
AANSLAG TE JASSY.
In verband met een aanslag, gisteravond
gepleegd op den rector-magnificus der uni
versiteit te Jassy (Roem.), heeft de politie
het tehuis der studenten, die lid zijn van de
IJzeren Garde, omsingeld.
Nadat de studenten eenige uren tegen
stand hadden geboden, drongen de agenten
het tehuis binnen en verrichten zij ongeveer
50 arrestaties. Volgens de politie zouden de
daders zich onder de arrestanten bevinden.
De rector, wiens toestand nog altijd ern
stig is, is een invloedrijk iid van de natio
nale boerenpartij. Men gelooft, dat de leiders
dezer partij de bescherming der „boeren
wachten" willen inroepen.
BANKLOOPERS BEROOFD VAN
300.000 FRANCS.
Op een stil gedeelte van Fontenay Sous
Bois, in de omgeving van Parijs, hebben gis
termiddag een vijftal personen de auto van
twee bankloopers aangehouden. Zij maakten
zich bij deze gelegenheid meester van 300.000
francs aan specie, een aantal chèques en
andere waardepapieren.
De politie stelt een onderzoek in.