Dr. H. Colijn opent Oslo-conferentie. De lessen van den luchtoorlog in Ethiopië. deelig saldo was 20,47; 1935 sloot met een nadeelig bedrag van 5,59. Het herverzeke ringsfonds had een totaal aan uitgaven van 561,36, de ontvangsten waren 619,27 het voordeelig saldo bedroeg dus 57,36 (over 1935 was het 73,41), Voor 1937 werd de kas Burgerbrug aan gewezen als lid van de financieele commis sie, ter vervanging van Venhuizen. Begrooting 1937. Ingediend werd de begrooting voor 1937 met een geraamd bedrag aan uitgaven en ontvangsten van 123,77. In de toelichting tot de begrooting zei de v oorzitter o.a., dat, jammer genoeg, slechts weinig kon worden uitgetrokken voor propaganda, n.L 17,50. Deze dient in hoofd zaak door de afdeelingen te worden ge voerd. Zoo noodig komt het hoofdbestuur (zonder financieele kosten voor de afdee- ling) om nader overleg te plegen inzake toe treding van een kas. De heer V erhoeven (Sijbekarspel) wenschte een hoogeren post voor propa ganda; zoo noodig zou de contributie er :ets voor moeten worden verhoogd. Een paar afgevaardigden sloten zich hier bij aan. De afd. Hoorn&Om-streken ver zette zich tegen verhooging. Indien daartoe zou worden besloten, dan zou de kans groot zijn, dat Hoorn e.o. als lid zou bedanken De voorzitter geloofde, dat het be stuur van Hoorn e.o. eventueel zijn leden wel zou kunnen overtuigen van de noodzaak van contributieverhooging ten behoeve van de propaganda. De heer Mink (Warmenhuizen) stelde voor de contributie met 2 cent per lid te verhoogen voor dat doel. De voorzitter sloot zich hierbij aan, desnoods alléén voor 1937. Aansluiting van meerdere kasen bij den Bond is vooral van belang ten aanzien van het overnemen door de verschillende kassen van eikaars leden zonder wachttijd. De heer D. Groen (bestuur) merkte nog op, dat de beoogde 2 cent uitsluitend voor propaganda zullen worden beschouwd. De eigenlijke contributie bljjve een dub beltje. De sec r.-p enningm eester sloot zich hierbij aan. Een lage contributie zal het beste middel zijn om nog afzijdig staande kassen tot aansluiting te bewegen. De heer Koeman (bestuur) adviseerde met klem om een verhooging op te leggen, om van het meerdere een stevige propaganda te voeren onder de nog in Noordholland v/erkende 60 kassen. De voorzitter zou ook de verhoo ging gescheiden willen houden van da ge wone contributie. Er worde dus een propa- gandafonds gevormd. Ten slotte werd het bestuur met alge- meene stemmen gemachtigd, aan de afdee lingen een extra-bijdrage te vragen van 2 cent per lid per jaar, voorloopig alleen voor 1937. De voorzitter sprak zijn voldoening hierover uit en zeide, dat uit het aldus te ontvangen bedrag de kosten zullen moeten worden bestreden van persoonlijk bezoek aan nog niet aangesloten kassen. De begrooting werd hierna vastgesteld. Bestuursverkiezing. De beide aftredende bestuursleden, de heer en D. Groen en H. G. Rijs, werden met zoo goed als algemeene stemmen herkozen en namen daarmee gaarne genoegen. Na 45-jarigen leeftijd geen opname in het herverzekeringsfonds. Het bestuur stelde voor om leden eener plaatselijke kas, die jarenlang lid zijn ge weest en wegens ziekte uitgetrokken raken, niet meer in aanmerking te laten komen voor het herverzekeringsfonds, wanneer zij tusschentijds de leeftijdsgrens hebben be reikt en toch weer door de betrokken kas als lid. werden aangenomen. In de toelichting werd gezegd: Waar het in de practijk meermalen gebeurt dat per sonen lid worden van een plaatselijke kas op lateren leeftijd, zouden er moeilijkheden ontstaan wanneer voor dezen een andere regeling getroffen wordt. Devoorzitter lichtte dit voorstel nader toe, opmerkende o.a., dat het onder werp van talrijke besprekingen is geweest in de bestuursbijeenkomsten. De secretaris gaf nog uitvoerige uit eenzettingen van de voorgeschiedenis van het voorstel. Het ging om de vTaag of iemand, die jaren lang lid was geweest van het herverzekeringsfonds en op een gegeven moment uitgetrokken raakt, zonder meer zal worden afgeschreven. Spr. meende, dat het reglement ook voor deze lieden moet worden toegepast. Venhuizen vereenigde zich niet met het voorstel. Spr. meende op grond van het reglement, dat een uitgetrokken lid, na een jaar weer geregeld te hebben gewerkt, weer als lid van de ziekenkas moet worden aangenomen. Dit zelfde is dan ook plicht voor het herverzekeringsfonds, want dit fonds ontstaat uit de ziekenkassen. Een goede controle zal moeten worden uitge oefend. De noodzakelijkheid hiervan werd door spr. met een voorbeeld uit zijn praktijd als secretaris der plaatselijke kas aangetoond. De leden, die na hun uittrekken wel weer herstellen, maar niet meer aan het werk komen, worden automatisch afgeschreven. De voorzitter beaamde volmondig het nut van controle en had groot respect voor de activiteit van den vorigen spreker. Als in alle afdeelingen de controle was ge regeld, zooals in Venhuizen, had allicht het nu aan de orde zijnde voorstel achterwege kunnen blijven. De fout is, dat men zoo vaak denkt: „Het gaat onze kas niet aan, 't is voor het herverzekeringsfonds". Spr. gaf in overweging het voorschrift uit het reglement betreffende het dokters-attest geregeld toe te passen. Uit de verdere discussies bleek, dat de maximum-leeftijd voor toetreding als lid voor sommige afdeelingen verschilt van het maximum-tijdstip van toetreding voor het herverzekeringsfonds, en dat is het groote struikelblok. Sommige kassen b.v. nemen nog leden aan tot 50 jaar, het herverzeke ringsfonds stelt als uiterste grens voor toe lating den 45-jarigen leeftijd. De genoemde kassen moeten dus de risico voor dat leef tijdsverschil zelf dragen. De bedoeling van het voorstel is dus slechts om dit in het reglement vast te leg gen. Het bestuursvoorstel werd hierop zonder stemming aangenomen. Na rondvraag, waarbij door Venhui zen vriendeijke woorden werden gericht tot den secr.-penningmeester voor de uit voering van zijn veelzijdige taak, bij welke woorden de voorzitter zich gaarne aan sloot, volgde sluiting der vergadering. Binnenland „Wellicht kunnen wij samen in deze verwarde wereld een lichtpuntje brengen." Toespraak aan de afgevaar digden in het Engelsch. Hedenochtend om 11 uur is de bijeen komst van experts der Oslo-staten, welke op uitnoodiging der Nederland- sche regeering in Den Haag wordt ge houden, in de Treveszaal in het Depar tement van Waterstaat, geopend door den minister-president, dr. H. C o 1 ij n, die daarbij de volgende rede in de En- gelsche taal uitsprak: Namens de Nederlandsche regeering wil ik allereerst mijn oprechte dankbaarheid uitspreken jegens de regeeringen van Bel gië, Luxemburg, Denemarken, Noorwegen, Zweden en Finland, dat zij op zoo hartelijke wijze gevolg hebben gegeven aan onze uit noodiging om naar Den Haag te komen ter bespreking van de handelsbetrekkingen tus- schen onze landen onderling en die met an dere staten. Ik ben mij er ten volle van bewust, dat een samenkomst van afgevaardigden van de landen, welke de z.g. „Oslo-greep" vormen, geen vraagstukken van wereld-beteekenis tot oplossing kan brengen; maar anderszins kan toch niet worden ontkend dat er overal een groeiend besef leeft, dat de economische moeilijkheden van verschillende staten de grondoorzaak vormen van de politieke span ningen, welke een groot deel van Europa en andere deelen der wereld verontrusten Ir.dien dit waar is en ik meen dat het juist is dan zal bevordering ven econnmi- schen vrede, op zichzelf reeds een noodzake lijkheid, tegelijkertijd een middel kunnen zijn tot vermindering van bestaande poli tieke spanningen. Wat wij noodig hebben, is een uitbreiding van den omvang van het internationale han delsverkeer, waardoor de verschillende landen ten volle een uitweg voor hun ener gie en voor hun arbeidskrachten kunnen vinden. Wij weten maar al te goed, dat het econo mische beleid der laatste jaren op een heel anderen koers is gericht. Het is thans tien jaren geleden sinds de economische wereld conferentie er niet in geslaagd is om de slagboomen voor den handel op te ruimen en dat in de daarop volgende jaren de toe stand zich van kwaad tot erger ontwikkelde Het is niet zoo gemakkelijk de ware oor zaken der mislukking van de kruistochten voor een vrijer handelsverkeer op het spoor te komen. Gedeeltelijk, zij het niet geheel, is deze mislukking zonder twijfel toe ie schrijven aan de kortzichtigheid van hen die zich niet genoegzaam rekenschap ervan geven, dat landen over en weer van elkan der afhankelijk zijn met betrekking tot hun welvaart. Men zal echter ook in rekening hebben te brengen den wensch der regee ringen om zorg te dragen voor een meer in evenwicht gebrachte nationale economie vermist door tal van oorzaken het evenwicht der wereldeconomie van vóór den oorlog is verstoord. Tot eind September van verleden jaar toe scheen er geen mogelijkheid te bestaan van een kentering in deze politiek van tot het uiterste gedreven protectie, doch nu er eer» overeenkomst inzake het monetaire vraag stuk is bereikt daagt er nieuwe hoop. Met die overeenkomst schijnt een groote moei lijkheid ten aanzien van de vermindering van handelsbelemmeringen te zijn overwon nen. Tal van denkbeelden zijn reeds geopperd waarvan een der radicaalste is om de quota's af te schaffen en te vervangen door tarie ven met beperking van de percentages tot een maximum. Zonder twijwel zult gij allen als deskundigen hiervan meer weten dan ik en daarom wil ik bij deze bijzonderheden niet lang stil staan. Ik kan mij er toe bepa len u te verzoeken alle mogelijkheden te onderzoeken, welke voeren tot datgene wat kunnen wij allen wenschen, te weten om zooveel mogelijk van de boeien welke den handel kluisteren te slaken. Ik besef ten volle dat er geen groot resul taat te verwachten valt van deze eerste sa menkomst. Gij zult van gedachten wisselen, gij zult de eventueele mogelijkheden on derzoeken, dan zult gij naar uwe landen terugkeeren ten einde datgene wat gij ge vonden hebt te vergelijken met het oordeel van verantwoordelijke ministers en dan, zoo vertrouw ik, zult gij terugkomen om aan uw werk de laatste hand te leggen. Doch ook dan aangenomen dat gij tot gunstige resultaten geraakt zal nog slechts het kleinste deel van uw werk zijn verricht. Om twee redenen. Ten eerste: wat wij onder elkander wen schen te doen raakt ook anderen. De meest- begunstigingscausule, hoe heilzaam ook in vele opzichten, is somtijds een beletsel voor De gedelegeerden ter conferentie zijn: Voor BELGIE: de heer M. Suetens directeur-generaal van den hui- tenlandschen handel van het mi nisterie van buitenlandsche zaken Voor DENEMARKEN: de heer E Waerum, hoofd van de afdeeling economische politiek van het de partement van buitenlandsche za ken. Voor FINLAND: de heer T. O. Vahervuovi hoofdambtenaar voor de handelsaccoorden van het de partement van buitenlandsche za ken. Voor LUXEMBURG: de heer Wehrer règeeringsadviseur. Voor NOORWEGEN: de heeren C. F. Smith, directeur-generaal voor de handelspolitiek en O. Ravner, hoofd van den regeeringsraad voor econofnische aangelegenheden. Voor ZWEDEN: de heeren G. Sahlin, directeur en M. Haeggloeff, hoofdambtenaar der handelsafdee ling van het departement van bui tenlandsche zaken. Voor NEDERLAND: de heeren ar H. M. Hirschfeld directeur-gene raal van handel en nijverheid, prof. J. van Gelderen, voorzitter van c».* commissie van contact voor econo- nomische aangelegenheden van hel departement van koloniën en de heer H. A. Hooft, chef van de af deeling consulaire en handelszaken van het departement van buiten landsche zaken. het wegneme i van handelsslagboomen tus- schen landen die zulks wenschen te doen doch daarin wordeh verhinderd door de be staande toepassing van deze clausule. Het kan daarom noodzakelijk voor u zijn de mo gelijkheid van een nieuwe interpretatie der meest begunstigingsclausule in handelsver dragen onder de «ogen te zien, waarbij in- tusschen steeds in het oog moet worden ge houden dat elke overijlde handeling moet worden vermeden en dat niets tastbaars in dit opzicht kan worden gedaan zonder de volledige instemming van die landen, waar mede wij verdragen hebben, gebaseerd op de bestaande toepassing van de clausule. Ten tweede: Wij moeten er van meet af aan op bedacht zijn dat niets van eenig be lang kan worden bereikt indien grootere mogendheden niet bereid zijn om onze po gingen te steunen. Ons gemeenschappelijk handelsverkeer is volstrekt geen te ver- waarloozen'factor, doch het handelsverkeer van elk onzer met sommige der andere lan den is belangrijker dan dat van een onzer met alle andere leden onzer groep tezamen. Bijgevolg komt het mij wenschelijk voor na te gaan hoe men to.t het ontwerpen van zekere voorstellen zal kunnen komen waar mede wij andere mogendheden kunnen be naderen en wel in het bijzonder de groQte mogendheden die genegen zijn om npar onze denkbeelden te luisteren. Het is zelfs denkbaar dat gij aan het ein de van uwe eerste vergadering tot het re sultaat zult komen dat het wenschelijk ware een tweede vergadering reeds door afge vaardigden van andere mogendheden te doen bijwonen, wijl immers een enkel voor stel waartoe gij kunt komen in staat zal zijn resultaten af te werpen in overeenstem ming met de beoogde doeleinden. Het zal noodig zijn een aantal maatregelen te ne men, waarvan enkele nationaal maar andere buiten eenigen twijfel een internationaal karakter zullen dragen. Bij sommige van die maatregelen kan eenvormigheid van methode worden verwacht, bij andere niec. Om deze reden zoudt gij het wenschelijk kunnen achten de medewerking van ande ren in te roepen. De noodzakelijkheid om tot resultaten te komen is overweldigend. Er is overvloed van goederen in de wereld en desniettemin is er zooveel armoede, welke er niet be hoefde te zijn. Misschien lijdt een aanzien lijk deel der bevolking van de aarde aan ondervoeding, terwijl er toch soms voedsel vernietigd wordt als praktisch gevolg van een op de spits gevoerde agrarische protec tie. Sir Frederick Leith Ross heeft er in zijn bekende „Memorandum on q agricul- tural protectior.ism" (uitgegeven door de economische afdeeing van den Volkenbond) op zoo overtuigende wijze op gewezen, dat de inkrimping van sommige markten qver- voering van markten in andere landen ten gevolge heeft gehad en tot kwantitatieve regelingen tot het redden van landbouw industrieën heeft geleid. De koopkracht van landb'ouwstaten was dientengevolge ernstig aangetast en dit leidde dan omgekeerd weder tot werkloosheid in industrieele landen. Dit alles is zeer ontmoedigend, doch dit mag geen reden zijn ons aan moedeloos heid over te geven. Integendeel, nu er een glimp van hoop daagt, moeten wij het probleem opnieuw aanpakken zonder te letten op de mislukkingen in het verleden. Daarom doe ik ook een beroep op u, om de vraagstukken aan te vatten met den wil om iets te doen. Gij zijt vertegen woordigers der kleinere landen. Onze in vloed op de wereld als geheel genomen is zeer beperkt, doch wij beschikken over het enorme voordeel, dat wij onderling geen politieke strijdbijlen te wetten heb ben .Wij wenschen slechts wat meer wel vaart en anders niets. Onze individueele stem is de stem des roependen in de woestijn; tezamen zullen wij wellicht gehoord worden, indien wij althans in staat zullen blijken redelijke voorstellen ter tafel te brengen, welke niet enkel en alleen beperkt behoeven te blijven tot tarieven, quota's en dergelijke slagboomen van den handel. Er kunnen andere middelen ontdekt worden, welke de welvaart onzer volkeren en van de volkeren van andere landen welke ten slotte bereid zullen zijn met ons samen te werken, vermogen te verbteren; om op een van deze aidere middelen te wijzen, vestig ik b.v. de aandacht op de mogelijk heid van een meer geordend stelsel van export en prijsvorming dan het huidige. Ten besluite, mijne heeren, wensch ik u succes in uw werk en tevens een prettig verblijf in Den Haag. PSYCHOPAAT ALS OPLICHTER. Gedupeerden mengen er thans de justitie in. Dezer dagen is uit de psychiatrische in richting „Maasoord" te Rotterdam een zekere S., uit Hillegersberg ontslagen, die reeds sedert eenige jaren verduisteringen had gepleegd ten nadeele van een familie aan de Aert van Nesstraat te Rotterdam. De man had met deze familie begin 1935 kennis gemaakt in de diergaarde en had zich als zeer rijk voorgedaan. De aanvan kelijk vriendschappelijke betrekkingen werden evenwel spoedig van anderen aard. De man wenschte ter dekking van eenige hypotheken een leening af te slui ten en zijn nieuwe kennissen waren wel zoo vriendelijk om een obligatie van dui zend gulden om te wisselen. Achteraf bleek evenwel, dat de obligaties, die S. voor een certificaat in plaats had gegeven, slechts honderd gulden waard waren. De man hield evenwel zulke mooie praatjes, dat hij er ten slotte nog in geslaagd is om plus minus elf duizend gulden aan obliga ties los te krijgen en bovendien nog zes honderd gulden spaarbankgelden van de menschen wist te leenen. Daarop heeft hij 350 gulden teruggestort, terwijl hij een deel- van het geleende geld betaalde met een cheque op de Amsterdamsche Bank, welke niet gedekt was. De menschen had den steeds nog vertrouwd, dat S. het geld zou terug geven, doch in Februari 1936 werd de man plotseling in „Maasoord" opgenomen. Toen hij dezer dagen ontsla gen werd, achtten zij het raadzaam om de zaak in handen van de justitie te stel len, welke deze zaak thans in onderzoek heeft. BEROOVING TE ROTTERDAM. Buitenman als gewoonlijk het slachtoffer. Eergisteravond heeft een buitenman in de Oldebarneveldstraat te Rotterdam een vrouw ontmoet, die hij later naar een pand aan de Crispijnlaan begeleidde. Bij het verlaten van dit pand kwam de man tot de ontdekking, dat hij uit zijn porte feuille 1200 miste. De man stelde de politie van het ge beurde in kennis, waarop in bewaring zijn gesteld de 38-jarige koopman J. D. en diens 30-jarige echtgenoote C. P. C. Het tweetal bleef ontkennen iets met het ver dwenen geld te maken te hebben gehad. Ook een huiszoeking heeft nog geen re sultaat opgeleverd. Het echtpaar, dat in het bureau aan de Witte de Withstraat is opgesloten, blijft voorloopig in bewaring. TWEE ARBEIDERS BEDOLVEN. Toestand van een hunner zorg wekkend. Gistermiddag is bij het verrichten van rioleeringswerkzaamheden aan den Kreelscheweg te Ede, een ernstig ongeluk gebeurd. Op een gegeven oogenblik stortte een der wanden van een twee meter diepe geul in, met het gevolg, dat twee arbei ders onder de aarde werden bedolven. De een tot aan het middel, de ander tot aan de borst. Een van beiden, zekere van de Pol, bleek ernstige inwendige kneuzingen te hebben opgeloopen en is naar het Julianaziekenhuis te Ede vervoerd. Zijn toestand was gisteravond nog zeer zorgwekkend. De andere arbeider werd slechts licht gekwetst. Het gebeurde moet waarschijnlijk worden toegeschreven aan het feit. dat de wanden van den geul niet waren bekist. hetgeen gewoonlijk het ge val is bij dit soort werk. INTERNAAT TOT OPLEIDING VAN DIENSTBODEN GEOPEND. Hedenochtend half twaalf is te Arnhem het eerste internaat van het algemeen comité tot het organiseeren van internaten voor spoedopleiding van dienstboden ge opend. De heer Meyer de Vries, hoofdinspecteur voor de werkverschaffing, heeft bij deze opening namens het bestuur van het comité woorden van welkom gesproken, in het# bij zonder tot den vertegenwoordiger van den minister van Sociale Zaken, tot vertegen woordiging van het gemeentebestuur van Arnhem, tot die van de zusterorganisaties en tot de dames van het nijverheidsonderwijs. 65 JAAR GETROUWD. Een hooge zeldzaamheid. Als een zeldzaamheid dient te worden vermeld, dat op 8 Maart a.s. het echtpaar Arend Carel Hebbink en Hebbink-Jansen te Steenderen (Geld.) den dag hopen te herdenken, waarop zij vóór 65 jaar in het huwelijk traden. Beide oudjes, die resp. 90 en 86 jaar oud zijn, doen dagelijks nog de werkzaamheden op hun boerderijtje. Deze dag zal voor de beide krasse oudjes wel niet onopgemerkt voorbij gaan. RITUEEL SLACHTEN. Krachtens de vleeschkeuringswet is het ritueel slachten reeds aan zoodanige voor schriften onderhevig, dat da-xbij dieren mishandeling is uitgesloten. Lezing door dr. Ch. W. F. Winekel, leider der Nederlandsche Roode Kruis Ambulance naar Abessinië, voor de Amsf. Vereeniging voor Luchtbescherming. De heer dr. Ch. W. F. Winekel, leider der Roode Kruis-ambulance naar Abessinië, heeft gisteravond in „Bellevue" voor de Amsterdamsche vereeniging voor luchtbe scherming een lezing gehouden, welke tot titel droeg: „De lessen van den luchtoorlog in Ethiopië". Teneinde zijn gehoor midden in de locale sfeer te verplaatsen, gaf spr. eerst een kort overzicht van de geschiedenis dezer ambu lance, die zeker één der best geslaagde van alle Roode Kruis-éxpedities is geweest. Hij verhaalde, hoe de leden het onmetelijke land doortrokken per muildierkaravaan, per vrachtauto en zelfs per vliegtuig, en hoe zij weldra met werk overladen werden, toen honderden gewonden van het Ethiopische leger hun weg vonden naar den voorpost der ambulances bij Quoram en naar het basishospitaal te Dessie. Het werk werd bemoeilijkt door allerlei omstandigheden, onder andere door de ge regelde verschoning van Italiaansche vlieg tuigen. Achteraf is duidelijk gebleken, dat de Italianen onze ambulance spaarden: geen enkele maal vielen bommen op of vlakbij de kampen der Nederlanders, maar toch moes ten voorzorgen genomen worden. Spr. beschreef de soms tragikomische situaties, welke ontstonden, wanneer tijdens het werken in de operatiekamer vliegtuigen boven het kamp verschenen, en hoe patiënten en personeel van het ziekenhuis bijtijds het lijf borgen in de tot dat doel gegraven schuilholen. De keerende krijgskans deed het Ethio pische Noordfront ineenstorten en op hun marsch eerst naar Dessie, later naar Addis- Abeba rolde het oprukkende Italiaansche leger een gedemoraliseerd Ethiopisch leger, opstandige stammen en rooverbenden op en voor zich uit, voor welk gevaar de ambu lance zich tijdig in veiligheid wist te stellen, op het laatst ook met de sportieve hulp der Britsche ambulance. Op verschillende wijzen kwam onze am- Dr. Wlhckel bulance in aanraking met den luchtoorlog, al werd zij zelve niet rechtstreeks erin be trokken. Tijdens het reizen per muildierkaravaan of per vrachtauto moesten voorzorgsmaat regelen getroffen worden: de voorpost der ambulance bij Quoram moest een natuurlijke grot betrekken, daar het werk in de open vlakte te gevaarlijk werd. De kampen moesten als Roode Kruis-een- heden gekenmerkt worden, door op den grond uitgespreide reusachtige vlaggen, van rood en wit katoenen banen vervaardigd, 14 meter in het vierkant, en van 2000 meter hoogte duidelijk als Roode Kruisvlag zicht-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 7