Dr. H. Colijn opent Oslo-conferentie.
De lessen van den luchtoorlog in Ethiopië.
deelig saldo was 20,47; 1935 sloot met een
nadeelig bedrag van 5,59. Het herverzeke
ringsfonds had een totaal aan uitgaven van
561,36, de ontvangsten waren 619,27
het voordeelig saldo bedroeg dus 57,36
(over 1935 was het 73,41),
Voor 1937 werd de kas Burgerbrug aan
gewezen als lid van de financieele commis
sie, ter vervanging van Venhuizen.
Begrooting 1937.
Ingediend werd de begrooting voor 1937
met een geraamd bedrag aan uitgaven en
ontvangsten van 123,77.
In de toelichting tot de begrooting zei de
v oorzitter o.a., dat, jammer genoeg,
slechts weinig kon worden uitgetrokken voor
propaganda, n.L 17,50. Deze dient in hoofd
zaak door de afdeelingen te worden ge
voerd. Zoo noodig komt het hoofdbestuur
(zonder financieele kosten voor de afdee-
ling) om nader overleg te plegen inzake toe
treding van een kas.
De heer V erhoeven (Sijbekarspel)
wenschte een hoogeren post voor propa
ganda; zoo noodig zou de contributie er :ets
voor moeten worden verhoogd.
Een paar afgevaardigden sloten zich hier
bij aan.
De afd. Hoorn&Om-streken ver
zette zich tegen verhooging. Indien daartoe
zou worden besloten, dan zou de kans groot
zijn, dat Hoorn e.o. als lid zou bedanken
De voorzitter geloofde, dat het be
stuur van Hoorn e.o. eventueel zijn leden
wel zou kunnen overtuigen van de noodzaak
van contributieverhooging ten behoeve van
de propaganda.
De heer Mink (Warmenhuizen) stelde
voor de contributie met 2 cent per lid te
verhoogen voor dat doel.
De voorzitter sloot zich hierbij aan,
desnoods alléén voor 1937. Aansluiting van
meerdere kasen bij den Bond is vooral van
belang ten aanzien van het overnemen door
de verschillende kassen van eikaars leden
zonder wachttijd.
De heer D. Groen (bestuur) merkte
nog op, dat de beoogde 2 cent uitsluitend
voor propaganda zullen worden beschouwd.
De eigenlijke contributie bljjve een dub
beltje.
De sec r.-p enningm eester sloot
zich hierbij aan. Een lage contributie zal het
beste middel zijn om nog afzijdig staande
kassen tot aansluiting te bewegen.
De heer Koeman (bestuur) adviseerde
met klem om een verhooging op te leggen,
om van het meerdere een stevige propaganda
te voeren onder de nog in Noordholland
v/erkende 60 kassen.
De voorzitter zou ook de verhoo
ging gescheiden willen houden van da ge
wone contributie. Er worde dus een propa-
gandafonds gevormd.
Ten slotte werd het bestuur met alge-
meene stemmen gemachtigd, aan de afdee
lingen een extra-bijdrage te vragen van 2
cent per lid per jaar, voorloopig alleen voor
1937.
De voorzitter sprak zijn voldoening
hierover uit en zeide, dat uit het aldus te
ontvangen bedrag de kosten zullen moeten
worden bestreden van persoonlijk bezoek
aan nog niet aangesloten kassen.
De begrooting werd hierna vastgesteld.
Bestuursverkiezing.
De beide aftredende bestuursleden, de
heer en D. Groen en H. G. Rijs, werden met
zoo goed als algemeene stemmen herkozen
en namen daarmee gaarne genoegen.
Na 45-jarigen leeftijd geen opname
in het herverzekeringsfonds.
Het bestuur stelde voor om leden eener
plaatselijke kas, die jarenlang lid zijn ge
weest en wegens ziekte uitgetrokken raken,
niet meer in aanmerking te laten komen
voor het herverzekeringsfonds, wanneer zij
tusschentijds de leeftijdsgrens hebben be
reikt en toch weer door de betrokken kas
als lid. werden aangenomen.
In de toelichting werd gezegd: Waar het
in de practijk meermalen gebeurt dat per
sonen lid worden van een plaatselijke kas
op lateren leeftijd, zouden er moeilijkheden
ontstaan wanneer voor dezen een andere
regeling getroffen wordt.
Devoorzitter lichtte dit voorstel
nader toe, opmerkende o.a., dat het onder
werp van talrijke besprekingen is geweest
in de bestuursbijeenkomsten.
De secretaris gaf nog uitvoerige uit
eenzettingen van de voorgeschiedenis van
het voorstel. Het ging om de vTaag of
iemand, die jaren lang lid was geweest van
het herverzekeringsfonds en op een gegeven
moment uitgetrokken raakt, zonder meer
zal worden afgeschreven. Spr. meende, dat
het reglement ook voor deze lieden moet
worden toegepast.
Venhuizen vereenigde zich niet
met het voorstel. Spr. meende op grond van
het reglement, dat een uitgetrokken lid, na
een jaar weer geregeld te hebben gewerkt,
weer als lid van de ziekenkas moet worden
aangenomen. Dit zelfde is dan ook plicht
voor het herverzekeringsfonds, want dit
fonds ontstaat uit de ziekenkassen. Een
goede controle zal moeten worden uitge
oefend.
De noodzakelijkheid hiervan werd door
spr. met een voorbeeld uit zijn praktijd als
secretaris der plaatselijke kas aangetoond.
De leden, die na hun uittrekken wel weer
herstellen, maar niet meer aan het werk
komen, worden automatisch afgeschreven.
De voorzitter beaamde volmondig
het nut van controle en had groot respect
voor de activiteit van den vorigen spreker.
Als in alle afdeelingen de controle was ge
regeld, zooals in Venhuizen, had allicht het
nu aan de orde zijnde voorstel achterwege
kunnen blijven. De fout is, dat men zoo
vaak denkt: „Het gaat onze kas niet aan,
't is voor het herverzekeringsfonds".
Spr. gaf in overweging het voorschrift uit
het reglement betreffende het dokters-attest
geregeld toe te passen.
Uit de verdere discussies bleek, dat de
maximum-leeftijd voor toetreding als lid
voor sommige afdeelingen verschilt van het
maximum-tijdstip van toetreding voor het
herverzekeringsfonds, en dat is het groote
struikelblok. Sommige kassen b.v. nemen
nog leden aan tot 50 jaar, het herverzeke
ringsfonds stelt als uiterste grens voor toe
lating den 45-jarigen leeftijd. De genoemde
kassen moeten dus de risico voor dat leef
tijdsverschil zelf dragen.
De bedoeling van het voorstel is dus
slechts om dit in het reglement vast te leg
gen.
Het bestuursvoorstel werd hierop zonder
stemming aangenomen.
Na rondvraag, waarbij door Venhui
zen vriendeijke woorden werden gericht
tot den secr.-penningmeester voor de uit
voering van zijn veelzijdige taak, bij welke
woorden de voorzitter zich gaarne aan
sloot, volgde sluiting der vergadering.
Binnenland
„Wellicht kunnen wij samen in deze verwarde
wereld een lichtpuntje brengen."
Toespraak aan de afgevaar
digden in het Engelsch.
Hedenochtend om 11 uur is de bijeen
komst van experts der Oslo-staten,
welke op uitnoodiging der Nederland-
sche regeering in Den Haag wordt ge
houden, in de Treveszaal in het Depar
tement van Waterstaat, geopend door
den minister-president, dr. H. C o 1 ij n,
die daarbij de volgende rede in de En-
gelsche taal uitsprak:
Namens de Nederlandsche regeering wil
ik allereerst mijn oprechte dankbaarheid
uitspreken jegens de regeeringen van Bel
gië, Luxemburg, Denemarken, Noorwegen,
Zweden en Finland, dat zij op zoo hartelijke
wijze gevolg hebben gegeven aan onze uit
noodiging om naar Den Haag te komen ter
bespreking van de handelsbetrekkingen tus-
schen onze landen onderling en die met an
dere staten.
Ik ben mij er ten volle van bewust, dat een
samenkomst van afgevaardigden van de
landen, welke de z.g. „Oslo-greep" vormen,
geen vraagstukken van wereld-beteekenis
tot oplossing kan brengen; maar anderszins
kan toch niet worden ontkend dat er overal
een groeiend besef leeft, dat de economische
moeilijkheden van verschillende staten de
grondoorzaak vormen van de politieke span
ningen, welke een groot deel van Europa
en andere deelen der wereld verontrusten
Ir.dien dit waar is en ik meen dat het
juist is dan zal bevordering ven econnmi-
schen vrede, op zichzelf reeds een noodzake
lijkheid, tegelijkertijd een middel kunnen
zijn tot vermindering van bestaande poli
tieke spanningen.
Wat wij noodig hebben, is een uitbreiding
van den omvang van het internationale han
delsverkeer, waardoor de verschillende
landen ten volle een uitweg voor hun ener
gie en voor hun arbeidskrachten kunnen
vinden.
Wij weten maar al te goed, dat het econo
mische beleid der laatste jaren op een heel
anderen koers is gericht. Het is thans tien
jaren geleden sinds de economische wereld
conferentie er niet in geslaagd is om de
slagboomen voor den handel op te ruimen
en dat in de daarop volgende jaren de toe
stand zich van kwaad tot erger ontwikkelde
Het is niet zoo gemakkelijk de ware oor
zaken der mislukking van de kruistochten
voor een vrijer handelsverkeer op het spoor
te komen. Gedeeltelijk, zij het niet geheel,
is deze mislukking zonder twijfel toe ie
schrijven aan de kortzichtigheid van hen
die zich niet genoegzaam rekenschap ervan
geven, dat landen over en weer van elkan
der afhankelijk zijn met betrekking tot hun
welvaart. Men zal echter ook in rekening
hebben te brengen den wensch der regee
ringen om zorg te dragen voor een meer
in evenwicht gebrachte nationale economie
vermist door tal van oorzaken het evenwicht
der wereldeconomie van vóór den oorlog is
verstoord.
Tot eind September van verleden jaar toe
scheen er geen mogelijkheid te bestaan van
een kentering in deze politiek van tot het
uiterste gedreven protectie, doch nu er eer»
overeenkomst inzake het monetaire vraag
stuk is bereikt daagt er nieuwe hoop. Met
die overeenkomst schijnt een groote moei
lijkheid ten aanzien van de vermindering
van handelsbelemmeringen te zijn overwon
nen.
Tal van denkbeelden zijn reeds geopperd
waarvan een der radicaalste is om de quota's
af te schaffen en te vervangen door tarie
ven met beperking van de percentages tot
een maximum. Zonder twijwel zult gij allen
als deskundigen hiervan meer weten dan ik
en daarom wil ik bij deze bijzonderheden
niet lang stil staan. Ik kan mij er toe bepa
len u te verzoeken alle mogelijkheden te
onderzoeken, welke voeren tot datgene wat
kunnen wij allen wenschen, te weten om
zooveel mogelijk van de boeien welke den
handel kluisteren te slaken.
Ik besef ten volle dat er geen groot resul
taat te verwachten valt van deze eerste sa
menkomst. Gij zult van gedachten wisselen,
gij zult de eventueele mogelijkheden on
derzoeken, dan zult gij naar uwe landen
terugkeeren ten einde datgene wat gij ge
vonden hebt te vergelijken met het oordeel
van verantwoordelijke ministers en dan,
zoo vertrouw ik, zult gij terugkomen om
aan uw werk de laatste hand te leggen.
Doch ook dan aangenomen dat gij tot
gunstige resultaten geraakt zal nog
slechts het kleinste deel van uw werk zijn
verricht.
Om twee redenen.
Ten eerste: wat wij onder elkander wen
schen te doen raakt ook anderen. De meest-
begunstigingscausule, hoe heilzaam ook in
vele opzichten, is somtijds een beletsel voor
De gedelegeerden ter
conferentie zijn:
Voor BELGIE: de heer M. Suetens
directeur-generaal van den hui-
tenlandschen handel van het mi
nisterie van buitenlandsche zaken
Voor DENEMARKEN: de heer E
Waerum, hoofd van de afdeeling
economische politiek van het de
partement van buitenlandsche za
ken.
Voor FINLAND: de heer T. O.
Vahervuovi hoofdambtenaar voor
de handelsaccoorden van het de
partement van buitenlandsche za
ken.
Voor LUXEMBURG: de heer
Wehrer règeeringsadviseur.
Voor NOORWEGEN: de heeren C.
F. Smith, directeur-generaal voor
de handelspolitiek en O. Ravner,
hoofd van den regeeringsraad voor
econofnische aangelegenheden.
Voor ZWEDEN: de heeren G.
Sahlin, directeur en M. Haeggloeff,
hoofdambtenaar der handelsafdee
ling van het departement van bui
tenlandsche zaken.
Voor NEDERLAND: de heeren ar
H. M. Hirschfeld directeur-gene
raal van handel en nijverheid, prof.
J. van Gelderen, voorzitter van c».*
commissie van contact voor econo-
nomische aangelegenheden van hel
departement van koloniën en de
heer H. A. Hooft, chef van de af
deeling consulaire en handelszaken
van het departement van buiten
landsche zaken.
het wegneme i van handelsslagboomen tus-
schen landen die zulks wenschen te doen
doch daarin wordeh verhinderd door de be
staande toepassing van deze clausule. Het
kan daarom noodzakelijk voor u zijn de mo
gelijkheid van een nieuwe interpretatie der
meest begunstigingsclausule in handelsver
dragen onder de «ogen te zien, waarbij in-
tusschen steeds in het oog moet worden ge
houden dat elke overijlde handeling moet
worden vermeden en dat niets tastbaars in
dit opzicht kan worden gedaan zonder de
volledige instemming van die landen, waar
mede wij verdragen hebben, gebaseerd op
de bestaande toepassing van de clausule.
Ten tweede: Wij moeten er van meet af
aan op bedacht zijn dat niets van eenig be
lang kan worden bereikt indien grootere
mogendheden niet bereid zijn om onze po
gingen te steunen. Ons gemeenschappelijk
handelsverkeer is volstrekt geen te ver-
waarloozen'factor, doch het handelsverkeer
van elk onzer met sommige der andere lan
den is belangrijker dan dat van een onzer
met alle andere leden onzer groep tezamen.
Bijgevolg komt het mij wenschelijk voor
na te gaan hoe men to.t het ontwerpen van
zekere voorstellen zal kunnen komen waar
mede wij andere mogendheden kunnen be
naderen en wel in het bijzonder de groQte
mogendheden die genegen zijn om npar
onze denkbeelden te luisteren.
Het is zelfs denkbaar dat gij aan het ein
de van uwe eerste vergadering tot het re
sultaat zult komen dat het wenschelijk ware
een tweede vergadering reeds door afge
vaardigden van andere mogendheden te
doen bijwonen, wijl immers een enkel voor
stel waartoe gij kunt komen in staat zal zijn
resultaten af te werpen in overeenstem
ming met de beoogde doeleinden. Het zal
noodig zijn een aantal maatregelen te ne
men, waarvan enkele nationaal maar andere
buiten eenigen twijfel een internationaal
karakter zullen dragen. Bij sommige van
die maatregelen kan eenvormigheid van
methode worden verwacht, bij andere niec.
Om deze reden zoudt gij het wenschelijk
kunnen achten de medewerking van ande
ren in te roepen.
De noodzakelijkheid om tot resultaten te
komen is overweldigend. Er is overvloed
van goederen in de wereld en desniettemin
is er zooveel armoede, welke er niet be
hoefde te zijn. Misschien lijdt een aanzien
lijk deel der bevolking van de aarde aan
ondervoeding, terwijl er toch soms voedsel
vernietigd wordt als praktisch gevolg van
een op de spits gevoerde agrarische protec
tie. Sir Frederick Leith Ross heeft er in
zijn bekende „Memorandum on q agricul-
tural protectior.ism" (uitgegeven door de
economische afdeeing van den Volkenbond)
op zoo overtuigende wijze op gewezen, dat
de inkrimping van sommige markten qver-
voering van markten in andere landen ten
gevolge heeft gehad en tot kwantitatieve
regelingen tot het redden van landbouw
industrieën heeft geleid. De koopkracht van
landb'ouwstaten was dientengevolge ernstig
aangetast en dit leidde dan omgekeerd
weder tot werkloosheid in industrieele
landen.
Dit alles is zeer ontmoedigend, doch dit
mag geen reden zijn ons aan moedeloos
heid over te geven. Integendeel, nu er
een glimp van hoop daagt, moeten wij het
probleem opnieuw aanpakken zonder te
letten op de mislukkingen in het verleden.
Daarom doe ik ook een beroep op u, om
de vraagstukken aan te vatten met den
wil om iets te doen. Gij zijt vertegen
woordigers der kleinere landen. Onze in
vloed op de wereld als geheel genomen is
zeer beperkt, doch wij beschikken over
het enorme voordeel, dat wij onderling
geen politieke strijdbijlen te wetten heb
ben .Wij wenschen slechts wat meer wel
vaart en anders niets.
Onze individueele stem is de stem des
roependen in de woestijn; tezamen zullen
wij wellicht gehoord worden, indien wij
althans in staat zullen blijken redelijke
voorstellen ter tafel te brengen, welke
niet enkel en alleen beperkt behoeven te
blijven tot tarieven, quota's en dergelijke
slagboomen van den handel. Er kunnen
andere middelen ontdekt worden, welke
de welvaart onzer volkeren en van de
volkeren van andere landen welke ten
slotte bereid zullen zijn met ons samen te
werken, vermogen te verbteren; om op
een van deze aidere middelen te wijzen,
vestig ik b.v. de aandacht op de mogelijk
heid van een meer geordend stelsel van
export en prijsvorming dan het huidige.
Ten besluite, mijne heeren, wensch ik u
succes in uw werk en tevens een prettig
verblijf in Den Haag.
PSYCHOPAAT ALS OPLICHTER.
Gedupeerden mengen er thans
de justitie in.
Dezer dagen is uit de psychiatrische in
richting „Maasoord" te Rotterdam een
zekere S., uit Hillegersberg ontslagen, die
reeds sedert eenige jaren verduisteringen
had gepleegd ten nadeele van een familie
aan de Aert van Nesstraat te Rotterdam.
De man had met deze familie begin 1935
kennis gemaakt in de diergaarde en had
zich als zeer rijk voorgedaan. De aanvan
kelijk vriendschappelijke betrekkingen
werden evenwel spoedig van anderen
aard. De man wenschte ter dekking van
eenige hypotheken een leening af te slui
ten en zijn nieuwe kennissen waren wel
zoo vriendelijk om een obligatie van dui
zend gulden om te wisselen. Achteraf
bleek evenwel, dat de obligaties, die S.
voor een certificaat in plaats had gegeven,
slechts honderd gulden waard waren. De
man hield evenwel zulke mooie praatjes,
dat hij er ten slotte nog in geslaagd is om
plus minus elf duizend gulden aan obliga
ties los te krijgen en bovendien nog zes
honderd gulden spaarbankgelden van de
menschen wist te leenen. Daarop heeft hij
350 gulden teruggestort, terwijl hij een
deel- van het geleende geld betaalde met
een cheque op de Amsterdamsche Bank,
welke niet gedekt was. De menschen had
den steeds nog vertrouwd, dat S. het geld
zou terug geven, doch in Februari 1936
werd de man plotseling in „Maasoord"
opgenomen. Toen hij dezer dagen ontsla
gen werd, achtten zij het raadzaam om
de zaak in handen van de justitie te stel
len, welke deze zaak thans in onderzoek
heeft.
BEROOVING TE ROTTERDAM.
Buitenman als gewoonlijk
het slachtoffer.
Eergisteravond heeft een buitenman in
de Oldebarneveldstraat te Rotterdam een
vrouw ontmoet, die hij later naar een
pand aan de Crispijnlaan begeleidde. Bij
het verlaten van dit pand kwam de man
tot de ontdekking, dat hij uit zijn porte
feuille 1200 miste.
De man stelde de politie van het ge
beurde in kennis, waarop in bewaring zijn
gesteld de 38-jarige koopman J. D. en
diens 30-jarige echtgenoote C. P. C. Het
tweetal bleef ontkennen iets met het ver
dwenen geld te maken te hebben gehad.
Ook een huiszoeking heeft nog geen re
sultaat opgeleverd.
Het echtpaar, dat in het bureau aan de
Witte de Withstraat is opgesloten, blijft
voorloopig in bewaring.
TWEE ARBEIDERS BEDOLVEN.
Toestand van een hunner zorg
wekkend.
Gistermiddag is bij het verrichten van
rioleeringswerkzaamheden aan den
Kreelscheweg te Ede, een ernstig ongeluk
gebeurd. Op een gegeven oogenblik stortte
een der wanden van een twee meter diepe
geul in, met het gevolg, dat twee arbei
ders onder de aarde werden bedolven. De
een tot aan het middel, de ander tot aan
de borst. Een van beiden, zekere van de
Pol, bleek ernstige inwendige kneuzingen
te hebben opgeloopen en is naar het
Julianaziekenhuis te Ede vervoerd.
Zijn toestand was gisteravond nog zeer
zorgwekkend. De andere arbeider werd
slechts licht gekwetst. Het gebeurde moet
waarschijnlijk worden toegeschreven aan
het feit. dat de wanden van den geul niet
waren bekist. hetgeen gewoonlijk het ge
val is bij dit soort werk.
INTERNAAT TOT OPLEIDING VAN
DIENSTBODEN GEOPEND.
Hedenochtend half twaalf is te Arnhem
het eerste internaat van het algemeen
comité tot het organiseeren van internaten
voor spoedopleiding van dienstboden ge
opend.
De heer Meyer de Vries, hoofdinspecteur
voor de werkverschaffing, heeft bij deze
opening namens het bestuur van het comité
woorden van welkom gesproken, in het# bij
zonder tot den vertegenwoordiger van den
minister van Sociale Zaken, tot vertegen
woordiging van het gemeentebestuur van
Arnhem, tot die van de zusterorganisaties en
tot de dames van het nijverheidsonderwijs.
65 JAAR GETROUWD.
Een hooge zeldzaamheid.
Als een zeldzaamheid dient te worden
vermeld, dat op 8 Maart a.s. het echtpaar
Arend Carel Hebbink en Hebbink-Jansen
te Steenderen (Geld.) den dag hopen te
herdenken, waarop zij vóór 65 jaar in het
huwelijk traden. Beide oudjes, die resp.
90 en 86 jaar oud zijn, doen dagelijks nog
de werkzaamheden op hun boerderijtje.
Deze dag zal voor de beide krasse oudjes
wel niet onopgemerkt voorbij gaan.
RITUEEL SLACHTEN.
Krachtens de vleeschkeuringswet is het
ritueel slachten reeds aan zoodanige voor
schriften onderhevig, dat da-xbij dieren
mishandeling is uitgesloten.
Lezing door dr. Ch. W. F. Winekel, leider der Nederlandsche
Roode Kruis Ambulance naar Abessinië, voor de
Amsf. Vereeniging voor Luchtbescherming.
De heer dr. Ch. W. F. Winekel, leider der
Roode Kruis-ambulance naar Abessinië,
heeft gisteravond in „Bellevue" voor de
Amsterdamsche vereeniging voor luchtbe
scherming een lezing gehouden, welke tot
titel droeg: „De lessen van den luchtoorlog
in Ethiopië".
Teneinde zijn gehoor midden in de locale
sfeer te verplaatsen, gaf spr. eerst een kort
overzicht van de geschiedenis dezer ambu
lance, die zeker één der best geslaagde van
alle Roode Kruis-éxpedities is geweest. Hij
verhaalde, hoe de leden het onmetelijke
land doortrokken per muildierkaravaan, per
vrachtauto en zelfs per vliegtuig, en hoe zij
weldra met werk overladen werden, toen
honderden gewonden van het Ethiopische
leger hun weg vonden naar den voorpost
der ambulances bij Quoram en naar het
basishospitaal te Dessie.
Het werk werd bemoeilijkt door allerlei
omstandigheden, onder andere door de ge
regelde verschoning van Italiaansche vlieg
tuigen. Achteraf is duidelijk gebleken, dat
de Italianen onze ambulance spaarden: geen
enkele maal vielen bommen op of vlakbij de
kampen der Nederlanders, maar toch moes
ten voorzorgen genomen worden.
Spr. beschreef de soms tragikomische
situaties, welke ontstonden, wanneer tijdens
het werken in de operatiekamer vliegtuigen
boven het kamp verschenen, en hoe patiënten
en personeel van het ziekenhuis bijtijds het
lijf borgen in de tot dat doel gegraven
schuilholen.
De keerende krijgskans deed het Ethio
pische Noordfront ineenstorten en op hun
marsch eerst naar Dessie, later naar Addis-
Abeba rolde het oprukkende Italiaansche
leger een gedemoraliseerd Ethiopisch leger,
opstandige stammen en rooverbenden op en
voor zich uit, voor welk gevaar de ambu
lance zich tijdig in veiligheid wist te stellen,
op het laatst ook met de sportieve hulp der
Britsche ambulance.
Op verschillende wijzen kwam onze am-
Dr. Wlhckel
bulance in aanraking met den luchtoorlog,
al werd zij zelve niet rechtstreeks erin be
trokken.
Tijdens het reizen per muildierkaravaan
of per vrachtauto moesten voorzorgsmaat
regelen getroffen worden: de voorpost der
ambulance bij Quoram moest een natuurlijke
grot betrekken, daar het werk in de open
vlakte te gevaarlijk werd.
De kampen moesten als Roode Kruis-een-
heden gekenmerkt worden, door op den
grond uitgespreide reusachtige vlaggen, van
rood en wit katoenen banen vervaardigd, 14
meter in het vierkant, en van 2000 meter
hoogte duidelijk als Roode Kruisvlag zicht-