FLITSEN VAN HET WITTE DOEK.
Dr, LUDWIG BERGER, REGISSEUR VAN DE
NEDERLANDSCHE „PYGMALION"-FILM.
INTERESSANTE LEVENSLOOP VAN EEN
BEROEMD FILMREGISSEUR.
TEVREDEN OVER HOLLANDSCHE
FILM-ARTISTEN.
De film heeft haar discipelen uit alle
landen van de wereld en uit alle lagen
van de maatschappij tot zich getrokken.
Frank Capra heeft als krantenjongen op
Broadway gehold, Adolphe Zukor handel
de in bontvellen, Norma Shearer was ty
piste, Marion Davies een Ziegfield girl
Ludwig Berger, de regisseur van de Ne-
derlandsche film „Pygmalion", die dezer
dagen in roulatie is gegaan, promoveerde
in 1914 in Heidelberg met het toentertijd
zeer zeldzame praedicaat „summa cum
laude" tot doctor in de kunstgeschiedenis.
En toch werden al deze menschen met
magnetische kracht aangetrokken tot het
vreemde bedrijf van schoonen schijn en
romantische illusie.
„Nourri dans le Sérail".
Ludwig Berger (zijn eigenlijke naam is
Bamberger) werd in 1892 geboren als
zoon van Geheimrat dr. Franz Bamberger,
die uit een zeer oude bankiersfamilie
stamde en Anna Bamberger, die reeds in
haar jeugd muziek-onderwijs kreeg van
de beroemde Klara Schumann. De heele
familie was zeer muzikaal en in 't ouder
lijk huis van dr. Berger, in Mainz, werd
de klassieke muziek met liefde beoefend.
De vader was een hartstochtelijk ama
teur-violist, de zoons leerden allen één of
meer instrumenten bespelen en reeds op
zijn zesde jaar speelde Ludwig op zijn
cello, tezamen met zijn moeder en Joseph
Joachim (den Hongaarschen violist en
componist) trio's van Mozart. Hij mocht
erbij zijn als bekende kunstenaars het mu
zikale huis bezochten, een huis, waar o. a.
ook bekende Hollandsche kunstenaars als
Julia Culp, Jeannette GrumbacherDe
Jong en Messchaert een gastvrij onthaal
vonden.
Berger's opleiding.
Na het Hermanistische gymnasium in
Mainz en de universiteiten van München
en Heidelberg bezocht te hebben, promo
veerde Ludwig Berger bij prof. Carl Neu-
mann aan laatstgenoemde universiteit en
zijn leven was van dat oogenblik af, alleen
aan de kunst gewijd. Ludwig Berger com
poneerde, speelde cello, viool en orgel
hij „produceerde" in dien tijd zelfs een
„eenmans opera", waarbij hij zelf piano
speelde, zong, de décors maakte en de
dansen instudeerde. Groote liefde voor
Mozart's muziek leidde tot een reeks Mo-
zart-bewerkingen en op zijn 21ste jaar
bracht hij in Mainz zijn eerste Mozart-
opera ten tooneele. Intusschen was hij
assistent aan het museum te Stuttgart
geworden.
Shakespeare-regisseur.
Deze kennismaking met het tooneel
leidde tot een ander werk. Hij werd belast
met de regie van Shakespeare's „Much
ado about nothing" en kreeg al spoedig
het verzoek om bij het Hamburger Stadt
"Theater als regisseur werkzaam te zijn.
Een jaar later eischte Berlijn den jongen
kunstenaar reeds op en dr. Berger was de
eerste, die naast Reinhardt in het
Deutsche Theater Shakespeare regisseerde
(„Cymbeline"). Strindberg's „Advent"
met Paul Wegener en Werner Krauss in
de Kammerspiele te Berlijn was een der
beroemdste ensceneeringen van Ludwig
Berger.
Toen Reinhardt Berlijn verliet, ging
Berger over naar het Staatstheater, waar
zijn Tasso-ensceneering meer dan 100
gespeeld werd. Hij regisseerde daar o.a.
Dr. Ludwig Berger
ook Shakespeare's „Getemde Feeks" en
„De Storm". Zeer bekend was ook Ber
ger's interpretatie van „Der Prinz von
Homburg", dat voordien persoonlijk door
den Duitschen keizer ten tooneele was
gebracht.
Meiwaardig is wel, dat Berger reeds in
dien tijd den jongen Carl Zuckmayer uit
Mainz haar Berlijn haalde. Zuckmayer,
die thans een bekend scenario-schrijver is,
was toen nog volkomen onbekend. Zijn
eerste tooneelstuk werd door Berger uit
gevoerd.
Erich Pommer kwam, zag en won.
Het was geen wonder, dat deze snelle,
artistieke carrière opviel. Erich Pommer
bracht dr. Berger in contact met de Ufa
en al spoedig maakte dr. Berger als film
regisseur naam. De eerste film was „De
rechter van Zalemea", daarna volgden
„Een glas water" en „De verloren schoen"
(een Asschepoester-film, die door alle
jaren heen dr. Berger's liefste gebleven is
en die hij zelf nog steeds beschouwt als
zijn kunstzinnigste). Internationalen roem
verwierf hij met „Ein Walzertraum", ook
in ons land een enorm succes. De -film had
verscheidene aanbiedingen uit Amerika
ten gevolge. Op uitnoodiging van William
Fox vertrok dr. Berger naar Amerika,
doch tot een contract kwam het niet. On
middellijk legde Paramount besjag op de
diensten van den regisseur.
Carrière in Amerika.
Zijn film „De Zonden der Vaderen",
met Emil Jannings, was in Amerika een
der grootste successen uit den tijd der
zwijgende film. In deze film lanceerde dr.
Berger de thans beroemde Ruth Chatter-
ton, die reeds twee jaar in Hollywood
rondliep zonder emplooi. In den tijd van
de stomme film maakte Berger nog „The
woman from Moskow (vrij naar Fedora")
met Pola Negri, „Fighting the white slave
traffic", „Burning heart" en andere. Zijn
eerste groote geluidsfilm voor Para-
mount was met Maurice Chevalier in
,,'t Café'tje", waarin dr. Berger weer een
ster ontdekte: Frances Lee. Het is van
dezen regisseur steeds een hobby geweest,
nieuwe gezichten op het witte doek te
brengen. In dit opzicht mogen wij erop
wijzen, dat Lilly Bouwmeester, die om
dat er vroeger eens een slechte proef-
opname van haar gemaakt werd als
„slecht fotografeerbaar" gold, door dr.
Berger desondanks gepousseerd is. Over
deze ontdekking is dr. Berger zelf zeer
content, al schuift .hij een deel van de
„vondst" op Akos Farkas die metterdaad
bewees, dat Lilly Bouwmeester juist zeer
fotogénique is.
Als zijn grootste Amerikaansche succes
beschouwt Ludwig Berger de groote Tech-
nicolor film van Paramount „The Vage
bond King" met Dennis King en Jeanette
MacDonald.
Vier jaar van 1926 tot 1930 werkte
dr. Berger in Hollywood. Toen keerde hij
naar Duitschland terug, waar hij zich in
zijn huis in Schlangenbad, bij Wiesbaden,
terugtrok om zich aan zijn andere hobby:
schrijven te wijden. Hij had in Hollywood
al een tooneelstuk, „Greta", geschreven,
dat gebaseerd is op de loopbaan van Greta
Garbo. Daarna schreef hij eenige tooneel-
stukken, die in het Berliner Theater wer
den uitgevoerd, waaronder „Kronprinzes-
sin Luise", dat met Kathe Dorsch 50 maal
gegeven werd. Erich Pommer haalde hem
wederom uit zijn eenzaamheid naar Ber
lijn en „Walzerkrieg" een der groote
internationale successen van de Ufa
was het resultaat. Inmiddels was het reeds
April 1933 geworden.
Berger's laatste Duitsche film.
Pommer verliet Duitschland en „Wal
zerkrieg" werd onder de productieleiding
van Günther Stapenhorst, maar onder
regie van dr. Berger, ten einde gebracht.
Dr. Berger beschouwt Erich Pommer, die
een van zijn beste vrienden is, ook in lal
van opzichten als zijn leermeester en hij
hoopte vurig, dat Pommer zich even van
zijn werk in Londen zou kunnen losmaken
om de Nederlandsche première van „Pyg
malion." vorige week te Amsterdam
bij te wonen.
„Walzerkrieg" bracht weer een nieuwe
ontdekking: Adolph Wohlbrück, die als
Johann Strauss hier zijn eerste groote
filmsucces mocht boeken. Wohlbrück was
dezer dagen uit Amerika in Londen gear
riveerde en is vorige week te Amster
dam bij de première van „Pygmalion" van
de partij zijn. Ook hij onderhoudt hechte
vriendschapsbanden met dr. Berger.
Bewonderaar van Shaw.
Wat de film „Pygmalion" betreft, zegt
dr. Berger zelf:
Ik ben altijd een groot bewonderaar
van Bernard Shaw geweest, maar ik hul
digde de opvatting, dat men Shaw niet
voor het witte doek bewerken moet, doch
dat men het witte doek moet aanpassen
aan de dialogen van Shaw. Ik heb enkele
malen wel zes of zeven pagina's dialoog
opgenomen dén origineelen dialoog uit
het tooneelstuk. wel te verstaan zonder
dat de toeschouwer zich zal realiseeren,
dat het „theater-dialoog" is. Men heeft in
de heele wereld maar weinig kansen om
Shaw te verfilmen. Dat heeft mij hier dan
ook ten zeerste aangetrokken. Ik hoop, dat
het Nederlandsche publiek mijn film zal
waardeeren. Uit eigen ervaring weet ik,
dat men hier hooge eischen stelt. Dat heeft
mijn taak aantrekkelijker gemaakt. Het
heeft mij bovendien veel genoegen gedaan*
hier nieuwe ontdekkingen „en gros" te
kunnen doen. Lilly Bouwmeester, Emma
Morel, Wim Kan en Eduard Verkade had
den geen van allen filmervaring en het
was een ware vreugde met hen samen te
werken.
PAULA WESSELY IN EEN
NIEUWE FILM.
„GROOTE DWAASHEDEN".
Onlangs is Paula Wessely uit Wee-
nen in Berlijn aangekomen. Dadelijk
is zy met haar partner Rudolf Forster
naar de Frölich-ateliers gegaan, waar
onder regie van Carl Frölich een be
gin is gemaakt met de opnamen van
haar nieuwste film „Groote dwaas
heden.
Paula Wessely
„Groote dwaasheden", de Tobis-film,
welke ook in ons land in circulatie ge
bracht wordt, is geen film, die onder het
motto „Het leven is ernstig, doch het too
neel is niets dan vroolijkheid" gerang
schikt kan worden. Het is een stuk levens
ernst, een deel van de ernstige tempera
mentvolle Paula Wesely zelf, die als leer
linge aan een tooneelschool haar eigen
levensernst uit.
Thérèse Brandl is een meisje uit de pro
vincie, dat door haar onmiskenbaar talent
een studiebeurs krijgt om aan de tooneel
school te Weenen te gaan studeeren.
Haar ontmoeting met een man later
blijkt, dat dit haar leermeester aan de
tooneelschool is wordt een hinderpaal
voor het met vrucht volgen der lessen aan
de tooneelschool. De groote liefde voor
dezen leeraar dreigt haar roeping in ge
vaar te brengen en ook hij kan niet haar
onbevooroordeelde en leiding gevende
leermeester zijn, hoe scherp hij ook de
scheidingslijn tusschen de liefde en zijn
functie als leeraar poogt te trekken. Ru-
dolf Forster zal in deze film de rol van
Thérèse's leeraar vertolken.
Het leven zélf, waarin de jeugd het
recht der liefde voor zich opeischt behaalt
de overwinning op^de wetten der tooneel
school. Evenals in het groote succeswerk
van Willi Forst .Burgtheater" speelt het
tooneel een beïnvloedende rol. Is het bij
„Burgtheater" in hoofdzaak de allesover-
heerschende macht, die van de planken
van een groot tooneel uitgaat, een macht,
sterk genoeg om liefde en leven van groo
te tooneelspelers op te eischen, hier is het
't werkelijke leven en vooral de liefde, iie
bezit neemt van tooneelspelende men
schen. Deze nieuwe Wessely-film geeft
een kijk achter de coulissen en hoe daar
het werkelijke leven doorgaat, zonder zich
een moment te storen aan het wachtwoord
van den souffleur. De tooneelschool wordt
een levensschool voor Thérèse Brandl, die
hoewel naar Weenen gekomen met het
vaste plan zich een vooraanstaande plaats
in de tooneelwereld te veroveren, uitein
delijk toeh vlucht voor dit zelfde Weenen,
omdat zij aan haar eerste „dwaze avon
tuur" ten offer dreigt te vallen.
Deze vlucht uit de stad, van de school
en van haar leeraar is voor haar het
examen, dat haar een diploma voor het
leven doet veroveren.
De filmstof van deze Tobis-film is ont
leend aan den roman van Marianne von
Angeren. Naast Paula Wessely en Rudolf
Forster spelen de volgende Weensche
filmspelers: Hedwig Bleibtreu, Hilde
Wagner, Gustav Waldau, Egon von Jor-
dan en Kurt Meisel.
Ralph Benatzky, de bekende Weensche
componist, schreef de muzikale illustratie.
De buitenopnamen zijn eind Februari in
Tirol opgenomen.
Miniatuur-filmpjes.
Cab Calloway en zjjn orkest int
een short voor Warner-Vitaphone,.
De „koning van hi-de-ho", Cab Callö*
way en zijn orkest, treedt wederom in een
aantal korte filmpjes voor Warner Bros.-
Vitaphone op. Onder regie van Roy Mack
en met medewerking van een aantal
vaudevill-artisten als Dynamite Hooger,
Ed Frye, Alberta Perkins en Ethel Pur-
nelo, is bereids een short gereed gekomen,
die bij de serie „Melody Master" is inge
deeld.
Ricardo Cortez als Perry Masoit
in een nieuwe detectieve film.
Ricardo Cortez, de onlangs vanuit En
geland in Amerika teruggekeerde acteur,
zal voor Warner Bros de rol van detectie
ve Perry Mason vertolken in Erle Stanley
Garner's nieuwste novelle „The case o£
the dangerous Dowager". Cortez heeft
reeds eerder deze figuur uitgebeeld in „The
case of the black cat" met June Travis als
tegenspeelster. Ook in „The case of the
dangerous Dowager" zal June Travis
Cortez' partnerin zijn.
PAUL HARTMANN, KARIN HARDT EN ADOLF WOHLBRüCK
IN DE NIEUWE TOBIS-FILM „PORT ARTHUR",
Dit is een film die zoo
vele goede kwaliteiten com
bineert, dat men haar als
een van de boeiendste van
het loopende seizoen kan
beschouwen: Port Arthur,
het verhaal van de tragi
sche liefde tusschen een
Russisch Marine-officier en
een kleine Japansche, ge
plaatst tegen een enervee-
rende achtergrond van oor
log en spionnage, en bezien
met het oog van dien voor-
treffelijken camera-kunste
naar, die naar den naam van
Niclas Farkas luistert.
Zoo werd Port Arthur
een „thriller" van goeden
huize en een uitstekende
film, waarin men Wohl
brück aantreft als de Rus
sische officier én Karin
Hardt als de Japansche.
Het heeft weinig zin hun
prestaties uitvoerig te defi-
nieeren. Zij toonen zich
allen op de juiste plaats in
een film waarin men van begin tot eind weer het vakmanschap en de talenten van
den regisseur Farkas bespeurt.
f— OHZE BIOSCOPEN.
HAAR GROOTE ZONDE.
City-theater.
Onder de bekwame regie van Hans
Steinhoff is in de Tobis-studio van Oscar
Wilde's tooneelstuk „Een vrouw van geen
beteekenis" een film gemaakt, zóó ont
roerend in tal van scènes, zóó vol
speelschheid en jeugdigen overmoed en op
andere punten zóó naar het leven getee-
kend, dat zij het bezoek van zeer velen
ten zeerste verdient.
De rol van „een vrouw van geen betee
kenis" wordt vervuld door Kathe Dbrsch,
als Sylvia, de dochter van een man van
strenge levensopvattingen. Zij leert den
derden zoon van een adellijken heer ken
nen, die den jongen, als die liefde niet
zonder gevolgen blijft, toestemming tot
huwelijk weigert en het meisje financieele
onafhankelijkheid belooft, nu immers van
een huwelijk niets kan komen. Hooghartig
en trotsch weigert zij het kind zal in
derdaad van haar zijn. Georg (Gustaf
Gründgens) gaat naar Indië, waar hij
twintig jaar werkt en een groot bedrijf
opbouwt dat hem rijk maakt en als dan de
beide oudere broers overleden zijn, erft
hij den titel van lord Illingworth en
tevens diens millioenen. In zijn land
teruggekeerd, ontmoet hij al aanstonds
een jongen man, die zijn aandacht trekt
en dien hij aanbiedt om als ingenieur in
zyn bedrijven te worden opgenomen.
Maar die jonge man blijkt zijn zoon te
zijn en dan ontstaan vele conflicten,
waarin liefde, haat en zelfverloochening
een rol spelen. Wij zullen er niet meer
van vertellen, overtuigd dat wij met het
weinige, hier weergegeven, wel reeds
zooveel hebben medegedeelde, dat de be
zoekers weten dat hier een film wordt
gegeven, waarin alles op zuiver spel aan
komt en dat wordt hier gespeeld.
In het voorprogramma valt op de na
tuurfilm „Het wonderland de Philip-
pijnen". Verder is er een aardige gekleur
de teekenfilm „Katjesstreken", en dan
nog, naast een aantal kieken uit het bui
tenland (o. a. de watersnood in Noord-
Amerika), de klucht „O, die schoon
moeders".
ONS DAGELIJKSCH BROOD.
Victoria-theater.
Het is de groote regisseur King Vidor ge
weest, die in deze film weer eens heel iets
anders heeft durven brengen dan de
bioscoopbezoeker gewend is. En toch heeft
hij in dit genre iets bijzonders geleverd. De
eenvoudige geschiedenis van een jong paar,
waarvan de man maar niet kan slagen in'
het vinden van een betrekking. Een oom
komt op bezoek en biedt de jongelui de ge
legenheid te trachten een geheel verwaar
loosde boerderij tot nieuw leven te brengen.
De grond moet bewerkt, kortom er moet
aangepakt worden voor het dagelij ksch
brood. Anderen komen helpen en 't wordt
een kleine kolonie die daar op 't land strijdt
voor het bestaan. Wij schreven gisteren reeds
uitvoerig over dit bijzondere filmwerk met
zijn boeiend slot: de strijd der menschen
tegen de droogte en hun energieke pogingen
hun landerijen van water te voorzien.
Karen Morley en Tom Keene hebben het
echtpaar zeer goed uitgebeeld, terwijl Bar-
bara Pepper de vrouw was die Tom trachtte
van vrouw en werk af te halen, doch zon
der succes.
Een zeer aardige comedie, eigenlijk een
tweede hoofdnummer, vult het programma
voor de pauze: „Luxe Vrouwtje". Deze film
gaf de geschiedenis van een charmant we-
duwvrouwtje, dat na haar minder geslaagd
huwelijk nog gaarne wat genieten wil. Een
toevallige ontmoeting met een eigenaar van
een landgoed, die echter als taxi-chauffeur
moet werken, omdat hij geheel zonder geld
zit, opent de reeks van leuke verwikkelin
gen. Het Luxe Vrouwtje adopteert Angelica
als haar dochter, wat zij echter niet is. De
chauffeur en Angelica worden verliefd op
elkaar en Mama, die reeds besloten had de
zelfde mr. Hartenegg als prive-secretaris en
toekomstig echtgenoot aan zich te binden,
moet voor Angelica het veld ruimen, waar
door de dwaze zakenvertegenwoordiger mis
schien weer een kansje heeft gekregen.
Olga Tsechowa is het luxe vrouwtje en
speelt even 'charmant als steeds. Wolf All-
bach-Retty is de chauffeur en Hansi Grüber
de dochter. Paul Heideman en Leo Slezak
spelen hun rollen in deze vlotte Weensche
film met groote routine.
Twee journaals, Éclair en Polygoon, bren
gen vele interessante gebeurtenissen in
beeld.
Een programma met veel afwisseling.
CHINA CLIPPER.
Bioscoop Harmonie.
Vanaf Zondagmiddag draait deze film in
de Harmonie.
Aan den inhoud ontleenen wij o.m.:
Dave Logan (Pat O'Brien), beroemd vlie
genier uit den oorlog, en zijn vrouw Jean
(Beverly Roberts), behooren ook bij hen,
die Lindbergh feestelijk inhalen. Dave is
zoo juist uit Japan teruggekeerd. Hij wilde
daar een groote luchtlijn in exploitatie
brengen, doch de zaak is mislukt. Toch be
grijpt hij, dat er uit de succesvolle tocht van
Lindbergh, grootere mogelijkheden voor de
aviatiek zullen groeien. Daarom laat hij zijn
baan in den steek, om zich geheel aan de
commercieele luchtvaart te gaan wijden.
Hij heeft zich verbonden met Tom Col-
lins (Ross Alexander), een ouden oorlogs
kameraad en Dad Brunn (Henry Walthall),
een vliegtuigteekenaar. De geldman van de
zaak, B. C. Hill (Addison Richards), die be
merkt heeft, dat de nieuwe luchtlijn geen
levensvatbaarheid heeft, wil de zaak sluiten.
Allen zijn ten zeerste ontmoedigd, de wan
hoop nabij tot men eindelijk het kloeke
besluit neemt, een nieuwe vlieglijn te orga-
niseeren van Miami naar Havana.
Hap Stuart (Humphrey Bogart), ook een
oude bekende uit den oorlog, heeft zich bij
hen gevoegd, om ook zijn medewerking te
verleenen aan de verwezenlijking der plan
nen.
Er volgt nu eer periode van onvermoeid
werken, van tegenspoed moeilijkheden en
zorgen. Dad Brunn, de teekenaar, wordt dag
en nacht aangevuurd tot werken aan zijn
teekeningen voor de „Clipper", zooals het
nieuwe vliegtuig zal heeten. Hij vertrekt en
slaagt erin de vlucht te volbrengen! Als het
groote nieuws, dat de „Clipper" in China
geland is, bekend wordt, sterft Dad Brunn.
ten gevolge van een hartverlamming. Tom
Collins en zijn meisje hebben huwelijksplan
nen, doch ook Dave en Jean durven nu de
toekomst met vertrouwen tegemoet zien.
CHARLIE CHAN IN SHANGHAI.
Roxy-Theater.
Smokkelaars kunnen gevaarlijke men
schen zijn en smokkelaars in opium zijn
wel de allergevaarlijkste, die men zich
denken kan.
Wanneer het terrein van de misdaad
China is, wordt het nog veel gevaarlijker
en de beroemde Oostersche detective
Charlie Chan, die zich in dit broeinest
waagt met de bedoeling misdadigers te
ontmaskeren, heeft dan ook een allesbe
halve gemakkelijke taak. Hij spreekt uit
stekend Chineesch, maar omdat de meeste
bezoekers van het Roxy-Theater geen
Chineesch verstaan, spreekt hij ook nog
een beetje Engelsch, wat natuurlijk niet
zeggen wil, dat de bezoekers dit wel ver
staan.
Hij spreekt gebrekkig Engelsch en de
Hollander, die voor deze film verklarende
teksten in onze moedertaal heeft geschre
ven, heeft dat ook in gebrekkigNeder-
landsch omgezet, zoodat het zoo nu en dan
wel eens moeilijk is den gang van zaken
precies te volgen. Des te moeilijker wordt
dat als de misdadigers en de eerlijke
menschen zóó dooreengemengd zijn, dat
niemand ze tijdens het spel in vrienden en
vijanden kan verdeelen. Vermomde mis
dadigers werken met de politie mee en
omgekeerd en wat dit betreft is het een
pracht-film om op kosten van onze
gemeente de agenten er eens heen te
sturen en hen zoo tijdig weg te-halen, dat
zij niet zien, dat de Amerikaansche ver
trouwensman in werkelijkheid de grootste
schurk is. Trouwens, nu wij dit reeds ver
klapt hebben, heeft het politie-bezoek na
tuurlijk geen zin meer. Een dergelijke In
structieavond moet men dan ook op den
eersten dag houden, dat een film ver
toond wordt, omdat een agent, die zijn
vrouw of kinderen Vrijdagsavonds naar
de bioscoop stuurt, Zaterdags natuurlijk
precies weet wie de dader is en dan na
tuurlijk een goede beurt tegenover zijn
niet ingelichte collega's kan maken.
Maar, om op de film terug te komen,
Warner Oland een pracht-figuur voor
een geheimzinnige "film geeft hier
schitterend spel en dat het publiek den
geheelen avond zoo stil als de traditio-
neele muisjes is. mag het beste bewijs
genoemd worden, dat deze rolprent uiterst
boeiend is. Een detective-film van ae
goede soort, logisch opgebouwd, vol span
ning met natuurlijk een zeer bevre
digend slot.
De gekleurde screensong, die vooraf
gaat, is een der beste en amusantste, die
wij ooit zagen. Een aardige eenacter en
een uitgebreid nieuws-programma vullen
de hoofdfilm op gelukkige wijze aan.