FLITSEN VAN HET WITTE DOEK. Dr, LUDWIG BERGER, REGISSEUR VAN DE NEDERLANDSCHE „PYGMALION"-FILM. INTERESSANTE LEVENSLOOP VAN EEN BEROEMD FILMREGISSEUR. TEVREDEN OVER HOLLANDSCHE FILM-ARTISTEN. De film heeft haar discipelen uit alle landen van de wereld en uit alle lagen van de maatschappij tot zich getrokken. Frank Capra heeft als krantenjongen op Broadway gehold, Adolphe Zukor handel de in bontvellen, Norma Shearer was ty piste, Marion Davies een Ziegfield girl Ludwig Berger, de regisseur van de Ne- derlandsche film „Pygmalion", die dezer dagen in roulatie is gegaan, promoveerde in 1914 in Heidelberg met het toentertijd zeer zeldzame praedicaat „summa cum laude" tot doctor in de kunstgeschiedenis. En toch werden al deze menschen met magnetische kracht aangetrokken tot het vreemde bedrijf van schoonen schijn en romantische illusie. „Nourri dans le Sérail". Ludwig Berger (zijn eigenlijke naam is Bamberger) werd in 1892 geboren als zoon van Geheimrat dr. Franz Bamberger, die uit een zeer oude bankiersfamilie stamde en Anna Bamberger, die reeds in haar jeugd muziek-onderwijs kreeg van de beroemde Klara Schumann. De heele familie was zeer muzikaal en in 't ouder lijk huis van dr. Berger, in Mainz, werd de klassieke muziek met liefde beoefend. De vader was een hartstochtelijk ama teur-violist, de zoons leerden allen één of meer instrumenten bespelen en reeds op zijn zesde jaar speelde Ludwig op zijn cello, tezamen met zijn moeder en Joseph Joachim (den Hongaarschen violist en componist) trio's van Mozart. Hij mocht erbij zijn als bekende kunstenaars het mu zikale huis bezochten, een huis, waar o. a. ook bekende Hollandsche kunstenaars als Julia Culp, Jeannette GrumbacherDe Jong en Messchaert een gastvrij onthaal vonden. Berger's opleiding. Na het Hermanistische gymnasium in Mainz en de universiteiten van München en Heidelberg bezocht te hebben, promo veerde Ludwig Berger bij prof. Carl Neu- mann aan laatstgenoemde universiteit en zijn leven was van dat oogenblik af, alleen aan de kunst gewijd. Ludwig Berger com poneerde, speelde cello, viool en orgel hij „produceerde" in dien tijd zelfs een „eenmans opera", waarbij hij zelf piano speelde, zong, de décors maakte en de dansen instudeerde. Groote liefde voor Mozart's muziek leidde tot een reeks Mo- zart-bewerkingen en op zijn 21ste jaar bracht hij in Mainz zijn eerste Mozart- opera ten tooneele. Intusschen was hij assistent aan het museum te Stuttgart geworden. Shakespeare-regisseur. Deze kennismaking met het tooneel leidde tot een ander werk. Hij werd belast met de regie van Shakespeare's „Much ado about nothing" en kreeg al spoedig het verzoek om bij het Hamburger Stadt "Theater als regisseur werkzaam te zijn. Een jaar later eischte Berlijn den jongen kunstenaar reeds op en dr. Berger was de eerste, die naast Reinhardt in het Deutsche Theater Shakespeare regisseerde („Cymbeline"). Strindberg's „Advent" met Paul Wegener en Werner Krauss in de Kammerspiele te Berlijn was een der beroemdste ensceneeringen van Ludwig Berger. Toen Reinhardt Berlijn verliet, ging Berger over naar het Staatstheater, waar zijn Tasso-ensceneering meer dan 100 gespeeld werd. Hij regisseerde daar o.a. Dr. Ludwig Berger ook Shakespeare's „Getemde Feeks" en „De Storm". Zeer bekend was ook Ber ger's interpretatie van „Der Prinz von Homburg", dat voordien persoonlijk door den Duitschen keizer ten tooneele was gebracht. Meiwaardig is wel, dat Berger reeds in dien tijd den jongen Carl Zuckmayer uit Mainz haar Berlijn haalde. Zuckmayer, die thans een bekend scenario-schrijver is, was toen nog volkomen onbekend. Zijn eerste tooneelstuk werd door Berger uit gevoerd. Erich Pommer kwam, zag en won. Het was geen wonder, dat deze snelle, artistieke carrière opviel. Erich Pommer bracht dr. Berger in contact met de Ufa en al spoedig maakte dr. Berger als film regisseur naam. De eerste film was „De rechter van Zalemea", daarna volgden „Een glas water" en „De verloren schoen" (een Asschepoester-film, die door alle jaren heen dr. Berger's liefste gebleven is en die hij zelf nog steeds beschouwt als zijn kunstzinnigste). Internationalen roem verwierf hij met „Ein Walzertraum", ook in ons land een enorm succes. De -film had verscheidene aanbiedingen uit Amerika ten gevolge. Op uitnoodiging van William Fox vertrok dr. Berger naar Amerika, doch tot een contract kwam het niet. On middellijk legde Paramount besjag op de diensten van den regisseur. Carrière in Amerika. Zijn film „De Zonden der Vaderen", met Emil Jannings, was in Amerika een der grootste successen uit den tijd der zwijgende film. In deze film lanceerde dr. Berger de thans beroemde Ruth Chatter- ton, die reeds twee jaar in Hollywood rondliep zonder emplooi. In den tijd van de stomme film maakte Berger nog „The woman from Moskow (vrij naar Fedora") met Pola Negri, „Fighting the white slave traffic", „Burning heart" en andere. Zijn eerste groote geluidsfilm voor Para- mount was met Maurice Chevalier in ,,'t Café'tje", waarin dr. Berger weer een ster ontdekte: Frances Lee. Het is van dezen regisseur steeds een hobby geweest, nieuwe gezichten op het witte doek te brengen. In dit opzicht mogen wij erop wijzen, dat Lilly Bouwmeester, die om dat er vroeger eens een slechte proef- opname van haar gemaakt werd als „slecht fotografeerbaar" gold, door dr. Berger desondanks gepousseerd is. Over deze ontdekking is dr. Berger zelf zeer content, al schuift .hij een deel van de „vondst" op Akos Farkas die metterdaad bewees, dat Lilly Bouwmeester juist zeer fotogénique is. Als zijn grootste Amerikaansche succes beschouwt Ludwig Berger de groote Tech- nicolor film van Paramount „The Vage bond King" met Dennis King en Jeanette MacDonald. Vier jaar van 1926 tot 1930 werkte dr. Berger in Hollywood. Toen keerde hij naar Duitschland terug, waar hij zich in zijn huis in Schlangenbad, bij Wiesbaden, terugtrok om zich aan zijn andere hobby: schrijven te wijden. Hij had in Hollywood al een tooneelstuk, „Greta", geschreven, dat gebaseerd is op de loopbaan van Greta Garbo. Daarna schreef hij eenige tooneel- stukken, die in het Berliner Theater wer den uitgevoerd, waaronder „Kronprinzes- sin Luise", dat met Kathe Dorsch 50 maal gegeven werd. Erich Pommer haalde hem wederom uit zijn eenzaamheid naar Ber lijn en „Walzerkrieg" een der groote internationale successen van de Ufa was het resultaat. Inmiddels was het reeds April 1933 geworden. Berger's laatste Duitsche film. Pommer verliet Duitschland en „Wal zerkrieg" werd onder de productieleiding van Günther Stapenhorst, maar onder regie van dr. Berger, ten einde gebracht. Dr. Berger beschouwt Erich Pommer, die een van zijn beste vrienden is, ook in lal van opzichten als zijn leermeester en hij hoopte vurig, dat Pommer zich even van zijn werk in Londen zou kunnen losmaken om de Nederlandsche première van „Pyg malion." vorige week te Amsterdam bij te wonen. „Walzerkrieg" bracht weer een nieuwe ontdekking: Adolph Wohlbrück, die als Johann Strauss hier zijn eerste groote filmsucces mocht boeken. Wohlbrück was dezer dagen uit Amerika in Londen gear riveerde en is vorige week te Amster dam bij de première van „Pygmalion" van de partij zijn. Ook hij onderhoudt hechte vriendschapsbanden met dr. Berger. Bewonderaar van Shaw. Wat de film „Pygmalion" betreft, zegt dr. Berger zelf: Ik ben altijd een groot bewonderaar van Bernard Shaw geweest, maar ik hul digde de opvatting, dat men Shaw niet voor het witte doek bewerken moet, doch dat men het witte doek moet aanpassen aan de dialogen van Shaw. Ik heb enkele malen wel zes of zeven pagina's dialoog opgenomen dén origineelen dialoog uit het tooneelstuk. wel te verstaan zonder dat de toeschouwer zich zal realiseeren, dat het „theater-dialoog" is. Men heeft in de heele wereld maar weinig kansen om Shaw te verfilmen. Dat heeft mij hier dan ook ten zeerste aangetrokken. Ik hoop, dat het Nederlandsche publiek mijn film zal waardeeren. Uit eigen ervaring weet ik, dat men hier hooge eischen stelt. Dat heeft mijn taak aantrekkelijker gemaakt. Het heeft mij bovendien veel genoegen gedaan* hier nieuwe ontdekkingen „en gros" te kunnen doen. Lilly Bouwmeester, Emma Morel, Wim Kan en Eduard Verkade had den geen van allen filmervaring en het was een ware vreugde met hen samen te werken. PAULA WESSELY IN EEN NIEUWE FILM. „GROOTE DWAASHEDEN". Onlangs is Paula Wessely uit Wee- nen in Berlijn aangekomen. Dadelijk is zy met haar partner Rudolf Forster naar de Frölich-ateliers gegaan, waar onder regie van Carl Frölich een be gin is gemaakt met de opnamen van haar nieuwste film „Groote dwaas heden. Paula Wessely „Groote dwaasheden", de Tobis-film, welke ook in ons land in circulatie ge bracht wordt, is geen film, die onder het motto „Het leven is ernstig, doch het too neel is niets dan vroolijkheid" gerang schikt kan worden. Het is een stuk levens ernst, een deel van de ernstige tempera mentvolle Paula Wesely zelf, die als leer linge aan een tooneelschool haar eigen levensernst uit. Thérèse Brandl is een meisje uit de pro vincie, dat door haar onmiskenbaar talent een studiebeurs krijgt om aan de tooneel school te Weenen te gaan studeeren. Haar ontmoeting met een man later blijkt, dat dit haar leermeester aan de tooneelschool is wordt een hinderpaal voor het met vrucht volgen der lessen aan de tooneelschool. De groote liefde voor dezen leeraar dreigt haar roeping in ge vaar te brengen en ook hij kan niet haar onbevooroordeelde en leiding gevende leermeester zijn, hoe scherp hij ook de scheidingslijn tusschen de liefde en zijn functie als leeraar poogt te trekken. Ru- dolf Forster zal in deze film de rol van Thérèse's leeraar vertolken. Het leven zélf, waarin de jeugd het recht der liefde voor zich opeischt behaalt de overwinning op^de wetten der tooneel school. Evenals in het groote succeswerk van Willi Forst .Burgtheater" speelt het tooneel een beïnvloedende rol. Is het bij „Burgtheater" in hoofdzaak de allesover- heerschende macht, die van de planken van een groot tooneel uitgaat, een macht, sterk genoeg om liefde en leven van groo te tooneelspelers op te eischen, hier is het 't werkelijke leven en vooral de liefde, iie bezit neemt van tooneelspelende men schen. Deze nieuwe Wessely-film geeft een kijk achter de coulissen en hoe daar het werkelijke leven doorgaat, zonder zich een moment te storen aan het wachtwoord van den souffleur. De tooneelschool wordt een levensschool voor Thérèse Brandl, die hoewel naar Weenen gekomen met het vaste plan zich een vooraanstaande plaats in de tooneelwereld te veroveren, uitein delijk toeh vlucht voor dit zelfde Weenen, omdat zij aan haar eerste „dwaze avon tuur" ten offer dreigt te vallen. Deze vlucht uit de stad, van de school en van haar leeraar is voor haar het examen, dat haar een diploma voor het leven doet veroveren. De filmstof van deze Tobis-film is ont leend aan den roman van Marianne von Angeren. Naast Paula Wessely en Rudolf Forster spelen de volgende Weensche filmspelers: Hedwig Bleibtreu, Hilde Wagner, Gustav Waldau, Egon von Jor- dan en Kurt Meisel. Ralph Benatzky, de bekende Weensche componist, schreef de muzikale illustratie. De buitenopnamen zijn eind Februari in Tirol opgenomen. Miniatuur-filmpjes. Cab Calloway en zjjn orkest int een short voor Warner-Vitaphone,. De „koning van hi-de-ho", Cab Callö* way en zijn orkest, treedt wederom in een aantal korte filmpjes voor Warner Bros.- Vitaphone op. Onder regie van Roy Mack en met medewerking van een aantal vaudevill-artisten als Dynamite Hooger, Ed Frye, Alberta Perkins en Ethel Pur- nelo, is bereids een short gereed gekomen, die bij de serie „Melody Master" is inge deeld. Ricardo Cortez als Perry Masoit in een nieuwe detectieve film. Ricardo Cortez, de onlangs vanuit En geland in Amerika teruggekeerde acteur, zal voor Warner Bros de rol van detectie ve Perry Mason vertolken in Erle Stanley Garner's nieuwste novelle „The case o£ the dangerous Dowager". Cortez heeft reeds eerder deze figuur uitgebeeld in „The case of the black cat" met June Travis als tegenspeelster. Ook in „The case of the dangerous Dowager" zal June Travis Cortez' partnerin zijn. PAUL HARTMANN, KARIN HARDT EN ADOLF WOHLBRüCK IN DE NIEUWE TOBIS-FILM „PORT ARTHUR", Dit is een film die zoo vele goede kwaliteiten com bineert, dat men haar als een van de boeiendste van het loopende seizoen kan beschouwen: Port Arthur, het verhaal van de tragi sche liefde tusschen een Russisch Marine-officier en een kleine Japansche, ge plaatst tegen een enervee- rende achtergrond van oor log en spionnage, en bezien met het oog van dien voor- treffelijken camera-kunste naar, die naar den naam van Niclas Farkas luistert. Zoo werd Port Arthur een „thriller" van goeden huize en een uitstekende film, waarin men Wohl brück aantreft als de Rus sische officier én Karin Hardt als de Japansche. Het heeft weinig zin hun prestaties uitvoerig te defi- nieeren. Zij toonen zich allen op de juiste plaats in een film waarin men van begin tot eind weer het vakmanschap en de talenten van den regisseur Farkas bespeurt. f— OHZE BIOSCOPEN. HAAR GROOTE ZONDE. City-theater. Onder de bekwame regie van Hans Steinhoff is in de Tobis-studio van Oscar Wilde's tooneelstuk „Een vrouw van geen beteekenis" een film gemaakt, zóó ont roerend in tal van scènes, zóó vol speelschheid en jeugdigen overmoed en op andere punten zóó naar het leven getee- kend, dat zij het bezoek van zeer velen ten zeerste verdient. De rol van „een vrouw van geen betee kenis" wordt vervuld door Kathe Dbrsch, als Sylvia, de dochter van een man van strenge levensopvattingen. Zij leert den derden zoon van een adellijken heer ken nen, die den jongen, als die liefde niet zonder gevolgen blijft, toestemming tot huwelijk weigert en het meisje financieele onafhankelijkheid belooft, nu immers van een huwelijk niets kan komen. Hooghartig en trotsch weigert zij het kind zal in derdaad van haar zijn. Georg (Gustaf Gründgens) gaat naar Indië, waar hij twintig jaar werkt en een groot bedrijf opbouwt dat hem rijk maakt en als dan de beide oudere broers overleden zijn, erft hij den titel van lord Illingworth en tevens diens millioenen. In zijn land teruggekeerd, ontmoet hij al aanstonds een jongen man, die zijn aandacht trekt en dien hij aanbiedt om als ingenieur in zyn bedrijven te worden opgenomen. Maar die jonge man blijkt zijn zoon te zijn en dan ontstaan vele conflicten, waarin liefde, haat en zelfverloochening een rol spelen. Wij zullen er niet meer van vertellen, overtuigd dat wij met het weinige, hier weergegeven, wel reeds zooveel hebben medegedeelde, dat de be zoekers weten dat hier een film wordt gegeven, waarin alles op zuiver spel aan komt en dat wordt hier gespeeld. In het voorprogramma valt op de na tuurfilm „Het wonderland de Philip- pijnen". Verder is er een aardige gekleur de teekenfilm „Katjesstreken", en dan nog, naast een aantal kieken uit het bui tenland (o. a. de watersnood in Noord- Amerika), de klucht „O, die schoon moeders". ONS DAGELIJKSCH BROOD. Victoria-theater. Het is de groote regisseur King Vidor ge weest, die in deze film weer eens heel iets anders heeft durven brengen dan de bioscoopbezoeker gewend is. En toch heeft hij in dit genre iets bijzonders geleverd. De eenvoudige geschiedenis van een jong paar, waarvan de man maar niet kan slagen in' het vinden van een betrekking. Een oom komt op bezoek en biedt de jongelui de ge legenheid te trachten een geheel verwaar loosde boerderij tot nieuw leven te brengen. De grond moet bewerkt, kortom er moet aangepakt worden voor het dagelij ksch brood. Anderen komen helpen en 't wordt een kleine kolonie die daar op 't land strijdt voor het bestaan. Wij schreven gisteren reeds uitvoerig over dit bijzondere filmwerk met zijn boeiend slot: de strijd der menschen tegen de droogte en hun energieke pogingen hun landerijen van water te voorzien. Karen Morley en Tom Keene hebben het echtpaar zeer goed uitgebeeld, terwijl Bar- bara Pepper de vrouw was die Tom trachtte van vrouw en werk af te halen, doch zon der succes. Een zeer aardige comedie, eigenlijk een tweede hoofdnummer, vult het programma voor de pauze: „Luxe Vrouwtje". Deze film gaf de geschiedenis van een charmant we- duwvrouwtje, dat na haar minder geslaagd huwelijk nog gaarne wat genieten wil. Een toevallige ontmoeting met een eigenaar van een landgoed, die echter als taxi-chauffeur moet werken, omdat hij geheel zonder geld zit, opent de reeks van leuke verwikkelin gen. Het Luxe Vrouwtje adopteert Angelica als haar dochter, wat zij echter niet is. De chauffeur en Angelica worden verliefd op elkaar en Mama, die reeds besloten had de zelfde mr. Hartenegg als prive-secretaris en toekomstig echtgenoot aan zich te binden, moet voor Angelica het veld ruimen, waar door de dwaze zakenvertegenwoordiger mis schien weer een kansje heeft gekregen. Olga Tsechowa is het luxe vrouwtje en speelt even 'charmant als steeds. Wolf All- bach-Retty is de chauffeur en Hansi Grüber de dochter. Paul Heideman en Leo Slezak spelen hun rollen in deze vlotte Weensche film met groote routine. Twee journaals, Éclair en Polygoon, bren gen vele interessante gebeurtenissen in beeld. Een programma met veel afwisseling. CHINA CLIPPER. Bioscoop Harmonie. Vanaf Zondagmiddag draait deze film in de Harmonie. Aan den inhoud ontleenen wij o.m.: Dave Logan (Pat O'Brien), beroemd vlie genier uit den oorlog, en zijn vrouw Jean (Beverly Roberts), behooren ook bij hen, die Lindbergh feestelijk inhalen. Dave is zoo juist uit Japan teruggekeerd. Hij wilde daar een groote luchtlijn in exploitatie brengen, doch de zaak is mislukt. Toch be grijpt hij, dat er uit de succesvolle tocht van Lindbergh, grootere mogelijkheden voor de aviatiek zullen groeien. Daarom laat hij zijn baan in den steek, om zich geheel aan de commercieele luchtvaart te gaan wijden. Hij heeft zich verbonden met Tom Col- lins (Ross Alexander), een ouden oorlogs kameraad en Dad Brunn (Henry Walthall), een vliegtuigteekenaar. De geldman van de zaak, B. C. Hill (Addison Richards), die be merkt heeft, dat de nieuwe luchtlijn geen levensvatbaarheid heeft, wil de zaak sluiten. Allen zijn ten zeerste ontmoedigd, de wan hoop nabij tot men eindelijk het kloeke besluit neemt, een nieuwe vlieglijn te orga- niseeren van Miami naar Havana. Hap Stuart (Humphrey Bogart), ook een oude bekende uit den oorlog, heeft zich bij hen gevoegd, om ook zijn medewerking te verleenen aan de verwezenlijking der plan nen. Er volgt nu eer periode van onvermoeid werken, van tegenspoed moeilijkheden en zorgen. Dad Brunn, de teekenaar, wordt dag en nacht aangevuurd tot werken aan zijn teekeningen voor de „Clipper", zooals het nieuwe vliegtuig zal heeten. Hij vertrekt en slaagt erin de vlucht te volbrengen! Als het groote nieuws, dat de „Clipper" in China geland is, bekend wordt, sterft Dad Brunn. ten gevolge van een hartverlamming. Tom Collins en zijn meisje hebben huwelijksplan nen, doch ook Dave en Jean durven nu de toekomst met vertrouwen tegemoet zien. CHARLIE CHAN IN SHANGHAI. Roxy-Theater. Smokkelaars kunnen gevaarlijke men schen zijn en smokkelaars in opium zijn wel de allergevaarlijkste, die men zich denken kan. Wanneer het terrein van de misdaad China is, wordt het nog veel gevaarlijker en de beroemde Oostersche detective Charlie Chan, die zich in dit broeinest waagt met de bedoeling misdadigers te ontmaskeren, heeft dan ook een allesbe halve gemakkelijke taak. Hij spreekt uit stekend Chineesch, maar omdat de meeste bezoekers van het Roxy-Theater geen Chineesch verstaan, spreekt hij ook nog een beetje Engelsch, wat natuurlijk niet zeggen wil, dat de bezoekers dit wel ver staan. Hij spreekt gebrekkig Engelsch en de Hollander, die voor deze film verklarende teksten in onze moedertaal heeft geschre ven, heeft dat ook in gebrekkigNeder- landsch omgezet, zoodat het zoo nu en dan wel eens moeilijk is den gang van zaken precies te volgen. Des te moeilijker wordt dat als de misdadigers en de eerlijke menschen zóó dooreengemengd zijn, dat niemand ze tijdens het spel in vrienden en vijanden kan verdeelen. Vermomde mis dadigers werken met de politie mee en omgekeerd en wat dit betreft is het een pracht-film om op kosten van onze gemeente de agenten er eens heen te sturen en hen zoo tijdig weg te-halen, dat zij niet zien, dat de Amerikaansche ver trouwensman in werkelijkheid de grootste schurk is. Trouwens, nu wij dit reeds ver klapt hebben, heeft het politie-bezoek na tuurlijk geen zin meer. Een dergelijke In structieavond moet men dan ook op den eersten dag houden, dat een film ver toond wordt, omdat een agent, die zijn vrouw of kinderen Vrijdagsavonds naar de bioscoop stuurt, Zaterdags natuurlijk precies weet wie de dader is en dan na tuurlijk een goede beurt tegenover zijn niet ingelichte collega's kan maken. Maar, om op de film terug te komen, Warner Oland een pracht-figuur voor een geheimzinnige "film geeft hier schitterend spel en dat het publiek den geheelen avond zoo stil als de traditio- neele muisjes is. mag het beste bewijs genoemd worden, dat deze rolprent uiterst boeiend is. Een detective-film van ae goede soort, logisch opgebouwd, vol span ning met natuurlijk een zeer bevre digend slot. De gekleurde screensong, die vooraf gaat, is een der beste en amusantste, die wij ooit zagen. Een aardige eenacter en een uitgebreid nieuws-programma vullen de hoofdfilm op gelukkige wijze aan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 10