SPORT EN WEDSTRIJDEN
NEDERLAND WINT ZONDER INSPANNING
VAN ZWITSERLAND.
Nederland-Zwitserland 2-1.
De overwinning kwam niet in gevaar.
De geestdrift ontbrak.
Een matige wedstrijd.
ALKMAARSCHE COURANT van MAANDAG 8 MAART 1937
RONDOM DEN STRIJD.
(Van onzen eigen verslaggever).
Als alles normaal loopt, hebben
wij Zondag voor wat betreft de
interland-wedstrijden voor dit
seizoen afscheid genomen van het
Amsterdamsche Stadion, want Neder
landBelgië zal in het Feijenoord-
stadion te Rotterdam gespeeld wor
den.
Wij zullen de volgende keer dus
eens een andere entourage te be
schrijven hebben en dan zullen wij
meteen de gelegenheid krijgen, om
vergelijkingen te maken.
De entourage was ditmaal ook hier weer
eens iets anders. Daar was allereerst ie
groote verbouwing van het stadion zelf.
Toen Denemarken hier was, had men een
begin gemaakt ;thans ziet men, hoe het
ongeveer worden zal. Maar intusschen
heeft het publiek zich eerst in een doolhof
van planken, balken en palen moeten be
geven, voordat de tribuneplaats bereikt
was. Wat minder vlot. ging dan anders,
maar wat geen al te groote hinderpalen
met zich meebracht.
Verder was er de sneeuw. O zeker, wij
hebben wel eens meer in een besneeuwd
stadion gezeten, maar dan had het van te
voren gesneeuwd. Zoo was het nu niet
heelemaal. Want juist een groot gedeelte
van den wedstrijd werd in een lichten
sneeuwval gespeeld, wat voor spelers en
toeschouwers altijd minder prettig is.
Dan was er de ijzig koude wind. Die
zorgde al in het begin voor de „note gaie".
Want terwijl wij allemaal netjes met de
hoed in de hand stonden, toen de volks
liederen gespeeld werden, had onze collega
Nijland er wat op gevonden, om geen
kou op te loopen: hij stond keurig in de
houding en salueerde plechtig met de
rechterhand aan zijn ronde bolhoed! Wat
natuurlijk de aandacht trok van de pers
tribune.
De kou zorgde voor nog meer: in het
restaurant kan het tijdens de rust gezellig
vol zijn, nu was het een compacte massa,
die zich verwarmde met oude en jonge
klare of met andere alcoholische dranken.
Die massa wildeechter weer naar
buiten en trof het slecht, omdat een an
dere, kleinere massa nog naar binnen
wilde. De duwpartij werd gewonnen door
de sterkste groep!
Toen was iedereen weer warm gewor
den.
Dan was er Hans Boekman, die glunde
rend op de perstribune verscheen en daar
allerhartelijkst werd verwelkomd door de
Amsterdammers, terwijl de „provincie"
vroeg, in welk dorp we wel waren, omdat
alle café's 's Zaterdagavonds al om 1 uur
sluiten moesten! Boekman liet zich niet
interviewen, ondanks een gezamenlijken
aanval van A. N. P., Cetum, Haagsche
Courant, Tubantia, Volk en het meest
gelezen dagblad. En verdween weer met
den eeuwigen glimlach en nieuwe copy
voor het Alcmaria-Nieuws!
Tijdens dén wedstrijd heeft uw ver-
croquetjes opgeld, zooals des zomers ijs
met slagroom en sodowater opgang doen.
Tijdens den wedstrijd werd zonder debat
uitgeknobbeld, hoe Vrauwdeunt doel
puntte en wie de Zwitsersche eer redde!
Tijdens den wedstrijd heeft een ver
slaggever van zijn buurman links kunnen
hooren, hoe slecht Bakhuys, hoe miserabel
Andriessen was, daarentegen, hoe perfect
van Spaendonck was, evenals de kleine
Wels op de linksbinnenplaats en de ten
gere Caldenhoven. Dat van Heel en Paau-
we ook nog verwisseld werden, was bij al
dat fraais heel gewoon.
Men ziet, er was genoeg te zien, te hoo
ren en te ondervinden
En bovendien was er ook nog een voet
balwedstrijd, waarvoor wij allen tenslotte
gekomen waren, u lezers, om hem te zien,
wjj om hem te verslaan voor hen, die geen
kaart hadden kunnen bemachtigen en geen
radio thuis hadden.
Uit welke voorlaatste opmerking valt
af te leiden, dat het al weer vol was in het
trotsche bouwwerk van Jan Wils!
Of voetbal ook in trek is!
Die menigte vermaakte zich best
tijdens het groote voorspel, dat al
weer opgeluisterd werd door muziek.
Ze was razend nieuwsgierig, of Bak
huys en Wilders ook zouden spelen
en wisten niet, welke berichten over
deze twee betrouwbaar waren. Want
de allerjongste mededeelingen bleven
elkaar buitengewoon prettig tegen
spreken.
De menigte moest wachten tot de
traditioneele entrée. Toen zag men
eerst de Zwitsers, die hun cheers
brachten aan de beide overdekte tri
bunes en daarna zag men Bakhuys
en nog tien andere Nederlanders.
Maar hoofdzakelijk zag men Bakhuys,
die een ovatie kreeg.
En Wilders zag men niet. Voor hem
had men den Longa-man v. d. Hoven opge
steld, een vrij tenger, maar kwiek ventje,
heelemaal geen Weber. Eigenlijk geheel
buiten het kader vallend van het zwaar
gewicht trio Halle-Weber-Caldenhoven.
En tenslotte zag men een anderen Zwit-
serschen doelverdediger, n.1. Bizzozzero,
maar dat was voor de massa veel minder
belangwekkend dan de aanwezigheid van
den commandant der voorhoede, den
H.B.S.-er Bakhuys, den man met het doo-
delijke schot, met zijn spelverdeeling, zijn
baltechniek, zijnnee, met zijn doo-
delijk schot!
En toen men twee maal drie kwartier
twee elftallen had zien spelen onder lei
ding van den in plusfours gekleeden Belg
Baert, die op zijn beurt geassisteerd werd
door twee Nederlandsche grensrechters,
toen men 1uur lang de jonge Blauw-
Wit-garde had gezien en in die anderhalf
uur bovendien wee geslaagde aanvallen op
de persfotografen had mogen aanschou
wen (Aebi en Wels hebben minstens elk
een dozijn plaatjes „vernield"!), toen dus
het eindsignaal geklonken had, kon men
huiswaarts keeren met de wetenschap, dat
Oranje wéér gewonnen had. maar dat de
wedstrijd niet zoo heel erg belangwekkend
was. Of laten wij liever zeggen: 't was
geen daverende wedstrijd, die niet verge
ten kan worden.
Hoe er gespeeld werd.
Om dus met het overzicht te be
ginnen, de wedstrijd heeft in elk ge
val voor de zoovpelste keer eens be
wezen, dat het korte, zelfs geraffi
neerde samenspel niet voldoende is,
om een wedstrijd te winnen, maar
dat het open spel het meeste succes
brengt.
Om dat duidelijk te maken, moeten
wij den wedstrijd NederlandZwit-
serlard even nader ontleden.
De Zwitsers hebben ontegenzeggelijk
een veldmeerderheid gehad en hun com
bineeren klopte vrijwel voortdurend.
Maar op 10 Meter afstand, zelfs op 5 Me
ter afstand van het doel waagde nog nie
mand, om te schieten; het combineeren
ging door tot in het doelgebied.
En dat, terwijl v. d. Hoven txrh zeker
lang niet zoo goed was als een Wilders of
een Websr, waaruit moge blijken, dat ons
achtertrio niet zoo sterk was als anders.
Neem nu de Nederlanders. Hun aanval
len waren minder talrijk, maar veel en
veel gevaarlijker. En twee er van werden
met een doelnunt bekroond.
Waarbij wij nog mcg:n aan teekenen,
dat Wels en v. Nellen wel eens beter ge
speeld hebber, dat Bakhuys zich zichtbaar
spaarde en dat v. Spaer.donck zelfs on
voldoende was. Met die matig sterke
voorhoede kon Nederland winnen. En al
slaagde Zwitserland er ook in, om een
tegenpunt te maken (waarbij de b?1 bijna
in het doel gecenterd werd!) de Neder
landsche zege kwam heelemaal niet in
gevaar.
Dat laatste is misschien le oorzaak,
dat de wedstrijd minder boeiend was
dan gewoonlijk. Want de Nederlan
dei's hebben het als 't ware aange
voeld. dat de Zw;tsers den wedstrijd
nooit konden winnen, zoolang hun
spel zoo kort en onproductief bleef.
De Oranje-mannen deden het heel
kalm aan, vee- te kalm soms. Maar ze j
hadden de zaak in handen ondanks j
een veldminderheid. Ze konden ge-
makkelijk spelen, omdat de Zwitsers
toch minstens drie keer eiken Neder-
landschen speler moesten passeeren',
voordat ze gevaarlijk konden worden.
Zóó werd er gecombineerd door de
bergmenschen!
Een veldmeerderheid der Zwitsers! Zoo
was het. Niet zoo direct in de eerste 20 mi
nuten. Toen ging het spel vrij gelijk op,
maar daarna waren er perioden, waarin
Zwitserland sterk op drong en Nederland
zich bepaalde tot razend snelle uitvallen.
En die laatsten wogen heelëmaal op tegen
het veldwerk der Zwitsers. Die perioden
van 'n sterk aanvallend Zwitserland gaven
onze middenlinie en achterhoede handen
vol werk. Alleen Halle bleef te veel
werkeloos, omdat de anderen het leer
steeds retourneerden, ook dan, wanneer
het beter ware geweest, om Halle te laten
ingrijpen.
Van die anderen noemen wij allereerst
Caldenhoven, die een prachtigen gaven
wedstrijd heeft gespeeld, robust, snel en
trapvast. Hij had soms den geheelen Zwit-
serschen aanval in zijn zak en redde met
het meeste gemak.
Halle kon aan het doelpunt niets doen,
heeft bovendien een paar fouten gemaakt,
die echter niet afgestraft werden door de
tegenstanders. Overigens heeft hij een
paar keer heel goed gered, eenmaal door
zich moedig yoor de voeten van Abegglen
te werpen.
En v. d. Hoven? Hij begon heel onzeker,
miste m het èerste kwartier een paar keer,
maar herstelde zich vrij snel. Onvoldoende
was hij zeker niet, maar al te overtuigend
ook niet.
Onze middenlinie was goed, zonder
meer. Anderiesen had in de eerste helft
heel wat moeite met het korte spel der
Zwitsers, daarna ging het veel beter. En
de beide Feijenoorders, v. Heel en Paau-
we, deden het kalm aan maar hun spel
was zeker en natuurlijk zeer voldoende.
In de voorhoede was Vrauwdeunt de
nieuweling. En bovendien speelide hij op
een hem geheel vreemde plaats: links
binnen. Maar ziet, deze Feijenoorder bleek
waar Bakhuys zich spaarde de ziel
van den aanval te zijn. Hij had snelheid en
intelligentie en daarbij kalmte op de kri
tieke momenten. Nuttig werk deed hij: niet
alleen, dat hij Bakhuys gelegenheid gaf,
om de score te openen, het tweede doel
punt kwam rechtstreeks van hem, doordat
hij zich goed had opgesteld.
Zijn samenspel met v. Heel klopte altijd,
dat met zijn voorhoedespelers vrijwel
steeds en het was alleen maar jammer, dat
van Nellen minder goed was dan gewoon
lijk en tóch probeerde, om alleen de ver-
deging te verschalken. Dat lukte bijna
nooit, temeer niet, waar hij in snelheid te
kort schoot.
Precies als met Wels bleek v. Nellen
in de eerste helft het beste op dreef, maar
beide vleugelspelers hebben veel betere
wedstrijden gespeeld.
En v. Spaendonck? Hij viel tegen. Het
gladde veld speelde hem parten en vele
ballen had hij niet onder controle Na-
turlijk deed hij ook uitstekende dingen,
maar toch was hij de zwakste van de
voorhoede en ongetwijfeld zal een volgen
de keer Vyauwdeunt .zijn plaats innemen,
als Smit weer fit is.
En nu de Zwitsers. Het was wonderlijk
hoe goed de combinatie in dit team klopte.
Het was, of hier een'club speelde, die
week in week uitoefent. Iedere speler be
greep zijn spel. De beide vleugelspelers
waren zeer snel, maar vergaten, om ook
snelle voorzetten te geven. Het bleef
combineeren, mooi om te zien, maar ver
keerd, omdat succes moest uitblijven.
Abegglen was van het binnentrio de ge
vaarlijkste: hij schoot precies twee keer
en beide keeren was het mis.
De middenlinie begreep haar taak, zoo
wel aanvallend als verdedigend buiten
gewoon goed. Alle drie beschikten de
spelers over groote snelheid, terwijl de
spil uitblonk in taktiek en koptechniek.
En tenslotte was het achtertrio zeer goed
en maakte vrijwel geen fouten.
Geen beste wedstrijd.
Resumeerende mogen we zeggen, dat het
geen beste wedstrijd is geweest, zelfs mo
gen wij spreken van een zeer matige ont
moeting. Er was geen laaiend enthousias
me bij de Nederlandsche spelers, er was
geen ..beroemd kwartiertje", er was geen
„sfeer".
Het was een gewone wedstrijd zonder
meer. En de ploeg met de beste taktiek
heeft gewonnen. Want hoe vreemd het
misschien ook moge klinken Nederland
verdiende de zege.
Vraagt men, welk systeem er gespeeld
werd, dan is de beantwoording vrij lastig.
Geen der ploegen hield vast aan een be
paald systeem. Er werd niet star in W.-
formatie gespeeld, er werd evenmin sterk
op aanval gespeeld; neen, telkens weer
zag men wat anders. En juist dat variee-
rer-de was het goede „systeem.".
Zoo was het met beide ploegen. Bakhuys
had geen spil-schaduw naast zich, maar
de Zwitsersche spil was wel in zijn buurt,
als er een Nederlandsche aanval kwam.
En de Nederlandsche voorhoede telde vijf
man bij een aanval en stond niet steeds
tegenover zes of acht Zwitsers. Nee, er
was gelukkig geen systeem, geen star-
vasthouden aan een van buiten geleerd
lesje.
Het sneeuwt.
Het sneeuwt, natte sneeuw, vieze
sneeuw, die de kijkers in het gezicht waait
en de zitplaatsen reeds voordat zij bezet
zijn weinig aanlokkelijk heeft gemaakt.
Geen wonder, dat de verkoopers van
voet- en zitkussens goede zaken maakten.
Deze attributen waren wel bijzonder wel
kom en behagelijk schoof men naast
elkaar, de kragen omhoog, sommigen wel
licht met weemoed denkend aan de „be
voorrechten" in de goed verwarmde huis
kamers, waar de radio het mogelijk maak
te den strijd in even groote spanning en
op gemakkelijker wijze te volgen.
Rood-wit-blauwe en oranje vlaggen
wapperen op de officieele en Marathon-
tribune, geflankeerd door de roode Zwit
sersche vlag met het witte kruis in het
midden en de Belgische kleuren ter eere
van scheidsrechter Baert.
Prachtige gele tulpen geven de eeretri
bune een voorjaarsaanzien. Kranig mar
cheert de Harmonie der Amsterdamsche
politie rond het terrein langs de verschil
lende rangen, die tegen den tijd dat de
strijd een aanvang neemt, in weerwil van
het onaangename weer, geheel bezet zijn,
zoodat wederom circa 32.000 liefhebbers
aanwezig zijn, en onwillekeurig denkt
men, hoe zal dit zijn ir de toekomst op die
veel grootere stadions, hier en in de
Maasstad, waar tegen de 60.000 toeschou
wers geborgen kunnen worden. Dan ook
steeds uitverkochte huizen?
Zonder meedoogen blijft de sneeuw
neervallen, om het modderige papje voor
de tribunes nog te doen toenemen, maar
als het spel zich eenmaal aan het ontwik
kelen gaat, en de Hollandsche aanvallen
zich ontplooien, is er althans gelegenheid
voor het intens meelevende publiek om in
geestdriftige aanmoedigingen de onaan
gename weersgesteldheid te vergeten, en
dit temeer, wanneer reeds na 14 minuten
het scorebord een stand van 10 voor
Nederland aanwijst, welke tot aan de rust
gehandhaafd blijft. De verslaggevers op
de perstribune zijn in verwoeden strijd
met de elementen, en trachten het potlood
in de verkleumde vingers geklemd te
houden, om de verrichtingen op het
groene veld weer te geven. Het geheugen
moet hen deze maal meer dan anders te
hulp komen, want noodgedwongen moet
Oranje had een 2-0 voorsprong.
Het is vijf minuten over half drie, als het
sein voor den aftrap wordt gegeven. Van
Heel heeft de loting gewonnen en de elftal
len hebben zich als volgt opgesteld:
Nederland
Halle
v. d. Hoven Caldenhove
Paauwe Anderiessen v. Heel
Bakhuijs Vrauwdeunt
Wels v. Spaendonck v. Nellen
O
G. Aebi Frigerio Bickei
Abegglen Karcher
P. Aebi Vernati Guinchard
Gobet Lehmann
Bizzozzero
Zwitserland
Na den aftrap blijft de bal- eenigen tijd in
het middenveld, maar weldra komen de>
Zwitsers tot hun eersten aanval, maar Kar
cher laat den bal uit gaan. Onze tegenstan
ders dringen wat op en de rechtsbuiten
Bickei krijgt het leer in buitenspelpositie en
schiet: Halle stopt het schot op hetzelfde
oogenblik, dat de scheidsrechter voor buiten
spel fluit.
Intusschen heeft Bakhuijs, die aanvanke
lijk als rechtsbinnen was opgesteld, de mid
denvoorplaats weer ingenomen en dan zien
wij eindelijk, na zes minuten spelens, den
eersten goeden Nederlandschen aanval. Van
Nellen brengt den bal op en geeft over aan
Vrauwdeunt, die schiet: Bizzozzero stopt het
schot gemakkelijk.
Dan blijkt al, dat de Zwitsers, die overi
gens zeer goed samenspelen, dat combinee
ren al te lang doorzetten: als Bickei den bal
in goede positie krijgt, geeft hij nog over in
plaats van zelf zijn kans tot schieten waar
te nemen. Na eenig geharrewar kan de Ne
derlandsche achterhoede dan ruim baan ma
ken.
De Nederlandsche middenvoor leidt dan
verschillende aanvallen, maar plotseling
ontstaat een gevaarlijke situatie voor ons
doen, als de Zwitsersche rechtsbuiten langs
het doel plaatst en Halle misgrijpt. Gelukkig
kan van den Hoven nog redding brengen.
Het lichte overwicht, dat de Zwitsers aan
vankelijk hadden, is thans verdwenen. Het
lijkt of onze spelers wat meer met het veld
vertrouwd zijn geraakt, het samenspel vlot
wat beter en er zit meer kracht achter de
aanvallen.
Bakhuijs doelpunt.
Na dertien minuten brengt een dezer
aanvallen succes. Door uitstekend werk
van Vrauwdeunt en Bakhuijs beiden,
ontstaat het eerste doelpunt. De kleine
Bakhuijs
de schrijvende hand nu en dan -wel in de
jaszak verdwijnen om even te ontdooien.
De sneeuw kenit geen erbarmen
„Warme croauetten" roepen de rond
loop ende kellners en tusschen de rijen,
banken jongleeren zij met glazen port en
sherry. De heete koffie en thee is uitver
kocht Men zou de spelers benijden,
die kunnen loopen, schieten, vallen en op
staan. Zij weten ni-ts van kou, zij weten
slechts de richting van het doel, en ook de
Zwitsers vinden tenslotte het heiligdom
van Halle en zien kort voor het einde hun
moeite met een doelpunt beloond. 21
voor Nederland. De dertiende wedstrijd
tegen de bergbewoners is gewonnen.
Het gehavende Nederlandsche elftal
heeft zich weer goed geweerd.
„Toch blij, dat ik er geweest ben", die
Nederlandsche elftalclub mag er toch
wezen". „En of," is het antwoord, „en
verbeeld je als die Smit nu weer eens
Diep gedoken in de kragen, kent de me
nigte nu slechts een doel: een warm ver
trek en wat daar bij komt.
En> terwijl ook wij, na dezen gedenk-
waardigen winterschen strijd in bergat-
mosfeer, het warme vertrek hebben ge
vonden, en onze bevindingen neerschrij
ven, valt buiten alweer de sneeuw, en is
Amsterdam veranderd in een witte we
reld. Waarlijk, die Zwitsers moesten zich
hier wel „thuis" gevoelen!
Feijenoorder, die evenals van Spaen
donck in teruggetrokken positie speelt,
ziet, dat Bakhuijs vrij staat: er volgt een
prachtige throughpass en onze midden
voor lost een zeer hard schot De bal
verdwijnt via de handen van Bizzozze
ro in den uitersten hoek van het doel
(1—0).
Zoo heeft Bakhuijs reeds in het eerste
kwartier bewezen, dat het geen ongelukki
ge gedachte geweest is, hem toch nog op te
stellen.
Het publiek is vergenoegd: het heeft een
Hollandsch doelpunt gezien en vraagt om
een herhaling. Maar eerst komen de Zwit
sers aan het woord en Caldenhove moet red
ding brengen. Dan krijgt Vrauwdeunt-een
klein kansje, doch schiet over. Wels, die het
niet al te gemakkelijk heeft, doordat van
Spaendonck vrij zwak speelt, brengt den
bal verschillende malen op om hem daarna
voor het doel te plaatsen.
Leo Halle
De Zwitsersche voorhoede heeft inmid
dels niet stilgezeten. Eens schiet Abegglen
na een goeden aanval naast en dan vangt
Halle een gevaarlijk afdrijvenden bal. Onze
tegenstanders blijven overigens lang samen
spelen en het schot der voorhoede is weinig
gevaarlijk.
Aan de andere zijde van het veld mislukt
een aanval van Bakhuijs, doordat hij komt
te vallen. Het gladde veld heeft daaraan
zeker schuld, want als van Nellen wat later
den bal van zijn middenvoor heeft gekre
gen, glijdt hij bij de hoekvlag uit. Die glad
heid maakt ook de balbehandeling moeilijk
en zoo krijgen wij verschillende mistrappen
en een minder juist plaatsen te zien.
Wels
Daardoor en verder, doordat er niet zeer
fel wordt gespeeld, volgt een periode van
weinig belangwekkend spel. Bij de Zwit
sers is het element van verrassing vrijwel
uitgesloten, doordat zij hun korte samenspel
blijven handhaven en elkander tot in het
strafschopgebied de eer van het schot blij-