imski Alkmaar in een rumoerigen tijd. HET HUIS MYSTERIES ALKMAARSCHE COURANT van WOENSDAG 10 MAART 1937 Men ziet, dat men met deze zaken door ging als was er van verandering in de re geering der Nederlanden niets te be speuren. Nu wilde de raadscommissie wel met de zes lastgevers nader overleggen, maar deze waren voor zich niet overtuigd, dat zij daartoe bevoegd waren. Daar om riepen zij de onderteekenaars van het adres tot een nieuwe bijeenkomst in de Groote kerk op, hetgeen de verwondering en zelfs de verontwaardiging van de raadscommissie opwekte, te meer, omdat voor deze vergadering geen verlof van de scadsregeering gevraagd of verkregen was. De zes lasthebbers waren geen wilde mannen, hetgeen daaruit blijkt, dat zij bereid waren, de vergadering niet te doen doorgaan, maar vooraf verzekerden, dat hun rapport in zoodanigen toon was ge steld, dat de burgerij tot bedaardheid werd aangemaand. Daarom oordeelde de raadscommissie het beter zich niet verder te verzetten, en het'resultaat daarvan was, dat men gedurenoe een week in een bus, op twee plaatsen in de stad neergezet, een biljet kon werpen om 24 personen te kie zen. Zes dezer zouden de onderhandeling met de stadsregeering voortzetten; de andere 18 zouden dienen tot raadsmannen van de zes, teneinde herhaalde oproepin gen van alle onderteekenaars te voor komen. Waarlijk, men wilde in Alkmaar niet den revolutionnairen weg bewande len. De raadscommissie ging nu echter verder; zij bracht er de stadsregeering toe om alle mannelijke ingezetenen te ver oorloven, voorzoover deze boven de 18 jaren waren niet bedeeld werden of in heerendienst waren, om ter secretarie biljetten in te leveren met de namen van zes personen, die rechtstreeks nieuwe onderhandelingen met zes heeren uit de stadsregeering zouden voeren, welke dan samen een rapport zouden opmaken, dat zoowel aan de overheid als aan de bur gerij ter overweging zou worden voorge legd. En inderdaad werd er druk gestemd, maar op denzelfden 13 September, dien men als den laatsten dag voor inlevering der biljetten had bestemd, trokken de Pruisen de grens over en het is bekend, dat het hen weinig, heel weinig moeite kostte om met de wapenen in de hand het gezag van den prins te herstellen!. En dat, niettegenstaande te Alkmaar zoowel als elders de schutterijen krachtig v/aren versterkt, ja men kan gerust zeggen tot nieuw leven geroepen. Toen de oorlog met Engeland uitbrak, werd men er zich van bewust, dat hier ter stede gelijk elders de schutterijen slechts op papier beston den; vele schutters leerden hun hoofdoffi cier eerst van aangezicht tot aangezicht kennen, wanneer zij werden opgeroepen om van hem afscheid te nemen, wijl hij scheidde van zijn ambt. Dat werd in 1780 anders, en het werd nog anders, toen de Oostenrijksche keizer Joseph, Heer der Zuidelijke Nederlanden, die van een be zoek incognito had geprofiteerd om van den zwakken staat hier te lande kennis te nemen, ons met een inval uit het Zuiden bedreigde. De schutterijen kwamen- met werkelijk vaderlandslievende gevoelens bijeen; zij wilden het land verdedigen tegen buitenlandsch wapengeweld. Maar het bleek al spoedig, dat zij in de handen der. democraten een geducht wapen zouden vormen. Het was niet overal zoo duidelijk BRAND- EN SNIJWONDEN. Een klein wondje la dikwijls gevaarlijker dan wond' omdkt U zich daarbij on middellijk zoudt verzorgen. Het is niet noodig elk klein snij-, brand- of schaafwondje direct te verbinden en aan den heilzamen invloed van licht en lucht te onttrekken als U er maar onmiddellijk Zwitsel - de zalf met onbe grijpelijke geneeskracht - opdoet. Zwitsal zui- yert, verzacht en geneest die kleine „ongeluk. Jes die in elke huishouding voorkomen. Zorg dus steeds een doos b(J de hand te hebben. 1 daaaJJ mat 40 «MogtiffieAfka ganaaükSuxaAl merkbaar als te Utrecht, en later ook te Hattem en te Elburg, maar dit neemt niet weg van het feit, dat de krijgshaftige geest, waardoor ook de Alkmaarsche bur gerij zich destijds bezield voelde, haar leidde in de richting van steun aan dege nen, die op herstel van de oude rechten der burgerij stonden. De schutterij ver kreeg met de plechtigheid, die in die dagen onmisbaar werd geacht, een regle ment, met welks redactie zich ook Van- Panders en Hofdijk hadden bezig gehou den; in slechts en-kele dagen verkreeg dit ontwerp bijkans 600 onderteekeningen. De regelmatige oefeningen, waartoe men be reid bleek, leidden vanzelf naar den eisch van betere wapenen, en blijkens hetgeen Bruinvis ons mededeelt, hebben burge- meesteren van een aanbieding van den ijzerverkooper Blom en een winkelier in jachtbenoodigdheden Nieuwenhuys, bij wien „de Maan" uithing,, gebruik gemaakt om voor een som van ruim 10.000 gulden' de noodige wapenen en uitrustingsstukken te verkrijgen. De weeskamer stond er geld voor af; de consignatiekas eveneens, terwijl een bedrag van niet minder dan 6000 gulden werd opgenomen. Men heeft toen tevens gemeend, dat de door ouderdom versleten vaandels en de oude trommels van wel zeer. verschillend uiterlijk niet meer gebruikt konden worden. De stads kas, toch al reeds door de herhaalde inle geringen tijdens den Engelschen oorlog uitgeput, kon deze nieuwe kosten niet dragen. De vrouwen van de kolonels der schutterij boden nieuwe vaandels aan; de stadsdoktoren en de stadsapotheker namen de bekostiging van nieuwe trom mels en bussen op zich; het zilversmid- gilde gaf de geheele uitrusting van den tamboermajoor ten geschenke. De over handiging geschiedde opnieuw met groote plechtigheid; op 8 Juni 1785 kwam men daartoe samen op het Doelenveld, dat omgeven was van zitplaatsen voor de toeschouwers. Daar heeft mr. Lucas Dijl in dichtmaat de schutterij toegesproken; daar werden door de dames aan de vaan drigs de vaandels uitgereikt, en daar werd de tamboer-majoor gekleed met zijn ge- pluimden hoed, zijn rok met passementen en wat daar verder bij behoorde. Het was de bedoeling geweest om de oude vaandels onmiddellijk te verscheuren, vermoedelijk een symbolische handeling om te doen zien, dat men met het oude gebroken had. Maar Bruinvis vertelt ons, dat de Vroed schap voorzichtigheidshalve hun over brenging naar de geweerkamer op het stadhuis besloot! Men denke niet, dat deze schutterij, aan welker oefeningen ook landlieden uit de omgeving deelnamen, zich in deze roe rige jaren werkloos heeft gehouden. Wel verre van daar. Utrecht was, zooals be kend, het midden punt der democratische beweging; het lag ook halverwege tus- schen Holland, patriottisch en Gelderland, dat prinsgezind werd geheeten. Reeds had men vanuit Alkmaar gelijk elders, in 1785 er tegen geprotesteerd, dat 's prinsen troepen Amersfoort hadden bezet, dit op verzoek der Vriedschap, die te juisten tijd inzag, dat het beter was onder „de tyran- nie" van den prins, dan onder die van de democratische gecommitteerden der bur gerij te leven! Maar in den zomer van 1786 dreigde de bezetting van jde Gelder- sche steden Elburg en Hattem, die gewei gerd hadden troepen van den prins in te nemen en tegen welke op den Gelderschen landdag tot maatregelen van geweld was besloten. Er waren er enkelen van de Alkmaarsche schutterij, die hun strijdlust niet konden bedwingen en de Vroedschap gaf hun verlof om uit te trekken met ge bruik van de wapenen, die zij van de ge meente hadden verkregen. Het kwam ech ter zoover niet, doch wel werd in begin September 1786 per expresse uit Leiden hulp gevraagd om troepen naar Woerden en Utrecht te zenden. De groote krijgsraad deed een oproeping en 92 liefhebbers meldden zich aan, die onder David Pam en in het bezit van bijna 4000 scherpe pa tronen, aan boord van drie vaartuigen de SeutfCetoH DER Uit het Engelsch door H. A.C.S, 28) Maar na een paar seconden kwam Flor- rie voorbij. Min of meer verstoord, liep ik naar de deur. Indien zij de kamer zou bin nengaan indien zij den brief van Janice zou vinden en er in kijken danik was op het punt naar Janice's kamer terug te gaan, en, zoo noodig, den brief terug te halen, toen zachte voetstappen in de hall weerklonken, en Janice voorbij ging. Ik ving een glimp op van haar lichten groenen rok, en haar donkere haar. Ik ging in de hall, juist bijtijds om haar haar kamer te zien binnengaan. Indien Florrie haar niet vóór was geweest, zou al les in orde zijn. Maar Florrie was haar vóór geweest. Ik hoorde stemmen, wel niet luid, maar toch te hooren in de rustige hall. Langzaam liep ik de hall door. En ik hoorde Janice duide lijk zeggen: „Leg hem dadelijk neer. Je zult er spijt van hebben, Florrie". En Florrie zei: „Ik heb er geen woord van gelezen. Ik wist nietik was hier ik ruimde de... ik dacht.." „Je kunt gaan" Om Florrie te ontloopen trok ik mij, wat haastig, in Adela's kamer terug, waarvan de deur gelukkig juist open stond, vlak achter mij. Ongelukkigergewijs volgde Flor rie mij in de kamer, en ik was genoodzaakt mij nog verder terug te trekken, in de bad kamer, waar ik op den rand van het bad ging zitten luisteren naar het meisje, dat in de kamer ernaast aan het rondscharre len was. Ik raakte zóó aan het denken over Ja nice, dat ik niet opmerkte, dat zij wegging. Plotseling werd ik mij bewust, en het gaf mij beslist een schok, dat, na haar vertrek, iemand anders Adela's kamer binnen geko men was. Dat de deur naar de hall, met een duidelijke bedoeling dicht gedaan was. En dat iemand zei: en zie hem weg te krijgen voordat iemand ontdekt, dat hij Bayard dood schoot". HOOFDSTUK IX. Het was Evelyn's stem. Ik ging weer op den rand van het bad zitten. Er kwam geen antwoord, wat een oogen- blik duurde. Er was een geluid, alsof iemand op een stoel ging zitten, en ik hoor de dat iemand een zonnescherm neerliet Toen praatte een man het was Hilary. „Wat denk jij, Adela?" Adela en Evelyn en Hilary. Een vertrou welijke familieconferentie terwijl ik op den rand van het bad zat, en ieder woord hoor de. Ik sprong op, om te laten merken, dat ik er was. En Adela zei: stad verlieten. Een groote menigte was samengestroomd om hen toe te juichen, en niet minder geschiedde dit jegens een an der detachement van 86 man, dat 14 dagen later naar Woerden vertrok om het eerst gezondene af te lossen. De eerst uitge- trokkenen kwamen nu per zelfde ver scheping terug, moesten vanaf Spaarndam naar Castricum te voet gaan, en werden op 25 September te Alkmaar ingehaald door kapitein va:. Foreest, op een paard gezeten, gelijk het verhaal meldt, en door Van Vladeraken en zijn grenadiers verge zeld. Zij trokken naar de Nieuwe Doelen en werden er door burgemeester Baert hartelijk bedankt. Van Panders wijdde er zijn berijmd tooneelspel, getiteld „De ge wapende uittogt" aan, dat op 20 Maart 1787 door een patriottisch gezelschap ten tooneele werd gebracht. De les, te Hattem en Elburg en ook te Wijk bij Duurstede geleerd, werd ook in zooverre door de stadsregeering ter harte genomen, dat men zich meer ammunitie verschafte, en later op de dood? weermid delen der stad toezag. En in het voorjaar van 1787, nadat op-9 Mei te Vreeswijk des prinsen troepen met Utrechtsche vrijcorp sen waren samengestooten, volgde een nieuwe uittocht. Onder Pieter Jacob de Vries als commandant en Steenwijk, Voorhout, van» Leeuwen, Smit, van Gaart, Bucerus en C. van Schagen als officieren, trok men naar Oudewater. Daar ontnam de bezetting hen een deel der wapenen en sloot zelfs de officieren in de gevangenis. Maar den dag daarna waren deze troepen vertrokken en bevrijdde men de officieren, waarna men naar Alkmaar terugkeerde. Aan de defensie van Holland en Utrecht, waarvan het centrale punt te Woerden bleef, nam men een levendig aandeel; er werden ter bestrijding van de kosten col lectes gehouden, die een 2500 gulden op brachten, terwijl tenslotte bleek, dat men maar weinig had te betalen. Van Alk maarsche zijde leverde men ook een bij drage aan het z.g. /vliegend legertje, dat gevormd werd toen de nadering der Prui sen aanstaande was. Maar* voordat het kon ingrijpen, had de Rijngraaf van Zalm reeds den terugtocht gelast. De schutters hadden overigens dienst op de wallen te verrichten; reeds vanaf 7 Juli waakten zij des nachts en zelfs op 11 September werd nog een wachtreglement voor hen vastge steld. Doch al dit met zorg door de burgerij opgebouwde kwam te vervallen, toen het Pruisische leger onder bevel van dm hertog van Bronswijk, die een paar jaren later de schoonvader zou worden van des prinsen dochter Louise, door Gelderland en Utrecht met snelle marschen naar Amsterdam oprukte en door het bezetten van bijkans alle belangrijke strategische punten tevoren eiken tegenstand onmo gelijk maakte. De vertegenwoordigers van Alkmaar in de Staten van Holland, die hadden goedgekeurd dat men, gezien het naderend gevaar,' niet te 's-Gravenhage, doch in het versterkte Amsterdam zou bij een komen, bemerkten al spoedig, dat er niet veel lust en ook kans tot tegenstand bestond, en dat men het beste deed in het herstel van de oude orde van zakèn toe te stemmen. Oranje-versierselen, ook te Alkmaar verboden, meer om twist tus- schen de inwoners te voorkomen dan uit principieele overwegingen, werden weer voor den dag gehaald. En dat er aanmer kelijke verandering kwam in de leiding der stadsregeering, wie kon het anders verwachten? JteoviMdaaf Itieams ST. PAN CR AS Bellamy. De I. V. B., af deeling St. Pancras hield een propaganda-avond in café Bouwstra. Als spreekster trad op mevr. Heuf uit Den Haag over de Bellamy-idee. Spr. zeide, dat Bellamy tracht een oplos sing uit den economischen chaos te vinden. Wij leven eigenlijk nog in een hypno- tischen slaap, waaruit wij eerst moeten ontwaken. Reeds in zyn tijd heeft Bellamy de werk loosheid, de vernietiging van levensmidde- ,,'t Is de zuster, die een gevaar voor ons is". „Dat is zoo. Als wij haar kunnen laten zwijgenWij moesten haar nooit hier ge haald hebben, dat allereerst". „Dat begrijp ik nu ook", zei Adela. „Maar toen dacht ik, dat het 't beste was, wat wij doen konden. Na wat er gebeurd was. Ik dacht, dat zij tusschen hen in zou staan, in zekeren zin. Bayard wilde niet weggaan; ik kon hem toen niet ziek wegsturen". „Maar ik heb niet met haar op", zei Hi lary, op knorrigen toon. „Zij maakt mij ze nuwachtig. Overal zie je haar, waar je haar niet verwacht". Er was een kort oogenblik van stilte, en ik dacht bij mij zelf: wat zou Hilary doen, als hij wist, waar ik op dit oogenblik was? En toen ging hij voort, nog tamelijk knor rig: „Waarom liet je haar niet dadelijk gaan, toen hij dood was? Ik begrijp jou niet, Adela. Zij is hier bij ons en ziet elke be weging van ons. Hoe lang, denk je, dat wij haar kunnen laten gelooven, dat het een inbreker was, die hem doodschoot?" „Maar het was een inbreker, die hem doodschoot", zei Adela koppig. „En bedenk toch, Hilary, hoe dom het zou zijn, haar weg te sturen, zonder dat ze overtuigd is, Ik kan den twijfel in haar oogen lezen. Ik kon het gistermiddag zien, daar in de bi bliotheek. Wij moeten haar hier houden. Waar wij haar in het oog kunnen houden". „Voor onbepaalden tijd?" vroeg Hilary, op een onaangenamen toon. „Praat zoo niet, Hilary", zei Evelyn, scherp. „Adela heeft volkomen gelijk. Jij kunt het met den sheriff klaarspelen, en len, daling van de rentestandaard enz. voor speld. Na een uitgebreide studie kwam hij tot de slotsom, dat het winstsysteem de een ige oorzaak van de economische ellende is. Alles is toch zoo eenvoudig, als men er maar toe kan komen, om gelijke verdeeling van de productie te aanvaarden. Ieder zijn gelijke aandeel, van de wieg tot aan het graf, onverschillig of men nu professor of stratenmaker is, ieder werk is noodig, en allen hebben we elkaar noodig. Het tegenwoordige systeem heeft vol doende bewezen te falen. De oplossing is produceeren naar behoefte, doch niet om winst. Een belangrijke factor is ook, dat de vrouwen en kinderen hun gelfjke aandeel krijgen. Tegenover zijn rechten heeft men echter ook zyn plichten. Tot 21 jaar wordt er onderwijs gegeven, geestelijk en lichamelijk, daarna drie jaar in het voorbereidend werkleger, en van 24 tot 45 jaar in het werkleger. Dit geldt voor iedereen zonder uitzonde ring, maar ieder op de plaats waarvoor hij of zij aanleg heeft. Van het individualisme is men gekomen tot het familie- en groepsbelang, nu moeten we komen tot een algemeen volksbelang, in den ruimsten zin. Dit is het doel, wat de I. V. B. propageert en hiertoe kan ieder meewerken, onverschil lig van wejke politieke of godsdienstige richting men is. Na de pauze werden verschillende vragen gesteld, welke door de spreekster werden beantwoord. Het nieuwe kerkhof. Maandag ïs een begin gemaakt met de werkzaamheden op het nieuwe kerkhof. Met een 40-tal werkloozen werd begonnen. Hoofdzaak zullen in taakwerk de werk zaamheden worden uitgevoerd. Den eersten dag waren de arbeiders reeds ontevreden over het loon. Dit begin is niet bemoedigend. Ondraaglijke stank. Door de stagnaties in de brandstofvoor ziening van de tuinders doet zich thans 't verschijnsel voor dat met andere kolen wordt gestookt. De vette rook welke uit de verschillende schoorsteenen te voorschijn komt en neerslaat in het dorp, veroorzaakt een ondraaglijken stank en geeft menig huismoeder last met de wasch. VIERINGEN Werkverschaffing. Bij de werkverschaffing geldt de rege ling dat aan tewerkgestelde arbeiders bij verzuim wegens regel de eerste drie uren per week niet worden vergoed. Deze rege ling kan voor arbeiders die slechts enkele dagen per week mogen werken tot onbil lijkheden aanleiding geven. Daarom is dit thans veranderd. Indien een arbeider twee dagen of korter per week is tewerkgesteld, zullen in den vervolge bij de berekening van de vergoeding voor regenverlet de in de regenverletregeling genoemde drie uren worden teruggebracht tot één uur, en bij een tewerkstelling van drie of vier dagen per week. Twee uren. Langer dan vier da gen, weer 3 uren. TEXEL Steun voor de Texelsche visschers. In hotel Texel is Maandagavond een vergadering gehouden, die uitgeschreven was door de Texelsche Visscherijvereenigin- gen en waarin het Tweede Kamerlid, de heer Thijssen sprak over „Het gemeentebelang en de toepassing der Zuiderzeesteunwet voor de ingezetenen der gemeente Texel". Tot heden werden alle aanvragen om steun voor de Texelsche visschers afge wezen. Spr. toonde aan, dat de zaak er nu evenwel iets gunstiger voor staat. Het laatste adres werd onderzocht door de heeren Duymaer van Twist, v. d. Bilt, Westerman, Krijger en Drop en deze com missie heeft een zeer gunstig advies uitge bracht Op de vragen of de Texelsche vis schers hun bédrijf op de Zuiderzee uitoefe nen, of die bedrijven door het afsluiten van de Zuiderzee ernstige schade ondervinden en of het verdwijnen van het wier aan de afsluiting is toe te schrijven, is bevestigend Adela met Dan Bouligny, en wij allen, met elkaar, kunnen de praatjes in de buurt den kop indrukken. Maar die zuster, die is voor ons het probleem. Zij bedreigt ons Maar ik weet niet, wat wij daar tegenover moeten doen. Natuurlijk kunnen wij haar niet eeuwig hier houden. Zij staat er op, om weg te gaan; ik geloof, dat zij ver denking heeft. Jij moet wat bedenken, Ade la, voor haar, om haar bezig te houden". „Zie je niet in, Hilary", zei Adela, „dat als wij haar kunnen overtuigen, dat het door een inbreker gedaan werd door den een of ander, wie dan ook, die niet in de familie is - dat wij dan verder geen vrees behoeven te hebben? Als wij haar, op de een of andere manier, hier kunnen hou den, en het zoo kunnen klaarspelen, dat wij haar overtuigen, dat niemand van de familie ietsiets te- maken heeft met Bayard's dood, dan hebben wij, practisch gesproken, de wereld overtuigd". „Het zal niet gemakkelijk zijn", zei Hi lary. „Zij heeft de scherpste oogen, die ik ooit gezien heb. Maar je kunt gelijk heb ben. Ik vind het niet precies prettig, zooals ze vanmorgen naar mij keek. Begrijp je goed, dat als zij niet gisteren, den geheelen middag, in dat vervloekte prieel gezeten had, wij ons nergens zorg over te maken zouden hebben? Niemand anders weet, dat ik hier was: niemand zou geweten hebben, dat Evelyn hier was; een inbreker zou door de voordeur hebben kunnen binnenkomen. O, het is juist die zuster, die alles moeilijk gemaakt heeft". Hij hield op, en voegde er, na een oogenblik, aan toe: „Zooals de zaken staan, verwacht ik, dat ik op het een of ander oogenblik iemand zal hooren geantwoord en ook is uitgemaakt, dat „Texel aan de Zuiderzee ligt". Spr. wees verder op de groote activiteit van het Texel sche gemeentebestuur. Op voorstel van den heer Henkes, voor zitter van één der vereenigingen, werd een motie aangenomen, die aan de Tweede Kamer zal worden toegezonden, houdende verzoek te bevorderen, dat de Texelsche visschers, wierders en aanverwante bedrijven in de Zuiderzeesteunwet worden opgenomen. De heer Thijssen roemde de voortvarend heid van het gemeentebestuur van Texel, dat in verband hiermede reeds een adres naar de Tweede Kamer had gezonden. HEILOO Het electriciteitsbedrijf. Per 1 Jan. 1937 is het verlaagde electrici- teitstarief ingegaan. Dit tarief is zoodanig samengesteld, dat degenen, die electrisch koken, alle afgenomen K.W.U. voor 4 cent berekend krijgen, naast het vastrechtbedrag. Per denzelfden datum is het nachtstroom- tarief voor heet water-bereiding, enz., ver laagd van 3 op ct. per K.W.U. Hoewel het stroomverbruik voor huishou delijke doeleinden te Heiloo sedert de invoe ring van het lage vastrechttarief belangrijk is toegenomen, is het nog in ruime mate voor uitbreiding vatbaar. Een groot toepassingsgebied ligt nog open voor het electrisch koken en de electrische heetwaterbereiding. De belangstelling voor deze toepassingen der electriciteit neemt zeer toe, daar het verlaagde tarief de verge lijking met andere verwarmingsbronnen zeer goed kan doorstaan. Bovendien bezit het electrisch koken enkele karakteristieke voordeeeln als daar zijn: de zindelijkheid, de ontwikkeling van weinig waterdamp, ge bruik van weinig vet en boter, geen aan branden, smakelijker spijzen. Donderdag des middags te 2 uur en des avonds te 8 uur zal de demonstratrice van het G.E.B. een volledige maaltijd op het electrisch fornuis bereiden en op de daarbij geplaatste meter kan de belangstellende huisvrouw zelf zien, hoe weinig het elec trisch koken kost, en dat het niet duur is, zooals men nog vaak hoort beweren. Dames, die zich ernstig voor electrisch koken interesseeren, kunnen gedurende één maand een electrisch fornuis op proef krij gen, zij worden daarbij door onze demon stratrice in de geheimen der electrische kookkunst ingewijd. Mishandeling. De aannemer T. v. d. P. heeft, na eenige woordenwisseling, de 70-jarige J. K. Sn. mishandeld. De politie heeft de %aak in onderzoek. Aanrijding. Dinsdagmiddag kwam het tusschen de auto van dr. H. en de auto van den brand- stoffenhandelaar Z. tot een botsing. Hoewel beide auto's een matigen gang hadden, gle den ze door. De wagen van Z. werd inge drukt. Griep. Hoewel niet in zoo hevige mate als den afgeloopen winter, zijn hier vele gezinnen bezocht door de griep. In meerdere gezin nen zijn 2—3 personen ziek. De griep gaat gepaard met andere ziekteverschijnselen. Benoemd. Tot ambtenaar bij het G.E.B. is be noemd de heer P. re Wild. Staatkundige vraagstukken. Op initiatief van den r.k. Volksbond werd Maandagavond een openbare verga dering gehouden, waar kapelaan Ettinger uit Hillegom (oud-kapelaan der parochie) sprak over „Staatkundige vraagstukken naar diverse beginselen". Het was te ver wachten dat er voor het belangrijke onder werp en den gevierden spreker belangstelling was. De voorzitter, de heer C. P. van Zeist, opende met een woord van welkom. Wij staan, aldus kap. Ettinger, aan 'n keerpunt in de geschiedenis. De richting welke we in slaan, zal van beteekenis zijn voor de ko mende jaren. Vrijheid en Gezag. Dit begin sel moet ons doen en denken beheerschen. Gezag is noodig en onmisbaar. De anarchis ten, die den mond vol hebben van vrijheid, kunnen het gezag niet missen. In den breede behandelde spreker het standpunt Van de partijen in ons lieve vaderland. De zeggen, dat ik hem gedood heb. Iedereen weet, dat wij nooit met elkaar op hadden". Er was weer een oogenblik stilte, en toen zei Adela, op een kalmen toon: „Hilary jij en Bayard hadden toch niet bepaalde moeilijkheden met elkaar over iets?" „Neen", zei hij", opeens op een bruuske manier. „O nee! Wat bedoel je, Adela?" „Ik bedoel niets, Hilary. Ik wou alleen zekerheid, dat jullie geen moeilijkheden hadden. Je begrijpt, dat, al weet ieder, dat jullie geen vrienden waren, zij toch niets bepaalds kunnen zeggen. Geen bepaalde re den, bedoel ik, voor jouvoor jou „Voor mij, om hem dood te schieten, be doel je, geloof ik, Adela", gooide Hilary er, op een onaangenamen toon uit. Evelyn mompelde waarschuwend: „Nou, Hilary wees toch voorzichtig", en Hilary ging door: „Nee, prent je dat goed in, Adela: ik schoot hem niet dood. Ik haatte hem altijd, en je weet waarom. En hij haatte mij. Maar ik schoot hem niet dood". „Pas op, Hilary", zei Adela koeltjes. „Je gezicht is verschrikkelijk rood. Denk aan je bloeddruk". „Bloeddruk", zei Hilary. „Denk je, dat ik mij hier maar laat beschuldigen, zelfs, door jou, dat ik een mensch gedood heb? Er zijn grenzen, Adela „Hilary", zei Evelyn scherp. „Je gaat te ver. Adela is je beste vriendin, en dat weet je. En hoe dan ook misschien is er een inbreker geweest. Dat van de juweelen, dat weet je toch". (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 5