WyBERT
Het groene oog van Baa-AI.
De rexistische agitatie in België opent het
vooruitzicht van plaatselijke verkiezingen
Wijziging dienstplichtwet aangenomen.
Door het ontslag van een Kamerlid wil Degrelle
een referendum houden.
KANS VAN SLAGEN
(Van onzen correspondent.)
Brussel, 9 Maart 1937.
Leon Degrelle, de rexistische leider,
had aangekondigd, dat hij op een ver
gadering in het reusachtige Sportpaleis
een dezer dagen 'n „sensationeele mede-
deeling" zou doen. Deze mededeéling
bestond feitelijk in de bevestiging van
een gerucht dat sedert enkele dagen de
ronde deed, n.1. dat een rexistische af
gevaardigde voor Brkssel, Olivier, ont
slag zou nemen en dientengevolge,nieu
we verkiezingen moeten plaats hebben
binnen de veertig dagen.
Degrelle
Degrelle zal zelf candidaat zijn, met de be
doeling onmiddellijk na de verkiezingen,
als hij gekozen wordt, ontslag te nemen, om
dan hét zelfde spelletje te herbeginnen te
Luik en elders. Degrelle legt het er pp aan
voortdurend agitatie te verwekken en hij
heeft het hierbij niet meer zoo gemakkelijk,
omdat de zoogenaamde schandalen uitgeput
zijn en de economische- en financieele toe
stand van het land voortdurend verbeterd.
Het is bevreemdend op zijn meetings té
hooren- spreken óver hét geduld dat ten eiri-'
de is, over dé wraakroepende foestariden enz.'
Deze dingen bestaan slechts in den gëést"
van Degrelle. Doch de „Leider" moet wel
gevoelen dat zijn beweging op een - dood
punt is gekomen en op straf van heelemaat
te verwateren is hij verplicht-er den moed
in te houden door steeds nieuwe agitatie
rondom zijn politieke doeleinden. Het nieuw
ste is nu de gedeeltelijke verkiezing die hij
wil uitlokken. Het volgt in zijn propaganda
overigens de Duitsche principes van Hitlér
en zijn nationaal-socialisten: processen, ont
binding, meetings, massa-bijeenkomsten te
gen betaling, spectaculaire vertooningen. Hij
is overigens geen slecht redenaar en zijn de
magogisch geredeneer slaat bij oppervlak
kige geesten die zich over een of ander heb
ben te beklagen nogal gemakkelijk in. Dat
is onvermijdelijk.
In den laatsten tijd was zijn thesis steeds
dat het tijd werd een referendum te houden
over zijn politieken invloed. Hij beweert, dat,
de massa aan zijn zijde staat en dat de re
geering de Kamer moet ontbinden om nieu
we verkiezingen te houden. Het zou er in elk
parlementair regime nogal lief uitzien, zoo
wordt hierop geantwoord, indien elke oppo
sitie op dergelijke manier te werk ging. Hij
heeft den heer van Zeeland herhaaldelijk
op lage manier beleedigd en het voorgesteld
alsof de eerste minister rijk zou geworden
zijn door zijn politieke functies. De heer van
Zeeland heeft op de argumentatie van De
grelle in zijn laatste groote politieke rede
geantwoord en nu wil Degrelle de regeèring
min of meer dwingen den verkiezingstrijd
ie aanvaarden.
De hoofdtoon van-de reactie in de meeste
bladen, op deze houding, is dat het land niet
gediepd is door dergelijke kunstmatige po
litieke onrust en dat de regeering zich niet
mag laten manoeuvreeren door een opposi
tieleider. Het komt er op aan het parlemen
tair regime niet te laten misbruiken door
degenen die den ondergang wenschen van
de democratische vrijheden.
Het is ongetwijfeld niet bijzonder gunstig
voor den algemeen en toestand in het land
dat het voortdurend leeft in een verkie
zingsatmosfeer. Doch de parlementaire iner
tie is oorzaak dat Degrelle nu nog over het
wapen beschikt, dat hij wenscht te gebrui
ken. Inderdaad is zijn manoeuvre volstrekt
niet nieuw en men. herinnért zich de gedeel
telijke verkiezing welke reeds plaats had in
1935, te Brussel, toen de socialisten in de
oppositie zijnde, een hevige propaganda
voerden voor het Plan van den Arbeid.
Spaak, de huidige minister van buitenland-
sche zaken, toen nog extremist in zijn partij
nam ontslag om een referendum over het
socialistische programma te laten plaats
vinden. Doch intusschen ontstond een crisis,
die werd opgelost met Spaak in de regee
ring en terwijl de katholieken en liberalen
geen candidaten hadden gesteld had de ver
kiezing plaats onder algemeene onverschil
ligheid. Het eenige resultaat was een groote
nuttelooze uitgave voor de schatkist. Toen
Spaag ontslag nam om zich opnieuw can
didaat te stellen heeft men onderzocht of
het niet mogelijk was een dergelijke gedeel
telijke verkiezing, welke niet naar den geest
is van de. wet, te verhinderen. De wet voor
ziet n.1. wel dat een zetel niet onbezet mag
blijven eri dat binnen de veertig dagen nieu
we verkiezingen moeten plaats hebben in
dien de regelmatige plaatsvervangers hun
mandaat niet willen uitoefenen, doch naar
den geest is dit niet bedoeld' om dergelijke
manoeuvres toe te laten. Men heeft echter
toen ingezien, dat grondwettelijke partijen
de wet moesten eerbiedigen en de verkie
zing werd niet verhinderd. Na de rexistische
vloedgolf bij ,de jongste parlementaire ver
kiezingen en toen bleek dat de rexisten den
verkiezingstrijd permanent wilden maken,
werd naar middelen uitgezien om de desbe
treffende wettelijke bepalingen te-wijzigen.
De minister van binnerilandsche. zaken, - de
Schrijver, diende een wetsontwerp in, waar-
by dergelijke manoeuvres werden onmoge
lijk gemaakt. De redeneering is dat alleen
de Koning, volgens de grondwet het recht
heeft de Kamers te ontbinden, dat het stelsel
vanplaatsvervangers juist is uitgedacht om
gedeeltelijke verkiezingen, te vermijden,, en
dót een "minderheid niet k.ari gerechtigd zijn
zich een macht toe te eigenen dje grondwet-,
telijk slechts den Koning toekomt. Èr werd
den. ook voorzien, dat, bij ontslagneming
van een. Kamerlid en van zijn plaatsvervan
gers, slechts bij goedkeuring van de Kamers
nieuwe verkiezingen zullen kunnen plaats
hebben. Dit ontwerp werd ingediend en be
sproken in de commissie, maar nog niet be
handeld in de Kamer. Het heeft dus nog
geen kracht van wet. De Kamer heeft dus
Degrelle het wapen in de handen gelaten,
dat hij nu wil gebruiken en men zou slecht
gekomen zijn, grondwettelijk, hem nu de
uitoefening van dit recht te betwisten, ter
wijl de socialisten het in volstrekt gelijkaar
dige omstandigheden hebben, gebruikt.
De atmosfeer was vanmorgen wel,, dat de
.regeering in haast het ontwerp moest doen
goedkeuren en nadien de gedeeltelijke ver
kiezing beletten, doch het is nog de vraag of
zulks mogelijk is en te verantwoorden. Der
gelijke wetgeving kan niet met terugwer
kende kracht worden toegepast en dé rexis
ten hebben dus het voordeel van het voldon
gen feit vermits het ontslag van Olivier en
zijn plaatsvervangers op het bureau van de
Kamer is ingediend. Er gaan reeds stemmen
op om de grondwettelijke rechten niet een
zijdig te maken. Men mag dus wel aanne
men, dat de' gedeeltelijke verkiezing zal
plaats hebben. De regeering zal spoedig po
sitie kiezen, nu de heer vari Zeeland van een
korte vacantie is teruggekeerd te Brussel.
Eenzijdige politieke maatregelen tegen
Rex vinden over 't algemeen geen vurige
177. Hij scheen te begrijpen in welke ge
varen de dokter en zijn kinderen verkeer
den en met ernstige stem ried hij den
dokter zoo spoedig mogelijk Port Said te
verlaten en de steen te verkopen.
178. Met een prauw werden zij naar de
haven gebracht waar het schip lag, dat
den dokter, zijn kinderen en Hassan naar
Bombay zou brengen. Daar hoopte meneer
Bergman het Groene Oog op een behoor
lijke en voordelige manier van de hand te
doen.
v. Zeeland
voorstanders. Het beste bewijs hiervan is de
reactie die zoo pas is ontstaan, toen enkele
redacteurs van het Franschtalige rexistische
orgaan „Le Pays Réel" werden veroordeeld
om een artikel te hebben laten verschijnen,
waarin werd gezegd, dat de régeering een
tekort had van 300 milliöen,-na eerst dé mil-
liarden van het devalüatiefonds te hebben
„verspild". Dit bericht was 'valsch, maar het
werd omgeven door politiek commentaar en
volgens de grondwet was ongetwijfeld dit
feit slechts te beteugelendoor het assisen
hof. Niettemin werden de redacteurs verzon
den naar de correctioneele rechtbank, die
hen veroordeelde op grond van feitelijke re
denen die voor het eerst werden toegepast.
Niet een ervan was de-schrijver. De eene
werd verantwoordelijk gesteld als chef van
den bei'ichtendienst, de andere omdat hij bij
het artikel in de vormen had doen plaatsen,
de derde als redactiesecretaris en de vierde
omdat hij het stuk had vertaald. De procu
reur-generaal was, in appél, in eigen per
soon komen zetelen voor het Hof van Appél,
om te betoogen, dat een dergelijke redenee
ring niet was te aanvaarden, dat wel dege
lijk een persmisdrijf was gepleegd, dat on
der de juridictie viel van het assisenhof en
dat het eerste vonnis moest worden gewij
zigd. Dat waren geen gelukwenschen voor
degenen die verantwoordelijk zijn voor de
eerste proceduur
De wettelijkheid geldt voor iedereen, zelfs
voor de rexisten. Het komt er slechts op
aan de wet behoorlijk toe te passen en. met
kracht.
Intusschen stelt zich de vraag welke de
houding zal zijn van de traditioneele par
tijen ten opzichte van de in het vooruitzicht
zijnde gedeeltelijke verkiezingen te Brussel.
Meer dan waarschijnlijk zullen de groote
partijen geen candidaten stellen en zal de
verkiezing eenvoudig verwateren. Doch voor
het oppervlakkige publiek zal Degrelle dan
toch nog de mooie rol hebben van den uit
dager op wiens provocatie men niet wenscht
in te gaan, uit schrikDoch na eenigen
tijd verliezen dergelijke argumenten toch
hun waarde. De kiezers zullen, door den
last dien zij ondervinden, andermaal niet tot
sympathie voor den rexist worden bewogen
en wanneer in 1940 nieuwe verkiezingen
normaal zullen plaats hebben, zal er al heel
v/at water naar de zee zijn gevloeid. Herin
neren wy er nog aan, dat, bij de verkiezin
gen van Mei 1936 de drie grondwettelijke
partijen te zamen 64.55 t.h. van de uil ge
brachte stemmen hadden behaald, terwijl
de rexisten een stemmenaantal hadden, dat
15.77 t.h. vertegenwoordigde. Met de stem
men van de Vlaamseh-nationalisten, hun
bondgenoofen van thans, was deze verhou
ding 21.69 van hét aantal uitgebrachte stem-
PARLEMENT
Ontwerp ziekenverzorging wordt niet behandeld.
Nederlandsch schip in Spaansche
wateren opgebracht.
(Van onzen parlementairen medewerker).
De Tweede Kamer hééft gistermiddag
haar werkzaamheden hervat en het eerste
punt der agenda, wélke zij dienzelfden
middag opstelde, aangenomen.
De règeling van werkzaamheden ging
niet bijster vlot. Het ziiide dé 'Kamer niet
dat het voorstel van dén'voorzitter ook
behelsde om het" ontwerp tot regeling
van de ziekenverzórgiifg^dp de agenda te
plaatsen. -
De heeren Van'Dijk en Kupers (s.-d.)
brachten tegen -ditr voorsteh vrij we-l -gelij k-
luidënde bezwaren in,, "namelijky dat het
ontwerp door niet minder dan zes nota's
van wijzigingen, waarvan de laatste pas
j.1. Zaterdag was versch'enen, zoozeer van
karakter was veranderd; dat men' eigenlijk
van een geheel nieuw ontwerp moest
spreken. Waarbij kwam de omstandigheid,
dat een commissie van voorbereiding de
zaak met den minister had behandeld, zoo
dat de leden zelf nu kort voor de behan
deling een inzicht moesten zien te krijgen
van de materie, waarover de eerste stuk
ken reeds in Augustus 1920 waren ver
schenen, welke stukken ook pas de vorige
week aan de Tweede-Kamerleden waren
rondgedeeld. Voegt mén" daarbij de waar
schijnlijkheid, dat de Eerste Kamer het
ontwerp toch niet meer zou behandelen,
waartoe dan nog een behandeling begon
nen!
Voorzitter Aalberse- -deelde mede, dat
dé regeering het bijzonder op prijs zou
stellen, indien de Kamer dit ontwerp nog
zou willen behandelen. Het leek hem niet
juist als de Kamer eigenlijk bij 'n regeling
van werkzaamheden een beslissing over
een wetsontwerp zou, nemen. Beter ware
het, indien zij de regeering eerst in de
gelegenheid stelde haar houding te ver
dedigen: na de algemeene beschouwingen
kon zij dan. alsnog herartikel dadelijk in
stemming laten brengen en verwerpen.
De heeren van Dijk en Kupers waren
niet overtuigd en ook de heer Boon (v.b.),
die veel waardeering voor den inhoud van
het ontwerp zeide te hebben, viel den
voorzitter aan, zoodat er niet veel anders
over bleef, dan over een inmiddels inge
diend voórstel-van Dijk, om het ontwerp
niet op de agenda té plaatsen te stem
men." Met algemeene stemmen werd dit
voorstel aangenomen, zoodat de Zieken-
verzorgingswet, ook wél Ziekenfondswet
genaamd, niet op de agenda verscheen, en
daarop voorloopig niet meer zal komen.
Wijziging Dienstplichtwet.
Daarna ving de behandeling van de
wijziging van de Dienstplichtwet aan. De
inhoud daarvan komt op het volgende
neer: verlenging van den duur der eerste
oefening met 6 maanden voor de dienst
plichtigen bij de zeemacht en met 2 maan
den voor de kustwachters, die in oorlogs
tijd zullen worden ingedeeld bij - een te
vormen marinebataljon; voorts wordt de
bevoegdheid gevraagd, voor de zeemilitie
de herhalingsoefeningen bij gedeelten in
verschillende tijdvakken te doen -volbren
gen.
Wat de landmacht betreft, wordt voor
gesteld de mogelijkheid van meer dan 2
herhalingsoefeningen te scheppen. Het
ligt in de bedoeling voor het gros der
dienstplichtigen drie herhalingsoefenin
gen van 13 dagen in te voeren. Voor de
onderofficieren zal, evenals thans, elke
herhalingsoefening, 7 dagen langer kunnen
duren. De dienstplichtigen, die ingedeeld
worden bij formaties,-die als grensdekking
dienst zullen doen, zullen eenige malen
voor een paar dagen moeten opkomen in
vervanging van een derde herhalingsoefe
ning van 13 dagen.
In verband met de voorbereiding van
een eerlang in te dienen wetsontwerp tot
verhooging van de lichtingsterkte, wordt
voorgesteld, eenige belemmeringen weg
te nemen, welke men in verband met
reeds verleende vrijstellingen wegens
broederdienst aanwezig zou kunnen ach
ten. Thans wordt een bepaling voorge
steld, die beoogt, aan vrijstellingen we
gens broederdienst, reeds verleend voor
de lichting 1938 én alsnog te verleenen
voor. delichting 1939, in afwachting van:
een uadere wettelijke voorziening1- eën
sle'chfs voorloopig karakter te geveh.
Hét debat daarover'Kad"t'Jéigénlijk niet
veel te beteekënen, omdat er maar weinig
tegenstand was en er eigenlijk meer ge
sprokén is over dingen, die er niet in
stonden
Een nieuwe noot was de mededeeling
der sociaal-democraten dat het grootste
deel der fractie vóór zou stemmen, een
verklaring welke men na het congres van
een goede week geleden mocht verwach
ten. De heer K. ter Laan lichte het gewij
zigde sociaal-democratische standpunt toe.
Na hetgeen er bij het congres over het mi
litaire vraagstuk was gezegd, kon er van
dezen spreker geen nieuws worden ver
wacht. Hij deelde dan mede, dat de s. d.
a. p. de landsverdediging als noodzakelijk
aanvaardt, hetgeen echter nog niet betee-
ken-t, dat alle voorstellen van de régeering
ten aanzien van de defensie zullen Worden
goedgekeurd. Deze zullen alle naar hun
merites worden beoordeeld; of zy noo-
dig én mogelijk zijn. De thans aangeboden
voorstellen konden als noodig worden
aanvaard en daarom zou het gros der
fractie zich daartegen niet verzetten, ook
niet tegen de derde herhalingsoefening,
welke door een verkorting voor elke pe
riode aanvaardbaarder was geworden,
terwijl de regeering er ook ernstig naar
streeft, om ontslag van dienstplichtigen
uit hun. burgerbetrekkingen zooveel mo
gelijk te voorkomen.
Het betoog van den vrijz.-democraat
Schilthuis sloot zich wat het laatste punt
betreft bij dat van den heer ter Laan aan.
Hij verheugde zich er over, dat de minis
ter de zaak door een commissie liet onder
zoeken, wier rapport wordt ingewacht.
De heeren van de Bilt (r.k.), Tilanus
(c.h.), van Dyk (a.r.) bleken het geheel
met de regeeririg eens te zijn, ook wat be
treft haar bedoêling om een bemande
materieel-reserve voor de vloot in Neder
land aan te houden, waarmee men hier
personeel kan opleiden, oefenen, korte
reizen maken voor vlagvertoon enz. Het
„over en weer dienen", hier en in de Oost,
wordt door dezen maatregel vergemakke
lijkt, terwijl men de manschappen op de
goedkoopste manier met het materieel,
dat voor een „goede beurt" en moderni
seering naar Nederland komt, kan mee
sturen. Zooals het nu met den kruiser
„Java" het geval is.
De opleiding wordt daardoor financieel
goedkooper en moreel is het ook beter
dat punt bracht de heer Tilanus den in de
contramine zijnden heer Schaepman (r.k.)
eveneens onder het oog dat de jongelui
in hun eersten oefentijd nog een beetje
onder de controle van thuis zitten. De
heer Schaepman had betoogd, dat 't aan
houden van een bemande reserve in ons
land in tijd van oorlog in het Oosten wel
eens zou kunnen maken, dat te laat hulp
wordt gebracht. Door een en ander zou z.1.
het vlootplan - 1930 geweld worden aan
gedaan.
De heer ter Laan had eenige bedenkin
gen (uit hoofde van aantasting van ver-
Thans ook
met menthol-smaakl
kregen rechten) tegen de voorloopige
vrijstelling van dienstplichtigen, wegens
broederdienst; hij had trouwens ook een
amendement daaromtrent ingediend ten
einde die bepaling voor de menschen van
de lichting 1938 niet te laten doorgaan.
Nadat de minister van defensie a.i., dr.
Colijn, had verklaard dat door aanneming
van zijn voorstel in het geheel niet voor-
uitgeloopen werd op een nader in te die
nen ontwerp betreffende vergrooting van
het contingent, werd het amendement-ter
Laan met 46 tegen. 17 stemmen verworpen.
De vóórstemmers waren de sociaal-de
mocraten en de eenige aanwezige commu
nist Wijnkoop, die tevoren een loflied pp
de democratie en een prachtige weer
macht ter verdediging van deze had ge
zongen. Men zou zoo verwacht hebben, dat
hij daarna zijn stem vóór het wetsontwerp
zou hebben gemotiveerd, maar „niks
hoor": zoolang zijn inziens nog het gevaar
bestond, dat dreigde van fascistische offi
cieren in het leger en bij de vloot, zoolang
die er nog niet uit waren en zoolang de
regeering nog niet democratisch was (in
Wijnkoopiaanschen zin natuurlijk), zoo
lang zouden de communisten het leger
niet vertrouwen. Dat hij terloops opmerk
te, dat ook gevaar van binnenuit dreigde,
namelijk van de volgelingen van Mussert,
„die klaar staan om den buitenlandschen'
vijand te dienen", was in het geheel niet
naar den zin van den heer Westerman
(ex-nat. herstel), die tegen deze „insinu
atie" krachtig protesteerde.
Minister Colijn had het niet moeilijk, zoo
als men wel gezien zal hebben. Hij deelde
mede, dat met zijn ambtgenoot van justitie
overleg was geopend over de vraag, of een
wettelijke regeling uitkomst kan bieden
tegen het ontslag aan dienstplichtigen, die
voor herhalingsoefeningen opkomen.'
Hij stelde vervolgens in het licht, ook
tegenover den heer Drop (s.d.) die nog
eenige weifeling toonde, dat hetgeen thans
werd gevraagd absoluut noodig was, geheel
afgezien van wat verder nog zal moeten
worden voorgesteld. Voor een voldoende
hier aanwezige reserve voor de passieve
kustverdediging zou de verlenging van den
dienstplicht al noodig zijn,.indien de geheele
vloot 'naar.de Oost-was..
De ministér.maakte, "er'dén he'erSchaeprmm
eenigszins een grief van, dat hij er de Statën-
Generaa], over zou willen laten oordeelen,
waar een zeker gedeelte van de vloot moet
worden gebruikt. Dat was er geheel naast,
volgens den minister. Zeker, de Staten-
Generaal moeten de gelden toestaan, kunnen
daarbij óok invloed uitoefenen op het aan te
schaffen materiaal, maar, wanneer de
schepen eenmaal ter beschikking van de
regeering zijn gesteld, bepaalt de regeering,
waar deze het nuttigst kunnen worden aan
gewend.
Schip opgebracht.
En toen kwam dr. Colijn tot het afleggen
van eën verklaring, die weliswaar geen op
schudding in de Kamer bracht, maar die toch
op zich zelf eenigszins sensationeel was.
„Om een voorbeeld te noemen, zeide dr*
Colijn, aanknoopend bij zijn laatst genoemde
verweer, de regeering kreeg heden bericht,
dat een Nederlandsch schip, geladen met
sinaasappelen, door schepen van de zeemacht
van generaal Franco was aangehouden en
opgebracht naar Ceuta, waar de lading
moest worden gelost. Dit is voor mij aan
leiding geweest, aan den commandant van
den kruiser „Java", welke op weg is naar
Nederland, telegrafisch te verzoeken, opa
zijn reis te bespoedigen, teneinde in de
Straat van Gibraltar eenigen tijd te patrouil
leeren en eventueel Nederlandsche schepen
te convoyeeren".
Een beslissing als deze, wilde de minister
maar zeggen, moet door de regeering worden
genomen.
Nadat het amendement-ter Laan was ver
worpen, werd de. wijziging van de Dienst
plichtwet z.h.s. aangenomen, waarbij mevr.
de VriesBruins (s.d.) en de heeren van
Zadelhoff (s.d.) én Wijnkoop (c.p.) aantee-
kening verzochten van geacht te willen
worden te hebben tegengestemd. Mevr. de
Vries nü verklaarde vóór de stemming, dat
zij in-het voorstel van wet een versterking
van de- bewapening zag, welke zij (blijkens
de houding van de minderheid op het
S. D. A. P.-congres) niet aanvaarden kan,
mèt haar fractiegenoot van Zadelhoff.
EERSTE KAMER.
Voor- en tegenstanders van
ordening.
Aan de overzijde van het besneeuwde
Binnenhof wat lag het daar mooi gister
middag onder die witte vacht! behandelde
de senaat de begrooting van Handel, Nijver
heid en Scheepvaart. De ordening yan het
bedrijf nam een groot deel van de discussie
in beslag; vooral de eerste spreker, de heer
d la Bella (s.d.) had er veel over te ver
tellen. Hij constateerde, dat de sociaal
democratische opvattingen van de ordening,
die van de katholieken èn anti-revolution-
nairen elkaar zoozeer zijn gaan naderen, dat
er nog alleen maar over een verschil van
tempo kan worden gesproken, en niét van
principe.
De heer Ter Haar (c.h.) en de heer Gel
derman (v.b.) daarentegen verwachtten niet
veel goeds van de ordening van het bedrijft-