Een bonte agenda voor de Tweede Kamer. 1 APRIL KWARTAAL-ABONNEMENT ïBiiwenlatid PARLEMEM Wijziging lager onderwijswet. gaat het nieuwe kwartaal in. Indien U thans een neemt, ontvangt U alle nummers vóór 1 April GRATIS. HET VERKEERSFONDS IN DE EERSTE KAMER. XVan onzen parlementairen medewerker). De agenda der Tweede Kamer is gister middag wederom aangevuld met eenige wetsontwerpen, o.a. dat betreffende een betere verdeeling van- den beschikbaren arbeid en het voorstel-K. ter Laan be treffende een geldelijke uitkeering aan de mobilisatie-slachtoffers. Het is niet zonder eenigen tegenstand gegaan. De heer Duy- maer van Twist (a.r.) verzette zich tegen het nog behandelen van het voorstel-ter Laan, mevr. de VriesBruins (s.d.) tegen behandeling ter elfder ure van het eerst genoemde ontwerp. Het slot van de dis cussie was echter dat de voorzitter, prof. Aalberse, toch zijn zin kreeg met zijn be roep op de wenschelijkheid, om alle ont werpen die in staat van wijzen zijn, nog af te doen voordat de Kamer naar huis gaat. In verband met de uitgebreide agenda werd tevens besloten om Vrijdag (heden) 's morgens om 11 uur al te beginnen. Collectieve arbeidscontracten. De Kamér is gisteren met de behande ling van de artikelen van het ontwerp tot het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten gereed gekomen. Het ontwerp werd nog al wat, hoewel niet ingrijpend, gewijzigd, zoodat besloten werd een tweede lezing te houden, welke heden zou plaats hebben. In verband met de plaatsruimte en de vele behandelde onderwerpen zullen we ons beperken tot een opsomming van de aangenomen of overgenomen amendemen ten. Verscheidene werden, na taai verzet soms, door de voorstellers ingetrokken. Minister Slingenberg nam een amende ment-Kuiper (r.k.) over, om den be- drijsfraad bevoegd'te verklaren nietigver klaring aan te vragen van bedingen, die met verbindend verklaarde bepalingen in strijd zijn, voort 'n amendement-Smeenk (b.r.) betreffende het aanvragen van schadevergoeding door den bedrijfsraad. Bij zitten en opstaan keurde dé Kamer met groote meerderheid goed een amende ment-Kuiper om den minister aangaande een eerste verbindendverklaring het ad vies van den Hoogen Raad van Arbeid te doen inwinnen. Door een regeeringswijziging, welke een nieuw art. 9a opleverde, wordt de controle op de naleving van verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten opge dragen aan de arbeidsinspectie, welke de minister de meest daarvoor aangewezen instantie achtte, beter dan de bedrijfs- raden, zooals de heeren Smeenk (a.r.) en Kupers (s.d.) hadden gewild. Amende menten in die richting werden door den minister afgewezen. Zijn bezwaren daar tegen waren „onoverkomenlijk", zoodit de amendementen verdwenen. Artikel 8 betreffende de onverbindend verklaring en een daarmede samenhan gend volgend artikel bezorgden minister Slingenberg nog wat moeilijkheden. De daarop ingediende amendement wer den of ingetrokken öf verworpen en het aangevochten art. 8 werd met 4722 stemmen aangenomen, waarbij tegenstem den de soc.-dem. en dc heeren Arts (k.d.p.), Wijnkoop (comm.), van Houten (c.d.u.) en Sneevliet (rev.soc.) Gelijk gezegd werd de eindstemming tot heden aangehouden. Verschillende wetsontwerpen. Toen kwam de Kamer tot een aantal agendapunten van uiteenloopenden aard. Allereerst een wijziging van art. 134 van de Pensioenwet, waarmede de regeering herstellen wil een onbillijkheid, door een uitspraak van den Pensioenraad gescha pen, tengevolge waarvan een aantal amb tenaren hoofdzakelijk onderwijzers ouden diensttijd zonder inkoop van pen sioen voor pensioen kunnen doen mede tellen. De heer Suring (r.k.) had het juister gevonden indien de regeering van de be slissing van den Pensioenraad in hooger beroep was gekomen bij den Centralen Raad en het resultaat van de procedure had afgewacht. Hij oordeelde evenwel de beslissing van den Pensioenraad eveneens onbillijk en zou zich bij het ontwerp neer leggen. Dit werd z. h. s. goedgekeurd. Op een aanvullende begrooting van bin- nenlandsche zaken komt een post voor ten behoeve van de huisvestiging van de pro vinciale griffie en voor den aankoop en inrichting van een nieuwe ambtswoning voor den commissaris der koningin in Noordholland. Er was in de Kamer giste ren een vrij sterke strooming tegen de uitgaven voor de bedoelde ambtswoning, die 84.500 beloopen. De heeren v. d. Bilt (r.k.) en Joekes (v.d.) gaven uiting aan die ontstemming, •waarbij eerstgenoemde betoogde dat er 'n goede officieele ambtswoning is, een waar paleis en er op wees dat de huur en de aankoop van het nieuw in te richten huis den Staat op te hooge kosten zou jagen. Mr. Joekes uitte zich in gelijken zin. De heer Wendelaar (v.b.) verklaarde door de motivéering van minister de Wilde overtuigd te zijn. Deze had nl. be toogd, dat er indertijd onder hoogen druk, o.a. in verband met het vertrek van den commissaris, moest worden beslist. Hij wees erop, dat de keus van commissaris sen der koningin wel zeer beperkt wordt, omdat alleen zeer rijke menschen zich het dure wonen in die groote ambtswoningen, ware paleizens soms, kunnen veroorloven. Van een salaris van 8500 alléén, waar van hooge belastingen en allerlei kosten, die ambtsverplichtingen medebrengen, af moeten, komt zoo'n functionnaris er niet. Een beslissing over het ontwerp kon nog niet worden genomen. De heer v. d. Bilt diende een amendement in, om den post met 84.500 te verminderen. Vandaag zou daarover worden gestem Een paar naturalisatie-ontwerpen gaf den heeren Hermans (r.k.) en K. ter Laan (s.d.) aanleiding er bij minister van Schaik op aan te dringen dat hij de voor bereiding van naturalisaties zou bekorten en ook overwegen, de kosten (die ge woonlijk 200 bedragen) te verlagen. De minister kon het laatste niet beloven, omdat die kosten een zekere waarborg scheppen, dat wij ons geen armlastigen op den hals halen. Wat het eerstgenoemde punt aangaat, verklaarde hij versterking van de desbe treffende afdeeling aan zijn departement te zullen bevorderen. „Nationaal Luchtvaartlaboratorium". In de avondvergadering werd een kleine twee uren zoek gebracht met de behande ling van het wetsontwerp tot omzetting van den Rijksstudiedienst voor de Lucht vaart in een stichting: „Nationaal Lucht vaartlaboratorium", waartoe zes departe menten, de vliegtuigbouwers, de K. L. M., de K. N. I. L. M. en de Kon. Ned. Ver. voor Luchtvaart medewerken. Het doel ervan is onderzoekingen en proefnemingen doen op luchtvaartgebied; adviezen geven aan regeeringslichamen en particulieren; medewerking verleenen aan overheidscontrole op de luchtwaardigheid van luchtvaartuigen. Er waren niet veel bezwaren tegen dit ontwerp. De heer van Braambeek (s.d.) had er van formeelen aard, maar vond het ook onjuist dat de keuring aan een apart lichaam zal worden opgedragen, terwijl hij eveneens wat beducht was voor een mogelijke overheersching van particuliere belangen. Bezwaren die voor een deel door den heer Schaepman (r.k.) werden onderschreven, die ook nog bedenkingen had, verband houdende met defensiebelan- gen. De heeren Wendelaar (v.b.) en Kortenhorst (r.k.) hadden evenwel zoo veel ten gunste van het ontwerp, dat aan den chaos op luchtvaartgebied een einde maakt, aan te voeren, dat min. v. Lidth de Jeude het zich gemakkelijk kon maken. Hij betoogde tegenover den heer Schaep man dat de splitsing tusschen „research work" en controle ook in Engeland, Ame rika, Duitschland en Zwitserland wordt gevonden. Het ontwerp werd z. h. s. goedgekeurd. Tegengaan van lintbebouwing. Zonder discussie en z. h. s. werd aan vaard het nieuwe ontwerp tot het tegen gaan van lintbebouwing, dat een wijziging is van het destijds door de Eerste Kamer verworpen voorstel. De-minister is aan een aantal concrete bezwaren ten aanzien van bestaande rech ten (bijv. wat de „uitwegen" betreft) te gemoet gekomen. Concentratie van scholen. Daarna was de Kamer toe aan twee wetsontwerpen tot wijziging van de L. O.- wet. Een ontwerp betrof hoofdzakelijk een groot aantal voorstellen van technischen aard en een aantal van wat meer beteeke- nis doch overgenomen uit het ontwerp- Terpstra waarover men 't in den loop der jaren eens is geworden. Er wordt o.a. de mogelijkheid geboden op de lagere school Friesch te leeren; minder royaliteit wordt betracht ten aanzien van het ver voer van kinderen naar de scholen, het geen vooral voor het platteland van be- teekenis is; in gemeenten waar oudercom missies zijn, kan een ouderraad worden gesticht. Het tweede vetsontwerp behelsde de nadere voorschriften inzake beperking van de stichting van scholen (het z.g. con centratie-ontwerp), waai over een com missie uit de Kamer het eens was ge worden. Verscheidene sprekers zijn heden aan 't woord geweest. Vrijwel allen hadden zij waardeering voor het bereikte resultaat en toegejuicht werd dat voor beide groepen van scholen, openbare zoowel als bijzon dere, dezelfde uniforme normen zullen gelden. Mevr. Bakker—Nort (v.d.) sprak haar vreugde erover uit, dat de openbare school als „vluchtheuvel" haar plaats in de 1. o. behouden heeft. Zij achtte opheffing van scholen pas gemotiveerd, wanneer dit tot werkelijke bezuiniging leidt. Het betoog van den heer K. ter Laan (s.d.) liep hiermede parallel. Hij verklaar de dat het „vluchtheuvelartikel" voor zijn fractie van overwegende beteekenis was. Hij betreurde het slechts, dat de minister met betrekking tot de stichting van scho len in nieuwe stadswijken zich weinig stellig had uitgelaten; deze afgevaardigde oordeelde dat de scholen' er al moesten zijn, wanneer de bewoners komen. Van de toepassing der wet zou overi gens alles afhangen. Een ander geluid liet de heer Vervoorn (plattel.) hooren. Deze voorspelde, dat er weinig bijzondere scholen zouden worden opgeheven en dat de opheffing der open bare scholen zou doorgaan. De heer Thijssen (s.d.) had liever een algeheele herziening der L.O.-wet ge- wenscht en toornde tegen de aanstelling van kweekelingen met akte met volle verantwoordelijkheid, doch met onvol- 1 doende salarissen in den Haag; dat is geen toepassing van de LiO.wét, meende hij. De heer van Dis (s.g.p.) kon zich met verschillende technische wijzigingen ver eenigen, doch betwijfelde of het concen tratie-ontwerp weheenige bezuiniging zou brengen. Had de'minister maar eens ge dacht aan Verlaging der salarissen van den onderwijzers-kloosterlingen!" riep hij uit. Hij vreesde dat de openbare scholen in overwegend Roomsche streken de dupe van het ontwerp zullen wórden. Daarom wist hij nog niet of zijn fractie vóór zou kunnen stemmen. Een juichtoon over het onderwijs in 't Friesch kwam uit den mond des heeren van Houten (c.d.u.) die geloofde dat dit een versterking voor 't leeren van- Neder- landsch op de scholen in Friesland zou blijken. Hij bepleitte voorts een regeling van het ziekteverlof voor de onderwijzers die meer aansluit bij die voor de ambte naren. Op eenigszins feilen toon verwierp de heer Suring (r.k.) de door sommige leden geuite beduchtheid, dat de concentratie regeling niet behoorlijk zou worden toege past. Dat het „vluchtheuvelartikel" is ge handhaafd, is niet meer dan natuurlijk, aangezien anders de grondwet had moeten zijn gewijzigd. Deze afgevaardigde ver oordeelde het antieke standpunt, waarop de heer Vervoorn zich=h>ad geplaatst. Des gelijks deed de heer:Zijlstra (a.r.), die overigens er op wees, .-dat een groot aan tal openbare scholen reeds was opgeheven, voordat minister Marchant optrad en dat de concentratie bij het openbaar onderwijs al vroeger aan den gang was. De vrijheid van richting moet ten allen tijde worden gehandhaafd. Om half één kwam de minister aan 't WOOrd. :r Op zijn rede komen we morgen terug. EERSTE KAMER. Behandelt Waterstaat. De Senaat heeft gisteren de waterstaats- begrooting behandeld en tot een goed einde gebracht, maar eveneens de andere begrootingen, waarbij minister van Lidth de Jeude is betrokken, „.afgewerkt"; nl. de begrooting van het Verkeersfonds, bet Zuiderzeefonds en vab het Staatsvisschers- havenbedrijf te IJmuïden. Voor verbetering van den waterstaatstoe stand in noordwestelijk Noordbrabant werd gepleit door dé jïeeren van Lan- schot (r.k.), de Savornin Lohman (c.h.) èn Van "Sassé van IJsièlt (r.k.) De eerste en dé derde van dit drietal drongen ër op aan, dat in de verbéterde Maas de water stand in den winter wat zal worden op gevoerd, opdat aan de uiterwaarden het vruchtbare overstroomingsslib niet zal worden onthouden. De Limburgers mr. Janssen (r.k.) en de Marchant et d'Ansembourg (n.s.b.) vroe ger meer afdoende maatregelen tegen wa terverontreiniging in "Limburg. Eerstge noemde deed nog een goed woord voor de verbetering van de mijhwerkerspensioenen en verkorting van den werktijd, welke de heer de la Bella (s.d.) op 40 uur zou wil len zien gesteld. De heer d'Ansembourg - die grootere voortvarendheid bepleitte met den wegen aanleg herhaalde hier zijn klacht over bemoeiingen der mijndirecties met de politieke gezindheid van het personeel der mijnen. Nadat de heer Michiels van Kessenich (r.k.) den heer d'Ansembourg had voor gehouden, dat deze de schade door de waterverontreinigingsterk overdreven had, was 't woord aan minister van Lidth de Jeude, ter verdediging van de water- staatsbegrooting. Hij zette uiteen, dat er tegen kunstma tige bevloeiïng langs de Maas overwegen de bezwaren bestaan. Het rapport van den Provincialen Waterstaat over den water staatstoestand in N.W.-Nobrdbrabant was nog -in studie, zoodat- -hij zich daarover niet kon uitlaten. Sociale overwegingen pleiten voor werktijdverkorting in - de mijnindustrie, doch economische overwegingen verzetten zich ertegen. Wat de pensioenen betreft, wilde de minister het voorloopig laten bij de ïetds aangebrachte verbeteringen. Met zijn college van sociale zaken wilde hij nog wel eens praten over de waterver ontreiniging. Hij bleef erbij, dat op de terreinen van de staatsmijnen geen plaats is v oorpolitieke actie. Daarna werd de waierstaatsbegrooting z. h. s. goedgekeurd. Verkeersfonds. Bij de begrooting van het Verkeersfonds werden tal van wenschen geuit. Zoo be pleitte dé heer van Rappard (v.b.) een verbod van het schenken van alcohol aan chauffeurs, en voor wielrijders om met meer dan twee naast elkaar te rijden, ge lijk 't reeds in sommige gemeente-ver ordeningen bestaat. De heër ter Haar (c.h.) drong op snelle uitvoering van het wegènplan aan, waar bij dé primaire wegen de voorkeur moeten hebben. Verder wenschte hij verlaging van las ten op het motorverkèer. Evenals de heer van Rappard wenscht di heer ter Haar dat verbaliseerende verkeerspolitie in uniform zou zijn gekleed. De heeren Nivard (r.k.) en Moltmaker (s.d.) waren ongerust over den bedenke- lijken toestand van het Spoorwegpensioen fonds, waarvoor een oplossing moet wor den gevonden. De minister zou heden antwoorden. A.N.W.B.-hotelbons. Een nieuw plan voor de.i toerist. De toerist, die de bekoring, wil ondergaan van een zwerftocht door ons land, hetzij per auto, te voet, op de fiets, met zijn motor^ rijwiel te paard of te water, zonder een be paald doel en zonder vooraf te bepalen, waar hij onderweg zal pleisteren of nachtverblijf zoeken, was tot dusver vrij duur uit, wan neer hij althans geen tent en kampeergerei mee 'óp reis nam. Wanneer hij gebruik wil maken van voor- deelige hotelaanbiedingen, gebaseerd op pension-tarief, is hij gebonden aan een ver blijf van minstens drie of vijf dagen en moet hij zorgen vóór diner tijd weer in zijn hotel te zijn. Hij mist dan zijn bewegings vrijheid en de charme van het zwerven, al naar zijn luim het hem ingeeft, zonder voor af te weten waar hij zijn maaltijden zal ge bruiken en aan het einde van den zwerfdag zijn vermoeide leden zal uitstrekken. In die moeilijkheid wil nu de Kon. Ned. Toeristenbond A. N. W. B. voorzien, die in overleg en in samenwerking met H.O.R.E. C.A.F. een plan heeft uitgewerkt, tot de uit gifte van A. N. W. B.-hotelbons, welk plan tegen den aanstaanden zomer tot uitvoe ring zal komen. Het systeem komt hierop neer, dat dë hotels zich op het standpunt stellen, aan den zwervenden toerist niet meer dan den pensionprijs in rekening te brengen, waar tegenover deze zich varplicht, zoowel zijn lunch als diner en logies te nemen in één der aangesloten hotels. Een onderlinge samen werking dus, welke den toerist de volle, ge- wenschte bewegingsvrijheid laat. De hotels worden ingedeeld in een aantal prijsklassen, alle kenbaar aan een gevel- bordje van verschillende kleur. De toerist koopt bij den A. N. W. B. dagbons voor een bepaalden prijs per dag, welke bons bestaan uit drie deelen, voor lunch, diner en logies en elk van deze drie gedeelten is geldig in onverschillig welk hotel van die prijsklasse. De prijs van den dagbon stemt overeen met dep pensionprijs van die hotelklasse, inclu sief de bediening, fooi en omzetbelasting zijn er dus inbegrepen. Het groote voordeel van dit systeem voor den toerist is, dat hij niet gebonden is aan een vooraf bepaald traject, maar dat hij zijn vrijheid van beweging behoudt en toch niet meer per dag uitgeeft, alles bij elkaar, dan wanneer hij in pension in een hotel logeerde. Bovendien weet hij, welk bedrag hij per dag zal besteden en heeft hij de zekerheid, niet boven zijn. budget te zullen gaan, daar immers bij het koopen van de bons de hoofduitgaven reeds vooraf vóór zijn vertrek van huis, zijn betaald. Er zijn toeslagbons (van een kwartje) verkrijgbaar, indien men, eenmaal onderweg, eventueel van een hoogere prijsklasse gebruik wil maken. Er zijn meer dan een half dozijn prijs klassen ingesteld, zoodat rekening is gehou den met alle beurzen. De bons hebben een ruim geldigheidsduur en bovendien, kunnen ongebruikte bons weer bij den A, N. W. B. ingewisseld worden. Het plan heeft bij Je hotelhouders in ons land instemming gevonden. Vele- honderden hotels, zoowel op het platteland als in de steden, hebben zich reeds bij het plan aan gesloten, zoodat men in den aanstaanden zomer deze nieuwe A. N. W. B.-bons als universeel betalingsmiddel in. het heele land zal kunnen gebruiken. Aan de bevordering van het toerisme in het eigen land zal het nieuwe systeem on getwijfeld ten goede kunnen komen. VEEHANDELAAR TE APELDOORN VERMIST. Ongeluk of misdrijf? Te Loenen, gem. Apeldoorn, wordt sedert Woensdagmorgen de veehande laar A. Eikendal vermist. E. is dien morgen per rijwiel naar de Paaschveetentoonstelling te Apeldoorn gereden om vee te verkoopen. Hij moet 's avonds met een groot bedrag aan geld éveneens per rijwiel den terugweg naar Loenen aanvaard hebben. Toen hij Woensdagnacht laat nog niet in zijn wo ning teruggekeerd was, waarschuwde men de politie. Op den weg langs het Apeldoornsch- Dierensche kanaal werd Donderdagmor gen vroeg ter hoogte van de Kalkzand- steenfabriek „Alba" het rijwiel van E. gevonden. Eveneens ontdekte men 'op den berm langs het Kanaal zijn jas, waarin zich 'n leege portefeuille bevond. Op vermoeden van misdrijf heeft de politie van Apeldoorn in samenwerking met die van Loenen den geheelen Don derdag gedregd, echter zonder resultaat. Omtrent de vermissing tast men nog in het duister. HET VERBLIJF VAN HET PRINSELIJK PAAR TE MITTERSILL. Het prinselijk paar zal vermoedelijk Maandag a.s. van kasteel Mittersill nabij Weenen vertrekken. NOOD IN BAKKERSBEDRIJF. Telegram aan den minister. De Nederlandsche bakkersorganisaties en de coöperatieve vereenigingen deelen me de, dat zij zich telegrafisch gewend hebben tot den minister van landbouw en vissche- rij, met het verzoek de op het graan druk-, kende rechten te willen verlagen, daar ten gevolge van de voortdurende stijging der graanprijzen de bloemprijzen den laatsten tijd ten sterkste zijn gestegen, met het ge volg, dat de nood in de bakkerij voortdu rend toeneemt, aangezien de broodprijzen heden te laag zijn in verhouding tot de gel dende bloemprijzen, terwijl de bevolking een stijging der broodprijzen niet meer zal kunnen verdragen. DE WOEKERPLANTEN IN NEDERLANDS FINANCIEELE TUINEN. Vragen aan den minister gesteld. Het Tweede-Kamerlid Vos (lib.) heeft aan den minister van justitie de volgende vragen gesteld: 1. Heeft de minister kennis genomen van de zitting van de rechtbank te Amsterdam, waarin de officier van justitie gewaagde van het optreden der justitie tegen „de woeker planten in Neerlands financiëele tuinen", klaarblijkelijk doelende op een publicatie onder den tiel, waarin eenige honderden gevallen van financiëele practijken van verdachte allooi worden vermeld? 2. Heeft de minister kennis genomen van deze publicatie? 3. Is de minister niet van oordeel, dat door practijken van dezen aard groote finan ciëele en moreëlè schade wordt toegebracht aan de slachtoffers? 4. Is de minister niet van gevoelen, dat het aanzien van ons land wordt geschaad door de omstandigheid, dat deze financiëele operaties zich somtijds tot buiten de grenzen van ons land uitstrekken? 5. Acht de minister het niet ge wenscht, dat wettelijke maatregelen worden voorbereid, om aan deze en soortgelijke practijken een einde te maken, nu blijkt, dat de justitie, die van goeden wille is, in vele gevallen in de bestaande wetgeving niet voldoende wapenen vindt om met succes in te grij pen? 6. Heeft de minister kennis genomen van de omstandigheid, dat de Engelsche regee ring van zins is, door een strenge, ver scherpte,. wetgeving, het bestaan daar te lande van z.g. Bucketshops onmogelijk te maken? 7. Is het den minister bekend, dat in de Ver. Staten van Noord-Amerika het ver zenden van animeer-berichten door z.g. Bucketshops en soortgelijke kantoren over de post verboden is? 8. Wil de minister zoo noodig, de totstand koming bevorderen van een wijziging in hei Wetboek van Strafrecht, waardoor, het mo gelijk zal worden, meer doeftreffend, zoowel preventief als repressief, tegen de bedrijvers van mala-fide practijken op het in deze vragen bedoelde gebied op te treden? ANTENNE-MASTEN OPGEBLAZEN. Groote belangstelling voor een niet ongevaarlijk werk te Huizen. De twee ongeveer 60 M. hooge zend masten van de H.D.O. te Huizen, welke nog als herinnering aan den glorietijd 'van dezen omroep nabij het IJselmeer stonden, zijn gistermiddag door de Genie te Utrecht opgeblazen. De belangstelling voor dit niet onge vaarlijke werk was bijzonder groot niet alleen van de zijde der Huizer bevolking, doch ook uit de omliggende plaatsen. De nieuwsgierigen werden echter op .behoorlijken afstand gehouden. Op het terrein waren o.m. aanwezig overste D. v. d. Berg, commandant eerste bataljon der genietroepen, kolonel W. N. Becking, majoor C. Mattern en luitenant van Heerden. Reeds, gistermorgen was de springstof in de. masten aangebracht, "dóch het was reeds middagé'eri tot opblazing kon wof- den overgegaan. Toen om ongeveer kwart voor één de lont ontstoken was en de talrijke toeschou wers in spanning op den hevigen knal wachtten, bleek er aanvankelijk niets te gebeuren.. Luitenant van Heerden ging daarop, na den voorgeschreven wachttijd te hebben laten passeeren, eens kijken wat de oor zaak was. B(j de lont gekomen zag hij echter dat het omhulsel van de lont nog brandde en nog slechts 10 c.M. van de gevaarlijke la ding af was. Veiligheidshalve sneed hij de verbin ding door en snelde weg. Eenige oogenblikken later werd een nieuwe lont aangebracht en nu had men meer succes. Er klonk een donderende slag, welke den grond deed trillen, men zag eenige vuurstralen en met eep daverenden slag sloeg een der masten tegen den grond. Met den mast bleken tevens eenige be tonnen voeten waarop hij steunde uit den grond te zijn gerukt. Van 'n woning aan de Ha zenstraat braken eenige ruiten. In den middag werd de tweede mast op geblazen terwijl men heden de andere betonnen voeten en de bokken in de lucht zal laten vliegen. DE TIJDREGELING. Verzoek om één en denzelfden maatstaf. De minister van binnenlandsche zaken heeft het volgende schrijven aan de ge meentebesturen gezonden: In de hier te lande geldende wettelijke voorschriften ter zake van de tijdregeling, met name de wet van 23 Juli 1908 en het- Kon. besluit van 7 November 1908 is niet aangegeven, volgens welken meridiaan de middelbare zomertijd van Amsterdam moet worden bepaald. Eenerzijds neemt de practijk aan een tijd, berekend op 20 mi nuten verschil mét den tijd volgens den meridiaan van Greenwich, anderzijds richt zij zich naar een tijd, bepaald vólgens den z.g. meridiaan van den Westertoren te Am sterdam. Deze twee methoden van tij'dbe- paling vertoonen eèn verschil van rond 28 seconden. Het is in het belang van handel, verkeer en wetenschap, dat de tijdsbepaling alom geschiedt naar één en denzelfden maatstaf. De regeering dóet bij dezen een beroep op allen, die op eenigerlei wijze betrokken zijn bij het aangeven van den juisten tijd en noodigt hén uit, voortaan uitsluitend te willen toepassen de methode van tijdbere- kening volgens-den meridiaan, welke gele gen is precies 5 gradén ten oosten van dien van Greenwich. Aldus zal de gewerischte volledige gelijk heid in de tijdberekening hier te lande kun nen worden verkregen. Voorgesteld wordt, de algemeene toepas sing van deze methode te doen aanvangen op 1 Juli 1937, zulks met het oog op de berichtgeving van eventueele wijziging aan schepen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 10