GEMEENTERAAD VAN ALKMAAR.
MET HUIS
MYSTERIES
ALKMAARSCHE COURANT van VRIJDAG 19 MAART 1937
De wik- en weegloonen tot 4 cent
per 20 K.G. verlaagd.
Reorganisatie van
Gemeentewerken.
Verhuring proeftuin.
Om 3 uur heropende de voorzitter de zit
ting en werd besloten den proeftuin naast
de gasfabriek opnieuw voor een jaar te ver
huren voor minstens 100.
De heer Keijsper was tijdens de gesloten
zitting ter vergadering gekomen.
Commissie tot Wering van Schoolverzuim.
De aanbeveling van de benoeming van een
lid van de commissie tot Wering van School
verzuim luidt:
1. D. W. Abelskamp.
2. J. G. den Hollander.
Benoemd werd de heer Abelskamp met 18
stemmen. Twee stemmen werden op den
heer den Hollander en een stem blanco uit
gebracht.
Benoeming curator gymnasium.
Ingevolge het aan mr. P. A. Offers ver
leende ontslag als curator van het Gym
nasium werd de volgende aanbeveling aan
geboden:
1. Jhr. mr. F. H. van Kinschot;
2. Mr. G. C. B. van der Feen de Lille.
Benoemd de burgemeester met algemeene
stemmen, die dank zegde voor het in hem
gestelde vertrouwen.
Benoeming schoolarts.
De aanbeveling luidt:
1. Mej. dr. A. G. Schoo, kinderarts te
Alkmaar;
2. Mej. T. Th. Hoogenboom te Katwijk aan
Zee.
Benoemd werd mej. dr. A G. Schoo met
14 stemmen. Op mej. Hoogenboom werden
.7 stemmen uitgebracht.
Benoeming bestuurslid Maatschappelijk
Hulpbetoon.
Ter voorziening in de vacature van de ge
meentelijke instelling van Maatschappelijk
Hulpbetoon, ontstaan door het aan den heer
J. Boon verleende eervol ontslag, hebben B.
en W. de volgende voordracht opgemaakt:
1. H. Habicht; 2. C; Huurman.
Benoemd de heer Habicht met 20 stem
men. De heer Huurman verkreeg één stem.
De organisatie van het bedrijf
van Gemeentewerken.
Zooals bekend kan zijn, is de raad al
jaren bezig voor dit bedrijf een goede rege
ling in het leven te roepen. Steeds kon geen
overeenstemming worden verkregen. Ook
in de vergadering van 18 Februari, waar in
den breede over de materie gediscussieerd
werd en ten slotte tot stemming zou worden
overgegaan, werd, omdat mr. de Groot niet
had begrepen, wat de motie van mr. Lees
berg c.s. beoogde, het punt opnieuw aange
houden.
De motie-mr. Leesberg c.s. beoogt de
omslagpercentages voor diensten en bedrij
ven door Gemeentewerken, tijdig, voor elk
kalenderjaar vast te stellen, de eventueel te
maken winst binnen het bedrijf te houden
en te doen strekken tot verlaging der per
centages voor een komend jaar en een
eventueel verlies op het komend jaar wordt
aangebracht en ingehaald door verhooging
der toekomstige percentages.
B. en W. willen het- percentage niet voor
een bepaald jaar vast stellen, doch voor
altijd en de winst in de gemeentekas storten
en het verlies uit de gemeentekas bijpassen.
B. en W. zijn van oordeel, dat de directeur
toch zal blijven streven naar het betrach
ten van de noodige zuinigheid en geven
aan hun gedachtegang de voorkeur, omdat
men daarbij niet steeds staat voor de ver
rassing van een wisselend percentage, waar
om de meerderheid van het college de aan
neming van het amendement sterk ontraadt.
Met het amendement om de formatie van
het werkende personeel geleidelijk in te
krimpen met drie man door toepassing van
het z.g. uitstervingssysteem, kan het college
zich wel vereenigen.
Smlleton
DER
Uit het Engelsch door H. A.C.S,
36)
„Ik vertel het liever niet", zei ik, uit de
hoogte. „Het was niets, wat in eenig ver
band kan staan, hiermee. Ik gaf het aan
den eigenaar terug, en zelfs de eigenaar
weet niet, heb ik ontdekt, dat ik het vond.
Het spijt mij, dat ik er over sprak. Ik deed
het alleen, om te bewijzen, dat mijn in-
strumententasch makkelijk toegankelijk
was voor anderen. Ik weiger, iets meer te
zeggen. Als ik voor de rechtbank verhoord
werd, natuurlijk
Hilary's gelaat kreeg een somberder
kleur.
„Dan zou u het vertellen, daar twijfel ik
niet aan", zei hij, gemeen. „Maar dit zal
niet voor de rechtbank komen. Deze moei
lijkheden met Florrie niet. En, als u iets
anders mocht weten van onze familie
kwesties, zuster, dan zult u ook geen kans
hebben, dat voor een rechtbank te vertel
len. Daar kunt u zeker van zijn!"
„Hilary", zei dr. Bouligny, een beetje ver
bitterd, „ik verzeker je, dat je te ver gaat,
en een groote gek bent. Je temperament
en je tong zullen je, op een goeden dag,
Mr. Leesberg zeide, dat de voorstel
lers met ernst de argumenten hadden nage
gaan, doch desondanks hun amendement
handhaven, omdat de argumenten van B. en
W. niet sterk zijn. Over een bedrag van
40.000 per jaar moet worden omgeslagen
en als men de percentages nagaat, dan ziet
men in 1929 een percentage van 50 en in
1931 van 36,96
Wij moeten bij de primitieve begrooting
zoo zuiver mogelijk begrooten en de kansen
van overschrijding voorkomen. Het kan hier
over groote bedragen loopen en er is dus
des te meer reden het amendement aan te
nemen, omdat het systeem van B. en W.
schommelingen mogelijk laat.
Niet alleen de gemeentebedrijven zijn de
cliënten, ook particulieren als het Prov.
Elèctrische Bedrijf en het is verkeerd die aan
het einde van het jaar recht te geven terug
te vorderen wat te veel is betaald. Wij moe
ten een percentage hebben, dat de werke
lijkheid zooveel mogelijk benadert.
De grief is, dat men hetzelfde jaar ver
schillende percentages berekent. Spr. be
greep niet, hoe het college tot zijn stelsel is
gekomen.
Ook uit bedrijfsoogpunt bezien is dit ver
keerd. Het bedrijf moet zelfstandiger wor
den. Spr.. handhaafde het amendement.
De heer Vogelaar oordeelde, dat niet
ontkend kan worden, dat aan het amende
ment een juiste gedachtengang ten grond
slag ligt. Spr. achtte het stelsel van B. en
W. verkeerd. Voor splitsing van kosten is
geen reden.
Op een punt had z.i. mr. Leesberg de bij
lage verkeerd gelezen. Wat te veel betaald
is, ook van derden willen B. en W. in de
gemeentekas.
Dat streven om binnen het percentage te
blijven zal wel aanwezig zijn, maar de eenige
maatregel die daartoe kan leiden, wil het
college niet, omdat het het toezicht houdend
personeel gelijk wil laten. Spr. vroeg, welke
maatregelen B. en W. willen nemen om bin
nen het vastgestelde percentage te blijven
Spr. was tegen splitsing van kosten.
De heer v. d. V a 1 1 had de Ned. taal
wel arm gevonden, toen hij het betoog met
de vele vreemde woorden van mr. Leesberg
had gehoord. Spr. vond, dat uiteindelijk de
gemeente staat voor de resultaten van het
bedrijf.
Onjuist is om van het bedrijf een afzon
derlijk bedrijf te maken met een eigen
financiering.
Spr. bleef op het standpunt, de vorige
maal door zijn fractie ingenomen. Spr. wilde
den toestand laten zooals die is en is ook
tegen afvloeiing van de arbeiders. Men
maakt dan van P. W. te veel een toezicht
houdend lichaam.
De heer V enneker óórdeelde, dat B.
en W. niet gelukkig waren geweest in de be
strijding van het amendement en oordeelde,
dat het college met de eene hand geeft, wat
met de andere wordt teruggenomen.
De heer Appel: Dat past in het systeem
van het college. (Gelach.)
De heer V enneker bleef voorstan
der van het amendement, dit mede hand
havend.
De heer H o ij t i n k zag de zaak niet als
een theoretische bedrijfsvoering, zooals de
heer v. d. Vall.
Spr. vroeg, als dit systeem wordt toe
gepast, of de schoolbesturen niet benadeeld
worden en dit voorkomt men met het amen
dement.
Spr. vroeg of dit zoo was en als dit het
geval was, zou ook hij stemmen voor het
amendement.
De heer Appel betoogde, dat het stand
punt van B. en W., dat was van de commis
sie. Spr. was van oordeel, dat G.W. werken
voor de gemeente moet uitvoeren en dat de
kosten daarvan door de gemeente moeten
worden gedragen. Spr. verheugde zich er
over, dat het college zijn zienswijze had
overgenomen. Wat te veel wordt betaald,
behoort in de gemeentekas. Wat mr. Lees
berg betoogt, was een theoretische zaak en
voor afvloeiing van personeel gevoelde spr.,
in moeilijkheden brengen, als zij het reeds
niet gedaan hebben. Kun je niet begrijpen,
dat je bezig bent..."
Ik vond niet, dat dr. Bouligny de zaak
iets beter maakte. Misschien was het ge
lukkig, dat Janice juist tusschenbeide
kwam. Ze zei: „Hilary", en wij draaiden
ons allen om, en zagen haar op den drem
pel staan. Ik vroeg mij af, hoe lang zij daar
al gestaan had. Uit haar onveranderlijke
donkere oogen en witte gezicht kon ik niets
opmaken.
„Adela heeft je noodig", zei ze. „U ook,
dr. Dan. Ik ben bang, dat zij instorten zal,
als wij haar niet in slaap krijgen. Zij is be
sloten met de begrafenis mee te gaan. Hel
is morgen. Jullie moesten maar dadelijk
naar haar toegaan".
De twee mannen stonden op. Dr. Bouligny
mompelde een paar orders, met het oog
op Florrie, en zei, dat hij later op den dag
terug zou komen, en zorgen wilde, dat zij
geen longontsteking kreeg. Hij had de
vriendelijkheid er een soort apologie aan
toe te voegen over mijn overwerkt zijn, en
dat het gelukkig was, dat ik er was en
geweten had, wat er met het meisje ge
beuren moest, Hilary zei niets. Ik kon hei
mompelend geluid van hun stemmen hoo-
ren, toen zij de nauwe trap afgingen, en ik
ving de woorden „gevaarlijke vijand" op,
Hilary's stem. Ik twijfelde er niet aan, dat
hij het over mij had.
Janice was naar het raam gelooperi, en
stond daar, met haar rug naar mij toe. Er
was een lang oogenblik van stilte, alleen
het geluid van de stappen der mannen,
dat hoe langer hoe zwakker werd. Het was
een vredige stilte, ook door den koelen
zomermorgen, die de kamer binnendrong,
zoolang er nog losse werklieden worden aan
genomen, niets. Spr. was voor het voorstel
en tegey het amendement.
Mr. de Groot was het opgevallen, dat
de bedrijfsdirecteuren er voor zijn, mits het
omslagpercentage niét hooger wordt dan
10 pet. Wat blijkt daarvan in de practijk?
Spr. herinnerde aan de teekening van Jo
Spier in „De'Telegraaf" over de berekening
van auto-reparaties bij groote bedrijven en
bij kleine zelfstandigen.
Waar zijn de 10 pet. gebleven, waar alle
leden van de commissie en de bedrijfsdirec
teuren vóór waren?
Weth. Klaver beantwoordde de spre
kers, betoogende, dat men niet moet trach
ten van een dienst een bedrijf te maken.
Door commercieele boekhouding wil men
slechts bereiken, dat men kan uitmaken of
het bedrijf te duur is.
De vraag is, of de gemeente het verlies
voor haar rekening moet nemen en de win
sten bij G. W. laten.
Dat is niet in overeenstemming met de
reorganisatie.
Spr. kon zich voorstellen, dat de bedrijfs
directeuren zoo goedkoop mogelijk behan
deld willen worden en daarom voor de 10
zijn.
Mr. de Groot: De andere bedrijven
moeten zich toch ook kunnen bedruipen.
Weth. Klaver: Door toename van
arbeid bij G. W. kunnen de percentage's
dalen en dat is alleen bereikbaar met het
amendement-mr. Leesberg.
Voor altijd kan het percentage echter niet
worden vastgesteld.
Het is heel moeilijk aan het einde van het
jaar alle onderdeelen te berekenen, daarom
moet een percentage voor het komende jaar
worden vastgesteld.
Weth. v. Slingerland stond tusschen
de meerderheid en de minderheid van het
college in. Spr. gaat met de minderheid niet
mee voor zoover het 't onderwijs betreft,
waarvoor de uitgaven gedrukt moesten
worden. Een tekort moet uit onvoorzien
komen en die post is niet groot en daarom
meent spr. ook bezwaar te moeten maken
tegen het standpunt van de meerderheid
van het college.
Dé*voorzitter verdedigde het stand
punt van de meerderheid van het college en
wees er op, dat dit berust op een rapport
van de Ver. van Nederlandsche Gemeenten.
Er moet zekerheid komen en spr. is met den
heer v. d. Vall van oordeel, dat men G. W.
niet los kan maken van den gemeentedienst.
Het is ook mogelijk, dat G. W. aan het einde
van het jaar een doceurtje voor de gemeente
kas heeft. Het kan mee en tegenvallen. Dit
geldt ook voor de schoolbesturen. Het
systeem van de meerderheid van het college
biedt wel grooter vastheid.
Mr. Leesberg ging nog nader op de
bijlage in, betoogende dat hij het zoo wil,
dat G. W. opdrachten krijgt van de bedrij
ven. Spr. heeft dus meer de beteekenis Van
de bijlage, dan de letterlijke beteekenis er
van op het oog gehad. Een groot bezwaar
blijft het wisselende percentage in den loop
van het jaar.
De heer Hoytink betoogde nog, dat bij
het amendement alleen mogelijk is, dat de
schoolbesturen krijgen, wat hen rechtmatig
toekomt en daarom is spr. voor het amen
dement.
De heer Vogelaar betwistte nog de
vastheid voor een reeks van jaren in het
stelsel van de meerderheid.
Spr. zag niet in welk bezwaar er tegen het
amendement bestaat. Men mag van geen
enkel bedrijf loslaten, dat het zelfstandig
beheerd wordt.
Weth. B o n s e m a wees er nog op, dat
bedrijven nu voor werkzaamheden den ver
moedelijk goedkoopsten tijd kunnen uit
zoeken.
Bij het stelsel van de meerderheid kan er
voor de bedrijven geen aanleiding zijn, om
met de uitvoering van werken te wachten,
om te profiteer en van een mogelijk laag per
centage. Om deze redenen is spr. vóór het
voorstel.
Het voorstel-van der Vall: „Geen inkrim
ping van het personeel, ook niet bij uit
sterving, werd verworpen met 15 tegen 6
stemmen. Vóór de soc.-dem. en de heer
Appel. Ook wethouder Bonsema stemde
tegen.
Het amendement-mr. Leesberg werd met
11 tegen 10 stemmen aangenomen.
Tegen de soc.-dem. en de heeren Govers,
Appel, Sietsma, mr. de Groot en wethouder
Bonsema.
Concentratie van bedrijven en takken van
dienst.
Aan de orde kwamen hierop de in de
vorige vergadering aangehouden voorstellen
betreffende de concentratie van bedrijven en
takken van dienst.
De heer Venneker diepte nog eenige
historische herinneringen op over de kwes
tie. Spr. gevoelde er niet veel voor om zich
nu reeds uit te spreken voor de concentratie
van G. W., Volkshuisvesting en Plantsoenen
onder één directie. Wanneer zal dit gebeu
ren? Wanneer beslist moet worden, dan kan
de toestand wel heel anders zijn. Spr. ziet
het voordeel van de bijlage niet.
De heer Vogelaar oordeelde, dat het
met reorganisatie altijd zoo is, dat men het
niet direct tot stand zal kunnen brengen.
Spr. wil wel in principe besluiten, dat het
gewenscht is, tot reorganisatie te komen.
Het gaat om het besluit en daarin wordt
alleen uitgesproken, dat wij tot concentratie
van die diensten willen komen. Op het
moment, als er toe moet worden over
gegaan, wil spr. beslissen, wie aan het hoofd
moet staan. Spr. wil zelfs niet bepalen, dat
wij moeten wachten tot de pensionneering
van de directeur en alleen uitspreken, dat
wij zoo spoedig mogelijk willen komen tot
concentratie. Het is ook mogelijk, dat het
later wenschelijk blijkt, de directeuren op
wachtgeld te stellen.
De heer v. d. Vall ging namens de
fractie met den gedachtengang van den heer
Vogelaar accoord. Ook de fractie is in prin
cipe voor concentratie, doch tegen een uit
spraak over de toekomende leidende per
soonlijkheid.
De heer Appel betoogde, dat z.L het
betoog van den heer Venneker onbegrijpelijk
is.
Alkmaar leeft op een te grooten voet, door
voor elk bedrijfje een directeur aan te
stellen. Beter is één directie met de noodige
opzichters. Dit zal een invoering van veel
soesa met zich brengen.
Spr. wil de consequentie, de mogelijkheid
van meerdere kosten aanvaarden, om in de
toekomst een betere situatie te scheppen.
Spr. is voor het principe-besluit, doch wil
zich niet binden aan de toekomstige leiding.
Daarover zal de raad hebben te beslissen.
De voorzitter merkte op, dat de bij
lage een voorgeschiedenis heeft. De raad
heeft zich er steeds voor uitgesproken, dat
B. en W. met voorstellen tot concentratie
zouden komen. De wenschelijkheid ligt er al
jaren.
B. en W. drongen wel op aanneming aan.
Het is aan den raad, die steeds wilde, dat
voorstellen werden gedaan.
De heer K e ij s p e r oordeelde, dat de raad
spijkers met koppen had geslagen, door zich
los te maken van de toekomstige leiding.
Weth. v. Slingerland oordeelde, dat
de raad op deze wijze zorgde voor een be
grafenis van eigen voorstellen.
Mr. de Groot oordeelde, dat wat B. en
W. voorstellen, ook de zaak op de lange baan
schuiven is. Wij leven in Alkmaar te lang op
te grooten voet. De bedrijven dienen zoo
spoedig mogelijk geconcentreerd te worden.
De heer Vogelaar had zich uitgespro
ken, dat er concentratie moest komen van
diensten, maar hij bedankte er voor, dat het
college den raad wilde opleggen, hoe de
concentratie moet zijn. Spr. wil wel wachten
tot overlijden of pensioenstelling van één
van de directeuren. Een begrafenis beoogt
spr. allerminst.
Met het voorstel van het college gebeurt
er in jaren niets.
De heer v. d. Vall ontkende, dat de
raadsleden bezig zijn, hun figuren te red
den. De raad wil zoo spoedig mogelijk con
centratie, maar over de leiding wil de raad
in de toekomst vrijelijk beslissen.
In een niet te lang tempo wil de raad de
concentratie.
De heer Venneker bleef ook van oor
deel, dat wat B. en W. voorstellen, niet
anders is dan de zaak verschuiven naar de
toekomst en aan de toekomst wil spr. zich
niet binden.
De voorzitter: Wil de raad een ge
meentegebouw aankoopen, dan heeft spr.
geen bezwaar. Als B. en W. er naar moeten
uitkijken, vordert dit tijd, omdat momenteel
geen gemeentegebouw beschikbaar is.
VERSTIJFD DOOR RHEUMATISCHE
PIJNEN.
Kruschen gaf haar „Nieuw Leven".
„Vijf jaar geleden was mijn moeder
verstijfd door rheumatische pijnen. Soms
kon zij zich in bed niet omkeeren. Zij had
alle vertrouwen in medicijnen verloren,
doch op ons aanraden probeerde zij
Kruschen Salts, en zij kan zich nu weer
even gemakkelijk bewegen als voor zij
ziek werd. Zij kreeg door Kruschen (zij is
nu bijna 70 jaar) werkelijk een „nieuw:
leven". Mevr. K. J. P.
De oorzaak van rheumatische pijnen
ligt meestal in een overmaat van urinezuur
in het lichaam, dat ontstaat door opge
hoopte afvalstoffen, welke in het lichaam
achterblijven. Kruschen Salts spoort
lever, nieren en ingewanden aan tot
krachtiger werking, waardoor de afval
stoffen geregeld worden verwijderd en de
oorzaak van Uw pijnen verdwijnt. Ge zult
U een ander mensch voelen, levenslustig
en energiek. Kruschen Salts is verkrijg
baar bij alle apothekers en erkende dro
gisten a 0.40, 0.75 en 1.60 per flacon.
Let op dat op het etiket op de flesch, zoo
wel als op de buitenverpakking de naam
Rowntree Handels My. A'dam, voorkomt.
De heer Vogelaar stelde voor zich voor
concentratie uit te spreken en punt twee
zoo te lezen, dat B. en W. wordt opgedragen,
zoo spoedig mogelijk naar een gebouw voor
de concentratie om te zien. De overige pun
ten wilde spr. laten vervallen.
Met algemeene stemmen vereenigde de
raad zich met dit voorstel.
Uitbreidingsplan Alkmaarder Hout
en omstreken.
Aan de orde was het in bijlage 39 gedane
voorstel tot de herziening van het uitbrei
dingsplan Alkmaarder Hout en omstreken,
dat wij reeds eerder publiceerden.
Het besluit nogmaals te bepalen, dat de
herziening van het uitbreidingsplan „Alk
maarder Hout e.o." wordt uitgebreid ten
einde op deze wijze bescherming te ver-
leenen aan het door Ged. St. van N.-H.
samen te stellen uitbreidingsplan.
De heer Venneker vroeg of Alkmaar
niet te gewillig is tegenover het Rijk. Hij
uitte den wensch om zooveel mogelijk op een
spoedige beslissing aan te dringen.
De voorzitter zeide, dat deze aan
drang reeds deze week was uitgeoefend.
Conform het voorstel werd hierop be
sloten.
Verpachting sluisgelden Zeswielen.
Voorgesteld werd de sluisgelden van de
sluis aan de Zeswielen opnieuw te verpach
ten en de sluiswachterswoning met schuur
wederom te verhuren. De pachtsom wordt
van 1300 tot f 1100 per jaar verlaagd en
de huur voor de woning met schuur op 9
per week gesteld.
Als voren.
Verzekering brandweerpersoneel.
Sinds 1924 zijn de brandweerlieden dus
danig verzekerd, dat hunne betrekkingen bij
dood of blijvende ongeschiktheid 10000
wordt uitgekeerd en bij tijdelijke onge
schiktheid 8 per dag tot een maximum van
300 dagen.
Nu vallen de brandweerlieden van het
laddercorps onder de bepalingen van, de
ongevallenwet, waardoor zij bij tijdelijke
ongeschiktheid hoogstens 4 per dag ont
vangen en dus in ongunstiger condities staan
dan de overige brandweerlieden. In de jaar
vergadering van het corps werd op deze
ongunstigen toestand gewezen.
B. en W. stellen thans den raad voor voor
hen een verzekering te sluiten, die hen in
gelijke positie van de anderen plaatst. Voor
allen wordt de tijdelijke uitkeering voor ten
hoogste 300 dagen van 8 per dag tot 6
per dag terug gebracht.
Als voren.
Verkoop grond.
In bijlage 42 wordt voorgesteld aan den
heer J. Breed 679 M2. grond aan de Rem-
brandtstraat, hoek Vermeerstraat, te ver-
koopen voor 5092.50 om daarop vier
woningen te bouwen.
Conform besloten.
Verlaging wik- en weegloonen.
B. en W. stellen voor om met ingang van
19 Maart de wik- en weegloonen te stellen
„Perste u geld af, vermoed ik. Of pro
beerde het".
„Ja", zei ze, zwakjes. „Ja. Hij dreigde,
het aan Dave te vertellen, Adela, Evelyn en
Hilary. Dan zou iedereen het geweten heb
ben. O, ik kan u niet zeggen, hoe vreeselijk
het geweest zou zijn". Zij bedekte haar ge
zicht met haar handen.
„Ik kan mij indenken, dat het heel erg
geweest zou zijn", zei ik.
„Het zou Adela's hart gebroken hebben".
„Dan vermoed ik, dat Bayard dien brief
in mijn tasch stopte?"
„Dat vermoed ik ook". Zij keek my met
groote oogen aan. „Wij wilden hem niet
geven, wat hij wenschte. Ik kon het niet.
Ik heb geen geld van mij zelf. Allen wou
niet. Hij zei, dat Bayard de familie al jaren
lang had laten bloeden. Hij zei mij, dat ik
het mij niet moest aantrekken. Dat hij wel
een uitweg zou vinden. Dat hy niet bang
was voor Bayard. Maar het is verschrik
kelijk geweest, zuster Keate. Bayard sarde
ons. Maakte toespelingen. Ik was het mij
altijd bewust. Hij wou my het geen oogen
blik laten vergeten. Hij het is vreeselijk
om het te zeggen, maar haar stem ging
in fluisteren over „ik ben blij, dat hij
dood is. Dat ben ik. Ik ben blij, dat hij
dood is".
Dus dat was de reden, waarom Allen de
zakken van den doode zoo gejaagd had
nagezocht. Maar realiseerde Janice zich,
wat zij mij vertelde? Dat zij en Allen bei
den de sterkste motieven hadden, om te
wenschen, dat Bayard Thatcher uit den
weg geruimd werd? Maar Allen had een
alibi; hy was den heelen middag met Dave
samen geweest.
(Wordt vervolgd.)
welke de angst van den verschrikkelijken
warmen nacht verdreef. Janice's stem was,
toen zij zich hooren liet, ook kalm, maar
het was de kalmte van een groote ver
moeidheid en van eindelijke overgave. Ze
zei:
„Dus u weet van den brief af. Mijn
brief".
HOOFDSTUK XI.
Het bewustelóoze meisje, op het bed,
kreunde, en ik ging naar haar toe.
Toen zei ik: „Ja".
„En u bracht hem bij mij terug? Legde
hem daar op mijn schrijftafel?"
„Ja".
„Hij wasU vond hem in uw instru-
mententasch?"
„Ja".
„En hebt hem gelezen?" In die vraag,
welke zij met tegenzin deed, klonk bezorgd
heid, bezorgdheid en trots. Janice kon al
tijd de dingen onder de oogen zien. Zij
stond daar rustig; haar zwarte haar hing
over haar rug, als dat van een kind, het
was niet lang, en eindigde in een zachte
zwarte massa losse krullen. De peignoir,
die zij droeg, de licht-gele, waarin ik haar,
den eersten keer, gezien had, omhulde
haar slanke, jonge figuur. Ik had zoo heel
graag willen zeggen, dat ik den brief niet
gelezen had.
„Ja, ik heb hem gelezen".
„Maar u sprak er toch niet over. U sprak
er niet over".
„Nee. Ik heb altijd het gevoel gehad, dat
mijn werk niet permitteert om te praten".
„Dan gelooft u toch niet U gelooft
toch niet, dat ikZij hield op. Het
duurde een oogenblik, voor het tot mij
doordrong, dat zij probeerde haar snikken
in te houden. De nacht, dien wij achter ons
hadden, was voldoende geweest om zelfs
Janice's ijzeren zelfbeheersching te breken;
ik geloofde niets ergs van haar.
„Nee", zei ik. „Nee, ik geloof niets, arm
kind!"
Toen draaide zij zich om, heel langzaam,
tranen stonden in haar donkere oogen, en
waren op haar zachte wangen.
Ik stond te draaien. Ik houd niet van
tranen, en bovendien werd ik gehinderd
door een prop in mijn keel. Ik zei:
„Wij zijn beiden uitgeput, na zoo'n dag.
Ga zitten, en laten we rustig praten. Ik
heb, voor één nacht, al genoeg emotie ge
had".
Zij keek mij lang aan.
„Nee", zei ze. „Ik heb al te veel gezegd.
Men komt op een punt, dat men praten
moet. Het was goed van u er niet over te
spreken. Ik probeer, dat merkt u, te doen,
wat ik geloof, dat goed is. Maar het is
beter, dat ik het vertel. U weet, dat ik
dien brief aan Allen schreef, om hem uit
te leggen, wat voor gevoelens ik had. Het
was zoo moeilijk, het hem te vertellen. En
Bayard vond den brief. Of liever gezegd:
hij nam hem; zag, dat ik hem in den zak
van Allen's jas stak, en haalde hem er kalm
uit. Maar hij had alleen het tweede velletje
ervan in handen kunnen krijgen, maar dat
was genoeg. En Bayard ik vraag mij af,
wat u van Bayard weet, zuster Keate. Hij
was hij was
„Een roover", zei ik, wat het oogenblik
mij ingaf. Zij keek mij met verbazing aan.
„Ik weet niet, hoe u dat weet", zei ze,
„maar het is waar. Verschrikkelijk waar. U
begrijpt, Bayardhet is moeilijk het te
zeggen, zuster Keate".