GEMEENTERAAD VAN ALKMAAR. MET HUIS MYSTERIES ALKMAARSCHE COURANT van VRIJDAG 19 MAART 1937 De wik- en weegloonen tot 4 cent per 20 K.G. verlaagd. Reorganisatie van Gemeentewerken. Verhuring proeftuin. Om 3 uur heropende de voorzitter de zit ting en werd besloten den proeftuin naast de gasfabriek opnieuw voor een jaar te ver huren voor minstens 100. De heer Keijsper was tijdens de gesloten zitting ter vergadering gekomen. Commissie tot Wering van Schoolverzuim. De aanbeveling van de benoeming van een lid van de commissie tot Wering van School verzuim luidt: 1. D. W. Abelskamp. 2. J. G. den Hollander. Benoemd werd de heer Abelskamp met 18 stemmen. Twee stemmen werden op den heer den Hollander en een stem blanco uit gebracht. Benoeming curator gymnasium. Ingevolge het aan mr. P. A. Offers ver leende ontslag als curator van het Gym nasium werd de volgende aanbeveling aan geboden: 1. Jhr. mr. F. H. van Kinschot; 2. Mr. G. C. B. van der Feen de Lille. Benoemd de burgemeester met algemeene stemmen, die dank zegde voor het in hem gestelde vertrouwen. Benoeming schoolarts. De aanbeveling luidt: 1. Mej. dr. A. G. Schoo, kinderarts te Alkmaar; 2. Mej. T. Th. Hoogenboom te Katwijk aan Zee. Benoemd werd mej. dr. A G. Schoo met 14 stemmen. Op mej. Hoogenboom werden .7 stemmen uitgebracht. Benoeming bestuurslid Maatschappelijk Hulpbetoon. Ter voorziening in de vacature van de ge meentelijke instelling van Maatschappelijk Hulpbetoon, ontstaan door het aan den heer J. Boon verleende eervol ontslag, hebben B. en W. de volgende voordracht opgemaakt: 1. H. Habicht; 2. C; Huurman. Benoemd de heer Habicht met 20 stem men. De heer Huurman verkreeg één stem. De organisatie van het bedrijf van Gemeentewerken. Zooals bekend kan zijn, is de raad al jaren bezig voor dit bedrijf een goede rege ling in het leven te roepen. Steeds kon geen overeenstemming worden verkregen. Ook in de vergadering van 18 Februari, waar in den breede over de materie gediscussieerd werd en ten slotte tot stemming zou worden overgegaan, werd, omdat mr. de Groot niet had begrepen, wat de motie van mr. Lees berg c.s. beoogde, het punt opnieuw aange houden. De motie-mr. Leesberg c.s. beoogt de omslagpercentages voor diensten en bedrij ven door Gemeentewerken, tijdig, voor elk kalenderjaar vast te stellen, de eventueel te maken winst binnen het bedrijf te houden en te doen strekken tot verlaging der per centages voor een komend jaar en een eventueel verlies op het komend jaar wordt aangebracht en ingehaald door verhooging der toekomstige percentages. B. en W. willen het- percentage niet voor een bepaald jaar vast stellen, doch voor altijd en de winst in de gemeentekas storten en het verlies uit de gemeentekas bijpassen. B. en W. zijn van oordeel, dat de directeur toch zal blijven streven naar het betrach ten van de noodige zuinigheid en geven aan hun gedachtegang de voorkeur, omdat men daarbij niet steeds staat voor de ver rassing van een wisselend percentage, waar om de meerderheid van het college de aan neming van het amendement sterk ontraadt. Met het amendement om de formatie van het werkende personeel geleidelijk in te krimpen met drie man door toepassing van het z.g. uitstervingssysteem, kan het college zich wel vereenigen. Smlleton DER Uit het Engelsch door H. A.C.S, 36) „Ik vertel het liever niet", zei ik, uit de hoogte. „Het was niets, wat in eenig ver band kan staan, hiermee. Ik gaf het aan den eigenaar terug, en zelfs de eigenaar weet niet, heb ik ontdekt, dat ik het vond. Het spijt mij, dat ik er over sprak. Ik deed het alleen, om te bewijzen, dat mijn in- strumententasch makkelijk toegankelijk was voor anderen. Ik weiger, iets meer te zeggen. Als ik voor de rechtbank verhoord werd, natuurlijk Hilary's gelaat kreeg een somberder kleur. „Dan zou u het vertellen, daar twijfel ik niet aan", zei hij, gemeen. „Maar dit zal niet voor de rechtbank komen. Deze moei lijkheden met Florrie niet. En, als u iets anders mocht weten van onze familie kwesties, zuster, dan zult u ook geen kans hebben, dat voor een rechtbank te vertel len. Daar kunt u zeker van zijn!" „Hilary", zei dr. Bouligny, een beetje ver bitterd, „ik verzeker je, dat je te ver gaat, en een groote gek bent. Je temperament en je tong zullen je, op een goeden dag, Mr. Leesberg zeide, dat de voorstel lers met ernst de argumenten hadden nage gaan, doch desondanks hun amendement handhaven, omdat de argumenten van B. en W. niet sterk zijn. Over een bedrag van 40.000 per jaar moet worden omgeslagen en als men de percentages nagaat, dan ziet men in 1929 een percentage van 50 en in 1931 van 36,96 Wij moeten bij de primitieve begrooting zoo zuiver mogelijk begrooten en de kansen van overschrijding voorkomen. Het kan hier over groote bedragen loopen en er is dus des te meer reden het amendement aan te nemen, omdat het systeem van B. en W. schommelingen mogelijk laat. Niet alleen de gemeentebedrijven zijn de cliënten, ook particulieren als het Prov. Elèctrische Bedrijf en het is verkeerd die aan het einde van het jaar recht te geven terug te vorderen wat te veel is betaald. Wij moe ten een percentage hebben, dat de werke lijkheid zooveel mogelijk benadert. De grief is, dat men hetzelfde jaar ver schillende percentages berekent. Spr. be greep niet, hoe het college tot zijn stelsel is gekomen. Ook uit bedrijfsoogpunt bezien is dit ver keerd. Het bedrijf moet zelfstandiger wor den. Spr.. handhaafde het amendement. De heer Vogelaar oordeelde, dat niet ontkend kan worden, dat aan het amende ment een juiste gedachtengang ten grond slag ligt. Spr. achtte het stelsel van B. en W. verkeerd. Voor splitsing van kosten is geen reden. Op een punt had z.i. mr. Leesberg de bij lage verkeerd gelezen. Wat te veel betaald is, ook van derden willen B. en W. in de gemeentekas. Dat streven om binnen het percentage te blijven zal wel aanwezig zijn, maar de eenige maatregel die daartoe kan leiden, wil het college niet, omdat het het toezicht houdend personeel gelijk wil laten. Spr. vroeg, welke maatregelen B. en W. willen nemen om bin nen het vastgestelde percentage te blijven Spr. was tegen splitsing van kosten. De heer v. d. V a 1 1 had de Ned. taal wel arm gevonden, toen hij het betoog met de vele vreemde woorden van mr. Leesberg had gehoord. Spr. vond, dat uiteindelijk de gemeente staat voor de resultaten van het bedrijf. Onjuist is om van het bedrijf een afzon derlijk bedrijf te maken met een eigen financiering. Spr. bleef op het standpunt, de vorige maal door zijn fractie ingenomen. Spr. wilde den toestand laten zooals die is en is ook tegen afvloeiing van de arbeiders. Men maakt dan van P. W. te veel een toezicht houdend lichaam. De heer V enneker óórdeelde, dat B. en W. niet gelukkig waren geweest in de be strijding van het amendement en oordeelde, dat het college met de eene hand geeft, wat met de andere wordt teruggenomen. De heer Appel: Dat past in het systeem van het college. (Gelach.) De heer V enneker bleef voorstan der van het amendement, dit mede hand havend. De heer H o ij t i n k zag de zaak niet als een theoretische bedrijfsvoering, zooals de heer v. d. Vall. Spr. vroeg, als dit systeem wordt toe gepast, of de schoolbesturen niet benadeeld worden en dit voorkomt men met het amen dement. Spr. vroeg of dit zoo was en als dit het geval was, zou ook hij stemmen voor het amendement. De heer Appel betoogde, dat het stand punt van B. en W., dat was van de commis sie. Spr. was van oordeel, dat G.W. werken voor de gemeente moet uitvoeren en dat de kosten daarvan door de gemeente moeten worden gedragen. Spr. verheugde zich er over, dat het college zijn zienswijze had overgenomen. Wat te veel wordt betaald, behoort in de gemeentekas. Wat mr. Lees berg betoogt, was een theoretische zaak en voor afvloeiing van personeel gevoelde spr., in moeilijkheden brengen, als zij het reeds niet gedaan hebben. Kun je niet begrijpen, dat je bezig bent..." Ik vond niet, dat dr. Bouligny de zaak iets beter maakte. Misschien was het ge lukkig, dat Janice juist tusschenbeide kwam. Ze zei: „Hilary", en wij draaiden ons allen om, en zagen haar op den drem pel staan. Ik vroeg mij af, hoe lang zij daar al gestaan had. Uit haar onveranderlijke donkere oogen en witte gezicht kon ik niets opmaken. „Adela heeft je noodig", zei ze. „U ook, dr. Dan. Ik ben bang, dat zij instorten zal, als wij haar niet in slaap krijgen. Zij is be sloten met de begrafenis mee te gaan. Hel is morgen. Jullie moesten maar dadelijk naar haar toegaan". De twee mannen stonden op. Dr. Bouligny mompelde een paar orders, met het oog op Florrie, en zei, dat hij later op den dag terug zou komen, en zorgen wilde, dat zij geen longontsteking kreeg. Hij had de vriendelijkheid er een soort apologie aan toe te voegen over mijn overwerkt zijn, en dat het gelukkig was, dat ik er was en geweten had, wat er met het meisje ge beuren moest, Hilary zei niets. Ik kon hei mompelend geluid van hun stemmen hoo- ren, toen zij de nauwe trap afgingen, en ik ving de woorden „gevaarlijke vijand" op, Hilary's stem. Ik twijfelde er niet aan, dat hij het over mij had. Janice was naar het raam gelooperi, en stond daar, met haar rug naar mij toe. Er was een lang oogenblik van stilte, alleen het geluid van de stappen der mannen, dat hoe langer hoe zwakker werd. Het was een vredige stilte, ook door den koelen zomermorgen, die de kamer binnendrong, zoolang er nog losse werklieden worden aan genomen, niets. Spr. was voor het voorstel en tegey het amendement. Mr. de Groot was het opgevallen, dat de bedrijfsdirecteuren er voor zijn, mits het omslagpercentage niét hooger wordt dan 10 pet. Wat blijkt daarvan in de practijk? Spr. herinnerde aan de teekening van Jo Spier in „De'Telegraaf" over de berekening van auto-reparaties bij groote bedrijven en bij kleine zelfstandigen. Waar zijn de 10 pet. gebleven, waar alle leden van de commissie en de bedrijfsdirec teuren vóór waren? Weth. Klaver beantwoordde de spre kers, betoogende, dat men niet moet trach ten van een dienst een bedrijf te maken. Door commercieele boekhouding wil men slechts bereiken, dat men kan uitmaken of het bedrijf te duur is. De vraag is, of de gemeente het verlies voor haar rekening moet nemen en de win sten bij G. W. laten. Dat is niet in overeenstemming met de reorganisatie. Spr. kon zich voorstellen, dat de bedrijfs directeuren zoo goedkoop mogelijk behan deld willen worden en daarom voor de 10 zijn. Mr. de Groot: De andere bedrijven moeten zich toch ook kunnen bedruipen. Weth. Klaver: Door toename van arbeid bij G. W. kunnen de percentage's dalen en dat is alleen bereikbaar met het amendement-mr. Leesberg. Voor altijd kan het percentage echter niet worden vastgesteld. Het is heel moeilijk aan het einde van het jaar alle onderdeelen te berekenen, daarom moet een percentage voor het komende jaar worden vastgesteld. Weth. v. Slingerland stond tusschen de meerderheid en de minderheid van het college in. Spr. gaat met de minderheid niet mee voor zoover het 't onderwijs betreft, waarvoor de uitgaven gedrukt moesten worden. Een tekort moet uit onvoorzien komen en die post is niet groot en daarom meent spr. ook bezwaar te moeten maken tegen het standpunt van de meerderheid van het college. Dé*voorzitter verdedigde het stand punt van de meerderheid van het college en wees er op, dat dit berust op een rapport van de Ver. van Nederlandsche Gemeenten. Er moet zekerheid komen en spr. is met den heer v. d. Vall van oordeel, dat men G. W. niet los kan maken van den gemeentedienst. Het is ook mogelijk, dat G. W. aan het einde van het jaar een doceurtje voor de gemeente kas heeft. Het kan mee en tegenvallen. Dit geldt ook voor de schoolbesturen. Het systeem van de meerderheid van het college biedt wel grooter vastheid. Mr. Leesberg ging nog nader op de bijlage in, betoogende dat hij het zoo wil, dat G. W. opdrachten krijgt van de bedrij ven. Spr. heeft dus meer de beteekenis Van de bijlage, dan de letterlijke beteekenis er van op het oog gehad. Een groot bezwaar blijft het wisselende percentage in den loop van het jaar. De heer Hoytink betoogde nog, dat bij het amendement alleen mogelijk is, dat de schoolbesturen krijgen, wat hen rechtmatig toekomt en daarom is spr. voor het amen dement. De heer Vogelaar betwistte nog de vastheid voor een reeks van jaren in het stelsel van de meerderheid. Spr. zag niet in welk bezwaar er tegen het amendement bestaat. Men mag van geen enkel bedrijf loslaten, dat het zelfstandig beheerd wordt. Weth. B o n s e m a wees er nog op, dat bedrijven nu voor werkzaamheden den ver moedelijk goedkoopsten tijd kunnen uit zoeken. Bij het stelsel van de meerderheid kan er voor de bedrijven geen aanleiding zijn, om met de uitvoering van werken te wachten, om te profiteer en van een mogelijk laag per centage. Om deze redenen is spr. vóór het voorstel. Het voorstel-van der Vall: „Geen inkrim ping van het personeel, ook niet bij uit sterving, werd verworpen met 15 tegen 6 stemmen. Vóór de soc.-dem. en de heer Appel. Ook wethouder Bonsema stemde tegen. Het amendement-mr. Leesberg werd met 11 tegen 10 stemmen aangenomen. Tegen de soc.-dem. en de heeren Govers, Appel, Sietsma, mr. de Groot en wethouder Bonsema. Concentratie van bedrijven en takken van dienst. Aan de orde kwamen hierop de in de vorige vergadering aangehouden voorstellen betreffende de concentratie van bedrijven en takken van dienst. De heer Venneker diepte nog eenige historische herinneringen op over de kwes tie. Spr. gevoelde er niet veel voor om zich nu reeds uit te spreken voor de concentratie van G. W., Volkshuisvesting en Plantsoenen onder één directie. Wanneer zal dit gebeu ren? Wanneer beslist moet worden, dan kan de toestand wel heel anders zijn. Spr. ziet het voordeel van de bijlage niet. De heer Vogelaar oordeelde, dat het met reorganisatie altijd zoo is, dat men het niet direct tot stand zal kunnen brengen. Spr. wil wel in principe besluiten, dat het gewenscht is, tot reorganisatie te komen. Het gaat om het besluit en daarin wordt alleen uitgesproken, dat wij tot concentratie van die diensten willen komen. Op het moment, als er toe moet worden over gegaan, wil spr. beslissen, wie aan het hoofd moet staan. Spr. wil zelfs niet bepalen, dat wij moeten wachten tot de pensionneering van de directeur en alleen uitspreken, dat wij zoo spoedig mogelijk willen komen tot concentratie. Het is ook mogelijk, dat het later wenschelijk blijkt, de directeuren op wachtgeld te stellen. De heer v. d. Vall ging namens de fractie met den gedachtengang van den heer Vogelaar accoord. Ook de fractie is in prin cipe voor concentratie, doch tegen een uit spraak over de toekomende leidende per soonlijkheid. De heer Appel betoogde, dat z.L het betoog van den heer Venneker onbegrijpelijk is. Alkmaar leeft op een te grooten voet, door voor elk bedrijfje een directeur aan te stellen. Beter is één directie met de noodige opzichters. Dit zal een invoering van veel soesa met zich brengen. Spr. wil de consequentie, de mogelijkheid van meerdere kosten aanvaarden, om in de toekomst een betere situatie te scheppen. Spr. is voor het principe-besluit, doch wil zich niet binden aan de toekomstige leiding. Daarover zal de raad hebben te beslissen. De voorzitter merkte op, dat de bij lage een voorgeschiedenis heeft. De raad heeft zich er steeds voor uitgesproken, dat B. en W. met voorstellen tot concentratie zouden komen. De wenschelijkheid ligt er al jaren. B. en W. drongen wel op aanneming aan. Het is aan den raad, die steeds wilde, dat voorstellen werden gedaan. De heer K e ij s p e r oordeelde, dat de raad spijkers met koppen had geslagen, door zich los te maken van de toekomstige leiding. Weth. v. Slingerland oordeelde, dat de raad op deze wijze zorgde voor een be grafenis van eigen voorstellen. Mr. de Groot oordeelde, dat wat B. en W. voorstellen, ook de zaak op de lange baan schuiven is. Wij leven in Alkmaar te lang op te grooten voet. De bedrijven dienen zoo spoedig mogelijk geconcentreerd te worden. De heer Vogelaar had zich uitgespro ken, dat er concentratie moest komen van diensten, maar hij bedankte er voor, dat het college den raad wilde opleggen, hoe de concentratie moet zijn. Spr. wil wel wachten tot overlijden of pensioenstelling van één van de directeuren. Een begrafenis beoogt spr. allerminst. Met het voorstel van het college gebeurt er in jaren niets. De heer v. d. Vall ontkende, dat de raadsleden bezig zijn, hun figuren te red den. De raad wil zoo spoedig mogelijk con centratie, maar over de leiding wil de raad in de toekomst vrijelijk beslissen. In een niet te lang tempo wil de raad de concentratie. De heer Venneker bleef ook van oor deel, dat wat B. en W. voorstellen, niet anders is dan de zaak verschuiven naar de toekomst en aan de toekomst wil spr. zich niet binden. De voorzitter: Wil de raad een ge meentegebouw aankoopen, dan heeft spr. geen bezwaar. Als B. en W. er naar moeten uitkijken, vordert dit tijd, omdat momenteel geen gemeentegebouw beschikbaar is. VERSTIJFD DOOR RHEUMATISCHE PIJNEN. Kruschen gaf haar „Nieuw Leven". „Vijf jaar geleden was mijn moeder verstijfd door rheumatische pijnen. Soms kon zij zich in bed niet omkeeren. Zij had alle vertrouwen in medicijnen verloren, doch op ons aanraden probeerde zij Kruschen Salts, en zij kan zich nu weer even gemakkelijk bewegen als voor zij ziek werd. Zij kreeg door Kruschen (zij is nu bijna 70 jaar) werkelijk een „nieuw: leven". Mevr. K. J. P. De oorzaak van rheumatische pijnen ligt meestal in een overmaat van urinezuur in het lichaam, dat ontstaat door opge hoopte afvalstoffen, welke in het lichaam achterblijven. Kruschen Salts spoort lever, nieren en ingewanden aan tot krachtiger werking, waardoor de afval stoffen geregeld worden verwijderd en de oorzaak van Uw pijnen verdwijnt. Ge zult U een ander mensch voelen, levenslustig en energiek. Kruschen Salts is verkrijg baar bij alle apothekers en erkende dro gisten a 0.40, 0.75 en 1.60 per flacon. Let op dat op het etiket op de flesch, zoo wel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Handels My. A'dam, voorkomt. De heer Vogelaar stelde voor zich voor concentratie uit te spreken en punt twee zoo te lezen, dat B. en W. wordt opgedragen, zoo spoedig mogelijk naar een gebouw voor de concentratie om te zien. De overige pun ten wilde spr. laten vervallen. Met algemeene stemmen vereenigde de raad zich met dit voorstel. Uitbreidingsplan Alkmaarder Hout en omstreken. Aan de orde was het in bijlage 39 gedane voorstel tot de herziening van het uitbrei dingsplan Alkmaarder Hout en omstreken, dat wij reeds eerder publiceerden. Het besluit nogmaals te bepalen, dat de herziening van het uitbreidingsplan „Alk maarder Hout e.o." wordt uitgebreid ten einde op deze wijze bescherming te ver- leenen aan het door Ged. St. van N.-H. samen te stellen uitbreidingsplan. De heer Venneker vroeg of Alkmaar niet te gewillig is tegenover het Rijk. Hij uitte den wensch om zooveel mogelijk op een spoedige beslissing aan te dringen. De voorzitter zeide, dat deze aan drang reeds deze week was uitgeoefend. Conform het voorstel werd hierop be sloten. Verpachting sluisgelden Zeswielen. Voorgesteld werd de sluisgelden van de sluis aan de Zeswielen opnieuw te verpach ten en de sluiswachterswoning met schuur wederom te verhuren. De pachtsom wordt van 1300 tot f 1100 per jaar verlaagd en de huur voor de woning met schuur op 9 per week gesteld. Als voren. Verzekering brandweerpersoneel. Sinds 1924 zijn de brandweerlieden dus danig verzekerd, dat hunne betrekkingen bij dood of blijvende ongeschiktheid 10000 wordt uitgekeerd en bij tijdelijke onge schiktheid 8 per dag tot een maximum van 300 dagen. Nu vallen de brandweerlieden van het laddercorps onder de bepalingen van, de ongevallenwet, waardoor zij bij tijdelijke ongeschiktheid hoogstens 4 per dag ont vangen en dus in ongunstiger condities staan dan de overige brandweerlieden. In de jaar vergadering van het corps werd op deze ongunstigen toestand gewezen. B. en W. stellen thans den raad voor voor hen een verzekering te sluiten, die hen in gelijke positie van de anderen plaatst. Voor allen wordt de tijdelijke uitkeering voor ten hoogste 300 dagen van 8 per dag tot 6 per dag terug gebracht. Als voren. Verkoop grond. In bijlage 42 wordt voorgesteld aan den heer J. Breed 679 M2. grond aan de Rem- brandtstraat, hoek Vermeerstraat, te ver- koopen voor 5092.50 om daarop vier woningen te bouwen. Conform besloten. Verlaging wik- en weegloonen. B. en W. stellen voor om met ingang van 19 Maart de wik- en weegloonen te stellen „Perste u geld af, vermoed ik. Of pro beerde het". „Ja", zei ze, zwakjes. „Ja. Hij dreigde, het aan Dave te vertellen, Adela, Evelyn en Hilary. Dan zou iedereen het geweten heb ben. O, ik kan u niet zeggen, hoe vreeselijk het geweest zou zijn". Zij bedekte haar ge zicht met haar handen. „Ik kan mij indenken, dat het heel erg geweest zou zijn", zei ik. „Het zou Adela's hart gebroken hebben". „Dan vermoed ik, dat Bayard dien brief in mijn tasch stopte?" „Dat vermoed ik ook". Zij keek my met groote oogen aan. „Wij wilden hem niet geven, wat hij wenschte. Ik kon het niet. Ik heb geen geld van mij zelf. Allen wou niet. Hij zei, dat Bayard de familie al jaren lang had laten bloeden. Hij zei mij, dat ik het mij niet moest aantrekken. Dat hij wel een uitweg zou vinden. Dat hy niet bang was voor Bayard. Maar het is verschrik kelijk geweest, zuster Keate. Bayard sarde ons. Maakte toespelingen. Ik was het mij altijd bewust. Hij wou my het geen oogen blik laten vergeten. Hij het is vreeselijk om het te zeggen, maar haar stem ging in fluisteren over „ik ben blij, dat hij dood is. Dat ben ik. Ik ben blij, dat hij dood is". Dus dat was de reden, waarom Allen de zakken van den doode zoo gejaagd had nagezocht. Maar realiseerde Janice zich, wat zij mij vertelde? Dat zij en Allen bei den de sterkste motieven hadden, om te wenschen, dat Bayard Thatcher uit den weg geruimd werd? Maar Allen had een alibi; hy was den heelen middag met Dave samen geweest. (Wordt vervolgd.) welke de angst van den verschrikkelijken warmen nacht verdreef. Janice's stem was, toen zij zich hooren liet, ook kalm, maar het was de kalmte van een groote ver moeidheid en van eindelijke overgave. Ze zei: „Dus u weet van den brief af. Mijn brief". HOOFDSTUK XI. Het bewustelóoze meisje, op het bed, kreunde, en ik ging naar haar toe. Toen zei ik: „Ja". „En u bracht hem bij mij terug? Legde hem daar op mijn schrijftafel?" „Ja". „Hij wasU vond hem in uw instru- mententasch?" „Ja". „En hebt hem gelezen?" In die vraag, welke zij met tegenzin deed, klonk bezorgd heid, bezorgdheid en trots. Janice kon al tijd de dingen onder de oogen zien. Zij stond daar rustig; haar zwarte haar hing over haar rug, als dat van een kind, het was niet lang, en eindigde in een zachte zwarte massa losse krullen. De peignoir, die zij droeg, de licht-gele, waarin ik haar, den eersten keer, gezien had, omhulde haar slanke, jonge figuur. Ik had zoo heel graag willen zeggen, dat ik den brief niet gelezen had. „Ja, ik heb hem gelezen". „Maar u sprak er toch niet over. U sprak er niet over". „Nee. Ik heb altijd het gevoel gehad, dat mijn werk niet permitteert om te praten". „Dan gelooft u toch niet U gelooft toch niet, dat ikZij hield op. Het duurde een oogenblik, voor het tot mij doordrong, dat zij probeerde haar snikken in te houden. De nacht, dien wij achter ons hadden, was voldoende geweest om zelfs Janice's ijzeren zelfbeheersching te breken; ik geloofde niets ergs van haar. „Nee", zei ik. „Nee, ik geloof niets, arm kind!" Toen draaide zij zich om, heel langzaam, tranen stonden in haar donkere oogen, en waren op haar zachte wangen. Ik stond te draaien. Ik houd niet van tranen, en bovendien werd ik gehinderd door een prop in mijn keel. Ik zei: „Wij zijn beiden uitgeput, na zoo'n dag. Ga zitten, en laten we rustig praten. Ik heb, voor één nacht, al genoeg emotie ge had". Zij keek mij lang aan. „Nee", zei ze. „Ik heb al te veel gezegd. Men komt op een punt, dat men praten moet. Het was goed van u er niet over te spreken. Ik probeer, dat merkt u, te doen, wat ik geloof, dat goed is. Maar het is beter, dat ik het vertel. U weet, dat ik dien brief aan Allen schreef, om hem uit te leggen, wat voor gevoelens ik had. Het was zoo moeilijk, het hem te vertellen. En Bayard vond den brief. Of liever gezegd: hij nam hem; zag, dat ik hem in den zak van Allen's jas stak, en haalde hem er kalm uit. Maar hij had alleen het tweede velletje ervan in handen kunnen krijgen, maar dat was genoeg. En Bayard ik vraag mij af, wat u van Bayard weet, zuster Keate. Hij was hij was „Een roover", zei ik, wat het oogenblik mij ingaf. Zij keek mij met verbazing aan. „Ik weet niet, hoe u dat weet", zei ze, „maar het is waar. Verschrikkelijk waar. U begrijpt, Bayardhet is moeilijk het te zeggen, zuster Keate".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 5