PUROL M 7frma-*n$nywcnden~ Waar Joden wonen en werken. De hevige politieke strij'd in België. ALKMAARSCHE COURANT van ZATERDAG 20 MAART 1937 Er wordt voortaan alleen in den landbouw opgeleid. III. (Slot). DE MEUBELMAKERIJ. Het is niet gemakkelijk voor een student in de medicijnen of voor den secretaris van een bankdirecteur om ijzeren bouten te smeden, om een electrische leiding tegen een plafond aan te leggen of een tuinbank te maken waar je op zitten kunt, zonder er door heen te vallen en in de smidse en de meubelmakerswerkplaats hebben heel wat handen verkeerd gestaan voor men zoodanig getraind was, dat men met den bouw van een gemeenschapshuis durfde beginnen. Men had daarbij de zekerheid, dat dit huis er nog zijn zal als de kolonie al lang weer verdwenen is. Het zal dus op den een of anderen dag aan de Wieringermeerdirec- tie verkocht moeten worden en omdat deze er niets aan heeft, als het niet practisch bruikbaar is, werd, in overleg met den ar chitect, die alle boerenhoeven in den polder bouwt, besloten, dat men het zoodanig zou maken, dat het later met geringe kosten in een hofstede veranderd kan worden. Men was dus aan een bouwplan gebonden en terwijl een veertigtal Joodsche jongeren zich aan land- en tuinbouw wijdden, werd er in de werkplaatsen voornamelijk in de barakken met man en macht gewerkt. Er werd gezaagd, getimmerd en geschilderd en in de meubelafdeeling werden deuren, ban ken en tafels gemaakt. Men kon twee houten huizen huren, welke op het terrein werden geplaatst. Een is er door brand vernield, het andere dient nu nog als administratie-gebouwtje en als kan toor voor de directie. Terwijl de vaklieden de handen vol had den, trokken de landbouw-jongens naar buiten, lieten, onder leiding van een Hol- landschen werkmeester, de ploegschaar door het ruwe land gaan, strooiden zaad en mest, verzorgden de gewassen en het vee en wel dra kwamen er zelfverbouwde aardappelen en groenten op tafel, at men brood van eigen graan, had men melk van eigen vee en eieren van eigen kippen. Wie het land bewerkt, heeft recht op de resultaten van zijn arbeid en het is be grijpelijk, dat er, wat landbouw- en veeteelt producten betreft, een teveel kwam. Dat mag men dan verkoopen, maar verder zijn er, zooals gezegd, door de regeering voorwaarden gesteld, waardoor voorkomen wordt, dat deze kolonie het karakter van een concurreerend bedrijf zou kunnen krijgen. Toen de eerste spade voor het gemeen schapshuis in den grond werd gestoken, had de stichting een bezit van 15 koeien en 8 paarden en toen het gebouw op 17 Januari van dit jaar werd geopend, was de veestapel uitgegroeid tot 60 runderen, melkkoeien, pinken en kalveren, alsmede een collectie schapen en een partij kippen. Is dit alleen voor de vreemdelingen? Er zijn blijkbaar menschen, die dezen ko lonisten de vruchten van hun arbeid niet gunnen, want bij de Wieringermeerdirectie kwam de schriftelijke vraag in: kan iemand gronden op dezelfde voorwaarden pachten als de Joden, wanneer hij een werkkamp voor Hollandsche jongens wil stichten? De Wieringermeerdirectie heeft daarop geantwoord, dat er harerzijds geen enkel bezwaar bestond op dezelfde, voor allen geldende, pachtcondities ook voor een werk kamp voor Hollandsche jongens grond in den polder beschikbaar te stellen, na welk antwoord de vragensteller nimmer meer iets van zich heeft laten hooren. De bouwafdeeling wordt geliquideerd. Het is begrijpelijk, dat men in de kolonie trotsch op de tot standkoming van het ge meenschapshuis is, maar dat het gebouw thans vrijwel voltooid is, heeft voor de jonge mannen, die hier een ambacht leeren ook zijn schaduwzijde en zelfs een zeer zwarte schaduwzijde. Er is namelijk geen werk meer voor hen en aangezien het te kostbaar wordt om al lerlei dingen te blijven maken, welke men toch niet mag verkoopen, moest het besluit genomen worden de werkafdeelingen te liquideeren. Een werkmeester is reeds ont slagen, de smederij wordt stop gezet en alleen de meubelmakers blijven nog aan den arbeid omdat er aan de verdere meubilee ring en de verbetering van het kamp nog ongeveer 11/2 jaar werk zal zijn. Wil men een 150-tal kolonisten blijven behouden, wanneer men alleen voor den landbouw opleidt, dan zal dit onvermijdelijk nog tot eenige vergrooting van gebied moeten leiden. Over het algemeen is geconstateerd uit zonderingen daar gelaten dat de kolo nisten niet ouder dan ongeveer 26 jaar mogen zijn om nog succes met de „omvorming" te kunnen bereiken. Hun werktijd in de Wie- ringermeer is op 11/2 tot 2 jaar gesteld en voor de meisjes, die in de landbouwhuis- houdkunde worden opgeleid, is 11/2 jaar voldoende gebleken. Het aantal aanvragen om hier geplaatst te mogen worden, is nog altijd buitenge woon groot, maar men houdt zich aan een 150-tal kolonisten, zoodat nieuwelingen slechts plaats krijgen, naarmate de opge leiden zijn vertrokken. De stichting waarvan mevrouw Van Tijn een ijverige secretaresse is, heeft een Raad van Beheer, waarin o.a. de heer Asscher zitting heeft en welke tweemaal per jaar bijeen komt. Het Dagelijksch Bestuur ver gadert gewoonlijk elke veertien dagen om alle vraagstukken te bekijken, welke in dit kleine Joodsche wereldje de aandacht vragen. Voldaan over de opleiding. Tot dusverre zijn ongeveer 200 jonge mannen en vrouwen, na beëindiging van hun leertijd, vertrokken. Zij gingen voor het grootste deel naar Palestina, maar voor een belangrijk deel ook naar Zuid-Amerika en Zuid-Afrika en brieven uit verre wereld streken in het werkdorp ontvangen, getui gen er van hoe onmisbaar de daar gegeven opleiding geweest is. „Einer Einrichtung wie dem Werk- dorf", schrijft één der oud-kolonisten uit Palestina en wij geven hier slechts een aanhaling uit één der talrijke bin nenkomende brieven „kommt eine unermesslich grosse positieve Bedeutung zu. Nicht allein, dass unsere Menschen dort von Stadtmenschen zu Landwirten wurden und die denkbar vielseitigste Ausbildung erhielten, das Werkdorf gab unseren Menschen zunachst auch wieder einen menschlich-geselschaftlichen Halt. Wir wisen doch, wie bitter nötig sie ihn haben wenn sie aus Deutschland heraus- kommen". Een bezoek aan het werkdorp. Op een regenachtigen dag zijn wij naar de Wieringermeer getrokken. Het wou maar niet droog worden, maar in ons landje, dat vijf zomer- en zeven wintermaanden telt en waar het slechte weer zich voornamelijk in het open gebied doet gelden, krijgt de polder zooveel kou en regen, dat wij alles juist op zoo'n dag in zijn natuurlijkste sfeer konden bekijken. De eerste directeur van het werkdorp, dr. Lubinsky, is vertrokken en opgevolgd door den heer Katznelson, door wiens vriende lijke bemiddeling wij in staat gpsteld werden in alle onderdeelen van de kolonie een kijkje te kunnen nemen. Allereerst trekt het gemeenschapsgebouw de aandacht, een bouwwerk, dat 45 M. lang en 17 Meter breed is en waai'in een eetzaal en vergaderzaal van 20 bij 10 Meter gemaakt is. Er is bij de opening van dit gebouw in diverse bladen van een nieuwe synagoge ge sproken en voor wie niet beter weet moet dit den indruk maken, dat men een derge lijk bouwwerk reeds als kerk moet ge bruiken. In werkelijkheid is er voor de godsdienstige bijeenkomsten slechts een bovenzaal van bescheiden afmetingen be stemd, waarin zich wat houten zitplaatsen en een kastje met de gebedsrollen bevinden. Het gebouw is nog niet in gebruik omdat er inwendig nog allerlei aan veranderd en verbeterd moet worden. Jeugdige kolonisten, die de centrale verwarming geïnstalleerd hebben, waren thans bezig ketels te plaat sen in een keuken, die door breede luiken met de groote zaal die weldra in gebruik zal worden genomen is verbonden. Alles is in lichte kleuren gehouden en overal ziet men eenvoudige houten meubels, keurig af gewerkt en geschilderd, welke uit de eigen werkplaats worden betrokken. Het kamp maakt eenigszins den indruk van een groot circus, waarbij dan niet van een tent met wagens, maar van een gebouw met barakken kan worden gesproken. Zestien barakken staan in een halven cirkel om het gemeenschapsgebouw heen en daartusschen heeft men allerlei betonnen paden en paadjes gemaakt zoodat men niet den geheelen dag in de klei van de Wierin germeer behoeft te stappen. Door het stichten van een eigen bakkerij en wasscherij komt men tot steeds lagere exploitatiekosten. Er staat in één der barak ken reeds een bakker met een witte muts, die groote brooden uit den oven haalt, van rogge en tarwebloem gebakken, die er aller smakelijkst uitzien. Dat er dagelijks heel wat noodig is kan blijken uit het feit, dat de bevolking waarvan 55 kolonisten op het oogenblik in den landbouw werkzaam zijn thans uit 120 jonge mannen en 25 meisjes bestaat. De meisjes zijn bij elkaar in enkele woonbarakken ondergebracht en krijgen ge legenheid alles te doen wat later op een hof stede zal moeten gebeuren. In één der barakken vindt iedere kolonist een kastje, waarin hij zijn vuile wasch kan afleveren en deze schoon en versteld weer terug ont vangt. Eenige meisjes houden zich hier hoofdzakelijk met verstelwerk bezig en in een naastgelegen af deeling komen de strijk- stertjes handen te kort om het gewasschene netjes te kunnen afleveren. Zij strijken met brongas, dat men hier natuurlijk zelf uit den grond haalt. Boven de groote eetzaal van het gemeen schapshuis bevindt zfch een reusachtige zolder-bergplaats, waar men het teveel aan graan tijdelijk kan deponeeren. Er is een landbouwafdeeling, waarin tal van moderne machines, welke alle het eigendom der stichting zijn, een plaats heeft gevonden en deze afdeeling is een paradijs voor de mus- schen, die bij zwermen van de graanzakken opvliegen als de groote deuren worden open geschoven. Het gemeenschapshuis heeft een prachtige hall met zelf vervaardigde eiken banken, er is een moderne sanitaire inrichting en een leslokaaltje, waar Hebreeuwsch onderwezen wordt en waar vele couranten ter lezing gelegd zyn. In één der barakken is een ziekenzaaltje ingericht. De dokter uit Barsingerhorn komt driemaal per week per auto naar het kamp en natuurlijk verder zoo vaak dat noodig blijkt en heeft dan. de hulp van één der vrouwelijke kolonisten, bij wie een zekere voorliefde voor het verplegen ontdekt is. De meubelmakerij. In één der grootste barakken, waar de lijmpotten op het vuur stonden, worden, onder leiding van een werkmeester, de meubels gemaakt en hier worden zelfs eigen instrumenten o.a. fraaie blokschaven vervaardigd. Het is aardig te zien, hoe enthousiast hier gewerkt wordt en hoe handig o.a. een doctor in de rechten hier reeds de gereedschappen weet te gebruiken. Een werkbaas nam ons even mee naar zijn woning, waar hij met vrouw en kind huist en waar alle meubelstukken, kasten, tafels, stoelen, naaïdoosjes van fijn fine'er- werk en zelfs een schemerlamp van de vakbekwaamheid van reeds vertrokken kolonisten getuigen. In een hoek van deze barak was de radio op den Deutschland-sender voor nieuws berichten ingesteld. Het bloed kruipt nu eenmaal ook bij deze uit hun land ver drevenen waar het niet gaan kan. De landbouwschuur. In de groote landbouwschuur ligt het hooi tot den zolder en staan een zestigtal koeien op stal. Er zijn automatische drinkbakken, waarbij de dieren zelf de waterleiding in werking stellen en alles geeft den indruk van een goede verzorging. Moeten wij nog den stier noemen, die met zijn breeden kop over een betonnen borstwering kwam kijken, de kalveren, die in een aparte ruimte bijeen gebracht waren, de paarden, die zich aan geurig hooi te goed deden, de schapen, die buiten op het land graasden of het pluimvee, dat ijverig de wormpjes uit de Wieringermeergronden pikt? Het is vol doende te zeggen, dat alles hier van voor- beeldigen arbeid getuigt. Drie jonge mannen hebben hier een levensgezellin gevonden en daarom een aparte woonruimte gekregen. Men is in en buiten het kamp op deze huwelijken niet erg gesteld, want de kolonisten komen hier om te werken en niet om te trouwen. Maar de liefde laat zich nu eenmaal niet aan banden leggen en met speciale vergunning van de regeering en van de stichting zijn er dus op het raadhuis van de gemeente Barsingerhorn reeds drie huwelijken gesloten van kolonis ten, die voortaan niet eenzaam door het leven zullen gaan. op den weg met groote kalkletters een leuze geschreven, waarin de overwinning van een politieken leider voorspeld wordt. Men heeft het blijkbaar noodig geacht, naar de Wieringermeer te gaan en juist op deze plaats te waarschuwen, dat er een tjjd kan komen, dat er ook in ons land voor deze slachtoffers van een politiek inzicht geen plaats meer zal zijn. Conclusie. Na alles, wat wij gehoord en gezien heb ben, kunnen wij constateeren, dat hier geen sprake is van een blijvende en groeiende stichting, waaraan onze grond wordt ge schonken, terwyl onze eigen zonen geen schijntje van een kans zouden krijgen. Er is, van regeeringszijde, geen sprake van eenige financieele tegemoetkoming, er k alleen en dat is vaderlandsche traditie een toevluchtsoord geboden aan verdrukten en verdrevenen, er is hun gelegenheid ge geven zich voor te bereiden op de zwart taak, welke hun in verre landen zal wachten. Het koekoeksei in de Wieringermeer is een duivenei van normale afmetingen gebleken, Tj. Naar aanleiding van de plaatselijke verkiezing te Brussel. EEN HOEKJE VAN DE SCHUUR. Een waarschuwing. Als men het werkdorp verlaat, dit kamp, waar menschen vlijtig arbeiden zonder con tact met hun omgeving te zoeken, vindt men Dagrelle contra van Zaaland. ('Van onzen correspondent;) BRUSSEL, 20 Maart 1037. De politieke atmosfeer, welke op het oogenblik in België heerscht, wordt wel- degelijk gekenschetst door de onwaardige tooneelen die sedert en kelen tijd in het parlement plaats hebben. Dinsdag en Woensdag heeft de Kamer andermaal oogenblikken beleefd van opgewondenheid die men vroeger niet gewoon was, naar aan leiding van de interpellatie van den gewezen minister van financiën, G. Sap, eigenaar van „De Standaard", het katholieke Vlaamsche orgaan te Brussel, dat eens door Frans van Cau- welaert werd opgericht, en die op laaghartige wijze getracht heeft den persoon van den heer Van Zeeland te treffen. De heer Sap is een figuur, die als kam pioen van de goudpariteit van den frank eenigen tijd sympathie heeft gehad in breeden kring, maar die sedert geruimen tijd, dat is sedert hij geen ministerporte feuille meer bezit, een duistere rol speelt. Men verzekert dat hij de campagne van Degrelle heeft gevoed met de documen tatie welke hij als minister van financiën over allerlei financiëele zaken bezat. Hij heeft met een hardnekkigheid, die een beter doel waard was, getracht Van Cau- welaert als politiek leider ten onder te brengen, en hem in zijn persoonlijke eer te treffen. Hij heeft gecoquetteerd met politieke groepen, die hij, tijdens zijn mi nisterschap, stelselmatig links liggen liet, uitsluitend om zijn persoonlijke doelein den te dienen. Het is, voor een Vlaming, bedroevend en vermakelijk tevens, te moeten vaststellen dat deze man zijn orgaan een houding laat aannemen ten overstaan van de Vlaamsche belangen, die uitsluitend door zijn persoonlijke belan gen is ingegeven. Was, tijdens zijn minis terschap de Vlaamsche kwestie zoo goed als opgelost, althans was zij niet belang rijk genoeg om op het eerste plan van de bekommernissen der regeering te worden geplaatst, na zijn ministerschap kon zij niet radicaal genoeg worden gesteld. De verpolitieking van deze kwestie werd nooit meer gevoeld in Vlaamsche kringen dan sedert Sap uit de regeeringscombi- natie is verdwenen. Zijn dubbelzinnige rol ten opzichte van Rex en Degrelle is nu eens te meer tot uiting gekomen, want nu weer heeft hij zich, gisteren en vandaag tot propagandist gemaakt van de verkie zingscampagne van Degrelle tegen Van Zeeland. Naar aanleiding van zijn inter pellatie over de werking van de commis sie van onderzoek Servais, naar finan ciëele schandalen, welk onderzoek niet veel heeft aan het licht gebracht, heeft hij den eersten minister verweten dat hij zijn honorarium als vice-gouverneur van de Nationale Bank heeft ontvangen, terwijl hij ook nog zijn honorarium ontving als eerste minister. De heer Sap heeft meer geïnsinueerd dan bevestigd, wat een ge woonte is, en de alles ophelderende ver klaringen van Van Zeeland hebben in de Kamer een golf van verontwaardiging verwekt, welke nog nooit op een Kamerlid op dergelijke manier is neergekomen als thans. De heer Van Zeeland, die een rechtschapen man is en met terzijdestel ling van zijn eigen belangen zich heele- maal aan het openbaar belang wijdt, heeft, sedert hij de leiding heeft van de regeering, nooit andere inkomsten gehad dan deze van zijn honorarium als minister. Hij heeft, om op denzelfden voet te kun nen blijven leven als voorheen, zijn eigen bezit moeten aanspreken, dat is zijn kapi taal, geërfd van zijn vader en zelf gewon nen voor zijn ministerschap. Maar van den laster blijft er wel iets over en in dezen politieken strijd laat de Rexpers niet na het vergift te gebruiken dat werd afge geven tegen den Belgischen Staatsman. Dat zijn politieke zeden, ingesteld op de exploitatie van schandalen, die, als zij niet bestaan, moeten worden uitgevonden. Eens te meer een Hitleriaansch principe. Want dit alles moet men vooral zien met het oog op den kiesstrijd die zich, tusschen Degrelle en Van Zeeland, op het oogen blik ontwikkelt. In onzen laatsten brief lieten wij voor zien dat de kiesstrijd zou plaats hebben, dat geen uitzonderingsmaatregelen zou den worden getroffen om de gedeeltelijke verkiezing onmogelijk te maken, maar dat waarschijnlijk door de groote partijen geen candidaten zouden worden gesteld tegen Degrelle. Het laatste is wel verwe zenlijkt, doch Van Zeeland heeft zich laten overhalen om als nationaal candidaat tegen Degrelle op te treden. Er heerscfci g-en volle instemming met deze houding Sommigen meenen dat het een politietop fout is de handschoen op te rapen welke Degrelle heeft toegeworpen. Men legt hel uit als een overschatting van de beteeke» nis van Degrelle. Anderen meenen dat hei een gelegenheid is om Degrelle scha&tomap te zetten en dat zij daarom moest worde# aangegrepen. De gebeurtenissen zullen hel uitwijzen. Doch een feit is het dat dooè deze verkiezing Degrelle alleszins gedn» rende veertig dagen zijn doel heeft bal reikt, namelijk dat hij een bestendigjp agitatie zal in het leven kunnen houder* met de medewerking van zijn tegenstan» ders en dat het land meer en meer in twe# tegenstrijdige groepen wordt verdeelA degenen die voor alles de grondwettelijk# vrijhden willen handhaven en de ander?» die het regiem willen vernietigen, zooajp dit heet, om een ander in de plaats te stel len, dat voorloopig nog niet goed is b®* paald maar dat van Hitleriaanschen inslag is. Degrelle en zijn twee organen, hel Fransche en het Nederlandsche, hebbeflj reeds alle middelen gebruikt om Van Zee* land als de candidaat van deeommu* nisten voor te stellen, zich beroepende oJS de omstandigheid dat de communiste# geen candidaat stellen en voor Van Zee* land zullen stemmen. Er zullen geen an* dere candidaten zijn dan Van Zeeland e# Degrelle, tenzij er op het laatste oogenblik! nog een of ander grappenmaker moei voor den dag komen. De groote partije# steunen Van Zeeland. Alleen de Vlaara* sche nationalisten hebben opdracht gekre gen Degrelle te steunen, zich stellende ag> het standpunt van het accoord tusschej» Rex en het Vlaamsch Nationaal Verbond* dat nog steeds niet is gepubliceerd en waarvan men den inhoud niet kent. Het voor de Vlamingen, die het beste van zic$ zelf hebben geofferd om de Vlaamsch# beweging te brengen waar zij nu is, een| zonderling verschijnsel dat een organisatie die zich op een radicaal standpunt stelt, eo de Groot-Nederlandsche gedachte propa* geert, nu aanbeveelt te stemmen voor deal candidaat van een groep die de verwoed* ste franskiljons in haar schoot heeft opge» nomen, en die er een toevlucht hebbel gezocht omdat hun rijk in Vlaanderen meer en meer verdween. Sedert echter hei VL Nationaal Verbond b.v. bij gelegenheid van het huwelijk van Prinses Juliana cq de incidenten met Duitschland paar aan* leiding hiervan in zijn orgaan „Volk e«| Staat" van leer trok tegen het Nede^ landsche nationaal gevoel om heelemaal het nationaal-socialistische standpunt verdedigen, moet men zich hierover nk# verbazen. Zelfs prof. Geyl en mr. Gerre& son hebben dit leeren beseffen. Het is te verwachten dat deze campagr* ten slotte tegen Degrelle en zijn politie# zal eindigen. Zij kan haar goede zijd* hebben, omdat in een bepaald arrondissei ment, Brussel, de kiezers zullen moete# uitspraak doen en voor een beslissing zul* len staan, waarvan zij zullen beseffen daji het om nog wat anders gaat dan om een wrokkig gevoel te koelen of om aan een zekere nieuwsgierigheid lucht te geven. Het werk van de regeering wordt gewaar deerd en de resultaten worden door nie mand ontkent. Zooals minister Van Isacker het in Utrecht heeft verklaard, is België uit de crisisperiode geraakt. Hefc komt er nu op aan voort te bouwen en den opnieuw verkregen welstand, die immer broos blijft, te behouden. Daarom wil do openbare meening in haar groote meer derheid niet van de agitatie van de rexis- ten, gesteund door de VL nationalisten, en die slechts zuivere politieke doeleinden nastreeft, welke maar al te zeer gelijken op wat in Duitschland is verwezenlijkt. Een gevaar dat in dit alles schuilt is dat het misbruik hetwelk door Degrelle wordt gemaakt van de vrijheden die hem door de grondwet worden gewaarborgd, om deze vrijheden te doen verdwijnen in het land, aanleiding zal geven, ten slotte, tot maatregelen van neutraliseerenden aard. Wij hoorden reeds van verschillende zij den deze meening uitdrukken dat dB regeering onmogelijk langer vrij spel kat! laten aan opzettelijke kwade trouw, ophit sing en doelbewuste pogingen om de be staande orde te vernietigen. Zoomin als dit van communistische zijde zou worden aanvaard, zoomin kan het van de ander# zijde worden geduld. Dit opent mogelijk heden welke niet mogen worden voorbij gezien. Daaromtrent ook zal de toekomst in België belangwekkend rij"-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 13