DE GRONDWETSHERZIENING AKKERTJES HET WEREN VAN REVOLUTIONNAIRE VOLKSVERTEGENWOORDIGERS. Die schele Hoofdpijn dooesodo&eeeesodeoeoeooeoeeeef HET HUIS MYSTERIES ALKMAARSCHE COURANT van DINSDAG 23 MAART 1937 Binnenland DE PERSVRIJHEID BEHOUDEN. DE PARLEMENTAIRE ONSCHENDBAARHEID. Verschenen is de Memorie van Antwoord van de Eerste Kamer met betrekking tot de voorgenomen Grondwetherziening. In het staatsstuk lezen wij o.a.: Een gedachtenwisseling over de beteekenis van artikel 198 der Grondwet in verband met het samenvallen van de verkiezingen als deel van de grondwettelijke herzienings procedure en de periodieke verkiezingen van de Tweede Kamer is, in haar algemeen heid zeker niet van belang ontbloot. In het onderhavige geval pleiten, evenals trouwens in 1917 en 1922, naar het oordeel van de regeering voor dit samenvallen verschillen de gronden. Wanneer de regeering de voor bereiding van de herziening van de Grond wet niet had bespoedigd, zoodat de verkie zingen ex artikel 198 konden worden ge houden tegelijk met de periodieke verkie zingen voor de Tweede Kamer, hadden met zeer korte tuschenruimte twee verkiezingen moeten worden gehouden. In verband met de moeilijke tijdsomstandigheden scheen dit minder wenschelijk. Staat den voorstanders van een breed op gezette herziening van de Grondwet, vraagt de regeering, zelf wel scherp omlijnd voor den geest, hoe in hun gedachtengang de her- Zxening zou behooren te worden opgezet? hi de Grondwet der toekomst zouden, volgens die leden voorts niet slechts eenige historische grondrechten van ons volk be hooren te worden vastgelegd. Zij zou ook niet meer in hoofdzaak de grondslagen onzer Staatsinrichting bevatten, doch daarnaast moeten strekken tot bewaring en bescher ming van andere dan strikt staatsrechtelijke goederen. Had deze opvatting de regeering geleid, toen zij een herziening van de Grond wet voorbereidde, dan zou, naar het oordeel dier leden, de waarde van de Grondwet zijn verhoogd. De Grondwet zou meer in over eenstemming zijn gehouden met de her leving van het nationale besef, dat ten onzent waarneembaar is, kortom de herziening van de Grondwet zou der Grondwet waardig zijn geweest. Het doet der regeering leed, dat het wei- Sprekend betoog zoo weinig concretiseert. Naar welke goederen gaat hun gedachte uit, wanneer zij spreken over andere goede ren dan strikt staatsrechtelijke, die in de Grondwet evenzeer zouden moeten worden beschermd en bewaard? En wat nu betreft de voorbeelden van wat volgens meergenoemde leden in de Grond wet tot uiting zou behooren te komen. In derdaad huldigt de regeering de opvatting, dat de versterking van den invloed der christelijke beginselen op de staatkunde voorwaarde is voor een beleid, dat aan ons volk in zijn geheel ten goede komt. Naar het oordeel van de leden, hier aan het woord, zou dit standpunt grondwettelijk behooren tè worden vastgelegd, daar de bedoelde op vatting op verschillende wijzen in de onder scheidene volksgroepen weerklank heeft gevonden en zij de vrucht is van een diepere bezinning onder den invloed van hetgeen in de laatste kwarteeuw de menschheid heeft ondergaan. Wat zal echter de beteekenis zijn van het neerleggen van deze opvatting in de Grondwet? Zou het bjj uitstek kostelijke goed, waarom het hier gaat, daardoor beter zijn bewaard en beschermd? Naar het oor deel van de regeering zeker niet, te meer niet, indien de bedoeling is een bloot ge tuigende grondwettelijke voorziening. Bo vendien: dreigt niet het gevaar, dat men in de practijk stuit op verschil van meening ten aanzien van den inhoud dier beginselen of van de consequenties die hieruit voort vloeien? In dat geval zou de gewenschte vermelding in de Grondwet toch ook haar minder goede zijde kunnen blijken te heb ben. Hetzelfde geldt ten aanzien van den wensch, dat in de Grondwet zouden worden opgenomen de leidende gedachten op het stuk van het sociale leven. Onverwachte bedenking. Naar het oordeel van de leden, die een Grondwetsherziening in grooten stijl voor stonden, is ook de inhoud van onze staats regeling, zooals deze in de Grondwet is op genomen, rijp voor een herziening. Zij wezen in dit verband op de betrekking tusschen het rijk en de gemeenten. Zij achtten de be schrijving van die verhouding in de Grond wet alleszins voor verbetering vatbaar, daar zij te veel herinnert aan de centralisatie-ge dachte van de revolutie en miskent, dat de gemeenten historisch gegroeide corporaties zijn met eigen recht. Indien de regeering op een bedenking niet bedacht is geweest, is het wel deze, dat het vierde hoofdstuk van de Grondwet in den geschetsten zin onbevredigend zou zijn. Onder de beginselen, die den Grondwet gever van 1848 hebben geleid, staat de idee van den gedecentraliseerden staat voorop. Wat de leden, die de stelling verdedigden. ter adstructie daarvan aanvoerden, zou alleen kunnen bewijzen, dat de decentrali satie-gedachte niet steeds in de wetgeving tot haar recht komt; zij .bewijst niet, dat de grondwet op dit stuk te kort schiet. Eenige leden hebben in de ontwerpen tot herziening van de grondwet noode een voor stel gemist, waarbij, in het belang van een gezonde werking van het vertegenwoordi gend stelsel, de mogelijkheid zou worden geopend, dat in niet voldoende mate onaf hankelijke vertegenwoordigers van bepaalde groepsbelangen van de verkiesbaarheid wor den uitgesloten. De regeering deelt dit stand punt niet. In het ontwerp van wet tot wijziging van de gemeentewet, in 1931 tot wet verheven, was een bepaling van de hier bedoelde strek king opgenomen met het oog op het lid maatschap van den gemeenteraad. Dit voor stel is toen verworpen, hoewel zonder twij fel meer voor een zoodanige incompatibili- teit zou pleiten ten aanzien van den ge meenteraad, die naast zijn regelende een besturende taak heeft, dan ten aanzien van de Staten-GeneraaL die telkens Uw dag vergalt zoo'n migraine, die U ongeschikt maakt voor Uw werk,, die Uw geest versluiert en U hel denken onmogelijk maakt, daar door behoeft Ge U niet te laten kwellen. Gebruik daarvoor nu eens één of twee "AKKERTJES" en dat ellendige gevoel zal optrekken als 'n grauwe mist voor de zon. Dan zult Ge U weer verjongd en als her boren gevoelen, vol werk- en levenslust. "AKKERTJES" bevatten een zeer bijzondere samenstelling van geneesmiddelen, bereid volgens recept van Apotheker Dumont en zijn onschadelijk. "AKKERTJES" zijn ook ongeëvenaard door hun snelle en prompte werking bij allerlei aandoeningen zooals Griep, Kou, Spierpijn, Zenuwpiin, Rheu- matische pijnen, Lendenpijn, Migraine Vrouwenpijn, Kiespijn en Lusteloosheid. Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent. Volgens recept van Apotheker Dumont AKKER-CACHETS JladiopcoQcamuia Delegatie van macht. De regeering heeft gemeend, geen voor stellen te moeten doen op het stuk van dele gatie van wetgevende bevoegdheid, omdat zij een desbetreffende regeling in de Grond wet niet noodzakelijk acht. De regeering zou een regeling van het delegatie-vraagstuk in de grondwet zelfs minder gewenscht achten, omdat noodtoe standen denkbaar zijn, waarin een regeling van overdracht van wetgevende bevoegd heid in de grondwet een ondraaglijke bar rière zou kunnen blijken. Een andere vraag is, of voor dergelijke noodtoestanden niet een afzonderlijke rege ling ware te treffen, zooals door den heer Goseling in de Tweede Kamer werd bepleit. In de huidige omstandigheden bestond daar naar het oordeel der regeering nog geen aanleiding toe. Zooals de regeering reeds heeft uiteen gezet, heeft zij, na ampele overweging, ge meend, geen voorstel te moeten doen tot wijziging van artikel 7 der grondwet. In de tegenwoordige tijdsomstandigheden, nu alles er op moet zijn gericht te vereenigen, mag niet zonder dwingende noodzaak een voor stel worden aanhangig gemaakt, dat niet kan nalaten te verdeelen. Te meer scheen de indiening van een ontwerp tot beperking van de vrijheid van de drukpers niet noodig, omdat reeds het bestaande artikel 7 zich tegen het treffer- van een wettelijke regeling van het verbod van een bepaalde uitgaaf niet zou verzetten. Geen preventieve controle op politieke partijen bij candidaatstelling. De regeering zou het geen stap in de goede richting achten, indien de verhouding 50 100 voor de twee Kamers der Staten-Gene- raal werd losgelaten, om plaats te maken voor een wisselend aantal leden, waardoor ook de onderlinge verhouding labiel zou worden. Een en ander zou consequenties meebrengen, waarvan de draagwijdte der regeering thans niet scherp voor oogen staat. De regeering kan de argumentatie' niet klemmend vinden van de leden, die betreur den, dat niet is voorgesteld, voor de tot standkoming van de wet tot wijziging van het evenredigheidsstelsel een gekwalificeer de meerderheid te eischen. Aan het insti tuut van de gekwalificeerde wetten moet geen uitbreiding worden gegeven. Met even veel recht als voor een wet, als hier bedoeld, zou ook ten aanzien van andere wetten een gekwalificeerde meerderheid kunnen worden gevorderd. De regeering deelt het standpunt van de leden, die van oordeel zijn, dat verlaging van den kiesgerechtigden leeftijd tot 21 ja ren en verleening van het actieve kiesrecht aan alle Nederlanders, ook de niet-ingeze- teneh van bedoelden leeftijd niet wensche lijk is. Revolutionnaire vertegenwoordigers. Ten onrechte zijn sommige leden van meening, dat de aanleiding tot de indiening van het vijfde wetsontwerp mogelijkheid tot vervallenverklaring van het lidmaat schap van revolutionnaire vertegenwoordi gers in vertegenwoordigende lichamen is gelegen in het wangedrag van enkele com munistische afgevaardigden in de vereenig- de vergadering tot opening van de zitting der Staten-Generaal, eenige jaren geleden. Die aanleiding ligt dieper. De gebeurtenis, waarop de leden hier aan het woord doe len, is niet meer dan een druppel geweest in een emmer. Het voorstel zou weinig doeltreffend zijn, daar het niet is gericht tegen de verkies baarheid van aanhangers van ongeoorloofde beginselen, doch tegen reeds gekozenen. Van andere zijde is er reeds op gewezen, dat voor uitsluiting van personen van revolutionnaire gezindheid uit de Staten-Generaal moeilijk een bruikbare formule zou zijn te vinden. Naar de meening van de regeering moet een beperkter doel worden nagestreefd. Uit de volksvertegenwoordiging moeten worden gebannen zij, die kennelijk niet kunnen deel- Woensdag 24 Maart. HILVERSUM, 1875 M. (VARA- uitz.) 8.Gr.pl. 9.30 Onze keuken. 10.VPRO-morgenwijding. 10.20 Causerie over de geschiedenis der Ned. Arb. Beweging (gr.pl.), accor deon en piano. 11.— RVU.: De juiste vormen in onze woning. 11.30 Causerie voor de werkloozen. 12. 1.45 VARA-orkest en gr.pl. 2.Or gelspel. 2.30 Voor de vrouw. 3. Voor de kinderen. 5.30 De Fliere fluiters, zang en gr.pl. 6.30 RVU.: Individu en gemeenschap, causerie. 7.Zang. 7.30 VPRO: Humanisme en mystiek. 8.Herh. SOS-ber. 8.03 ANP-ber., VARA-Varia. 8.15 VARA-Grootorkest. 9.Radiotoo- neel. 9.30 Verv. concert. 10.ANP- ber. 10.05 De Ramblers. 10.40 Or gelspel. 11.Huwelijksverhoudin gen. 11.30—12.— Gr.pl. HILVERSUM, 301 M. (Alg. progr. NCRV). 8.Schriftlezing, medita tie en gew. gr.-muziek. 8.30 Gr.pl. 9.30 Gelukwenschen. 10.30 Morgen dienst. 11.Het Haagsche Trio. 12.— Ber. 12.15 Gr.pl. 12.30 De Gooilanders. 2.Gr.pl. 2.30 Chr. Lectuur. 3.Alt en piano. 3.45 4.45 Orgelspel. 5.Kinderuur. 6.— Pianorecital. 7.Ber. 7.15 Literair halfuur. 7.45 Rep. 8.ANP-ber. 8.15 Oratorium-uitz. (9.Gr.pl.) 10.15 ANP-ber. 10.20—11.30 Gr.pl. Hierna Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 11.05 Orgel spel. 11.35 Sportrep. 12.20 Het BBC- Schotsch orkest. 1.202.20 Het Bir- mingham Hippodrome Orkest. 3.10 Het Northern Ireland Blaasorkest. 3.50 Pianorecital. 4.20 Vesper. 5.05 Het John MacArthur Kwintet. 5.35 Het BBC-Dansorkest. 6.20 Ber. 6.40 Le tricentenaire du Cid. 7.Radio- tooneel. 8.20 BBC-Variété-orkest, orgel en solisten. 9.20 Ber. 9.40 Het Orchestre Raymonde. 10.30 Ka mermuziek. 11.45 Alec Freer en zijn Band. 11.5012.20 Dansmuziek Gramof oonplaten RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 12.20 Lamoureux kamer orkest en zang. 2.50 Symphonie- concert. 4.50 Zang. 5.05 Gnpl. 5.50 Zang. 6.05 Pianoconcert. 6.50 Ver volg zang. 7.05 Verv. piano. 7.20 Gr.pl. 8.20 Zang en piano. 8.50 Wil helm Teil, opera. KEULEN, 456 M. 5.50 Westduitsch Kamerorkest. 7.50 Omroepkwintet en solisten. 11.20 Orkestconcert. 12.35 Omroepkleinorkest. 3.50 West- mark-orkest. 5.20 Kamermuziek. 6.20 F. Hauck's orkest, Frankforter Beroepsmusici en solisten. 7.35 Uit zending gewijd aan de HJ. 8.05 Voordracht met muziek. 9.50 Cem balo-concert en causerie. 10.30— 11.20 Omroepkleinorkest en Schram- melensemble. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.S 12.20 Gr.pL 12.50 Omroeporkest. 1.30 Kleinorkest. 1.502.20, 6.20 en 6.50 Gr.pL 7.20 Kleinorkest. 3.20 Omroepsymph.-orkest. 9.20 Gr.pL 9.35 Verv. concert. 10.0510.20 en. 10.30 Vioolvoordr. 10.45—11.20 Gr, pi. 484 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 Klein orkest. 1.30 Omroeporkest. 1.50— 2.20 Gr.pL 5.25 Kleinorkest. 6.35 Gr.pL 7.05 Omroeporkest. 8.20 Radiotooneel. 10.3011.20 Omroep- dansorkest. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Solistenconcert. 3.05 Uitz. ge wijd aan de HJ. 8.35 Militair con cert. 9.20 Ber. 9.40 Politiek over zicht. 10.05 Weerber. 10.2011.20 Rob. Gaden's orkest. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE, Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.9.50, D.sender 9.50—10.20, Diversen 10.20—11.05, Lond. Reg. 11.0511.20, Radio Dan- mark 11.20—12.20, Brussel VL 12.20 14.20, Keulen 14.2014.50, Parijs R. 14.50—16.20, Lond. Reg. 16.20— 17.05, Parijs R. 17.0517.20, Keulen 17.20—18.05, Parijs R. 18.05—18.20, Keulen 18.2019.05, Parijs R. 19.05 19.30, Beromünster 19.3019.55, Toulouse 19.5520.20, Rome 20.20 —24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Ham burg 9.2010.35, Droitwich 10.35— 12.05, Lond. Reg. 12.05—15.10, Droitwich 15.1018.20, ScottishReg. 18.20—18.40, Brussel Fr. 18.40—19.20 Brussel VI. 19.2019.50, Lond. Reg. 19.50—20.20, Droitwich 20.20—24.—, Lijn 5: Diversen. nemen aan de legale en constructieve taak, die op de Staten-Generaal rust, daar zij re volutionnaire beginselen tot uitdrukking brengen en daardoor hun plicht met voeten treden, waardoor zij het aanzien van het parlement schaden. De omstandigheden van het bepaalde ge val zijn beslissend en onder omstandigheden kan' naast het directelijk ook het indirectelijk tot uitdrukking brengen van een zoodanig streven leiden tot vervallenverklaring van een lidmaatschap. Ook de vraag, wanneer een streven op iets is gericht, moet naar de omstandigheden van het bepaalde geval worden beoordeeld. Onder bestaande rechtsorde moét worden verstaan de rechtsorde, zooals deze binnen het koninkrijk bestaat, waartoe ook behoort de internationale rechtsorde, voor zoover het koninkrijk daaraan deel heeft. De vraag is gesteld, of onder een en ander ook valt het streven om bepaalde wetsarti kelen veranderd te krijgen. Het antwoord moet bevestigend luiden. Indien een lid van de volksvertegenwoordiging een streven tot uitdrukking brengt gericht op verandering van bepaalde wetsartikelen, met toepassing of bevordering van onwettige middelen, zal hij van zijn lidmaatschap kunnen worden vervallen verklaard. De toepassing van het beginsel, in het on derhavige artikel neergelegd, zou onze de mocratische instellingen in gevaar brengen, het aangewezen middel om op te treden te gen verschijnselen, als waarop het voorstel het oog heeft, zou volgens de leden, die deze stelling poneerden, zijn gelegen in de reglementen van orde. Waarbij dan aan den voorzitter der beide Kamers uitgebreide be voegdheden zouden moeten worden ver leend. De leden, hier aan het woord, mis kennen den grondslag van het voorstel. Het gaat in casu niet alleen om hetgeen wordt gezegd in de Kamer zelf, intra muros, maar om de gedraging van volksvertegenwoordi gers, zoowel in als buiten de muren van het parlementsgebouw, gedragingen, waardoor de waardigheid van het ambt wordt neerge haald. Uit de omstandigheid, dat het onderhavi ge voorstel niet is ingediend in 1933, toen de SD.A.P. tijdens en na de muiterij op „De Zeven Provinciën" zich sterk revolutionnaïr betoonde, hebben eenige leden afgeleid, dat de voorgestelde bepaling slechts de strek king heeft, aan de heerschende partijen de gelegenheid te geven, haar onwelgevallige groepen uit te bannen. De regeering acht de conclusie gewaagd. Wel verre, dat zij de stelling kan deden, dat de vervallenverklaring van het lidmaat schap der volksvertegenwoordiging in strijd zou zijn met het democratisch parlementaire steslel, zooals dit hier te lande geldt, staat de regeering op het standpunt, dat het de mocratisch parlementaire stelsel door invoe ring van een maatregel, als hier bedoeld, wordt gediend. Het aanzien van het parle ment lijdt hopeloos schade, wanneer het in zijn midden leden herbergt, die openlijk er voor uitkomen, dat zij de eerste de beste ge legenheid willen aangrijpen om, in strijd met hun plicht, de bestaande rechtsorde aan te tasten. Alle stroomingen moeten in de volksvertegenwoordiging tot uidrukking ko men, zeker, maar de vertegenwoordigers des volks mogen niet de revolutie prediken. Een verscherping van den inhoud en de passing van de wet van den 22sten April 1855 tot regeling en beperking der uitoefe ning van het recht van vereeniging en ver gadering, in het bijzonder met het oog op revolutionnaire en half-revolutionnaire groe pen, hoewel onder omstandigheden zeker raadzaam, is in het algemeen toch niet zon der bezwaar. Zoodanige verscherping levert $euiMetoti DER Uit het Engelsch door H.A.C.S, 39) „Ik geloof van wel. Hebt u enkele graf schriften gelezen? De Thatchers schijnen er allemaal zeker van geweest te zijn, dat zij hun belooning zouden krijgen. De fami lie heeft deze plek altijd verzorgd. Het is een van die plaatsen in het land, die his torische beteekenis hebben. Tenminste, idiote vrouwen komen heel dikwijls met notitieboekjes en fototoestellen om ze te bekijken. Adela schenkt thee voor ze en laat ze de familie-portretten zien en geniet er zelf ontzettend van". „Och zoo", zei ik, en ik stond de woor den op den grafsteen naast ons te lezen. „Nita Thatcher" stond met duidelijke let ters op den ouden steen. „Nita Thatcher". In een ondeelbaar oogenblik had ik ontdekt, dat die naam mij bekend was. Bayard had in zijn slaap ge zegd: „Nita's graf". De gedachte fliste door mij heen, dat ik hier eindelijk was doorgedrongen tot de oplossing van het raadsel. Ik wist zeker, dat Bayard gezegd had „Nita's graf". Was hier de een of andere geschiedenis begra ven, begraven, maar niet heelemaal, de een of andere niet-vergeten tragedie? Een on gelukkige liefde, een wraak, zelfs betwiste testamenten? Dit alles ging snel en wild door mij heen, en ik boog mij voorover, om naar den steen te kijken. Onder den naam stonden datums, en zij waren nogal af doende: 18391881. Zij was gestorven, deze Nita Thatcher, lang vóór Bayard of Dave geboren was. Eenigszins in de war gebracht, liep ik achteruit. En ontdekte, dat plotse ling op Dave's gezicht iets van duisteren argwaan te zien was. „Wat doet u hier?" vroeg hij zóó plotse ling, én zóó onaangenaam-woedend, dat ik met stomme verbazing geslagen was. „Waar om bent u hier gekomen? Hoor eens, zus ter u zult verstandig doen, u niet te be moeien met dingen, die u niet aangaan. Onthoudt u dat!" Hij draaide zich om, en was het hek uit en over den heuvel verdwenen, voor ik mijn geweldige verbazing te boven was, welke evenzeer door zijn plotselinge onre delijke woede veroorzaakt werd als door die eigenaardige kwestie van Nita That- cher's graf. Want het was beslist Nita's graf geweest, dat Bayard genoemd had, en Dave was beslist regelrecht naar dat graf geloopen, alsof dat het doel was van zijn komst op het kerkhof. Ik liep, met vele gedachten, terug naar het huis. Evelyn vroeg vriendelijk, hoe mijn wan deling geweest was, maakte een paar voor de hand liggende opmerkingen over het weer en over Florrie, en ging weg. Mijn humeur werd er niet beter op, toen ik ont dekte, dat zij het doosje met de overge bleven veronaltabletten meegenomen had. Tenminste, toen ik voor Florrie een glas water van de tafel ging halen, was de doos weg, dat was zeker. Toen ik Florrie er naar vroeg, zei ze, dat ze slaperig geweest was, maar dat er zeker van was, dat, gedurende mijn afwezigheid, alleen miss Evelyn in de kamer geweest was. Nu, als de veronal ergens veilig was, dan was zij het bij Evelyn, zei ik bij mij zelf, maar een klein beetje angst bleef diep in mij kna gen, en het begon mij toe te schijnen, dat ik misdadig-zorgeloos geweest was met de tabletten. En toch veronal is geen ver gif en geen werkelijk-gevaarlijk middel. Omstreeks negen uur dien avond kwam Adela naar boven, zij zag er erg moe uit, maar was nogal minzaam, en hijgde een beetje, tengevolge van den klim, de twee trappen op. „Hoe gaat het met uw patiënt, zuster Keate?" vroeg ze. „Ik hoop, wat beter? Je bent wat beter, niet, Florrie? Je hebt ons heusch laten schrikken!" „Ik ben heel goed", zei Florrie, een beetje uitgeput. „Miss Evelyn vertelde mij alles wat er gebeurd is. Ik kan niet gelooven, dat iemand met opzet het verkeerde goedjo aan mij gaf". Zij keek een beetje wantrou wend naar mij, maar ging voort: „Miss Evelyn zei, dat ik mijn leven te danken heb aan de zuster. Ik geloof ook, dat dat zoo is. Maar ik had moeten weten, dat ik die pil len niet moest nemen. Een vrouw met rood haar en de volle maan en iets uit Adela dacht, dat zij nog maar half bij was. Zij boog zich over het bed. „Kom, Florrie, probeer wat te rusten en wat gezonde slaap te krijgen. Dr. Bouligny zegt, dat je gauw beter zult zijn. 't Is fijn, dat zuster Keate hier was, en precies wist, wat er met je gedaan moest worden". Florrie keek weer naar me; het was een eigenaardige blik, waarin argwaan en dankbaarheid op eigenaardige wijze ver mengd waren. „O ja", zei ze. „Maar ik had beter moe ten weten, en ze niet moeten nemen. Maar ik denk, dat zij het niet met opzet deed". „Wat? Natuurlijk deed ze het niet met opzet. Het was een vreeselijk toevaL maar jij wordt heelemaal beter. Zuster Keate zal hier blijven en voor je zorgen, en „Ik geloof, dat ik beter alleen kan blij ven, als u er niet op tegen hebt". „Alleen! O nee, Florrie. Dr. Bouligny zegt, dat het beter is, dat zuster Keate bij jou blijft, en ik vind het erg vriendelijk van haar, om het te willen". „Ja", mompelde Florrie. „Maar vannacht is het volle maan". Adela keek verbaasd. „Florrie, je bent je zelf niet. Maar heb geen zorg: je zult beter worden als je pre cies doet, wat de dokter zegt. Wilt u haar een beetje opbeuren, zuster Keate? Hebt u^ iets noodig? Ik kan u niet zeggen, hoe dankbaar wij u zijn. Als u hier vannacht niet geweest was..." Haar gezicht was op eens een en al hardheid, als van graniet. Ze ging door: „Zie er vooral"niet tegen op, Emmeline te vragen u te helpen, als u iets noodig hebt. Goedennacht". Haar zijden rokken schuurden zachtjes op de trap. Florrie zuchtte. „Ik geloof niet, dat u heusch met opzet mij die tabletjes gaf, zuster Keate", zei ze, alsof zij mij vergeven wilde. „U bent vree selijk goed voor mij geweest, vandaag. Ik denk, dat u het niet met opzet deed. Miss Evelyn zei, dat ik zeker dood gegaan zou zijn, als u niet geweten had, wat er met mij gedaan moest worden". Ik kon niet inzien, wat voor nut het kon hebben, om Florrie iets te vertellen van het mysterie der veronal tabletten. Ik zei: „Dat is goed. Nu zal ik je kussens even op schudden, en jij moet probeeren te sla pen". „Zeg, zuster Keate, hebben ze vandaag de begrafenis gehad?" „Ja". „Was het een groote?" „Dat weet ik niet; er waren een hoop bloemen". „Dat zal wel. Bijna de heele stad was hier. Zeg, zuster Keate, hebben ze den in breker al gepakt?" „Nee". Zij dacht er een tijdje over na. Toen zei ze, met een soort van langzamen glimlach: „Ze zullen hem ook niet pakken. Die juweelen" lachte ze hardop „die ju- weelen. Zeg zuster Keate, niemand heeft die juweelen gestolen. Ik weet precies, waar ze zijn". (Wordt vervolgd.).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 9