DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Prof. Vening Meinesz in ons land
teruggekeerd.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 71
Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Donderdag 25 Wlaart 1937
Hoofdredacteur; Tj. N. ADEMA.
139e Jaargang
De algemeene toestand.
Alkmaar 25 Maart.
Een correspondent van Havas te Tokio
heeft zulks naar aanleiding van de
jongste berichten, uit Japan over de bui-
tenlandsche politiek van dat land (wij her
inneren hier o.a. aan het verdrag, dat Italië
en Japan zouden onderteekenen) met
verschillende politieke personen aldaar
gesproken. Men verklaarde hem, dat de
gëruchten omtrent onderhandelingen tus-
schen Japan en Italië samenvielen met een
verscherping van het conflict tusschen twee
stroomingen in politieke kringen voor de
buitenlandsche politiek van Japan. De eene
richting wenscht een verbetering en een
uitbreiding van de Engelsch-Japansche be
trekkingen, de andere wil een uitbreiding
van de Japansch-Duitsche overeenkomst.
Oeconomische, politieke en diplomatieke
kringen wenschen evenals de minister van
buitenlandsche zaken, Sato; nauwere sa
menwerking met Engeland, doch in be
paalde kringen van léger en marine stelt
men alles in het werk om tot een uitbrei
ding van het Japansch-Duitsche verdrag te
komen en tracht men de politiek van de
eerstgenoemde richting, te dwarsboomen. In
militaire kringen kent men de „Japansch-
Duitsche commissie tegen de Komintern"
groote beteekenis toe en men wil de mede
werking van Italië verkrijgen teneinde het
Japansch-Duitsche blok sterker te maken.
Hèt is dan ook te verwachten, dat het ver
zet van de militairen tegen de politiek van
Sato na de verdaging van de zitting van
het parlement sterker zal worden.
n
Gisteren heeft de Engelsche minister van
buitenlandsche zaken, Eden naar aanleiding
van de besprekingen in het Japansche par
lement waarin werd aangedrongen op bertere
betrekkingen met Engeland en China, in
het Lagerhuis verklaard, dat de Engelsche
regeering met genoegen kennis heeft geno
men van de verklaring van den Japanschen
minister van buitenlandsche zaken, waarin
deze zijn verlangen naar samenwerking met
Engeland te kennen gaf. De Engelsche re
geering wenscht evenzeer de betrekkingen
met Japan te verbeteren. Met veel genoe
gen zal de Engelsche regeering oók iedere
verbetering van de betrekkingen tusschen
Japan en China waarnemen, want zij is van
meening, dat een gestabiliseerd en welva
rend China, dat in vrede leeft met al zijn
buren van het grootste belang is voor deze
buren en voor de geheele wereld.
De woordvoerder van het ministerie van
buitenlandsche zaken te Tokio heeft het
gerucht tegengesproken, volgens hetwelk
binnenkort een diplomatieke overeenkomst
zou worden gesloten tusschen Italië en Ja
pan. De woordvoerder voegde hieraan toe,
dat de commercieele onderhandelingen tus
schen beide landen voortduren, doch dat
deze geen politiek karakter hebben.
De besprekingen loopen bovendien over
de rechten der Japanners in Abessinië, ter
wijl mede overleg wordt gepleegd over de
afschaffing van de eeuwigdurende erfpach-
rechten aan sommige buitenlanders ver
leend in bepaalde Japansche havens. Japan
onderteekent vandaag met Engeland en de
Ver. Staten een overeenkomst terzake van
de hernieuwing van eeuwigdurende erf
pacht en binnenkort zal dit ook met Frank
rijk geschieden. Te dezen opzichte is Japan
nog met Italië in onderhandelingen. De
woordvoerder van het departement van
buitenlandsche zaken deelde nog mede, dat
Italië niet wordt uitgenoodigd om deel te
nemen aan de Duitsch-Japansche overeen
komst tegen de Komintern.
Een Havas-correspondent te Tokio meldt,
dat er ten opzichte van Abessinië verschil
van opvatting bestaat tusschen Italië en
Japan. Italië stelt voor een vergelijk te
sluiten, gebaseerd op uitsluitend Abessinië.
Japan wenscht echter ook Somaliland in de
overeenkomst te betrekken. Italië stelt ver
der voor in het vergelijk de meest begun
stigde natie-clausule in te voegen. Japan
ziet echter in die clausule geen voldoende
bescherming van den Japanschen handel te
gen een bevoorrechting van den handel van
Italië in Etiophië,dat nu immers 'n Italiaan-
sche kolonie geworden is.
In een schriftelijk antwoord op een door
een der leden van het Japansche Lagerhuis
gestelde vraag verklaarde de minister van
oorlog en marine, dat de regeering nog
steeds gaarne wil medewerken aan de tot
standkoming van een internationale ont
wapeningsovereenkomst op een eerlijke en
redelijke basis. De regeering acht het even
wel met het oog op den internationalen toe
stand niet het geschikte tijdstip hiervoor.
De minister van oorlog en marine ver
klaarden voorts te streven naar een leger
en vloot, die van dezelfde sterkte zijn of
krachtiger dan die van andere landen. Le
ger en vloot streven naar een minimum
sterkte,' noodig voor de landsverdediging, in
het belang van den vrede in het Verre Oos
ten en van de speciale positie van Japan.
De Spaansche burgeroorlog
Het controleplan
Maandag inwerking.
De ontscheping van
vrijwilligers.
RUST AAN DE FRONTEN.
De niet-inmengingscommissie heeft de
gedelegeerden benoemd, die tot taak
zullen hebben het controleplan tot uit
voer te leggen.
Het plan zal 29 Maart in werking
treden.
Ook de Italiaansche afgevaardigde
heeft ten slotte zijn goedkeuring aan de
benoemingen gehecht.
Maiski, de Russische gedelegeerde, heeft
in opdracht van zijn regeering de aandacht
gevestigd op de volgens hem toenemende
Italiaansche interventie in Spanje.
Hij zeide, dat er half Februari niet minder
dan 60.000 Italianen in Spanje waren en hij
gelooft, dat het aantal nog is toegenomen.
Het gelijkt een Italiaansche militaire invasie.
Maiski stelde voor, dat een speciale com
missie zal worden benoemd en naar Spanje
gezonden om een onderzoek in te stellen:
lo. naar de beweringen betreffende de
ontscheping van Italianen in Spanje na 20
Februari en het lossen van oorlogstuig en
munitie voor Franco;
2o. naar alle mededeelingen over deel
neming van geregelde Italiaansche leger-
afdeelingen aan de militaire verrichtingen.
De Duitsche en de Italiaansche vertegen
woordigers, von Ribbentrop en Grandi, be
hielden zich het uitspreken van hun oordeel
voor en verklaarden hun regeeringen op de
hoogte te zullen stellen. Besloten werd het
vraagstuk in zijn geheel aan de sub-commis
sie voor te leggen.
Van gezaghebbënde zijde spreekt men te
Rome op de meest categorische wijze het
bericht tegen over een z.g. ontscheping, begin
Maart, van een contingent Italiaansche vrij
willigers. Men zet uiteen, dat het hier de
aankomst op 5 Maart in Cadiz betreft van
het Italiaansche mailschip „Sardegna", dat
uitsluitend sanitair materiaal, dokters en
verplegers aan boord had, dus een niet alleen
geoorloofd, maar ook humanitair initiatief.
Een nog krachtiger tegenspraak wordt ge
geven van de berichten, volgens welke
Abessiniërs naar Spanje zouden zijn ver
voerd aan boord van de mailschepen „Cesare
Battisti" en „Domine". De onjuistheid van
deze berichten, zoo wordt gezegd, wordt
bewezen door de volgende feiten: het mail
schip „Cesare Battisti" bevindt zich sedert
December j.1. in reparatie in Massaoea ten
gevolge van ernstige averij en het mailschip
„Domine" is, na door het kanaal van Suez
te zijn gevaren met bestemming naar Arabië
met 456 pelgrims aan boord naar de Middel-
landsche Zee teruggekeerd met 511 pelgrims
voor Tripoli, zonder een enkelen Ethiopiër.
Delbos bespreekt den toestand.
De Fransche minister van buitenlandsche
zaken, Delbos, heeft gisteren eenige bespre
kingen gevoerd, waarvan die met den Brit-
schen ambassadeur en den Duitsche ambas
sadeur bijzondere aandacht vragen.
Deze besprekingen hebben betrekking ge
had op den toestand, welke is geschapen
door de weigering van Grandi in de te
Londen gehouden bijeenkomst der niet-
inmengingscommissie toe te stemmen in de
terugroeping van vrijwilligers, die thans in
Spanje strijden, hoewel de regeering te
Rome toch behoord heeft tot de eerste die
dat hebben geëischt.
Delbos heeft den beiden ambassadeurs ge
wezen op het ernstige karakter van een der-
gelijken toestand. In de eerste plaats, indien
het officieele bewijs niet kan worden ge
leverd, dat Italië in gebreke is gebleven van
de verplichtingen, welke op 20 Februari j.1.
van kracht zijn geworden, niet meer toe te
staan dat vrijwilligers naar Spanje worden
gezonden, terwijl anderzijds uit verschillen
de bronnen aanwijzingen zijn ontvangen,
welke helaas te veel vermoedens laten be
staan.
In de tweede plaats werd de aanwezigheid
van geregelde Italiaansche troepen op het
Iberisch schiereiland gestaafd door een
reeks onweerlegbare documenten, zooals
foto's en op krijgsgevangenen bevonden
dagorders. Daarenboven heeft het commu
niqué van den grooten fascistischen raad
van deze feiten een officieele bevestiging
gegeven, welke waarde niet aan twijfel
onderhevig is.
De versterking van de bewapening is niet
tegen een bepaald land gericht.
In de kringen van de vloot te Tokio be
waart men het stilzwijgen over de geruch
ten dat Japan voornemens zou zijn twee krui
sers te bouwen van 50.000 ton met kanon
nen van 16 en 18 centimeter. Een vooraan
staand persoon verklaarde een correspon
dent van Havas dat Japan in staat zou zijn
drijvende monsters die „in staat zouden zijn
Japan een domineerende positie ter zee te
verschaffen, te bouwen.
De minister heeft duidelijk uiteengezet,
hoe onder deze omstandigheden het stand
punt van Frankrijk is. In het hoogste belang
van den vrede is men te Parijs van meening.
dat het vergeefsch zou zijn lang en breed
over het verleden te redeneeren, indien bin
nen zeer korten tijd zou worden besloten de
buitenlandsche troepen en vrijwilligers, die
in beide kampen strijden, terug te roepen.
Hoe het zij, de Fransche regeering heeft
tegenover de veelvuldige inbreuken op de
niet-inmengingsovereenkomst, welke wer
den vastgesteld, het bewijs geleverd van een
geest van verzoening en groot geduld.
Als gevolg van de laatste militaire ge
beurtenissen voor Madrid schijnt het logisch,
dat de Italiaansche regeering tot twee stand
punten zou kunnen komen:
Of zijn in Spanje strijdende troepen terug
te roepen, öf wèl ze te versterken. Toch wil
men nog geen conclusie trekken uit de ver
klaring van graaf Grandi in de co-ordinat:'e-
commissie.
Onder deze omstandigheden blijft de
nauwe samenwerking, welke Frankrijk en
Groot-Britannië sinds den aanvang van het
Spaansche conflict hebben voortgezet een
zeer veilig preventief middel tegen een
nieuwen verergering van den toestand.
Daarom is men te Parijs van meening, dat
de beide regeeringen zich reeds nu moeten
bezig houden met het vaststellen van een
gemeenschappelijke houding, indien moge
lijk met samenwerking van alle andere
mogendheden, welke in de niet-inmengings
commissie te Londen zijn vertegenwoordigd.
Alle maatregelen, welke de doeltreffend
heid der controle zouden kunnen verzeke
ren, zouden onder oogen moeten worden ge
zien, speciaal om te voorkomen, dat nieuwe
contingenten vreemdelingen zouden worden
ontscheept. Men gelooft te Parijs niet, dat
dit een onoverkomenlijke moeilijkheid is. De
terugroeping van alle vrijwilligers is moge
lijk, zoodra deze gelijktijdig en wederzijdsch
zal zijn.
Verder zou de vraag kunnen worden ge
steld te weten met welke bestemming even
tueel de vrijwilligers zouden worden ge-
evacueerd, zooals de 9000 Duitschers, die
tegen het regiem van Hitier zijn gekant en
de bannelingen, die thans in Spanje strijden.
Dezen verbleven buiten Duitschland vóór
het Spaansche conflict. Onder deze omstan
digheden kan hun terugkeer geen hinder
paal vormen voor een algemeene terug
roeping.
De gevechlen.
Mededeelingen van de opstandelingen.
Het hoofdkwartier van de troepen van
generaal Franco deelt mede, dat van het
front van de noordelijke legers, behalve het
gewone geweer- en geschutvuur, niets bij
zonders is te melden. Een aantal overloo-
pers meldde zich bij de linies der recht-
schen. Allen toonden zich verbaasd over de
orde, welke aan de zijde der Franco-troepen
heerschte en over den overvloed en de
goede kwaliteit van het brood. Zij verklaar
den, dat indien het mogelijk was, de geheele
bevolking het door de regeeringstroepen
bezette gebied zou verlaten. Het naderen
van de rechtsche legers wordt als een be
vrijding begroet.
De zuidelijke legers hebben kleinere aan
vallen van de linksche troepen bij Grenada
en Cordnova afgewezen. De aanvallers leden
zware verliezen.
Jn den afgeloopen nacht heeft de lucht
macht van de opstandelingen de hoofdstad
gebombardeerd. Op verscheidene plaatsen
werden hevige ontploffingen gehoord, doch
het resultaat van het bombardement is nog
niet vastgesteld.
Drijvende mijnen voor de kust.
De torpedojager „Intrepide" is van Toulon
naar Port Vendres vertrokken, waar de
oorlogsbodem zich zal voegen bij de „Aven-
turier", teneinde tezamen de drijvende
mijnen, welke van de Spaansche kust zijn
losgeslagen, te zoeken en te vernietigen.
Communiqué van den verdedig ings-
raad van Madrid.
In het officieele communiqué van den ver-
dedigingsraad van Madrid wordt medege
deeld, dat gisteravond de opstandelingen
enkele dorpen zonder beteekenis bombar
deerden onder het voorwendsel, dat dit mili
taire objecten waren. De luchtmacht voerde
verkenningsvluchten uit en de bombarde
mentsvliegtuigen volbrachten zonder moei
lijkheden hun taak. De regeeringstroepen
hebben thans aan het Guadalajarafront on
geveer de helft van het terrein, dat zij ver
loren hebben, teruggewonnen. De legers
liggen thans weer vrijwel vast. De regee
ringstroepen stieten de laatste dagen op
sterker tegenstand bij de opstandelingen.
Toch wox-den de regeeringstroepen niet ge
heel vastgehouden, langs de vallei van de
Tajama-rivier zijn infanteriegroepen opge
rukt, voorafgegaan door tanks, Na een strijd
van twee uur werd het gestelde doel bereikt
en de verbindingslijnen tusschen Renales en
Laranueva van de opstandelingen doorge
sneden. Aan den Aragonweg werd een hevig
vuurgevecht geleverd.
Een onderhoud over de reis met de „O 16"
Met de „Nereus" van Spanje
naar hier.
Met het s.s. Nereus der K.N.S.M., dat
hedenmorgen kort voor elf uur in de
sluizen van IJmuiden aankwam, is
prof. dr. F. A. Vening Meinesz in ons
land teruggekeerd, na een onderzoe-
kingsreis van verscheidene maanden
aan boord van H.M.'s O. 16, die op de
terugreis naar Nederland op 12 Maart
j.1. te Lissabon aankwam. Daar kreeg de
commandant van de onderzeeboot op
dracht, zich naar de Spaansche wateren
te begeven ter convoyeering van Neder-
landsche schepen, die door schepen van
Franco aangehouden en opgebracht zou
den kunnen worden.
Prof. Vening Meinesz zag hierdoor een
onverwacht einde aan zijn verblijf op den
oorlogsbodem komen en bleef te Lissabon
achter, van waar hij per eerste gelegenheid
in ons land terugkeerde.
Omtrent het verloop van het laatste ge
deelte van de reis met de O. 16 deelde hij
aan onzen specialen verslaggever het vol
gende mede:
De reis van H.M.'s O. 16 tot Lissabon is
rustiger verloopen dan de twee eerste tra
jecten, waarover ik in eenige artikelen me
dedeelingen deed. Hoewel wij nog enkele
malen zwaren storm te verduren hebben ge
had, is het toch nimmer zoolang achtereen
slecht geweest.
In Hamilton, de hoofdplaats van de Ber
muda's, bleven wij vijf dagen, waaraan wij
allen prettige herinneringen zullen behou^
den.
Na twee dagen storm en regen kregen wij
mooi zacht weer. De Bermuda's zijn fraai be
groeide eilanden met lage kalkzandsteen-
heuvels, die telkens mooie uitzichten geven
over de talrijke baaien en inhammen, die de
eilanden in stukken deelen. Wij vonden er
veel hartelijke gastvrijheid van officieele en
niet-ofSlcieele zijde, van Engelschen en Ame
rikanen, want er is in den winter een druk
bezoek aan deze Engelsche eilanden vanuit
de groote steden van Amerika's oostkust. De
bemanning logeerde in het „Sailors Home",
dat onder de sympathieke leiding van mr.
Tucker zijn gasten een aardigen tijd bezorg
de. Er werden tochten gemaakt, o.a. naar
mooie grotten met smetteloos witte druip
steenvormingen en naar een belangwekkend
aquarium, beide aan de andere zijde van het
eiland gelegen. Een bijzonderheid van de
Bermudas is, dat auto's er verboden zijn; als
middelen van vervoer heeft men een elec-
trisch tram-treintje en rijtuigjes met paar
den.
Op dit bezoek volgde een rustig overtoch-
tje naar Norfolk, aan den ingang van Che-
sapeake Bay, van waaruit de reis, na een
dag oponthoud voor het opknappen van de
boot, de Potomac op, naar Washington werd
voortgezet. Bij Mount Vernon, het statige
buitenverblijf van George Washington, werd
door de bemanning front gemaakt voor het
graf van den grondlegger van Amerika's on
afhankelijkheid. Een uur later lagen wij ge
meerd aan de kade in de Navy Yard te
Washington
Ons verblijf van negen dagen aldaar is ge
kenmerkt geworden door een bijzonder aar
dige ontvangst in alle kringen. Naast offi
cieele feestelijkheden van de zijde van on
zen Nederlandschen gezant, den heer van
Haersma de With, en van de zijde van de
Amèrikaansche marine, die groote belang
stelling voor het bezoek van Hr. Ms. O. 16
aan den dag legde, is ons van alle kanten
de meest hartelijke gastvrijheid betoond.
Voor commandant van Waning en voor mij
zal een der meest gedenkwaardige oogen-
blikken blijven de ontvangst bij president
Roosevelt, die onzen gezant en ons, niette
genstaande zijn zeer drukke bezigheden, bij
zich heeft willen ontvangen. Men bemerkt
onmiddellijk in aanraking te komen met
een groote figuur; er gaat een onmiskenbare
kracht en tevens opgewektheid van hem
uit. Waar hij in verband met zijn overstel
pende taak slechts zoo zelden buitenlanders
bij zich ontvangt, was dit bezoek als een
bewijs van sympathie voor Nederland aan te
merken. Trouwens, de sympathie in de Ver.
Staten voor ons land bleek duidelijk uit al
les was ons tijdens het bezoek van de O. 16
overkwam. Het zou te ver voeren hierop na
der in te gaan en dus wil ik volstaan met te
zeggen, dat dit bezoek een mooi vlagvertoon
voor Nederland is geweest en dat het van
Amerikaansche zijde zeer op prijs is gesteld.
Hiertoe werkte ook mede, dat de geringe
diepte van de Potomac geen bezoek van
Prof. dr. F. A. Vening Meinesz
groote oorlogsschepen toelaat, zoodat bezoe
ken van vreemde bodems betrekkelijk zeld
zaam zijn. Ook voor de wetenschappelijke
zijde van onze reis bestond in Washington
veel belangstelling.
Den 24sten Februari aanvaarden wij de
terugreis. Na een bitterkoude reis de rivier
af, nam in zee de temperatuur al spoedig toe
tengevolge van den golfstroom, waar men
in komt. De watertemperatuur steeg in wei
nige uren van enkele graden Celcius tot over
de twintig graden en wij warfen toen getui
ge van een eigénaardig natuurverschijnsel:
de koude lucht boven het warme water ver
oorzaakte een snelle verdamping en daar
door was de zee, die vrij woelig was, over
dekt met nevelflarden, die den indruk wek
ten van een kokenden oceaan. Het was een
schouwspel, dat de gedachte aan de onder
wereld deed opkomen, fantastisch in een
mate, zooals men het zelden ziet. Ook in
het behoud was de werking van den golf
stroom duidelijk te bemerken. In een et
maal hadden wij zestig zeemijlen stroom
mede. Later werd dit minder, doch voor 'n
groot gedeelte van den oceaanoversteek heb
ben wij toch een flinken stroom mede be
houden.
Het mooie weer van den eersten dag op
zee hield helaas niet aan, de zee werd ru
wer en ruwer, doch daar de golven achter
lijk in kwamen werden wij er veel minder
door teruggezet, dan op de heenreis. Voor de
officieren van de wacht en de roergangers
op den toren zijn echter nog moeilijke dagen
gekomen. Bij hooge deiningsgolven recht
achterin loopen de golven ongebroken van
achteren over den toren en vullen de borst
wering tot den rand toe. De brug verdien
de toen met recht haar bijnaam van de
„badkuip", soms hapten de wachtloopers
naar lucht.
Massieve zuilen water kwamen het toren-
luik binnen, doch doordat hier bij de con
structie van Hr. Ms. O. 16 rekening mee was
gehouden en er onder den vloer van de Cen
trale" onder den toren een vergaarbak was,
van waaruit het water meteen kon wegge
pompt worden, gaf dat binnenboord niet al
te groote complicaties. Toch gaf het heel
wat werk om de schade door de spatters
rondom te beperken. Ook het slingertoestel
voor de zwaartekrachtswaarnemingen kreeg
daarvan zijn deel mee.
De waarnemingen gingen normaal hun
gang; regelmatig twee tot drie malen per et
maal deed commandant van Waning de boot
onder water gaan om de gelegenheid voor
waarnemingen te geven. Een enkele maal
deden hij en de chef van de machinekamer
Lugte zich vervangen door den oudsten of
ficier van Duim en den tweeden officier van
de machinekamer Ohr, een juniores" duik-
manoeuvre. Tusschen Washington en Lissa
bon hebben wij niet minder dan 39 malen
gedoken en dat in 14 vaardagen.
De reis is onderbroken door een opont
houd van een Zondag in Ponta Delgada op
het eiland Sao MigueL Van het mooie weer
werd geprofiteerd voor een autotocht van
officieren en bemanning naar den krater
van Furnas, waar zwaveldampen nog getui
gen van den vulkanischen oorsprong. Het
was een aangename afwisseling van het
boordleven en de mooie natuur van dit
prachtige eiland maakte den tocht tot een
groot genot. De vegetatie varieert van onze
noordelijke boomen tot volop tropische zoo
als boomvarens en palmen; azalea's en ca-
melias waren er in vollen bloei.
Den 12en Maart liepen wü in stroomen-