D
De tuinbouw in onze omgeving.
HET HUIS
MYSTERIES
Land- en Tuinbouw
De koolteelt levert geen bestaan meer op.
De bevolking vervalt totarmoede
In zijn rubriek „Onder de Menschen"
schreef in de Nieuwe Rotterdamsche Cou
rant de bekende schrijver Brusse een serie
artikelen over den noodtoestand, waarin de
tuinbouw in onze streek „Koedijk, Warmen-
huizen en de Langedijken", verkeert. Deze
artikelen werpen een dermate schel licht op
de moeilijkheden waarin de bevolking in
deze streek, die eens van groote welvarend
heid getuigde, verkeert, dat wij het noodza
kelijk oordeelen ook van onze lezers daar
voor bijzondere aandacht te vragen.
Wy staan niet minder dan voor een econo
mische ramp. Reeds jaren ageeren de tuin
ders voor lotsverbetering. De koolstreek was
voor de afzet van de producten aangewezen
op Duitschland. Dit land poogt zich ech
ter voor de voedselvoorziening onafhanke
lijk te maken van het buitenland en is daar
in, volgens minister Göring, reeds voor 83
pCt. geslaagd.
Ten aanzien van de tuinbouwproducten
schijnt dit inderdaad het geval te zijn, want
hoewel als het doel van het plan-Deterding
werd aangegeven de aankoop van onze land
en tuinbouwproducten, die er in ons land te
veel zijn, zijn er voor de 10 millioen gulden
die sir Deterding daarvoor beschikbaar stel
de, aan den Langendijk buiten de uien,
geen aankoopen gedaan en is er geen
sprake geweest van aankoop van de
kool die wij te veel hebben en wordt
voor een groot deel de kool voor ƒ1.
nog steeds doorgedraaid als veevoeder. Voor
het grootste gedeelte dienden de aankoopen
volgens het plan-Deterding dan ook voor het
verschaffen van vleesch, vetten en eieren,
zoodat onze koolbouw, in vroeger jaren bij
uitstek de leveranciers van Duitschland,
daarvan geen profijt hebben getrokken.
Uiterlijk, zoo verhaalt Brusse, valt er nog
weinig in de streek waar te nemen van den
ondergang, waarmede de bevolking wordt
bedreigd.
Men mist echter de vroegere vriendelijke
vroolijkheid bij de bewoners en als je,
zoo vertelt hij, eens in een winkel aan den
praat komt, dan hoor je van ontstellende
schulden onder de burgerij, ook daar, waar
niemand die zou verwachten.
Brusse is in de oogenschijnlijk welgestelde
huizen met de menschen gaan praten. Hij
heeft bij de wijkverpleegster, de vroedvrouw
en het burgerlijk armbestuur en de vroeger
zoo rijke katholieke gemeente Warmenhui
zen geïnformeerd. Wat hij vertelde vat hij
als volgt samen:
,,'t Is nu al een jaar of zes geleden, dat
de eerste berichten over hooge invoer
rechten op onze tuinbouw-producten in
Duitschland in ons dorp een paniek
wekten onder de bouwers. En dat velen
al voorzagen: „dit beteekent onzen on
dergang". Hun profetie is uitgekomen.
Uit een tijd toen hier overal ruim geld
werd verdiend, zakten de inkomsten la
ger en lager, doordat de kool en de bij
producten bij lange na niet meer vol
doende opbrachten om in de bedrijfs
kosten en het levensonderhoud te voor
zien. En gestadig raakt vrijwel de heele
burgerij in den put. Zoo werd aan de
veiling te Warmenhuizen in Februari
'36, wat steeds de beste maand van het
jaar is geweest, nog verhandeld voor
bijna 79.000. In dezelfde maand van dit
jaar was 't nog geen 42.500. Zóó slecht
is de opbrengst nooit geweest. In de
goede jaren beliep de besomming in
deze zelfde maand soms twee ton. Een
bewijs van de aanhoudend nog dieper
invretende verarming.
Hetzelfde verschijnsel blijkt uit de
landhuur, die van twee-, driehonderd,
tot 60 a 80 per bunder is gedaald.
Met de koolprijzen van de laatste ja
ren kunnen de tuinders welhaast aan
geen enkele verplichting meer voldoen.
Zij leven ten koste van bet crediet van
de middenstanders. Zij kunnen geen
landhuur, geen huishuur, geen hypo
theek, geen belasting meer betalen,
geen loon voor de werklieden en
voor het levensonderhoud van hun ge
zinnen blijft zóó weinig over, dat het in
alle opzichten schraler wordt met eten,
in kleeding, beddegoed enzoovoort".
Na een bespreking van het veilingwezen,
en het credietstelsel in het dorp en den ver
koop tegen den door de regeering vastgestel-
den minimumprijs van 1, die niet toelaat,
dat er zelfs kunstmest van betaald wordt,
met als gevolg, dat het land ook minder
goed wordt bewerkt, vertelt hij hoe een tuin
der, die op zijn eigen bedrijf den kóst niet
meer kan verdienen, in de werkverschaffing
te Schoorl in de duinen kan gaan zandschep-
pen, wegen aanleggen en helm poten, en
daarmede 13 per week verdient, er over
tobbende, dat zijn eigen land braak moet
liggen.
De schuldenlast onder de
winkeliers".
„Zoo neeiyt", aldus vervolgt Brusse
zijn sober verhaal, „de schuldenlast on
der de winkeliers ondragelijk toe. Ook
hun reserves raken uitgeput, en de gros
siers kunnen'niet jaar op jaar coulant
blijven. Een van de kleinere nering
doenden, die over de drie duizend gul
den had uitstaan onder zijn klanten,
heeft zijn winkel moeten opgeven.
De bevolking van het „kooldorp"
Warmenhuizen bestaat uit ongeveer
2400 inwoners. Stellig tachtig procent
behoort hiervan tot de tuindersgezin
nen. Maar ook de overige twintig pro
cent is van den tuinbouw, van de kool-
prijzen vooral, afhankelijk. En hierdoor
is nu wel negentig procent geruïneerd.
De gemeente-geneesheer, de wijkver
pleegster, de verloskundige vertelden
mij, dat in de huizen de toenemende
verarming duidelijk te zien is. De lin
nenkasten raken leeg. Zij kunnen soms
geen doekje vinden, om na een behan
deling de gewasschen handen af te dro
gen. Het beddegoed raakt- totaal versle
ten. Ondergoed is er haast niet meer. In
verscheiden gezinnen, bijna allemaal
met veel kinderen, vaak nog maar een
enkel dragelijk stel, wat „nu het zoo
slecht droogt met dien gestadigen re
gen, hopeloos wordt". Er zijn moeders,
die Zaterdagavond de kinderen zonder
ondergoed te bed leggen, om het vlug
te wasschen, zóó dat zij het Zondagmor
gen weer schoon aan kunnen. In an
dere gezinnen kunnen zij maar om de
pqar weken worden verschoond.
Het Crisis-comité, dat vorige jaren
nog ondersteunde, is opgeheven. Aan
„Steun B" is over '36 voor onderstand
in de gezinnen van werklooze arbeiders,
waar de tuinders dus buiten vallen
250 beschikbaar gesteld van rijkswe
ge, en dan konden er nog veertig de-
- kens worden uitgedeeld.
De voeding oordeelden mijn zegslie
den dan ook in den regel stellig onvol
doende en veel te eenzijdig, vooral voor
die menigte kinderen. Zij bestaat uit de
zelf verbouwde kool met aardappelen,
boonen en erwten. Maar vet komt hier
veel te weinig bij. Alleen voor de groo-
tere gezinnen is een pond „crisisboter'
(margarine) per week beschikbaar voor
twee en twintig cent.' Dit geldt ook voor
de „crisisbus" - met gehakt of ander
vleesch a 32 cent; één, soms twee in
de week, alleen voor gezinnen, die hier
voor in de termen vallen. De huismoe
ders. die buiten deze voorrechten vallen,
koopen dan Zaterdags nog wel eens een
stukje vleesch, waarvan de jus de heele
week moet strekken. In dit centrum van
boterproductie met een groote boter-
fabriek te Warmenhuizen wordt in al
die gezinnen nooit boter gebruikt. Veel
al krijgen de kinderen op hun droge
boterhammen wat suiker in plaats van
margarine.
Het burgerlijk armbestuur bedeelt de
armsten met bonnen voor de noodzake
lijkste levensmiddelen. Er zijn weken
geweest van veertig ondersteunde ge
zinnen. Maar tegenwoordig drijft het
zooveel mogelijk van de armlastig ge
worden tuinders naar de werkverschaf
fing.
Het R.K. Armbestuur, dat vroeger
eveneens onderstand verleende, moet nu
allen naar de gemeentelijke armenver
zorging verwijzen, omdat het landerijen-
bezit van de kerkelijke instellingen, ook
al door den nood van den tuinbouw,
weinig of niets meer oplevert. Ik
vertelde reeds, dat de honderd bunder
gemeentelijke bouwgronden, die in 1917
voor 28.000 werden verhuurd, in '34
opnieuw verpacht zijn voor 9000. In
middels moet de gemeente voor maat
schappelijk hulpbetoon jaar op jaar
hoogere bedragen op de begrooting
brengen. In vier jaar tijds klom dit van
acht tot zestienduizend gulden, welke
som, uit eigen inkomsten van het B. A.,
voor dit jaar verhoogd is tot 22.000.
Omdat het aantal „losse bedeelden" ont
stellend toeneemt, ook onder vroeger
behoorlijk gesitueerde tuinbouwers.
Maar in November en December wor
den zij niet gesteund, omdat zij dan
eerst de geoogste kool moeten opruimen,
die zij, inmiddels, voordeeliger als
dorskool zouden kunnen opslaan, over
eenkomstig de gewoonte. En over 't
algemeen schamen de menschen zich
om onderstand te gaan vragen. Waarbij
de moeders 't voedsel vaak uit den
eigen mond sparen^ om 't aan de kindé
ren te geven. 1
Het is te begrijpen, dat onder deze
omstandigheden al verscheiden- bouwers
hun bezittingen kwijt geraakt zijn. Voor
sommigen is dit per slot een verluch
ting. Wanneer zy oorspronkelijk hun
land met het huis erop hebben gekocht
voor 10.000, dan konden zij daar ge
makkelijk 7000 hypotheek op krijgen.
Zoo'n bezitting bracht nu misschien
4000 op. Maar dan zijn zij eindelyk be
vrijd van de zorgen over de onbetaalde
hypotheekrente. En al mogen ze dan in
den regel ditzelfde bezit hyren, daar
kan menigeen geen gebruik van maken,
omdat hij geen kans ziet die pacht op te
brengen. De werkverschaffing in duin
blijft voor hen de eenige uitkomst.
Een vroeger welgesteld winkelier
verzekerde: „Wij, middenstanders, loo-
pen allemaal met het faillissement aan
een touwtje. Er gaan er nu verscheiden
naar het armbestuur. Vier jaar geleden
hebben we een onderzoek ingesteld bij
de winkeliers, naar de uitstaande schul
den, die toen al 80.000 beliepen - op
'n bevolking van ongeveer 2400 men
schen. Gestadig neemt deze ondragelijke
last nog toe. En dé vaklieden, timmer-
30o e?-' JladioflCOycaMHM
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 ct. èn 25'/. zwaarder dan de meeste andere.
Woensdag 31 Maart.
HILVERSUM, 1875 M. (Alg. progr.
VARA) 8.— Gr.pl. 10.— VPRO-
morgen wij ding. 10.20 Deel. en gr.pl.
11.20 Orgelspel. 12.— Gr.pL 12.15—
1.45 De Flierefluiters, solist en
gr.pl. 2.Melody Circle en gr.pl.
3.Voor de kinderen. 4.30 Gr.pl.
5.30 Orgel, harp en gr.pl. 6.30 RVU:
Individu en gemeenschap. 7.—
Zang. 7.30 VPRO: Literaire cause
rie. 8.— Herh. SOS-ber. 8.03 ANP-
ber. '8.10 Zang. 8.^0 Gr.pl. 9.Mor
gen is het 1 April, gevar. progr.
10.—ANP-ber. 10.05 VARA-theater-
orkest en solisten. 11.1012.
Dansmuziek (gr.pl.)
HILVERSUM, 301 M. (NCRV-uitz.)
8.Schriftlezing, meditatie, gewij
de muziek (gr.pl.) 8.30 Gr.pl. 9i30
Gelukwenschen. 10.30 Morgen
dienst. 11.— Ensemble v. d. Horst.
12.Ber., gr.pl. 12.30 Vervolg con
cert. 1.30 Gr.pl. 2.Orgelspel. 3.—
Chr. Lectuur. 3.30 Het Arnhemsche
Trio. 4.Gr.pl. 4.254.45 Verv.
trio. 5.Kinder uur. 6.Land-
bouwhalfuur. 6.30 Onderwijsfonds
v. d. Scheepvaart: Causerie ovër
het binnenaanvaringsreglement en
stoommachines. 7.Ber. 7.15 Boek
bespreking. 7.45 Rep. 8.ANP-ber.
en herh. SOS-ber 8.15 Uitz. v. d.
Centrale voor Werkloozenzorg. 9.45
Gr.pl. 10.ANP-ber. 10.05 Schaak-
les. 10.2011.30 Gr.pl. Hierna
Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 11.05 Orgel
spel. 11.35 Dansmuziek (gr.pl.)
12.05 Morocco, causerie 12.20 Het
BBC-Welsch orkest mmv. soliste.
1.20 Het Birminghamsch Hippo-
drome-orkest. 2.20 Gr.pl. 3.05 Het
Friary Brewery orkest. 3.50 Piano
recital. 4.20 Vesper. 5.10 Het Mac-
Arthur kwintet. 5.35 Billy Cotton
en zijn Band. 6.20 Ber. 6.40 Fran-
sche deel. 7.Orgelspel. 7.35 BBC-
dansorkest. 8.20 BBC-Symph.-
orkest. 9.05 Ber. 9.25 Verv. concert.
10.25 Het Bridge water kwintet m.
m. v. soliste. 11.20 Jack Harris en
zijn Band. 11.5012.20 Jazzmuziek
gram of oonpl aten
RADIO PARIS. 1648 M. 7.20 en 8.20
Gr.pl. 12.20 Parijsch Kamerorkest
en solisten. 2.50 Orkestconcërt, 4.50
Zang. 5.05 Piano-concert. 5.50 Zang.
6.05 Pianoconcert. 6.50 Verv. zang.
7.05 Verv. pianoconcert. 7.20 Gy.pl.
8.20 Opera-uitz.
KEULEN, 456 M. 5.50 Westduitsch
Kamerorkest. 7.50 SS-orkest. 8.50
Gr.pl. 11.20 Orkestconcert. 12.35
Omroepkleinorkest. 3.50 Omroep-
Amusementsorkest. 5.20 Omroep
orkest. 7.35 Rijksuitz.: Zie Deutsch-
landsender. 8.05 Gr.pl.-concert. 9.50
11.20 Omroepkleinorkest en man
dolinekwartet.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M:
12.20 Gr.pl. 12.50 Omroepdans-
orkest. 1.30 Kleinorkest. 1.50—2,20
en 6.20 Grpl. 6.50 Kleinorkest. 7.35
Gr.pl. 8.20 Radiotooneel. 8.50- In
tern. Eugène Ysaye-concert. Hierna
tot 11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl.
12.50 Kleinorkest. 1.30 Omroep-
dansorkest. 1.502.20 Gr.pL 5.25
Radiotooneel. 6.10 en 6.35 Gr.pl,
6.50 Vioolvoordracht. 7.20 Zang.
8.20 Omroeporkest en gr.pl. 10.30—
11.20 Omroepdansorkest.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.35 Wer kennt den Dienst der. HJ,
rijksuitz. 8.05 Berl. Philh. Orkest.
9.20 Ber. 9.50 Viool en piano. 10.05
Scheepsweerber. 10.2011.20 R.
Gaden's dansorkest.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.50, D.sender
9.50—10.20, Diversen 10.20—11.05,
Lond. Reg. 11.0511.20, Radio Dan-
mark 11.20—12.20, Brussel VI. 12.20
—14.05, Lond. Reg. 14.05—14.50, Pa
rijs R. 14.50—16.20, Keulen 16.20—
17.05, Parijs R. 17.05—17.20, Keulen
17.20—19.05, Brussel VI. 19.05—19.50
Lond. Reg. 19.5020.20, Rome 20.20
—24.—.
Lijn 4:-Brussel VI. 8.9.20, Ham
burg 9.2010.35, Droitwich 10.35
11.35, Lond. Reg. 11.35—13.20, Droit
wich 13.20—18.20, Brussel VI. 18.20
19.Droitwich 19.—22.25, Wee-
nen 22.2522.50, Lond. Reg. 22.50—
24.—.
Lijn 5:. Diversen.
éoi»a&o@«»o@eo©a3oe@egooosooo
man, metselaar, schilder, smid, die ge
wend zyn om 't half jaar over hun geld
te beschikken, hebben nu op den laatst
vervallen termijl vrijwel heelemaal geen
cent ontvangen. Want dit jaar is nog
weer slechter dan de voorafgaande".
De kinderen verzwakken.
De Vereeniging tot bestrijding van de tu
berculose, de gemeente-geneesheer, de wijk
verpleegster, de verloskundige zijn 't ^r over
eens, dat zij de kinderen zien verzwak
ken. Heel wat leerlingen van de scholen
zien er „teertjes en ellendig" uit, al spa
ren de moeders het uit eigen mond. „Maar
de voeding is nu eenmaal onvoldoende en
veel te eenzijdig". Bovendien schamen ver
scheiden ouders zich nog„ om zich voor on
dersteuning aan te melden. In zoo'n dorp
kennen immers alle menschen elkaar en
zijn precies van hun doen en laten op de
hoogte. Al merkt het burgerlijk armbe
stuur óók wel, dat, wanneer Jan dan einde
lijk met looden schoenen gekomen is, en
bonnen heeft gekregen dat dan Piet en
Klaas denken: „hij wèl dan gaan wij óók
maar".
De gemeente-genéesheer deelde mede, dat
hij in zijn praktijk nooit zoo veel thuisliggen-
de tuberculeuse kinderen heeft gehad.
Weliswaar kwam t.b.c. in vroeger jaren jn
deze streek nogal eens voor. Maar de hygië
nische verbeteringen van den lateren tijd,
het consultatiebureau te Alkmaar dat een
zegen is voor de heele omgeving en voor
al de welvaart door den tuinbouw hadden
ook deze ziekte met succes bestreden. Tot
de verarming van de laatste jaren nu weer
den weerstand zóó heeft verzwakt, als uit
de medische praktijk blijkt.
De uitkomsten van de plaatselijke onder
zoekingen vanwege dë Noord-Hollandsche
Vereeniging tot bestrijding van de tubercu
lose hebben trouwens den nood wel zeer ver
ontrustend bevestigd.
De schrijve#betoogt dit nader aan de hand
van officieelë rapporten.
De opheffing yan de moeilijkheden*
Uitvoerig bespreekt- de schrijver hierna
de plannen tot het maken van den proefpol-
dér én Geestmerambacht, waaraan vele
landbouwers een paar jaar te werk kunnen
worden gesteld. Dat er iets moet gebeuren
staat na het bovenstaande wel vast, want
voorloopig zullen -ónze Qóstélyke buren nog
wel geen afnemers van "onze grove* tuin
bouwproducten: worden. -
SINT PANCRAS.
Boerenleenbank.
De Coöp. Boerenleenbank vergaderde
Vrijdag in het café van den heer Bouwstra
onder leiding van den heer Jb. Duif.
De vergadering was bezocht door 78
leden.
Het eindcijfer der ontvangsten bedroeg
254328,18. De rekening en balans slo.ten
met eindcijfers van 445358,73.
De bestuursverkiezing gaf totuitslag, dat
de aftredende, de heer Jb. Duif/werd her
kozen met 67 'stemmen.
Voor den raad van toezicht werd herkozen
de heer K. Roos met 72 stemmen.
Dê'rentevoet zal in 1937 zyn direct op-
vorderbaar spaargeld 2 3/4 pet., voorschotten
214 pet., deb. rente Rekening Courant 4.3'4
pet., cred. rente Rekening Courant 2 3/4 pet.
Het belegde spaargeld kon nog niet wordeh
vastgesteld en zal nader aan de spaarders
worden bericht.
Het bestuur behoudt zich het recht voor
de rente zoo noodig te wijzigen, indien de
economische toestand dit noodig maakt.
Hoofd- en Neusvlarkouden
Doe wat Dampo in beide neusgaten.
Pot 50, Doos 30 ct. Bij Apoth. ca Dro«isteo.
r391HPOdaarlu(ht Je van opl
SeuUleton
DER
Uit het Engelsch door H.A.C.S,
44)
„Vraag haar binnen te komen, hier, Em-
meline. Het is de vrouw van den man, die
de Oostelijke boerderij beheert", zei ze te
gen mij. „Het zijn erg goede menschen.
We hebben op die boerderij nooit betere
gehad. O, goeden middag, mevrouw Stead-
way. Komt u binnen. U doet er goed aan,
te komen".
„Ik zou al veel eerder gekomen zijn, miss
Adela, maar ik heb het druk gehad met de
inmaak. Wij vonden het zoo naar te hoo-
ren van uw moeilijkheden".
Zij was een vrouw met een frisch gezicht,
zag er groot en netjes en flink uit, maar
werd een beetje in de war gebracht door
Adela, die haar door haar lorgnet aankeek,
en zoo erg vriendelijk was.
„Gaat u zitten, mevrouw Steadway. Dit
is mijn verpleegster, zuster Keate. Ja, 't is
een groote schok voor mij geweest. Voor
ons allemaal".
„Dat zei ik aan mijn man. Miss Janice
was dienzelfden middag op de boerderij,
om boter en eieren te halen. Ik denk, dat
zij niet vermoedde, wat hier gebeurde".
„Nee. Nee. Die goede Janice. Zoo'n
schok".
Adela zat rechtop en statig in den stoel
met hoogen rug, terwijl zij haar bezoekster
door de glazen van haar lorgnet aankeek.
Er was een oogenblik van stilte. De blik van
mevrouw Steadway, die een beetje onbe
hagelijk leek, werd scherper. Zij bewoog
zich op haar stoel en was niet op haar ge
mak, keek naar mij, keek naar Adela, er
zocht naar iets, wat zij zeggen kon.
„Ja, dat zei ik aan mijn man. Ik zei,
dat zij niet vermoeden kon, wat hier ge
beurde, toen zy met haar auto daar boven
op den heuvel stond, bij de boerderij, en
met den jongen mijnheer Carick aan het
praten was".
HOOFDSTUK XIII.
Naar alle waarschijnlijkheid heeft me
vrouw Steadway nooit geweten, welk een
belangrijke rol zij gespeeld heeft in de
Thatcher-zaak. Het was inderdaad, volgens
Adela's opvatting, dringend-noodzakelijk,
dat zij het nooit zou weten. Dat was reeds
duidelijk, in dat korte oogenblik van ont
steltenis en verbazing, dat volgde op de
onverwachte onthulling; ik zag, hoe Adela's
gezicht zijn weloverwogen vriendelijkheid
kwijt raakte en stijf en strak werd. Het was
zóó duidelijk voor mij, dat zij haar gereser
veerdheid snel en angstig terugvond, en
dat dit was om deze nieuwe onthulling
onder dè oogen te zien, dat ik er verbaasd
over was, dat onze bezoekster daar nog zit
ten kon, met dat verlegen-beleefde gezicht,
geheel onbewust van den verpletterenden
slag, dien zij. had toegebracht.
„U bedoelt Allen Carick?" zei Adela,
stijfjes. „Hij is op bezoek bij mijn broer,
bij mijnheer Thatcher en zijn vrouw. Hij
is de broer van Evelyn, zooals u weet. Wij
houden allemaal veel van Allen", zei ze.
kalm, en toen voegde zij er bij, omdat zij
het weten moest: „Hij was met Dave, met
myn broer Dave".
„O, nee,.zei mevrouw Steadway, die maar
al te blij was, dat zy haar niets-pretlige
verlegenheid door praten kon wegwerken.
„Nee, hij was er niet bij. Alleen mijnheer
Carick. Hij reed in dien ouden wagen van
Frank Whiting, en toen ik. den wagen zag
stil houden bij de auto, waarmee miss Ja
nice reed, dacht ik, dat het Frank Whiting
was, en ik vroeg mij af, of iemand uit onze
buurt gestorven was. Toen zag ik mijnheer
Carick eruit stappen, hij kwam tegen hei
deurtje van miss Janjce's auto leunen eri
zij praatten een heeien tijd met elkaar.
Maar de jonge mijnheer. .Thatcher was er
niet bij".
„Ja. Ja. We houden allemaal zooveel van
Allen", herhaalde Adela,. met blauwe lip
pen. „Hilary kocht dien ouden wagen van
mijnheer Whiting, voor de jongens. Zij zul
len spoedig thuiskomen, voor de rest der
zomervacantie. Hoe ging het met uw in
maak? De dingen zijn van het jaar vroeg,
vindt u niet?"
En zij zat daar te spelen met haar blau
we kralen, en keek naar haar bezoekster
met fletse blauwe oogen, nog statig, nog
vriendelijk, en vroeg nu en dan naar iets
van de boerderij en luisterde naar de ant
woorden en keyrde het ten slotte goed, d&t
aan het gesprek, door een wenk van haar,
een eind kwam.
Mevrouw Steadway's rok was nauwelijks
in de hall verdwenen, of Adela stond op.
haar lila zijden japon ruischte zachtjes, zij
wierp mij een blik toe, die van alles kon
beteelcenen, en liep langzaam naar de deur
van Dave's studeerkamer.
Zij klopte, luisterde een oogenblik, en
keerde langzaam naar haar stoel terug.
„Ik houd er niet van te storen", zei ze
tegen mij. „Hij is den laatsten tijd niet goed
geweest. Maar natuurlijk moet ik hem vra
gen ik dacht, dat zij den geheelen mid
dag bij elkaar waren. Aan het visschen.
Hij en Allen. Maar Emmeline zei, dat er
niemand was. O, Janice. Ben jy het?
Kom binnen, kind".
Janice aarzelde een oogenblik; zij voelde,,
dat er iets in de atmosfeer was, geloof ik,
want zij keek vlug van Adela naar mij, en
omgekeerd, en zei:
„Is er iets niet in orde?"
„Nee. Nee. Alleen, Janice. Mevrouw
Steadway was hier zooeven, en toevallig
vertelde zij, dat Allen jou tegenkwam op
den heuvel, bij de boerderij, op den mid
dag, dat Bayard vermoord werd. En dat
Dave dat Dave niet bij hem was. Is dat
zoo?"
Janice kwam langzaam naar ons toe.
Haar helder-witte japon, die een nogal
strengen stijl had, deed de sierlijké ..om
trekken van haar jonge lichaam uitkopien.
Haar gezicht had, een oogenblik, een glgns
van schoonheid, het was, alsof de hërinrie-:
ring aan die enkele oogenblikken zóó zoet
was, dat de bekoring ervan niet vergeten
kon wórden, zelfs niet op zoo'n angstig
oogenblik. Daarna was de schoonheid ver
dwenen, en zag zij er moe en een beet jé
verschrikt uit. Zij ging zitten, en haar
handen grepen de armen van den stoql.
Het licht, dat door de linker ramen op haar
gezicht viel, deed, min of meer w.reed, .de
purperkleurige kringen onder haar oogën
uitkomen, en liet haar smallen trouwring
schitteren.
„Ja", zei ze.
Adela zag er ontsteld en streng uit.
„Maar, je hebt er eerder niet over ge
sproken. Wij dachten allemaal, dat Dave
en Allen den geheelen middag saraén
waren".
„Nee, ik sprak er niet over. Wy, AH?n
en ik, meenden dat dit beter was. En Dave
zei niets. Onder die omstandigheden leek
het ons het beste, de menschente latqft
denken, wat jullie allemaal voor waar hiel
den. Dat Allen en Dave den geheelen mid
dag met elkaar waren geweest. Het was al
leen om onaangename opmerkingen of
vragen te voorkomen".
„Maar, Janice, waar was Dave dan?"
„Dat weet ik niet". Het meisje keek mij
onzeker aan.
Adela sloot haar oogen, een. oogenblik,
alsof ze kracht wilde verzamelen.
(Wordt vervolgd.)