Pluimveeteelt. Voor de Huisvrouw. DR. R. A. KOLLEWIJN «0 JAAR. Ben onzer medewerkers schrijft ons: Heden, 30 Maart, wordt ds. R. A. Kolle- SWtfn 80 jaar..,. En aller gedachten gaan uit naar den man, die ruim een halve eeuw geleden het aandurfde, vierkant stelling te nemen te genover een spelling, welke z. i. onlogisch én inconsequent was. De jongelui die in die jaren de eerste 5-jarige H. B. S. te Amster dam bezochten, waar dr. Kollewijn Neder- landsche taal en letterkunde doceerde, zul len zich nog wel kunnen herinneren, hoe de toenmalige leeraar reeds de scholieren van het goed recht zijner hervormings-idee trachtte te overtuigen. Dr. R. A. Kollewijn werd 30 Maart 1857 te Amersfoort geboren. Alvorens hij tot leeraar aan de 1ste H. B. S. met 5-jarigen cursus te Amsterdam werd benoemd, was hij in die functie werkzaam aan een tweetal H. B.-scholen te Deventer, n.1. ééne voor jjongens en ééne voor meisjes. In 1880 pro moveerde hij te Leipzig als doctor in de philosofie, (waaronder in Duitschland ook de letteren begrepen waren). De benoe ming tot leeraar aan de 1ste H. B. S. te Amsterdam volgde in 1883 en aan die school heeft dr. Kollewijn, éérst met dr. Lankeren Matthes en daarna met den on- vergetelijken dr. J. Campert tot directeur, taal en letterkunde gedoceerd, totdat hij in 1892 benoemd werd tot directeur van de 4e H. B. S. met 3-jarigen cursus aan de Mau- fïtskade te Amsterdam. Bijna een kwart eeuw, n.1. tot 1916 heeft dr. Kollewijn op de hem eigen krachtige wijze het bewind over die H. B. S. gevoerd, totdat zijn ziektetoestand hem noodzaakte, zijn eervol ontslag aan te vragen. Op een vraag van onzen medewerker wanneer hij voor het eerst op de gedachte kwam dat onze spelling niet deugde, keek dr. Kollewijn, even nadenkend, voor zich uit, en zegt dan: „Jawannéér.Och, ik kan U wel zeggen, dat ik als jongen reeds het hoofd heb geschud over onze spelling. „Stel U voor" had dr. Kollewijn tot 'Óen Duitschen professor Hildebrand ge zegd „dat de Nederlander, wanneer er 'sprake is van een klok die te vlug loopt, zégt: „Hij loopt voor", maar wanneer die zelfde Nederlander die mededeeling op pa pier moet doen, schrijft hij: ,Zij loopt voor". En daarop had prof. Hildebrand dr. Kolle wijn toegevoegd: „Aber das kann ich nicht glauben; so chinesisch sind die Hollander eben doch nicht". En onze gastheer lacht smakelijk bij de ze herinnering uit zijn Leipziger studiejaar. Wij babbelen, alsof er geen tijdperk van 45 jaren ligt tusschen den H. B. S.-tijd en thans. Maar dan blijkt opeens dat het ge heugen van dr. Kollewijn op één punt toch nog even tekort schiet, want wij herinneren hem aan een typisch voorval uit de tachti ger jaren. Dr. Kollewijn was op een ochtend bij ons in de klas op de H. B. S. gekomen en vertelde hij was altijd vol van zijn spelling-vermorming hoe in een der Amsterdamsche bladen den avond tevoren een artikeltje over zijn spelling-wijzigingen had gestaan, waarboven als kopje gedrukt: „Revolutionair". En met den meesten nadruk had de leer aar ons voorgehouden, dat hij niet revolu tionair wilde wezen, maar een eind wilde maken aan een spelling, welke zoozeer ver schilde met onze spreektaal. En onze gastheer houdt het ons thans op nieuw voor, zooals wij het vroeger zoo vaak •uit zijn mond gehoord hebben: „De eigen lijke taal is de gesproken taal, en daarnaar moet men zich zooveel mogelijk richten in de schrijftaal. Er moet méér overeenstem ming komen tusschen schrijftafel en spreek- tafel". „Staat U thans nog op hetzelfde stand punt, als een halve eeuw geleden?" willen wij graag weten en het antwoord luidt: „Kijk eens, in zekeren zin wel, maar ik be gin langzamerhand te gelooven, dat het maar goed is, dat er een beetje verschil blijft bestaan. Laat de eene nu maar schrij ven:: „van de man", en de ander: „van der. man" Maar in den beginne heb ik er na tuurlijk niet zoo over gedacht. Mijn eerste spelling-plan heb ik nooit laten drukken; dat ging zóóver dat ik het toch nooit er door gekregen had. Eerst in 1891 heb ik een en ander laten drukken, en wel in het tijd schrift: „Vragen van den dag", dat destijds veel opgang maakte. Later, véél later heb ik wel geleerd... een beetje water in den -wijn te doen". Wij herinneren aan de felle bestrijding, waarin dr. Kollewijn indertijd blootstond en hij verklaart ons: ,Ja, ik heb veel ge vochten en ben zelfs uitgescholden, maar daaraan heb ik mij gelukkig nimmer schuldig gemaakt'". „En hoe denkt U over de spelling van mr. Marchant?" „U begrijpt wel, dat ik dat een stap in de goede richting vind, maar die stap gaat mij natuurlijk niet ver genoeg", lacht onze gastheer, en als wij opmerken, dat er toch zooveel onlogische punten in de Marchant- spelling schuilen, merkt dr. Kollewijn na denkend op: „Ja, maar niet één spelling is heelemaal logisch". „Maar dat hebt U ons op de H. B. S. destijds niet gezegd", herinneren wij nu lachend, en dr. Kollewijn lacht smakelijk mede. Zoo babbelen wij verder, tot het tijdstip van afscheid nemen komt. Een stevige handdruk, een hartelijke wensch onzerzijds voor een mooien feestdag en dan is ons herinnerings-gesprek met den grijzen oud- leeraar, oud-directeur der H. B. S., die on danks zijn 80 jaren, nog zoo helder en frisch van geest is, teneinde. NOODLOTTIG ONGELUK TE MEPPEL. Vanochtend is bij den spoorwegtunnel- bouw nabij Meppel een ongeluk gebeurd, -i »arbij de 60-jarige arbeider Speldekamp uit Zwolle werd gedood. Omtrent de toe dracht van dit ongeval vernemen wij dat de man met zijn arm bekneld geraakte tusschen de deelen van een heimachine, waardoor hij met groote kracht eenige malen tegen den grond werd geslingerd. Toen toegeschoten arbeiders de machine hadden stopgezet, was het slachtoffer reeds overleden. Nijgh en Van Ditmar jubileert. -Ui boekhandel tot uitgeverij. Op 2 April a.s. viert Nijgh Van Ditmar, te Rotterdam, haar eeuwfeest. Wat is er in een naam? Omtrent het wezen van een on derneming zegt hij ons heel weinig, als wij niet tevens de geschiedenis kermen. 2 April zal het 100 jaar geleden zijn, dat H. Nijgh te Rotterdam een boekhandel ves tigde, waaraan reeds enkele jaren later een uitgeverij voor boeken en plaatwerken werd verbonden. Een gouden tijd was het zeker niet, waarin hij met zijn scheepje van wal stak. Hoe weinigen zijn er in geslaagd een onderneming van groote allure op te bou wen! Tot die weinigen behoorde ook de grondleger van de firma Nijgh Van Dit mar, waarlijk niet dank zij, maar ondanks de in het midden van de vorige eeuw heer- schende toestanden. De oprichter H. Nijgh H. Nijgh verstond zijn tijd en wist ideeën in daden om te zetten. Zijn eerste groote daad was de oprichting van de Nieuwe Rot- terdamsche Courant, waarin de veranderde inzichten op cultureel en economisch-politiek gebied tot uiting konden komen. Nadat de krant echter eenmaal haar weg gevonden had, werd zij, eveneens onder zijn leiding, een zelfstandige onderneming, die nu ook reeds bijna op een geschiedenis van een eeuw kan terugzien. Intusschen bleef H. Nijgh, die den boek handel reeds spoedig vaarwel had gezegd, zich ook met kracht op de uitgeverij toeleg gen, terwijl in dien tijd tevens de grond slagen werden gelegd van het advertentie bureau. Als uitgever zocht hij steeds naar het beste en zijn hooge opvatting van de taak van den uitgever deed hem niet zelden den financieelen kant uit het oog verliezen. De uitgeverij gaf den stoot tot de op richting van de drukkerij, welker ontwik keling gelijken tred hield met de uitbrei ding van het fonds. Alle uitgaven worden nog steeds op de eigen drukkerij vervaar digd, welke tot een groot en modern be drijf is gegroeid, met een talrijk personeel. Wij zouden niet volledig zijn, indien wij onder de technische afdeelingen niet noemden de chemigrafische inrichting, die op zichzelf tot de groote bedrijven in Ne derland behoort. Als een bi zonderheid zij hier vermeld, dat aan de firma Nijgh Van Ditmar de eer toekomt op dit gebied baanbrekend werk te hebben verricht. Zij was één der eersten, die, toen de hout sneden plaats maakten voor mechanische cliché's, een chemigrafische afdeeling in het leven riep. Om tot de uitgeverij terug te keeren, de zoojuist verschenen fondscatalogus der firma omvat ruim 1400 gangbare werken op het gebied van letteren en kunst, kin derlectuur, sport en lichamelijke opvoe ding techniek wetenschap mid delbaar lager en nijverheidsonderwijs. Op letterkundig gebied staan de uitga ven van Nijgh Van Ditmar aan de spits. Vele jonge begaafde letterkundigen hebben bij haar gedebuteerd. In het door Nijgh Van Ditmar opge richte tijdschrift „Forum", vonden de jon geren de gelegenheid zich te uiten. Het Advertentiebureau, dat sedert 1846 deel uitmaakt van Nijgh Van Ditmar. was het eerste bureau in Nederland, dat zich op het gebied der reclame bewoog. Uit het voorafgaande moge duidelijk zijn geworden, dat hoewel er-tusschen de Nieuwe Rotterdamsche Courant en de firma Nijgh Van Ditmar in het begin van de historie van beide ondernemingen wel eenige verwant schap heeft bestaan, zij na korten tijd geheel zelfstandig werden en geheel onafhankelijk van elkaar. Na den oprichter H. Nijgh, die zich in 1864 associeerde met W. N. J. van Ditmar, zijn firmant geweest de heeren J. C. Nijgh, N. M. A. van Ditmar en H. Nijgh J.C.zn. 1 Januari 1908 werd de firma in een vennoot schap omgezet. Toen H. Nijgh J.C.zn. in 1908 directeur van de Nieuwe Rotterdamsche Courant werd, trad hij af als directeur van Nijgh Van Ditmar N.V., terwijl J. Th. Piek, een schoonzoon van N. M. A. van Dit mar, tot directeur werd benoemd. Eenige jaren werd de N.V. door een éénhoofdige directie bestuurd; in die periode werden de verschillende afdeelingen gesplitst in op zichzelf staande bedrijven. In 1921 volgde de benoeming tot Directeur van D. Zijlstra; de leiding van het bedrijf berust tot op den dag van heden in handen van J. Th. Piek en D. Zijlstra. Bij gelegenheid van het honderdjarig be staan van de firma zal van 2 t/m. 8 April in den Rotterdamschen Kunstkring een ten toonstelling worden gehouden, „100 jaar Nijgh Van Ditmar in Vogelvlucht", die retrospectief en representatief een beeld geeft van de prestaties van Nijgh Van Ditmar op de verschillende door haar be streken gebieden. HEFFING OP BOTER. De heffing op boter is voor de week van 28 Maart tot en met 3 April behoudens tusschentijd-scr-e wijziging, wederom vast gesteld op 80 cent per K.G. Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door onze abonné's worden gezonden aan Dr. te Hennepe, Heemraadsingel 84 te Rot terdam. Postzegel voor antwoord insluiten en blad vermelden. Gegevens inzake kunstmatig broeden. In de laatste jaren heeft men in allerlei instituten veel ondei zoekingen verricht in zake het kunstmatig broeden van eieren. Hoewel de nieuwe machines vrijwel vol maakt zijn op dit gebied, zijn er toch nog verschillende punten die de aandacht vra gen, wil men met succes broeden. De temperatuur is één der voornaamste punten. In de ouderwetsche z.g. vlakbroeders wordt het ei van boven af verwarmd en de onderkant is min of meer afhankelijk van de temperatuur van het vertrek, waarin de machine staat. Vandaar dat in zulke machi nes de temperatuur tusschen bovenkant en onderkant van het ei wel 3 tot 8 gr. kan verschillen. In de moderne broedkasten, waarin de lucht door ventilators of een of ander slagwerk sterk bewogen wordt, is de temperatuur van boven en onderkant van het ei steeds gelijk. Zij is daar gemiddeld 99 gr. F. Bij de vlakbroeders meet men de temperatuur aan den bovenkant van het ei. Hoewel men vroeger aan nam, dat de tem peratuur daar 103 gr. F. moest zijn, hebben moderne onderzoekingen uitgemaakt, dat men betere resultaten verkrijgt in een ver trek dat 60 gr. F. warm is, als de bovenkant van het ei in den beginne 102 1/2 gr. F. is en in de laatste week daalt tot 100 gr. F.'ls de temperatuur in het vertrek lager, dan kan men beter bij 103 gr. F. beginnen. Bij de vlakbroeder is dus de temperatuur, waarbij men broedt, min of meer afhankelijk van de temperatuur in het broedvertrek, bij de broedkasten is dat niet zoo. Vooral in de eerste 11 dagen is het van veel belang de zuivere temperatuur nauw keurig vast te houden, daar dan de kiem zich geheel gedraagt als een koudbloedig dier, d.w.z. afhangt van de omgeving. Na den llden 'Jag is de kiem zoover ontwik keld, dat zij zich als een warmbloedig dier gedraagt, d.w.z. zij regelt zelf (voor een deel) haar eigen temperatuur. Door onjuiste temperaturen, wat bij slecht functionneeren van de regulateurs nog al eens voorkomen kan (of bij onbetrouwbare thermometers) kunnen de broedresultaten heel slecht uit vallen. Door onjuiste temperaturen komen ook de scheikundige omzettingen in het kuiken in de war en zoo kan het gebeuren, dat de kalkstofwisseling niet voldoende plaats vindt en het jonge kuiken al gauw Engelsche ziekte krijgt. Ook de vochtigheidsgraad van de lucht in de machine is van veel belang. Koude lucht kan maar weinig vocht bevatten, warme lucht zeer veel. Verzadigde koude lucht kan dus, hoewel ze erg vochtig lijkt (in het voor jaar) zoodra ze in de ipachine op 103 gr. komt, veel te weinig vocht bevatten'. Men moet dan dus in de machine extra vocht toevoegen. In de oudèrwetsche vlakbroeders gaat dat op goed geluk af, betrouwbare in strumenten om de vochtigheidsgraad van de lucht te beoordeelèn heeft men niet. Daar moet men als het ware de machine kennen om te weten, hoeveel'vocht men noódig heeft. 1 Bij de moderne broedkasten wordt de vochtigheidsgraad geheel automatisch ge regeld en op een bepaald gesteld gehalte gehouden, ongeveer 60 gr. en tegen het uit komen ongeveer 65 gr. Een derde belangrijke zaak bij het broeden is de toevoer van versche lucht en de af voer van verbruikte lucht, de koolzuur. In den beginne heeft de kiem nog weinig stof wisseling, zoodat zij weinig zuurstof noodig heeft en weinig koolzuur vormt, later wordt dat anders en moet. er veel meer geventi leerd worden. Nu ontstaat door ventilatie natuurlijk een luchtstrooming. Deze is in de ouderwetsche vlakbroeders slechts zwak en niet hinderlijk voor de eieren. In de moderne broedkasten waarin groote aantallen eieren in een zeer kleine ruimte liggen, moet krachtig geventileerd worden. Nu kunnen kippeneieren gelukkig goed tegen dien luchtstroom, maar eenden- en ganzeneieren kunnen daar niet best tegen. Vandaar dat de broedkasten beter werken met kippeneieren dan met eieren van watervogels. De ligging van het ei in de machine is ook van belang. Of het ei 'horizontaal ligt of met de stompe punt naar boven of schuins naar boven, doet er niet toe, maar als het ei met de spitse punt naar boven ligt, komt' er van het broeden niet veel terecht. In het nest vain een kip rollen de eieren ook veel door elkaar, maar toch steeds zoo, dat het stompe einde het hoogst ligt, omdat hier de luchtkamer zich bevindt en deze helft van het ei dus het lichtste is. Over het aantal malen, dat men de eieren per dag keeren moest, heeft ook lang on zekerheid geheerscht. Gebleken is, dat men in de eerste helft van het broeden veel moet keeren en in de laatste week heeft het keeren geen invloed meer. Men heeft zelfs wel proeven gènomen, waarbij men de eieren 96 maal per 24 uur keerde. De broed resultaten waren uitstekend. Dat kan na tuurlijk alleen in broedkasten, anders wor den de eieren door het vele uitnemen en keeren te veel afgekoeld. De beste resul taten werden verkregen met 4 a 6 maal keeren in de eerste twee weken en in de laatste weken heelemaal niet keeren of Slechts 1 a 2 maal per dag. Na de 19de dag moeten de eieren met rust worden gelaten. Nadruk verboden. Dr. B. J. C. TEN HENNEPE. 6 In wijden kring heeft men O g attentie x x Voor uwe handels- X X advertentie l g DISTRICTS-ARBEIDSBEURS. Doelenstraat 30. Tel. 4395. De directeur van bovengenoemd bureau deelt mede, dat heden staan ingeschreven: Groep bouwvakken: 1 bouwk.opzichter, 2 opz.teekenaars, 2 glas in loódzetters, 2 gla- zenwasschers, 1 steenbikker, 2 steenhouwers, 5 stratenmakers, 1 stratenm.opperman, 1 stuc.opperman, 2 tegelzetters, 1 betonemail- leur, 9 betonwerkers, 36 opperlieden, 20 stu- cadoors, 44 metselaars, 16 voegers, 12 schil ders, 107 grondwerkers, 84 timmerlieden. Groep metaalindustrie: 11 bankwerkers, 3 blikslagers, 3 carrosseriebouwers, 2 con structiewerkers, 1 electro-technicus, 10 elec- triciens, 3 fitters, 1 instrumentmaker, 2 kern makers, 6 klinkers, 14 loodgieters, 2 lijn- werkers, 3 machinisten, 2 machineteeke- naars, 6 metaaldraaiers, 1 metaalvijler, 1 metaalslijper, 13 monteurs, 2 orgelmakers, 2 plaatwerkers, 2 rijwielherstellers, 1 rijwiel- lakker, 1 pianostemmer, 2 scheepsbouwers, 2 scheepstimmerlieden, 1 scheepswerktuig- kundige, 13 smeden, 9 stokers, 1 tandtechni- ker, 1 tegenhouder, 1 voorslaander, 4 vuur werkers, 2 wagenmakers, 1 werktuigbouw kundige, 5 ijzerhouders, 1 zandbereider. Groep verkeerswezen: 59 chauffeurs, 7 koetsiers, 10 motorschippers, 1 kapitein- en 1 machinist binnenvaart, 20 pakhuisknechts, 24 magazijnbedienden, 7 kellners, 4 loop knechten, 1 hotelknecht, 1 emballeur. Groep voedings- en genotmiddelen: 55 „Bestaan er voor kleine kinderen patro nen van borstrokjes met lange mouwen?" vraagt mij een lezeres. Ik heb er mijn voor raad patronen eens op na geslagen en had succes! Dit is een oud, maar degelijk model, waar de kleintjes lekker warm in blijven. U moet met breinaalden no. 3 en twee- draads wol werken. Mijn voorbeeld is 33 c.M. lang van den schouder tot onder aan; als het dicht gestrikt is, bedraagt de wijdte 40 c.M. en het mouwtje is ruim 15 c.M. vanaf den hals. Wanneer U niet te vast breit, zullen er 11 steken op de 2 1/2 c.M. komen. Begin onder aan den rug en zet 88 st. op; brei bij den eersten toer in den achterkant der steken aldus: 1 recht, 1 averecht den gan- schen toer; 2de t. recht. Herhaal deze 2 toeren tot Uw werk 23 c.M. lang is. Zet aan het eind van de volgende 8 toeren 8 steken op; en zet aan het eind van de volgende 2 toeren 12 steken op. Brei nu over alle steken in het patroon, dus: 1 toer: 1 recht, 1 aver.; 1 toer recht, over een lengte van ongeveer 6 1/2 c.M. Brei in den volgenden toer 73 st., kant er 30 af en brei de laatste 73 steken. Nu moet U verder elke helft van 73 st. af zonderlijk breien, zet de eerste 73 dus op een aparte naald en brei op de laatste verder, lste toer tot den hals (tot de af gekante st.) breien; 2de t.: 5 st. afkanten; den toer verder afmaken; herhaal deze 2 toeren nog één maal. In élk van de drie volgende rechte toeren naast den kantsteek aan de halszijde 2 st. tezamen breien. Daarna 4 t. breien zonder minderen. Merk he: midden van deze toeren aan den kant van den mouw, om later den bovenkant van den schouder te weten. Brei in den volgen den toer tot den hals. Meerder in den vol genden toer een steek in den steek naast den kantsteek aan de halszijde van het werk. Herhaal deze twee toeren tweemaal. Brei den volgenden toer tot den hals en zet er 5 steken bij op. Brei in den daarop vol gende toer in de achterzijde van de opgezette steken en maak den toer verder gewoon af. Herhaal deze laatste twee toeren nog één maal. Brei den volgende toer tot den hals en zet er 30 st. bij op. Ga nu zonder meer deren verder tot de mouw, gemeten vanaf het schoudermerk, dezelfde lengte heeft aan den voorkant als aan de achterzijde. Begin den volgenden toer aan den kant van den mouw en kant 12 st. af; kant dan verder 8 st. af in elk der 4 volgende toeren, beginnende aan den zelfden kant. Brei daarna zonder minderen verder tot de zijkant van de voorzijde even lang is als de zijkant van de achterzijde. Dan mag U af kanten en meteen de wol weer aanhechten aan de halszijde van den anderen kant en deze precies zoo breien als U de eerste helft gedaan heeft. Dan is het klaar en begint de afwerking. Pers het werk onder een vochtigen doek op aan den verkeerden kant; naai de zij naden en mouwnaden dicht. Haak met een pen no. 11/2 een toer vasten om den voor- -rtdtk sigarenmakers, 5 sorteerders, 1 kistenplak- ker, 1 stripper, 4 tabaksbewerkers, 3 koks, 10 slagers, 8 chocoladebewerkers, 1 off, choc.dragist, 1 koffiestroopbrander, 2 bier- bottelaars, 4 zuivelbereiders, 31 bakkers. Groep houtbewerking: 20 meubelmakers, 9 stoffeerders, 6 mach.houtbewerkers, 2 kis tenmakers, 2 borstelmakers, 1 beitser, I beeldhouwer, 1 kuiper, 1 biljartmaker. Groep handel: 21 vertegenwoordigers, 8 winkelbedienden, 1 colporteur. Groep boek- en steendrukkerijen: 7 boek binders, 5 letterzetters, 3 drukkers. Groep land- en tuinbouwbedrijven: 15 tuinlieden, 27 landarbeiders, 3 bloemisten. Overige beroepen: 3 wasschers, 1 kleer maker, 1 rietwerker, 4 schoenmakers, 1 port. huiskn, 1 verfbereider, 2 kalkbranders, 1 huidenzouter, 1 klompenschilder, 1 onder wijzer, 1 cartonnagebewerker, 1 papierbe werker, 1 controleur, 2 bedrijfsleiders, 7 in casseerders, 4 zakkenstoppers, 2 administra teurs, 1 boekhouder, 1 verpleger, 1 batikker, 21 kantoorbedienden, 37 transport- en 275 los-arbeiders. Gedeeltelijk werkloos: tabaksindustrie 5. Jeugdige werkzoekenden beneden 18 jaar in diverse beroepen: 38. Vrouwelijk personeel: 8 kantoorbedienden, 1 verkoopster, 1 kapster, 3 huishoudsters, 1 werkster, 2 dienstboden. Alkmaar, 27 Maart 1937. De directeur v.n. v. d. HEUVEL. kant en den hals; keer met één losse om en haak een tweeden toer; keer weer met een losse om en haak een vaste in den eersten steek; daarna A: 5 lossen, 2 st. overslaan, 1 vaste in den volgenden steek, 5 lossen, een halve vaste in den lsten losse (zoo krijgt U een picotje); 1 vaste in den volgenden steek; herhaal van A af in het rond. Haak daarna nèt zoo'n randje langs den onder kant van de mouwen. Strijk deze kantjes voorzichtig plat. Neem 90 c.M. smal lint; knip dit in vieren en naai de linten boven aan bij den hals en halverwege den borst rok vast. Zij dienen voor de sluiting. Nu bent U klaar. Er werd mij ook nog gevraagd om een voudige slaapkamer-pantoffeltjes voor de baby. Het is U aan te raden, hier Angora-wol voor te gebruiken en breinaalden no. 2. Als U 8 steken op de 2 1/2 c.M, breit, wordt de pantoffel ongeveer 10 c.M. lang, langs de zool gemeten. Begin aan de teen 12 st. op te zetten; brei in de achterzijde der steken voor den eer sten toer. Brei eiken toer recht en meerder in eiken toer door 2 st. te breien in den steek naast den kantsteek aan beide einden var. de naald, net zoo lang tot er 28 st. op de naald staan. Ga op deze 28 st. zonder meerderen door over een lengte van b.v. 9 of 11 c.M.; dat hangt van de maat af, die U noodig heeft. In den volgenden toer breit U: 7 st. recht, 14 st. afkanten, 7 recht. Brei dan op de laatste 7 st. 9 toeren en kant af; hecht de wol weer aan bij de eerste 7 st. en brei ook hierop 9 toeren; vervolgens eveneens afkanten. Het is wel aardig om het rosetje op de pantoffel in een kleur te haken: blauw voor een jongen; rose voor een meisje; maar geel of zeegroen of oranje kan óók heel grappig staan. Haak 4 lossen tot een rondje (ook weer haakpen no. 11/2 gebruiken, net als bij den borstrok)maak 4 vasten in dien ring en een halve vaste in den eersten steek. In den volgenden toer 3 vasten in eiken steek en weer met een halve vaste vast maken; in den derden toer: 1 vaste in den eersten steek; 3 vasten in den volgenden; A 1 vaste in elk van de volgende 2 steken; 3 vasten in den volgenden steek; van A af tweemaal herhalen; dan 1 vaste in den volgenden steek en met een halve vaste den toer vast maken. Nu nog één toer met 3 vasten in den mid delsten van de 3 st. aan de hoeken en 1 in elk van de oveiige steken. Dan gaat U af werken: laat 2 c.M. aan den rechten kant van elke zijde van den teen vrij. Naai de af gekante rondjes aan weerszijden van de ,hiel aan elkander en daarna aan de af ge kante steken van de zool. Naai de teen én de 2 c.M. aan weerskanten overhands. Haak om de rest van het werk 3 toeren vasten, steeds omkeerende met een losse; naai het rosetje zóó vast, dat de eene helft op de teen valt en de andere op den voet. En maak de tweede pantoffel nèt zoo.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 8