Pluimveeteelt.
Voor de Huisvrouw.
DR. R. A. KOLLEWIJN «0 JAAR.
Ben onzer medewerkers schrijft ons:
Heden, 30 Maart, wordt ds. R. A. Kolle-
SWtfn 80 jaar..,.
En aller gedachten gaan uit naar den
man, die ruim een halve eeuw geleden het
aandurfde, vierkant stelling te nemen te
genover een spelling, welke z. i. onlogisch
én inconsequent was. De jongelui die in die
jaren de eerste 5-jarige H. B. S. te Amster
dam bezochten, waar dr. Kollewijn Neder-
landsche taal en letterkunde doceerde, zul
len zich nog wel kunnen herinneren, hoe de
toenmalige leeraar reeds de scholieren van
het goed recht zijner hervormings-idee
trachtte te overtuigen.
Dr. R. A. Kollewijn werd 30 Maart 1857
te Amersfoort geboren. Alvorens hij tot
leeraar aan de 1ste H. B. S. met 5-jarigen
cursus te Amsterdam werd benoemd, was
hij in die functie werkzaam aan een tweetal
H. B.-scholen te Deventer, n.1. ééne voor
jjongens en ééne voor meisjes. In 1880 pro
moveerde hij te Leipzig als doctor in de
philosofie, (waaronder in Duitschland ook
de letteren begrepen waren). De benoe
ming tot leeraar aan de 1ste H. B. S. te
Amsterdam volgde in 1883 en aan die
school heeft dr. Kollewijn, éérst met dr.
Lankeren Matthes en daarna met den on-
vergetelijken dr. J. Campert tot directeur,
taal en letterkunde gedoceerd, totdat hij in
1892 benoemd werd tot directeur van de 4e
H. B. S. met 3-jarigen cursus aan de Mau-
fïtskade te Amsterdam.
Bijna een kwart eeuw, n.1. tot 1916 heeft
dr. Kollewijn op de hem eigen krachtige
wijze het bewind over die H. B. S. gevoerd,
totdat zijn ziektetoestand hem noodzaakte,
zijn eervol ontslag aan te vragen.
Op een vraag van onzen medewerker
wanneer hij voor het eerst op de gedachte
kwam dat onze spelling niet deugde, keek
dr. Kollewijn, even nadenkend, voor zich
uit, en zegt dan: „Jawannéér.Och,
ik kan U wel zeggen, dat ik als jongen
reeds het hoofd heb geschud over onze
spelling.
„Stel U voor" had dr. Kollewijn tot
'Óen Duitschen professor Hildebrand ge
zegd „dat de Nederlander, wanneer er
'sprake is van een klok die te vlug loopt,
zégt: „Hij loopt voor", maar wanneer die
zelfde Nederlander die mededeeling op pa
pier moet doen, schrijft hij: ,Zij loopt voor".
En daarop had prof. Hildebrand dr. Kolle
wijn toegevoegd: „Aber das kann ich nicht
glauben; so chinesisch sind die Hollander
eben doch nicht".
En onze gastheer lacht smakelijk bij de
ze herinnering uit zijn Leipziger studiejaar.
Wij babbelen, alsof er geen tijdperk van
45 jaren ligt tusschen den H. B. S.-tijd en
thans. Maar dan blijkt opeens dat het ge
heugen van dr. Kollewijn op één punt toch
nog even tekort schiet, want wij herinneren
hem aan een typisch voorval uit de tachti
ger jaren. Dr. Kollewijn was op een ochtend
bij ons in de klas op de H. B. S. gekomen
en vertelde hij was altijd vol van zijn
spelling-vermorming hoe in een der
Amsterdamsche bladen den avond tevoren
een artikeltje over zijn spelling-wijzigingen
had gestaan, waarboven als kopje gedrukt:
„Revolutionair".
En met den meesten nadruk had de leer
aar ons voorgehouden, dat hij niet revolu
tionair wilde wezen, maar een eind wilde
maken aan een spelling, welke zoozeer ver
schilde met onze spreektaal.
En onze gastheer houdt het ons thans op
nieuw voor, zooals wij het vroeger zoo vaak
•uit zijn mond gehoord hebben: „De eigen
lijke taal is de gesproken taal, en daarnaar
moet men zich zooveel mogelijk richten in
de schrijftaal. Er moet méér overeenstem
ming komen tusschen schrijftafel en spreek-
tafel".
„Staat U thans nog op hetzelfde stand
punt, als een halve eeuw geleden?" willen
wij graag weten en het antwoord luidt:
„Kijk eens, in zekeren zin wel, maar ik be
gin langzamerhand te gelooven, dat het
maar goed is, dat er een beetje verschil
blijft bestaan. Laat de eene nu maar schrij
ven:: „van de man", en de ander: „van der.
man" Maar in den beginne heb ik er na
tuurlijk niet zoo over gedacht. Mijn eerste
spelling-plan heb ik nooit laten drukken;
dat ging zóóver dat ik het toch nooit er
door gekregen had. Eerst in 1891 heb ik een
en ander laten drukken, en wel in het tijd
schrift: „Vragen van den dag", dat destijds
veel opgang maakte. Later, véél later heb
ik wel geleerd... een beetje water in den
-wijn te doen".
Wij herinneren aan de felle bestrijding,
waarin dr. Kollewijn indertijd blootstond
en hij verklaart ons: ,Ja, ik heb veel ge
vochten en ben zelfs uitgescholden,
maar daaraan heb ik mij gelukkig nimmer
schuldig gemaakt'".
„En hoe denkt U over de spelling van
mr. Marchant?"
„U begrijpt wel, dat ik dat een stap in
de goede richting vind, maar die stap gaat
mij natuurlijk niet ver genoeg", lacht onze
gastheer, en als wij opmerken, dat er toch
zooveel onlogische punten in de Marchant-
spelling schuilen, merkt dr. Kollewijn na
denkend op: „Ja, maar niet één spelling is
heelemaal logisch".
„Maar dat hebt U ons op de H. B. S.
destijds niet gezegd", herinneren wij nu
lachend, en dr. Kollewijn lacht smakelijk
mede.
Zoo babbelen wij verder, tot het tijdstip
van afscheid nemen komt. Een stevige
handdruk, een hartelijke wensch onzerzijds
voor een mooien feestdag en dan is ons
herinnerings-gesprek met den grijzen oud-
leeraar, oud-directeur der H. B. S., die on
danks zijn 80 jaren, nog zoo helder en
frisch van geest is, teneinde.
NOODLOTTIG ONGELUK TE MEPPEL.
Vanochtend is bij den spoorwegtunnel-
bouw nabij Meppel een ongeluk gebeurd,
-i »arbij de 60-jarige arbeider Speldekamp
uit Zwolle werd gedood. Omtrent de toe
dracht van dit ongeval vernemen wij dat
de man met zijn arm bekneld geraakte
tusschen de deelen van een heimachine,
waardoor hij met groote kracht eenige
malen tegen den grond werd geslingerd.
Toen toegeschoten arbeiders de machine
hadden stopgezet, was het slachtoffer
reeds overleden.
Nijgh en Van Ditmar
jubileert.
-Ui boekhandel tot uitgeverij.
Op 2 April a.s. viert Nijgh Van Ditmar,
te Rotterdam, haar eeuwfeest. Wat is er in
een naam? Omtrent het wezen van een on
derneming zegt hij ons heel weinig, als wij
niet tevens de geschiedenis kermen.
2 April zal het 100 jaar geleden zijn, dat
H. Nijgh te Rotterdam een boekhandel ves
tigde, waaraan reeds enkele jaren later een
uitgeverij voor boeken en plaatwerken werd
verbonden. Een gouden tijd was het zeker
niet, waarin hij met zijn scheepje van wal
stak. Hoe weinigen zijn er in geslaagd een
onderneming van groote allure op te bou
wen! Tot die weinigen behoorde ook de
grondleger van de firma Nijgh Van Dit
mar, waarlijk niet dank zij, maar ondanks
de in het midden van de vorige eeuw heer-
schende toestanden.
De oprichter H. Nijgh
H. Nijgh verstond zijn tijd en wist ideeën
in daden om te zetten. Zijn eerste groote
daad was de oprichting van de Nieuwe Rot-
terdamsche Courant, waarin de veranderde
inzichten op cultureel en economisch-politiek
gebied tot uiting konden komen. Nadat de
krant echter eenmaal haar weg gevonden
had, werd zij, eveneens onder zijn leiding,
een zelfstandige onderneming, die nu ook
reeds bijna op een geschiedenis van een eeuw
kan terugzien.
Intusschen bleef H. Nijgh, die den boek
handel reeds spoedig vaarwel had gezegd,
zich ook met kracht op de uitgeverij toeleg
gen, terwijl in dien tijd tevens de grond
slagen werden gelegd van het advertentie
bureau. Als uitgever zocht hij steeds naar
het beste en zijn hooge opvatting van de
taak van den uitgever deed hem niet zelden
den financieelen kant uit het oog verliezen.
De uitgeverij gaf den stoot tot de op
richting van de drukkerij, welker ontwik
keling gelijken tred hield met de uitbrei
ding van het fonds. Alle uitgaven worden
nog steeds op de eigen drukkerij vervaar
digd, welke tot een groot en modern be
drijf is gegroeid, met een talrijk personeel.
Wij zouden niet volledig zijn, indien wij
onder de technische afdeelingen niet
noemden de chemigrafische inrichting, die
op zichzelf tot de groote bedrijven in Ne
derland behoort. Als een bi zonderheid zij
hier vermeld, dat aan de firma Nijgh
Van Ditmar de eer toekomt op dit gebied
baanbrekend werk te hebben verricht. Zij
was één der eersten, die, toen de hout
sneden plaats maakten voor mechanische
cliché's, een chemigrafische afdeeling in
het leven riep.
Om tot de uitgeverij terug te keeren, de
zoojuist verschenen fondscatalogus der
firma omvat ruim 1400 gangbare werken
op het gebied van letteren en kunst, kin
derlectuur, sport en lichamelijke opvoe
ding techniek wetenschap mid
delbaar lager en nijverheidsonderwijs.
Op letterkundig gebied staan de uitga
ven van Nijgh Van Ditmar aan de spits.
Vele jonge begaafde letterkundigen
hebben bij haar gedebuteerd.
In het door Nijgh Van Ditmar opge
richte tijdschrift „Forum", vonden de jon
geren de gelegenheid zich te uiten.
Het Advertentiebureau, dat sedert 1846
deel uitmaakt van Nijgh Van Ditmar.
was het eerste bureau in Nederland, dat
zich op het gebied der reclame bewoog.
Uit het voorafgaande moge duidelijk zijn
geworden, dat hoewel er-tusschen de Nieuwe
Rotterdamsche Courant en de firma Nijgh
Van Ditmar in het begin van de historie van
beide ondernemingen wel eenige verwant
schap heeft bestaan, zij na korten tijd geheel
zelfstandig werden en geheel onafhankelijk
van elkaar.
Na den oprichter H. Nijgh, die zich in
1864 associeerde met W. N. J. van Ditmar,
zijn firmant geweest de heeren J. C. Nijgh,
N. M. A. van Ditmar en H. Nijgh J.C.zn. 1
Januari 1908 werd de firma in een vennoot
schap omgezet. Toen H. Nijgh J.C.zn. in 1908
directeur van de Nieuwe Rotterdamsche
Courant werd, trad hij af als directeur van
Nijgh Van Ditmar N.V., terwijl J. Th.
Piek, een schoonzoon van N. M. A. van Dit
mar, tot directeur werd benoemd. Eenige
jaren werd de N.V. door een éénhoofdige
directie bestuurd; in die periode werden de
verschillende afdeelingen gesplitst in op
zichzelf staande bedrijven. In 1921 volgde de
benoeming tot Directeur van D. Zijlstra; de
leiding van het bedrijf berust tot op den
dag van heden in handen van J. Th. Piek en
D. Zijlstra.
Bij gelegenheid van het honderdjarig be
staan van de firma zal van 2 t/m. 8 April in
den Rotterdamschen Kunstkring een ten
toonstelling worden gehouden, „100 jaar
Nijgh Van Ditmar in Vogelvlucht", die
retrospectief en representatief een beeld
geeft van de prestaties van Nijgh Van
Ditmar op de verschillende door haar be
streken gebieden.
HEFFING OP BOTER.
De heffing op boter is voor de week van
28 Maart tot en met 3 April behoudens
tusschentijd-scr-e wijziging, wederom vast
gesteld op 80 cent per K.G.
Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen
door onze abonné's worden gezonden aan
Dr. te Hennepe, Heemraadsingel 84 te Rot
terdam. Postzegel voor antwoord insluiten
en blad vermelden.
Gegevens inzake kunstmatig broeden.
In de laatste jaren heeft men in allerlei
instituten veel ondei zoekingen verricht in
zake het kunstmatig broeden van eieren.
Hoewel de nieuwe machines vrijwel vol
maakt zijn op dit gebied, zijn er toch nog
verschillende punten die de aandacht vra
gen, wil men met succes broeden.
De temperatuur is één der voornaamste
punten. In de ouderwetsche z.g. vlakbroeders
wordt het ei van boven af verwarmd en de
onderkant is min of meer afhankelijk van
de temperatuur van het vertrek, waarin de
machine staat. Vandaar dat in zulke machi
nes de temperatuur tusschen bovenkant en
onderkant van het ei wel 3 tot 8 gr. kan
verschillen. In de moderne broedkasten,
waarin de lucht door ventilators of een of
ander slagwerk sterk bewogen wordt, is de
temperatuur van boven en onderkant van
het ei steeds gelijk. Zij is daar gemiddeld
99 gr. F. Bij de vlakbroeders meet men de
temperatuur aan den bovenkant van het ei.
Hoewel men vroeger aan nam, dat de tem
peratuur daar 103 gr. F. moest zijn, hebben
moderne onderzoekingen uitgemaakt, dat
men betere resultaten verkrijgt in een ver
trek dat 60 gr. F. warm is, als de bovenkant
van het ei in den beginne 102 1/2 gr. F. is en
in de laatste week daalt tot 100 gr. F.'ls de
temperatuur in het vertrek lager, dan kan
men beter bij 103 gr. F. beginnen. Bij de
vlakbroeder is dus de temperatuur, waarbij
men broedt, min of meer afhankelijk van
de temperatuur in het broedvertrek, bij de
broedkasten is dat niet zoo.
Vooral in de eerste 11 dagen is het van
veel belang de zuivere temperatuur nauw
keurig vast te houden, daar dan de kiem
zich geheel gedraagt als een koudbloedig
dier, d.w.z. afhangt van de omgeving. Na
den llden 'Jag is de kiem zoover ontwik
keld, dat zij zich als een warmbloedig dier
gedraagt, d.w.z. zij regelt zelf (voor een deel)
haar eigen temperatuur. Door onjuiste
temperaturen, wat bij slecht functionneeren
van de regulateurs nog al eens voorkomen
kan (of bij onbetrouwbare thermometers)
kunnen de broedresultaten heel slecht uit
vallen. Door onjuiste temperaturen komen
ook de scheikundige omzettingen in het
kuiken in de war en zoo kan het gebeuren,
dat de kalkstofwisseling niet voldoende
plaats vindt en het jonge kuiken al gauw
Engelsche ziekte krijgt.
Ook de vochtigheidsgraad van de lucht in
de machine is van veel belang. Koude lucht
kan maar weinig vocht bevatten, warme
lucht zeer veel. Verzadigde koude lucht kan
dus, hoewel ze erg vochtig lijkt (in het voor
jaar) zoodra ze in de ipachine op 103 gr.
komt, veel te weinig vocht bevatten'. Men
moet dan dus in de machine extra vocht
toevoegen. In de oudèrwetsche vlakbroeders
gaat dat op goed geluk af, betrouwbare in
strumenten om de vochtigheidsgraad van de
lucht te beoordeelèn heeft men niet. Daar
moet men als het ware de machine kennen
om te weten, hoeveel'vocht men noódig
heeft. 1
Bij de moderne broedkasten wordt de
vochtigheidsgraad geheel automatisch ge
regeld en op een bepaald gesteld gehalte
gehouden, ongeveer 60 gr. en tegen het uit
komen ongeveer 65 gr.
Een derde belangrijke zaak bij het broeden
is de toevoer van versche lucht en de af
voer van verbruikte lucht, de koolzuur. In
den beginne heeft de kiem nog weinig stof
wisseling, zoodat zij weinig zuurstof noodig
heeft en weinig koolzuur vormt, later wordt
dat anders en moet. er veel meer geventi
leerd worden. Nu ontstaat door ventilatie
natuurlijk een luchtstrooming. Deze is in de
ouderwetsche vlakbroeders slechts zwak en
niet hinderlijk voor de eieren. In de moderne
broedkasten waarin groote aantallen eieren
in een zeer kleine ruimte liggen, moet
krachtig geventileerd worden. Nu kunnen
kippeneieren gelukkig goed tegen dien
luchtstroom, maar eenden- en ganzeneieren
kunnen daar niet best tegen. Vandaar dat de
broedkasten beter werken met kippeneieren
dan met eieren van watervogels.
De ligging van het ei in de machine is ook
van belang. Of het ei 'horizontaal ligt of
met de stompe punt naar boven of schuins
naar boven, doet er niet toe, maar als het ei
met de spitse punt naar boven ligt, komt' er
van het broeden niet veel terecht. In het
nest vain een kip rollen de eieren ook veel
door elkaar, maar toch steeds zoo, dat het
stompe einde het hoogst ligt, omdat hier de
luchtkamer zich bevindt en deze helft van
het ei dus het lichtste is.
Over het aantal malen, dat men de eieren
per dag keeren moest, heeft ook lang on
zekerheid geheerscht. Gebleken is, dat men
in de eerste helft van het broeden veel
moet keeren en in de laatste week heeft het
keeren geen invloed meer. Men heeft zelfs
wel proeven gènomen, waarbij men de
eieren 96 maal per 24 uur keerde. De broed
resultaten waren uitstekend. Dat kan na
tuurlijk alleen in broedkasten, anders wor
den de eieren door het vele uitnemen en
keeren te veel afgekoeld. De beste resul
taten werden verkregen met 4 a 6 maal
keeren in de eerste twee weken en in de
laatste weken heelemaal niet keeren of
Slechts 1 a 2 maal per dag. Na de 19de dag
moeten de eieren met rust worden gelaten.
Nadruk verboden.
Dr. B. J. C. TEN HENNEPE.
6 In wijden kring heeft men O
g attentie x
x Voor uwe handels- X
X advertentie l g
DISTRICTS-ARBEIDSBEURS.
Doelenstraat 30. Tel. 4395.
De directeur van bovengenoemd bureau
deelt mede, dat heden staan ingeschreven:
Groep bouwvakken: 1 bouwk.opzichter, 2
opz.teekenaars, 2 glas in loódzetters, 2 gla-
zenwasschers, 1 steenbikker, 2 steenhouwers,
5 stratenmakers, 1 stratenm.opperman, 1
stuc.opperman, 2 tegelzetters, 1 betonemail-
leur, 9 betonwerkers, 36 opperlieden, 20 stu-
cadoors, 44 metselaars, 16 voegers, 12 schil
ders, 107 grondwerkers, 84 timmerlieden.
Groep metaalindustrie: 11 bankwerkers,
3 blikslagers, 3 carrosseriebouwers, 2 con
structiewerkers, 1 electro-technicus, 10 elec-
triciens, 3 fitters, 1 instrumentmaker, 2 kern
makers, 6 klinkers, 14 loodgieters, 2 lijn-
werkers, 3 machinisten, 2 machineteeke-
naars, 6 metaaldraaiers, 1 metaalvijler, 1
metaalslijper, 13 monteurs, 2 orgelmakers,
2 plaatwerkers, 2 rijwielherstellers, 1 rijwiel-
lakker, 1 pianostemmer, 2 scheepsbouwers,
2 scheepstimmerlieden, 1 scheepswerktuig-
kundige, 13 smeden, 9 stokers, 1 tandtechni-
ker, 1 tegenhouder, 1 voorslaander, 4 vuur
werkers, 2 wagenmakers, 1 werktuigbouw
kundige, 5 ijzerhouders, 1 zandbereider.
Groep verkeerswezen: 59 chauffeurs, 7
koetsiers, 10 motorschippers, 1 kapitein- en
1 machinist binnenvaart, 20 pakhuisknechts,
24 magazijnbedienden, 7 kellners, 4 loop
knechten, 1 hotelknecht, 1 emballeur.
Groep voedings- en genotmiddelen: 55
„Bestaan er voor kleine kinderen patro
nen van borstrokjes met lange mouwen?"
vraagt mij een lezeres. Ik heb er mijn voor
raad patronen eens op na geslagen en had
succes! Dit is een oud, maar degelijk model,
waar de kleintjes lekker warm in blijven.
U moet met breinaalden no. 3 en twee-
draads wol werken. Mijn voorbeeld is
33 c.M. lang van den schouder tot onder
aan; als het dicht gestrikt is, bedraagt de
wijdte 40 c.M. en het mouwtje is ruim
15 c.M. vanaf den hals.
Wanneer U niet te vast breit, zullen er
11 steken op de 2 1/2 c.M. komen. Begin
onder aan den rug en zet 88 st. op; brei bij
den eersten toer in den achterkant der
steken aldus: 1 recht, 1 averecht den gan-
schen toer; 2de t. recht. Herhaal deze 2
toeren tot Uw werk 23 c.M. lang is. Zet aan
het eind van de volgende 8 toeren 8 steken
op; en zet aan het eind van de volgende 2
toeren 12 steken op. Brei nu over alle steken
in het patroon, dus: 1 toer: 1 recht, 1 aver.;
1 toer recht, over een lengte van ongeveer
6 1/2 c.M. Brei in den volgenden toer 73 st.,
kant er 30 af en brei de laatste 73 steken.
Nu moet U verder elke helft van 73 st. af
zonderlijk breien, zet de eerste 73 dus op
een aparte naald en brei op de laatste verder,
lste toer tot den hals (tot de af gekante st.)
breien; 2de t.: 5 st. afkanten; den toer verder
afmaken; herhaal deze 2 toeren nog één
maal. In élk van de drie volgende rechte
toeren naast den kantsteek aan de halszijde
2 st. tezamen breien.
Daarna 4 t. breien zonder minderen. Merk
he: midden van deze toeren aan den kant
van den mouw, om later den bovenkant van
den schouder te weten. Brei in den volgen
den toer tot den hals. Meerder in den vol
genden toer een steek in den steek naast
den kantsteek aan de halszijde van het
werk. Herhaal deze twee toeren tweemaal.
Brei den volgenden toer tot den hals en zet
er 5 steken bij op. Brei in den daarop vol
gende toer in de achterzijde van de opgezette
steken en maak den toer verder gewoon af.
Herhaal deze laatste twee toeren nog één
maal. Brei den volgende toer tot den hals
en zet er 30 st. bij op. Ga nu zonder meer
deren verder tot de mouw, gemeten vanaf
het schoudermerk, dezelfde lengte heeft aan
den voorkant als aan de achterzijde.
Begin den volgenden toer aan den kant
van den mouw en kant 12 st. af; kant dan
verder 8 st. af in elk der 4 volgende toeren,
beginnende aan den zelfden kant. Brei
daarna zonder minderen verder tot de
zijkant van de voorzijde even lang is als de
zijkant van de achterzijde. Dan mag U af
kanten en meteen de wol weer aanhechten
aan de halszijde van den anderen kant en
deze precies zoo breien als U de eerste helft
gedaan heeft. Dan is het klaar en begint de
afwerking.
Pers het werk onder een vochtigen doek
op aan den verkeerden kant; naai de zij
naden en mouwnaden dicht. Haak met een
pen no. 11/2 een toer vasten om den voor-
-rtdtk
sigarenmakers, 5 sorteerders, 1 kistenplak-
ker, 1 stripper, 4 tabaksbewerkers, 3 koks,
10 slagers, 8 chocoladebewerkers, 1 off,
choc.dragist, 1 koffiestroopbrander, 2 bier-
bottelaars, 4 zuivelbereiders, 31 bakkers.
Groep houtbewerking: 20 meubelmakers,
9 stoffeerders, 6 mach.houtbewerkers, 2 kis
tenmakers, 2 borstelmakers, 1 beitser, I
beeldhouwer, 1 kuiper, 1 biljartmaker.
Groep handel: 21 vertegenwoordigers, 8
winkelbedienden, 1 colporteur.
Groep boek- en steendrukkerijen: 7 boek
binders, 5 letterzetters, 3 drukkers.
Groep land- en tuinbouwbedrijven: 15
tuinlieden, 27 landarbeiders, 3 bloemisten.
Overige beroepen: 3 wasschers, 1 kleer
maker, 1 rietwerker, 4 schoenmakers, 1 port.
huiskn, 1 verfbereider, 2 kalkbranders, 1
huidenzouter, 1 klompenschilder, 1 onder
wijzer, 1 cartonnagebewerker, 1 papierbe
werker, 1 controleur, 2 bedrijfsleiders, 7 in
casseerders, 4 zakkenstoppers, 2 administra
teurs, 1 boekhouder, 1 verpleger, 1 batikker,
21 kantoorbedienden, 37 transport- en 275
los-arbeiders.
Gedeeltelijk werkloos: tabaksindustrie 5.
Jeugdige werkzoekenden beneden 18 jaar
in diverse beroepen: 38.
Vrouwelijk personeel: 8 kantoorbedienden,
1 verkoopster, 1 kapster, 3 huishoudsters,
1 werkster, 2 dienstboden.
Alkmaar, 27 Maart 1937.
De directeur v.n.
v. d. HEUVEL.
kant en den hals; keer met één losse om en
haak een tweeden toer; keer weer met een
losse om en haak een vaste in den eersten
steek; daarna A: 5 lossen, 2 st. overslaan,
1 vaste in den volgenden steek, 5 lossen, een
halve vaste in den lsten losse (zoo krijgt U
een picotje); 1 vaste in den volgenden
steek; herhaal van A af in het rond. Haak
daarna nèt zoo'n randje langs den onder
kant van de mouwen. Strijk deze kantjes
voorzichtig plat. Neem 90 c.M. smal lint;
knip dit in vieren en naai de linten boven
aan bij den hals en halverwege den borst
rok vast. Zij dienen voor de sluiting. Nu
bent U klaar.
Er werd mij ook nog gevraagd om een
voudige slaapkamer-pantoffeltjes voor de
baby.
Het is U aan te raden, hier Angora-wol
voor te gebruiken en breinaalden no. 2. Als
U 8 steken op de 2 1/2 c.M, breit, wordt de
pantoffel ongeveer 10 c.M. lang, langs de
zool gemeten.
Begin aan de teen 12 st. op te zetten; brei
in de achterzijde der steken voor den eer
sten toer. Brei eiken toer recht en meerder
in eiken toer door 2 st. te breien in den
steek naast den kantsteek aan beide einden
var. de naald, net zoo lang tot er 28 st. op
de naald staan. Ga op deze 28 st. zonder
meerderen door over een lengte van b.v. 9
of 11 c.M.; dat hangt van de maat af, die U
noodig heeft. In den volgenden toer breit U:
7 st. recht, 14 st. afkanten, 7 recht. Brei dan
op de laatste 7 st. 9 toeren en kant af; hecht
de wol weer aan bij de eerste 7 st. en brei
ook hierop 9 toeren; vervolgens eveneens
afkanten.
Het is wel aardig om het rosetje op de
pantoffel in een kleur te haken: blauw voor
een jongen; rose voor een meisje; maar geel
of zeegroen of oranje kan óók heel grappig
staan. Haak 4 lossen tot een rondje (ook
weer haakpen no. 11/2 gebruiken, net als
bij den borstrok)maak 4 vasten in dien ring
en een halve vaste in den eersten steek. In
den volgenden toer 3 vasten in eiken steek
en weer met een halve vaste vast maken; in
den derden toer: 1 vaste in den eersten
steek; 3 vasten in den volgenden; A 1 vaste
in elk van de volgende 2 steken; 3 vasten
in den volgenden steek; van A af tweemaal
herhalen; dan 1 vaste in den volgenden
steek en met een halve vaste den toer vast
maken.
Nu nog één toer met 3 vasten in den mid
delsten van de 3 st. aan de hoeken en 1 in
elk van de oveiige steken. Dan gaat U af
werken: laat 2 c.M. aan den rechten kant
van elke zijde van den teen vrij. Naai de
af gekante rondjes aan weerszijden van de
,hiel aan elkander en daarna aan de af ge
kante steken van de zool. Naai de teen én
de 2 c.M. aan weerskanten overhands. Haak
om de rest van het werk 3 toeren vasten,
steeds omkeerende met een losse; naai het
rosetje zóó vast, dat de eene helft op de
teen valt en de andere op den voet. En maak
de tweede pantoffel nèt zoo.