8 Minister Deckers over crisisaangelegenheden HET HUIS MYSTERIES PARLEMENT Herberekening Indische pensioenen goedgekeurd. Wat zijn kleine boeren (Van oi\zen parlementairen medewerker). De tweede stemming in de Eerste Kamer over het wetsontwerp tot herberekendng van de Indische pensioenen heeft een normaal verloop gehad, ook wat den uit slag betreft. Het vereischte aantal leden was er en het wetsontwerp werd met een "behoorlijke meerderheid aangenomen, met 24 tégen 15 stemmen. Tegen stemden de soc.-democraten, de beide n.s.b.-ers, de katholieken de Bruyn en Nivard en de heer Werker (v.d.); bij de mislukte stemming van Woensdag meldde zich ook nog de heer Andriessen (r.k.) als tegenstemmer aan, maar gister morgen was hij nog niet aanwezig. Na deze stemming volgde in snel tempo de goedkeuring van de instelling van een rubberfonds, de tegemoetkoming van 25 millioen aan Indië voor welvaartszórg; de heffing van een tijdelijk 'extra-uitvoer recht. Eveneens onder den hamer door ging de begrooting voor Suriname voor 1937! Zoodoende kon de Kamer dadelijk be ginnen aan de begrooting van Landbouw en Visscherij.en de begro'oting van het Landbouwcrisisfonds voor 1937. Er is een vrij uitvoerig debat over gevoerd, maar toch niet zoo uitgebreid of de behandeling kon gisteren nog met de aanneming van de Landbouwbegro'oting met 30 tegen 2 stemmen eindigen, waarna de begrooting van het Landbouwcrisisfonds zonder hoof delijke stemming volgde. Het nieuwe element in het landbouw- aebat was het pas verschenen voor-ont werp van wet tot reorganisatie van de crisismaatregelen, dat de minister naar dén Economischen Raad om advies heeft gezonden en dat hij door de publicatie al vast in discussie wil brengen in de kringen van land- en tuinbouw. Over déze Landbouwordeningswet heb ben eenige sprekers zich natuurlijk reeds - uitgelaten; aan liberale zijde neemt men nog een afwachtende houding aan, ir. Otten (v.d.) bracht het al tot een juich toon, omdat een grootere plaats aan de landbouworganisaties bij de uitvoering van diverse maatregelen zal worden toe gekend; de heer Kolff (c.h.) daarentegen vreesde, dat minister Deckers bezig was zich een luchtkasteel te bouwen. Niet dat deze afgevaardigde tegen elke ordening is, maar als er iéts voorzichtig moet wor den aangepakt, is het wel de land- en tuinbouw! Algemeene belangstelling bestond er voor het lot van de kleine boeren, ten wier behoeve de minister nu bijzondere maatregelen treft en waarop we straks bij zijn rede terug komen. Nog een' algemeen besproken punt was de vraag'of de steun aan land- en tuin bouw nog moet doorgaan of niet; er is een communis opinio dat de crisismaat regelen hoe eer hoe liever moeten ver dwijnen, maar even verbreid is de opvat ting, dat ze nog niet kunnen worden ge mist. Niettemin- zou men 't al veel gewonnen ■achten, als de monopolieheffing op de granen kon worden afgeschaft. De minis ter ziet eveneens verlangend naar het oog'enblik uit dat dit gebeuren kan; er is echter een belangrijke voorwaarde aan verbonden: eerst moeten de kostprijzen de wereldmarktprijzen zijn genaderd. Een groote rem schijnt ook te zijn het feit, dat met het saldo der graanheffingn steun maatregelen voor anderè landbouwpro ducten worden bekostigd. Dit was een ernstige bedenking van den heer Geldér- man (v.b.), die vreesde dat men daardoor alleen al niet gauw meer van de mcnopo- lieheffingen zou afkomen. De heer Ruiter (x.k.) bleek de handhaving van die hef fingen, om dezelfde redenen wat bedenke lijk te vinden. Met den heer van. Rappard (v.b.) bracht de heer de Marchant et d'Ansembourg (n.s.b.) hulde aan sir Hen- ry Deterding, die voor tien millioen aan- landbouwproducten in ons land voor Duitschland heeft gekocht en daardoor de markt heeft verlicht. Blijkens de „stuk ken" waardeert de regeering de geste van sir Henry eveneens. Laatstgenoemde afgevaardigde zag alleen maar heil in de nationaal-socialis- tische opvatting van den landbouw, die het fundament moet zijn, waarop de volkshuishouding rust. „De bodem levensgrondslag voor ons volk"; hij mag geen geldbelegging en speculatieobject zijn. De heer d^Ansembourg gaf nog o.m. de volgende uitspraak: „De crisismaatre gelen zullen niet verhinderen, dat de boer slaaf blijft van de liberale speculatie zucht". We kunnen niet op alle wenschen, pun ten van critiek en vragen der sprekers ingaan. We memoreeren nog even het feit, dat aan de rede, welke de heer Ruiter onlangs voor de katholieke boerenorga- nisaties heeft gehouden, in de Kamer de noodige aandacht is geschonken; hierin had hij een nieuw systeem tot steun ver leening gepropageerd, dat (evenals dat van den minister in zijn vóór-ontwerp) uitgaat van decentralisatie, maar welk systeem,- volgens den heer Gelderman (v.b.) niet gauw door een minister van financiën gefinancierd zal kunnen worden. Rede van minister Deckers. De minister van landbouw en vissche- rij,. dr. Deckers, verklaarde in verband .met den eveneens door hem gekoesterden wensch, spoedig een einde aan de crisis maatregelen té zien, dat hij ook hoeeer hoe liever van al die crisis-ambtenaren af was. Hij ontkende tegenover den heer d'Ansembourg, dat deze over het alge meen niet deskundig zouden zijn of onbe hoorlijk zouden optreden. Gelukkig is'dit bij de overgroote meerderheid niet het geval, die naar volle tevredenheid van haar hoogsten chef werkt; er schuilt na tuurlijk ook' kaf onder het koren, maar dat wordt er gauw uitgewerkt, zoodra het wordt ontdekt. Dat het met 'dé crisismaatregelen toch niet zóó heel erg is, bewijst wel de ver klaring van een landbouwdeskundige uit Palestina, die een reis door ons land heeft gedaan en van zijn bévindingen verslag uitbracht op een wijze, die niet anders dan zeer vleiend voor het peil van onzen land- en tuinbouw en veehouderij en de groote hoogte van het coöperatiewezen kan worden genoemd. Met begrijpelijke voldoening maakte de. bewindsman van deze uitlatingen gewag! Zijn stem was niet. geheel vrij van een- ironischen klank, toen hij de wenschen van den heer d'Ansembourg besprak en hem pp een tegenstrijdigheid in zijn rede wees. De n.s.b. afgevaardigde had name lijk gepleit voor sluiting van onze grenzen •voor den invoer van landbouwproducten, en voor. verhooging van invoerrechten, doch anderzijds tevens aangedrongen op vergrooting van den export, vooral naar Duitschland. Zal er op zoo'n grondslag aldus de minister ooit vruchtbaar met een land, welks artikelen wij weren, on derhandeld kunnen worden? De kleine boeren. Aan het betoog van den- minister ont- leenen we verder nog het volgendè: Veel van wat tot nu toe voor den landbouw is gedaan, zal volgens het reorganisatievoor stel zonder teeltregeling kunnen gebeuren. Voor de varkenshouderij kan- een teelt regeling nu nog niet worden gemist. Met den nood van -de kleine boeren wordt een betreurenswaardige demagogie bedreven. De regeering heeft tot tweemaal toe een uitkeering in geld gedaan. Déze diende mede. tot instandhouding van het bedrijf.-Door verder eerr apaTten dienst' voor hén in te stellen heeft de minister, zoo meende hij, getoond, det hij de kleine boeren als een groep beschouwt, die af zonderlijk moet worden behandeld, omdat hun belang en dat van den landbouw dat mede bren-gt. Mogelijk hebben die. maat regelen er toe bijgedragen, dat er juist in den laatsten tijd zóóveel in den 'lande over die kleine boeren wordt gesproken. Dr. Deckers meende dat „zekere Meige beurtenissen" daaraan niet vreemd wa ren! Toen hij in een óf ander blad een schril beeld opgehangen- zag van den noodtoe stand waarin tal van die kleine boeren zouden verkeeren, heeft hij daarnaar door zijn landbouwconsulenten in hun distric ten een onderzoek laten instellen; ieder moest 50 gezinnen luk raak er uit nemen en naar alles informeeren: voedsel, klee ding, dekking, eniz. De minister had 300 rapporten binnen gekregen en daaruit las hij de Kamer voor. Waar is het, dat de kleine boeren- sober moeten leven en dat in Drente, waar het kleinste aantal woont (6 net.) hun toestand het ongunstigst is. Maar men kan over het algemeen zeker niet zeggen, gelijk is beweerd, dat „zwarte armoe" onder hen heerscht. Overigens noemt men zich tegenwoordig al gauw kleine boer, voegde dr. Deckers eraan toe. Zoo vertelde hij, dat. hij dezer dagen een adres gekregen had van een nieuwe beweging van „Kleine boeren", welk stuk de onderteekening droeg van boeren, die men eer groote'dan kleine boeren, zou noemen, van herhergiers, schoenmakers, timmerlui en werkloozen. Onder de z.g. kleine boeren, die in de werkverschaffing zijn, komen er verscheidene voor, die arbei der op een steenbakkerij of ergens anders waren en daarbijzoo'n beetje boerden; die noemen zich ook kleine boeren. Onder de werkloozen in de steden wor den ook die personen gerekend, die vroe ger, in den tijd van de hoogconjunctuur, bij de grachten aangetroffen konden worden en ook toen werkloos waren. Met andere woorden: met het begrip „kleinen boer" moet men voorzichtig zijn. Op het oogenblik wordt in 49 gemeenten een proef genomen met tewerkstelling van kleine boe ren op hun eigen bedrijf bij wijze van werk verschaffing; 460 van die menschen zijn aldus aan den slag. De minister erkende, dat èr aan het crisis» beleid fouten kleven, doch dat het stelsel „gedegenereerd" begint te raken, zooals de heer Gelderman had beweerd, moest hij met beslistheid ontkennen. Er is zoodanige samenhang tusschen de diverse takken van landbouw, dat men moejlijk beweren kan: dit of dat valt eigenlijk buiten het rayon, dat door de opbrengst van de monopolie heffingen mag worden bestreden. Eigenlijk zou de sierteelt er buiten vallen, doch deze vraagt slechts enkele duizenden guldens. En de visscherij? Zeker, naar den aard van het bedrijf valt deze geheel buiten het begrip landbouwsteun,, maar had men dan soms tientallen van deze stoere Hollanders, die daarin hun brood verdienen, willen laten te gronde gaan? Dat zou de heer Gelderman toch ook niet hebben gewfld! De regeering trachte zooveel mogelijk den export te behouden of uit te breiden; maar onze verhouding tot Duitschland is een andere dan die van Denemarken tot Duitsch land, want wij moeten pog andere producten dan onze boter zien kwijt te worden. De minister wil gaarne het melkgebruik op de scholen trachten te bevorderen, maar het initiatief behoort in de eerste plaats aan de gemeenten. Wat de landbouwvoorlichting betreft, welke behoort te worden uitgebreid, met 1 April 1937 de heeren worden op hun wen ken bediend, merkte de minister leutig op +- de nieuwe organisatie van de bedrijfscon- sulenten van kracht geworden. Voorts deelde de bewindsman nog mede, dat hij een hooger bedrag voor de t.b.c.-be- strijding onder de runderen op de volgende begrooting, welke hij nog wel voorbereidt, zal brengen. De voorgenomen ordening in den land bouw is voor den minister geen „chateau en Espagne", gelijk de heer Kolff had ge vreesd, maar realiteit; Z.E. is een groot voor stander van decentralisatie, maar de controle moet bij den minister blijven, want deze is de verantwoordelijke persoon. Voor den tuinbouw is van regeeringswege gedaan, wat gedaan kon worden, ook wat HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 ct. en 25% zwaarder dan de meeste andere. Heuilletw DER Uit het Engelsch door H. A.C.S, 47) „Hij was een doortrapte schurk", zei Hi- lary, die een kleur kreeg, alsof alleen de herinnering hem al boos maakte. „Telkens en telkens gaven wij hem geld, zetten hem in de een of andere zaak, probeerden hem een positie te bezorgen. Altijd mislukte hij, verkwistte hij het geld, en kwam terug om meer te vragen. En altijd kreeg hij het op de een of andere manier van ons los. Als hij geen beroep kon doen op onze sym pathie, dan Hilary hield opeens op, er kwam een angstige blik in zijn oogen, toen deze opeens naar Evelyn keken. „Misschien weet u niet, zuster Keate", zei Evelyn, „hoe moeilijk het is zoo iemand in de familie te hebben. Wij konden niet toelaten, dat hij onzen naam te schande maakte, dingen te doen, waarmee hij dreig de. En bovendien ik geloof dat wij best haar de geheele waarheid kunnen vertel len, Hilary", „Onzin. Dat is niet noodig". „Ik geloof van wel. U moet weten, zuster Keate, dat Hilary, toen hij een jongen was. iets erg doms deed. Het was, toen hij en Dave en Bayard allen op eenzelfde lagere school waren". „Geloof je, dat het heusch noodig is, dat te vertellen, Evelyn?" vroeg Adela, wier gezicht er oud en gerimpeld uitzag, terwijl haar stompe handen steeds maar de kralen op en neer, op en neer schoven. „Ja", zei Evelyn, eenigszins aangedaan. „Het kan ons heelemaal geen kwaad doen. Wij weten er allemaal van, en Hilary vond de cheque in Bayard's boeltje, en vernie tigde haar. En, als wij zuster Keate niet de waarheid vertellen, nu wij al zoo ver gegaan zijn, dan zal zij denken, dat het iets veel ergers was dan het is. Het was alleen maar een jongensmoeilijkheid, zuster Keate. Hilary moest voor iets wat geld heb ben voor iets, dat hem toén vreeselijk dringend leek". „We hadden kaart gespeeld een beetje gegokt", zei Hilary, tl ie gewichtig deed en opsnijderig, en toch bedeesd, alsof hij weer een opgeschoten jongen was. „Ik verloor, en de jongen, bij wien ik in de schuld was, dreigde het aan den baas te vertellen, al3 ik hem niet betaalde. Hij dat jong ging toch van school, zoodat het hem niet schelen kon. Maar ik wist, dat ik zou wor den weggestuurd. En ik had geen cent, en Adela wou nooit cheques sturen behalve die van onze toelage, tenzij zij wist, waar voor wij geld noodig hadden en zij het goedkeurde. Bayard had hoe weet ik niet wat geld op de bank, en ik nou, ik vervalschte zijn handteekening op een cheque". Hij veegde weer zijn gezicht af. Het was eigenaardig dien man, die eigen zoons had, zijn jongensstreek te hooren be kennen. „Het was maar een klein bedrag. Wij hadden dikwijls voor de aardigheid u weet, hoe jongens zijn eikaars handtee kening nagemaakt Maar Bayard Bayard hield de cheque. Zij was met inkt geschreven; hij kraste datum en bedrag uit, en bewaarde haar al die jaren, en dreigde haar in te vullen voor een hooger bedrag, een anderen datum, en mij te vervolgen. Hij kon er niet veel mee bereikt hebben toch was ik er niet rustig over. Het zou een vreeselijke herrie gegeven hebben". „Hilary!" zei Adela, flauwtjes protestee- rend. „Nou, je weet, Adela, er zouden genoeg menschen geweest zijn, die de kans aan gegrepen zouden hebben, om mij in dis- crediet te brengen. Voor een bankier zou het „Dus, hij gebruikte die cheque, om thans dwang uit te oefenen?" zei ik. Hilary keek mij onbehagelijk aan. „Ja. Hij had een groote som gelds noo dig. Grooter dan ik hem kon geven. Hij dacht, dat het een goede gelegenheid was om af te persen". „Maar, Hilary, je had geen ruzie met hem dien laatsten middag". „Nee, Adela", zei Hilary, zwaarmoedig. „Ik had geen ruzie met hem". „Jij, jijhet was Allen, die aan het Zaterdag 3 April. HILVERSUM, 301 M. (VARA- uitz.) 8.Gr.pl. 10.VPRO-mor- genwijding, 10.20 VARA-maand- revue (op gr.pl.), VARA-orkest Cgr.pl.) en Gf.pl. 12.1.45 Gr.pl. 2.Les Ménéstriers. 3.15 Schaak- praatje. 3.30 en 4.10 Gr.pl. 4.30 Es- peranto-uitz. 4.50 en 5.10 Gr.pl. 5.40 Literaire causerie. 6.Orgelspel. 6.30 De Wielewaal en toespraak. 7.Filmland. 7.30 Lezing. 8. Herh. SOS-ber., ANP-ber. en VARA-Varia. 8.15 C. Steyn's Ac cordeon-orkest. 8.30 De Ramblers. 9.Radiotooneel. 9.10 Musica. 9.50 Toespraak. 10.ANP-ber. 10.05 VARA-orkest. II.— Ber. 11.05— 12.— Gr.pl. HILVERSUM, 1875 M. (KRO-uitz.) 8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur. 12.Ber. 12.15 KRO- orkest en gr.pl. 2.Voor de rijpere jeugd. 2.30 Gr.pl. 2.45 Causerie over schoolreizen. 3.Kinderuur. (4.HIRO: Gr.pl. 4.10 Het vivisec tievraagstuk, causerie. 4.30 HIRO- Post. 4.35 Gr.pl. 4.40 Animisme en spiritisme, causerie). 5.De KRO- melodisten. 5.45 De KRO-Nachte- gaaltjes. 6.20 Journ. weekoverzicht. 6.45 Gr.pl. 7.—Ber. 7.15 Kath. RVU. 7.35 Act. aetherflitsen. 8.ANP- .ber., médedeelingen. 8.15 Over peinzing met muzikale omlijsting. 8.35 Het KRO-orkest. 9.10 Gr.pl. 9.15 De KRO-boys. 9.40 Gr.pl. 10.30 ANP-ber. 10.40 Sportover- zicht. 10.55—12.— Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.05 Voor de vrouw. 11.20 Orgelspel. 11.50 Het „Canadian"-Trio. 12.50 Gr.pl. I.20 Het Commodore Grand-orkest. 2.20 De Dolce-Zangers en solist. 3.15 Sportrep. 4.55 Deel. 5.15 Gr.pL 5.35 Het BBC-dansorkest. 6.20 Ber. 6.35 Sportnieuws. 6.50 Welsch inter mezzo. 7.05 BBC-orkest. 7.50 Radio journaal. 8.20 Variété. 9.20 Ber. 9.40 Het Glasgow Órpheus koor. 10.20 BBC-Theater-orkest mmv. solist. II.20 Jack Jackson en zijn band. 11.50 Ber. 12.12.20 Vervolg Dans muziek. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 12.20 Visciano-orkest en zang. 3.20 Gr.pl. 4.50 Marlbrough revient de guerre, operette. 5.50 R. Porée-orkest. 8.20 Zang en piano. 9.05 Omroeporkest en solisten. 11.20 12.50 J. Bouillon-dansorkest. KEULEN, 456 M. 5.50 H. Bund's orkest en instrum. kwartet. 8.50 Gr.pl. 11.20 Silez. Philh. orkest. 1.35 Gr.pl. 3.20 Westduitsch Ka merorkest en SA-orkest. 5.25 Om- roepkwintet. 7.30 Gevar. progr. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest. 1.30 Salonorkest. 1.50 Gr.pl. 2.23, Zang. 2,35 Herdersfluiten-Trio. 3.05 Het Ebbecke-Trio. 3.35 A. Fel- leman's orkest. 4.35 Accordeonmu- ziek. 4.50 Gr.pl. 5.20 Omroepdans- orkest. 6.20 Gr.pl. 7.20 Zang. 8.20 Kleinorkest. 9.05 Voordracht. 9.20 Verv. concert. 10.30 Dansmuziek (gr.pl.) 11.20—12.20 Gr.pL 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest. 1.30 Omroeporkest. 1.50 Gr.pL 2.22 A. Felleman's orkest. 3.20 Gr.pL 3.35 Zang. 3.50 Gr.pl. 4.05 Zang. 4.20 Gr.pL 4.35 Salonorkest. 5.35 Cle- mor and his Lucky Stars. 6.20 Chansons. 6.50 Pianorecital. 7.05 Zang. 7.45 Gr.pL 8.20 Omroeporkest. 9.05 Radiotooneel. 9.50 Omroep orkest. 10.30 Omroepdansorkest. 11.20—12.20 Gr.pL DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Weimafer Staatskapel en so listen. 9.20 Ber. 9.50 Fluit en piano. 10.05 Scheepsweerber. 1012012.15 O. Kermbach's dansorkest. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.—9.50, D.sender 9.50—10.20, Diversen 10.20—11.05, Lond. Reg. 11.05—12.35, Brussel VL —12.35—13.35, Keulen 13.35—14.35, Brussel Fr. 14.3515.20, Keulen 15.20—16.20, Brussel VI. 16.20—17.35 Brussel Fr. 17.3518.20, Parijs R. 18.20—19.20, Keulen 19.20—21.20, Boedapest 21.2023.25, Berlijn 23.25 —24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Ham burg 9.20—10.35, Droitwich 10.35— 15.20, Lond. Reg. 15.20—17.20, Droit wich 17.20—18.20, Brussel VI. 18.20 18.50, Brussel Fr. 18.5019.05, Droitwich 19.0521.40, Weenen 21.40—22.20, Droitwich 22.20—24.—; Lijn 5: Diversen. Zondag 4 April. HILVERSUM, 301 M. (8.55—12.— en 5.30—6.30 VARA, de VPRO van 5.5.30 en 6.308.en de AVRO van 12.5.en 8.12.uur). 8.55 Gr.pL 9.Voetbalnieuws. 9.03 Tuinbouwpr. 9.30 Gr.pl. 10.15 Na- tuur-historische lezing. 10.30 VARA- orkest. 11.15 Van Staat en Maat schappij. 11.30 Verv. concert. 12.— Orgelspel. 12.10 Gr.pl. 12.30 Wat Indië de. laatste 14 dagen beroerde, causerie. 12.50 Kovacs Lajos' orkest. 1.45 Boekbespr. 2.15 Repor tage voetbalwedstrijd België Nederland. 4.15 G \pl. 4.30 Avro- dansorkest. Hierna eventueel sport nieuws. 5.— Gespr. met luisteraars. 5.30 Voor de kinderen. 6.Sport- praatje. 6.15 Sportnieuws A. N. P., hierna gr.pl. 6.30 Jong Holland snakt naar werk (rep. en toe spraak. 7.Vrijz. Prot. Kerk dienst. 8.— ANP-ber. mededeelin- gen. 8.15 Omroeporkest, Operakoor en solisten. 9.15 RadiojournaaL 9.3Ö Orgelen viool. 9.50 Act. uitzending. 10.Omroeporkest en solist. 10.45 Gr.pL 11.ANP-ber., hierna tot 12.Avro-dansorkest. HILVERSUM, 1875 M. (8.30—9.30 en 5.-7.45 NCRV, de KRO van 9.30 —5.— en 7.45—11.30 uur). 8.30 Morgenwijding, mmv. solisten.9.30 Plechtige H. Mis. 11.— Gr.pl. 11.45 KRO-orkest en gr.pl. 1.— Isole- meht öf fusie?^ lezing., 1.20, .R/Kü-v> Gem. Zangvereen. St. Caecilia en gripl. 2.Vragenhalfuur. 2.30 Het Ned. Sextet. (3.05 DecL) 4.Zie- kenlof. 4.55 Sportnieuws. 5.05 Ge- ref. Kerkdienst. Hierna gewijde muziek (grpl.) 7.45 Sportnieuws. 7.50 Waarom de kernvorming in onzê standsorganisaties?, causerie, 8.10 ANP-ber., mededeelingen. 8.25 Gr-.pl. 8.30 KRO-orkest en solisten. 10.15 Gr.pL 10.30 ANP-ber. 10.40 Epiloog. 11.—11.30 Esperanto- lezing. den export aangaat. De massa der tuinders is niet zoo ontevreden als de heer Kolff wilde doen gelooven. Op diens verzoek zal hij maatregelen tegen een te grooten aan plant van vruchtboomen (waarvan in de toe komst de bonafide vruchtentelers last zou den kunnen krijgen) overwegen; de- mi nister heeft die reeds genomen ten aanzien van misbruik van volktuintjes, welke hiel en daar buiten normale proporties aan de groentenproductie deel hadden. Nauwlettend volgt de minister de verhou ding tusschen boter en margarine, een kwes tie die ook in dit debat weer eens aan de orde is geweest en o.a. door den heer Ruiter in voor de margarinefabrikanten weinig voordeeligen zin was besproken. Met de stemmen van de heeren d'Ansem bourg en van Vessem (beide N.S.B.) tegen werd daarna de Landbouwbegrooting aange nomen. Dë ve' gadering werd vervolgens gesloten. Vermoedelijk komt de Senaat op a.s. Dins dag 's avonds weer bijeen; er zal voor een nieuwe agenda moeten worden gezorgd. Binnen 8 meter van straathoeken is stil staan met auto's en andere voertuigen te genwoordig verboden! raam stond, met zijn rug naar ons foe, en die nogal zachtjes sprak. „Jij schoot niet op hem. Daarom". Hilary sprong overeind, zijn grove ge zicht werd weer purper. „O, nee! Hij was een schurk. Een schan de voor de'familie. Maar ik zou hem niet vermoord hebben. Dat zou ik niet hebben kunnen doen". „Jij deed hem niets", zei Evelyn snel. „Ik zag hem. Herinner je, Allen, dat ik de laat ste was, die Bayard in leven zag. Dat was, nadat Hilary met hem gepraat had". Allen draaide zich plotseling om, ging van het raam weg, liep op Evelyn toe, er. legde zijn hand onder haar kin, en keek in haar gezicht, dat naar hem opkeek, en glimlachte even tegen de kalme donker blauwe oogen, die zoo op de zijne leken. De twee heldere kruinen glansden boven de twee bruine gezichten. „Dat is dus in orde", zei hij. „Wij weten allen, dat jij hem niet doodschoot". „Dus", zei Hilary, „Bayard was in leven, toen Evelyn van hem wegging. Dood, toen Emmeline hem vond, geen uur later. Nie mand van de familie zag hem gedurende dien tijd „Je vergist je, Hilary", zei Janice. „Ik heb juist aan Adela verteld, dat, toen ik van de boerderij terugkeerde en in huis kwam, een oogenblik vóór Adela, ik hem dood vond. Ik zag hem dood, voordat Em meline hem vond". „JaniceAllen was naast haar, Wij zouden blind geweest zijn; wij allemaal, als wij niet op zijn gezicht de liefde en angsi hadden gezien. Maar zij duwde hem met haar stevige handen weg. „Nee, ik schoot hem niet dood. Maar ik ben blij, dat hij dood is. Ik vind, dat wij met dit gepraat moeten ophouden. Wij moesten niet probeeren te ontdekken, wie het deed. Als het iemand van de familie is, des te beter niet „Maar, Janice", zei Adela, heesch, alsof haar keel en mond verstijfd waren, „het was niet iemand van de familie. Het was de inbreker. Wij zijn alleen maar aan het bewijzen „Je moest dit niet begonnen zijn, Adela", zei Hilary, opgewonden. „Maak liever geen slapende hónden wakker". „Je moet mij laten doen, zooals ik meen, dat het beste is", zei Adela. „Je was op het punt, Janice, mij van de revolver te vertellen". „De revolver!" schreeuwde Hilary, die weer overeind sprong. „Welke revolver? Wat is dat?" „Ik ik waarschuwde je, mij. niet te vragen, Adela", zei Janice. Allen's handen zochten de hare. „Praat niet, Janice. Zeg niets „Stil, Allen. De revolver lag op;den grond naast Bayard. Ik stopte haar. jn het eiermandje om haar te verber gen". „Het eiermandje", schreeuwde Hilary, die heelemaal dol van opwinding was. „Waar over praat je in 's hemelsnaam? Wat - be doel je? Spreek dan toch! Waarom ver stopte je haar?" (Wordt vervolgd..

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6