Het groene oog van Baa-AI.
Ervaringen
Taxi-chauffeur
£uchti*aaet
Jjigezonden Stukken
ALLEDAAGSCHE DINGEN IN DE
OUDE KEIZERSSTAD.
VIL
Slaap,
Als je dagelijks met een auto op den
weg rydt, raak je op het laatst zoo door
en door met je wagen vertrouwd, dat je
alle handelingen geheel automatisch ver
richt. Je hoeft er niet meer bij na te
denken en je kimt dus je volle aandacht op
den weg concentreeren.
Als het op den weg druk is, eischt het
verkeer al je aandacht en is er niet veel
kans dat je kennis maakt met een van de
meest gevreesde vijanden van den chauf
feur, de slaap!
Maar als het stil is en je rijdt op een
buitenweg, die bovendien erg eentonig is,
dan kan het gebeuren dat je op een ge
geven moment rijdt, zonder dat je weet
wat.er om je heen gebeurt!
Ook ik heb met dezen gevaarlijken vij^
and kennis gemaakt, en ik ben de eerste
maal reeds zoo geschrokken, dat het mij
nooit meer is gebeurd! Na dien tijd ging
ik, als ik last kreeg van slaap of vermoeid
heid, maar zitten zingen of praten, en als
ik het niet langer uithouden kon na een
langen buiten rit, zette ik m'n wagen aan
den kant en bleef maar een uurtje langer
weg! Ook heb ik m'n hoofd wel in het
kanaal gestoken, dat frischt altijd weer
even op!
Ik had een vrachtje naar Winterswijk.
Op één- dag heen en terug dat is een
heele rit!
We waren 's morgens vroeg vertrokken
en om een uur of elf zonder de minste
stoornis in Winterswijk aangekomen.
De familie, die we bezochten, woonde
op een groote hoeve en we werden bui
tengewoon hartelijk ontvangen!
Den geheelen dag werd er braaf feest
gevierd, ik geloof dat er een jarige was.
Nu was het de bedoeling, dat we 's avonds
om ongeveer negen uur den terugtocht
zouden beginnen, maar het ging er zoo
vroolijk toe, dat het twaalf uur was voor
iemand er erg in had!
Toen werd maar besloten om eerst een
paar uur te rusten en zoo ging ik in het
hooi liggen en sliep bijna onmiddellijk!
Om half drie werd ik gewekt. Ik voelde
me werkelijk volkomen fit en spoedig
waren we op weg!
Eerst had ik nog een beetje aanspraak,
maar al heel spoedig was de heele fami
lie in een diepen slaap verzonken!
De wagen liep best en voor ik het wist
hadden we Arnhem reeds achter den rug.
Maar op den grooten betonweg tusschen
Arnhem en Ede kreeg de eentonigheid van
den weg me te pakken!
Het was half vier geworden en het be
gon reeds te lichten over de heide. De
eenige afleiding die ik had was het voort
durend opvliegen van groote houtduiven,
die op den weg liepen.
Maar op het laatst kon ook dat me niet
meer redden en we reden voort met een
groote snelheid, terwijl ik daar aan het
stuur zat en met mijn oogen wijd open
sliep!!
Hoe lang dat zoo geduurd heeft, weet ik
miet, maar plotseling schrok ik wakker
door een geweldigen slag!
Ik open mijn oogen, die na verloop van
tijd waren dichtgevallen. Maar ik kan
niets meer zien! Ik rem uit alle macht en
kijk verbijsterd hoe de snelheidsmeter te
rug loopt van negentig naar nul!
Als de wagen stilstaat, beef ik over al
mijn leden, want de voorruit is volkomen
besmeurd met bloed!!
Maar dan heb ik een aanrijding gehad,
misschien ligt daar iemand op den weg,
dood of zwaar gewond!!! En dat door mijn
schuld!
Trillend stap ik uit en begin den weg
terug te loopen.
Mijn passagiers zijn niet eens gewekt en
vermoeden niets.
Als ik honderd meter heb geloopen vind
ik daar het volkomen verminkte lijk van
een groote houtduif! Een zucht van ver
lichting ontsnapt mijn toegeschroefde keel!
Dat beest is mijn redding geweest!
Opgevlogen van den weg voor mijn
voortrazenden wagen, heeft het den af
stand te kort geschat en is gegrepen door
de linkerspijl van de voorruit! Het bloed
heeft mijn voorruit besmeurd en de vee-
ren zitten tusschen den richtingwijzer! Als
ik van den schrik bekomen ben, wasch ik
in het eerstvolgend dorp de ruit schoon.
De schrik heeft mij volkomen wakker
gemaakt, ook voor de toekomst!
En tusschen den rand van mijn pet
heeft nog lang een mascotte gezeten, be
staande uit een klein grijs veertje
den samengesteld door de heeren ir. Fishcr
te Hongarije, dr. Eberstahler te Oostenrijk,
Mauro te Italië en prof. Pelican te Tsjecho-
slowakije. De heer Lotsy zal het West-
Europeesch elftal samenstellen, daarbij in
Nederland bijgestaan door de leden van de
keuzecommissie van den K. N. V. B. en
verder door gedelegeerden van Duitsch-
land, Frankrijk en Belgie.
Zeer waarschijnlijk zullen 3 of 4
Nederlandsche spelers in het team van
West-Europa worden opgenomen. De
22 gekozen spelers zullen van de F. I.
F. A. een fraai aandenken, waarschijn
lijk in goud uitgevoerd, ontvangen.
Het staat voorst vast, dat geen buiten-
landsche scheidsrechter voor dezen
wedstrijd zal worden aangewezen, doch
als zoodanig zal een Nederlander fun-
geeren.
Momenteelt is nog niet bekend, hoe de
Olympische dag verder zal worden gevuld.
De heer Lotsy zal te dien aanzien bespre
kingen voeren met het Nederlandsch co
mité, den K. N. V. B., het Olympisch sta
dion en de eventueel daarvoor in aanmer
king komende sportbonden.
Naar wij verder nog vernemen zal op 19
Juni te Amsterdam een bijeenkomst wor
den gehouden van het voltallig bestuur
der F. I. F. A.
Wielrennen.
DE PARIJSCHE ZESDAAGSCHE.
De Parijsche Zesdaagsche, die Woensdag
avond begonnen is, en daaraan ook een
aantal Nederlanders deelnemen, is tot nu
toe zeer spannend geweest. Eerst waren de
Fransche koppels zeer actief, maar gister
avond begonnen de buitenlanders zich te
roeren.
Op het oogenblik is er een hevige pun-
tenstrijd ontstaan tusschen de koppels
SchönPellenaars en WalsBilliet, die
mede de leiding hebben.
De stand was hedenmorgen:
Aan dgn kop: SchönPellenaars 130
pt.; 2. WalsBilliet 129 pt.; 3. IgnatDiot
109 pt.; 4. Archambaud'Lapebie 18 pt.
Met één ronde achterstand: 5. Guerra
Di Paco 72 pt.; 6. ChocqueDayen 40 pt.;
7. AertsDe Bruyker 28 pt.; 8. Walthour
Crossley 27 pt.
Op twee ronden achterstand: 9. Falck
HansenChristensen 118 pt.; 10. Pijnen-
BurgSlaats 2 7pt.
De andere koppels waren 3 of meer
ronden ten achter.
DE RONDE VAN FRANKRIJK.
Het is thans definitief, dat drie Neder
landsche renners zullen deelnemen aan de
Ronde van Frankrijk, n.1. Albert van
Schendel, Anton van Schendel en Theo
Middelkamp, de drie landgenooten, die
zich het vorig jaar in dezen wedstrijd zoo
bijzonder onderscheiden hebben.
Het is zeer waarschijnlijk, dat nog meer
Nederlandsche renners in de Ronde van
Frankrijk van dit jaar zullen uitkomen.
Zwemmen.
DE ALKMAARSCHE SCHOOL-
WEDSTRUDEN.
Op Hemelvaartsdag.
Het programma van de zwemwedstrijden
in de Overdekte luidt:
Lagere scholen (aanvang 9 uur v.m.): 1.
25 meter vrije slag jongens, in series van 4;
2. 25 meter vrije slag meisjes, in series van
4; 3. Afvalrace over de breedte van het bad
voor jongens; 4. Afvalrace over de breedte
van het bad voor meisjes; 5. Estafette 3 x
25 meter wisselslag jongens (school-rug-vrije
slag); 6. Polowedstrijd H.B.S.-zevental en
zevental van de andere scholen.
Middelbare scholen (aanvang 2 uur): 7.
25 meter vrije slag meisjes; 8. 25 meter vrije
slag jongens; 9; Estafette 3 x 25 meter wis
selslag meisjes (school-rug-vrije slag); 10.
50 meter schoolslag jongens; 11. Gemengde
afvalrace over de breedte van het bad; 12.
Estafette 5 x 25 meter vrije slag jongens; 13.
Demonstratie schoonspringen; 14. Polowed
strijd D.A.W.Neptunus.
De laatste dag van inschrijving is onher
roepelijk Dinsdag 20 April 1937. De inschrij
ving moet geschieden onder opgave van vol-
ledigen naam, programmanummer, waaraan
wordt deelgenomen en de school, waarvoor
wordt gezwommen. De deelname aan deze
wedstrijden is gratis, alleen moet ieder deel
nemer eigen badpak en handdoek medebren
gen.
Kegelen.
GROOTE SPANNING IN DEN
KORPSWEDSTRIJD.
Van de zes vijftallen, die gisteravond in de
A-afdeeling van den korps wedstrijd zijn uit
gekomen, is het O. K. A. I gelukt, met zegge
1 kegel de Burg I van de eerste plaats in die
afdeeling te verdringen.
Op baan 1 gooide de Donderdagclub 343
en op baan 2 284, is totaal 627. Z. E. K. Z.? I
scoorde op baan 1 324 doch op baan 2 kon
niet meer dan 282 worden gehaald, zoodat
dit vijftal zich met 606 hout tevreden moest
stellen. De Houthakkers gooiden 578 hout.
In den vrije baan-wedstrijd maakte de
heer G. J. Genefaas op baan 6 nog 5 negens.
De volledige standen worden morgenavond
gepubliceerd.
Hedenavond komen in den korpswedstrijd
uit:
Afd. A: Noordpool I, Amsterdam; K. C.
27 I, Amsterdam; H. B. S. I, Haarlem;
Allemaal Om I, Haarlem; Met z'n Tienen I,
Alkmaar; Ons Genoegen I, Den Helder en
Centraal I, Alkmaar.
Afd. B Noord pool II, Amsterdam; Met
z'n Tienen II, Alkmaar; Ons Genoegen H,
Den Helder; Centraal II, Alkmaar en K. C.
27 II, Amsterdam.
ONZE POSTVLUCHTEN.
„Perkoetoet" (uitr.) te Singapore.
„Djalak" (uitr.) te Basra.
„Edelvalk" (thuisr.) te Rangoon.
DE NACHTEGAAL NAAR INDIE.
Morgen zal het K.L.M,-vliegtuig Nachte
gaal van Amsterdam naar Batavia vertrek
ken.
De post voor het vliegtuig moet uiterlijk
vanavond te Amsterdam zijn.
DE G. 1 MAAKT ZIJN EERSTE
OVERLAND VLUCHT.
In een kwartier van Eindhoven
naar Amsterdam.
Naar wij vernemen, heeft het nieuwste
gevechtsvliegtuig, de G. 1 gistermiddag zijn
eerste groote overlandvlucht gemaakt.
Het toestel is even voor drie uur op het
vliegveld te Eindhoven opgestegen
reeds te kwart over drie was het boven de
hoofdstad!
Ongeveer tien minuten heeft het toestel
gecirkeld boven de Nederlandsche vlieg
tuigfabrieken van Fokker, waar het, zoo
als bekend, werd gemaakt.
Het toestel voerde tal van manoeuvres in
de lucht uit, welke zoowel bij het perso
neel der fabriek als van de bewoners van
Amsterdam-noord groote belangstelling
trokken. Op de wegen benoorden het IJ
stapten personen, die per auto passeerden,
uit de wagens om het toestel gade te slaan.
Bij de Nederlandsche vliegtuigenfabriek
van Fokker vertoefde juist een officieele
marinecommissie, welke manoeuvres van
het nieuwste gevechtsvliegtuig kon aan
schouwen.
Na ongeveer tien minuten boven de fa
briek gecirkeld te hebben vertrok de G.
weer naar Eindhoven, dat binnen 20 m
nuten weer bereikt was!
„SPOORSTRAAT-MISERE".
Alkmaar, 8 April 1937.
Mijnheer de Redacteur,
Wij zagen gaarne dat U onderstaand
stukje als „Ingezonden stuk" in Uw eerst
uitkomend nummer wilt plaatsen, waar
voor onzen dank.
Wij weten zoo langzamerhand wel, dat
het gemeentebestuur niet alle belangen
der inwoners steeds naar behooren dient
en door verfraaiing en verbetering van
sommige gedeelten den een voor den an
der trekt, maar wat den laatsten tijd ons
als Spoorstraat-bewoners is overkomen,
loopt toch wel een beetje de spuigaten uit.
Door de verbreeding van den Geester
singel zijn wij niet alleen van het verkeer
afgesloten, is de straat zoo stil geworden,
zoodat aan neringdoenden groote schade
gedurende maanden werd berokkend,
maar wat nog erger is, is dat bij eenigszins
regenachtig weer, wanneer alle kuilen aan
het einde der straat' vol water staan en
hoogten en laagten moeilijk van elkaar
zijn te onderscheiden, dan is het voor ons
als bewoners niet zonder gevaar, den Sin
gel te betreden.
Dat was met kleine moeite en bereid
willigheid niet noodig geweest en is ook
nog niet noodig.
Wij meenen dat naast verplichtingen
van lasten betalen (niet zoo weinig ook),
wij ook eenige rechten hebben, en wij had
den van 't stadsbestuur verwacht, dat
zulke toestanden niet langer zouden
duren dan strikt noodzakelijk is.
Wij hebben er ons maanden over ver
wonderd, dat zij die belast zijn met het
toezicht op straten en wegen, zulke toe
standen tolereerden, en wij gelooven dat
wanneer in onze straat de een of andere
gemeentelijke autoriteit had gewoond, dit
niet gebeurd zou zijn.
Ook onze trottoirs, die vanaf de straat
legging nimmer zijn nagezien, mogen wel
eens onderhanden worden genomen.
Want ondanks alle stiefmoederlijke be
handeling zal onze straat door haar gunsti
ge ligging, als zijnde de kortste weg van
't station naar de stad, het kanaal en de
Friesche brug, steeds een toegangsweg
van beteekenis blijven.
Wij hopen dat dit schrijven aanleiding
moge zijn, om het einde bij den Singel
spoedig begaanbaar te maken en teekenen,
namens de Buurtvereeniging
„De Spoorstraat",
G. SAS, Voorzitter.
F. G. L. SCHAAP, Secretaris.
227. Een ding was goed. Nu de dokter
den Amerikaan en het Chineezengezicht
had gezien, was hij er zeker van dat Ton-
ny in de buurt moest zijn. En inderdaad
bevond Tonny zich eenige kilometers
verder onder bewaking van een Chinee-
sche bandiet.
228. De soldaten beraadslaagden wat ze
met hun gevangenen zouden doen en be
sloten hen naar het hoofdkwartier te
voeren en daar verdere orders af te
wachten. Na een week zouden de spion-
n -i dan verhoord worden en vermoedelijk
doodgeschoten.
Mannen op kookschool; vaders en babies;
school voor analphabetenlater I
ERNST EN LUIM.
De groote dingen van den dag, dat
gene wat de couranten op juiste wijze
gerubriceerd en onder zware koppen als
„Politiek", „Economie", „Techniek'
brengen, toonen reeds van verre hun
nuttige bruikbaarheid en laten geen
twijfel, wat met hun woorden en daden
bedoeld wordt. Maar hoe staat het met
de kleine, gemoedelijke dingen van al
len dag? Zij glijden snel voorbij op de
filmstrook van het leven nauwelijks
gezien, zijn zij reeds vergeten, en wie
zou zich eigenlijk de moeite willen ge
troosten, in het voorbijflitsen te vragen
naar of te letten op hunne practische
toepassing, hunne moraal? Om dit te
doen, moet men over een scherp gehoor
en een open hart beschikken.
„Vrijgezellen".
Er bestaat in Weenen een huishoudschool,
waar mannen leeren kooken. Grappenma
kers? Narren? Verlorenen? Niets daarvan:
ernstige mannen, hoofdzakelijk uit de intel-
lectueele beroepen, omstreeks veertig jaar
oud, en allen gelijkelijk jonggezellen. Zij
dragen, naar gelang van hun temperament
en aanleg, tandenknarsend of schouderop
halend, de hun opgelegde vrijgezellenbelas
ting; velen, omdat zij tot de overtuiging
kwamen, dat deze altijd nog minder zwaar
is dan de lasten, die vrouw en kind met zich
brengen. A-sociale elementen dus? Deze
vraag kan men niet zonder meer bevesti
gend beantwoorden nu en dan moet men
haar zelfs categorisch ontkennend beant
woorden.
Onder deze „nog-jonge" mannen zijn er,
die terugschrikken voor de verantwoording
van het stichten van een gezin. Zij hebben
angst voor de onzekerheid van het intellec-
tueele beroep. Promotie-schema, contract,
recht op pensioen? Hoe velen zijn er niet, die
zich in zulk een nestje veilig waanden en
eensklaps naar alle windstreken verstrooid
werden, terwijl de storm, die hen uit het
nest schudde, tevens den boom geheel ont
wortelde? Alleen kan men zulk een drei
ging beter „ver-leven", denkt de Weensche
vrijgezel, die niets gevoelt voor het trotsee-
ren van het noodlot of het bestormen van
den hemel, maar die nog wel beschikt over
eene goed dosis galgenhumor en derhalve
zijne bedevaartstochten naar de kookschool
aanvaardt. Hij, die door moreele verant
woordelijkheidsoverwegingen hierheen
voerd werd, ontmoet er hen en zij zijn in
de meerderheid die men moet aanduiden
als „Junggesellen katexochen": de ongenees
lijk huwelijksschuwen. Dezulken waren er
in alle tijden, en vrouwelijke verleidings
kunst noch belastingschroef waren ooit in
staat, hen van hunne stijfhoofdige huwe
lijksafwijking te genezen. Men kan deze ca
tegorie vrijgezellen onderverdeelen
ichuchteren; Don Juan's; aestheten, die
dronken zijn van eigen volmaaktheid;
egoïsten, die aan zelfvergoding zijn gaan
lijden. Maar laat ons terug keeren naar de
kookschool, waarheen zij allen stroomden,
om door toovermiddelen zich te vrijwaren
tegen het eenige gevaar, dat hun verstard
vrijgezellendom nog bedreigde: Het gevaar
ran de „Liefde", die door de Maag gaat".
Want is een oude vrijer eenmaal in
staat om voor zichzelf alle heerlijke spij
zen te bereiden, waarmede de Circen
hem in de haven van het huwelijk lok
ken wilden, wat zal dan nog ooit zijn
verweer kunnen breken?
In de kookschool dan wacht eene degelijk
getrouwde, typisch Weensche huismoeder,
die alle mannelijke smaakzenuwenlusten
door en door kent, op haar zeker niet alle-
daagsche leerlingen. Zij neemt hun dorst
naar kennis zeer zeker ernstig op. Zij lacht
niet, als dr. A. zijn blauwe kookschort voor
doet of ingenieur B. een wit mutsje opzet.
Met argusoogen ziet zij toe, dat mijnheer
Smit den lepel, waarmede hij het beslag
moet roeren, goed vasthoudf, en dat mijn
heer Meyer niet een pollepel inplaats van
een schuimklopper grijpt. Geduldig wijdt zij
hare leerlingen in de kunst van het vleesch-
braden en het op honderd-en-een manieren
bereiden van eieren in. Zij wekt hunne be
langstelling voor huzarenslaatjes en pud
ding in glazen. En, schijnbaar toevallig,
merkt zij aan het slot van den cursus op,
met een moederlijk knipoogje: „Mijne hee
ren, doet mij eer aan, als u uwe vriendin
uitnoodigt voor uw eerste zelf bereide
maalEn zeker denkt zij daarbij in stilte
vrouwen werken het sluiten van huwe
lijken nu eenmaal graag in de hand aan
de onvermijdelijke liefde, die door de maag
gaat, zelfs al heeft de vrijgezel dan ook wel
eens den kooklepel gezwaaid.
Verkeerde wereld.
Ieder beeld heeft zijn tegenbeeld. Dat
van den kokenden vrijgezel is: De jonge
vader op een cursus voor zuigelingenzorg.
Ook hij komt in Weenen voor, zij het min
der talrijk. De jonge echtparen, die ondanks
alle „verstand" niet slechts het waagstuk
van het huwelijk, maar ook het waagstuk
van eene nakomelingschap aandurven, zijn
gelukkig nog niet geheel uitgestorven. Vaak
meent men te kunnen overgaan tot het slui
ten van het huwelijk, omdat man en vrouw
beiden een bescheiden salaris verdienen.
Voor ieder afzonderlijk is het niet of nau
welijks genoeg gezamenlijk krijgt men al
dus ook materieel een dragelijk be
staan. Voorwaarde hiertoe is evenwel, dat
ook de vrouw haar betrekking blijft beklee-
den. Dat doet zij dan ook zij het met een
droeven, zijdelingschen blik op de zoo be
geerde en niet gekregen twee-kamer-huise
lijkheid. Later, als de man promotie maakt,
als de salarisverhooging komt.... Instede
hiervan komt de man zonder werk.
Een uitzondering? Misschien* maar
toch niet zoo weinig voorkomend als
men misschien geneigd zou zijn aan te
nemen. De rollen worden omgedraaid;
huiselijkheid voor den man; kostwinner
schap voor de vrouw. Maar nog steeds
rest hun het troostwoordje: later.
Nu komt echter de moeilijkheid. Deze
dreigt hen beide en met hen hun huwelijk,
uit de voegen te rukken: Het kind. Moei
men zich een kind ontzeggen? Neen. Voo?
het kind zal misschien waarheid worden,
waar de ouders nauwelijks meer op durven
hopen. Het woordje later, de toekomst. Het
kind komt ter wereld. Zijn eerste gehuil
klinkt niet teleurgestelder, niet smartelij
ker dan het gehuil van andere menschen-
kinderen. Dat het leven kan, dankt het
waarlijk aan een wonder. Het omdraaien
van vader- en moederrol in zijn leventje.
Vader ging naar den zuigelingencursus om
de tallooze handgrepen, de belangrijkste
grondbeginselen en hunne toepassing te lee
ren, waar groei en gedijen van den nieuwen
wereldburger afhankelijk van zijn, en diö
eene moeder zoo gemakkelijk, een en vader
zoo bezwaarlijk van de hand gaan.
Verkeerde wereld? Zeker. Maar even ver
keerd als zij is, even dapper zijn deze meh-
schen, die haar willen overwinnen.
Een volkspaedagoog.
Dappere, warm voelende menschen zijn
er in de zoo gaarne als oppervlakkig en
luchtig gekenschetste Oostenrijksche hoofd
stad ongetwijfeld veel meer dan wij weten.
Waar anders dan in de schaduw van den
Stephanstoren zou bijvoorbeeld zulk een
idealist van het zuiverste water, zulk een
onvervalscht type van den „Romantiker"
als de Weensche „Analphabeten-professor"
kunnen leven? Zijn welluidende Duitsche
naam is Franz Schill. Zijn hart heeft h^j
verpand aan de school der analphabeten, dié
hij nu reeds tien jaar houdt in eene voor
stad. „Vooral geen ophef", weert hij, als wij
hem vragen om een onderhoud over doel en
resultaten van zijn werk, verschrikt af.
„Niet publiceeren, anders worden mijne leer
lingen kopschuw en blijven zij ten slotte
heelemaal weg!" Iets ergers kan hij zich niet
indenken dan dat zijne scholieren het ver
trouwen in hem en zijn quasi-medische
plicht tot geheimhouding verliezen en niet
meer terugkomen zouden. Zijne AJ3.C.-leer-
1 in gen varieer en in leeftijd tusschen 17 en
72 jaar. Een paar honderd heeft hij in den
loop der jaren onder handen gehad. Hij be
rekent hun aantal in Weenen op niet minde?
dan tienduizend! Natuurlijk zijn deze anal
phabeten lang niet allemaal „echte" Wee-
ners. Onder hen bevinden zich velen, die
afkomstig zijn uit de successie-staten en in
Weenen bleven hangen. Dezulken kennen
het Duitseh heel weinig! Ook zijn er vreem
de vrouwen bij, medegebracht door krijgs
gevangenen uit den wereldoorlog; voorts
Turksche banketbakkers, Italiaansche of
Bulgaarsche of Servische kramers. Maat
ook bevinden zich onder de leerlingen oude
vrouwtjes, die getogen in een eenzaam
bergdorpje in haar jeugd de school niet
konden bezoeken en thans nog, voor dé
poort des levens zich achter haar sluit, we
ten willen, hoe men in een schoolschrift let
ters teekent en wat er in brieven van elders
wonende, getrouwde kinderen te lezen
staat. Dan komen zij, bevreesd als gestraf
ten, bij den analphabeten-onderwijzer Schil)
en stotteren: „Les 'n mecht' i halt kenna..-"
en vatten meteen moed, omdat zijn blauwe
oogen ernstig verzekeren: „Dat zal wel luk
ken, kom maar vlijtig hier". Gebeurt het
dan op een avond, dat een leerling stralend
van vreugde verkondigt, het eerste aanplak
biljet te hebben kunnen ontcijferen, dan is
„Meester Schill" veel gelukkiger dan wan
neer zijn roem als volkspaedagoog met kern
achtige slagzinnen in de wereld rond geba
zuind zou zijn.
En ook dit is een Weensche notitie
met eene „practische toepassing", voor
zoover men daar tenminste niet iets
„tastbaars" onder wil verstaan,
('Nadruk verboden.)
W ARMENHUIZEN (Maart).
Geboren: Alida d. v. P. Stam en E.
Punt. Petrus Adrianus, z. v. A. F. Comes
en M. Meijer. Mattheus Wilhelmus, z.
A. J. Huibers en M. C. Tesselaar. -<•
Anna Geertruida, d. v. N. P. Kossen en
van Langen. Maria Adriana, d. v. M. M.
Hoogeboom en C. Vlug. Johanna Adria
na, d. v. J. van den Berg en IJ. Jonker.
Ondertrouwd: Simon Albertus Wol*»
ke te Amsterdam en Geertruida Zoon.
Johannes Hendrikus Boekei te Oude Nle-
dorp en Margaretha Latenstein. Nicolaas
Broersen te Harenkarspel en Hilgonda Ma»
ria Berkhout.
Overleden: Klaas Roozendaal, oud
65 jaar, echtgenoot van G. van de? Stopj).