Het groene oog van Baa-AI. Ervaringen Taxi-chauffeur £uchti*aaet Jjigezonden Stukken ALLEDAAGSCHE DINGEN IN DE OUDE KEIZERSSTAD. VIL Slaap, Als je dagelijks met een auto op den weg rydt, raak je op het laatst zoo door en door met je wagen vertrouwd, dat je alle handelingen geheel automatisch ver richt. Je hoeft er niet meer bij na te denken en je kimt dus je volle aandacht op den weg concentreeren. Als het op den weg druk is, eischt het verkeer al je aandacht en is er niet veel kans dat je kennis maakt met een van de meest gevreesde vijanden van den chauf feur, de slaap! Maar als het stil is en je rijdt op een buitenweg, die bovendien erg eentonig is, dan kan het gebeuren dat je op een ge geven moment rijdt, zonder dat je weet wat.er om je heen gebeurt! Ook ik heb met dezen gevaarlijken vij^ and kennis gemaakt, en ik ben de eerste maal reeds zoo geschrokken, dat het mij nooit meer is gebeurd! Na dien tijd ging ik, als ik last kreeg van slaap of vermoeid heid, maar zitten zingen of praten, en als ik het niet langer uithouden kon na een langen buiten rit, zette ik m'n wagen aan den kant en bleef maar een uurtje langer weg! Ook heb ik m'n hoofd wel in het kanaal gestoken, dat frischt altijd weer even op! Ik had een vrachtje naar Winterswijk. Op één- dag heen en terug dat is een heele rit! We waren 's morgens vroeg vertrokken en om een uur of elf zonder de minste stoornis in Winterswijk aangekomen. De familie, die we bezochten, woonde op een groote hoeve en we werden bui tengewoon hartelijk ontvangen! Den geheelen dag werd er braaf feest gevierd, ik geloof dat er een jarige was. Nu was het de bedoeling, dat we 's avonds om ongeveer negen uur den terugtocht zouden beginnen, maar het ging er zoo vroolijk toe, dat het twaalf uur was voor iemand er erg in had! Toen werd maar besloten om eerst een paar uur te rusten en zoo ging ik in het hooi liggen en sliep bijna onmiddellijk! Om half drie werd ik gewekt. Ik voelde me werkelijk volkomen fit en spoedig waren we op weg! Eerst had ik nog een beetje aanspraak, maar al heel spoedig was de heele fami lie in een diepen slaap verzonken! De wagen liep best en voor ik het wist hadden we Arnhem reeds achter den rug. Maar op den grooten betonweg tusschen Arnhem en Ede kreeg de eentonigheid van den weg me te pakken! Het was half vier geworden en het be gon reeds te lichten over de heide. De eenige afleiding die ik had was het voort durend opvliegen van groote houtduiven, die op den weg liepen. Maar op het laatst kon ook dat me niet meer redden en we reden voort met een groote snelheid, terwijl ik daar aan het stuur zat en met mijn oogen wijd open sliep!! Hoe lang dat zoo geduurd heeft, weet ik miet, maar plotseling schrok ik wakker door een geweldigen slag! Ik open mijn oogen, die na verloop van tijd waren dichtgevallen. Maar ik kan niets meer zien! Ik rem uit alle macht en kijk verbijsterd hoe de snelheidsmeter te rug loopt van negentig naar nul! Als de wagen stilstaat, beef ik over al mijn leden, want de voorruit is volkomen besmeurd met bloed!! Maar dan heb ik een aanrijding gehad, misschien ligt daar iemand op den weg, dood of zwaar gewond!!! En dat door mijn schuld! Trillend stap ik uit en begin den weg terug te loopen. Mijn passagiers zijn niet eens gewekt en vermoeden niets. Als ik honderd meter heb geloopen vind ik daar het volkomen verminkte lijk van een groote houtduif! Een zucht van ver lichting ontsnapt mijn toegeschroefde keel! Dat beest is mijn redding geweest! Opgevlogen van den weg voor mijn voortrazenden wagen, heeft het den af stand te kort geschat en is gegrepen door de linkerspijl van de voorruit! Het bloed heeft mijn voorruit besmeurd en de vee- ren zitten tusschen den richtingwijzer! Als ik van den schrik bekomen ben, wasch ik in het eerstvolgend dorp de ruit schoon. De schrik heeft mij volkomen wakker gemaakt, ook voor de toekomst! En tusschen den rand van mijn pet heeft nog lang een mascotte gezeten, be staande uit een klein grijs veertje den samengesteld door de heeren ir. Fishcr te Hongarije, dr. Eberstahler te Oostenrijk, Mauro te Italië en prof. Pelican te Tsjecho- slowakije. De heer Lotsy zal het West- Europeesch elftal samenstellen, daarbij in Nederland bijgestaan door de leden van de keuzecommissie van den K. N. V. B. en verder door gedelegeerden van Duitsch- land, Frankrijk en Belgie. Zeer waarschijnlijk zullen 3 of 4 Nederlandsche spelers in het team van West-Europa worden opgenomen. De 22 gekozen spelers zullen van de F. I. F. A. een fraai aandenken, waarschijn lijk in goud uitgevoerd, ontvangen. Het staat voorst vast, dat geen buiten- landsche scheidsrechter voor dezen wedstrijd zal worden aangewezen, doch als zoodanig zal een Nederlander fun- geeren. Momenteelt is nog niet bekend, hoe de Olympische dag verder zal worden gevuld. De heer Lotsy zal te dien aanzien bespre kingen voeren met het Nederlandsch co mité, den K. N. V. B., het Olympisch sta dion en de eventueel daarvoor in aanmer king komende sportbonden. Naar wij verder nog vernemen zal op 19 Juni te Amsterdam een bijeenkomst wor den gehouden van het voltallig bestuur der F. I. F. A. Wielrennen. DE PARIJSCHE ZESDAAGSCHE. De Parijsche Zesdaagsche, die Woensdag avond begonnen is, en daaraan ook een aantal Nederlanders deelnemen, is tot nu toe zeer spannend geweest. Eerst waren de Fransche koppels zeer actief, maar gister avond begonnen de buitenlanders zich te roeren. Op het oogenblik is er een hevige pun- tenstrijd ontstaan tusschen de koppels SchönPellenaars en WalsBilliet, die mede de leiding hebben. De stand was hedenmorgen: Aan dgn kop: SchönPellenaars 130 pt.; 2. WalsBilliet 129 pt.; 3. IgnatDiot 109 pt.; 4. Archambaud'Lapebie 18 pt. Met één ronde achterstand: 5. Guerra Di Paco 72 pt.; 6. ChocqueDayen 40 pt.; 7. AertsDe Bruyker 28 pt.; 8. Walthour Crossley 27 pt. Op twee ronden achterstand: 9. Falck HansenChristensen 118 pt.; 10. Pijnen- BurgSlaats 2 7pt. De andere koppels waren 3 of meer ronden ten achter. DE RONDE VAN FRANKRIJK. Het is thans definitief, dat drie Neder landsche renners zullen deelnemen aan de Ronde van Frankrijk, n.1. Albert van Schendel, Anton van Schendel en Theo Middelkamp, de drie landgenooten, die zich het vorig jaar in dezen wedstrijd zoo bijzonder onderscheiden hebben. Het is zeer waarschijnlijk, dat nog meer Nederlandsche renners in de Ronde van Frankrijk van dit jaar zullen uitkomen. Zwemmen. DE ALKMAARSCHE SCHOOL- WEDSTRUDEN. Op Hemelvaartsdag. Het programma van de zwemwedstrijden in de Overdekte luidt: Lagere scholen (aanvang 9 uur v.m.): 1. 25 meter vrije slag jongens, in series van 4; 2. 25 meter vrije slag meisjes, in series van 4; 3. Afvalrace over de breedte van het bad voor jongens; 4. Afvalrace over de breedte van het bad voor meisjes; 5. Estafette 3 x 25 meter wisselslag jongens (school-rug-vrije slag); 6. Polowedstrijd H.B.S.-zevental en zevental van de andere scholen. Middelbare scholen (aanvang 2 uur): 7. 25 meter vrije slag meisjes; 8. 25 meter vrije slag jongens; 9; Estafette 3 x 25 meter wis selslag meisjes (school-rug-vrije slag); 10. 50 meter schoolslag jongens; 11. Gemengde afvalrace over de breedte van het bad; 12. Estafette 5 x 25 meter vrije slag jongens; 13. Demonstratie schoonspringen; 14. Polowed strijd D.A.W.Neptunus. De laatste dag van inschrijving is onher roepelijk Dinsdag 20 April 1937. De inschrij ving moet geschieden onder opgave van vol- ledigen naam, programmanummer, waaraan wordt deelgenomen en de school, waarvoor wordt gezwommen. De deelname aan deze wedstrijden is gratis, alleen moet ieder deel nemer eigen badpak en handdoek medebren gen. Kegelen. GROOTE SPANNING IN DEN KORPSWEDSTRIJD. Van de zes vijftallen, die gisteravond in de A-afdeeling van den korps wedstrijd zijn uit gekomen, is het O. K. A. I gelukt, met zegge 1 kegel de Burg I van de eerste plaats in die afdeeling te verdringen. Op baan 1 gooide de Donderdagclub 343 en op baan 2 284, is totaal 627. Z. E. K. Z.? I scoorde op baan 1 324 doch op baan 2 kon niet meer dan 282 worden gehaald, zoodat dit vijftal zich met 606 hout tevreden moest stellen. De Houthakkers gooiden 578 hout. In den vrije baan-wedstrijd maakte de heer G. J. Genefaas op baan 6 nog 5 negens. De volledige standen worden morgenavond gepubliceerd. Hedenavond komen in den korpswedstrijd uit: Afd. A: Noordpool I, Amsterdam; K. C. 27 I, Amsterdam; H. B. S. I, Haarlem; Allemaal Om I, Haarlem; Met z'n Tienen I, Alkmaar; Ons Genoegen I, Den Helder en Centraal I, Alkmaar. Afd. B Noord pool II, Amsterdam; Met z'n Tienen II, Alkmaar; Ons Genoegen H, Den Helder; Centraal II, Alkmaar en K. C. 27 II, Amsterdam. ONZE POSTVLUCHTEN. „Perkoetoet" (uitr.) te Singapore. „Djalak" (uitr.) te Basra. „Edelvalk" (thuisr.) te Rangoon. DE NACHTEGAAL NAAR INDIE. Morgen zal het K.L.M,-vliegtuig Nachte gaal van Amsterdam naar Batavia vertrek ken. De post voor het vliegtuig moet uiterlijk vanavond te Amsterdam zijn. DE G. 1 MAAKT ZIJN EERSTE OVERLAND VLUCHT. In een kwartier van Eindhoven naar Amsterdam. Naar wij vernemen, heeft het nieuwste gevechtsvliegtuig, de G. 1 gistermiddag zijn eerste groote overlandvlucht gemaakt. Het toestel is even voor drie uur op het vliegveld te Eindhoven opgestegen reeds te kwart over drie was het boven de hoofdstad! Ongeveer tien minuten heeft het toestel gecirkeld boven de Nederlandsche vlieg tuigfabrieken van Fokker, waar het, zoo als bekend, werd gemaakt. Het toestel voerde tal van manoeuvres in de lucht uit, welke zoowel bij het perso neel der fabriek als van de bewoners van Amsterdam-noord groote belangstelling trokken. Op de wegen benoorden het IJ stapten personen, die per auto passeerden, uit de wagens om het toestel gade te slaan. Bij de Nederlandsche vliegtuigenfabriek van Fokker vertoefde juist een officieele marinecommissie, welke manoeuvres van het nieuwste gevechtsvliegtuig kon aan schouwen. Na ongeveer tien minuten boven de fa briek gecirkeld te hebben vertrok de G. weer naar Eindhoven, dat binnen 20 m nuten weer bereikt was! „SPOORSTRAAT-MISERE". Alkmaar, 8 April 1937. Mijnheer de Redacteur, Wij zagen gaarne dat U onderstaand stukje als „Ingezonden stuk" in Uw eerst uitkomend nummer wilt plaatsen, waar voor onzen dank. Wij weten zoo langzamerhand wel, dat het gemeentebestuur niet alle belangen der inwoners steeds naar behooren dient en door verfraaiing en verbetering van sommige gedeelten den een voor den an der trekt, maar wat den laatsten tijd ons als Spoorstraat-bewoners is overkomen, loopt toch wel een beetje de spuigaten uit. Door de verbreeding van den Geester singel zijn wij niet alleen van het verkeer afgesloten, is de straat zoo stil geworden, zoodat aan neringdoenden groote schade gedurende maanden werd berokkend, maar wat nog erger is, is dat bij eenigszins regenachtig weer, wanneer alle kuilen aan het einde der straat' vol water staan en hoogten en laagten moeilijk van elkaar zijn te onderscheiden, dan is het voor ons als bewoners niet zonder gevaar, den Sin gel te betreden. Dat was met kleine moeite en bereid willigheid niet noodig geweest en is ook nog niet noodig. Wij meenen dat naast verplichtingen van lasten betalen (niet zoo weinig ook), wij ook eenige rechten hebben, en wij had den van 't stadsbestuur verwacht, dat zulke toestanden niet langer zouden duren dan strikt noodzakelijk is. Wij hebben er ons maanden over ver wonderd, dat zij die belast zijn met het toezicht op straten en wegen, zulke toe standen tolereerden, en wij gelooven dat wanneer in onze straat de een of andere gemeentelijke autoriteit had gewoond, dit niet gebeurd zou zijn. Ook onze trottoirs, die vanaf de straat legging nimmer zijn nagezien, mogen wel eens onderhanden worden genomen. Want ondanks alle stiefmoederlijke be handeling zal onze straat door haar gunsti ge ligging, als zijnde de kortste weg van 't station naar de stad, het kanaal en de Friesche brug, steeds een toegangsweg van beteekenis blijven. Wij hopen dat dit schrijven aanleiding moge zijn, om het einde bij den Singel spoedig begaanbaar te maken en teekenen, namens de Buurtvereeniging „De Spoorstraat", G. SAS, Voorzitter. F. G. L. SCHAAP, Secretaris. 227. Een ding was goed. Nu de dokter den Amerikaan en het Chineezengezicht had gezien, was hij er zeker van dat Ton- ny in de buurt moest zijn. En inderdaad bevond Tonny zich eenige kilometers verder onder bewaking van een Chinee- sche bandiet. 228. De soldaten beraadslaagden wat ze met hun gevangenen zouden doen en be sloten hen naar het hoofdkwartier te voeren en daar verdere orders af te wachten. Na een week zouden de spion- n -i dan verhoord worden en vermoedelijk doodgeschoten. Mannen op kookschool; vaders en babies; school voor analphabetenlater I ERNST EN LUIM. De groote dingen van den dag, dat gene wat de couranten op juiste wijze gerubriceerd en onder zware koppen als „Politiek", „Economie", „Techniek' brengen, toonen reeds van verre hun nuttige bruikbaarheid en laten geen twijfel, wat met hun woorden en daden bedoeld wordt. Maar hoe staat het met de kleine, gemoedelijke dingen van al len dag? Zij glijden snel voorbij op de filmstrook van het leven nauwelijks gezien, zijn zij reeds vergeten, en wie zou zich eigenlijk de moeite willen ge troosten, in het voorbijflitsen te vragen naar of te letten op hunne practische toepassing, hunne moraal? Om dit te doen, moet men over een scherp gehoor en een open hart beschikken. „Vrijgezellen". Er bestaat in Weenen een huishoudschool, waar mannen leeren kooken. Grappenma kers? Narren? Verlorenen? Niets daarvan: ernstige mannen, hoofdzakelijk uit de intel- lectueele beroepen, omstreeks veertig jaar oud, en allen gelijkelijk jonggezellen. Zij dragen, naar gelang van hun temperament en aanleg, tandenknarsend of schouderop halend, de hun opgelegde vrijgezellenbelas ting; velen, omdat zij tot de overtuiging kwamen, dat deze altijd nog minder zwaar is dan de lasten, die vrouw en kind met zich brengen. A-sociale elementen dus? Deze vraag kan men niet zonder meer bevesti gend beantwoorden nu en dan moet men haar zelfs categorisch ontkennend beant woorden. Onder deze „nog-jonge" mannen zijn er, die terugschrikken voor de verantwoording van het stichten van een gezin. Zij hebben angst voor de onzekerheid van het intellec- tueele beroep. Promotie-schema, contract, recht op pensioen? Hoe velen zijn er niet, die zich in zulk een nestje veilig waanden en eensklaps naar alle windstreken verstrooid werden, terwijl de storm, die hen uit het nest schudde, tevens den boom geheel ont wortelde? Alleen kan men zulk een drei ging beter „ver-leven", denkt de Weensche vrijgezel, die niets gevoelt voor het trotsee- ren van het noodlot of het bestormen van den hemel, maar die nog wel beschikt over eene goed dosis galgenhumor en derhalve zijne bedevaartstochten naar de kookschool aanvaardt. Hij, die door moreele verant woordelijkheidsoverwegingen hierheen voerd werd, ontmoet er hen en zij zijn in de meerderheid die men moet aanduiden als „Junggesellen katexochen": de ongenees lijk huwelijksschuwen. Dezulken waren er in alle tijden, en vrouwelijke verleidings kunst noch belastingschroef waren ooit in staat, hen van hunne stijfhoofdige huwe lijksafwijking te genezen. Men kan deze ca tegorie vrijgezellen onderverdeelen ichuchteren; Don Juan's; aestheten, die dronken zijn van eigen volmaaktheid; egoïsten, die aan zelfvergoding zijn gaan lijden. Maar laat ons terug keeren naar de kookschool, waarheen zij allen stroomden, om door toovermiddelen zich te vrijwaren tegen het eenige gevaar, dat hun verstard vrijgezellendom nog bedreigde: Het gevaar ran de „Liefde", die door de Maag gaat". Want is een oude vrijer eenmaal in staat om voor zichzelf alle heerlijke spij zen te bereiden, waarmede de Circen hem in de haven van het huwelijk lok ken wilden, wat zal dan nog ooit zijn verweer kunnen breken? In de kookschool dan wacht eene degelijk getrouwde, typisch Weensche huismoeder, die alle mannelijke smaakzenuwenlusten door en door kent, op haar zeker niet alle- daagsche leerlingen. Zij neemt hun dorst naar kennis zeer zeker ernstig op. Zij lacht niet, als dr. A. zijn blauwe kookschort voor doet of ingenieur B. een wit mutsje opzet. Met argusoogen ziet zij toe, dat mijnheer Smit den lepel, waarmede hij het beslag moet roeren, goed vasthoudf, en dat mijn heer Meyer niet een pollepel inplaats van een schuimklopper grijpt. Geduldig wijdt zij hare leerlingen in de kunst van het vleesch- braden en het op honderd-en-een manieren bereiden van eieren in. Zij wekt hunne be langstelling voor huzarenslaatjes en pud ding in glazen. En, schijnbaar toevallig, merkt zij aan het slot van den cursus op, met een moederlijk knipoogje: „Mijne hee ren, doet mij eer aan, als u uwe vriendin uitnoodigt voor uw eerste zelf bereide maalEn zeker denkt zij daarbij in stilte vrouwen werken het sluiten van huwe lijken nu eenmaal graag in de hand aan de onvermijdelijke liefde, die door de maag gaat, zelfs al heeft de vrijgezel dan ook wel eens den kooklepel gezwaaid. Verkeerde wereld. Ieder beeld heeft zijn tegenbeeld. Dat van den kokenden vrijgezel is: De jonge vader op een cursus voor zuigelingenzorg. Ook hij komt in Weenen voor, zij het min der talrijk. De jonge echtparen, die ondanks alle „verstand" niet slechts het waagstuk van het huwelijk, maar ook het waagstuk van eene nakomelingschap aandurven, zijn gelukkig nog niet geheel uitgestorven. Vaak meent men te kunnen overgaan tot het slui ten van het huwelijk, omdat man en vrouw beiden een bescheiden salaris verdienen. Voor ieder afzonderlijk is het niet of nau welijks genoeg gezamenlijk krijgt men al dus ook materieel een dragelijk be staan. Voorwaarde hiertoe is evenwel, dat ook de vrouw haar betrekking blijft beklee- den. Dat doet zij dan ook zij het met een droeven, zijdelingschen blik op de zoo be geerde en niet gekregen twee-kamer-huise lijkheid. Later, als de man promotie maakt, als de salarisverhooging komt.... Instede hiervan komt de man zonder werk. Een uitzondering? Misschien* maar toch niet zoo weinig voorkomend als men misschien geneigd zou zijn aan te nemen. De rollen worden omgedraaid; huiselijkheid voor den man; kostwinner schap voor de vrouw. Maar nog steeds rest hun het troostwoordje: later. Nu komt echter de moeilijkheid. Deze dreigt hen beide en met hen hun huwelijk, uit de voegen te rukken: Het kind. Moei men zich een kind ontzeggen? Neen. Voo? het kind zal misschien waarheid worden, waar de ouders nauwelijks meer op durven hopen. Het woordje later, de toekomst. Het kind komt ter wereld. Zijn eerste gehuil klinkt niet teleurgestelder, niet smartelij ker dan het gehuil van andere menschen- kinderen. Dat het leven kan, dankt het waarlijk aan een wonder. Het omdraaien van vader- en moederrol in zijn leventje. Vader ging naar den zuigelingencursus om de tallooze handgrepen, de belangrijkste grondbeginselen en hunne toepassing te lee ren, waar groei en gedijen van den nieuwen wereldburger afhankelijk van zijn, en diö eene moeder zoo gemakkelijk, een en vader zoo bezwaarlijk van de hand gaan. Verkeerde wereld? Zeker. Maar even ver keerd als zij is, even dapper zijn deze meh- schen, die haar willen overwinnen. Een volkspaedagoog. Dappere, warm voelende menschen zijn er in de zoo gaarne als oppervlakkig en luchtig gekenschetste Oostenrijksche hoofd stad ongetwijfeld veel meer dan wij weten. Waar anders dan in de schaduw van den Stephanstoren zou bijvoorbeeld zulk een idealist van het zuiverste water, zulk een onvervalscht type van den „Romantiker" als de Weensche „Analphabeten-professor" kunnen leven? Zijn welluidende Duitsche naam is Franz Schill. Zijn hart heeft h^j verpand aan de school der analphabeten, dié hij nu reeds tien jaar houdt in eene voor stad. „Vooral geen ophef", weert hij, als wij hem vragen om een onderhoud over doel en resultaten van zijn werk, verschrikt af. „Niet publiceeren, anders worden mijne leer lingen kopschuw en blijven zij ten slotte heelemaal weg!" Iets ergers kan hij zich niet indenken dan dat zijne scholieren het ver trouwen in hem en zijn quasi-medische plicht tot geheimhouding verliezen en niet meer terugkomen zouden. Zijne AJ3.C.-leer- 1 in gen varieer en in leeftijd tusschen 17 en 72 jaar. Een paar honderd heeft hij in den loop der jaren onder handen gehad. Hij be rekent hun aantal in Weenen op niet minde? dan tienduizend! Natuurlijk zijn deze anal phabeten lang niet allemaal „echte" Wee- ners. Onder hen bevinden zich velen, die afkomstig zijn uit de successie-staten en in Weenen bleven hangen. Dezulken kennen het Duitseh heel weinig! Ook zijn er vreem de vrouwen bij, medegebracht door krijgs gevangenen uit den wereldoorlog; voorts Turksche banketbakkers, Italiaansche of Bulgaarsche of Servische kramers. Maat ook bevinden zich onder de leerlingen oude vrouwtjes, die getogen in een eenzaam bergdorpje in haar jeugd de school niet konden bezoeken en thans nog, voor dé poort des levens zich achter haar sluit, we ten willen, hoe men in een schoolschrift let ters teekent en wat er in brieven van elders wonende, getrouwde kinderen te lezen staat. Dan komen zij, bevreesd als gestraf ten, bij den analphabeten-onderwijzer Schil) en stotteren: „Les 'n mecht' i halt kenna..-" en vatten meteen moed, omdat zijn blauwe oogen ernstig verzekeren: „Dat zal wel luk ken, kom maar vlijtig hier". Gebeurt het dan op een avond, dat een leerling stralend van vreugde verkondigt, het eerste aanplak biljet te hebben kunnen ontcijferen, dan is „Meester Schill" veel gelukkiger dan wan neer zijn roem als volkspaedagoog met kern achtige slagzinnen in de wereld rond geba zuind zou zijn. En ook dit is een Weensche notitie met eene „practische toepassing", voor zoover men daar tenminste niet iets „tastbaars" onder wil verstaan, ('Nadruk verboden.) W ARMENHUIZEN (Maart). Geboren: Alida d. v. P. Stam en E. Punt. Petrus Adrianus, z. v. A. F. Comes en M. Meijer. Mattheus Wilhelmus, z. A. J. Huibers en M. C. Tesselaar. -<• Anna Geertruida, d. v. N. P. Kossen en van Langen. Maria Adriana, d. v. M. M. Hoogeboom en C. Vlug. Johanna Adria na, d. v. J. van den Berg en IJ. Jonker. Ondertrouwd: Simon Albertus Wol*» ke te Amsterdam en Geertruida Zoon. Johannes Hendrikus Boekei te Oude Nle- dorp en Margaretha Latenstein. Nicolaas Broersen te Harenkarspel en Hilgonda Ma» ria Berkhout. Overleden: Klaas Roozendaal, oud 65 jaar, echtgenoot van G. van de? Stopj).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 11