VOOR ONZE
REN
De langste baard
Planten op het balcon
W etenswaardigheden
Waar kijken de tweelingen
naar?
De grootste Thermometer
Een dappere kleine
Trommelslager.
INDIANEN
DAT KOMT VAN DIEREN PLAGEN
Een doolhof in een
Indianenhoofd
DE GEVONDEN SCHAT.
De avonturen van een lichtmatroosje.
Door Carly Vos.
Pieter Ros was bij een smid in de leer,
maar hoe langer hij daar werkte, hoe min
der hij voor het vak begon te voelen. Op
zekere dag kwam hij dan ook niet meer
terug. De baas begreep er niets van en
ging naar Pieters ouders om te vragen cf
hij misschien ziek was, doch hij vernam, dat
•de jongen 's morgens op de gewone tijd het
huis verlaten had. Pieter was echter spoor
loos verdwenen en niemand wist, wat er
,yan hem geworden was. Jullie kunt je de
angst van zijn vader en moeder begrijpen,
toen hij 's avonds niet thuis kwam en zij
ook, ondanks alle mogelijke nasporingen,
niets van- hem hoorden. Wat was er echter
met hem gebeurd?
Pieter, die begreep, dat hij als hij bij de
.smid wegging,niet zo gemakkelijk dade
lijk een andere betrekking kon krijgen, liep
doelloos langs de havens. Hij woonde in
Rotterdam en daar zijn altijd veel jongens,
die naar de aankomst en het vertrek der
«schepen staan te kijken. Hij raakte in ge
sprek met een paar matrozen en dezen
raadden hem aan, lichtmatroos te worden.
Het schip, waarmede zij over enkele uren
naar Indië zouden vertrekken, kon nog juist
een lichtmatroos gebruiken. Pieter bedacht
zich dus niet lang en voer kort daarna met
net vrachtschip mee.
Pieter was heus geen zwakkeling of
een bange jongen, maar de ongewone
dienst en de zeeziekte wierpen hem al spoe
dig op zijn bed. Voor matroos deugde hij
niet, dat begreep hij al gauw, en daarom
wilde hij proberen in Indië werk te vinden.
Het bleef echter bij proberen, want ook
in Indië was dit niet gemakkelijk; toen het
schip dan ook klaar was om te vertrekken
en hij nog niets gevonden had, smeekte hij
de kapitein hem weer mee naar Holland te
willen nemen. De kapitein ging eens flink
tegen Pieter te keer, hoewel hij in zijn hart
een goedhartig mens was en zo kreeg hij
een plaatsje als helper in de scheepskeu
ken. De tocht door de Indische Oceaan was
vreselijk. Door de storm werd het vaartuig
uit de richting gedreven en dagenlang moest
de kapitein de strijd met de storm aanbin
den. Éindelijk werd de zee rustiger, maar
nu bleek, dat de drinkwatervoorraad bijna
uitgeput was. Daarom liet het schip vlak
voor de haven van het eiland Sakotara het
anker vallen, er werd een boot uitgezet,
met een paar matrozen, die de vaten met
fris drinkwater zou gaan vullen. Pieter
werd meegestuurd, want hij moest van de
inboorlingen verse groenten zien te kopen.
Pieter was gauw klaar met zijn inkopen
en ging aan de waterkant op de manschap
pen zitten wachten, die nog bezig waren
de vaten te vullen. Hij was een beetje moe
en ging op een grote steen zitten, die daar
op het zand lag.
Terwijl hij voor zich uit zit te staren en
denkt hoe de terugkomst in Holland zal
zijn, komt er een heerlijke geur in zijn
neus. Hij kijkt om zich heen, doch er is nie
mand te zien, ook geen bloemen zijn er te
bekennen. Hij haalt nog eens flink adem
om de geur te ruiken en bemerkt nu, dat
de steen, waarop hij zit, zo heerlijk ruikt.
Bij nadere beschouwing ontdekt de jongen,
dat het helemaal geen steen is, waar hij op
zat, maar een harde, grauwe massa, die
een lucht verspreidt als een hele parfume
riewinkel. Toen de matrozen eindelijk klaar
waren met het vullen der vaten, moesten
zij Pieter helpen de steen mee aan boord
te brengen. Op het schip aangekomen liet
Pieter de kapitein zijn vondst zien.
„Jongen", riep deze, terwijl hij zijn pijp
bijna van verbazing uit zijn mond liet val
len, „weet je wel, dat je een groot geluk
hebt gehad. Dat is een reusachtig stuk am
ber, je bent ineens een rijk man gewor
den!"
Daarna legde de kapitein de jongen uit,
dat de vettige massa die in de lucht hard
wordt, slechts zelden aan land spoelt.
Deze amber wordt gebruikt voor het ver
vaardigen van parfums en daar het zeer
zeldzaam is, wordt er veel geld voor be
taald. Toen Pieter in Rotterdam aankwam
en het stuk amber wilde verkopen, kreeg hij
er dertig duizend gulden voor en zo was
hij plotseling een rijke jongen. Zijn vader
belegde het geld veilig voor hem, nadat de
blijde terugkomst van zijn zoon was ge
vierd. Pieter ging nu verder leren en later
kocht zijn vader een zaak voor hem, waar
voor hij wel veel voelde. Zo had het avon
tuur hem toch nog een groot geluk ge
bracht.
De rechter Steiniger in
Braunau am Inn heeft de
1 langste baard gehad. Op
een standbeeld, dat voor
hem is opgericht, wordt
vermeld, dat zijn baard
2.07 M. lang was.
EEN AARDIG KNUTSELWERKJE
VOOR DE JONGENS.
Voor kamerplanten, hoewel natuurlijk
niet voor alle sporten, is het aan te be
velen, dat men ze 's zomers buiten zet.
Sen cactus bv. gedijt zeer goed op het
balcon en we maken daarom dezealler-
fLardigste „plantenhanger", die wij op
een plaatsje hangen, waar niet veel wind
of zon kan komen. De hanger is gemak
kelijk te maken van een lange plank,
waarin enige insnijdingen worden ge
maakt zoals wij dat op de afbeelding
zien en waar dan plankjes in worden
geschoven. Wat lijm moet er nog wel
aan te pas komenstevigheid voor alles!
Ook de haken, waaraan de plankjes
moeten hangen, moeten stevig zijn en
langs de plankjes maken we van latjes
smalle, opstaande kantjes, want niemand
krijgt graag een cactus op zijn hoofd.
Gelakt in een vrolijke kleur, is de
hanger een waar sieraad voor het balcqn.
Kunnen sneeuwballen branden?
En ofDit is een kunstje, dat je maar
eens moet proberen. Je hebt niets anders
te doen, dan in de oppervlakte van de
sneeuwbal enige stukjes kamfer te druk
ken. Deze worden met een lucifer aan
gestoken. Onmiddellijk begint de kamfer
te branden, terwijl de vlammen er zich
niet om bekommeren, dat de sneeuw
zo'n ongeschikte ondergrond vormt.
Dwergboompjes.
De Japanse hoveniers verstaan de kunst
om gewassen dwergachtig klein te hou
den. In 1826 werd aan het opperhoofd
van de Nederlandse factorij op het eilandje
Decima een doosje van ongeveer I0c.M.
middellijn en 30 c.M. hoog vertoond,
waarin groeideneen denneboom, een
bamboerietplant en een pruimeboom, de
laatste in bloei.
Broer en zus waren in de dierentuin,
toen zij van achter een muur een geluid
hoorden, dat zij helemaal niet kenden.
Vlug liepen zij naar de muur toe en
keken er over heen. Wat denken jullie,
dat zij zagen Als je de cijfers van 1 -42
met elkaar verbindt, dan zien jullie het
ook.
De grootste thermometer der wereld
stond op de wereldtentoonstelling in
Chicago. Hij was 65 M. hoog, de schaal
alleen al 45 M.
In de Frans Engelse oorlog der 18e
eeuw raakte een Engels trommelslager,
een jongen van 15 jaar, door zijn eigen
roekeloosheid in Franse gevangenschap,
Hij werd voor den Fransen bevelhebber
gevoerd. De Franse generaal vroeg hem
„Wie ben je?" De jongen antwoordde:
„Zoals U aan mijn uniform kunt zien,
een Engelse trommelslagerDe gene
raal geloofde dat niet en zei„Laat
horen, dat je trommelen kuntEr werd
een trommel gehaald. De jongen trom
melde een mars, daarna het signaal van
een stormaanval. „Zo", zei de generaal
goedkeurend, „trommelen kun je in ieder
geval. Roffel nu ook de terugtocht
De jongen keek hem aan. „De terug
tocht Moet ik de terugtocht trommelen
Neen, dat kan ik niet, dat wil ik niet 1"
Dit antwoord beviel den Fransen generaal
Zusje leert breien.
Insteken, omslaan, door
halen, af laten glijên.
Dat zijn de handelingen
om te kunnen breien
Je ziet Zus, dat valt toch
nog niet mee,
Want breien dat leer je
maar niet zo: een»twee!
zo goed, dat hij de jongen dadelijk naar
den Engelsen generaal terugstuurde met
een brief vol lof over den dapperen, kleinen
trommelslager, die hij zijn vrijheid
teruggaf.
De Indianen houden er een symbool op
na, dat zij Totem noemen. Meestal is
dit een dier of een plant, waarvan de
Indianen menen af te stammen. Is er
nu zo'n dier of plant niet in de buurt,
dan maken zij een Totempaal, dat is
een paal, waarin het dier of de plant
zeer kunstig wordt uitgesneden.
De Totems worden zeer vereerd en als
het dieren zijn, mogen zij niet worden
gedood als het een plant is, mag deze
niet als voedsel worden gebruikt. Ja
zelfs is het een bijzonder voorrecht,
wanneer een dier, dat als Totem wordt
vereerd, een der leden van de stam doodt.
Heel vaak laten de Indianen zoo'n Totem
op hun lichaam tatoeeren. Niet alleen
geloven zij dat zij van zo'n Totem
afstammen, doch tevens dat na de dood
hun ziel in zo'n Totem verhuist
De Verrassing.
Verschillende jongens van een hogere
burgerschool, die onder leiding van een der
leraren geleerd hadden, "hoe zij een radio
toestel moesten bouwen en dan Zaterdags
middags gezamenlijk naar een beroemd or
kest luisterden, kwamen op het idee, om te
gaan sparen en als zij genoeg geld bijeen
hadden, met hun allen naar de stad te gaan
waar het beroemde orkest speelde om de
mensen eens zo en niet door de radio te
horen.
Zij vertelden dat aan hun leraar. Deze
won alle mogelijke inlichtingen in, hoe zij
het goedkoopst daar zouden kunnen komen
en hoeveel zij nodig hadden om de vertering
te betalen in het restaurant waar het orkest
speelde. Vele wekenu gaf iedere jongen een
groot deel van zijn weekgeld aan den pen
ningmeester en eindelijk was de som zo
Het is toch werkelijk ongehoord,
E» bsind te bipdsn Wft eep kspfd.
Dan ook nog met een zweep te klappen,
KÜjk die ajme hond zich iappen
Arme Foks, die kleine hond,
Rent van angst steeds in het rond.
BomPiet komt heel onzacht neer,
Maar het was een goede leer
groot, als zij hadden uitgerekend en de
eerstvolgende Zaterdag zouden zij dan ook
met hun allen naar de stad gaan.
Al vroeg stapten zij in de trein en kwa
men ruim op tijd in het restaurant aan,
waar de musici zelfs nog niet aanwezig wa
ren. Een der jongens keek eens op de spijs-
kaart, maar bemerkte tot zijn grote schrik,
dat de prijzen veel hoger waren, dan zij
hadden uitgerekend en vertelde dit aan den
leraar, die ook mee was gegaan. Goede
raad was hier duur en toen de lcellner
kwam vragen, wat de heren wilden ge
bruiken, antwoordde de jongen, dat het hem
speet, maar dat zij allemaal weer moesten
vertrekken, omdat het voor hun beurs daar
te duur was. De kellner zag, wat voor 'n te
leurstelling dit was en vroeg, of zij mis
schien even wilden wachten.
Hij begaf zich naar den eigenaar van het
retaurant en vertelde hem de zaak.
Deze ging naar de jongens toe en vroeg,
hoeveel zij gedacht hadden te kunnen be
steden. Zij vertelden hem dit, waarna hij hun
vroeg, te blijven. Hij vond het zo aardig,
dat de jongens persoonlijk met de leden
van zijn beroemd orkest kennis wilden ma
ken, nadat zij hen door de radio hadden
beluisterd, dat hij een tafel liet dekken, vlak
bij het orkest en de jongens een heerlijke
overvloedige maaltijd liet voorzetten.
De orkestleider werd van het feit even-<
eens in kennis gesteld en kwam naar hen
toe om te vragen of er stukken waren, die
zij graag wilden horen, dan zou hij ze met
genoegen voor hen spelen. Dat gebeurde.
De jongens genoten en konden, toen het
weer tijd werd om te vertrekken, nauwe
lijks wegkomen.
Zo eindigde de teleurstelling gelukkig In
blijheid.
Ronddolen is een gezellig werkje en
iedereen doet het graag, vooral als het
buiten koud is of het regent en we zijn
genoodzaakt binnen te blijven en spel
letjes te verzinnen. Nu moeten jullie
eens de weg zoeken in deze „Indianen-
kop". Het gezicht van den Indiaan is
nogal verweerd, hè, maar hij is ook al
oud. Toch kijkt hij erg vriendelijk en
ik weet zeker, dat hij nog meer zal
lachen als je de weg door zijn hoofd
kunt vinden!
Je moet er bij E. ingaan en dan dwaal
je maar net zo lang tot je op het puntje
van zijn neus uitkomt.
Uit de dierenwereld.
Dat gemzen goede hoogspringers zijn,
is algemeen bekend, maar minder be
kend, is, dat zij ook nog een ander spel
kennen, dat wij bobsleeën zouden kunnen
noemen, wanneer zij daarbij een slede
zouden gebruiken. Ze laten zich n.1. wel
een paar honderd meters langs steile
berghellingen naar beneden glijden,
klauteren dan weer omhoog en herhalen
het spel enige malen. Soms glijden ze
een voor een, ieder op zijn beurt, maar
soms ook gaat het in groepjes achter
elkaar.