HET VOORONTWERP
LANDBOUWORDENINGSWET 1937.
mmü
ALKMAARSCHE COURANT van VRIJDAG 9 APRIL 1937
1
>7 7 -
Nog staat de „Nieuw-Amsterdam" op de werf van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij tusschen de bouwsteigers.
Vereenvoudiging noodzakelijk*
Voor de Noordhollandsche Vereen iging
van Kaashandelaren heeft heden de voor
zitter, de heer G.. Grondsma, een inleiding
gehouden, waaraan wij het volgende ont-
leenen:
Een Amerikaansche parlementsspreuk is:
„De meeste wetsontwerpen zijn slecht, breng
er dus zooveel mogelijk om."
De economische crisis, welke is aange
vangen omstreeks 1929/1930, waarbij de ge-
heele landbouw dreigde ineen te storten,
maakte het voor de regeering noodzakelijk
maatregelen te nemen.
Deze maatregelen mogen als bekend wor
den verondersteld. Ieder objectief beoor-
deelaar erkende de noodzakelijkheid, dat er
iets moest gebeuren en als goede staatsbur
gers, die volkomen Regeeringstrouw zijn,
hebben de kaashandelaren de maatregelen,
die ten opzichte van hen, met het oog op de
moeilijke tijden, genomen werden, aanvaard.
Die maatregelen bestonden uit financieele
en andere. Ten aanzien van de financieele
kan herinnerd worden aan alle claering-
moeilijkheden, waarover het thans echter
niet gaat.
De andere maatregelen werden genomen,
omdat men uitging van de gedachte, dat de
producent, zoo mogelijk, een z.g. „richtprijs"
voor zijn product moest ontvangen, d.w.z.
een prijs, waarvoor het hem mogelijk was
te produceeren.
De regeering wilde voorkomen, zooals de
motiveering luidde, dat de consument, door
het betalen van een veel te lagen prijs, pro
fiteerde ten koste van den producent, waar
door de geheele landbouwende bevolking
ten gronde zou gaan, met alle rampzalige
gevolgen daarvan voor het overige deel der
bevolking.
Op dezen grondslag berust de geheele
Landbouwcrisis-wetgeving, waarvan steeds
is gezegd en in de wetten is vastgelegd, dat
deze zou verdwijnen, zoodra de heerschen-
de buitengewone omstandigheden zouden
hebben opgehouden te bestaan.
Achtereenvolgens kwamen tot stand eerst
verschillende tijdelijke steunwetten; de
Crisis Invoerwet, de Crisis Uitvoerwet, de
Tarwewet, de Crisis Zuivelwet, de Crisis
Varkens wet en uiteindelijk de Landbouw
crisis wet 1933, waarin later al de hier voren
genoemde wetten zijn opgelost.
O.a. door teeltbeperking en een systeem
van heffingen, welke op den consument ver
haald werden, werd het de Regeering mo
gelijk gemaakt den producent te steunen,
waardoor deze zijn richtprijs kreeg of
althans de richtprijs zooveel mogelijk werd
benaderd. Bekend mag worden veronder
steld, dat de begrooting van het z.g.n. Land
bouwcrisisfonds ieder jaar ongeveer 200
millioen gulden bedroeg, waarbij nog geen
rekening is gehouden met de indirecte be
dragen, welke daarop niet voorkwamen,
zoodat het eindcijfer nog aanmerkelijk
boven de 200 millioen gulden lag.
De hiervoren genoemde wetten waren
alle z.g.n. machtigingswetten, d.w.z. wetten,
waarin alleen enkele hoofdlijnen uitgestip
peld waren, maar waarin alle uitvoerings
maatregelen door de Regeering genomen
konden worden en ook werden, zonder
preventieve controle door de Volksvertegen
woordiging. De Volksvertegenwoordiging
gaf deze machtiging niet voetstoots, maar
alleen met het oog op de bijzonder moeilijke
tijden, welke zeer bijzondere maatregelen
noodzakelijk maakten en met het oog op de
bijna iedere week veranderde omstandig
heden in deze moeilijke tijden.
Het lag in de bedoeling de organisaties van
belanghebbenden met de uitvoering te be
lasten. In den aanvang is dit dan ook in
derdaad geschied, maar helaas moet gecon
stateerd worden, dat verschillende organi
saties in verschillend opzicht de haar ge
geven macht niet op de juiste wijze ge
bruikten. Nog niet zoo lang geleden heeft
men hierover verschillende ernstige dingen
kunnen lezen in de verslagen van de Alge-
meene Rekenkamer aan de Staten-Generaal.
De Regeering heeft daarna het roer omge
gooid en een vrij sterk gecentraliseerde lei
ding ingevoerd. Tegen al deze maatregelen
heeft de handel steeds ernstige bezwaren
gehad, zoowel in den tijd, dat de organisa
ties nog zelf met de uitvoering waren be
last, als ook daarna, heeft de handel er
ernstig tegen geprotesteerd, dat met haar
belangen niet voldoende rekening werd ge
houden en dat in de verschillende uitvoe
rende organen de handel of wel in het geheel
niet, of wel zeer onvoldoende vertegenwoor
digd was. Terwijl de landbouworganisaties
steeds overal ruim vertegenwoordigd waren,
moest de handel steeds maar weer genoe
gen nemen met een of twee plaatsen in een
zeer groot bestuur of commissies van advies,
waarbij de belangen van den handel altijd
maar weer achtergesteld werden bij die
van den Landbouw. De Kaashandel werd
vooral getroffen door een sterke beperking
bij den uitvoer met alle maatregelen, die
daaraan verbonden waren. Iedere handelaar
mocht slechts uitvoeren een bepaald percen
tage van enkele basis-jaren, naar de gecon-
tingenteerde landen. Men was niet vrij in
zijn pogingen om zooveel mogelijk winst te
maken, de winst moest beperkt worden tot
een „redelijken prijs", terwijl de meerdere
winst weer moest worden afgestaan.
Onmogelijke hoeveelheden papier moesten
ingevuld en gecontroleerd worden, bank
garanties moesten worden gesteld, boetes
werden opgelegd, accountants en ander con
troleerend personeel kwamen voortdurend
nagaan, of niet te veel berekend werd en de
redelijke winst werd in vele gevallen door
allerlei, wellicht theoretisch volkomen juiste,
maar practisch helaas meermalen falende,
voorschriften dusdanig gereduceerd, dat
somtijds uiteindelijk de winst- en exploi
tatiekosten, door de Regeering toegestaan,
niet voldoende waren om de werkelijke
exploitatiekosten te dekken.
De uitvoering van deze maatregelen be
rustte bij het Crisis Zuivelbureau, later om
gezet in de afdeeling Export van de Neder-
landsche Zuivelcentrale. Ook tegen de sa
menstelling van dit bureau en deze afdeeling
heeft de handel steeds onoverkomelijke be
zwaren gehad. Zoo ergens, dan toch zeker
wel hier, was het noodzakelijk de handel in
voldoende mate in te schakelen. In den be
ginne is dit niet geschied en ondanks her
haalde verzoeken van de zijde van de handel
is ook later geen verbetering bereikt, zelfs
niet toen alle leden van het Zuivelbureau,
na een geschil met den minister „kwaad
wegliepen" en de minister dus een moge
lijkheid had een geheel nieuwe samenstel
ling tot stand te brengen, waarbij met de
belangen van de handel nu eens wel reke
ning werd gehouden. Dezelfde Heeren, die
kwaad waren weggeloopen, kwamen terug
en opnieuw werd de handel geen recht ge
daan.
Niet alleen de handel was ontevreden,
overal, zelfs in de eigenlijke landbouwkrin-
gen, nam het verzet tegen de maatregelen
en de controle daarop toe. De enorme hoe
veelheden papieren maatregelen, die steeds
grooter werden, werden voor een gewoon
mensch volkomen onbegrijpelijk en alge
meen werd het verlangen om geleidelijke
afschaffing der maatregelen te verkrijgen of
als dat niet mogelijk was, in ieder geval een
sterk vereenvoudigd systeem, waarvan de
uitvoering weer in handen van de organisa
ties kon worden gelegd.
Het is bekend dat, teneinde de mogelijk
heid hiervan te onderzoeken, werd ingesteld
de Commissie-van Loon. Tegen de samen
stelling van deze commissie hebben handel
en industrie geprotesteerd en terecht, want
ook hierbij werden de belangen van de
handel eenvoudig genegeerd en werden geen
vertegenwoordigers van handel en industrie
daarin opgenomen. Dat zich dat thans
wreekt, blijkt vooral uit het voorontwerp
Landbouwordeningswet 1937, waaruit blijkt
dat opnieuw de belangen van de handel vol
komen ondergeschikt worden gemaakt aan
die van den landbouw.
(Slot volgt).
PROPAGANDA-AVOND VOOR
DRANKBESTRIJDING.
Tooneelspel.
Het Alkmaarsch Drankweer-Comité, dat
zich verheugen mag in de samenwerking
van acht organisaties, die alle, zij het op
verschillende wijze, streven naar een
drankvrije samenleving, heeft gisteravond
in 't Gulden Vlies een welgeslaagden pro-
paganda-avond gegeven voor dat ideëele
doel. Het was een tooneelavond, waartoe
krachten uit elk der samenwerkende ver-
eenigingen waren gezocht, die op deze
wijze toonden, dat verschil van maat
schappelijk inzicht geen beletsel behoeft
te zijn voor het samen najagen van een
zelfde doel.
De tweede voorzitter van het A.D.C.,
de heer N. de Waard, sprak een kort wel
komstwoord tot de vrij talrijk opgekome-
nen, waarin hij o.m. wees op de komende
Blauwe Week, en daarna werd opgevoerd
Pinksterbloem,
tooneelspel in drie bedrijven, door J.
Haarsma Jr.
De schrijver geeft hierin een stuk le
venstragiek van een landarbeidersdochter,
die in „de stad" gaat dienen en door den
zoon van haar patroon verleid wordt.
Haar vader weigert toestemming te geven
tot haar huwelijk met den slampamper
Daniël Warringa, maar als hij hoort dat
het gaat om de eer van zijn kind, geeft hij
toe. Het huwelijk wordt een volkomen
mislukking: Daniël blijft een fuifnummer
en weigert zijn best te doen om de zaak
van zijn vader op gang te houden, met het
gevolg dat de schulden zich opstapelen,
waarvoor zijn onverstandige moeder de
schuld schuift op de vrouw van eenvou
dige afkomst. En de oude Warringa doet
alsof hij niets merkt hij houdt nogal
van zijn borrel! Op Anna's eersten ver
jaardag na haar huwelijk, als haar vader
en pleegbroer Jan voor het eerst haar
komen opzoeken, vertrekt Daniël voor
goed: hij gaat naar de vroegere winkel
juffrouw. Een scheiding van het huwelijk
tusschen Daniël en Anna volgt; de jonge
vrouw drijft nog een paar jaar een win
keltje, om in haar onderhoud en dat van
haar kind te voorzien, maar wordt dan,
als het kind gestorven en zij zenuwziek is,
door haar ouders weer thuis gehaald.
Zware zorgen financiëele niet te verge
ten breken aan, maar met den steun
van Jan gelukt het om Anna, de Pinkster
bloem (aldus genoemd omdat zij op Pink
steren geboren was) weer op te kweeken.
Ofschoon uiterst dankbaar en hoewel zij
graag altijd thuis zou blijven, meent zij
dan weer voor zichzelf te moeten zorgen.
Maar als zij op het punt staat om een be
trekking als huishoudster te aanvaarden,
verneemt zij van Jan hoe gaarne hij haar
bij zich zou houden, hoe hij haar
heur misstap reeds lang vergaf en hoe hij
hoopt dat 'n jarenlang gekoesterde wensch
vervuld zal wordenEn zij, zij ervaart
in haar hart dat zij ook reeds sinds haar
kinderjaren van haar pleegbroeder hield
en dat haar liefde voor Daniël eigenlijk
niet anders was geweest dan een zoeken
van eigen ijdelheid. En dan gaat de trein
weg zonder Anna, die thuis blijft, tot
groote vreugde ook van haar ouders.
Wij begrijpen, dat dilettanten zigh
gaarne werpen op een stuk als dit, omdat
het naast de moeilijkheden van het aan
voelen van geheel uiteenloopende karak
ter-eigenschappen ruime gelegenheid
biedt voor fantasie bij 't uitbeelden van de
verschillende in het stuk spelende typen.
Van het laatste is een dankbaar gebruik
gemaakt door de spelers van gisteravond
en de moeilijkheden hebben zij althans
voor een groot deel behoorlijk omzeild.
Het is vooral de heer W. Hoek Gz. ge
weest, die van zijn rol van den ouden
Dijkstra (Anna's vader) iets moois maakte.
Als zijn vrouw was mevr. G. de Waard
Kröger bijzonder goed, terwijl mevr. G.
LicherKröger een zeer juiste opvatting
van de rol van Anna had. Het soms wel
wat theatrale in haar dialogen willen we
haar gaarne vergeven, de oorzaak ervan
ligt voor een deel in den tekst, als die
een uitvoerig pleidooi voor geheelonthou
ding levert.
Vader en zoon en moeder Warringa,
resp. gespeeld door de heeren P. Koreman,
S. de Vries en mevr. PoestkokeKaste-
man, kwamen uit den aard der zaak min
der op den voorgrond, maar mochten ge
zien worden.
De heer F. Scheppers, die de rol van
Jan uitbeeldde, voldeed ons matig hij
was als minnaar, die zich schikt in zijn
nederlaag, zeer voldoende, maar later,
toen zijn hartewensch eindelijk vervuld
zou worden, hadden we gaarne wat meer
vuur in zijn optreden gezien.
Mej. Poestkoke was in haar kleine rol
van vriendin van Anna heel goed.
Allen kregen herhaaldelijk een dank
baar applaus.
Na de pauze werd nog een klucht gege
ven in één bedrijf, „Een huis met com
mensaals", waarin het wemelt van jonge
mannen en vrouwen, die samen zorgen
voor tal van verwikkelingen en vergissin
gen, waardoor dolle situaties ontstaan. Het
negental spelers en speelsters voldeed ook
in dit stuk goed, zij deden dikwijls een
lach daveren en oogstten aan het slot
veel applaus.
Ten slotte werd nog een verloting ge
houden. waarvoor in de pauze loten waren
verkocht.
Het Alkmaarsch Drankweer-Comité
kan over den propaganda-avond zeer vol-
daan zijn.
GetHeentecadeH
SCHERMERHORN
Donderdag vergaderde de raad dezer
gemeente in voltallige zitting.
Van eenige inwoners was een verzoek in
gekomen om steun voor hun gezinnen, hetzij
een uitkeering ineens of een wekelijksche
uitkeering.
Besloten werd dit in comité te behandelen.
Wijziging raadsbesluit geldleening groven
tuinbouw. Ged. Staten berichtten hierom
trent, dat de rente van de .betreffende geld
leening wordt verlaagd van 4 y3 op 4
Dit werd algemeen goedgevonden.
Tot wijziging der gemeentebegrooting
dienst 1936 werd z.h.s besloten. Zij is groot
2140,56 in ontvangsten en uitgaven. Een
zelfde besluit werd ingenomen in verband
met de daarmede verband houdende begroo
ting van het G.E.B.
Af- en overschrijvingen dienst 1936 tot een
bedrag groot f 438,71.
Weth. Plugboer zeide deze af- en over
schrijvingen niet te kunnen goedkeuren. De
voorzitter heeft den post secretariebehoeften
met 90 overschreden en zich daarbij niet
gehouden aan de voorschriften bij over
schrijding daarvan direct kennis te geven.
Na bespreking, waarbij ook de overige raads
leden hunne afkeuring hierover te kennen
gaven, werd de af- en overschrijvingen goed
gekeurd met aanteekening dat de heer Plug
boer zich daarmede niet kon vereenigen.
Vastgesteld werd het kohier hondenbe
lasting 1937.
Uitkeering aan de 2 schoolbesturen, inge
volge art. 101 der L.O.-wet 1920. Aan de
Chr. school bedraagt deze uitkeering f 706,
aan de R.K. school f 747.
Dit werd z.h.s. goedgevonden.
Beschikbaarstelling van 2 voor extra hulp
aan werkloozen. Deze uitgave, welke het
crisiscomité B betreft, kost de gemeente
58 en werd algemeen goedgevonden.
Wijziging verordening ziektengeleden.
De voorzitter deelde mede, dat het vervoer
van ter ontsmetting aangeboden goederen
moet geschieden naar Amsterdam en niet
zooals eerder werd gedaan naar Alkmaar.
Daartoe werd besloten.
De voorzitter deelde mede, dat aan de
schoolgeldverordening 2 klassen moeten
worden toegevoegd, wat werd goedgevonden.
De politieverordening werd aangevuld.
Door verandering van diverse posten werd
de gemeentebegrooting dienst 1937 gewijzigd.
Niet goedgevonden werd de post jaar
wedde ambtenaar van de Arbeidsbemidde
ling te verlagen van f 325 op f 250. Alge
meen was men van oordeel, dat deze amb
tenaar niet kan worden verlaagd.
Algemeen werd de wenschelijkheid uitge
sproken, dat het B. A. de diensten kan in
winnen bij den Armenraad te Alkmaar; tot
aansluiting werd besloten.
De heer P. Mantel vroeg van gemeente
wege puin te willen verstrekken ten dienste
van de woningbouwvereeniging.
Goedgevonden werd dit te verstrekken,
alsmede voor verbetering Van het pad bij de
woningen aan den Oostertuin.
Mede vroeg de heer Mantel naar het niet
branden van het lichtpunt bij de Schermer-
brug, waarin zal worden voorzien.
De heer Oostwouder vroeg naar vermin
dering van de uitkeering van het B. A. aan
den heer K. Molenaar.
De voorzitter zeide, dat deze zaak bij het
B. A. thuis behoort.
Ook vroeg de heer Oostwouder het bij
plaatsen van een bord voor verkiezings
reclame.
De voorzitter achtte de ruimte hiervoor
voldoende.
De heer Brouwer zeide, dat aan het één
richtingsverkeer op het Zuideinde niet de
hand wordt gehouden en met het verkeer
aldaar gevaren bestaan voor de schoolkin
deren, waarom hij het plaatsen van een bord
„School" daar noodig oordeelde.
De voorzitter zeide, dat hü tegen plaat
sing van een bord is, daar dit alleen een ver
zoek inhoudt. Op het misbruik van het één
richtingsverkeer zal hij de politie wijzen.
De heer Brouwer vroeg ook een onafhan
kelijk comité-lid te willen aanwijzen voor
uitkeeringen Crisis-comité B.
De voorzitter antwoordde, dat daaraan is
voldaan.
De heer Broersen zou den raad op de hoogte
willen stellen van de vergadering, betreffen
de het G.E.B. Dit zal in comité geschieden.
Ook klaagde de heer Broersen over het
vele venten in de gemeente, soms zonder
vergunning van den burgemeester.
De heer Barendregt klaagde over den
slechten toegang tot de begraafplaats, waar
van een opslagplaats de oorzaak is
De voorzitter antwoordde, dat de voorpoort
de officieele toegang is.
Ook vroeg de heer Barendregt in de
zomermaanden 's avonds te vergaderen, wat
door den voorzitter werd toegezegd.
De heer de Groot wees op de vernielingen
aan de Ned. herv. kerk en het stukgooien
van ruiten. Jaarlijks betaalt het kerkbestuur
aan moedwillig stuk gegooide ruiten onge
veer 25. Hij achtte het politietoezicht dan
ook onvoldoende.
De voorzitter zeide de Rijkspolitie hierop
te zullen wijzen.
'fxoamciaal 'néeuuts
EXAMENS SCHOENMAKERS EN
SCHOENWINKELIERS.
Bij de examens diploma a van de Na
tionale Federatie voor de Vakopleiding
van Schoenmakers en Schoenwinkeliers
te 's-Gravenhage slaagden oa. de heeren
Th. Peerelyoom te Hoorn, G. F. Smit te
Nibbixwoud, A. C. Andriese te Alkmaar,
W. Kroon te Purmerend, C. M. Blokdijk
te Bovenkarspel.
OUDKARSPEL
De vierde onderwijskracht voor
het Rijk.
In de, op 16 Maart j.1. gehouden, raads
vergadering deelde de voorzitter mede, dat
B. en W., in het feit, dat het wettelijk mi
nimum op alle 4 teldata in 1937 zeer ver
moedelijk aanwezig zal zijn, aanleiding
hebben gevonden nogmaals zich schrifte
lijk tot den minister van onderwijs te
wenden met het klemmend betoog de 4e
onderwijskracht, in het groote belang van
een goeden gang van het onderwijs, te mo
gen handhaven voor rekening van het
Rijk.
De voorzitter deelde toen tevens mede,
dat B. en W. van meening zijn. dat het bij
zonder geval, vermeld in art. 56, 2e lid der
lager onderwijswet 1920, op deze school
van toepassing is, een meening, welke door
den inspecteur van het lager onderwijs in
de inspectie den Helder wordt gedeeld.
Bij het gemeentebestuur is thans van den
minister de mededeeling ontvangen, dat de
minister heeft besloten de 4e onderwijs
kracht over het jaar 1937, te rekenen van
af 1 April, voor rekening van het Rijk te
nemen.
EGMOND BINNEN
Aanbesteding gemeentewerk.
Woensdag werd ten raadhuize aanbe
steed het jaarlijksch onderhoud aan de ge
meentegebouwen.
Ingeschreven werd voor metselwerk
door: G. Tervoort voor 55; Wittebrood
en van Duin voor 21.
Schilderwerk: F. de Goede 107; J.
Hoogland 119; R. Beukers 105.
Timmerwerk: Jac. Bak 239; J. Apel
doorn 238; Jac. Schuit 232: Belleman
en Olbers f 230: Jn. Schuit 225.
Het werk werd aan de laagste inschrij
vers gegund.
TEXEL
Het nieuwe vliegveld beproefd.
In verband met het ingebruik nemen van
het vliegveld „De Vlijt" op Texel van waar,
zooals men weet, binnenkort een vaste
vliegdienst zal worden ingesteld, zullen
heden (Vrijdag) eenige zwaar belaste vlieg
tuigen op het nieuwe vliegveld dalen, opdat
men kan onderzoeken of de bodem, enz. aan
de gestelde eischen voldoen.
HEILOO
Vergadering L.T.B.
De L.T.B. begint wakker te worden. De
tijd van „slapen" is voorbij. De veranderde
tijden roepen de boeren en tuinders tot in
tensief werken.
Het propagandistisch woord had niet voor
niets geklonken. Trots het ongunstig weer
was de groote zaal van het Brunogebouw
goed bezet toen de voorzitter, de heer J.
Sengers, opende. Spr. verheugde zich over
de groote opkomst, vooral van de jonge boe
ren en tuinders.
Hierna volgde de rede van pater J. Caron
O.S.B. met het onderwerp: Inkuilen van
gras en ander groenvoer. De spr. behandelde
eerst de waarde van hooi, gras en groenvoe-
der. Hoe beter bereid of gewonnen, hoe meer
voedingswaarde. De intensieve bedrijven,
getoetst aan die van Brabant en Limburg,
vallen niet in het voordeel van de Noord-
Hollandsche bedrijven uit. Men moet er
naar streven om goed en goedkoop het be
drijf te beoefenen. Een van die methodes is
het gras en groenvoeder wat men over heeft,
in te kuilen. Uitvoerig behandelde spreker
het kuilen in silo's zooals men die o.a. m
Egmond aantreft. Breedvoerig behandelde
de spreker de groote waarde van ingekuild
groen. Maar, zeide spr., doe het goed of doe
het niet. Het kostenvraagstuk voor een silo
valt mee. Voor een silo heeft men, 5 meter
in doorsnee, slechts 18.50 aan materiaal
noodig. De mallen (bekisting) kost een 300,
doch men kan die gezamenlijk aanschaffen
of huren. Het zou ons te ver voeren om al
les weer te geven wat de spreker vertelde,
doch die er meer van wil weten of voorlich
ting wenscht, kan bij de priory te Egmond
terecht.
Rede van ir. A. Arts, met het
onderwerp: Welken kant uit
met de tuinderij.
Ook deze spreker wees overheidssteun en
crisisbemoeiing van de hand. Natuurlijk niet
dadelijk, aldus spreker, doch zoo gauw mo
gelijk is reorganisatie van bedrijven noodig.
Spr. hoopte, dat men het hem niet ten kwa
de zou duiden als hij beweerde, dat de
Noordhollander, speciaal de Kennemer tuin
der te duur uit is. Spr.'s wieg stond in Bra
bant en daar gaat niets verloren en men
werkt er veel goedkooper. Zoo mogelijk al
les uit eigen bedrijf in het gezin gebruiken.
Zoo weinig mogelijk grondstoffen en eiwit
rijke stoffen koopen en rationalisatie der
bedrijven. Spr. prefereerde gemengde bedrij
ven en waar dit niet goed mogelijk is, niet
de eenzijdige en enkele culturen. Noodig is
proeven nemen, hoe men goedkooper kan
werken. Aanbevolen werd het houden van
een geit en varken. Zoowel voor proeven
als het aanschaffen van dieren moet, zoo
noodig, de afdeeling helpen. In den breede
behandelde spr. de gewijzigde cultures. Hij
beval aan het teelen van lucerne, roode en
witte klaver en raygras. Ook voor genees
krachtige kruiden vond spr., dat men proe
ven moest nemen. Voor aardbeien zal noodig
zijn selecteeren en de ziekte bij den aanvang
bestrijden. Voor het nemen van proeven
moet men tijd en moeite voor over hebben.
Doch het zal noodig zijn, dat we ons voorbe
reiden op nieuwe culturen. Dat is zonder
twijfel een gebiedende eisch en laten we zor
gen dat we klaar zijn. Het is niet de eerste
en laatste crisis, doch laten we ons wape
nen, nu het dringend geboden is.
Voor alles: werk goedkooper en aanpas
sen bij de gewijzigde omstandigheden aan.
Na de rede van beide sprekers was er een
drukke gedachtenwisseling. De boeren stel
den belang in silo's, de tuinders in aard
beien.