HET VOORONTWERP LANDBOUWORDENINGSWET 1937. mmü ALKMAARSCHE COURANT van VRIJDAG 9 APRIL 1937 1 >7 7 - Nog staat de „Nieuw-Amsterdam" op de werf van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij tusschen de bouwsteigers. Vereenvoudiging noodzakelijk* Voor de Noordhollandsche Vereen iging van Kaashandelaren heeft heden de voor zitter, de heer G.. Grondsma, een inleiding gehouden, waaraan wij het volgende ont- leenen: Een Amerikaansche parlementsspreuk is: „De meeste wetsontwerpen zijn slecht, breng er dus zooveel mogelijk om." De economische crisis, welke is aange vangen omstreeks 1929/1930, waarbij de ge- heele landbouw dreigde ineen te storten, maakte het voor de regeering noodzakelijk maatregelen te nemen. Deze maatregelen mogen als bekend wor den verondersteld. Ieder objectief beoor- deelaar erkende de noodzakelijkheid, dat er iets moest gebeuren en als goede staatsbur gers, die volkomen Regeeringstrouw zijn, hebben de kaashandelaren de maatregelen, die ten opzichte van hen, met het oog op de moeilijke tijden, genomen werden, aanvaard. Die maatregelen bestonden uit financieele en andere. Ten aanzien van de financieele kan herinnerd worden aan alle claering- moeilijkheden, waarover het thans echter niet gaat. De andere maatregelen werden genomen, omdat men uitging van de gedachte, dat de producent, zoo mogelijk, een z.g. „richtprijs" voor zijn product moest ontvangen, d.w.z. een prijs, waarvoor het hem mogelijk was te produceeren. De regeering wilde voorkomen, zooals de motiveering luidde, dat de consument, door het betalen van een veel te lagen prijs, pro fiteerde ten koste van den producent, waar door de geheele landbouwende bevolking ten gronde zou gaan, met alle rampzalige gevolgen daarvan voor het overige deel der bevolking. Op dezen grondslag berust de geheele Landbouwcrisis-wetgeving, waarvan steeds is gezegd en in de wetten is vastgelegd, dat deze zou verdwijnen, zoodra de heerschen- de buitengewone omstandigheden zouden hebben opgehouden te bestaan. Achtereenvolgens kwamen tot stand eerst verschillende tijdelijke steunwetten; de Crisis Invoerwet, de Crisis Uitvoerwet, de Tarwewet, de Crisis Zuivelwet, de Crisis Varkens wet en uiteindelijk de Landbouw crisis wet 1933, waarin later al de hier voren genoemde wetten zijn opgelost. O.a. door teeltbeperking en een systeem van heffingen, welke op den consument ver haald werden, werd het de Regeering mo gelijk gemaakt den producent te steunen, waardoor deze zijn richtprijs kreeg of althans de richtprijs zooveel mogelijk werd benaderd. Bekend mag worden veronder steld, dat de begrooting van het z.g.n. Land bouwcrisisfonds ieder jaar ongeveer 200 millioen gulden bedroeg, waarbij nog geen rekening is gehouden met de indirecte be dragen, welke daarop niet voorkwamen, zoodat het eindcijfer nog aanmerkelijk boven de 200 millioen gulden lag. De hiervoren genoemde wetten waren alle z.g.n. machtigingswetten, d.w.z. wetten, waarin alleen enkele hoofdlijnen uitgestip peld waren, maar waarin alle uitvoerings maatregelen door de Regeering genomen konden worden en ook werden, zonder preventieve controle door de Volksvertegen woordiging. De Volksvertegenwoordiging gaf deze machtiging niet voetstoots, maar alleen met het oog op de bijzonder moeilijke tijden, welke zeer bijzondere maatregelen noodzakelijk maakten en met het oog op de bijna iedere week veranderde omstandig heden in deze moeilijke tijden. Het lag in de bedoeling de organisaties van belanghebbenden met de uitvoering te be lasten. In den aanvang is dit dan ook in derdaad geschied, maar helaas moet gecon stateerd worden, dat verschillende organi saties in verschillend opzicht de haar ge geven macht niet op de juiste wijze ge bruikten. Nog niet zoo lang geleden heeft men hierover verschillende ernstige dingen kunnen lezen in de verslagen van de Alge- meene Rekenkamer aan de Staten-Generaal. De Regeering heeft daarna het roer omge gooid en een vrij sterk gecentraliseerde lei ding ingevoerd. Tegen al deze maatregelen heeft de handel steeds ernstige bezwaren gehad, zoowel in den tijd, dat de organisa ties nog zelf met de uitvoering waren be last, als ook daarna, heeft de handel er ernstig tegen geprotesteerd, dat met haar belangen niet voldoende rekening werd ge houden en dat in de verschillende uitvoe rende organen de handel of wel in het geheel niet, of wel zeer onvoldoende vertegenwoor digd was. Terwijl de landbouworganisaties steeds overal ruim vertegenwoordigd waren, moest de handel steeds maar weer genoe gen nemen met een of twee plaatsen in een zeer groot bestuur of commissies van advies, waarbij de belangen van den handel altijd maar weer achtergesteld werden bij die van den Landbouw. De Kaashandel werd vooral getroffen door een sterke beperking bij den uitvoer met alle maatregelen, die daaraan verbonden waren. Iedere handelaar mocht slechts uitvoeren een bepaald percen tage van enkele basis-jaren, naar de gecon- tingenteerde landen. Men was niet vrij in zijn pogingen om zooveel mogelijk winst te maken, de winst moest beperkt worden tot een „redelijken prijs", terwijl de meerdere winst weer moest worden afgestaan. Onmogelijke hoeveelheden papier moesten ingevuld en gecontroleerd worden, bank garanties moesten worden gesteld, boetes werden opgelegd, accountants en ander con troleerend personeel kwamen voortdurend nagaan, of niet te veel berekend werd en de redelijke winst werd in vele gevallen door allerlei, wellicht theoretisch volkomen juiste, maar practisch helaas meermalen falende, voorschriften dusdanig gereduceerd, dat somtijds uiteindelijk de winst- en exploi tatiekosten, door de Regeering toegestaan, niet voldoende waren om de werkelijke exploitatiekosten te dekken. De uitvoering van deze maatregelen be rustte bij het Crisis Zuivelbureau, later om gezet in de afdeeling Export van de Neder- landsche Zuivelcentrale. Ook tegen de sa menstelling van dit bureau en deze afdeeling heeft de handel steeds onoverkomelijke be zwaren gehad. Zoo ergens, dan toch zeker wel hier, was het noodzakelijk de handel in voldoende mate in te schakelen. In den be ginne is dit niet geschied en ondanks her haalde verzoeken van de zijde van de handel is ook later geen verbetering bereikt, zelfs niet toen alle leden van het Zuivelbureau, na een geschil met den minister „kwaad wegliepen" en de minister dus een moge lijkheid had een geheel nieuwe samenstel ling tot stand te brengen, waarbij met de belangen van de handel nu eens wel reke ning werd gehouden. Dezelfde Heeren, die kwaad waren weggeloopen, kwamen terug en opnieuw werd de handel geen recht ge daan. Niet alleen de handel was ontevreden, overal, zelfs in de eigenlijke landbouwkrin- gen, nam het verzet tegen de maatregelen en de controle daarop toe. De enorme hoe veelheden papieren maatregelen, die steeds grooter werden, werden voor een gewoon mensch volkomen onbegrijpelijk en alge meen werd het verlangen om geleidelijke afschaffing der maatregelen te verkrijgen of als dat niet mogelijk was, in ieder geval een sterk vereenvoudigd systeem, waarvan de uitvoering weer in handen van de organisa ties kon worden gelegd. Het is bekend dat, teneinde de mogelijk heid hiervan te onderzoeken, werd ingesteld de Commissie-van Loon. Tegen de samen stelling van deze commissie hebben handel en industrie geprotesteerd en terecht, want ook hierbij werden de belangen van de handel eenvoudig genegeerd en werden geen vertegenwoordigers van handel en industrie daarin opgenomen. Dat zich dat thans wreekt, blijkt vooral uit het voorontwerp Landbouwordeningswet 1937, waaruit blijkt dat opnieuw de belangen van de handel vol komen ondergeschikt worden gemaakt aan die van den landbouw. (Slot volgt). PROPAGANDA-AVOND VOOR DRANKBESTRIJDING. Tooneelspel. Het Alkmaarsch Drankweer-Comité, dat zich verheugen mag in de samenwerking van acht organisaties, die alle, zij het op verschillende wijze, streven naar een drankvrije samenleving, heeft gisteravond in 't Gulden Vlies een welgeslaagden pro- paganda-avond gegeven voor dat ideëele doel. Het was een tooneelavond, waartoe krachten uit elk der samenwerkende ver- eenigingen waren gezocht, die op deze wijze toonden, dat verschil van maat schappelijk inzicht geen beletsel behoeft te zijn voor het samen najagen van een zelfde doel. De tweede voorzitter van het A.D.C., de heer N. de Waard, sprak een kort wel komstwoord tot de vrij talrijk opgekome- nen, waarin hij o.m. wees op de komende Blauwe Week, en daarna werd opgevoerd Pinksterbloem, tooneelspel in drie bedrijven, door J. Haarsma Jr. De schrijver geeft hierin een stuk le venstragiek van een landarbeidersdochter, die in „de stad" gaat dienen en door den zoon van haar patroon verleid wordt. Haar vader weigert toestemming te geven tot haar huwelijk met den slampamper Daniël Warringa, maar als hij hoort dat het gaat om de eer van zijn kind, geeft hij toe. Het huwelijk wordt een volkomen mislukking: Daniël blijft een fuifnummer en weigert zijn best te doen om de zaak van zijn vader op gang te houden, met het gevolg dat de schulden zich opstapelen, waarvoor zijn onverstandige moeder de schuld schuift op de vrouw van eenvou dige afkomst. En de oude Warringa doet alsof hij niets merkt hij houdt nogal van zijn borrel! Op Anna's eersten ver jaardag na haar huwelijk, als haar vader en pleegbroer Jan voor het eerst haar komen opzoeken, vertrekt Daniël voor goed: hij gaat naar de vroegere winkel juffrouw. Een scheiding van het huwelijk tusschen Daniël en Anna volgt; de jonge vrouw drijft nog een paar jaar een win keltje, om in haar onderhoud en dat van haar kind te voorzien, maar wordt dan, als het kind gestorven en zij zenuwziek is, door haar ouders weer thuis gehaald. Zware zorgen financiëele niet te verge ten breken aan, maar met den steun van Jan gelukt het om Anna, de Pinkster bloem (aldus genoemd omdat zij op Pink steren geboren was) weer op te kweeken. Ofschoon uiterst dankbaar en hoewel zij graag altijd thuis zou blijven, meent zij dan weer voor zichzelf te moeten zorgen. Maar als zij op het punt staat om een be trekking als huishoudster te aanvaarden, verneemt zij van Jan hoe gaarne hij haar bij zich zou houden, hoe hij haar heur misstap reeds lang vergaf en hoe hij hoopt dat 'n jarenlang gekoesterde wensch vervuld zal wordenEn zij, zij ervaart in haar hart dat zij ook reeds sinds haar kinderjaren van haar pleegbroeder hield en dat haar liefde voor Daniël eigenlijk niet anders was geweest dan een zoeken van eigen ijdelheid. En dan gaat de trein weg zonder Anna, die thuis blijft, tot groote vreugde ook van haar ouders. Wij begrijpen, dat dilettanten zigh gaarne werpen op een stuk als dit, omdat het naast de moeilijkheden van het aan voelen van geheel uiteenloopende karak ter-eigenschappen ruime gelegenheid biedt voor fantasie bij 't uitbeelden van de verschillende in het stuk spelende typen. Van het laatste is een dankbaar gebruik gemaakt door de spelers van gisteravond en de moeilijkheden hebben zij althans voor een groot deel behoorlijk omzeild. Het is vooral de heer W. Hoek Gz. ge weest, die van zijn rol van den ouden Dijkstra (Anna's vader) iets moois maakte. Als zijn vrouw was mevr. G. de Waard Kröger bijzonder goed, terwijl mevr. G. LicherKröger een zeer juiste opvatting van de rol van Anna had. Het soms wel wat theatrale in haar dialogen willen we haar gaarne vergeven, de oorzaak ervan ligt voor een deel in den tekst, als die een uitvoerig pleidooi voor geheelonthou ding levert. Vader en zoon en moeder Warringa, resp. gespeeld door de heeren P. Koreman, S. de Vries en mevr. PoestkokeKaste- man, kwamen uit den aard der zaak min der op den voorgrond, maar mochten ge zien worden. De heer F. Scheppers, die de rol van Jan uitbeeldde, voldeed ons matig hij was als minnaar, die zich schikt in zijn nederlaag, zeer voldoende, maar later, toen zijn hartewensch eindelijk vervuld zou worden, hadden we gaarne wat meer vuur in zijn optreden gezien. Mej. Poestkoke was in haar kleine rol van vriendin van Anna heel goed. Allen kregen herhaaldelijk een dank baar applaus. Na de pauze werd nog een klucht gege ven in één bedrijf, „Een huis met com mensaals", waarin het wemelt van jonge mannen en vrouwen, die samen zorgen voor tal van verwikkelingen en vergissin gen, waardoor dolle situaties ontstaan. Het negental spelers en speelsters voldeed ook in dit stuk goed, zij deden dikwijls een lach daveren en oogstten aan het slot veel applaus. Ten slotte werd nog een verloting ge houden. waarvoor in de pauze loten waren verkocht. Het Alkmaarsch Drankweer-Comité kan over den propaganda-avond zeer vol- daan zijn. GetHeentecadeH SCHERMERHORN Donderdag vergaderde de raad dezer gemeente in voltallige zitting. Van eenige inwoners was een verzoek in gekomen om steun voor hun gezinnen, hetzij een uitkeering ineens of een wekelijksche uitkeering. Besloten werd dit in comité te behandelen. Wijziging raadsbesluit geldleening groven tuinbouw. Ged. Staten berichtten hierom trent, dat de rente van de .betreffende geld leening wordt verlaagd van 4 y3 op 4 Dit werd algemeen goedgevonden. Tot wijziging der gemeentebegrooting dienst 1936 werd z.h.s besloten. Zij is groot 2140,56 in ontvangsten en uitgaven. Een zelfde besluit werd ingenomen in verband met de daarmede verband houdende begroo ting van het G.E.B. Af- en overschrijvingen dienst 1936 tot een bedrag groot f 438,71. Weth. Plugboer zeide deze af- en over schrijvingen niet te kunnen goedkeuren. De voorzitter heeft den post secretariebehoeften met 90 overschreden en zich daarbij niet gehouden aan de voorschriften bij over schrijding daarvan direct kennis te geven. Na bespreking, waarbij ook de overige raads leden hunne afkeuring hierover te kennen gaven, werd de af- en overschrijvingen goed gekeurd met aanteekening dat de heer Plug boer zich daarmede niet kon vereenigen. Vastgesteld werd het kohier hondenbe lasting 1937. Uitkeering aan de 2 schoolbesturen, inge volge art. 101 der L.O.-wet 1920. Aan de Chr. school bedraagt deze uitkeering f 706, aan de R.K. school f 747. Dit werd z.h.s. goedgevonden. Beschikbaarstelling van 2 voor extra hulp aan werkloozen. Deze uitgave, welke het crisiscomité B betreft, kost de gemeente 58 en werd algemeen goedgevonden. Wijziging verordening ziektengeleden. De voorzitter deelde mede, dat het vervoer van ter ontsmetting aangeboden goederen moet geschieden naar Amsterdam en niet zooals eerder werd gedaan naar Alkmaar. Daartoe werd besloten. De voorzitter deelde mede, dat aan de schoolgeldverordening 2 klassen moeten worden toegevoegd, wat werd goedgevonden. De politieverordening werd aangevuld. Door verandering van diverse posten werd de gemeentebegrooting dienst 1937 gewijzigd. Niet goedgevonden werd de post jaar wedde ambtenaar van de Arbeidsbemidde ling te verlagen van f 325 op f 250. Alge meen was men van oordeel, dat deze amb tenaar niet kan worden verlaagd. Algemeen werd de wenschelijkheid uitge sproken, dat het B. A. de diensten kan in winnen bij den Armenraad te Alkmaar; tot aansluiting werd besloten. De heer P. Mantel vroeg van gemeente wege puin te willen verstrekken ten dienste van de woningbouwvereeniging. Goedgevonden werd dit te verstrekken, alsmede voor verbetering Van het pad bij de woningen aan den Oostertuin. Mede vroeg de heer Mantel naar het niet branden van het lichtpunt bij de Schermer- brug, waarin zal worden voorzien. De heer Oostwouder vroeg naar vermin dering van de uitkeering van het B. A. aan den heer K. Molenaar. De voorzitter zeide, dat deze zaak bij het B. A. thuis behoort. Ook vroeg de heer Oostwouder het bij plaatsen van een bord voor verkiezings reclame. De voorzitter achtte de ruimte hiervoor voldoende. De heer Brouwer zeide, dat aan het één richtingsverkeer op het Zuideinde niet de hand wordt gehouden en met het verkeer aldaar gevaren bestaan voor de schoolkin deren, waarom hij het plaatsen van een bord „School" daar noodig oordeelde. De voorzitter zeide, dat hü tegen plaat sing van een bord is, daar dit alleen een ver zoek inhoudt. Op het misbruik van het één richtingsverkeer zal hij de politie wijzen. De heer Brouwer vroeg ook een onafhan kelijk comité-lid te willen aanwijzen voor uitkeeringen Crisis-comité B. De voorzitter antwoordde, dat daaraan is voldaan. De heer Broersen zou den raad op de hoogte willen stellen van de vergadering, betreffen de het G.E.B. Dit zal in comité geschieden. Ook klaagde de heer Broersen over het vele venten in de gemeente, soms zonder vergunning van den burgemeester. De heer Barendregt klaagde over den slechten toegang tot de begraafplaats, waar van een opslagplaats de oorzaak is De voorzitter antwoordde, dat de voorpoort de officieele toegang is. Ook vroeg de heer Barendregt in de zomermaanden 's avonds te vergaderen, wat door den voorzitter werd toegezegd. De heer de Groot wees op de vernielingen aan de Ned. herv. kerk en het stukgooien van ruiten. Jaarlijks betaalt het kerkbestuur aan moedwillig stuk gegooide ruiten onge veer 25. Hij achtte het politietoezicht dan ook onvoldoende. De voorzitter zeide de Rijkspolitie hierop te zullen wijzen. 'fxoamciaal 'néeuuts EXAMENS SCHOENMAKERS EN SCHOENWINKELIERS. Bij de examens diploma a van de Na tionale Federatie voor de Vakopleiding van Schoenmakers en Schoenwinkeliers te 's-Gravenhage slaagden oa. de heeren Th. Peerelyoom te Hoorn, G. F. Smit te Nibbixwoud, A. C. Andriese te Alkmaar, W. Kroon te Purmerend, C. M. Blokdijk te Bovenkarspel. OUDKARSPEL De vierde onderwijskracht voor het Rijk. In de, op 16 Maart j.1. gehouden, raads vergadering deelde de voorzitter mede, dat B. en W., in het feit, dat het wettelijk mi nimum op alle 4 teldata in 1937 zeer ver moedelijk aanwezig zal zijn, aanleiding hebben gevonden nogmaals zich schrifte lijk tot den minister van onderwijs te wenden met het klemmend betoog de 4e onderwijskracht, in het groote belang van een goeden gang van het onderwijs, te mo gen handhaven voor rekening van het Rijk. De voorzitter deelde toen tevens mede, dat B. en W. van meening zijn. dat het bij zonder geval, vermeld in art. 56, 2e lid der lager onderwijswet 1920, op deze school van toepassing is, een meening, welke door den inspecteur van het lager onderwijs in de inspectie den Helder wordt gedeeld. Bij het gemeentebestuur is thans van den minister de mededeeling ontvangen, dat de minister heeft besloten de 4e onderwijs kracht over het jaar 1937, te rekenen van af 1 April, voor rekening van het Rijk te nemen. EGMOND BINNEN Aanbesteding gemeentewerk. Woensdag werd ten raadhuize aanbe steed het jaarlijksch onderhoud aan de ge meentegebouwen. Ingeschreven werd voor metselwerk door: G. Tervoort voor 55; Wittebrood en van Duin voor 21. Schilderwerk: F. de Goede 107; J. Hoogland 119; R. Beukers 105. Timmerwerk: Jac. Bak 239; J. Apel doorn 238; Jac. Schuit 232: Belleman en Olbers f 230: Jn. Schuit 225. Het werk werd aan de laagste inschrij vers gegund. TEXEL Het nieuwe vliegveld beproefd. In verband met het ingebruik nemen van het vliegveld „De Vlijt" op Texel van waar, zooals men weet, binnenkort een vaste vliegdienst zal worden ingesteld, zullen heden (Vrijdag) eenige zwaar belaste vlieg tuigen op het nieuwe vliegveld dalen, opdat men kan onderzoeken of de bodem, enz. aan de gestelde eischen voldoen. HEILOO Vergadering L.T.B. De L.T.B. begint wakker te worden. De tijd van „slapen" is voorbij. De veranderde tijden roepen de boeren en tuinders tot in tensief werken. Het propagandistisch woord had niet voor niets geklonken. Trots het ongunstig weer was de groote zaal van het Brunogebouw goed bezet toen de voorzitter, de heer J. Sengers, opende. Spr. verheugde zich over de groote opkomst, vooral van de jonge boe ren en tuinders. Hierna volgde de rede van pater J. Caron O.S.B. met het onderwerp: Inkuilen van gras en ander groenvoer. De spr. behandelde eerst de waarde van hooi, gras en groenvoe- der. Hoe beter bereid of gewonnen, hoe meer voedingswaarde. De intensieve bedrijven, getoetst aan die van Brabant en Limburg, vallen niet in het voordeel van de Noord- Hollandsche bedrijven uit. Men moet er naar streven om goed en goedkoop het be drijf te beoefenen. Een van die methodes is het gras en groenvoeder wat men over heeft, in te kuilen. Uitvoerig behandelde spreker het kuilen in silo's zooals men die o.a. m Egmond aantreft. Breedvoerig behandelde de spreker de groote waarde van ingekuild groen. Maar, zeide spr., doe het goed of doe het niet. Het kostenvraagstuk voor een silo valt mee. Voor een silo heeft men, 5 meter in doorsnee, slechts 18.50 aan materiaal noodig. De mallen (bekisting) kost een 300, doch men kan die gezamenlijk aanschaffen of huren. Het zou ons te ver voeren om al les weer te geven wat de spreker vertelde, doch die er meer van wil weten of voorlich ting wenscht, kan bij de priory te Egmond terecht. Rede van ir. A. Arts, met het onderwerp: Welken kant uit met de tuinderij. Ook deze spreker wees overheidssteun en crisisbemoeiing van de hand. Natuurlijk niet dadelijk, aldus spreker, doch zoo gauw mo gelijk is reorganisatie van bedrijven noodig. Spr. hoopte, dat men het hem niet ten kwa de zou duiden als hij beweerde, dat de Noordhollander, speciaal de Kennemer tuin der te duur uit is. Spr.'s wieg stond in Bra bant en daar gaat niets verloren en men werkt er veel goedkooper. Zoo mogelijk al les uit eigen bedrijf in het gezin gebruiken. Zoo weinig mogelijk grondstoffen en eiwit rijke stoffen koopen en rationalisatie der bedrijven. Spr. prefereerde gemengde bedrij ven en waar dit niet goed mogelijk is, niet de eenzijdige en enkele culturen. Noodig is proeven nemen, hoe men goedkooper kan werken. Aanbevolen werd het houden van een geit en varken. Zoowel voor proeven als het aanschaffen van dieren moet, zoo noodig, de afdeeling helpen. In den breede behandelde spr. de gewijzigde cultures. Hij beval aan het teelen van lucerne, roode en witte klaver en raygras. Ook voor genees krachtige kruiden vond spr., dat men proe ven moest nemen. Voor aardbeien zal noodig zijn selecteeren en de ziekte bij den aanvang bestrijden. Voor het nemen van proeven moet men tijd en moeite voor over hebben. Doch het zal noodig zijn, dat we ons voorbe reiden op nieuwe culturen. Dat is zonder twijfel een gebiedende eisch en laten we zor gen dat we klaar zijn. Het is niet de eerste en laatste crisis, doch laten we ons wape nen, nu het dringend geboden is. Voor alles: werk goedkooper en aanpas sen bij de gewijzigde omstandigheden aan. Na de rede van beide sprekers was er een drukke gedachtenwisseling. De boeren stel den belang in silo's, de tuinders in aard beien.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 9