as
tV
is
XN»
Het groene oog van Baa-AI.
Ervaringen
Taxi-chauffeur.
^fchaakaddek
m
m
m
SI
m
i§
m
SI
m
S
18
JË
B
g
1§
A
m
X
SÜ
A
f§
Wi
lil
H
k
1
n
IK
A
A
1
ft
s?
K
7
SS
ft
m
s
s
i
w
1
i
A
A
H
i
IS
ft
H
A
IS
■li
l
jjj
li
Si
t
B
ff
9
Z
1
I
T>xmttuhiek
üHH
ui
SI
s
w
m
m
m
St
11
Raadselhoekje
Jhizzfauétiek
van een
vin.
Bonnetjes.
Hoeveel chauffeurs zullen er zijn, die
nog nooit een bekeuring gehad- hebben?
Het zullen er wel niet veel zijn!
Want om een bekeuring op te loopen
behoeft men nu juist niet een groot onge
luk te veroorzaken. De motorpolitie is
paraat en dat is maar goed ook. Je hoeft
op den weg niet veel bokkesprongen te
maken, want ze hebben je zoo te pakken.
Mijn eerste bekeuring kreeg ik in het
holst van den nacht ergens onder Scher-
penzeel. Ik had een vrachtje gehad naar
Arnhem en op den terugweg werd er
plotseling met een lantaarn gezwaaid. Ik
stop en er verschijnt een gemeenteveld
wachter.
„Weet u wel dat u hier niet harder mag
rijden dan dertig kilometer? U rijdt hier
in de bebouwde kom!"
„Zoo agent, ik heb anders nog geen
huis gezien!"
„Nee, die staan hier niet zoo veel, maar
u reed er minstens vijftig en dat is hier
verboden."
Ik word een beetje kriegel en zeg:
„Jonge, jonge, wat een snelheid hè, en
dat bij die drukte, gewoon onverantwoor
delijk!"
M'n zaak is meteen verloren!
„Ja, hoort u eens, onverantwoordelijk of
niet, ik moet mijn plicht doen. En daarmee
ttit!"
„Nu, gaat uw gang, maar maak het kort,
anders sta ik hier om drie uur nog".
- Juist als het „bonboekje" te voorschijn
komt begint het te regenen, en even later
plenst een wolkbreuk naar omlaag!
Hij loopt hard om mijn wagen heen,
(maar ik begrijp zijn bedoeling. Snel sluit
ik het portier van binnen af en hij kan
rukken en trekken, maar open gaat het
niet.
„Laat me even binnen zitten, anders
regent alles nat".
„Waar ziet u me eigenlijk voor aan?
Denkt u misschien dat ik zoo gek zal zijn
om u lekker droog een bonnetje voor mij
te laten schrijven? Als u uw plicht moet
doen, moet u het ook bij slecht weer
doen!"
Met moeite slikt hij nog juist een heel
leelijk woord in!
Dan komt hij maar weer aan den an
deren kant en in den stroomenden regen
begint hy dan aan het schrijven van mijn
bonnetje.
Ik moet mijn naam en adres opgeven en
m'n papieren laten zien.
„Laat u die papieren alstublieft niet zoo
nat regenen? Daarvoor zijn ze te duur!"
Andermaal zegt hij bijna een leelijk
woord!
Dan zegt hij plotseling:
„Noemt u dat menschelijk, om iemand,
die zijn plicht doet, daarin tegen te
werken?"
„Werk ik dan tegen? Ik ben u zelfs ter-
wille! Ik geef u direct mijn naam en adres
en ik heb niet eens geprobeerd om te ont
snappen!"
„Nee, maar u laat mij wel buiten in den
giet-regen staan, terwijl u zelf droog
blijft en ik de grootste mo.eite heb om den
boel droog te houden!"
Nu wordt het. mij toch al te bar!
„Man, het lijkt wel of ik nog blij moet
zijn op den koop toe, om een bekeuring te
krijgen in het holst van den nacht, op een
weg, waar geen kip loopt! Noemt u dat
dan menschelijk?"
„Plicht is plicht!"
„En daarmee uit!" vul ik aan. „U bent
verplicht om mij te bekeuren, maar ik
ben niet verplicht om u daarbij onderdak
te verschaffen!"
Hij is woest! Ik krijg het dpublicaat van
mijn bon en ik kan gaan. Maar dan wil ik
hem toch nog graag dat leelijke woord
laten zeggen, dat hij tweemaal heeft inge
slikt.
„Nu agent, ik zal maar aannemen dat u
er ook niets aan doen kan. Het is voor u
ook geen pretje. Als u misschien een sigaar
rooken wilt
„Alstublieft, meneer!"
dan heb ik er niets op tegen
hoor, agent, ga gerust je gang!"
Ik geef vol gas! Maar zóó snel kan ik
niet wegrijden, of ik hoor hem toch nog
net dat leelijke woord zeggen!
afkwam, doch het bleek dat dit ongeveer
een week daarna was gezeurd.
De ambtenaar vroeg 10 boete of 10
dagen hechtenis.
Uitspraak 3 boete of 2 dagen hechtenis.
Brand met onaangename gevolgen.
De pluimveehandelaar JP. V. uit Heerhu-
gowaard had tijdens een brarid zijn num-
merbewijs in de vlammen zien opgaan en
deswege een duplicaat moeten aanvragen.
Het duurde evenwel nogal een tijdje voor
dit kwam en V. was desondanks toch ge
noodzaakt geweest er met zijn auto op uit
te gaan. Natuurlijk was hij, zooals in der
gelijke gevallen schijnt te moeten gebeuren,
aangehouden voor controle en een proces
verbaal was het gevolg.
De omstandigheden waren nogal in het
voordeel van verdachte, die tot 2 boete
of 1 dag hechtenis werd veroordeeld.
Het tragisch ongeval bij de
legermanoeuvres in Brabant.
In September van het vorig jaar heeft,
naar men zich zal herinneren, tijdens de
legermanoeuvres bij Roosendaal zich een
tragisch ongeval voorgedaan, dat aan den
soldaat Berkenbosch het leven heeft ge
kost.
De 22-jarige wachtmeester W. F. o.
deed dienst bij een geladen 6 c.M. veld
kanon. Eenige vrienden waren langs ge
komen en hadden hem schertsender wijze
gevraagd het kanos af t« schieten.
Het slachtoffer B. was zelfs voor het
kanon gaan staan en had gezegd: „Die
losse flodders kunnen mij toch niets
doen."
Wachtmeester B. had daarop gezegd:
„Pas maar op, anders schiet ik", waarna
hij aan het aftrektouw had getrokken. Hij
dacht dit zonder gevaar te kunnen, doen,
daar de pal op „veilig" stond. Hoe groot
was echter zijn schrik en die van de om
standers, toen het kanon inderdaad afging
en de houten kogel Berkenbosch met ge
weldige kracht in het onderlichaam drong.
Zwaar gewond viel deze neer en over
leed eenige oogeniblikken later.
Wegens dood door schuld was wacht
meester B. door den krijgsraad veroor
deeld tot een hechtenisstraf van een
maand.
Beklaagde was in hooger beroep ge
komen', omdat hij de straf te zwaar vond.
De president van het Hoog Militair Ge
rechtshof, mr. Jellinghaus, wees er echter
op, dat de heele geschiedenis een aaneen
schakeling van ongeoorloofde handelingen
was geweest.
Beklaagde moest bij het kanon de wacht
houden en moest opletten, dat er geen
personen voor het kanon langs zouden loo
pen. Dit heeft hij in de allereerste plaats
verzaakt.
Bovendien zat hij op het affuit, waar hij
ook niet hoorde, en maakte grapjes met
de voorbijgangers.
En hoewel hij zooals hij zelf gezegd
heeft onvoldoende op de hoogte was
met de bediening van het geschut, heeft hij
juist op het moment, dat er iemand vóór
stond, aan het aftrektouw getrokken. Spr.
noemde dit een schandelijke onbedacht
zaamheid, waarvan de tragische gevolgen
niet achterwege zijn gebleven.
De advocaat-fiscaal mr. L. B. J. Ver
meulen wees in zijn requisitoir allereerst
op het gevaar van het spelenderwijs be
dreigen met vuurwapenen. Men heeft dit
bedreigen op zich zelf wel eens strafbaar
willen stellen, gezien de ernstige gevolgen
die dikwijls hieruit voortkomen.
Ook in dit geval had de grove onvoor
zichtigheid van beklaagde iemand het
leven gekost.
Spr. vroeg bevestiging van het vonnis
van den krijgsraad.
De verdediger mr. J. W. V. Doornbos
achtte het in de eerste plaats onverant
woordelijk, dat men iemand, die geheel
onkundig is van de bediening van een
kanon, hierbij de wacht liet houden, waar
door al een zekere gevaarsfactor ontstaan
was.
Voorts concludeerde spr. in een uitvoe
rig pleidooi met aanhaling van zeer veel
literatuur en jurisprudentie op formeele
gronden tot vrijspraak.
Tenslotte wees pleiter nog op de om
standigheid, dat beklaagde tevoren twee
maal aan het aftrektouw getrokken had,
zonder dat er iets gebeurd was.
Een deskundige van de Hembrug had nup
verklaard, dat, zonder iets aan den stand
van den veiligheidspal te veranderen, het
soms mogelijk was het kanon af te schie
ten.
Dit was een éigenschap van het mate
riaal, waarvoor beklaagde niet verant
woordelijk kon worden gesteld.
Zoo het hof niet tot vrijspraak mocht
concludeeren. vroeg oleiter een clemente,
voorwaardelijke straf.
Redacteur: J. H. GOUD,
Van Brakelstraat 25, Utrecht.
PROBLEEM No. 16.
H. W. CORNELIS te Doorn.
(Eerste publicatie).
Zwart (3)
A
5\
A
•i
n
Si
s
s>
ab cdeigh
Wit (5)
VIERZET.
PROBLEEM No. 17.
H. W. CORNELIS te Doorn.
(Wereldkroniek 1900)
Zwart (3)
WM
"s
ab cdeigh
Wit (4).
Vierzet.
Opl. van probl. no. 13.
W. Henneberger (vierzet).
1. Ph4g2 Re8h5
2. Pg2—el g7g6
3. Pe7c2f d3Xc2
4. Pd2b3f
In verband met de omstandigheid, dat
zwart in twee zetten n.1. 1Re8h5,
resp. 2g7g6 een patstelling kan
bereiken, gaat 1. Kf2—g2 2. Kg2Xh2, 3.
Ph4g2, 4. Pd2b3f niet op.
Dit probleem schijnt een nevenoplos
sing te hebben n.1. 1. Ph4f3, g4Xf3,
2. g3—g4 etc.
Opl. van probleem no. 14. A. Mari
(tweezet) 1. Kc8b7.
FRANSCHE PARTIJ.
Wit: Zwart:
P. Keres Alexandrescu
1. e2e4 e7—e6
2. d2d4 d'7—d5
3. e4e5
Een tweesnijdend zwaard. Zwart kan
met c7c5 goede tegenkansen scheppen.
3c7c5
4. d4Xc5! Pb 8c6
5. Pgl—f3 Pb8c6
6. Rfl—d3 Pg8e7
7. Rel—f4!
Wit heeft een zijner centrumpionnen
geruild om snel tot ontwikkeling te
komen. Met zijn zevenden zet verleidt hij
als 't ware zijn tegenstander tot Dd8b6,
waarna de pionnen b2 en f2 instaan.
7Dd8b6
8. 0—0 Db6Xb2?
9. Pbld'2
Wit heeft zijn doel volkomen bereikt.
Hij is wel. is waar een pion achter, doch
hij heeft een flinken voorsprong in ont
wikkeling.
9Db2—b6
10. c2—c4 h7h6
11. Ddl—cl Pc6b4
12. Rd3—c2 Rc8d7
13. a2a3 Pb4—a6
Beter was 13Pb4Xc2
14. Tal—bl Db6c6
15. Rf4g3 Pe7—f5
Zwart slaat er zich nog aardig door
heen. Alleen wordt het meer dan tijd voor
hem ook eens aan de rochade te denken.
16. c4Xd5 e6Xd5
17. e5e6!
Stand na 17. e5e6
I-s
ss
-1
a bcdelgh
Fraai gespeeld. 17Dc6Xe6 gaat
niet wegens Tflcl.
17f7Xe6
De voorkeur verdiende o.i. Rd7Xe6.
18. PfJ—e5 Pf5Xg3
19. h2Xg3
19. Pe5Xc6 ging natuurlijk niet wegens
19. Pg3e2f resp. 20Pe2Xcl.
19Dc6—c7
20. Pe5Xd7 Ke8Xd7?
Beter was nog Dc7Xd7.
21. Del—b2!
Bedreigt zoowel b7 als g7; zwart is ver
loren.
21Rc5—b6?
Beter was 1718g8.
22. Db2Xg7f Kd7—d6
23. Pd2e4f
Nu volgt op Kd6c6 mat door Rc2
a4f.
23d5Xe4
24. Tfl—dit
Opgegeven,' want er volgt mat in twee
zetten.
Onderstaande partij, werd onlangs in
Berlijn gespeeld.
ALBINS TEGENGAMBIET.
Wit: Zwart:
,T. Hubéner K. Helling
1. d2—d4 d7—d5
2. c2c4 e7e5
3. d4Xe5 d5—d4
Deze zet- verhindert de ontwikkeling van
Pbl naar c3. Het is een sta. in den weg,
die zoo spoedig mogelijk onschadelijk ge
maakt moet worden. 1
Als wit echter alle aandacht'wijdt aan
het behoud van den gambiet-pion en
deze gaat verdedigen, loopt het vast mis.
Zoo ook in deze partij.
4. Rel—f4 Pb8c6
5. Pgl—f3 Pg8e7
6. a2a3
Wi tschijnt bevreesd te zijn voor 6
Rc8f5, resp. 7Pc6b4, en ook
voor 6Pe7g6, resp. 7Rf8
b4f.
Wellicht was hier 6. g2g3 nog de
minst slechte zet.
6Pe7—g6
7. Rf4g5 f7—f6!
8. e5Xf6 g7Xf6
Op deze wijze krijgt Zwart open lijnen,
een voordeel dat wel tegen een pion
opweegt.
9. Rg5—cl?
Wij hadden deze raadsheer liever op
d2 gezien.
9Rc8g4
Indien wij nu de balans opmaken, zien
wij dat Zwart drie officieren ontwikkeld
heeft en Wit pas eentje.
10. Ddl—d3?
Beter was h2h3 waarna Zwart voor
de keuze was gesteld op f3 af te ruilen,
dan wel naar f5 of e6 te retireeren.
10Dd8d7
11. e2—e4 0—0—0
Nu staat Zwart in een woord schitte
rend.
12. Rfl—e2 Pg6e5!
Het begin van het einde. Wit komt niet
eens meer tot de rochade.
Stand na 12Pg6e5.
a b c d
13. Pf3Xe5
14. Dd3—dl
b
Pc6Xe5
Rg4Xe2
15. DdlXe2 Th8g8
Verhindert de korte rochade, want
hierop zou 16Dd7h3 volgen; 17.
g2—g3 d4d3, 18. De2—dl Pe5—g4 en
ondekbaar mat op h7.
16. f2—f3 d4—d3!
17. De 2fl
Op 17. Df2 zou volgen 17Rf8c5!
18. Df2Xc5 d3—d2f etc.
17d3d2f
18. RclXd2 Pe5—d3t
19. Kei—e2 Pd3—f4f
Schitterend gespeeld.
20. Rd2Xf4 Dd7—d3f
21. Ke2—el Dd3—dlf
22. Kei—f2 Rf8—c5f
23. Rf4—e3 Ddl—c2f
24. Kf2—el Td8—dlf
Een door Zwart mooi doorgevoerde aan
val. Op 24. Dfle2 was gevolgd 24.
Tg8Xg2f-
Aan de Dammers!
In onze vorige rubriek gaven wij ter
oplossing probleem 1483.
Stand.
Zw. 12 sch. op: 8, 10, 11, 12, 14/18, 24,
36, 35.
W. 11 sch. op: 23, 26, 27, 31, 32, 33, 37,
38, 40, 44, 50.
Oplossing.
i.
32—28
1.
18 29
2.
28—23
2.
29 18
3.
4439
3.
35 :44
4.
26—21
4.
17 :26
5.
37—32
5.
26 28
6.
33 2
6.
44 :42
7.
27—21
7.
16 :27
8.
2:3
Combinaties.
In deni volgenden stand
Zw. 10 sch. op: 12, 13, 14, 17, 19, 20, 22,
23, 28, 32.
W. 10 sch. op: 21, 30, 34, 36, 40, 41, 43,
46, 48, 49.
wint wit door:
1. 40—35 1. 17 26
2. 34—29 2. 23 25
3. 36—31 3. 26 37
4. 35—30 4. 25 34
5. 43—39 5. 34 43
6. 49 9 6. 14: 3
7. 41 25
In den tweeden stand:
"SS
I-S;
m
Mm.
9
'vÉ5
iif
WM
mm
III
Ui
'mm
IIP
mm
HÜ
5
Éi!
flü
3
Mm
Zw. 10 sch. op: 3, 8, 9, 11, 17, 21, 25,
26, 27, 36.
W. 9 sch. op: 18, 19, 28, 29, 32, 33, 38,
41, 42.
wint wit door:
1. 42—37 1. 36 47
2. 19—14 2. 9 20
3. 28—22 3. 17 39
4. 18—13 4. 47 24
5. 13 2 5. 27 38
6. 2:2
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 1484 van J. Denitroux (Fr.)"
Zw. 10 sch. op: 1, 7, 8, 9, 10, 11, 17, 19,
7 37
27, 37.
W. 10 sch. op: 25, 29, 30, 34, 38, 39, 40,
43, 46, 48.
In onze volgende rubriek geven wij de
oplossing.
1. Verborgen plaatsnamen.
Hoe gaat het Anna? Ze is toch niefi
ziek?
Jan, haal de hengel op!
2. Mijn eerste deel is een zeer nuttig
huisdier, mijn tweede deel koopt
men bij de bakker; mijn geheel is
de naam van een vogel.
3. Een boom en een steen worden beide
met dezelfde letters geschreven,
welke boom en welke steen worden
bedoeld?
4. Wanneer koopt men een koe voor een
rijksdaalder?
Onze Eerste April-Opgave.
Een lettergreep-puzzle.
De 20 door ons bedoelde woorden' waren,:
1. diopter
2. introductie
3. elaïne
4. zeildoek
5. Israël
6. cicero
7. hagedis
8. dispensatie
9. obligatie
10. Orleans
11. dadelijk
12. wijziging
13. evenbeeld
14. ruïne
15. Klinge
16. tafereel
17. Walhalla
18. O verveen
19. reïteratie
20. definitie
Zooals men ziet geven de eerste en
vijfde verticale rij het minder bekende
spreekwoord: „Die zich dood werkt, wordt
onder de galg begiaven."
Een zeer groot aantal correcte oplos
singen kwam ditmaal binnen.
Standder lijst per 1 April.
Tot de hoogstgeplaatsten per 1 April
behoorden: J. Joustra 116 p.; P. Meijer
111 p., Mevr. v. d. PolMasee 106 p., H.
Schiphorst 96 p., J. F. de Waal 94 p., Th.
Bos 88 p., R. Smids 84 p., P. Groewwoudt
82 p., Mej. A. v. Nienes 80 p., J. L. J. v.
Oeveren 72 p„ Mej. M. Siezen 61 p., W.
Keijsper 58 p., Mej. L. v. Ossenbruggen
54 p., C. Kostelijk en C. W. Smit 50 p. en
verder een groot aantal met minder, maar
steeds toenemend aantal punten.
Onze Nieuwe Opgave. (No. 2 der April-
serie).
Welk van de twee?
Hieronder vindt men- twee getallen van
een tamelijk groot aantal cijfers. Nu is de
vrag: Welk van deze twee getallen is een
kwadraatgetal: (Een kwadraatgetal is
een getal dat ontstaan is door twee gelijke
getallen met elkaar te vermenigvuldigen).
Getal A.: 487638912746276
Getal B.: 847151026366021776
En van welk getal is het gekozen getal
dan het kwadraat?
Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig
mogelijk doch uiterlijk tot Vrijdag 16
"April 12 uur aan den Puzzle-Redacteur
van de Alkmaarsche Courant.
229. Eerst werd dokter Bergman op een
muilezel gezet en weggevoerd. Daarna
haalden de soldaten nog een paar muil
ezels voor Hassan en Jet, die in dezelfde
richting weggebracht werden. Het was
een moeilijke tocht, want het valt niet
mee om met gebonden armen op een
muilezel te zitten.
230. Het zogenaamde hoofdkwartier
was niet veel bijzonders. Er stonden een
paar hutten meer dan bij de kustwacht,
maar daar was dan ook alles mee gezegd.
Een van de houten huizen werd als ge
vangenis gebruikt. De gevangenen wer
den losgemaakt en er binnen gevoerd.