FLITSEN VAN HET WITTE DOEK. STORM OP DE MISSISIPPI! EEN FILM-TECHNISCH VRAAGSTUK DE LAATSTE NACHT" Miniatuur-filmpjes. Zl oooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo <kxx><x>o<xx><x>o<x><><x><><xxx><><><><xxx>oo<xxx>o<><x>oo<x> ONGELOOFLIJKE TRUCS. Wanneer wij een bijzonder schouw spel zien, waarmee de heeren film fabrikanten ons verrassen, wanneer zij ons verbazen door de miraculeuse prestaties, welke zij voor onze oogen weten op te roepen, wanneer zij ons beelden voortooveren, die ons ver bluffen, grijpen wij altijd naar een klassieken graadmeter, naar de ver tooning van het eerste „wonder", dat de cinematografie ons indertijd voor oogen heeft gesteld, dan verwijzen wij naar en herinneren wü aan den door tocht van de Joden door de Roode zee. Immers: lange jaren geleden heeft Cecil B. de Mille de voor die tijden geweldige film „De Tien Geboden" gemaakt en daarin kwam die scène voor tot elks ver bijstering. Men zag zoowaar, hoe de wilde wateren vaneen weken en plaats maakten voor duizenden en men zag vervolgens, hoe de heirscharen van den Pharao door de weer toestroomende golven werden verzwolgen. Deze ongetwijfeld geweldige scène heeft diepen indruk gemaakt op de toeschouwers en wordt nog steeds aange haald, om er andere imposante filmtafe- reelen aan af te meten. Natuurlijk: sindsdien heeft de film industrie waarlijk niet stil gezeten en ons de eene sensatie na de andere voorgezet. De zeldzaamste tafereelen zijn over het witte doek en in woord over deze weke- lijksche pagina geflitst en vaak genoeg hebben wij met open monden zitten kijken en hebben wij ons afgevraagd: „Hoe ter wereld hebben zij dat eigenlijk klaarge speeld?" Maar dan kwam telkens weer dat vroegere tooneel van die Roode Zee in onze gedachten terug en wij vroegen ons af: „Was dat nu nóg wonderlijker, of lijkt dat maar zoo? Welhet éérste beeld dat ons ver bluft, heeft uiteraard de oudste rechten. Het hecht zich het stevigst in onze herin nering, maar ook overigens was die pres tatie van Cecil B. de Mille een werkstuk van den eersten rang. Maar als we beden ken, hoe het tot stand kwam, hoe heel die „Roode Zee" maar van uiterst beperkten omvang was en haar effect dankte aan het raffinement, waarmee zij tot geloofwaar digheid was uitgewerkt, dan moet erkend worden, dat de fimtechniek sinds dien staaltjes van haar kunnen heeft; ge leverd, 'welke van véél grooteren omvang warén en oneindig moeilijker dari dien op zichzelf toch werkelijk bewonde- renswaardigen doortocht. Kent U de Mississippi? Voor de 20th Century-Fox Film „De Parel van de Mississippi" („Banjo on my Knee"), welke binnen niet al te langen tijd in Nederland zal worden vertoond, heeft Hollywood en in het bijzonder de productieleider Darryl F. Zanuck zijn ver nuft weer eens extra moeten inspannen en een fortuin op tafel moeten leggen, om het scenario uit te voeren, zooals het allemaal was voorgeschreven. Deze film speelt vrij wel geheel en al op de Mississippi, de grootste rivier van Noord-Amerika en een der grootste van de geheele wereld. Dit bracht op zichzelf geen moeilijkheden mee, wijl men natuurlijk naar dezen stroom kon gaan en er filmen naar harte lust. Maartevens was voorgeschre ven: een storm op deze rivier en dien kan men natuurlijk niet naar willekeur bestellen, terwijl men evenmin kan gaan zitten wachten, tot het eindelijk eens ste- V» stormen wil. Wij, die als groote rivieren in het algemeen geen andere kennen, dan den Rijn, of de Donau, kunnen ons bezwaarlijk een denkbeeld vormen van de Mississippi, die met de Wolga en de Amazone tot de grootste rivie- I ren ter aarde behoort. Men bedenke bijv. dat op tal van plaatsen het onmogelijk is, om met het bloote oog de overzijde van het water te aan schouwen en een storm op de Mis sissippi staat in geweld en hevigheid volkomen gelijk aan een storm op zee. Zulk een storm kunstmatig weer te geven, is waarlijk geen kleinigheid. Voor al, wanneer dan verder voorgeschreven is, dat in dien orkaan een groote woonschuit (plaats biedend aan tal van gezinnen) hulpeloos moet worden meegesleurd. De Hollywoodsche ingenieurs, die voor dit vraagstuk werden gesteld en die wer kelijk toch wel talrijke zware karweitjes hadden opgeknapt en tot een goed einde gebracht, wreven zich ditmaal bedacht zaam de kin en krabden zich nadenkend achter het oor. Op stuk van zaken konden dié scenarioschrijvers wel zoovéél op pa pier schrijven! Met pen en inkt is ieder wcnder te volbrengen, maar de verwezen lijking van zulk een opgave dat was nogeens iets anders! En deze heeren van de praktijk vroegen zich af, of hun last gever de Mississippi wel kénde, of hij eigenlijk zelf wel wist, wat hij van ande re. i vergen ging De wilde en wijde watereh. Aan de voorbereiding van deze beelden van storm en eindelooze watermassa's is zeven weken onafgebroken gewerkt, het geen gegeven de buitensporige moei lijkheden buitengewoon kort mag hee- ten. Er werd in Hollywood een kanaal gegraven, meer dan een kilometer lang en vierhonderd meter breed. Dit werd geheel met water gevuld en dat was dan de Mis sissippi (althans voor deze eenige storm - scène, want alle overige beelden van de rivier waren authentiek). Vervolgens werden reusachtige tanks van alle zijden aangebracht die tezamen nogeens een buitensporig groote watermassa inhielden. Deze bassins mondden onder het waterop pervlak van het gegraven kanaal uit en zij waren zóó gemaakt, dat zoodra zij hun ir' oud zouden moeten loozen, door middel van electriciteit druk werd gezet op dit proces. Hiervoor werd zóóveel kracht ver- eischt, dat de electrische installatie van de gezamelijke studio's niet toereikend was en er dus nog bovendien electrische energie van elders aan moest worden toe gevoegd. Dit is een hooge zeldzaamheid, want de capaciteit, waarover de studio's tezamen beschikken is al zóó formidabel, dat men er vrijwel alles mee bereiken kan. Alvorens met de opnamen van dezen kunstmatigen storm te beginnen werd tweemaal geoefend met het loozen van deze onder hoogen druk gestelde tanks en de technici schrikten zélf van het enorme geweld, dat op deze wijze ontketend werd. Zij stelden dan ook onverwijld voor om den druk te verminderen en den „storm" iets minder hevig te doen zijn. Maar de productieleiding wilde daar niet van weten. De bassins moesten wederom vol gepompt worden en men ging het erop wagen. De woonschuit werd nog eens extra versterkt, opdat zij door het geweld der golven niet uit elkaar geslagen zou worden, men hield motorsloepen gereed, met alle hulpmiddelen om redding aan drenkelingen te kunnen bieden en trof nog een gansche reeks van andere veiligheids maatregelen. De opnamen zijn dan ook zonder één noemenswaardig ongeval. Maar één ding is typeerend voor deze onalledaagsche opname: groote hoe veelheden olie waren bijeengebracht om over deze golven te kunnen uitstorten, wanneer het te hoog zou zijn geloopen en het kunstmatig opgeroepen geweld te machtig zou geworden zijn. Natuurlijk heeft deze opname een for tuin gekost en veel meer dan alle overige scènes bij elkander, maar... de film „De Parel van de Mississippi" is het waard! Zij biedt een schouwspel, waarbij men zich de oogen uitwrijft en meent, dat Holly wood wonderen kan doen. Nu, misschien is dat dan ook wel waar! 99 Na de succesfilms als „F.P. 1 antwoordt niet" en „Goud" heeft de bekende regis seur Karl Hartl opnieuw een groote film voor de Ufa vervaardigd, die onder den titel „De laatste Nacht" in ons land zal worden uitgebracht. Een onzer medewerkers was onlangs op de terreinen der Ufa in Neubabelsberg en heeft daar een gesprek met den regisseur gehad. Lachend vroeg hij: „Ja, wat wilt U nu van me weten? Ik werk en voel me er wel bij, dat ik weer werken kan. Tijdens de buitenopnamen voor „De laatste Nacht" ben ik namelijk ziek geworden en moest per vliegtuig naar Berlijn worden ge bracht om te worden geopereerd. Dat heeft veel vertraging met zich mee gebracht, maar nu is de film toch klaar. Uw landge- nooten in Holland zullen er spoedig ken nis van kunnen nemen. Hoe ik bij de film kwam? Ik ben in Weenen geboren en heb daar ook gestu deerd. Direct van de schoolbank dat was omstreeks 1917 ben ik bij de film gekomen. Ik vond dat zelf heel gewoon en vanzelfsprekend, en heb eigenlijk nooit aan een andere mogelijkheid gedacht. M'n vriend Ucicky had mij het voorbeeld ge geven. Ik heb veel te danken aan graaf Kolovrath, die toendertijd directeur van de Sascha Filmmaatschappij was. Hij heeft me het vak tot in finesses doen ken nen en ik heb overal bij de film ge-anti- chambreerd". Maar het zal wel niet alleen anti-cham- breeren geweest zijn, anders had Korda den jeugdigen Hartl niet zoo gauw als zijn van KARL HARTL Willy Birgel Karl Hartl assistent genomen. Daarna is hij weer teruggegaan naar de Sascha, om tenslotte tot een arbeidsgemeenschap met Ucicky te komen. Maar Hartl vertelt dat alles zoo nuchter mogelijk, of het de gewoonste zaak van de wereld geldt. Hij vindt het alles gewoon en vanzelfsprekend, met een bescheidenheid, die hen, die dit vak als een roeping en levensdoel beschouwen, eigen is. Hartl heeft de opkomst van de stomme film meegemaakt en vat z'n her inneringen aan dien tijd als volgt samen: „Vroeger in den tijd van de stomme film werd wel erg star, maar in wezen toch nauwkeuriger gespeeld dan tegenwoordig in de geluidsfilm. De -eigenlijke taak van den regisseur was, er zorg voor te dragen, dat de artisten niet alleen door het draai boek, maar ook gedurende de op namen daadwerkelijke steun als door de requisieten en anderszins -ondervon den. Want dan alleen was het hen moge lijk de draagwijdte van hun rollen yolko- men te begrijpen en door hun mimiek tot uitdrukking te brengen".- Hartl heeft voor een buitengewoon groot aantal films de draaiboeken geschreven, die daarna onder zijn persoonlijke leiding verfilmd zijn. „Ik heb van alles door elkaar gemaakt", zegt hij: „drama's, historische films, detec tivefilms en wat al niet meer. Het is niet goed. om je als regisseur op een bepaalde stof te specialiséeren. Het gevaar is groot, dat men er dan niet van af komt en dat men verleert, van het zoo veelzijdige in strument. dat film heet, alle registers te bespelen", aldus Karl Hartl. Ook voor zijn nieuwe film „De laatste Nacht", die in Polen speelt, heeft Hartl zelf het draaiboek geschreven. Over den hoofdrolvertolker Willy Birgel onzen lezers nu wel welbekëndzegt hij: ..In drukwekkend en overtuigend beeldt Bir gel het zielsconflict van den ritmeester Staniewski uit, de bezinning en den heldendood van dezen officier". Hartl beëindigt ons gesprek met de woorden: „Voor mij als regisseur is nog altijd het belangrijkste, de juiste bezetting voor de rollen te vinden en dan niet van het prin cipe af te stappen, de spelers te laten zoo als ze zijn. De goede regie is en blijft nog altijd die, welke men niet ziet of merkt". HOLLYWOOD SCHEPT EEN NIEUW BEROEP. De shop-in". Holywood heeft een nieuw beroep ge schapen. De wonderlijke droomstad stelt eischen aan haar bewoners, die het ont staan van nieuwe beroepen in de hand wer ken. Er is nu een variatie gekomen op de „stand-in". Zooals men weet, is dit een soort dubbelganger of -ster, die in de plaats van de ster voor de camera plaats neemt bij vervelende werkjes als het pro- beeren van de juiste belichting enz. De va riatie op dezen dubbelganger is nu de „shop-in", de inkooper, en men noemt de Paramount-actrice Irene Dunne als dege ne, die voor het eerst een shop-in in dienst had. Het is haar stand-in Katherine Stanley, die nauwkeurig haar maten en teint heeft en die dezelfde smaak heeft op het gebied van kleeding, schoenen en andere benoo- digdheden. Miss Dunne had het tijdens de opnamen van „High, wide and handsome", een film, die onder regie van Rouben Ma- moulian gemaakt werd, buitengewoon druk té druk om de toch zoo noodige inkoopen te doen. En in haar kleedkamer gaf zij een lange lijst op aan Katherine, die stadwaarts trok het nieuwe beroep was er! De Hollywoodsche winkeljuffrouwen we ten nu, dat, wanneer Madeleine Fields naar .«ets komt vragen, het eigenlijk Carole Lom bard is, die aan het koopen is; dat veel van hetgeen Mary Hittles aanschaft, voor Clau- dette Colbert is, dat Gail Patriks' benoo- digdheden door Jean Edwards gekocht wordenenz. De „shop-in" is een onmisbaar mensch geworden in Hollywood! Gary Cooper EZ ONZE BIOSCOPEN. VAN GOEDE GETUIGEN VOORZIEN. City-theater. Herbert Marshall en Jean Arthur zijn een paar uitmuntende filmartisten en in het al leraardigste hoofdnummer, dat deze week in het City-Theater draait, weet Marshall door zijn sober spel en Jean door haar in nemende verschijning aller sympathie te winnen. Jim Buchanan is de rijke directeur van een automobielfabriek. Maar rijke menschen vervelen zich wel eens of hebben zonder linge ideeën. Op zekeren dag ontmoet hij op een bank in het park een meisje, dat een be trekking zoekt. En als zij in de advertentie- rubriek een oproeping zien van een echt paar, dat als butler-keukenmeid, in dienst kan treden, gaat Jim op de grap in en sol liciteert met het meisje. Zij worden aange nomen bij een Italiaan (gespeeld door Leo Carillo), die echter niet zoo heel eerlijk blijkt te zijn en de moeilijke avonturen van het niet-getrouwde echtpaar neemt een aan vang. Tal van aardige, verrassende en komi sche situ&ties geven groote voldoening, maar het slot is natuurlijk, dat de bezoekers wer kelijk een echtpaar Marshall-Arthur mogen verwachten. Herbert Marshall, die reeds in tal van uit- eenloopende rollen bewees een kracht van beteekenis te zijn, speelt ook nu weer voor treffelijk, terwijl Jean Arthur het alleszins begrijpelijk maakte, dat haar meester voor haar aantrekkelijke eigenschappen niet on gevoelig bleef. Het voorprogramma bracht een tweetal mooie journaals: Fox Movietone en Profilti. Het laatste gaf o.m. aardige opnamen van de biljartwedstrijden te Groningen. Een zeer interessante opname van het eiland Ceylon mag zeker genoemd. Als eeirte nummer van het muzikale prentenboek kreeg men Louis Noiret te zien en te hooren in een tweetal nieuwe liedjes. Deze nieuwe serie van de Cinétone zal wel in den smaak val len. Tot slot van het voorprogramma een klucht in twee acten, waarin hardrijdende autobestuurders voor velé moeilijke en pijn lijke verrassingen kwamen te staan. Als geheel een vlot en prettig pro gramma. „DE REBELLEN VAN ELSENEUR". Roxy-theater. Voor de liefhebbers van sensatie is deze week in het Roxy-theatèr wel een bijzon dere film te zien. Immers „De rebellen van Elseneur" verhaalt van een moord in volle zee, met alle consequenties aan dien. Het begint zoo gemoedelijk, de journa list Pathurst scheept zich voor een repor tage-tocht in naar Australië. Alles lijkt goed en aardig te zijn, totdat de opperste stuurlieden Pike en Malaire ruzie krijgen om het feit, wie van hen tweeën den kapi tein West vermoord heeft. Het gaat hier om de macht, dat voelt men aan alles. En bedenk eens, welk een stukje copie in de zen moord voor den journalist gelegen is, temeer nog, omdat er dientengevolge een muiterij losbarst en de niet-zeeman (Pat hurst) zich voor de taak gesteld ziet het schip verder onder zijn beheer te nemen. Maar wie verliefd is, doet vreemde dingen, zegt men wel eens en de waarheid hiervan komt in deze film wel heel duide lijk tot uitdrukking. Want was Pathurst niet stapel verliefd op de dochter van wijlen den kapitein (en zü geeft hem behoorlijk draad!) nou, dan weten we nog niet of alles wel zoo op zijn pootjes terecht gekomen zou zijn, maar goed, nu komt alles wél in orde en dat vinden de toeschouwers, die ademloos hebben toegezien naar dit spel van list en intrige, best. Een film, die langen tyd aangenaam weet bezig te houden. Uit het gevarieerde voorprogramma noemen Wij speciaal de buitenlandsche re portage. „PYGMALION". Victoria-theater". Zoo is dan G. B. Shaw's kostelijke satire op de zoogenaamd voor den beteren stand voorgeschreven conventies door den Duitschen ï-egisseur Dr. Ludwig Berger ook in een Hollandsche versie voor ons verschenen en het moet reeds in dezen eersten zin volmondig bekend worden, het éclatante succes, waarmee deze „Pygma- lion" stormenderhand *de groote steden verovei'd heeft, zal zeker niet geremd worden in Alkmaai'. Integendeel, ook hier zal men in dichte drommen willen genie ten van het allesbeheerschende spel van een Lily v. d. Lugt MelsertBouwmeester (van wie men in vroeger jaren nog wel beweerde, dat zij niet fotogénique was!) als Elisa Doeluttel. Want zonder ook maar in het minst iets af te dingen op de pi'es- taties van de andere spelers, mag toch wel aangenomen worden, dat zonder de crea tie van Liesje Doeluttel de celluloidband nimmer een zoo groote populariteit zou hebben, als thans het geval is. Doch ook hier weer, het is de regisseur, die haar op dit plan gebracht heeft, die haar met schier eindeloos geduld gekneed heeft van sloebei'ig bloemenmeisje tot desnoods „Madame La Baronesse". Men kent het rijke vei-haal: Hoe de ge leerde Higgins (Jan de Meester Jr.) een weddenschap aangaat met zijn toevallig opgedoken vx-iend kolonel Pickering (Eduard Verkade). En hoe hij deze wed denschap glansrijk verliest, gelijk met zijn wetenschappelijk-vergroeide onbewogen heid van zijn hart, omdat zijn „experi ment" hem door haar- onzegbare lieftallig heid weet in te palmen tot zelfs een prof. Higgins zich gewonnen moet geven. Aan het eind van „Pygmalion" zien Liesje en Higgens elkaar even in de oogen, men blijft gelukkig gevrijwaard van de tradi- tioneele eindzoen, doch desalniettemin laat het werkelijke slot zich niet moeilijk raden. Shaw heeft zijn hart in dit stuk weer eens flink kunnen luchten en is in dit ge val, n.1. zijn hekelarij op de burgerlijke fatsoenlijkheden, die in waarheid nog niet in de schaduw kunnen staan bij de onver - valschte ontnuchterend-rake woorden van hen „van de straat" is hier in een serie vloeiende beelden keurig vertolkt, een film, waarin vaart en actie zit, die boeit van de eerste tot de laatste meter, een film, die Holland waardig is. Naast Lily Bouwmeester moeten verder nog genoemd worden Higgins (Jan de Meester Jr.) die ingetogen spel leverde, een bijpassend partner van Liesje. En dan niet te vergeten de amusante figuur van Liesje's vader (Matthieu v. Eijsden), evenals de raak-getypeerde mevr. Higgins (Emma Morel). Eenige kleine rollen waren bij Eduard Vex-kade, Wim Kan, Sara Heyblom, Nel Oosthout e. a. in vertrouwde handen. „Pygmalion" steekt zelfs met kop en schouders boven een „Merijntje" of „Op hoop van Zegen", grooter compliment hebben wij momenteel niet ter beschik king. Doch dat zal ook wel niet noodig zijn! DE CHARGE DER LICHTE BRIGADE. Theater Harmonie. Er zijn van die films waarin niet veel gesproken woi'dt, maar waarin: een actie zit, welke de toerchouwers den geheelen avond in spanning doet toekijken. Zoo'n film, jen meesterstuk van ï'egie, waarin duizenden figuranten optreden en waaraan een kapitaal voor uniformen, en ensceneering besteed, is „De charge der lichte brigade", de verfilming van een gedicht van Tennyson, die daarin be schrijft hoe in 1856 een Britsche brigade in de Krim bij den aanval van bijna on neembare stellingen den dood tegemoet trok en zeshondei-d officieren en man schappen op het slagveld heeft gelaten. De geschiedenis speelt zich hoofdzakelijk in Britsch-Indië af, waar de Emir van Soerastanië van het gouvernement de mededeeling krijgt, dat door de Engelsche regeering een aanzienlijk jaargeld wordt ingehouden. De Emir blijft tegenover de Britsche officieren de hoffelijkheid in persoon, maar intusschen zet hij de grens bewoners tegen het gouvernement op en wanneer het grootste deel van de troepen van het fort Choekoti manoeuvres houdt in hét nabijgelegen gebied van fort Loha- ra valt de Emir verraderlijk de overge- 1 bleven zwakke bezetting van Choekoti aan en er volgt een weergaloos gevecht waarin de Britten het onderspit delven. De Emir belooft het garnizoen met de vrouwen en kinderen een veiligen aftocht, maar- juist als allen zich in de booten zul len begeven laat hij de Arabieren verra derlijk het vuur openen en dan volgt er een bloedbad waarbij vrijwel allen ver moord worden. Dè Emir vlucht naar de Krim en voegt zich daar bij de aan Engeland vijandige Russische troepen. De 27ste lichte brigade die destijds op manoeuvre naar Lohai-a was en de gevolgen der moordpartij ge zien. heeft - wordt naar de Krim gediri geerd en als de-mannen popelen van on geduld om de troepen van den Emir aan te vallen, geeft het hoofdkwartier bevel om de brigade terug te trekken. Dit is kapitein Vickers (Errol Flynn) te machtig. Hij verandert .moedwillig het door hem overgebrachte bevel en laat de brigade attaqueeren. Dan volgt de charge des doods, die tot de latere verovering van Sebastopol leidt, maar welke de dappere brigade zeshondei'd dooden kost. Olivia de Hayilland speelt als Elsa, de dochter van den kolonel, een rol in een liefdesgeschiedenis, welke de verschillen de deelen van deze film met elkander verbindt. Hoofdzaak is evenwel het mach tige militaire spel, de charges van een duizendtal Britten en Arabieren, de rui tergevechten waarbij mannen en paarden bij tientallen tegelijk worden neergescho ten. Dit alles is zoo aangrijpend, zoo ge weldig, dat. men niet meer aan een ver tooning gelooft, maar den indruk krijgt, dat hier een werkelijke strijd op leven en dood verfilmd is. De aanschouwing van dit geweldige filmwerk zal men deze week niet mogen verzuimen^ Vooraf gaat veel buitenlandsch nieuws in beweegbaar geïllustreerden vorm, een komische, gekleurde screensong en een éénacter waarin voortreffelijke zang en dans gedemonstreerd worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 7