FLITSEN VAN HET WITTE DOEK.
STORM OP DE MISSISIPPI!
EEN FILM-TECHNISCH VRAAGSTUK
DE LAATSTE NACHT"
Miniatuur-filmpjes.
Zl
oooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo
<kxx><x>o<xx><x>o<x><><x><><xxx><><><><xxx>oo<xxx>o<><x>oo<x>
ONGELOOFLIJKE TRUCS.
Wanneer wij een bijzonder schouw
spel zien, waarmee de heeren film
fabrikanten ons verrassen, wanneer
zij ons verbazen door de miraculeuse
prestaties, welke zij voor onze oogen
weten op te roepen, wanneer zij ons
beelden voortooveren, die ons ver
bluffen, grijpen wij altijd naar een
klassieken graadmeter, naar de ver
tooning van het eerste „wonder", dat
de cinematografie ons indertijd voor
oogen heeft gesteld, dan verwijzen wij
naar en herinneren wü aan den door
tocht van de Joden door de Roode zee.
Immers: lange jaren geleden heeft Cecil
B. de Mille de voor die tijden geweldige
film „De Tien Geboden" gemaakt en
daarin kwam die scène voor tot elks ver
bijstering. Men zag zoowaar, hoe de wilde
wateren vaneen weken en plaats maakten
voor duizenden en men zag vervolgens,
hoe de heirscharen van den Pharao door
de weer toestroomende golven werden
verzwolgen. Deze ongetwijfeld geweldige
scène heeft diepen indruk gemaakt op de
toeschouwers en wordt nog steeds aange
haald, om er andere imposante filmtafe-
reelen aan af te meten.
Natuurlijk: sindsdien heeft de film
industrie waarlijk niet stil gezeten en ons
de eene sensatie na de andere voorgezet.
De zeldzaamste tafereelen zijn over het
witte doek en in woord over deze weke-
lijksche pagina geflitst en vaak genoeg
hebben wij met open monden zitten kijken
en hebben wij ons afgevraagd: „Hoe ter
wereld hebben zij dat eigenlijk klaarge
speeld?" Maar dan kwam telkens weer dat
vroegere tooneel van die Roode Zee in
onze gedachten terug en wij vroegen ons
af: „Was dat nu nóg wonderlijker, of lijkt
dat maar zoo?
Welhet éérste beeld dat ons ver
bluft, heeft uiteraard de oudste rechten.
Het hecht zich het stevigst in onze herin
nering, maar ook overigens was die pres
tatie van Cecil B. de Mille een werkstuk
van den eersten rang. Maar als we beden
ken, hoe het tot stand kwam, hoe heel die
„Roode Zee" maar van uiterst beperkten
omvang was en haar effect dankte aan het
raffinement, waarmee zij tot geloofwaar
digheid was uitgewerkt, dan moet erkend
worden, dat de fimtechniek sinds
dien staaltjes van haar kunnen heeft; ge
leverd, 'welke van véél grooteren omvang
warén en oneindig moeilijker dari dien op
zichzelf toch werkelijk bewonde-
renswaardigen doortocht.
Kent U de Mississippi?
Voor de 20th Century-Fox Film „De
Parel van de Mississippi" („Banjo on my
Knee"), welke binnen niet al te langen
tijd in Nederland zal worden vertoond,
heeft Hollywood en in het bijzonder de
productieleider Darryl F. Zanuck zijn ver
nuft weer eens extra moeten inspannen en
een fortuin op tafel moeten leggen, om het
scenario uit te voeren, zooals het allemaal
was voorgeschreven. Deze film speelt vrij
wel geheel en al op de Mississippi, de
grootste rivier van Noord-Amerika en een
der grootste van de geheele wereld. Dit
bracht op zichzelf geen moeilijkheden
mee, wijl men natuurlijk naar dezen
stroom kon gaan en er filmen naar harte
lust. Maartevens was voorgeschre
ven: een storm op deze rivier en dien
kan men natuurlijk niet naar willekeur
bestellen, terwijl men evenmin kan gaan
zitten wachten, tot het eindelijk eens ste-
V» stormen wil.
Wij, die als groote rivieren in het
algemeen geen andere kennen, dan
den Rijn, of de Donau, kunnen ons
bezwaarlijk een denkbeeld vormen
van de Mississippi, die met de Wolga
en de Amazone tot de grootste rivie-
I ren ter aarde behoort. Men bedenke
bijv. dat op tal van plaatsen het
onmogelijk is, om met het bloote oog
de overzijde van het water te aan
schouwen en een storm op de Mis
sissippi staat in geweld en hevigheid
volkomen gelijk aan een storm op
zee.
Zulk een storm kunstmatig weer te
geven, is waarlijk geen kleinigheid. Voor
al, wanneer dan verder voorgeschreven is,
dat in dien orkaan een groote woonschuit
(plaats biedend aan tal van gezinnen)
hulpeloos moet worden meegesleurd.
De Hollywoodsche ingenieurs, die voor
dit vraagstuk werden gesteld en die wer
kelijk toch wel talrijke zware karweitjes
hadden opgeknapt en tot een goed einde
gebracht, wreven zich ditmaal bedacht
zaam de kin en krabden zich nadenkend
achter het oor. Op stuk van zaken konden
dié scenarioschrijvers wel zoovéél op pa
pier schrijven! Met pen en inkt is ieder
wcnder te volbrengen, maar de verwezen
lijking van zulk een opgave dat was
nogeens iets anders! En deze heeren van
de praktijk vroegen zich af, of hun last
gever de Mississippi wel kénde, of hij
eigenlijk zelf wel wist, wat hij van ande
re. i vergen ging
De wilde en wijde watereh.
Aan de voorbereiding van deze beelden
van storm en eindelooze watermassa's is
zeven weken onafgebroken gewerkt, het
geen gegeven de buitensporige moei
lijkheden buitengewoon kort mag hee-
ten. Er werd in Hollywood een kanaal
gegraven, meer dan een kilometer lang en
vierhonderd meter breed. Dit werd geheel
met water gevuld en dat was dan de Mis
sissippi (althans voor deze eenige storm -
scène, want alle overige beelden van de
rivier waren authentiek). Vervolgens
werden reusachtige tanks van alle zijden
aangebracht die tezamen nogeens een
buitensporig groote watermassa inhielden.
Deze bassins mondden onder het waterop
pervlak van het gegraven kanaal uit en zij
waren zóó gemaakt, dat zoodra zij hun
ir' oud zouden moeten loozen, door middel
van electriciteit druk werd gezet op dit
proces. Hiervoor werd zóóveel kracht ver-
eischt, dat de electrische installatie van de
gezamelijke studio's niet toereikend was
en er dus nog bovendien electrische
energie van elders aan moest worden toe
gevoegd. Dit is een hooge zeldzaamheid,
want de capaciteit, waarover de studio's
tezamen beschikken is al zóó formidabel,
dat men er vrijwel alles mee bereiken kan.
Alvorens met de opnamen van dezen
kunstmatigen storm te beginnen werd
tweemaal geoefend met het loozen van
deze onder hoogen druk gestelde tanks en
de technici schrikten zélf van het enorme
geweld, dat op deze wijze ontketend werd.
Zij stelden dan ook onverwijld voor om
den druk te verminderen en den „storm"
iets minder hevig te doen zijn. Maar de
productieleiding wilde daar niet van
weten. De bassins moesten wederom vol
gepompt worden en men ging het erop
wagen. De woonschuit werd nog eens
extra versterkt, opdat zij door het geweld
der golven niet uit elkaar geslagen zou
worden, men hield motorsloepen gereed,
met alle hulpmiddelen om redding aan
drenkelingen te kunnen bieden en trof nog
een gansche reeks van andere veiligheids
maatregelen. De opnamen zijn dan ook
zonder één noemenswaardig
ongeval. Maar één ding is typeerend voor
deze onalledaagsche opname: groote hoe
veelheden olie waren bijeengebracht om
over deze golven te kunnen uitstorten,
wanneer het te hoog zou zijn geloopen en
het kunstmatig opgeroepen geweld te
machtig zou geworden zijn.
Natuurlijk heeft deze opname een for
tuin gekost en veel meer dan alle overige
scènes bij elkander, maar... de film „De
Parel van de Mississippi" is het waard!
Zij biedt een schouwspel, waarbij men zich
de oogen uitwrijft en meent, dat Holly
wood wonderen kan doen. Nu, misschien
is dat dan ook wel waar!
99
Na de succesfilms als „F.P. 1 antwoordt
niet" en „Goud" heeft de bekende regis
seur Karl Hartl opnieuw een groote film
voor de Ufa vervaardigd, die onder den
titel „De laatste Nacht" in ons land zal
worden uitgebracht.
Een onzer medewerkers was onlangs op
de terreinen der Ufa in Neubabelsberg en
heeft daar een gesprek met den regisseur
gehad.
Lachend vroeg hij: „Ja, wat wilt U nu
van me weten? Ik werk en voel me er wel
bij, dat ik weer werken kan. Tijdens de
buitenopnamen voor „De laatste Nacht"
ben ik namelijk ziek geworden en moest
per vliegtuig naar Berlijn worden ge
bracht om te worden geopereerd. Dat heeft
veel vertraging met zich mee gebracht,
maar nu is de film toch klaar. Uw landge-
nooten in Holland zullen er spoedig ken
nis van kunnen nemen.
Hoe ik bij de film kwam? Ik ben in
Weenen geboren en heb daar ook gestu
deerd. Direct van de schoolbank dat
was omstreeks 1917 ben ik bij de film
gekomen. Ik vond dat zelf heel gewoon en
vanzelfsprekend, en heb eigenlijk nooit
aan een andere mogelijkheid gedacht. M'n
vriend Ucicky had mij het voorbeeld ge
geven. Ik heb veel te danken aan graaf
Kolovrath, die toendertijd directeur van
de Sascha Filmmaatschappij was. Hij
heeft me het vak tot in finesses doen ken
nen en ik heb overal bij de film ge-anti-
chambreerd".
Maar het zal wel niet alleen anti-cham-
breeren geweest zijn, anders had Korda
den jeugdigen Hartl niet zoo gauw als zijn
van KARL HARTL
Willy Birgel
Karl Hartl
assistent genomen. Daarna is hij weer
teruggegaan naar de Sascha, om tenslotte
tot een arbeidsgemeenschap met Ucicky te
komen. Maar Hartl vertelt dat alles zoo
nuchter mogelijk, of het de gewoonste
zaak van de wereld geldt. Hij vindt het
alles gewoon en vanzelfsprekend, met een
bescheidenheid, die hen, die dit vak als
een roeping en levensdoel beschouwen,
eigen is. Hartl heeft de opkomst van de
stomme film meegemaakt en vat z'n her
inneringen aan dien tijd als volgt samen:
„Vroeger in den tijd van de stomme film
werd wel erg star, maar in wezen toch
nauwkeuriger gespeeld dan tegenwoordig
in de geluidsfilm. De -eigenlijke taak van
den regisseur was, er zorg voor te dragen,
dat de artisten niet alleen door het draai
boek, maar ook gedurende de op
namen daadwerkelijke steun als door
de requisieten en anderszins -ondervon
den. Want dan alleen was het hen moge
lijk de draagwijdte van hun rollen yolko-
men te begrijpen en door hun mimiek tot
uitdrukking te brengen".-
Hartl heeft voor een buitengewoon groot
aantal films de draaiboeken geschreven,
die daarna onder zijn persoonlijke leiding
verfilmd zijn.
„Ik heb van alles door elkaar gemaakt",
zegt hij: „drama's, historische films, detec
tivefilms en wat al niet meer. Het is niet
goed. om je als regisseur op een bepaalde
stof te specialiséeren. Het gevaar is groot,
dat men er dan niet van af komt en dat
men verleert, van het zoo veelzijdige in
strument. dat film heet, alle registers te
bespelen", aldus Karl Hartl.
Ook voor zijn nieuwe film „De laatste
Nacht", die in Polen speelt, heeft Hartl
zelf het draaiboek geschreven. Over den
hoofdrolvertolker Willy Birgel onzen
lezers nu wel welbekëndzegt hij: ..In
drukwekkend en overtuigend beeldt Bir
gel het zielsconflict van den ritmeester
Staniewski uit, de bezinning en den
heldendood van dezen officier". Hartl
beëindigt ons gesprek met de woorden:
„Voor mij als regisseur is nog altijd het
belangrijkste, de juiste bezetting voor de
rollen te vinden en dan niet van het prin
cipe af te stappen, de spelers te laten zoo
als ze zijn. De goede regie is en blijft nog
altijd die, welke men niet ziet of merkt".
HOLLYWOOD SCHEPT EEN NIEUW
BEROEP.
De shop-in".
Holywood heeft een nieuw beroep ge
schapen. De wonderlijke droomstad stelt
eischen aan haar bewoners, die het ont
staan van nieuwe beroepen in de hand wer
ken.
Er is nu een variatie gekomen op de
„stand-in". Zooals men weet, is dit een
soort dubbelganger of -ster, die in de
plaats van de ster voor de camera plaats
neemt bij vervelende werkjes als het pro-
beeren van de juiste belichting enz. De va
riatie op dezen dubbelganger is nu de
„shop-in", de inkooper, en men noemt de
Paramount-actrice Irene Dunne als dege
ne, die voor het eerst een shop-in in dienst
had.
Het is haar stand-in Katherine Stanley,
die nauwkeurig haar maten en teint heeft
en die dezelfde smaak heeft op het gebied
van kleeding, schoenen en andere benoo-
digdheden. Miss Dunne had het tijdens de
opnamen van „High, wide and handsome",
een film, die onder regie van Rouben Ma-
moulian gemaakt werd, buitengewoon druk
té druk om de toch zoo noodige inkoopen
te doen.
En in haar kleedkamer gaf zij een lange
lijst op aan Katherine, die stadwaarts
trok het nieuwe beroep was er!
De Hollywoodsche winkeljuffrouwen we
ten nu, dat, wanneer Madeleine Fields naar
.«ets komt vragen, het eigenlijk Carole Lom
bard is, die aan het koopen is; dat veel van
hetgeen Mary Hittles aanschaft, voor Clau-
dette Colbert is, dat Gail Patriks' benoo-
digdheden door Jean Edwards gekocht
wordenenz.
De „shop-in" is een onmisbaar mensch
geworden in Hollywood!
Gary Cooper
EZ
ONZE BIOSCOPEN.
VAN GOEDE GETUIGEN
VOORZIEN.
City-theater.
Herbert Marshall en Jean Arthur zijn een
paar uitmuntende filmartisten en in het al
leraardigste hoofdnummer, dat deze week
in het City-Theater draait, weet Marshall
door zijn sober spel en Jean door haar in
nemende verschijning aller sympathie te
winnen.
Jim Buchanan is de rijke directeur van
een automobielfabriek. Maar rijke menschen
vervelen zich wel eens of hebben zonder
linge ideeën. Op zekeren dag ontmoet hij op
een bank in het park een meisje, dat een be
trekking zoekt. En als zij in de advertentie-
rubriek een oproeping zien van een echt
paar, dat als butler-keukenmeid, in dienst
kan treden, gaat Jim op de grap in en sol
liciteert met het meisje. Zij worden aange
nomen bij een Italiaan (gespeeld door Leo
Carillo), die echter niet zoo heel eerlijk
blijkt te zijn en de moeilijke avonturen van
het niet-getrouwde echtpaar neemt een aan
vang. Tal van aardige, verrassende en komi
sche situ&ties geven groote voldoening, maar
het slot is natuurlijk, dat de bezoekers wer
kelijk een echtpaar Marshall-Arthur mogen
verwachten.
Herbert Marshall, die reeds in tal van uit-
eenloopende rollen bewees een kracht van
beteekenis te zijn, speelt ook nu weer voor
treffelijk, terwijl Jean Arthur het alleszins
begrijpelijk maakte, dat haar meester voor
haar aantrekkelijke eigenschappen niet on
gevoelig bleef.
Het voorprogramma bracht een tweetal
mooie journaals: Fox Movietone en Profilti.
Het laatste gaf o.m. aardige opnamen van
de biljartwedstrijden te Groningen. Een zeer
interessante opname van het eiland Ceylon
mag zeker genoemd. Als eeirte nummer
van het muzikale prentenboek kreeg men
Louis Noiret te zien en te hooren in een
tweetal nieuwe liedjes. Deze nieuwe serie
van de Cinétone zal wel in den smaak val
len.
Tot slot van het voorprogramma een
klucht in twee acten, waarin hardrijdende
autobestuurders voor velé moeilijke en pijn
lijke verrassingen kwamen te staan.
Als geheel een vlot en prettig pro
gramma.
„DE REBELLEN VAN ELSENEUR".
Roxy-theater.
Voor de liefhebbers van sensatie is deze
week in het Roxy-theatèr wel een bijzon
dere film te zien. Immers „De rebellen
van Elseneur" verhaalt van een moord in
volle zee, met alle consequenties aan dien.
Het begint zoo gemoedelijk, de journa
list Pathurst scheept zich voor een repor
tage-tocht in naar Australië. Alles lijkt
goed en aardig te zijn, totdat de opperste
stuurlieden Pike en Malaire ruzie krijgen
om het feit, wie van hen tweeën den kapi
tein West vermoord heeft. Het gaat hier
om de macht, dat voelt men aan alles. En
bedenk eens, welk een stukje copie in de
zen moord voor den journalist gelegen is,
temeer nog, omdat er dientengevolge een
muiterij losbarst en de niet-zeeman (Pat
hurst) zich voor de taak gesteld ziet het
schip verder onder zijn beheer te nemen.
Maar wie verliefd is, doet vreemde
dingen, zegt men wel eens en de waarheid
hiervan komt in deze film wel heel duide
lijk tot uitdrukking.
Want was Pathurst niet stapel verliefd
op de dochter van wijlen den kapitein (en
zü geeft hem behoorlijk draad!) nou, dan
weten we nog niet of alles wel zoo op zijn
pootjes terecht gekomen zou zijn, maar
goed, nu komt alles wél in orde en
dat vinden de toeschouwers, die ademloos
hebben toegezien naar dit spel van list en
intrige, best.
Een film, die langen tyd aangenaam
weet bezig te houden.
Uit het gevarieerde voorprogramma
noemen Wij speciaal de buitenlandsche re
portage.
„PYGMALION".
Victoria-theater".
Zoo is dan G. B. Shaw's kostelijke satire
op de zoogenaamd voor den beteren stand
voorgeschreven conventies door den
Duitschen ï-egisseur Dr. Ludwig Berger
ook in een Hollandsche versie voor ons
verschenen en het moet reeds in dezen
eersten zin volmondig bekend worden, het
éclatante succes, waarmee deze „Pygma-
lion" stormenderhand *de groote steden
verovei'd heeft, zal zeker niet geremd
worden in Alkmaai'. Integendeel, ook hier
zal men in dichte drommen willen genie
ten van het allesbeheerschende spel van
een Lily v. d. Lugt MelsertBouwmeester
(van wie men in vroeger jaren nog wel
beweerde, dat zij niet fotogénique was!)
als Elisa Doeluttel. Want zonder ook maar
in het minst iets af te dingen op de pi'es-
taties van de andere spelers, mag toch wel
aangenomen worden, dat zonder de crea
tie van Liesje Doeluttel de celluloidband
nimmer een zoo groote populariteit zou
hebben, als thans het geval is. Doch ook
hier weer, het is de regisseur, die haar op
dit plan gebracht heeft, die haar met
schier eindeloos geduld gekneed heeft van
sloebei'ig bloemenmeisje tot desnoods
„Madame La Baronesse".
Men kent het rijke vei-haal: Hoe de ge
leerde Higgins (Jan de Meester Jr.) een
weddenschap aangaat met zijn toevallig
opgedoken vx-iend kolonel Pickering
(Eduard Verkade). En hoe hij deze wed
denschap glansrijk verliest, gelijk met zijn
wetenschappelijk-vergroeide onbewogen
heid van zijn hart, omdat zijn „experi
ment" hem door haar- onzegbare lieftallig
heid weet in te palmen tot zelfs een prof.
Higgins zich gewonnen moet geven. Aan
het eind van „Pygmalion" zien Liesje en
Higgens elkaar even in de oogen, men
blijft gelukkig gevrijwaard van de tradi-
tioneele eindzoen, doch desalniettemin
laat het werkelijke slot zich niet moeilijk
raden.
Shaw heeft zijn hart in dit stuk weer
eens flink kunnen luchten en is in dit ge
val, n.1. zijn hekelarij op de burgerlijke
fatsoenlijkheden, die in waarheid nog niet
in de schaduw kunnen staan bij de onver -
valschte ontnuchterend-rake woorden van
hen „van de straat" is hier in een serie
vloeiende beelden keurig vertolkt, een
film, waarin vaart en actie zit, die boeit
van de eerste tot de laatste meter, een
film, die Holland waardig is.
Naast Lily Bouwmeester moeten verder
nog genoemd worden Higgins (Jan de
Meester Jr.) die ingetogen spel leverde,
een bijpassend partner van Liesje. En dan
niet te vergeten de amusante figuur van
Liesje's vader (Matthieu v. Eijsden),
evenals de raak-getypeerde mevr. Higgins
(Emma Morel).
Eenige kleine rollen waren bij Eduard
Vex-kade, Wim Kan, Sara Heyblom, Nel
Oosthout e. a. in vertrouwde handen.
„Pygmalion" steekt zelfs met kop en
schouders boven een „Merijntje" of „Op
hoop van Zegen", grooter compliment
hebben wij momenteel niet ter beschik
king.
Doch dat zal ook wel niet noodig zijn!
DE CHARGE DER LICHTE BRIGADE.
Theater Harmonie.
Er zijn van die films waarin niet veel
gesproken woi'dt, maar waarin: een actie
zit, welke de toerchouwers den geheelen
avond in spanning doet toekijken.
Zoo'n film, jen meesterstuk van ï'egie,
waarin duizenden figuranten optreden en
waaraan een kapitaal voor uniformen, en
ensceneering besteed, is „De charge der
lichte brigade", de verfilming van een
gedicht van Tennyson, die daarin be
schrijft hoe in 1856 een Britsche brigade in
de Krim bij den aanval van bijna on
neembare stellingen den dood tegemoet
trok en zeshondei-d officieren en man
schappen op het slagveld heeft gelaten.
De geschiedenis speelt zich hoofdzakelijk
in Britsch-Indië af, waar de Emir van
Soerastanië van het gouvernement de
mededeeling krijgt, dat door de Engelsche
regeering een aanzienlijk jaargeld wordt
ingehouden. De Emir blijft tegenover de
Britsche officieren de hoffelijkheid in
persoon, maar intusschen zet hij de grens
bewoners tegen het gouvernement op en
wanneer het grootste deel van de troepen
van het fort Choekoti manoeuvres houdt
in hét nabijgelegen gebied van fort Loha-
ra valt de Emir verraderlijk de overge- 1
bleven zwakke bezetting van Choekoti
aan en er volgt een weergaloos gevecht
waarin de Britten het onderspit delven.
De Emir belooft het garnizoen met de
vrouwen en kinderen een veiligen aftocht,
maar- juist als allen zich in de booten zul
len begeven laat hij de Arabieren verra
derlijk het vuur openen en dan volgt er
een bloedbad waarbij vrijwel allen ver
moord worden.
Dè Emir vlucht naar de Krim en voegt
zich daar bij de aan Engeland vijandige
Russische troepen. De 27ste lichte brigade
die destijds op manoeuvre naar Lohai-a
was en de gevolgen der moordpartij ge
zien. heeft - wordt naar de Krim gediri
geerd en als de-mannen popelen van on
geduld om de troepen van den Emir aan
te vallen, geeft het hoofdkwartier bevel
om de brigade terug te trekken. Dit is
kapitein Vickers (Errol Flynn) te machtig.
Hij verandert .moedwillig het door hem
overgebrachte bevel en laat de brigade
attaqueeren. Dan volgt de charge des
doods, die tot de latere verovering van
Sebastopol leidt, maar welke de dappere
brigade zeshondei'd dooden kost.
Olivia de Hayilland speelt als Elsa, de
dochter van den kolonel, een rol in een
liefdesgeschiedenis, welke de verschillen
de deelen van deze film met elkander
verbindt. Hoofdzaak is evenwel het mach
tige militaire spel, de charges van een
duizendtal Britten en Arabieren, de rui
tergevechten waarbij mannen en paarden
bij tientallen tegelijk worden neergescho
ten. Dit alles is zoo aangrijpend, zoo ge
weldig, dat. men niet meer aan een ver
tooning gelooft, maar den indruk krijgt,
dat hier een werkelijke strijd op leven en
dood verfilmd is. De aanschouwing van
dit geweldige filmwerk zal men deze week
niet mogen verzuimen^
Vooraf gaat veel buitenlandsch nieuws
in beweegbaar geïllustreerden vorm, een
komische, gekleurde screensong en een
éénacter waarin voortreffelijke zang en
dans gedemonstreerd worden.