Ervaringen
Taxi-chauffeur.
iUichtuaazt
ytfieepstiidmym
Jju/eaoMdeH Stukken
JiuMicaties
Jtechtniaken
van een
Meeraden.
Als je tegenwoordig met een wagen
rijdt en je komt aan den buitenkant van
de stad, dan ontmoet je daar altijd heele
rijen menschen, die willen meerijden. Zij
steken hun hand op en trachten iets
smeekends im hun blik te leggen. In den
tijd, waarvan ik schrijf, gebeurde dat
slechts heel zelden en als je een chauf
feurspet op had, zoodat ze konden zien, dat
het een taxi was, waar je mee reed, dan
lieten ze je altijd ongemoeid passeeren!
Op een avond had ik een vrachtje ge
had naar de stad en op den terugweg had
ik mijn pet naast mij gelegd.
Juist als ik een zijstraat in wil slaan
om naar de garage te rijden, steekt op
den hoek een heer zijn hand op. Ik stop.
Lc heb heelemaal geen gedachte aan
een „meerijder," en als de heer mij vraagt:
„Kan ik met u mee naar Hillegom?"
dan zeg ik „zeker meneer", en ik houd het
portier voor hem open!
Ik rijd naar Hillegom en daar schuif ik
de tusschenruit open en vraag, waar me
neer zijn moet.
„O, zet me er hier maar uit, ik woon
daar in die zijstraat".
„Alstublieft, meneer", en ik noem den
prijs.
„Wat zegt U? Maar ik heb u toch ge
vraagd om te mogen meerijden!"
„Meerijden?zeg bent u nou heele
maal
En dan zeg ik plotseling brutaal:
„Als je niet gauw betaalt, rijd ik regel
recht naar het politiebureau!"
Dit maakt zichtbaar indruk en hij be
gint te stotteren:
„Maar meneer, ik bbben wwwerkloos en
ik mmmoest naar Haarlem om een bbbaan-
tje en nu is dat ook wwweer misgeloopen
en ik had gggeen geld meer
„Zoo", zeg ik, „zit de vork zoo aan den
steel, „maar ik hoef toch zeker die strop
niet te lijden?"
„Nu, gaat u dan even mee naar mijn
huis, dan zullen we zien wat mijn vrouw
nog heeft".
We rijden naar zijn huis.
Een bleeke vrouw doet open. Boven
huilt een kind. We komen in een klein,
slecht gemeubileerd vertrek. Het is er on
behaaglijk en half donker.
Dan doet hij zijn vrouw het verhaal.
Hoe hij, zooals hij wel meer heeft gedaan,
een auto heeft aangehouden en hoe achter
af bleek dat het een taxi was en dat die
chauffeur die strop niet kon lijden.En
hoeveel zij nou nog had....
De vrouw is zichtbaar geschrokken,
maar zonder een woord gaat zij naar een
armzalig linnenkastje en haalt daaruit een
bakje met geld. Zij schudt het leeg op
tafel. Eén vijf en zestig.
Plotseling kan ik het niet meer aanzien.
Ik sta op en grijp mijn pet. „Houd dat
geld! Maar kijk in 't vervolg alsjeblieft een
beetje uit, want ze zijn niet allemaal zoo
gek als ik!"
En voor ze van hun verbazing zijn be
komen sta ik al buiten en haal mijn longen
vol met frissche lucht.
Ik ben kwaad en blij tegelijk!
Ik rijd naar huis in een stemming, die
ik niet kan beschrijven. Als ik binnen kom
heeft de baas een kwade bui, omdat ik
zoo lang ben weggebleven. Vier klanten
heeft hij moeten wegsturen! Als ik hem
mijn wedervaren vertel, zegt hij:
„Dat is heelemaal mooi, we zijn toch
Sier en gunder geen philanthropen. Dan
betaal je dat zelf maar!"
„Dat is goed", zeg ik groot.
Maar als we Zaterdags afrekenen, staat
er geen vrachtje naar Hillegom op mijn
weekkaart
depot te vermeesteren. Nog steeds zouden
zich daar vluchtelingen bij de regeerings-
troepen aanmelden.
Pennaroye genaderd.
Ook op andere fronten in Spanje hebben
de regeeringstroepen het offensief hervat.
Na enkele dagen vertraging is de strijd in
de omgeving van Pozoblanco, aan het Cor-
dova-front opnieuw ingezet. Zaterdag
avond bevond het regeeringsleger zich op
drie kilometer afstand van Pennaroya. De
tegenstand der opstandelingen, die hier
groote Italiaansche versterkingen zouden
hebben ontvangen, was echter buitenge
woon fel. Volgens de opstandelingen werd
een regeeringsbataljon in de pan gehakt.
Over het gebied van Bilbao en Santan
der, waar regeerings- en opstandelingen-
Offensieven elkaar afwisselen, zijn de be
richten zeer tegenstrijdig. Durango hebben
de opstandelingen echter nog altijd niet
bereikt. Wel schijnen de Baskische troepen
met hun tegenaanval ook nog weinig suc
ces te hebben gehad. Overigens belemmert
de regpn hier de operaties.
Haven gebombardeerd.
Tegen zes uur kwam gistermorgen een
vliegtuig van de opstandelingen boven de
havenwerken van Sagunto, even ten noor
den van Valencia. Zeven bommen van bui
tengewoon groote uitwerking werden
neergeworpen. Vijf dooden bleven op het
terrein van de havenwerken achter. Het
aantal gewonden was aanzienlijk evenals
de schade. Het vliegtuig ging er vandoor
toen het lucht-afweergeschut in werking
kwam.
Vier Britsche koopvaardijschepen
door opstandelingen bedreigd.
Ten aanzien van een viertal Britsche
koopvaardijschepen, die levensmiddelen
naar Bilbao vervoeren en die St. Jean de
Luz niet kunnen verlaten, aangezien de
opstandelingen dreigen hen te beletten
Bilbao binnen te loopen, verneemt Reuter,
dat ofschoon er geen wijziging getreden is
in de politiek der Britsche regeering ten
opzichte van het beschermen der Britsche
koopvaardijvloot tegen molestatie zij
beschikt tot dit doel over ruimschoots vol
doende krachten men zich van meening
is, dat de practische blokkade te land en
ter zee van Bilbao een toestand zonder pre
cedent schept in den Spaanschen oorlog.
Dit eischt een bestudeering en de Britsche
regeering heeft de genoemde vier schepen
aangeraden St. Jean de Luz te blijven in
afwachting van een beslissing der Britsche
regeering.
INVAL IN SOEI YOEAN.
In Noord-China zijn opnieuw berichten in
omloop, welke melding maken van een inval
in Soei Yoean. Volgens inlichtingen uit Chi-
neesche bron zouden acht Japansche officie
ren van het Kwantoengleger, die deel uit
maken van het Japansche garnizoen in
Noord-China, te Tsjang Pei zijn aangeko
men om eenige militaire lezingen bij te wo
nen, welke Mongoolsche en Mandsjoerijsche
chefs onlangs hebben gehouden. Het doel is
plannen voor een aanval en militaire voor
bereidingen te bestudeeren, met name een
uitbreiding der Mongoolsche effectieven en
den aanleg van wegen. De Mongolen heffen
reeds belastingen van de bevolking van
Tsjahar. Foet Soyi, de gouvereur van Soei
Yoean, die thans te Peking vertoeft, heeft te
genover de Chineesche pers verklaard, dat
de toestand kalm was, maar dat het noodig
was te voorzien, dat binnenkort belangrijke
militaire operaties zullen worden uitge
voerd. De Chineesche autoriteiten in Soei
Yoean laten versterkingen aanleggen. Zij
stellen militaire opleiding voor de jonge lie-
den verplichtend.
ONZE POSTVLUCHTEN.
De positie der postvluchten is:
Djalak (uitr.) te Singapore.
Nachtegaal (uitr.) te Basrah.
Edelvalk (thuisr.) te Athene.
Kievit (thuisr.) te Rangoon.
DE „GODDELIJKE WIND".
Gaat de „Queen Mary" tegemoet.
De beide Japansche vliegers Masaaki Iinu-
ma en Kenji Tsukogashi zijn hedenochtend
met hun vliegtuig „Goddelijke wind" opge
stegen om de „Queen Mary" boven het
Kanaal tegemoet te vliegen.
Zy willen op deze wijze eer brengen aan
prins Chichibu, den broeder van den keizer
van Japan, die naar Engeland komt om den
keizer te vertegenwoordigen bij de kroning.
STOOMVAARTLIJNEN.
Stoomv. Mij. „Nederland".
Johan van Oldenbarnevelt, thuisr. van
Sabang 11 April.
Johan de Witt, uitr. te Colombo 9 April.
Poelau Roebiah, thuisr. te A'dam 11 April,
Poelau Tello, uitr. v. Genua 10 April.
Singkep, uitr. v. Suez 11 April.
Poelau Bras, uitr. v. Suez 11 April.
Bengalen, S. J. P. v. San Francisco 9 April.
Marnix v. St. Aldegonde, uitr. v. Soutli-
ampton 9 April.
Christiaan Huygens, thuisr. v. Gibraltar
9 April.
Sembilan, charter, te Batavia 9 April.
HET BRANDGEVAAR DOOR DE
KARPERTONFABRIEK.
M. de redacteur,
Op 26 October 1936 werd een door 17
bewoners van Dijk en Kanaalkade onder
teekend adres aan den raad der gemeente
Alkmaar gezonden, waarin geklaagd werd
over den zeer ernstigen hinder van rook,
asch- en roet vlokken afkomstig van de
stook-installatie der Karpertonkaasfabriek,
ingebouwd tusschen perceelen gelegen aan
Dyk, Kaarsemakersgracht en Kanaalkade
Bovendien werd in genoemd adres op
het lang niet denkbeeldige brandgevaar
voor de omliggende perceelen gewezen,
daar meerdere malen groote stukken
brandend stookmateriaal uit de pijp over
de huizen dwarrelden.
Resultaat was dat de betreffende instan
ties deze klachten na onderzoek, onge
grond verklaarden, zoodat de toestand on
veranderd bleef.
Als bewijs, dat het brandgevaar inder
daad niet denkbeeldig was, stond er in Uw
blad van 2 Februari het volgende berichtje:
Begin van brand.
„Om negen uur gisteren werd aan de
politie bericht, dat boven den ketel in de
Karperton-kaasfabriek aan de Kaarsema
kersgracht eenige houten balken aan het
smeulen waren geraakt. Met een paar To-
tal-bluschapparaten is een begin van
brand bedwongen".
Naar aanleiding waarvan door een der
omwonenden in een ingezonden stuk naar
bovengenoemd adres (van 26 Oct 1936)
verwezen werd.
Resultaat nihil. Toestand onveranderd.
(Gevaar voor belendende perceelen bleef!)
bleef!)
Een bewijs van recenten datum welk feit
zeer waarschijnlijk wél in het politie-rap-
port werd vermeld, doch in de plaatselijke
pers niet te vinden was!
Donderdagavond 8 April, te ruim acht
uur werd de politie door een der omwo
nenden van de Karpertonfabriek telefo
nisch er van in kennis gesteld, dat uit de
fabriekspijp groote stukken vuur op de
omliggende perceelen vielen, waardoor een
zeer groot brandgevaar ontstond.
Ongeveer gelijktijdig met deze melding
constateerden twee personen die zich in de
buurt van de Frieschebrug bevonden, het
zelfde, waarop deze zich met een in de na
bijheid wonenden brandweerman in ver
binding stelden.
Weldra verschenen twee agenten, voor
zien van een bluschapparaat, en werd in de
fabriek een onderzoek ingesteld en maat
regelen getroffen, waardoor erger kon
worden voorkomen.
Ondanks alle klachten toch zeker
niet overdreven, zooals thans weer eens
duidelijk bleek heeft deze toestand
(brandgevaar) ongeveer 15 maanden be
staan,
Waarom, zoo vragen de omwonenden zich
af, waarom wordt dit alles door de betref
fende instanties getolereerd?
Hebben bedoelde omwonenden dan in
het geheel geen recht op bescherming van
hun eigendommen?
Waarom geen bepalingen op te leggen
van roetvanger, roetvrije kolen enz.?
Andere bedrijven worden toch ook, in
dien van vrijwillige medewerking geen
sprake is, op korten termijn bindende en
afdoende bepalingen opgelegd!
Of moet het soms ook hier worden van
„het kalf en de put?"
Tot mijn groote voldoening zag ik he
denmorgen, dat de pijp voorzien was van
een stuk kippengaas; mogelijk dat het
brandgevaar door dezen maatregelvoldoen
de veilig is gesteld.
Met dank voor de opname,
Omwonende.
HET SCHILDERWERK AAN
DEN WAAGTOREN.
M. de R.!
Gelukkig zorgt ons gemeentebestuur
goed voor het onderhoud van onzen mooien
Waagtoren en laat op vastgestelde tijden
het houtwerk schilderen.
Afgaande op vorige jaren zal de verf
waarschijnlijk ook dezen keer wel weer
bestaan uit een mooi lichtgeel kleurtje,
bijgevolg is dan de toren weer voor een
paar jaarleelijk en alle harmonie uit
het oude bouwwerk verdwenen.
De in deze kleur geschilderde deelen
sluiten zich absoluut niet bij het geheel
aan en springen op hinderlijke wijze naar
voren, wat het best uitkomt als men van
verre de stad nadert en het anders zoo
fraaie silhouet zich als een in stukken ge
sneden toren aan het oog vertoont.
Volgde Gemeentewerken tot dusver niet
wat slaafs de oude sleur, gedahtig dat de
tijd op den duur Ie verf verkleurt en de
harmonie van zelf hersteld wordt?
Hier gaan toch enkele jaren overheen,
terwijl zonder de duurzaamheid te scha
den, wel een passender kleur aangebracht
kan worden.
Mogelijk stemt dit schrijven bevoegde
autoriteiten tot nadenken, met gevolg dat
straks de talrijke toeristen niet een toren
te aanschouwen krijgen, die door 'n min
der gelukkige kleur van het verfwerk veel
van zijn schoonheid heeft ingeboet.
Met dank voor de plaatsing.
H.
DE MEEUWEN EEN RAMP.
Mijnheer de Redacteur,
Een paar jaar geleden reeds heb ik in uw
blad, na een bezoek te hebben gebracht aan
de meeuwenkolonie in de Schoorlsche dui
nen, als mijn meening verkondigd, dat het
goed zou zijn deze heele kolonie op te rui
men, en dan, na het aloude Zwanemeertje
in zijn vroegere glorie te hebben hersteld
(zonder boomen wel te verstaan), zoodoen
de aan meerdere soorten vogels gelegenheid
te geven zich daar te vestigen; hetgeen
vroeger ook het geval was.
Het artikel over de meeuwen-misère op
het eiland Vlieland, in schrille kleuren ge-
teekend door den heer W. H. van Dobben in
het April-nummer van „De Levende Na
tuur", heeft mij afdoende in die meening
bevestigd.
Er is in enkele nummers van uw blad van
verleden zomer een zeer pijnlijke zaak be
handeld van iemand, die een paar meeuwen
nesten had uitgehaald en nog iemand, die
meende dezen „boosdoener" een pak slaag
te mogen geven.
De afloop van deze affaire is mij niet be
kend. Er zijn natuurlijk zoogenaamde na
tuurbeschermers, die deze kolonie als hun
troetelkind beschouwen, gezien het oneindig
aantal palen met Verboden Toegang, die dit
meeuwen-rooversterrein afbakenen.
Wanneer alle kustbewoners van Egmond,
Bergen en Schoorl gedurende 20 jaar ver
gunning kregen om ieder meeuwennest uit
te halen (wat een heerlijk en voordeelig
werkje zou het zijn voor de tallooze werk-
loozen, gevoegd bij het herscheppen van dat
duinmeertje, zonder boomen) dan zou na die
20 jaar daar een mooie broedplaats kunnen
komen van sterns, strandloopers, bonte pie
ten, bergeenden enz. En u moet niet den
ken, dat dan de meeuwen geheel zouden
zijn verdwenen.
Van de 1000 paren bergeenden, die jaar
lijks op Vlieland broeden (zie genoemd art.
in D.L.N.) en dus gemiddeld 10.000 jongen
voortbrengen, is het vorig jaar practisch
geen enkel jong groot geworden. Dat dit een
ramp is voor onze kust, en dat de vogelbe
scherming, niettegenstaande onze mooie
vogelwetten, in de duinen niet veel heeft te
beteekenen, zult u moeten toestemmen.
Een radicale verandering van systeem is
wel gewenscht.
Met dank voor de plaatsing.
E. MOLENAAR,
Alkmaar, 9 April '37. Westerweg 104a.
Gemeenteraad van Alkmaar
De burgemeester van Alkmaar roept de
leden van den gemeenteraad op ter bijwo
ning eener vergadering op Donderdag 15
April 1937 nam. één uur, ten einde te be
raadslagen en te besluiten omtrent de
hieronder vermelde punten:
1. Vaststelling der notulen van de vorige
vergadering. Mededeelingen. Ingekomen
stukken.
2. Voorstel inzake het verleenen van
medewerking voor aanschaffing van
schoolmeubelen, leer- en hulpmiddelen
voor de r. k. Meisjesscholen (bijlagen nrs.
65 en 66).
3. Idem tot aankoop van grond benoo-
digd van den verbindingsweg ten N. O. van
Alkmaar (bijlage nr. 62).
4. Idem tot verlaging der rente van eene
met de Rijksverzekeringsbank aangegane
annuïteitsleening (bijlage nr. 64).
5. Idem tot verkoop van grond voor het
perceel Nieuwpoortslaan nr. 16 I (bijlage
nr. 67).
6. Idem tot verkoop van grond aan de
Maclaine Pontstraat hoek Burgemeester
Palingstraat (bijlage nr. 68).
7. Idem tot overneming van het gasbe
drijf der gemeente Warmenhuizen door
Alkmaar .(bijlage nr. 63).
OPENBARE KENNISGEVING.
Aanmelding en aangifte voor de
bevolkingsregisters.
Burgemeester en Wethouders van
Alkmaar:
gelet op het bepaalde in artikel 112 van
het besluit bevolkingsboekhouding, Staats
blad 1936 No. 342;
herinneren de bevolking aan haar
verplichtingen omschreven in de artikelen
3 tot en met 16 van genoemd besluit;
brengen als voornaamste ter openbare
kennis;
lo. dat, behoudens afwijkingen, ieder, die
in Nederland nachtrust of de daar
voor in de plaats tredende rust ge
niet, onverwijld moet worden opge
nomen in één der bevolkingsregisters;
2e. dat ieder moet worden opgenomen in
het bevolkingsregister der gemeente,
waar hij voornemens is duurzaam of
voor onbepaalden tijd als regel zijn
nachtrust of de daarvoor in de plaats
tredende rust te genieten;
3e. dat in geval van onzekerheid omtrent
het onder 2e. vermelde bijzondere
voorschriften gelden;
4e. dat, behoudens afwijkingen, ieder die
Nederland verlaat onverwijld van de
bevolkingsregisters moet worden
afgevoerd;
5e. dat bij adresvérandering binnen de
gemeente de noodige wijzigingen in
het bevolkingsregister moeten wor
den aangebracht.
Voorts, in verband met het bovenstaande:
a. dat aangifte van vertrek uit of van
verhuizing binnen de gemeente, mon
deling of schriftelijk moet geschieden
op den dag van, of uiterlijk vijf dagen
na het vertrek (by het verlaten van
Nederland ten hoogste vijf.dagen te
voren) of na de adresverandering, met
opgave van het laatste adres en van
den naam der gemeente, of van het
land en de plaats waarheen vertrok
ken en het nieuwe adres (zoo noodig
met opgave van den naam van. het
hoofd van het gezin);
b. dat aan den aangever van een ver
trek, behoudens bijzondere gevallen,
onmiddellijk een verhuiskaart wordt
uitgereikt of toegezonden, welke hem
dient als bewijs van afmelding en
welke binnen vijf dagen moet worden
ingeleverd bij het bestuur der Neder-
landsche gemeente in welker bevol
kingsregister de persoon moet worden
opgenomen
c. dat ieder, die in de gemeente nachtrust
of de daarvoor in de plaats tredende
rust geniet en die nog niet in een
bevolkingsregister is opgenomen of
die ten onrechte nog in het bevol
kingsregister eener andere gemeente
is opgenomen, zich binnen vijf dagen
na zijn aankomst in persoon moet
aanmelden bij het gemeentebestuur
onder overlegging van een paspoort of
ander identiteitsbewijs, indien hij uit
een plaats buiten Nederland en van
een verhuiskaart of legitimatiebewij
zen, indien hij uit een andere gemeen
te van Nederland is gekomen, tenzij
hij overeenkomstig de desbetreffende
bepalingen is vrijgesteld van aanmel
ding;
d. dat bestuurders van instellingen, ge
stichten of schepen, waarin personen
onder eenig bestuur inwonen, als
mede hotelhouders, pensionhouders
en kamerverhuurders uiterlijk vijf
dagen na de opneming of huisvesting
of na het vertrek, mededeeling moeten
doen van den geslachtsnaam en de
voornamen van ieder persoon, die
langer dan veertien dagen in de in
stelling, het gesticht, schip, hotel,
pension of huis wordt of is opgenomen
of gehuisvest, alsmede van ieder zoo
danig persoon, die daaruit vertrekt,
tenzij de persoon is vrijgesteld van
aanmelding;
e. dat overtreding van de voorschriften
wordt gestraft volgens de wet;
f. dat voor persoonlijke aanmelding en
voor mondelinge aangifte voor het
bevolkingsregister gelegenheid zal
worden gegeven op werkdagen van
negen tot en met twee uur (uitgezon
derd Zaterdags van negen tot en met
één uur) bij de afdeeling Bevolking
der gemeente-secretarie.
Alkmaar, 10 April 1937.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
F. H. VAN KINSCHOT, Burgemeester.
A. KOELMA, Secretaris.
KANTONGERECHT TE ALKMAAR.
Uitspraken van de strafzitting van
Vrijdag 9 April 1937.
Overtredingen van de Motor
en Rijwielwet:
D. S. te Alkmaar, 2 boete of 1 week
tuchtschool. S. J. te Alkmaar, M. H. te Alk
maar, ieder 1 boete of 1 dag hechtenis. K.
H. te Amsterdam, 2 boete of 1 dag hechte
nis. C. A. H. te Bergen, 2.50 boete of 2
dagen hechtenis. H. Th. K. te Alkmaar,
2.50 boete of 1 dag hechtenis. J. G. te
Oudorp, A. C. S. te Alkmaar, H. Y. te Wil-
dervank, ieder 2 boete of 2 dagen hechte
nis. A. C. te Bakkum, J. v. d. B. te Hoog
woud, J. K. te Alkmaar, H. S. te Hoorn,
P. K. te Andijk, J. W. te Alkmaar, R. K. te
Haarlem, G. P. te Heiloo, J. C. te Den Hel
der, J. V. te Oudorp, W. W. te Alkmaar, K.
den H. te Koedijk, J. K. te IJmuiden, A. K.
te Noordscharwoude, J. P. v. W., ieder
3 boete of 3 dagen hechtenis. S. G.
te Heerhugowaard, J. H. W. te Amsterdam,
G. T. te Heiloo, J. C. W. te Heiloo, P. B. te
Bergen, J. den H. te Broek op Langendijk,
A. P. te Broek op Langendijk, G. P. te Alk
maar, A. J. K. te Koedyk, N. W. te Haren-
karspel, A. V. te Zijpe, J. K. te Bergen, J.
W. v. d. S. te Limmen, ieder 4 boete of 4
dagen hechtenis. G. C. B. te Uitgeest, 2
boete of 2 dagen hechtenis. G. A. du P. te
Alkmaar, C. L. A, te Uitgeest, ieder 4 boete
of 4 dagen hechtenis, E. D. te Bergen, E. J.
v. G. te Groot-Schermer, ieder 5 boete of
3 dagen hechtenis. E. J. M. S. te Amsterdam
2 x f 2.50 boete of 2 x 2 dagen hechtenis.
P. B. te Heerhugowaard, 5 boete of 5 dagen
hechtenis. W. S. te Beemster, C. M. te Alk
maar, ieder 6 boete of 4 dagen hechtenis.
C. M. te Alkmaar, 6 4 boete of 4 en 2
dagen hechtenis.
Overtredingen van de Poli
tieverordeningen:
C. G. J. van W. te Castricum, 2 boete of
1 week tuchtschool. C. K. te Alkmaar, S. W.
te Heiloo, P. M. te Alkmaar, J. C. de K. te
Dordrecht, F. L. K. te Venhuizen, ieder 2
boete of 2 dagen hechtenis. J. G. S. te Deven
ter, J. V. te Broek op Langendijk, ieder f 3
boete of 3 dagen hechtenis. J. A. en O. H. te
Deventer, ieder 4 boete of 4 dagen hechte
nis.
Overtredingen van de Dr a<n k -
wet:
W. S. te Graft, 5 boete of 3 dagen Hech
tenis.
Overtreding van de Winfoe 1 -
sluitingswet:
S. P. K. te Alkmaar, 5 boete of 5 dagen
hechtenis.
Overtredingen van de Vis-
scherijwet:
J. M. te Alkmaar, 1 boete of 1 'dag
hechtenis.
Overtredingen van dp Ar
beidswet:
S. A. G. te Uitgeest, K. A. B. te Uitgeest,
ieder 1 boete of 1 dag hechtenis.
NEDERLANDSCHE REGEERING
BELEEDIGD.
Voor den politierechter te Breda siond
vandaag terecht de 45-jarige I. L., wo
nende te 's-Gravenhage, terzake dat hy op
6 October 1936 in een openbare vergade
ring der N. S. N. A. P., welke gehouden
werd in een zaal van het concertgebouw
„Thalia" te Breda, zich mondeling in be-
leedigenden vorm heeft uitgelaten over
het openbaar gezag.
Na het hooren van den hoofdagent van
politie B. B. eischte de officier van
Justitie 40.boete subs. 20 dagen
hechtenis.
De uitspraak van den politierechter
luidde 115.boete subs. 15 dagen
hechtenis.
Verdachte was niet verschenen.
Tusschen Paschen
en Pinksteren.
Zeven weken vol duizend wonderen.
Nieuw leven alom.
Dit zijn zeven weken vol verrassingen.
Zeven blijde weken. Zij dragen een heel
ander karakter dan de zeven weken die
vooraf zijn gegaan. Dat was de lijdenstijd,
voor een deel van de Christenheid de vas
tentijd; tijd van herdenking van Christus*
lijden en sterven. Dat was ook in de na
tuur een donkere tijd. Tijd van kille vla
gen, van wintersche koude, van nachtvorst
en hagelbuien. Het jonge groen wou nog
niet recht doorkomen, het blijde, fleurige
vogelleven in het lage land en elders nog
niet recht beginnen. Er was wel af en toe
een vleugje van lentewind, een belofte en
soms ook wel de werkelijkheid van nieuw
leven, maar hoe aarzelend nog, hoe wankel,
door hoe vele tegenwerkende machten be
dreigd!
Maar nu hebben de Paaschklokken ge
luid en van opstanding gesproken. En dl
was het een heel andere boodschap dan die
van natuurontluiking, die zij brengen wil
den, men moet toch wel als een Nurks en
een duisterling zijn Paaschdagen beleefcl
hebben als niet ook de ontwaking van het
natuurleven als werkelijkheid en als sym
bool tot het hart heeft gesproken.
De Paaschboodschap: Ik zeg u, sta op!
heeft geklonken over velden en wateren,
over bosschen en akkers en nu in deze we
ken voor Pinksteren, nu verrijst het in
derdaad alles, het een na het ander en
vervult opnieuw de aarde en tooit opnieuw
de wereld met weidsch en kostelijk ornaat.
Deze weken tusschen Paschen en Pink
steren, weken van April en vroege Mei,
het zijn de weken waarin de wilgekatjes
staan langs de slootkanten en het speen
kruid bloeit langs de wegen, waarin de
kieviten roepen over de velden en de wul
pen hun prachtigen fluittoon laten hooren
over moeras en duin. Het zijn de weken
waarin de zwaluwen terug komen en waar
in de dotterbloemen een feesttooi van laai
end geel leggen over de lage landen. De
koekoek begint te roepen en de roerdomp
te brullen in het rietland. Het groen van
struiken en boomen is nog pril en teer en
de bodem in het bosch dus ook nog niet
zoo donkerbeschaduwd als in den zomer.
Anemonen en primula's, helmbloemen en
viooltjes vinden nu, tusschen Paschen en
Pinksteren, licht genoeg om aan den voet
van hooge boomen te bloeien. In het water
en op het water begint zich nieuw leven te
roeren. De bloembollenvelden leggen kleu
rige tapijten neer daar waar het lang dor
en eentonig was. In tuin en park bloeit
en zingt het al uitbundiger. Uit zwarte
takken schiet bruidelijke bloeseming op en
uit oude, dor schijnende, half vergane wil
gentronken roert en rekt zich nieuw ge-
twijgte omhoog. Dit zijn de dagen van dui
zend wonderen, het oog schiet te kort om
alles te kunnen zien, het oor om alles te
kunnen hooren. De tijd, die al te snel ver
vliegt, is kostbaar, want elke dag is weer
anders en in een week is er zooveel ge
metamorfoseerd als in zomer en winter
relatief de meest eentonige seizoenen in
geen maand of maanden gebeurt.
Er is veel, dat kan tegenvallen en dat,
als de verwachtingen al te hoog gespan
nen zijn, zal tegenvallen in deze weken.
Ook April kan wintersch zijn en ook de
Meimaand guur. Maar toch in zon of re
gen, in warme koestering of in kille vla
gen, het verhaal van het eerste boek van
Genesis wordt werkelijkheid, tusschen Pa
schen en Pinksteren, en wat in het begin
van Goethe's Faust de engelen tot elkan
der zeggen, het wordt nooit treffender be
waarheid dan in deze zeven weken:
De onbegrijpTijk hooge werken
Zijn heerlijk als op d'eersten dag.
A. L. B.