Ervaringen Taxi-chauffeur. iUichtuaazt ytfieepstiidmym Jju/eaoMdeH Stukken JiuMicaties Jtechtniaken van een Meeraden. Als je tegenwoordig met een wagen rijdt en je komt aan den buitenkant van de stad, dan ontmoet je daar altijd heele rijen menschen, die willen meerijden. Zij steken hun hand op en trachten iets smeekends im hun blik te leggen. In den tijd, waarvan ik schrijf, gebeurde dat slechts heel zelden en als je een chauf feurspet op had, zoodat ze konden zien, dat het een taxi was, waar je mee reed, dan lieten ze je altijd ongemoeid passeeren! Op een avond had ik een vrachtje ge had naar de stad en op den terugweg had ik mijn pet naast mij gelegd. Juist als ik een zijstraat in wil slaan om naar de garage te rijden, steekt op den hoek een heer zijn hand op. Ik stop. Lc heb heelemaal geen gedachte aan een „meerijder," en als de heer mij vraagt: „Kan ik met u mee naar Hillegom?" dan zeg ik „zeker meneer", en ik houd het portier voor hem open! Ik rijd naar Hillegom en daar schuif ik de tusschenruit open en vraag, waar me neer zijn moet. „O, zet me er hier maar uit, ik woon daar in die zijstraat". „Alstublieft, meneer", en ik noem den prijs. „Wat zegt U? Maar ik heb u toch ge vraagd om te mogen meerijden!" „Meerijden?zeg bent u nou heele maal En dan zeg ik plotseling brutaal: „Als je niet gauw betaalt, rijd ik regel recht naar het politiebureau!" Dit maakt zichtbaar indruk en hij be gint te stotteren: „Maar meneer, ik bbben wwwerkloos en ik mmmoest naar Haarlem om een bbbaan- tje en nu is dat ook wwweer misgeloopen en ik had gggeen geld meer „Zoo", zeg ik, „zit de vork zoo aan den steel, „maar ik hoef toch zeker die strop niet te lijden?" „Nu, gaat u dan even mee naar mijn huis, dan zullen we zien wat mijn vrouw nog heeft". We rijden naar zijn huis. Een bleeke vrouw doet open. Boven huilt een kind. We komen in een klein, slecht gemeubileerd vertrek. Het is er on behaaglijk en half donker. Dan doet hij zijn vrouw het verhaal. Hoe hij, zooals hij wel meer heeft gedaan, een auto heeft aangehouden en hoe achter af bleek dat het een taxi was en dat die chauffeur die strop niet kon lijden.En hoeveel zij nou nog had.... De vrouw is zichtbaar geschrokken, maar zonder een woord gaat zij naar een armzalig linnenkastje en haalt daaruit een bakje met geld. Zij schudt het leeg op tafel. Eén vijf en zestig. Plotseling kan ik het niet meer aanzien. Ik sta op en grijp mijn pet. „Houd dat geld! Maar kijk in 't vervolg alsjeblieft een beetje uit, want ze zijn niet allemaal zoo gek als ik!" En voor ze van hun verbazing zijn be komen sta ik al buiten en haal mijn longen vol met frissche lucht. Ik ben kwaad en blij tegelijk! Ik rijd naar huis in een stemming, die ik niet kan beschrijven. Als ik binnen kom heeft de baas een kwade bui, omdat ik zoo lang ben weggebleven. Vier klanten heeft hij moeten wegsturen! Als ik hem mijn wedervaren vertel, zegt hij: „Dat is heelemaal mooi, we zijn toch Sier en gunder geen philanthropen. Dan betaal je dat zelf maar!" „Dat is goed", zeg ik groot. Maar als we Zaterdags afrekenen, staat er geen vrachtje naar Hillegom op mijn weekkaart depot te vermeesteren. Nog steeds zouden zich daar vluchtelingen bij de regeerings- troepen aanmelden. Pennaroye genaderd. Ook op andere fronten in Spanje hebben de regeeringstroepen het offensief hervat. Na enkele dagen vertraging is de strijd in de omgeving van Pozoblanco, aan het Cor- dova-front opnieuw ingezet. Zaterdag avond bevond het regeeringsleger zich op drie kilometer afstand van Pennaroya. De tegenstand der opstandelingen, die hier groote Italiaansche versterkingen zouden hebben ontvangen, was echter buitenge woon fel. Volgens de opstandelingen werd een regeeringsbataljon in de pan gehakt. Over het gebied van Bilbao en Santan der, waar regeerings- en opstandelingen- Offensieven elkaar afwisselen, zijn de be richten zeer tegenstrijdig. Durango hebben de opstandelingen echter nog altijd niet bereikt. Wel schijnen de Baskische troepen met hun tegenaanval ook nog weinig suc ces te hebben gehad. Overigens belemmert de regpn hier de operaties. Haven gebombardeerd. Tegen zes uur kwam gistermorgen een vliegtuig van de opstandelingen boven de havenwerken van Sagunto, even ten noor den van Valencia. Zeven bommen van bui tengewoon groote uitwerking werden neergeworpen. Vijf dooden bleven op het terrein van de havenwerken achter. Het aantal gewonden was aanzienlijk evenals de schade. Het vliegtuig ging er vandoor toen het lucht-afweergeschut in werking kwam. Vier Britsche koopvaardijschepen door opstandelingen bedreigd. Ten aanzien van een viertal Britsche koopvaardijschepen, die levensmiddelen naar Bilbao vervoeren en die St. Jean de Luz niet kunnen verlaten, aangezien de opstandelingen dreigen hen te beletten Bilbao binnen te loopen, verneemt Reuter, dat ofschoon er geen wijziging getreden is in de politiek der Britsche regeering ten opzichte van het beschermen der Britsche koopvaardijvloot tegen molestatie zij beschikt tot dit doel over ruimschoots vol doende krachten men zich van meening is, dat de practische blokkade te land en ter zee van Bilbao een toestand zonder pre cedent schept in den Spaanschen oorlog. Dit eischt een bestudeering en de Britsche regeering heeft de genoemde vier schepen aangeraden St. Jean de Luz te blijven in afwachting van een beslissing der Britsche regeering. INVAL IN SOEI YOEAN. In Noord-China zijn opnieuw berichten in omloop, welke melding maken van een inval in Soei Yoean. Volgens inlichtingen uit Chi- neesche bron zouden acht Japansche officie ren van het Kwantoengleger, die deel uit maken van het Japansche garnizoen in Noord-China, te Tsjang Pei zijn aangeko men om eenige militaire lezingen bij te wo nen, welke Mongoolsche en Mandsjoerijsche chefs onlangs hebben gehouden. Het doel is plannen voor een aanval en militaire voor bereidingen te bestudeeren, met name een uitbreiding der Mongoolsche effectieven en den aanleg van wegen. De Mongolen heffen reeds belastingen van de bevolking van Tsjahar. Foet Soyi, de gouvereur van Soei Yoean, die thans te Peking vertoeft, heeft te genover de Chineesche pers verklaard, dat de toestand kalm was, maar dat het noodig was te voorzien, dat binnenkort belangrijke militaire operaties zullen worden uitge voerd. De Chineesche autoriteiten in Soei Yoean laten versterkingen aanleggen. Zij stellen militaire opleiding voor de jonge lie- den verplichtend. ONZE POSTVLUCHTEN. De positie der postvluchten is: Djalak (uitr.) te Singapore. Nachtegaal (uitr.) te Basrah. Edelvalk (thuisr.) te Athene. Kievit (thuisr.) te Rangoon. DE „GODDELIJKE WIND". Gaat de „Queen Mary" tegemoet. De beide Japansche vliegers Masaaki Iinu- ma en Kenji Tsukogashi zijn hedenochtend met hun vliegtuig „Goddelijke wind" opge stegen om de „Queen Mary" boven het Kanaal tegemoet te vliegen. Zy willen op deze wijze eer brengen aan prins Chichibu, den broeder van den keizer van Japan, die naar Engeland komt om den keizer te vertegenwoordigen bij de kroning. STOOMVAARTLIJNEN. Stoomv. Mij. „Nederland". Johan van Oldenbarnevelt, thuisr. van Sabang 11 April. Johan de Witt, uitr. te Colombo 9 April. Poelau Roebiah, thuisr. te A'dam 11 April, Poelau Tello, uitr. v. Genua 10 April. Singkep, uitr. v. Suez 11 April. Poelau Bras, uitr. v. Suez 11 April. Bengalen, S. J. P. v. San Francisco 9 April. Marnix v. St. Aldegonde, uitr. v. Soutli- ampton 9 April. Christiaan Huygens, thuisr. v. Gibraltar 9 April. Sembilan, charter, te Batavia 9 April. HET BRANDGEVAAR DOOR DE KARPERTONFABRIEK. M. de redacteur, Op 26 October 1936 werd een door 17 bewoners van Dijk en Kanaalkade onder teekend adres aan den raad der gemeente Alkmaar gezonden, waarin geklaagd werd over den zeer ernstigen hinder van rook, asch- en roet vlokken afkomstig van de stook-installatie der Karpertonkaasfabriek, ingebouwd tusschen perceelen gelegen aan Dyk, Kaarsemakersgracht en Kanaalkade Bovendien werd in genoemd adres op het lang niet denkbeeldige brandgevaar voor de omliggende perceelen gewezen, daar meerdere malen groote stukken brandend stookmateriaal uit de pijp over de huizen dwarrelden. Resultaat was dat de betreffende instan ties deze klachten na onderzoek, onge grond verklaarden, zoodat de toestand on veranderd bleef. Als bewijs, dat het brandgevaar inder daad niet denkbeeldig was, stond er in Uw blad van 2 Februari het volgende berichtje: Begin van brand. „Om negen uur gisteren werd aan de politie bericht, dat boven den ketel in de Karperton-kaasfabriek aan de Kaarsema kersgracht eenige houten balken aan het smeulen waren geraakt. Met een paar To- tal-bluschapparaten is een begin van brand bedwongen". Naar aanleiding waarvan door een der omwonenden in een ingezonden stuk naar bovengenoemd adres (van 26 Oct 1936) verwezen werd. Resultaat nihil. Toestand onveranderd. (Gevaar voor belendende perceelen bleef!) bleef!) Een bewijs van recenten datum welk feit zeer waarschijnlijk wél in het politie-rap- port werd vermeld, doch in de plaatselijke pers niet te vinden was! Donderdagavond 8 April, te ruim acht uur werd de politie door een der omwo nenden van de Karpertonfabriek telefo nisch er van in kennis gesteld, dat uit de fabriekspijp groote stukken vuur op de omliggende perceelen vielen, waardoor een zeer groot brandgevaar ontstond. Ongeveer gelijktijdig met deze melding constateerden twee personen die zich in de buurt van de Frieschebrug bevonden, het zelfde, waarop deze zich met een in de na bijheid wonenden brandweerman in ver binding stelden. Weldra verschenen twee agenten, voor zien van een bluschapparaat, en werd in de fabriek een onderzoek ingesteld en maat regelen getroffen, waardoor erger kon worden voorkomen. Ondanks alle klachten toch zeker niet overdreven, zooals thans weer eens duidelijk bleek heeft deze toestand (brandgevaar) ongeveer 15 maanden be staan, Waarom, zoo vragen de omwonenden zich af, waarom wordt dit alles door de betref fende instanties getolereerd? Hebben bedoelde omwonenden dan in het geheel geen recht op bescherming van hun eigendommen? Waarom geen bepalingen op te leggen van roetvanger, roetvrije kolen enz.? Andere bedrijven worden toch ook, in dien van vrijwillige medewerking geen sprake is, op korten termijn bindende en afdoende bepalingen opgelegd! Of moet het soms ook hier worden van „het kalf en de put?" Tot mijn groote voldoening zag ik he denmorgen, dat de pijp voorzien was van een stuk kippengaas; mogelijk dat het brandgevaar door dezen maatregelvoldoen de veilig is gesteld. Met dank voor de opname, Omwonende. HET SCHILDERWERK AAN DEN WAAGTOREN. M. de R.! Gelukkig zorgt ons gemeentebestuur goed voor het onderhoud van onzen mooien Waagtoren en laat op vastgestelde tijden het houtwerk schilderen. Afgaande op vorige jaren zal de verf waarschijnlijk ook dezen keer wel weer bestaan uit een mooi lichtgeel kleurtje, bijgevolg is dan de toren weer voor een paar jaarleelijk en alle harmonie uit het oude bouwwerk verdwenen. De in deze kleur geschilderde deelen sluiten zich absoluut niet bij het geheel aan en springen op hinderlijke wijze naar voren, wat het best uitkomt als men van verre de stad nadert en het anders zoo fraaie silhouet zich als een in stukken ge sneden toren aan het oog vertoont. Volgde Gemeentewerken tot dusver niet wat slaafs de oude sleur, gedahtig dat de tijd op den duur Ie verf verkleurt en de harmonie van zelf hersteld wordt? Hier gaan toch enkele jaren overheen, terwijl zonder de duurzaamheid te scha den, wel een passender kleur aangebracht kan worden. Mogelijk stemt dit schrijven bevoegde autoriteiten tot nadenken, met gevolg dat straks de talrijke toeristen niet een toren te aanschouwen krijgen, die door 'n min der gelukkige kleur van het verfwerk veel van zijn schoonheid heeft ingeboet. Met dank voor de plaatsing. H. DE MEEUWEN EEN RAMP. Mijnheer de Redacteur, Een paar jaar geleden reeds heb ik in uw blad, na een bezoek te hebben gebracht aan de meeuwenkolonie in de Schoorlsche dui nen, als mijn meening verkondigd, dat het goed zou zijn deze heele kolonie op te rui men, en dan, na het aloude Zwanemeertje in zijn vroegere glorie te hebben hersteld (zonder boomen wel te verstaan), zoodoen de aan meerdere soorten vogels gelegenheid te geven zich daar te vestigen; hetgeen vroeger ook het geval was. Het artikel over de meeuwen-misère op het eiland Vlieland, in schrille kleuren ge- teekend door den heer W. H. van Dobben in het April-nummer van „De Levende Na tuur", heeft mij afdoende in die meening bevestigd. Er is in enkele nummers van uw blad van verleden zomer een zeer pijnlijke zaak be handeld van iemand, die een paar meeuwen nesten had uitgehaald en nog iemand, die meende dezen „boosdoener" een pak slaag te mogen geven. De afloop van deze affaire is mij niet be kend. Er zijn natuurlijk zoogenaamde na tuurbeschermers, die deze kolonie als hun troetelkind beschouwen, gezien het oneindig aantal palen met Verboden Toegang, die dit meeuwen-rooversterrein afbakenen. Wanneer alle kustbewoners van Egmond, Bergen en Schoorl gedurende 20 jaar ver gunning kregen om ieder meeuwennest uit te halen (wat een heerlijk en voordeelig werkje zou het zijn voor de tallooze werk- loozen, gevoegd bij het herscheppen van dat duinmeertje, zonder boomen) dan zou na die 20 jaar daar een mooie broedplaats kunnen komen van sterns, strandloopers, bonte pie ten, bergeenden enz. En u moet niet den ken, dat dan de meeuwen geheel zouden zijn verdwenen. Van de 1000 paren bergeenden, die jaar lijks op Vlieland broeden (zie genoemd art. in D.L.N.) en dus gemiddeld 10.000 jongen voortbrengen, is het vorig jaar practisch geen enkel jong groot geworden. Dat dit een ramp is voor onze kust, en dat de vogelbe scherming, niettegenstaande onze mooie vogelwetten, in de duinen niet veel heeft te beteekenen, zult u moeten toestemmen. Een radicale verandering van systeem is wel gewenscht. Met dank voor de plaatsing. E. MOLENAAR, Alkmaar, 9 April '37. Westerweg 104a. Gemeenteraad van Alkmaar De burgemeester van Alkmaar roept de leden van den gemeenteraad op ter bijwo ning eener vergadering op Donderdag 15 April 1937 nam. één uur, ten einde te be raadslagen en te besluiten omtrent de hieronder vermelde punten: 1. Vaststelling der notulen van de vorige vergadering. Mededeelingen. Ingekomen stukken. 2. Voorstel inzake het verleenen van medewerking voor aanschaffing van schoolmeubelen, leer- en hulpmiddelen voor de r. k. Meisjesscholen (bijlagen nrs. 65 en 66). 3. Idem tot aankoop van grond benoo- digd van den verbindingsweg ten N. O. van Alkmaar (bijlage nr. 62). 4. Idem tot verlaging der rente van eene met de Rijksverzekeringsbank aangegane annuïteitsleening (bijlage nr. 64). 5. Idem tot verkoop van grond voor het perceel Nieuwpoortslaan nr. 16 I (bijlage nr. 67). 6. Idem tot verkoop van grond aan de Maclaine Pontstraat hoek Burgemeester Palingstraat (bijlage nr. 68). 7. Idem tot overneming van het gasbe drijf der gemeente Warmenhuizen door Alkmaar .(bijlage nr. 63). OPENBARE KENNISGEVING. Aanmelding en aangifte voor de bevolkingsregisters. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar: gelet op het bepaalde in artikel 112 van het besluit bevolkingsboekhouding, Staats blad 1936 No. 342; herinneren de bevolking aan haar verplichtingen omschreven in de artikelen 3 tot en met 16 van genoemd besluit; brengen als voornaamste ter openbare kennis; lo. dat, behoudens afwijkingen, ieder, die in Nederland nachtrust of de daar voor in de plaats tredende rust ge niet, onverwijld moet worden opge nomen in één der bevolkingsregisters; 2e. dat ieder moet worden opgenomen in het bevolkingsregister der gemeente, waar hij voornemens is duurzaam of voor onbepaalden tijd als regel zijn nachtrust of de daarvoor in de plaats tredende rust te genieten; 3e. dat in geval van onzekerheid omtrent het onder 2e. vermelde bijzondere voorschriften gelden; 4e. dat, behoudens afwijkingen, ieder die Nederland verlaat onverwijld van de bevolkingsregisters moet worden afgevoerd; 5e. dat bij adresvérandering binnen de gemeente de noodige wijzigingen in het bevolkingsregister moeten wor den aangebracht. Voorts, in verband met het bovenstaande: a. dat aangifte van vertrek uit of van verhuizing binnen de gemeente, mon deling of schriftelijk moet geschieden op den dag van, of uiterlijk vijf dagen na het vertrek (by het verlaten van Nederland ten hoogste vijf.dagen te voren) of na de adresverandering, met opgave van het laatste adres en van den naam der gemeente, of van het land en de plaats waarheen vertrok ken en het nieuwe adres (zoo noodig met opgave van den naam van. het hoofd van het gezin); b. dat aan den aangever van een ver trek, behoudens bijzondere gevallen, onmiddellijk een verhuiskaart wordt uitgereikt of toegezonden, welke hem dient als bewijs van afmelding en welke binnen vijf dagen moet worden ingeleverd bij het bestuur der Neder- landsche gemeente in welker bevol kingsregister de persoon moet worden opgenomen c. dat ieder, die in de gemeente nachtrust of de daarvoor in de plaats tredende rust geniet en die nog niet in een bevolkingsregister is opgenomen of die ten onrechte nog in het bevol kingsregister eener andere gemeente is opgenomen, zich binnen vijf dagen na zijn aankomst in persoon moet aanmelden bij het gemeentebestuur onder overlegging van een paspoort of ander identiteitsbewijs, indien hij uit een plaats buiten Nederland en van een verhuiskaart of legitimatiebewij zen, indien hij uit een andere gemeen te van Nederland is gekomen, tenzij hij overeenkomstig de desbetreffende bepalingen is vrijgesteld van aanmel ding; d. dat bestuurders van instellingen, ge stichten of schepen, waarin personen onder eenig bestuur inwonen, als mede hotelhouders, pensionhouders en kamerverhuurders uiterlijk vijf dagen na de opneming of huisvesting of na het vertrek, mededeeling moeten doen van den geslachtsnaam en de voornamen van ieder persoon, die langer dan veertien dagen in de in stelling, het gesticht, schip, hotel, pension of huis wordt of is opgenomen of gehuisvest, alsmede van ieder zoo danig persoon, die daaruit vertrekt, tenzij de persoon is vrijgesteld van aanmelding; e. dat overtreding van de voorschriften wordt gestraft volgens de wet; f. dat voor persoonlijke aanmelding en voor mondelinge aangifte voor het bevolkingsregister gelegenheid zal worden gegeven op werkdagen van negen tot en met twee uur (uitgezon derd Zaterdags van negen tot en met één uur) bij de afdeeling Bevolking der gemeente-secretarie. Alkmaar, 10 April 1937. Burgemeester en Wethouders voornoemd, F. H. VAN KINSCHOT, Burgemeester. A. KOELMA, Secretaris. KANTONGERECHT TE ALKMAAR. Uitspraken van de strafzitting van Vrijdag 9 April 1937. Overtredingen van de Motor en Rijwielwet: D. S. te Alkmaar, 2 boete of 1 week tuchtschool. S. J. te Alkmaar, M. H. te Alk maar, ieder 1 boete of 1 dag hechtenis. K. H. te Amsterdam, 2 boete of 1 dag hechte nis. C. A. H. te Bergen, 2.50 boete of 2 dagen hechtenis. H. Th. K. te Alkmaar, 2.50 boete of 1 dag hechtenis. J. G. te Oudorp, A. C. S. te Alkmaar, H. Y. te Wil- dervank, ieder 2 boete of 2 dagen hechte nis. A. C. te Bakkum, J. v. d. B. te Hoog woud, J. K. te Alkmaar, H. S. te Hoorn, P. K. te Andijk, J. W. te Alkmaar, R. K. te Haarlem, G. P. te Heiloo, J. C. te Den Hel der, J. V. te Oudorp, W. W. te Alkmaar, K. den H. te Koedijk, J. K. te IJmuiden, A. K. te Noordscharwoude, J. P. v. W., ieder 3 boete of 3 dagen hechtenis. S. G. te Heerhugowaard, J. H. W. te Amsterdam, G. T. te Heiloo, J. C. W. te Heiloo, P. B. te Bergen, J. den H. te Broek op Langendijk, A. P. te Broek op Langendijk, G. P. te Alk maar, A. J. K. te Koedyk, N. W. te Haren- karspel, A. V. te Zijpe, J. K. te Bergen, J. W. v. d. S. te Limmen, ieder 4 boete of 4 dagen hechtenis. G. C. B. te Uitgeest, 2 boete of 2 dagen hechtenis. G. A. du P. te Alkmaar, C. L. A, te Uitgeest, ieder 4 boete of 4 dagen hechtenis, E. D. te Bergen, E. J. v. G. te Groot-Schermer, ieder 5 boete of 3 dagen hechtenis. E. J. M. S. te Amsterdam 2 x f 2.50 boete of 2 x 2 dagen hechtenis. P. B. te Heerhugowaard, 5 boete of 5 dagen hechtenis. W. S. te Beemster, C. M. te Alk maar, ieder 6 boete of 4 dagen hechtenis. C. M. te Alkmaar, 6 4 boete of 4 en 2 dagen hechtenis. Overtredingen van de Poli tieverordeningen: C. G. J. van W. te Castricum, 2 boete of 1 week tuchtschool. C. K. te Alkmaar, S. W. te Heiloo, P. M. te Alkmaar, J. C. de K. te Dordrecht, F. L. K. te Venhuizen, ieder 2 boete of 2 dagen hechtenis. J. G. S. te Deven ter, J. V. te Broek op Langendijk, ieder f 3 boete of 3 dagen hechtenis. J. A. en O. H. te Deventer, ieder 4 boete of 4 dagen hechte nis. Overtredingen van de Dr a<n k - wet: W. S. te Graft, 5 boete of 3 dagen Hech tenis. Overtreding van de Winfoe 1 - sluitingswet: S. P. K. te Alkmaar, 5 boete of 5 dagen hechtenis. Overtredingen van de Vis- scherijwet: J. M. te Alkmaar, 1 boete of 1 'dag hechtenis. Overtredingen van dp Ar beidswet: S. A. G. te Uitgeest, K. A. B. te Uitgeest, ieder 1 boete of 1 dag hechtenis. NEDERLANDSCHE REGEERING BELEEDIGD. Voor den politierechter te Breda siond vandaag terecht de 45-jarige I. L., wo nende te 's-Gravenhage, terzake dat hy op 6 October 1936 in een openbare vergade ring der N. S. N. A. P., welke gehouden werd in een zaal van het concertgebouw „Thalia" te Breda, zich mondeling in be- leedigenden vorm heeft uitgelaten over het openbaar gezag. Na het hooren van den hoofdagent van politie B. B. eischte de officier van Justitie 40.boete subs. 20 dagen hechtenis. De uitspraak van den politierechter luidde 115.boete subs. 15 dagen hechtenis. Verdachte was niet verschenen. Tusschen Paschen en Pinksteren. Zeven weken vol duizend wonderen. Nieuw leven alom. Dit zijn zeven weken vol verrassingen. Zeven blijde weken. Zij dragen een heel ander karakter dan de zeven weken die vooraf zijn gegaan. Dat was de lijdenstijd, voor een deel van de Christenheid de vas tentijd; tijd van herdenking van Christus* lijden en sterven. Dat was ook in de na tuur een donkere tijd. Tijd van kille vla gen, van wintersche koude, van nachtvorst en hagelbuien. Het jonge groen wou nog niet recht doorkomen, het blijde, fleurige vogelleven in het lage land en elders nog niet recht beginnen. Er was wel af en toe een vleugje van lentewind, een belofte en soms ook wel de werkelijkheid van nieuw leven, maar hoe aarzelend nog, hoe wankel, door hoe vele tegenwerkende machten be dreigd! Maar nu hebben de Paaschklokken ge luid en van opstanding gesproken. En dl was het een heel andere boodschap dan die van natuurontluiking, die zij brengen wil den, men moet toch wel als een Nurks en een duisterling zijn Paaschdagen beleefcl hebben als niet ook de ontwaking van het natuurleven als werkelijkheid en als sym bool tot het hart heeft gesproken. De Paaschboodschap: Ik zeg u, sta op! heeft geklonken over velden en wateren, over bosschen en akkers en nu in deze we ken voor Pinksteren, nu verrijst het in derdaad alles, het een na het ander en vervult opnieuw de aarde en tooit opnieuw de wereld met weidsch en kostelijk ornaat. Deze weken tusschen Paschen en Pink steren, weken van April en vroege Mei, het zijn de weken waarin de wilgekatjes staan langs de slootkanten en het speen kruid bloeit langs de wegen, waarin de kieviten roepen over de velden en de wul pen hun prachtigen fluittoon laten hooren over moeras en duin. Het zijn de weken waarin de zwaluwen terug komen en waar in de dotterbloemen een feesttooi van laai end geel leggen over de lage landen. De koekoek begint te roepen en de roerdomp te brullen in het rietland. Het groen van struiken en boomen is nog pril en teer en de bodem in het bosch dus ook nog niet zoo donkerbeschaduwd als in den zomer. Anemonen en primula's, helmbloemen en viooltjes vinden nu, tusschen Paschen en Pinksteren, licht genoeg om aan den voet van hooge boomen te bloeien. In het water en op het water begint zich nieuw leven te roeren. De bloembollenvelden leggen kleu rige tapijten neer daar waar het lang dor en eentonig was. In tuin en park bloeit en zingt het al uitbundiger. Uit zwarte takken schiet bruidelijke bloeseming op en uit oude, dor schijnende, half vergane wil gentronken roert en rekt zich nieuw ge- twijgte omhoog. Dit zijn de dagen van dui zend wonderen, het oog schiet te kort om alles te kunnen zien, het oor om alles te kunnen hooren. De tijd, die al te snel ver vliegt, is kostbaar, want elke dag is weer anders en in een week is er zooveel ge metamorfoseerd als in zomer en winter relatief de meest eentonige seizoenen in geen maand of maanden gebeurt. Er is veel, dat kan tegenvallen en dat, als de verwachtingen al te hoog gespan nen zijn, zal tegenvallen in deze weken. Ook April kan wintersch zijn en ook de Meimaand guur. Maar toch in zon of re gen, in warme koestering of in kille vla gen, het verhaal van het eerste boek van Genesis wordt werkelijkheid, tusschen Pa schen en Pinksteren, en wat in het begin van Goethe's Faust de engelen tot elkan der zeggen, het wordt nooit treffender be waarheid dan in deze zeven weken: De onbegrijpTijk hooge werken Zijn heerlijk als op d'eersten dag. A. L. B.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 12