DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De blokkade besproken in het Lagerhuis.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 88
Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Donderdag 15 April 1937
Hoofdredacteur; Tj. N. ADEMA.
139© Jaargang
De algemeene toestand.
Alkmaar, 15 April.
Gisteren hebben wij in deze rubriek
melding gemaakt van de Duitsche protest
nota aan het Vaticaan, zulks in verband
met het pauselijk rondschrijven aan de
Duitsche katholieke geestelijkheid. Die
Duitsche nota wees men heeft het
gisteren, vrij uitvoerig kunnen lezen
voornamelijk op de methode, welke de
Heilige Stoel heeft gevolgd om haar grie
ven te uiten. Ze acht de publicatie van de
encycliek een onvriendelijke daad tegen
over de Duitsche regeering op het oogen-
blik dat nog steeds onderhandelingen
gaande zijn.
De vraag is nu: wat zal het Vaticaan
met de Duitsche nota doen. Zal het ze
voor kennisgeving aannemen of zal het er
op antwoorden? Volgens het Fransche
persbureau Havas heeft men in de krin
gen van het Vaticaan den indruk, dat
overeenkomstig de diplomatieke traditie
van het Vaticaan, de paus zich de zij
het ook zeer geringe mogelijkheid om
nog tot een verzoening te komen, niet zal
laten ontsnappen en daarom op de Duit
sche nota zal antwoorden.
Met meer dan gewone belangstelling
mag men dit antwoord tegemoet zien,
omdat de Duitsche kerkstrijd met de
jongste kwesties in een nieuw en zeer be
langwekkend stadium is gekomen.
n
Juist daarom moet ook het proces tegen
de katholieke geestelijken in Berlijn mét
meer dan gewone belangstelling gevolgd
worden, al heeft men in dat proces de
politiek onwrikbaar vastgekoppeld aan de
Roomsche geloofsleer. In 't kort komt de
beschuldiging hier'op neer:
Drie katholieke geestelijken en vier
leden van katholiekè jeugdorganisaties
worden er van beschuldigd, een poging in
het werk te hebben gesteld om katholieken
en communisten te vereenigen in een
eenheidsfront.
De verdachte priesters zijn Joseph Ros
saint, die 15 maanden in voorrarrest heeft
gezeten, en Kremer en Clémens resp. 36
en 45 jaar. De president van de rechtbank
tracht te bewijzen dat de verdachten en
in het bijzonder de priester Rossaint, die
de leider was 'an de groep die terecht
staat, contact zochten met communisten
om met hen te samen actie te voeren
tegen den staat.
Rossaint zegt dat hij het gezelschap van
de communisten had gezocht om hen te
bewegen naar de kerk te komen. Volgens
een van zijn verklaringen verwelkomden
de communisten hém in hun kringen zoo
als zij iedereen verwelkomden, en verder
heeft hij toegegeven dat somtijds over
politieke aangelegenheden werd gespro
ken en over plannen om het nationaal
socialistische bewind omver te werpen.
Rossaint voert tot zijn verdediging aan dat
hij nooit in de plannen van de communis
ten is getreden, hoewel hij zich nooit tegen
hun propaganda heeft verzet, doch dit
omdat hij meende, dat een dergelijke pro
paganda nimmer overtuigend kan werken.
Verder heeft de priester Rossaint ver
klaard, dat hij een communistisch meisje
dat op het oogenblik een gevangenisstraf
van 15 jaar uitzit, geïntroduceerd had in
de kringen van de katholieke jeugd, om
haar in kennis te stellen van het katho
lieke standpunt en om den leden van de
groep de gelegenheid te geven het meisje
te bekeeren.
Intusschen worden de verklaringen van
dit meisje zeer bezwarend geacht voor
Rossaint. Zij heeft namelijk medegedeeld,
dat Rossaint zich in principe kon vereeni-
gen met een eenheidsfront van commu
nisten en katholieken. Hij achtte daarvoor
den tijd echter nog niet rijp, doch was van
meening dat met de verspreiding van
illegale pamfletten veel te bereiken zou
zijn. Zij heeft eveneens verklaard, dat
Rossaint 150 exemplaren van het commu
nistische blaadje Die Junge Garde had
besteld. Rossaint ontkent dit echter.
Op een vraag van den president, waar
om hij het plan had opgevat om een be
zoek te brengen aan dè Sovjet Unie, zeide
Rossaint, dat hij dit plan in 1929 had ge
had, omdat hij belangstelling had voor de
houding van de Sovjets tegenover religie
en geestelijke aangelegenheden. De presi
dent vroeg hem toen, waarom hij niet
naar Italië was gegaan, waar een grootere
belangstelling bestond voor religieuze
zaken.
Intusschen kon de verdediger van Ros
saint verklaren, dat de priester twee arti
kelen had geschreven tegen Stalin en het
communisme waarin hij o.m. had gezegd:
„het communisme is altijd onze vijand ge
weest en zal het altijd blijven ook."
De Spaansehe revolutie
Een motie van afkeuring van majoor Attlee.
Italiaansche aantijgingen.
In het Lagerhuis heeft majoor Attlee
gisteren de volgende motie van afkeu
ring van het regeeringsbeleid inge
diend:
Dit Huis heeft de verklaringen van
den premier nopens den toestand bij
Bilbao vernomen en betreurt de nala
tigheid van de regeering om de Engel-
sche scheepvaart afdoende te willen
beschermen bij de rechtmatige uitoefe
ning van haar functies.
In de toelichting zeide Attlee, dat het be
sluit der regeering om Britsche schepen te
waarschuwen de haven van Bilbao niet aan
te doen een opgeven beteekende van de
historische rechten van den vrijen handel
van Britsche schepen. Ook de internationale
gebruiken worden door deze waarschuwing,
die in feite natuurlijk met een verbod ge
lijkstond, miskend.
De non-interventie-commissie had van re-
geeringsstandpunt terecht, verboden dat
Britsche schepen wapens of munitie naar
Spanje zouden vervoeren, maar hier was
slechts sprake van levensmiddelen, en ook
de meest rekbare uitleg, dien men aan het
begrip afzijdigheid kan geven, kan niet
eischen dat men Spaansche vróuwen en kin
deren laat verhongeren. Spr. had persoon
lijk een telegram ontvangen van de Baski-
sche regeering waarin deze verzekert, dat er
geen effectieve blokkade van Bilbao be
staat, hetgeen het best blijkt uit het feit,
dat tusschen 6 en 13 April nog 6 Britsche
schepen ongehniderd de haven van Bilbao
hebben bezocht en weer verlaten. Hetzelfde
telegram was vanmiddag door den Spaan-
schen ambassadeur bekend gemaakt, maar
nu Franco blijkbaar niet bij machte was, de
eerste voorwaarde voor een blokkade te ver
vullen, n.1. dat zij effectief zij, komt de Brit
sche regeering hem ongevraagd een handje
helpen. Er is op geen enkel schip geschoten
en de haven van Bilbao is volkomen vrij
van mijnen. Wanneer de Britsche regeering
de schepen onder haar vlag slechts in volle
zee wil beschermen®, dan zal de Baskische
regeering verder wel zorgen, dat zij de ha
ven van Bilbao kunnen bereiken.
Eden's antwoord.
In antwoord op de critiek op het beleid
van de regeering zeide minister Eden gister
avond nog, dat de regeering de strijdende
partijen in Spanje niet zou erkennen als oor
logvoerenden, want dan zouden beide par
tijen het recht hebben Britsche schepen, die
de blokkade zouden trachten te breken, aan
te houden, niet alleen binnen de territoriale
wateren, doch ook op volle zee, zonder dat
de Britsche oorlogsschepen hieraan iets zou
den kunnen doen. Eden achtte het zijn
plicht, de Britsche schepen te waarschuwen,
aangezien hij uit de rapporten van den Brit-
schen consul te Bilbao vernomen had, dat de
stad sedert veertien dagen met succes werd
gebombardeerd. Wat betreft de mijnen bui
ten de territoriale wateren is de regeering
zeker bereid, de mogelijkheid te bestudee-
ren deze te verwijderen. Indien dit noodig
is voor de veiligheid van de Britsche koop
vaardijvloot. Doch als de regeering mijnen
vegers zou zenden om de mijnen te verwij
deren teneinde het mogelijk te maken een
geblokkeerde stad te bereiken, dan zou men
dit als interventie kunnen beschouwen.
Minister Eden verklaarde verder, dat de
kwestie van de vrijwilligers nader moet
worden bestudeerd op de komende vergade
ring van de niet-inmengingscommissie. Het
doel van de regeering is bovenal te voorko
men, dat het Spaansche conflict zich verder
dan de Spaansche grenzen zal uitstrekken.
Hij is niet bovenmate verontrust door de
beschuldigingen van lafheid, welke de re
geering naar het hoofd zijn geslingerd. De
minister is niet verantwoordelijk voor zijn
eigen leven, dat van geen belang is, doch
voor het leven van millioenen. De minister
zou het lafheid noemen zich een gemakke
lijk succes te verzekeren ten koste van het
in gevaar brengen van den vrede.
Sprekende over de woorden van Chur-
chill zeide Eden, dat deze niet zal verwach
ten, dat op het oogenblik over deze kwestie
zal worden gesproken.
Indien het land bij kan dragen tot het
doen beëindigen van het conflict dan zal
de regeering hierin niet aarzelen.
Onder applaus van de meerderheid in het
Huis werd hierop de motie van de opposi
tie verworpen.
Italiaansch blad geeft nieuwe voor
beelden van Fransche en Russische
inmenging in Spanje.
De Giornale d'Italia publiceert een artikel
van den directeur van dit blad, waarin nieu
we voorbeelden worden aangehaald van
Fransche en Russische steunverleening aan
de Spaansche regeering te Valencia sedert
de inwerkingtreding van het niet-inmen-
gingsverdrag.
In dit artikel wordt medegedeeld, dat de
regeering te Valencia in de periode van 15
tot 20 Maart j.1. 150 Russische vliegtuigen
heeft ontvangen, die in gedemonteerden staat
te Cartagena zijn aangekomen, en 50 Fran
sche toestellen, die door de lucht zijn aange
voerd. In denzelfden tijd verwachtte men
nog 150 Russische vliegtuigen, die in Klein-
Azië gereed stonden om te vertrekken, ter
wijl een Spaansche missie te Parijs onder
handelde over den aankoop van 124 Fran
sche toestellen van het type Potez.
Eind Maart zijn 17 vliegtuigen van Rus
sisch maaksel, die in Frankrijk waren ge
monteerd van Sete naar Spanje vertrokken.
Op 17 Maart zijn van Toulouse 200 Fran
sche luchtvaartmotoren type Bloch en 200
van het type Caudron-Renault goed ver
pakt in geplombeerde wagons van Toulou
se verzonden en via Cerbere te Barcelona
aangekomen.
Daar voor zooveel Russische en Fransche
vliegtuigen een tekort - aan Spaansche be
stuurders bestond, zijh eind Maart van Tou
louse uit tal van Fransche vliegers en werk
tuigkundigen, voorzien van de noodige pa
pieren, gezonden. Voorts heeft het commu
nistisch gemeenteraadslid van Toulouse 30
werktuigkundigen en 8 vliegers naar het in
handen der regeering te Valencia zijnde
Spaansch gebied laten vertrekken. Deze
communist staat volgens het blad in nauwe
betrekking tot de afd. E van het Fransche
ministerie van luchtvaart.
Het blad weet verder te melden, dat in
de Zuid-Fransche steden nog steeds vrijwil
ligers voor Spanje worden geworven. Het
vermeldt de adressen van de voornaamste
recruteeringsbureaux, waarvan Toulouse
het voornaamste centrum is.
Het blad meldt tevens, dat volgens inlich
tingen van deserteurs der regeeringstroe-
pen, ook Algerijnsche soldaten tezamen met
de regeeringsmilities aan het front van Ma
drid strijden.
De Giornale deelt dan mede, dat op 11 en
17 Maart j.1. in totaal 47 Fordson-vracht-
auto's met wapens ën munitie van Toulouse
naar Spanje zijn vertrokken.
Zij werden aan de Spaansche grens aan
gehouden, doch na een telefonische order
uit Parijs konden zij de reis voortzetten.
Het blad geeft nog meer, tot in bijzonderhe
den omschreven, voorbeelden van het zen
den van wapentuig van Frankrijk naar
Spanje, en deelt mede, dat tusschen de
Fransche havens en de in handen der regee
ring zijnde Spaansche havens een levendige
sluikhandel in wapens wordt gedreven.
Tot slot eischt het blad, dat de niet-in-
mengingspolitiek ook werkelijk op loyale
wijze wordt toegepast, opdat een einde
komt aan de dubbelzinnigheid, die de toch
reeds zoo moeilijke toestanden in Europa
slechts kan verergeren.
De strijd om Madrid.
Gisternacht hebben de opstandelingen
heftige aanvallen op den Monte Cababitas,
den Cerro del Aguila en de Fransche brug
gedaan, nadat hun geschut zich had doen
hooren. Gedurende vier uur werd aan beide
zijden artillerievur onderhouden. De recht-
sche aanval stuitte op hardnekkigen tegen
stand. Naar verzekerd wordt, hebben de
regeeringstroepen de stellingen, die zij ver
overd hadden ten zuiden van den Gababi-
tas, bij den Cerro del Aguila en de nieuwe
renbaan, langs den weg naar Castilie en voor
de Fransche brug, kunnen handhaven. Bij
het aanbreken van den dag gingen zij tot
een krachtigen tegenaanval over. De lucht
macht nam de vijandelijke stellingen onder
vuur. Terzijde van den Cerro moesten de
opstandelingen zich op de tweede linie te
rugtrekken.
In den. sector van het Escoriaal hebben de
regeeringstroepen na een hevige geschut-
voorbereiding een opmarsch over 8 K.M. in
de richting van Las Navas tot stand ge
bracht.
De opstandelingen boden weinig weer
stand, tengevolge van de omstandigheid, dat
in dezen sector een tweede steunlinie aan
wezig was. Oprukkende langs Atalaya dron
gen de regeeringstroepen, die gebruik maak
ten van de verwarring, welke in de vijan
delijke achterhoede heerschte, door tot het
station van Las Navas.
Het blad „Diaro Vasco meldde, dat een
Spaansch koopvaardijschip, de „Mar Cari-
ba" dat trachtte de kust van Biskaje te na
deren, gebombardeerd is door een water
vliegtuig der opstandelingen. Het was ge
dwongen de wijk te nemen naar zee.
Mogelijkheid van een zeeslag.
Men houdt te Hendaye rekening met de
mogelijkheid van een zeeslag, er is n.1. be
richt ontvangen volgens hetwelk zekere
eenheden der weer in orde gebrachte oor
logsvloot der Spaansche regeering zich naar
de golf van Gascogne begeven.
Mededeelingen van de opstandelingen.
Het groote hoofdkwartier van de troepen
Franco deelt mede, dat de vijfde divisie aan
het noordelijk front voortgaat met het ver
zamelen van dooden en oorlogsmaterieel,
dat de regeeringstroepen in den sector Al-
mudevar Huesca hebben achtergelaten.
In den sector Santa Luteria verloren de
regeeringstroepen 407 man, waaronder de
commandant van het bataljon Traponsky,
een kapitein en verscheidene luitenants.
Een luitenant, twee sergeants en zestien
soldaten meldden zich bij de linies der recht-
schen. De zesde divisie heeft in den sector
Urquiola een aanval van den vijand afge
slagen.
Van de achtste divisie en de divisies Avi-
la en Soria valt niets te melden.
De legergroep voor Madrid leverde lichte
vuurgevechten. Het hoofdkwartier ontkent,
dat de regeeringstroepen hun stellingen heb
ben verbeterd, zij hebben integendeel ver
liezen geleden, de verbindingen met de
rechtsche troepen in de universiteitswijk
blijven gehandhaafd en het moreel van de
troepen is uitmuntend. In het zuiden is een
aanval op Siërra Dela Grana in den sector
Cordova afgeslagen. In de overige sectoren
werden vuurgevechten geleverd.
Een interview met Haile Selassi
Teleurgesteld in
den Volkenbond.
De Negus hoopte steeds op hulp
van Engeland.
In 1'Intransigeant vertelt Bertrand de
Jouvenel van zijn bezoek aan Haile Selas-
sié, den negus van Abessinië, in diens
heerenhuis te Bath (Zuid-Engeland).
Ik word binnengelaten in een heel dood
gewone kamer, schrijft De Jouvenel en
zie daar een man met samengevouwen
handen, die het bovenlichaam voorover
neigt en mijn groet beantwoordt.
Zijn kleeding en vooral zijn gebaren
hebben een priesterlijk karakter. Er staat
in het vertrek een harde ouderwetsche
canapé, waarop enkele maanden geleden
wellicht een oude dame heeft zitten
breien. De negus neemt daarop plaats: hij
blijft kaarsrecht zitten, zijn handen op de
knieën, in de houding van een monarch.
„Ik geloofde niet aan een oorlog".
Het model van zijn gelaat, zijn slanke
vingers, dat alles geeft hem een fijnheid
als van een orchidée
Dat is toch niet het hoofd van een oor
logszuchtig volk? Zijn stem is zoo harmo
nieus, als geschapen om verzen te zeggen.
Hij zucht.
Haile Selassi.
Mijn volk zou zich op een heel an
dere wijze hebben kunnen verdedigen als
het thans gedaan heeft. Maar wij waren er
niet op voorbereid. Dat is mijn schuld. Ik
geloofde niet aan een oorlog
En langzaam vervolgt hij dan, met een
stem, waarin iets droomerigs ligt:
Wij waren er niet heelemaal zeker
van of het buitenland geen booze plannen
ten opzichte van Abessinië koesterde
en daarom was het voor ons een groote
vreugde toen wij in 1923 werden toegela
ten tot den Volkenbond.
Wij waren gered Bij ons heeft het
woord „bond" een heilige beteekenis.
Mijn volk heeft zich daarvan een voor
stelling gemaakt, alsof de hoofden van de
52 naties der blanken met mij waren neer
gezeten en dat er een kelk rondging van
hand tot hand. De buitenlandsche opper
hoofden hebben uit den beker gedronken,
dus moeten ze ons helpen.
„Wij zijn een primitief volk", zegt hij
dein, als om zich te verontschuldigen.
Desnoods een accoord met
Mussolini.
De' campagne van de Volkenbonds-
vereeniging in Engeland en het verschij
nen van de Engelsche vloot in de Middel-
landsche Zee hebben u natuurlijk nog
moed gegeven?
Dan licht hij even het hoofd. Ja, dat
herinnert hij zich nog. Er ligt voor een
oogenblik een glans over zijn gelaat:
Toen ik een telegram ontving, waar
in mededeeling werd gedaan, dat Engel
sche kruisers te Gibraltar waren aange
komen, dach ik bij mezelf: Ik heb toch
gelijk gehad, dat ik vertrouwen bleef
koesteren. Maar
De woorden besterven hem op de lip
pen. De kleine handen beven lichtelijk.
Indien ik dat geweten had, zou ik
met Mussolini een accoord hebben geslo
ten. En ik zou aan mijn volk die vreese-
lijke beproevingen hebben bespaard, die
nog niet ten einde zijn.
Dan kijkt hij doordringend.
Ik was op een dwaalspoor gebracht,
zoo vertelt hij. Het lijkt wel alsof de
schuld aan mij en aan heel mijn ras te
wijten is. Wie zal aan het lijden van mijn
volk een eind maken?
DE STRIJD OM DE
VAKVEREENIGINGSERKENNING
IN DE U. S. A.
Erkenning van den bond van
arbeiders in de textiel-industrie.
De Viscose-Corporation, de grootste pro
ducent van kunstzijde in de Vereenigde
Staten, heeft de commissie van industrieele
organisaties van den bond van textiel
arbeiders erkend als de eenige instantie,
welke bevoegd is namens de arbeiders te
onderhandelen, zoowel voor leden van den
bond als voor niet-leden.
Bovendien geeft de maatschappij een
loonsverhooging van tien procent aan alle
geëmployeerden.
DE BEWAPENINGSWEDLOOP.
Cordeli Hall "wijst op het gevaar
van de bewapening.
In een rede aan een banket ter gelegen
heid van de .Pan-American Day" te Wash
ington heeft Cordeli Huil gewezen op de
pogingen van de Amerikaansche staten om
hun vriendschappelijke betrekkingen te
handhaven en toonde hij het gevaar aan van
de steeds toenemende bewapening voor de
rust der wereld. Onder deze omstandig
heden heeft het besluit van de Amerikaan
sche Staten om de voorkeur te geven aan de
internationale wetten des te meer kracht.
De Amerikaansche Staten vermijden dén
gevaarlijken bewapeningswedloop en de be
schaafde staten zullen ook hiertoe overgaan.
Huil besloot met te verklaren, dat men de
solidariteit, welke de Amerikaansche staten
bindt, in dienst moet stellen van den vrede
en zoo mogelijk door een internationaal plan
de levensvoorwaarden moet verbeteren. In
dien men in het westelijk halfrond hieraan
vasthoudt, dan zal men slagen en veel bij
dragen tot den wereldvrede.
DE TEEKENAAR ARTUR STADLER
OVERLEDEN.
De ook in ons land zeer bekende Oos-
tenrijksche teekenaar Artur Stadler is op
slechts veertigjarigen leeftijd aan de ge
volgen van een longziekte in een sanato
rium te Huetteldorfhacking, vlak bij
Weenen, overleden. Stadler heeft in den
wereldoorlog als soldaat meegestreden. De
oorlogsteekeningen, die hij gedurende
dien tijd en in latere jaren vervaardigde,
trokken ten zeerste de aandacht. Zij lieten
al het gruwelijke en het beestachtige van
de moderne manier om oorlog te voeren
zien en zij waren een aanklacht tegen hen,
die den oorlog veroorzaakt hadden. Ge
durende langen tijd heeft Artur Stadler
haast dagelijks als teekenaar en als cari-
caturist aan Weensche bladen medege
werkt. Ook hield hij zich geruimen tijd in
Nederland op, waar hij zich ten zeerste
voor Javaansche kunst interesseerde. Hij
heeft een reeks van gekleurde teekenin-
gen van Javaansche wajangpoppen ge
maakt, die door het koloniale museum te
Amsterdam aangekocht werden, teneinde
daar tentoongesteld te worden.
In 1922 heeft Stadler een graphisch
werk geschapen, dat hij den naam „Mas-
ken" gegeven heeft. Hierin vereeuwigde
hij tal van bekende zangers en zangeressen
in hun voornaamste rollen. Stadler stelde
steeds veel belang in het tooneel- en mu
ziekleven. Hij bezat zelf een prachtige
bariton en hij heeft, toen hij zich een poos
te Parijs ophield, daar zanglessen geno
men bij den beroemden kunstenaar van
de Parijsche opera Rogacewski. Te Parijs
heeft hij enkele malen voor de radio
gezongen.
Gedurende de laatste jaren was hij weer
in Weenen en vaak zag men bier weer zijn