iBinnenland,
fnuikten
HET HUIS
MYSTERIES
Inbrekers in de Residentie
betrapt.
Twee kordate dames.
Zondagavond 1.1. zagen twee dames van
uit haar woning aan het einde van de Val-
kenboschkade te Den Haag twee mannen
loopen op den Loosduinscheweg. De jeigen-
aardige gedragingen dier mannen en de bij
zondere aandacht, welke zij schonken aan
een perceel op de Loosduinschkade t.o. de
Valkenboschkade, trokken de aandacht der
dames, die bedoelde mannen nauwlettend
bleven gadeslaan.
Op zeker oogenblik zagen de dames, die
inmiddels haar woning hadden verlaten om
de bewegingen der mannen beter te kunnen
volgen, dat deze een portiektrap opgingen
aan de Loosduinschekade. Tevoren had een
der mannen, die een rijwiel bij zich had, dit
neergezet in de Larenschestraat.
Even nadat de mannen de portiektrap
•waren opgegaan, zagen de dames flauw licht
schijnsel door de ramen van een perceel,
waarvan de straatdeur uitkomt op de be
wuste portiek. Zij kregen toen het vermoe
den, dat bedoelde mannen bezig waren in te
breken en verzochten den man, die dienst
had in een in de nabijheid gelegen benzine
station, de politie te waarschuwen.
In het benzinestation bevond zH;h toeval
lig een agent van politie in burgefkleeding,
die zich onmiddellijk naar het bewuste per
ceel begaf.
Toen hij ter plaatse kwam, zag hij twee
mannen bij het door de dames aangeduide
rijwiel. Een hunner was bezig het slot van
dat rijwiel los te maken. De agent wilde
toen beide mannen arresteeren, doch een
hunner wist te ontvluchten.
De andere werd aan het hoofdbureau van
politie te Den Haag in bewaring gesteld.
Het was de 62-jarige J. H. uit de Newton-
straat aldaar, een oude bekende der politie
en justitie.
Bij een ingesteld onderzoek bleek, dat was
ingebroken in een perceel Loosduinschekade,
gelegén aan vorenbedoelde portiek. De da
ders hadden zich den toegang verschaft
door verbreking van het voordeurraarnpje.
Binnenshuis waren kamer en kastdeuren en
eeir geldkistje verbroken, doch er werd
niets vermist.
Dinsdag jJ. werd in verband met het
vorenstaande aangehouden de 36-jarige Pil.
H. H. uit de Rembrandtstraat in de Residen
tie. Hij werd door den agent pertinent her
kend al de man, die j.1. Zondagavond was
ontvlucht, terwijl ook vorenbedoelde dames
dien man herkenden als dengene, dien zij j.1.
Zondagavond in gezelschap van J. H. de
portiektrap zagen opgaan. Ook Ph. H- H. is
een oude bekende van polite en justitie.
Beide personen zijn in verzekerde bewa
ring gesteld.
Tempo-landdag
R. K. Staatspartij.
Als inzet voor de komende verkiezingen
hadden gistermiddag de kringen Den Haag
en Leiden van de roomsch-katholieke staats
partij om het Houtrust-terrein een „tempo-
landdag" georganiseerd, waarvoor, ondanks
het minder gunstige weer, een vrij groote be
langstelling bestond.
Eerste spreker was de heer Steinmetz, 3 ie
zich richtte tegen het communisme en het
nationaal-socialisme.
Wanneer ds. N. S. Nagus, in navolging van
Duitschland, ons land van Christus wil ont-
rooven, dan maakt hij van „de kerk geen
paardenstal", maar een museum. In dit ver
band wees spr. op een uitlating van den
rijksleider der Duitsche jeugd, Baldur von
Shirach, die zeide, dat er naast de rots van
Christus ook nog een andere rots bestaat, die
van Adolf Hitier.
Daartegen moet stelling worden genomen,
en daarom ook tegen het stelsel van den
heer Mussert, dat van ons volk wil maken
een volk van slavernij.
De Nederlandsche katholieken moeten'
voortbouwen op den door mgr. Schaepman
en Nolens gelegden grondslag, de roomsch-
katholieke staatspartij, die zich richt tegen
communisme en modern heidendom, en
daarom is het geboden, dat geen katholiek
mear naar Mussert luistert dan naar de bis
schoppen. Want de N.S.B. is voor de kerk
een. even groot gevaar als het communisme;
De R.K.S.P. strijdt voor de eer van God in
het openbare leven en voor behoud van het
christelijk gezin, en zij treedt op als ver
dedigster van de waarheid, opdat het slechte
zaad van communisme en nationaal-socia
lisme geen wortel zal schieten,
No de pauze was het woord aan den par
tij-voorzitter, mr. Goseling, die wees op net
goddelooze communisme, waartegen de uiter
ste waakzaamheid en de sterkste afweer is
geboden, en waarschuwde tegen de stroo-
ming, welke in zich houdt een onbegrensd
vertrouwen in de staatstotaliteit, welke be-
teekent een verstikking van elke vrije mee-
ningsuiting.
Beide stroomingen, communisme en na
tionaal-socialisme, belagen de vrijheid en de
zending van de kerk, en het Nederlandsche
volk, aldus spreker, zal in den komenden
strijd beide overwinnen.
Vervolgens kwam mr. Goseling op tegen
de tegenwoordige verwrongen opvatting van
het denkbeeld „democratie" en tegen het
liberalisme, welke beide in zich sluiten ge
varen tegen het herstel van orde in staat en
maatschappij.
De R.K.S.P., aldus spreker, strijdt voor een
betere toekomst, en een eensgezinde katho
lieke partij beteekent een groot landselang,
juist nu. En opkomende voor de handhaving
van de fundamenten van ons Nederlandsche
staatsbestel, zetten de katholieken hun mil-
lioenenleger in actie, niet uit wellust voor
machtsformatie, maar slechts om ons land
te dienen.
Spreker zette verder uiteen, dat de actie
voor de R.K.S.P. is gericht op verdediging
van het gezinsleven, op arbeid voor ons g«-
heele volk, en op ordening van ons bedrijfs
leven, en dat hechte gezindheid in den strijd
daarvoor de beste waarborg is voor den op
bouw van Nederland, een Nederalnd, dat
God wil dienen en wil opkomen voor onze
koningin, die in „vrijheid" ongerept haar
land moet kunnen dienen.
„Zoo leve ons vaderland", besloot mr.
Goseling zijn rede, welke luide instemming
vond.
Tenslotte spraken nog de heer Loerakker,
die er op wees, dat de katholieken geen oer-
soonsverheerlijking willen, maar zich in
vretrouwen wenschen te stellen achter de
groote leiders Aalberse en Goseling, die het
werk van Schaejaman en Nolens voortzetten,
en mr. Bach, die als zijn meening te kennen
gaf, dat de komende strijd er een is van vóór
of tegen Christus en dat de katholieken er
voor moeten zorgen, dat er geen stem ver
loren gaat aan Moskou of aan „het neefje
Mussert".
DE VEREENIGING „GRONINGEN".
De vereeniging „Groningen" hield Zater
dag te Hengelo (O.) haar algemeene jaar
vergadering ter gelegenheid van het vijf
tienjarig bestaan van de Hengelosche afd.
Van de 32 afdeelingen waren er 22 verte
genwoordigd.
Na het zingen van het Grönnens Laicl
hield de voorzitter, de heer K. ter Laan,
oud-burgemeester van Zaandam, een rede,
waarin hij een overzicht gaf van het werk
van de vereeniginginzake de Groninger
literatuur,zang en tooneel. Hij hoopte, dat
van de zijde van het Groninger platteland
meer medewerking mocht worden onder
vonden. Een tooneelclub uit de provincie,
„V.i.o.s." uit Haren, is thans tot de vereeni
ging toegetreden. De overleden eere-leden
dr. F. Sonies, J. Buiskool en H. I. Schönfeld,
werden herdacht.
Met applaus werd het plan begroet om de
uitgave te bevorderen van een bloemlezing
van de werken van G. W. Spitzen (pseu
doniem Geert Teis Pzn.)
Uit het jaarverslag, uitgebracht door den
secretaris, den heer G. R. Jager, bleek, dat
vier nieuwe afdeelingen zijn toegetreden.
Met de AVRO worden onderhandelingen ge
voerd voor een Groninger uitzending.
Blijkens het verslag van den penning
meester, den heer J. H. Riddering, zijn be
langrijke uitgaven gedaan voor versterking
van de Groninger cultuur.
Medegedeeld werd, dat de heer R. J.
Kwakenhrug met een historisch leesboek
over Groningen gereed is gekomen, men
doet nu pogingen het te doen uitgeven.
Daarna werd uitvoerig gediscussieerd
over een kwestie inzake de redactie van
het maandblad.
Besloten werd zich te houden aan het ad
vies van de spellingscommissie, die was be
noemd om eenheid te brengen in de schrijf
wijze van de Groninger taal. De uitgang
van werkwoorden en meervouden zal nu
met „en" worden geschreven; een voorstel
van de afdeeling Delft om dit niet te doen
en dus te schrijven loopm, zingn, enz.
werd -met 29 tegen 10 Stemmen verworpen.
De heer K. ter Laan, die aan de beurt
van aftreden was, werd bij toejuiching her
benoemd. In de plaats van den heer J. Mel-
les, die zich niet meer herkiesbaar stelde,
werd gekozen tot hoofdbestuurslid dr. J. F
Steenhuis uit Haarlem. Den heer Melles
werd dank gebracht voor hetgeen hij in
Rotterdam en in het hoofdbestuur voor de
vereeniging deed.
Na een gezamenlijken maaltijd hield de
jubileerende afdeeling een druk bezochte
receptie, waarna ze den afgevaardigden een
feestavond aanbood, bestaande uit een
revue met folkloristischen inslag. Zondag
morgen werd een autotocht langs de bos-
schen en esschen van Twente gemaakt en.
bad Boekelo bezocht.
BEGRAFENIS F. O. VAN DER WAL.
Zeer groot was Zaterdagmiddag te één
uur de belangstelling bij het gebouw van den
Algemeenen Nederlandschen Typografenbond
in de Sarphatistraat te Amsterdam, van
waar de overleden voorzitter van dien bor.d,
de heer F. O. van der Wal, zijn laatsten tocht
begon. De roode vlag woei halfstoks van het
bondsgebouw. Op het Weesperplein stond
een groote groep typografen en andere be
langstellenden met omfloerste vaandels op
gesteld.
Te kwart over één zette de stoet, waarirt
zich o.m. een deputatie van het N.V.V. be
vond, zich in beweging, voorafgegaan door
de vaandeldragers. Een wagen met bloem
kransen, o.a. van de Amsterdamsche perso1
neelen, volgde de lijkauto.
Te twee uur kwam de lijkstoet op Zorg-
vlied aan, waar in de aula de uitvaart
plaats had. Tal van besturen van organisaties
waren aanwezig: van het- N.V.V., van de
Federatie van Werkgevers in de Boekdruk-
kersbedrijven, den Boekdrukkerspatroons
bond, van Centraal Beheer, van den Cbr.
Drukkersbond, van den Nederlandschen
Christelyken Grafischen Bond. Voorts waren
vertegenwoordigd de R.K. Grafische Bond,
de Nederl. Grafische Bond, de. Internationale
Boekbindersfederatie, de Centrale Commis
sie in de Typografie, den. Nederlandschen
Foto-, Litho- en Chemigrafenbond. Het woord
hebben gevoerd de heeren B. Ponstein, voor
den Algemeenen Typografenbond, S. de la
Bella voor het N.V.V., J. Staeyer voor de
Internationale Boekbindersfederatie, S. Kort-
huis voor de Federatie van BoekdrukkeTs-
patroons, F. L. van der Bom voor de Neder
landsche Boekbinderspatroons, H. Diemer
voor de Centrale Commissie in de Typogra
fie, J. Hofman namens de gezamenlijke arbei
dersbonden in de typografie, J. Roelofs voor
den Nederlandschen Foto-,; Litho en Chemi
grafenbond, J. Fenthür voor de Amsterdam
sche afdeelingen van den typografenbond en
J. Duwaer voor de Centrale leerlingencom
missie.
Een familielid dankt voor de ondervonden
belangstelling.
DE CANDIDATENLUSTEN GELDIG
VERKLAARD.
De hoofdstembüreaüx ter verkiezing
van leden van de Tweede Kamer in de
kieskringen 1. Den Bosch, 6. 's-Graven-
hage, 9. Amsterdam, 10. Den Helder, 11.
Haarlem, 13. Utrecht en 14. Leeuwarden
hebben een zitting gehouden ter be
slissing over de geldigheid van de 20
April 1.1. ingeleverde lijsten van candi-
daten èn over de handhaving van de
daarop voorkomende candidaten.
Alle ingediende lijsten zijn goedge
keurd en de op deze lijsten voorkomende
candidaten, zooals wij die hebben ge
publiceerd, zijn gehandhaafd, met uit
zondering van J. J. Geitz, die wegens
het ontbreken van de bewilligingsver-
klaring op de lijst van de christ dem.
unie is geschrapt.
MISLEIDENDE ADVERTENTIE.
Bedriegelijke handelingen te Haarlem.
In de plaatselijke bladen te Haarlem ver
scheen dezer dagen een groote advertentie,
waarin een belangrijke -veiling van antieke
meubelen en schilderijen werd aangekondigd
in huize „Dreefzicht". In deze advertentie
werd verder vermeld, dat de meubelen en
Dinsdag 27 April.
HILVER8UM, 301 M. (AVRO-uitz.)
8.Gr.pl. 10.Morgenwijding.
10.15 Gr.pl. 10.30 Kovacs Lajos'
orkest. 11.Huish. wenken. 11.30
Lyra-Trio. 12.15 Solistenconcërt.
I.45 Modepraatje. 2.05 Omroep
orkest en solisten 3.Knipcursus.
4.Zangvoordr. 4.30 Kinderkoor
zang. 5.Kinderhalfuur. 5.30 Het
Omroeporkest en gr.pl. 7.Voor
de kinderen. 7.05 Avro-dansorkest.
7.30 Engelsche les. 8.ANP-ber.,
mededeelingen. 8.10 Gr.pl. 8.20
Bonte Dinsdagavond»,rein. 9.25 Ra-
diotooneel. 10.Vervolg Dinsdag-
avondtrein. 10.45 Causerie over het
Giroverkeer. 11.ANP-ber., hier
na tot 12.Avro-dansorkest en
gramofoonplaten.
HILVERSUM, 1875 M. (KRO-uitz.)
8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30 Godsd.
halfuur. 12.— Ber. 12.15 KRO-
orkest en gr.pl. 2.Vrouwenuur.
3.Modecursus. 4.Gr.pl. 4.15
KRO-orkest. 5.Gr.pl. 5.15 De
KRO-melodisten en solist. (5.45
6.Felicitatiebezoek)'. 6.40 Espe-
rantocursus. 7.Ber. 7.15 Causerie:
Het. Permanente Hof van Intern.
Justitie. 7.35 Sporthalfuur. 8.
ANP-ber., mededeelingen. 8.15 Het
Stedelijk orkest van Maastricht en
solist. 9.Gr.pl. 9.10 J. C. Bunge-
herdenking. 9.25 Gr.pl. 9.30 Revue-
progr. 10.30 ANP-ber. 10.40 Bela
Kiss' Hongaarsch orkest. 11.10
12.— Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 10.05 Voor de
vrouw. 10.20—10.50 Orgelspel. 11.10
Gr.pl. 11.15 BBC-Northern Ireland-
orkest en solist. 12.351.20 Lon-
densch Brandweermuziekcorps. 3.20
Sportpr. 3.40 Het Hungaria-Zigeu-
ner-orkest. 4.05 J. Wilson's kwintet.
4.35 Frank Biffo's b'aaskwintet en
solist. 5.20 Ber. 5.45 Het Crook
kwintet. 6.20 Joodsch Revue-progr.
6.50 Natuurhistorische causerie. 7.10
BBC-orkest en soliste. 8.20 Ber. 8.40
Act. causerie. 9.Cabaretprogr.
9 40 Alfredo Campoli's orkest. 10.20
Billy Cotton en zijn Band. 10.50
II.20 Dansmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 6.10, 7.20
en 9.20 Gr.pl. 11.20 Cassard-orkest
en gr.pl. 1.50 Qr.pl. 3.20 Pasquier-
Trio. 4.50 Pianovoordr. en zarig.
6 20 Gr.pl. 7,50 Pitmovoöfdracht.
8.05 Zang. 8.20 Luisa Miller, opera.
KEULEN, 456 M. 5.50 Militair con
cert. 7.50 Het Westduitsche Kamer
orkest. 11.20 SA-orkest. 12.35 Om-
roepdansorkest. 1.35 Gev. concert.
3.20 Omroepkleinorkest, -schram-
melensemble en solisten. 6.
Dansmuziek (gnpl.) 7.30 Omroep
orkest. 8.50 Hoorbericht. 10.10-—
11.20 Omroepdansorkest, -klein-
orkest en mandoline-orkest.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
11.20 Gr.pl. 11.50 Salon-orkest. 12.30
Kleinorkest. 12.501.20 Gr.pl. 4.20
Kleinorkest. 5.20 Kamermuziek.
6.05 Gr.pL 6.20 Pianovoordracht
7.20 Omroeporkest mmv. solisten,
9.30—10.20 Gr.pl. 484 M.: 11.20
Gr.pl. 11.50 Kleinorkest. 12.30 Sa
lonorkest. 12.50—1.20 Gr.pl. 4.20
Salonorkest. 5.35 Gr.pL 5.50 Klein
orkest. 6.35 en 7.20 Gr.pl. 7.50 Het
Fransche Nationale orkest 10.
10.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 Otto Kermbach en Card Woit-
schach met hun orkesten. 9.20 Ber.
9.50 Pianovoordr. 10.05 Weerber.
10.2011.20 Dansmuziek (gr.pl.)
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.20, Diversen
9.20—9.50, Keulen 9.50—10.20, Droit-
wich 10.20—11.20, Brussel VI. 11.20
—13.05, Lond. Reg. 13.05—13.50,
Parijs R. 13.5015.05 D.sender
15.05—15.20, Keulen 15.20—17.35,
Brussel Fr. 17.3518.20, Keulen
18.20—18.50, Toulouse 18.50—19.35,
Parijs R. 19.35—24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.8.20, Ham
burg 8.209.35, Lond. Reg. 9.35
11.50, Droitwich 11.5013.50, Lond.
Reg. 13.5015.50, Droitwich 15.50
17.20, Brussel (VI.) 17.20—17.45,
Droitwich .17.4518.50, Lond. Reg.
18.50—20.20, Droitwich 20.20—20.40,
Weenen 20.4021.Droitwich
21.—23.20, Danmarks Radio 23.20
24.—.
Lijn 5: Diversen.
éoeaeeee@@3ee@@oe@e@c»eoee3oeo<
de schilderijen afkomstig waren van een
„voorname buitenbezitting". Bij een onder
zoek, dat de politie en enkele deskundigen in
stelden, bleek echter, dat de schilderijen op
enkele na copieën waren en dat de meubelen
uit eenige villa's kwamen. De deurwaarder
brach het publiek op de hoogte van het be
driegelijke van deze aankondiging, waarna
dè veiling doorgang vond. Tijdens dè veiling
werd de kooplieden M. F. uit Amsterdam
en M. F. uit. Den Haag, die de veiling had
den georganiseerd, op het bedriegelijke van
hun handelingen gewezen en werd huh
tevens gezegd, dat bij herhaling van derge
lijke praktijken de schilderijen en meubelen
in beslag zouden worden genomen en een
strafvervolging zou worden ingesteld.
REORGANISATIE VAN HET
SPOORWEGBEDRIJF.
Aan het voorloopig verslag over het ont
werp van wet tot reorganisatie van het
spoorwegbedrijf is'het volgende ontleend:
Verschillende leden waren van meening,
dat de bedoelingen, die oorspronkelijk bij de
indiening van dit wetsontwerp hebben voor
gezeten, niet ten volle tot haar recht zijn
gekomen. Zoo achtten zij met betrekking
tot de vermindering van de overkapitalisat'e
dé voorgestelde regeling niet voldoende, wijl
naar hunne meening een groote kapitaalsa*-
schrijving zeker wenschelijk ware geweest.
Voorts moést, aldus spraken zij, het plan
om van de verouderde contracten af te ko
men, als mislukt worden beschouwd. Zij be
treurden, dat het niet mogelijk is geweest,
op dit gebied een meer soepele regeling te
trèffen.
Een der groote grieven tegen de beslaan
de regeling is, zoo betoogden de hier be
doelde leden verder, wel deze,, dat als ge
volg van de overeenkomst van 1920 de spoor
wegen via twee ministers feitelijk de be
schikking hebben over 's rijks financiën. Het
garandeeren van 4 procent op de aandeelen
immers leidde er toe, dat de Stéten-Gene-
raal slechts hadden goed te keuren het
voorzien in hetgeen telken jare bij het op
maken van de balans en winst- en verlies
rekening viel te boeken. Zij zouden dit be
schouwen als een aantasting van het budget-
récht, ware hét niet, dat de Statën-Gënèróal
zelf aan de totstandkoming van de overeen
komst van 1920 hadden medegewerkt.
Ook thans wil men denzelfden weg be
wandelen. Hoewel dit in de gewisselde
stukken wel niet met zoovele woorden
wordt gezegd, -zal ook voortaan de wetgever
worden uitgenoodigd in de jaarlijksche te
korten te voorzien, zonder ook maar een'gen
invloed te kunnen uitoefenen op het beheer.
In dit verband wezen de hier aan het woord
zijnde leden op de dieseltractie, welke zjj
geen succes konden noemen. Nog is bedoelde
tractie niet geheel in werking of er wordt
besloten tot ombouw van eert groote gedeelte
van het net voor electrische tractie, waar
mede naar verluidt een groote uit
gave is gemoeid. Ook hiervan draagt hst
Rijk geheel het risico, zonder dat de Staten-
Generaal zich op eenigerlei wijze konden
uitspreken.
Men kiest nu den naamlooze vennoot
schapsvorm, maar in werkelijkheid is het
een schijnvorm.
Enkele leden waren van meening, dat uit
het onderhavige wetsontwerp en in het bij-,
zonder uit de ontwerp-statuten moet worden
afgeleid, dat het in de bedoeling ligt, _aan de
spoorwegen overwegenden invloed in het.
geheele vervoerwezen toe te kennen.
Eenige leden gaven te kennen, dat zij geen
uitbreiding van de bemoeiingen, van de
DER
Uit het Engelsch door R A.C.S.
67)
„Je hebt, wat dat betreft, gelijk", zei
Allen, op ernstigen toon. „Hoe meer wy
erover praten, des te erger worden de ver
wikkelingen. Wij herhalen steeds weer de
zelfde dingen. Of wij ontkennen, wat wij
reeds gezegd hebben. Nu Adela zegt, dat
Bayard reeds dood was, toen zy het huis
verliet, en Maar jij hoorde dat niet al
lemaal, Dan, is het niet?"
„Wat allemaal?" vroeg dr. Bouligny, en
Hilary legde het hem in het kort uit.
„Je had van het begin af de waarheid
moeten vertellen, Adela", zei dr. Bouligny,
toen Hilary klaar was. „Maar ik zie niet,
hoe dit de dingen duidelijker maakt. De
vraag is: Kan Dave, in die vijf minuten, in
huis teruggekomen zijn? en ik kan niet
zien, hoe wy dit ooit kunnen bewijzen. Ik
geloof, dat het 't beste is de geheele zaak
te laten rusten. Laten de menschen den
ken, wat ze willen. Het zal nooit voor een
jury komen. Daar kunnen jullie zeker van
zijn".
„Kunnen wij dat?" zei Adela.
Dr. Bouligny keek, peinzend, naar mij.
„Dat geloof ik wel, Adela. 't Is niet waar
schijnlijk, dat er nieuwe aanwijzingen
zullen komen. Zuster Keate is de eenige
vreemde hier. Het is niet waarschijnlijk,
dat zij zich verder met deze zaak zal inla
ten".
Het was een uitnoodiging aan mij om te
beloven, dat ik mij stil zou houden. Hilary
had openlijk geprobeerd mij om te koopen.
Dr. Bouligny deed een beroep, niet al te
slim, op mijn betere natuur. „Het is zeker,
dat ik geen particulier belang heb in deze
treurige geschiedenis", zei ik, eenigszir.s
nadrukkelijk. „Maar als u bewijzen
wenscht, dan weet ik enkele nogal vreem
de punten, die misschien leiden kunnen tot
de ontdekking van den moordenaar".
„Wat bedoelt u, zuster Keate?" zei Adela.
„Dit bijvoorbeeld: U zei, dat u de safe
open liet, om den indruk te wekken van
een inbraak. De safe v/as dicht, toen mevr.
Thatcher in de studeerkamer kwam. Wie
deed haar dicht?"
Hilary schraapte zijn keel.
„Ik deed het", zei hij. „Ik deed haar
dicht".
„Waarom?"
„Dat weet ik niet precies" zei Hilary. U
weet, dat ik kwam om Bayard te spreken
over de oude cheque, die hij had. Ik hoop
te, dat wij tot een besluit konden komen.
Ik verwachtte geen prettig onderhoud. U
kunt begrijpen, wat een schok het was te
ontdekken, dat er iemand, vóór mij, ge
weest was. Die Bayard gedood had. Er wa
ren twee dingen in mijn hoofd. Ik heb het
al duidelijk gemaakt, maar zuster Keate
schijnt de dingen zwart op wit te willen
hebben. Ik was er zeker van, dat Dave
Bayard gedood had. Maar ik wist, dat de
menschen denken zouden, dat ik het ge
daan had. Iedex-een weet, dat Bayard en ik
nooit vrienden waren. Dit is allemaal dui
delijk, zeker. Zelfs voor de zuster".
„Erg duidelijk, werkelijk", zei ik bits.
„Maar u hebt niet verteld, waarom u de
safe dicht deed".
„Maar ik zeg u al, dat ik niet weet,
waarom", zei hij, op een knorrigen toon.
„Ik zag, dat zij open stond, en stak mijn
hand uit, en deed haar dicht. Ik dacht
werkelijk niet na bij wat ik deed. En
Adela's opvatting van een inbraak was niet
bij my opgekomen''^
„Ik wou", zei Adela, koeltjes, „dat jij dien
middag heelemaal niet hier was geko
men. Anders
„Anders zou jouw ontwerp geklopt heb
ben", viel Hilary haar in de rede. „Nou,
als dat een troost voor je is, Adela, ik ben
het hartelijk met je eens"
„Maar de telefoon. Ik vermoed, dat u
die opnam en op haar plaats legde, ook
zonder te weten, wat u deed".
„Ja, dat wil zeggen, ik bedoel neen", zei
Hilary, en hy keek geërgerd. „Ik deed dat
met opzet. Ik dacht", zijn roode gezicht
werd donkerrood „ik dacht, dat Dave
Bayard niet eens een kans gegeven had.
Hem had neergeschoten, zonder hem te
waarschuwen, terwijl hij aan het telefo-
neeren was. Dat was een soort van impuls
uit verontwaardiging".
„Zoo is Hilary", zei Evelyn- „Ik be
doel", voegde zij er haastig bij „ik bedoel,
dat hij erg netjes is. Hij houdt ervan, dat
de dingen op hun plaats zijn".
„Waarom", zei ik, toen plotseling iets in
mijn herinnering terug kwam, „waarom
was u op het balcon?. In den 'regen? Den
nacht, vóórdat Bayard gedood werd. U
moet het geweest zijn, die in het donker de
kamer probeerde binnen te komen".
Nauwelijks had ik het gezegd, of ik had
er al spijt van; gezien Hilary's buitenge
wone prikkelbaarheid was het nogal dom
van mijn kant. Ik moest bij slot van reke
ning nog een nacht doorbrengen in dat
zwijgende, listige huis. Op dat oogenblik
gluurde Pansy, die als een gestreepte bal
onder Adela's stoel zat, op een sluwe ma
nier naar mij en stak haar tong uit haar
bek, alsof ze mij bedreigde. Pansy: wat
had zij gezien, daar in de bibilotheek?
vroeg ik bij mijzelf. Wat had zij gehoord?
„Was Pansy in de kamer, toen u het
laatst met Bayard praatte?" vroeg ik aan
Janice, zonder op Hilary te letten.
„Ja", zei Janice. „Ik moest haar in de
bibliotheek opsluiten, om te verhinderen,
dat zij Dave en Allen zou volgen, wanneer
die wegreden. En toen ik weer beneden
kwam, en met Bayard praatte, lag zij op
de canapé in de studeerkamer".
Ik wendde mij naar Adela.
„Was Pansy nog op de canapé in de stu
deerkamer, toen u Bayard dood vond?"
„Ja", zei Adela, met iets vaags in haar
stem, terwijl ze naar Hilary keek. „In
slaap. Nu, Hilary, er is geen reden om zóó
opgewonden te zijn".
„Ik wou, dat u bleef by uw onderwerp,
zuster Keate", zei dr. Bouligny, eenigs-
zins knorrig. „U hebt Hilary beschuldigd
van iets, de hemel weet waarvan, en nu,
inplaats van naar hem te luisteren, gaat u
over honden praten. Waarom zei u, dat
Hilary op het balcon was. in den regen?"
„Omdat ik geloof, dat hij er was", ant
woordde ik snel. „Maar ik heb geen re
den", voegde ik erbij, „om te beweren, dat
hij toen probeerde mijn patiënt te doo-
den".
„Toen!" barstte Hilary uit, en dr. Bou
ligny zei: „Legt U uit, wat U bedoelt". Ik
deed het, heel in het kort.
„En ik geloof, dat het mr. Thatcher
was", besloot ik. „Omdat hij een passie
schijnt te hebben, de dingen op orde te
brengen. En wie op het balcon was, had
heel zorgvuldig den dekstoel in elkaar ge
klapt, om hem tegen den regen te bescher
men. Ik heb het gevoel, dat een gewone
inbreker.dat nooit zou doen".
Hilary had zyn zakdoek uit zijn zak ge
haald en veegde zijn gezicht af, alsof hij
het erg warm had en zich niet op zijn ge
mak gevoelde.
„Nou ja, ik was er", zei hij, tegen zijn
zin. „Maar ik deed niets; alleen raakte ik
in de rozenstruiken verward, en werden
bijna mijn kleeren stuk gescheurd, óm
maar niets van mijn huid te zeggen. Er
zijn", voegde hij er boosaardig aan toe,
„miliioenqn doorns aan die vérvloekte ro
zen".
De grauwe steenharde blik van vastbe
radenheid op Adela's gelaat had plaats
gemaakt voor een eenigszins vreemden
blik, die een mengsel was van ongerust
heid, angst en geprikkeldheid. De geprik
keldheid had de overhand.
„Heusch, Hilary", zei ze, alsof ze' zeg
gen wou: wat zullen we nu nog krijgen?
„het komt mij voor, dat jij met opzet ge
probeerd hebt, je zelf verdacht te doen
schijnen. Wat deed je nu eigenlijk op het
balcon van Bayard's kamer? Na midder
nacht? Zoo geheimzinnig?"
(Wordt vervolgd.)