Pi PRESTO „Eenheid door Democratie" in 't geweer Jladiopcogccunma HeuiCCeloti HET HUIS MYSTERIES Binnenland Sprekers o.m.: Minister Oud, Koos Vorrink, het kamerlid Louwes en anderen. 12000 Menschen in 't R.A.I.-gebouw De Nederlandsche beweging voor een heid door democratie (E.D.D.) heeft gis teravond in het E.A.I.-gebouw te Am sterdam een nationale demonstratie ge houden, waarbij behalve door den voor zitter van deze beweging dr. H. Faber, het woord is gevoerd door Zijne Excel lentie mr. P. J. Oud, en de heeren H. D Louwes, prof. dr. P. Geyl en Koos Vor rink. De voorzitter, dr. Faber, opende de zeer drukbezochte bijeenkomst met een rede, waarin spr. den dag van de oprichting rele veerde en de redenen, die hiertoe leidden. Vanavond mogen wij zeggen aldus spr. dat ons werk is gelukt. Wij zijn nog niet, wat wij willen zijn. Maar wij zijn op weg. Midden in Nederland staat als uit den grond verrezen hecht en sterk het granieten blok van onze beweging. Vol trots wijzen wy op onze tucht en onze eendracht. Vol trots wij zen wij op onze werkers in 40 actieve en le vende afdeelingen. Vol trots wijzen wij op ons groeiend aantal leden, dat sinds zes maanden in een onafgebroken stroom van 60 nieuwe leden per dag toeneemt. Voor 22 maanden waren wij een klein groepje van 71 Nederlanders, thans staan bijna 17.000 mannen en vrouwen in onze gelederen. Van- den aanvang af hebben wij geweten, dat onze strijd voor de democratie alleen zou slagen, als hij op een hoog peil zou kun nen worden gestreden. Wie voor de demo cratie strijdt, strijdt voor de hooge waarden eener christelijke menschelijkheid. Gezamenlijk werd vervolgens een strophe van het Wilhelmus gezongen. Rede H. D. Louwes. De heer H. D. Louwes, landbouwer en lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, die vervolgens sprak, had zijn rede getiteld: „Om geheel het volk". Men zal het begrijpen, zeide spr., dat ik, geboren en getogen en nog wonende op een en dezelfde boerderij, een sterken drang in mij voel, ook ons platteland in den wijden broederkring der democratie te betrekken. Allen, die een gezonden volksinvloed als onmisbaar element van het Nederlandsche staatsbestel beschouwen, zullen goed doen aan het platteland alle aandacht te besteden. De weifeling, welke ten aanzien van de toe- komst onze democratie in sommige deelen onzer plattelandsbevolking aan den dag treedt, mag hier en daar zeer tijdelijke en zeer materieele oorzaken hebben, dit is lang niet overal het geval. En het moet juist onze eer zijn met dien dieper gefundeerden twij fel in onzen geest klaar te komen. Ons boerenleven is nog vol van een ge weldige tragiek. Hier staat de mensch, niet als in de stad alleen tusschen menschen en menschelijk werk, maar in de natuur met haar openbaring van het goddelijke. Hier wordt gestreden met natuurkrachten. Hier wordt de grond verdedigd tegen het water, hier geldt nog het rhythme der jaargetijden, de traditie der geslachten, de verbondenheid aan den eigen grond. En daarnaast is dit al les opgenomen in de draaikolk van het mo- derne leven, met de goede en de vele slechte kansen. De dingen zijn op drift en er is veel ten kwade, maar ook veel ten goede te stu ren. De verwachtingen, die in sommige deelen van het platteland van een nationaal-socia- listisch regiem worden gekoesterd, worden uit Duitsche toestanden afgeleid. Ik heb ook aangegeven, dat de verschillende posities van het platteland in Duitschland en Nederland niet een kwestie is van regeeringsstelsel, maar van een eeuwenlange verschillende ontwikkeling. Nationaal-socialisme in Neder land zou daarom ons platteland geen voor uitgang brengen, maar bij verlies van vrij heid een verdere terugleiding in het dienst huis. Nederland wil zelfbewust verder bouwen aan zijn staatsbestel: het wil den traditio- neelen volksinvloed behouden en bevestigen, en het heeft allerminst behoefte regeerings- stelsels te ontleenen aan volkeren, die nog geen eenheid kenden, toen de onze al eeuwen stond. Rede minister Oud. Wij houden hedenavond een nationale de monstratie. Dat beteekent, dat wij hier bij een zijn om te zamen te getuigen voor een eenheid in echt Nederlandschen geest, voor een eenheid in vrijheid. Met deze woorden ving de volgende spr., de minister van financiën, Z.Exc. mr. P. J. Oud, zijn rede aan. Het behoort tot de beste traditie van ons volk zoo vervolgde de spreker dat het er altijd naar heeft gestreefd de geestelijke vrijheid hoog te houden. De vorm, waarin dit geschiedde was natuurlijk afhankelijk van de ontwikkeling der verhoudingen. Het parlementaire staatsbestel, dat wij thans be zitten, is het resultaat eener ontwikkeling van een lange reeks van jaren. Aan de be- teekenis van het parlementaire staatsbestel wijdde mr. P. J. Oud hierna eenige beschou wingen. Wij weten aldus mr. Oud dat wil vrijheid bestaan, gezag onmisbaar is. Zonder gezag ontstaat anarchie, bandeloosheid en daarbij gaat de vrijheid te gronde. Anarchie is de vaste voorlooper van de dictatuur. Is alzoo het gezag onmisbaar voor de handhaving der vrijheid, dit beteekent niet, dat ieder gezag ook inderdaad de vrijheid handhaaft. Er is ook een gezag, dat de vrij heid verdrukt, dat zijn doel zoekt in zichzelf, dat vergeet, dat het gezag is een instelling Gods ten bate van den mensch. Het contact tusschen regeering en volk vordert voorts vrije verkiezingen. De volks vertegenwoordiging kan alleen op deze wijze een werkelijke volksvertegenwoordi ging zijn. Vrije verkiezingen beteekenen vrije partijvorming en deze is een der groot ste geestelijke goederen, omdat zij dé gele genheid opent, eigen beginsel in eigen orga nisatie naar buiten te dragen. Strijd der be ginselen, die samenwerking niet uitsluit, zal op waardige wijze gevoerd,'den geestelijken rijkdom slechts kunnen vergrooten. Democratie vordert regeerders, die zelf standig hun taak vervullen, maar zelfstan digheid moet met verantwoordelijkheid ge paard gaan. De leider in de democratie kan ieder oogenblik worden geroepen om tegen over de volksvertegenwoordiging reken schap te geven van zijn beleid. Democratisch gezag is gezag, gebaseerd op vertrouwen en vertrouwen is voor het gezag het meest hechte fundament. De beteekenis van onze democratische gezindheid komt vooral uit in de wijze, waarop wij ons tegenover de minder heid gedragen. Voor den democraat moet de vraag, wat de vrijheid en het recht van anderen eischen niet minder belangrijk zijn dan de vraag, wat ge vorderd wordt door zijn eigen recht en zijn eigen vrijheid. De daarvoor vereischte innerlijke geestes gesteldheid bij het volk te ontwikkelen is de taak van iedere democratische partij. De leider in de democratie heeft hier belangrijk werk te verrichten. Medewerking aan de staatkundige opvoeding van het volk sta voor hem op den voorgrond. Democraten hebben dus te strijden voor een gezag, dat recht en vrijheid verzekert. Het is dit beginsel, dat onze vaderen heeft geleid, toen zij zich verzetten tegen de Spaansche tyrannie. Het was het beginsel van den grooten Zwijger, die het boven deze landen gestelde gezag, eerst heeft verwor pen, toen het in strijd kwam met de onver vreemdbare rechten van het menschelijk ge weten en daarmede zich zelf zijn bestaans grond had ontnomen. Rede prof. Geyl. Het woord was hierop aan prof. dr. P. Geyl. Spr. noemt zichzelf nationalist, het geen niet zeggen wil, dat hij geen hoogere maatstaven erkent dan de nationale of geen internationalist kan zou zijn, integendeel. Maar hij ziet het nationale als een door de natuur gegeven geleding van het cultureel en politiek leven der menschheid en misken ning daarvan acht hij onvruchtbaar of er ger. In ons eigen cultuurleven ziet hij een overstrooming door vreemde invloeden, waartegen wij soms weerloos schijnen (hij noemt bioscoop, zelfs ons van vertalingen levend tooneel, onverschilligheid voor den worstelstrijd van onze cultuur in Vlaande ren), maar hij ziet ook verblijdende teeke nen van een nationale herleving. De aanspraak van de N.S.B., om die her leving te leiden, neen te zijn, verklaart hij echter voor valsch: zij is Duitsche import Mussert of Moskou is een valsche leuze. Nationaal-socialisme en communisme zijn beide het product van maatschappelijke ver houdingen en historische ontwikkeling in an dere landen waaraan wij vveen.d staan. Ne derland is Duitschland niet: wij hebben onze staatseenheid niet pas gisteren verwe zenlijkt, bij ons is de traditie van democra tie en zelfregeering niet zwak, wij hebben geen grooten oorlog verloren en zijn niet verdrukt door de overwinnaars; zoo lijden wij niet aan kwalen, als Waartegen de Duit- schers in hun wanhoop hülp bij den kwak zalver hebben gezocht. Maar dat ic toch de gangbare bewering van de .S.B., dat wij wel aan die kwalen lijden, en terwijl ons- belang klaarblijkelijk vordert ons buiten woeste Eüropeesche tegenstellingen en strijd te houden, ondermijnen zij dagelijks wat ons een steun moet verstrekken om de cri sis zelfstandig door te komen, ons nationaal gevoel van zelfrespect. Zij wenschen niet herinnerd te worden aan Mussert's Luntersche rede van 1936; spr. is omdat hij daarop een toespeling ge maakt had, aangeblaft wegens valsch citec- ren en op een openbare vergadering te Utrecht is hij beschreven als een ,ood; want terwijl de heeren zeggen geen antisemiet te zijn, is „jood" in hun fatsoenlijk gezel schap toch een gebruikelijk scheldwoord, dat zij zelfs op een niet-jood toepassen ais rij erg boos op hem worden. Hij citeert Mus sert nu: „meer en meer wordt ons volk tot een volk van slaven gemaakt, meer en meer is het ontaard tot een horde huichelaars en farizeërs". Inderdaad is dit een tekst voor eindeloos veel N.S.B.-propaganda, en terwijl Donderdag 29 April. HILVERSUM, 301 M. (AVRO-uitz.) 8.Gr.pl. 10.Morgenwijding. 10.15 Gewijde muziek. 10.30 Het Omroeporkest mmv. solist. In de pauze deel. 12.30 Kovacs Lajos' orkest en gr.pl. 2.Gr.pl. 3. Naaicursus. 3.45 Gr.pl. 4.Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Zang en piano. 5.Voor de kinderen. 5.30 De Palladians. 6.30 Sporthalf- uur. 7.Voor de kinderen. 7.05 Filmmuziek. 7.30 Engelsche les. 8.ANP-ber., mededeelingen. 8.10 Omroeporkest en solist. 9.Is een reis naar de maan mogelijk, cause rie. 9.30 Utr. Sted. Orkest, mmv. gem. koor en soliste. 10.20 Kovacs Lajos' orkest en orgelspel. (In de pauze reportage). 1.ANP-ber. Hierna tot 12.Avro-dansorkest. HILVERSUM, 1875 M. (8.—10.—en H.—2.— KRO, de NCRV van 10.— 11.en 2.12,uur). 8.Ponti ficale H. Mis. 10.— Gr.pl. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gr.pl. 12. Ber. 12.15 KRO-orkest en gr.pl. 2. Handwerkcursus. 3.Gr.pl. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Cursus handen arbeid. 5.15—5.45 en 6.Zang. 6.45 CNV-kwartiertje. 7.Ber. 7.15 Alles wel aan boord causerie. 7.30 Gr.pl. 7.45 Rep. 8.ANP-ber., herh. SOS-ber. 8.15 NCRV-orkest. 9.De wondere band, causerie. 9.30 Verv. concert mmv. Dubbel Gem. kwartet. (10.— ANP-ber.) 10.45 12.Gr.pl. hierna Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 10.05 At home today, causerie. 10.2510.50 Gr.pl. 11.10 BBC-Welsch orkest m. m. v. solist. 12.05 Sopraan en bari ton. 12.35 Het Norbert Wethmar Piano-kwartet (tot 1.20). 2.10 It oc- curs to me, causerie. 2.35 Sted.; orkest Bournemouth mmv.soliste. 4.05 Gr.pl. 4.35 Lou Preager en zijn Band. 5.20 Ber. 5.40 Boekbespr. 6.Het BBC-dansorkest. 6.40 Deel. 7 Populair concert mmv. solis ten, BBC-Mannenkoor en het BBC- Theaterorkest. 7.45 Cabaret. 8. Craftsmanship, causerie. 8.20 Ber. 8.40 I protest, causerie. 8.45 BBC- Harmonie-orkest. 9.20 Kerkdienst. 9.40 Viool en piano. 10.20 Harry Roy en zijn Band. 10.5011.20 Dansmu ziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 6.10 en 7.20 Gr.pl. 11.35 Omroeporkest en zang. I.20 Gr.pl. 3.50 7.05 en 7.35 Zang. 7.50 Calvet-kwarte' en zang. 9.05 Omroeporkest en solisten. KEULEN, 456 M. 5.50 O. Fricke's orkest. 7.50 E. Börschel's orkest. 8.50 Gr.pl, 9.20 Volksliederencon- cert. 11.20 Militair orkest. 12.35 Omroepkleinorkest. 3.20 Omroep- kleinorkest. 4.35 Viool en piano. 5.20 Militair concert. 6.40 en 7.30 Gr.pl. 8.05 Omroeporkest. 1011.20 Militair orkest, boerenkapel en so listen. BRUSSEL, 322 cn 484 M. 322 M.: II.20 Gr.pl. 11.50 Omroeporkest. 12.30 Omroepdansorkest. 12.50— I.20, 4.20, 4.50, 5.50 en 6.20 Gr.pl. 7.20 Friederike, zangspel. 9.30 10.20 Gr.pl. 484 M. 11.20 Gr.pl. 11.50 Omroepdansorkest. 12.30 Omroep orkest. 12.50—1.20 en 4.20 Gr.pl, 5.35 Zang. 5.50 Vioolvoordr. 6.20 en 7.20 en 7.45 Gr.pl. 8.05 Radiotooneel. 9.3010.20 Omroepdansorkest. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Fr. Weber's orkest en solisten. 8.20 Radiotooneel. 9.20 Ber. 9.50 Cello en piano. 10.05 Weerber. 10.20 11.20 Fr. Weber's dansorkest. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. p Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.10.05, London Reg. 10.05—11.05, Parijs R. 11.05— 12.20, Brussel VI. 12.20—12.35, Pa rijs R. 12.35—13.50, Keulen 13.50— 14.20, Diversen 14.2014.35, Lond. Reg. 14.35—15.20, Keulen 15.20— 16.20, Brussel Fr. 16.20—17.20, Keu len 17.20—19.05, Parijs R. 19.05— 19.20, Keulen 19.2021.20, Brussel VI. 21.20—21.40, Weenen 21.40— 22.50, Danmark's Radio 22.5024. Lijn 4: Brussel VI. 8.8.20, Ham burg 8.209.35, Droitwich 9.35 II.05, London Reg. 11.05—14.35, Droitwich 14.3517.20, Brussel VI. 17.20—17.40, Brussel (Fr.) 17.40— 18.20, Droitwich 18.20—20.—, Parijs R. 20.—20.20, Droitwich 20.20—24.—. Lijn 5: Diversen. O© ee ©O OO men zoodoende onze eigen gemeenschap neerhaal' en belastert, verheft men de Duit sche hemelhoog. De N.S.B. is maar het Ne- derlandsch agentschap van een Duitsche be weging. Rede Koos Vorrink. De laatste spreker, de heer Koos Vo crank, voorzitter der S-D-A.P., herinnerde aan de ineenstorting der democratie, in Italië, wel ke door velen niet werd voorzien, integen deel zeer velen waren bereid het nieuwe ex periment van een dictatorialen geweldenaar met welwillende nieuwsgierigheid te be schouwen. Ook in Duitschland vet klaarden velen met groote zelfverzekerdheid: het na tionaal-socialisme zal nooit aan de macht komen. Wat bedreigd wordt door de dictatuur, dat zijn voor alles de vrijheden en rechten des volks: het recht van vereeniging en verga dering, de vrijheid van meeningsuiting, de vrijheid van drukpers, de vrijheid van gods dienst, het algemeene, vrije en geheime kies recht. Wat bovenal wordt bedreigd, dat is de geest waaruit deze rechten vrijheden zijn geboren. Want democratie is meer dan een vorm van organisatie van het staatsleven. Demo cratie is een levensbeginsel, een algemeen uitgangspunt in het menschelijk verkeer, bij de regeling van de onderlinge verhouding tusschen menschen en groepen van men schen. Democratie berust op een instinctief be wustzijn van de wezensverwachtschap en de gelijkberechtigdheid van alle menschen. Wij zijn allen broeders en zusters. Dat wil zeg gen, wij hebben geen reden tot zelf verhef» fing en hoogmoed in het aangezicht van God en eeuwigheid. Democratie wortelt in een diep geloof aan de roeping tot vrijheid en zedelijke verant woordelijkheid van ieder mensch. Vanuit het bewustzijn, dat ook in de nederigste Jets van het groote geheim des levens is geopen- baard, leeft in de democratie de eerbied van vrije menschen voor elkanders politieke, ze delijke of godsdienstige overtuigingen. Voor ons eigen land en volk leidt een en ander tot de slotsom, dat wij in naam onzer hoogste cultuurgoederen een onverzoenlij- ken strijd moeten voeren tegen eiken vorm van dictatuur, tegen fascisme en communis me en voor de democratie. Het Nederlandsche nationaal-socialisme is buitenlandsche import en vertoont al de bar- baarsche kenteekenen van zyn oorsprong. Het is van een beschamende geestelijke armoede en tegelijkertijd van een belache lijke aanmatiging. „Wij zijn de eer en het geweten der na tie" verklaart een beweging, die in haar be ginselprogram haar verachting tot uitdruk king brengt voor het democratische stelsel, maar voor zichzelf alle staatkundige rechten en vrijheden opeischt, om deze te kunnen hanteeren in haar streven naar vernietiging der democratie. Brutaal en cynisch roept zij de kiezers en kiezeressen op tot politieken zelfmoord. DER Uit het Engelscb door H-A.C.S, 69) Ik aarzelde. Zij keken mij allen in span ning aan, en terwijl er even de stilte van afwachting was, boog Adela zich voorover. „Is er nog iets niet beantwoord gebleven, zuster Keate?" vroeg zij. „Ja", zei ik terstond. „Wie was Nita Thatcher? En waarom praatte Bayard, in zijn slaap, over Nita's graf, en waarom ont moette ik Dave op het kerkhof, vlak vóór het graf, waarop Nita Thatcher staat?" Weer was het stil. Adela keek mij voort durend aan, en terwijl ik de blikken der anderen kon voelen, kon ik niet zeggen, wat deze uitdrukten. Ik was er echter ze ker van, dat Adela het antwoord op mijn vraag wist, en ik was verbaasd en onge- loovig, toen zij, met een tikje van haar vroegere hoogheid, antwoordde: „Kar. iemand zuster Keate antwoord geven?" Er. toen niemand sprak, zei ze, met iets van afkeuring in haar stem: „Als Bayard in zijn slaap praatte, kan wat hij zei over Nita Thatcher's graf niets beteekenen. En dat u Dave op die plek van het kerkhof ontmoette, wat louter toeval, meen ik, zus ter Keate". Ik onderdrukte een impuls, om haar te vragen, of het louter toeval was, dat zij zoo vroeg opstond den morgen na Bayard's dood, en naar het kerkhof ging. „Nita Thatcher is jaren geleden gestor ven", zei Hilary. „Zij heeft hier niets mee te maken, zuster Keate, als dat het is, waar u heen wilt". „Dit beteekent heelemaal niets voor mij, mr. Thatcher", zei ik, eenigszins opgewon den. „Als ik geweten had, waarin ik be trokken zou worden, toen ik hier kwam. denkt u dan, dat ik een voet in dit huis gezet zou hebben? Maar ik heb oogen en ooren, en kan niet helpen, dat ik zie en hoor „Hebt u erg geprobeerd het niet te doen?" viel Hilary mij, ruw, in de rede, en Adela zei vlug: „U moet mijn broer verge ven, zuster Keate. Dit is een te groote spanning voor hem geweest, en hij is zich zelf niet meer. Het spijt mij, dat ik u niets van Nita's graf vertellen kan, ofschoon het mij lijkt, dat dit niet een bepaald be langrijk punt is. Ik zie, dat ik fout deed, door dit on-officieele onderzoek op touw te zetten, maar ik dacht, dat wij tenmin ste tot een conclusie konden komen, met het oog op Bayard's dood. Zooals Allen zegt: 't begint er hopeloos uit te zien. Maar kunt u nog iets bedenken, zuster Keate, waarvan u denkt, dat het de waar heid aan het licht kan brengen?" Ik kon. Er was nog één ding, dat be antwoord moest worden, en ik was over tuigd, dat één van hen het beantwoorden kon. Maar ik wachtte een lang oogenblik, voor ik sprak. De inspanning van het steeds langer gerekte gesprek werd door ieder gevoeld. Zelfs Evelyn zag er moe en ang stig uit. Allen stond naast Janice, alsof hij haar niet durfde te verlaten, en Janice, moe en bedroefd, wier schoonheid toch nog, ondanks alles, schitterde, zat ineenge hurkt in een stoel. Dr. Bouligny wreef zijn kin met zijn zware hand, keek naar mij, naar Adela, naar ons allen. Adela zag er ouder uit, maar was nog waardig, onge naakbaar, beslist. „Wel, wat is het, zuster?" vroeg Hilary ongeduldig. Ik nam den tijd om naar elk hunner te kijken, misschien zou mijn vraag tenmin ste eenige sprekende verandering brengen in hun gelaatsuitdrukking. „Wie", zei ik, „sloot Bayard's oogen?" Het was volmaakt stil. Dr. Bouligny h:eld op, zijn kin te wrijven, en niemand be woog. En niemand sprak. „U begrijpt", ging ik door, nadat ik de ze stille, gemaskerde gezichten vruchte loos onderzocht had, „een inbreker of een buitenstaander zou niet den tijd genomen hebben, om zijn oogen te sluiten, 't Moet iemand van de familie geweest zijn", „Wees voorzichtig, zuster", zei Hilary. „Ga niet te ver". „Wees niet dom, Hilary", zei Evelyn. Zuster Keate weet heel goed, dat jullie allemaal gelooven, dat Dave het was. Zij gelooft dat ook, ongetwijfeld. En daar nie mand van ons hier Bayard's oogen sloot moet het Dave geweest zijn, die het deed". Weer was het stil in die groote kamer. Ik was in een volmaakte impasse. Ik kon natuurlijk de zaak zooals ze thans was, aan de autoriteiten voorleggen, maar dat zou slechts Janice in moeilijkheden bren gen. Haar blootstellen aan een arrestatie voor den moord op Bayard Thatcher. Haar door de schande van een onderzoek heen sleepen. Publiek maken, .en voor goed be zoedelen haar liefde voor Allen. Het zou haar leven ruïneeren, en er was geen reden te gelooven, dat het het bewijs zou brengen, dat iemand anders Bayard ver moord had. Ieder onderzoek, dat ik begonnen was. had eigenlijk tot niets geleid, dat het mysterie van Bayard's dood oploste. Hel was niet een kwestie van overgave aan mijn kant; het was eenvoudig, dat ik niet verder kon gaan. Zij hadden bewezen, dat Dave niet dat stille, donkere huis binnengekomen was, op den middag van Bayard's dood. En zeer onlogisch, meer door hun instinct dan door hun rede gedreven, geloofden zij toch, dat Dave Bayard gedood had. Nu, laten zij het gelooven. En indien iemand van hen ooit twijfelen zou. zou niemand het weten. Bij slot van rekening hebben de meeste families hun geheimen. „Ik ben maar al te bereid dit te vergeten", zei ik, langzaam, „ik ben een verpleegster, en ik ben gewend mijn mond te houden Ik wil mijn dag en mijn nacht ten einde brengen, en weggaan. En ik beloof u", ik hield even op, terwijl ik mij Hilary's vu rige en toch sceptische oogen bewust was. „ik beloof u, dat de geheele geschiedenis een geheim zal blijven, wat mij aangaat". Het scheen een paar seconden te duren vóór het tot hen doordrong, dat ik werke lijk meende, wat ik gezegd had. Evelyn en Adela kwamen naar mij toe, en grepen mijn hand, en dr. Bouligny mompelde iets van waardeering, en Janice's donkere oogen keken dankbaar in de mijne. Allen zei kort weg, dat zy bij mij in de schuld stonden. Alleen Hilary bleef op den ach tergrond, zijn oogen keken nog, alsof hij op zijn hoede bleef. Het Thatcher-geval was dus afgedaan. Morgen zou ik weg zijn, en waarschijnlijk nooit meer iets van de Thatchers terug zien. En de moord zou een onopgelost mysterie blijven. Ik herinner mij, dat, toen ik hun handen aanraakte, iets in mij zei: „Welke hand? Welke hand? Ieder van jul lie had een motief om Bayard's dood te wenschen". Eindelijk ontsnapte ik naar mijn kamer. Mijn laatste dag in het Thatcher-huis sleepte zich voort. Ik zag weinig van de familie. Het was dien. dag warm en erg rustig Er schenen maar een paar bezoekers te komen. In den middag bracht Florrie, die er stil en bleek uitzag, tengevolge van wat ze had doorgemaakt, maar volkomen gezond was en weer in staat om in 't huis haar gang te gaan, mij een brief van Adela. Er zat een cheque in, en een kort formeel woord van dank was er bij geschreven. De cheque, ik was blij dit te bemerken, was geen stuiver hooger dan het tarief. Ik at mijn laatsten maaltijd in die def tige eetkamer. Ik luisterde naar Adela s gelegenheidswoorden en naar Evelyn, die zich inspande, dat de maaltijd niet een spookachtig zwijgend iets zou zijn. Hoe goed herinner ik mij, zelfs nu nog, de mooie glinstering van de groote kande laars, den zwaren geur van de rozen en Janice's gezicht boven de zachte witte kant van haar japon en de manier, waar- op haar oogen steeds naar Allen toe gingen. Want de Thatchers hielden tot het laatst den schijn op. Tot het laatst waren zy hoe goed herinner ik mij Bayard's bittere woord aristocraten. Ik ging direct na den maaltijd naar mijn eigen kamer. Ik weet niet precies, wan neer Hilary zijn schitterend idee ontwik kelde. Ik was aan het pakken, toen Em- meline my weer naar de bibliotheek ont bood. Zij waren er allen, toen ik binnen kwam, blijkbaar in afwachting van mij. Hilary had Dave's revolver in zijn hand. „Zuster Keate", zei Evelyn opeens. „Hi lary gelooft, dat hij bewijzen kan, dat het niet Dave's revolver was, waarmee Bayard gedood werd, ondanks de omstandigheden, die het schijnen te bewijzen. Hij zegt, dat deze van een zóó groot kaliber is, dat rij zelfs niet in een kamer, die geluidvrij ge maakt is, kan worden afgeschoten, zonder gehoord te worden. Hij heeft ons gevraagd, hier in de bilbliotheek te blijven, terwijl hij in Dave's studeerkamer gaan zal en, met de deur dicht, de revolver zal afschie ten. Hij gelooft, dat wij het heel duidelijk zullen hooren". (Slot volgt.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6