A
Buitenbilts
v. Geelkerken op het verkiezingspad.
Stad en Omgeving
Groote openbare N.S.B.-vergadering in de
groote zaal van de harmonie.
HET REGIME-COLIJN
VEROORDEELD.
In de groote zaal van de Harmonie
heeft gisteravond de algemeen-secreta
ris van de N.S.B., de heer van Geel
kerken een verkiezingsrede uitge
sproken. De benedenzaal was dicht bezet
met belangstellenden en op het balcon J
zaten 'n paar tientallen toehoorders. Het
podium was door groote, neerhangende
oranje-gordijnen (waarop beeltenissen
van H.M. de koningin en Ir. Mussert en
het N.S.B.-embleem voorkwamen) van
de zaal afgescheiden. Hiervóór was een
groot spreekgestoelte opgesteld, rijkelijk
versierd met wolfsangels.
Een orkestje speelde vooraf eenige
marschen en de bekende N.S.B.-liede-
ren, welke laatste door de aanwezigen
werden meegezongen.
M r. i r. v. Leeuwen, de adjunct-gewes
telijk commissaris voor Noordholland boven
't IJ, leidde om kwart over acht den spreker
met een enkel woord in.
De heer v. Geelkerken, die met ap
plaus begroet werd, begon zijn rede met de
opmerking, dat de leuze „Mussert of Mos
kou" in alle politieke partijen, geen uitge
zonderd, groote consternatie heeft verwekt.
Dag in dag uit wordt er aldus spr. door
de politieke partijmannen gesproken, dat
deze leuze onwaar is, dat ze door-en-door
valsch is, kortom er is geen mensch in Ne
derland, die niet iets te zeggen heeft op
deze leuze. Dat de communisten op hun aan
plakbiljetten met breede letters „Vrijheid"
hebben geschilderd, dat vindt blijkbaar nie
mand vreemd, althans daarover hoort men
niets. Zie, dit nu is een teeken des tljds. De
letters N.S.B. werken zoo aanstekelijk, dat
men daarvoor schijnbaar alléén belangstel
ling heeft. Waartegen wij niet het minste
bezwaar hebben. (Gelach.)
Als men zegt, de leuze „Mussert of Mos
kou" is zóó onbeteekenend, daar praten we
verder niet over, dan maakt men er zich toch
wel al te gemakkelijk vanaf. Dat het hier
inderdaad gaat om Mussert of Moskou wil
er bij de groote massa nog niet in. En dat js
juist het kenmerk van den gemiddelden Ne
derlander. De Nederlander houdtvari het
gemiddelde, als 't "even kan, kiest hij den
middenweg. Dat is het gemakkelijkst, dan
loopt men de minste risico.
Het systeem eerst-de-kat-uit-de-boom-ky-
ken is. nog overal gangbaar en juist hierdoor
zijn wij een kleurloos volk geworden, een
volk noch visch, noch vleesch. Hier zit het
gevaarlijkste symptoom, daartegen vechten
is bijna ondoenlijk, in ieder geval veel erger
dan het strijden tegen principieele tegen
standers.
Minister-president dr. Colijn heeft dan ein
delijk in het jaar 1937 ontdekt, (tenminste
eerst nu bazuint hij het overal rond op zijn
verkiezingstocht), dat „er werking in de
lucht zit". Wij nat.-soc. merkten reeds in
1931, dat er iets gaande was in ons volk,
maar wij zijn blij, dat de minister het dan
eindelijk ook opgemerkt heeft. (Hilariteit.)
Wij bespeurden in 1931 niet alleen, dat or
werking in de lucht zat, doch erger, wij
constateerden toen reeds (en wij mogen
daar gerust trotsch op zijn), dat er iets ge
beuren ging met en onder ons volk. Immers,
de nat.-soc. gedachte brak baan, alom werd
men zich bewust, dat ons volk bezig was zijn
ondergang tegemoet te gaan en langzaam,
heel langzaam kwam er iets terug. Van die
geheel verloren gegane fierheid, werd het
bij velen duidelijk, dat hier de eer van de
natie op het spel stond en dat daarvoor op
de bres gestaan moest worden. De wederop
standing was geboren!
Eenige jaren geleden liet de burgemeester
van Goor de kerkklokken luiden, toen de
vlootwet in behandeling kwam, het waren
de doodsklokken, maar niemand kreeg het
in zijn hoofd om hiertegen te protesteeren.
Zóó ver was het al met ons volk gekomen.
Toen een paar weken geleden echter burge
meester Pont de klok van de nat.-soc. be
weging luidde, toen hij eerlijk en ruiterlijk
uitkwam voor zijn overtuiging, ja, toen werd
hij telefonisch door minister de Wilde op
straat getrapt. Dat was ook zoo erg, daar
tegen moest met alle kracht opgetreden
worden. Dat geschiedde slechts enkele jaren
later na het gebeurde in Goor, wier eerste
burger nog rustig op zijn zetel zit.
Dat op de scholen de kinderen vergiftigd
werden door het geleuter van marxistische
onderwijzers, dat men bij duizenden in Am
sterdam liep met borden, waarop stond:
„Indië los van Holland", dat was toén niet
erg, welnee, niemand dacht erover, om hier
tegen te protesteeren.
Het was ook in die dagen, dat burgemees
ter Wendelaar de A.J.C. officieel op het stad
huis ontving en hij sprak de jeugd hartelijk
toe, vergetend, dat aan die jeugd bewuste
klassestrijd gepredikt was. Diezelfde man
werpt zich thans op als de groote strijder
voor het nationalisme, nu veroordeelt hij fel
cn meedogenloos het internationalisme. Maai
bij vergeet, dat de nationale golf door ons
en ons alleen in Nederland is teweegge
bracht. (Applaus.)
Wanneer in Berlijn inplaats van een Hitier
b.v. een Thalmann de lakens uitdeelde, zou
dan op het oogenblik ook de S.D.A.P. zoo
krampachtig het Wilhelmus zingen? Geloof
dat toch nooit, denk toch nimmer, dat het
hier van harte gemeend is, het is voor ons
duidelijk, dat dit alles een schijnbeweging
is, geboren uit een geweldige angst voor de
N.S.B.
De „Standaard" schreef, dat Colyn hoe
langer hoe meer op Hindenburg gaat lijken.
Wij juichen dit van harte toe, want ook Hin
denburg gaf eens de macht over, het zal bij
ons evenzoo geschieden en zelfs binnen niet
al te langen tijd. (Langdurig applaus.)
Ondanks dus een overal te signalee.ren
verbetering t.a.v. de fierheid van ons volk,
zijn er nog altyd hinderlijke fouten. Spr.
achtte b.v. het beleggen van politieke verga
deringen in kerken een wantoestand, men
misbruikt daardoor de kerk en helpt mede,
om het volk zijn geloof geheel en al te doen
vèrliezen.
Colijn is ongetwijfeld een bekwaam man,
maar dat men hem gaat voorstellen als een
geuzenzoon met de leuze: „Eén volk, één
vorstin, één vlag en één vrijheidsideaal", dat
is toch wel het toppunt. Is er een ander volk
zoo verdeeld als het onze, zoo in partijen
en partijtjes uiteen gereten als juist ons
volk? Neen, een dergelijke grootspraak gaat
alle perken te buiten.
Men raast en tiert op Duitschland en zegt,
dat wij een import ?ijn, maar wat moet men
dan denken, als men weet, dat Colyn met
Paschen eenige dagen in Dusseldorf, heeft
gezeten.
En dat, terwijl onze tegenstanders alles
wat Duitsch is zonder meer verwerpen. Be
denken zij weieens, dat wij met Duitsch
land de nauwste handelsbetrekkingen heb
ben en dat als wy dit land fel gaan beoor-
deelen, er een tijd zal komen, waarop
Duitschland ons zal veroordeelen?
Zie de E.D.D.-menschen, wie had er ooit
kunnen denken, dat in 1937 minister Oud,
Koos Vorrink, Prof. Geyl en het kamerlid
Louwes broederlijk naast elkaar kan zien
staan, zij, dan eenige jaren geleden geen
woorden genoeg konden vinden om elkaar
te besmeuren? En toch is het te verklaren.
Zij allen hebben in Duitschland kunnen
zien, hoe één man met één slag alle poli
tieke partijen wegvaagde, zie, dat brengt hen
op een idee, dat het in Nederland weleëns
net zoo zou kunnen gebéuren en wat moet
er dan van hen terechtkomen. Daarom krui
pen ze uit angst dicht bij elkaar en probee-
ren nog te redden wat er te redden valt. En
zy doen dat handig, want zy gaan uit van
wat Lenin eens gezegd heeft, n.1. „Als er
geen redelijke argumenten meer zy'n, zoek
dan uw kracht in het verdacht maken van
uw tegenstanders". Zoo geschiedde dus.
Lou de Visser heeft gezegd, dat hij des
noods Colijn boven Mussert zou kiezen en
onze-premier vindt dat best. Hierdoor is hij
dcor ons veroordeeld tot volksfrontman en
geeft hij toe liever Moskou dan Mussert te
kiezen.
En als wij nat.-soc. kiezen, dan nemen
wij hem, die bezield is met de liefde voor
zijn volk, die de stormklok geluid heeft, die
iedereen, die gewekt wilde worden, heeft op
geroepen voor een nieuwe volksgemeen
schap: Mussert. (Applaus.)
Als men de Tweede Haghespraak in Lun-
teren zal bezoeken, dan eerst kan men zien,
wat één geest is, wat saamhoorigheid ver
mag. Wie het geloof van ons volk heeft,
moet winnen.
Uitvoerig ging spr. hierna in, wat prof.
Geyl over de N.S.B. gezegd heeft en conclu
deerde daaruit, dat E.D.D. beteekent: Een
heid door draaien. (Hilariteit.)
Dezelfde menschen, die in Colijn den ns-
tionalen held zien, die hem desnoods noemen
„de redder des vaderlands", zij vergeten, dat
slechts een zeer klein deel van ons volk in
hem als leider gelooft. Immers, hij is boven
al partijman en alleen voor de A.R. is hij de
rechte man op de rechte plaats. Laat men
dat in deze dagen eens bedenken.
Spr. hekelde vervolgens het optreden
van baron de Vos van Steenwijk in de Eerste
Kamer. Voor welk feit werd v. Vessem het
woord ontnomen? Hij sprak de waarheid en
die mocht niet gehoord worden. Wel slinger
de de heer v. Rappard v. Vessem naai- h<_t
hoofd, dat zijn volksgenooten, de Alkmaar-
sche N.S.B.-rechters, nooit op promotie be
hoefden te rekenen, doch daarvan werd niets
gezegd. Maar riep spr. uit we zullen die
v. Rappard wel onthouden! (Applaus.)
Het nat.-socialisme is een geestesgesteld
heid, het is de idiëele methode om een volk
omhoog te brengen in tegenstelling met het
communisme, dat er voortdurend op uit is
om een volk te verlagen. Tusschen Mussert
en Moskou zal het dus gaan, een goe ie
middenweg bestaat niet. Want wél liggen
thans alle partij-programs op de helling,
doch zy zijn zoo verminkt en gehavend, dut
er niets van den werkelijken inhoud over
gebleven is.
Het S.D.A.P.-program gaat van stapel met
de kiel omhoog (gelach), de Vrijheidsbond
weet zich geen raad om zijn zielige figuur
te redden, de staatsgreeppartij (spr. bedoelde
de R.K. Staatspartij. Verslaggever) om
geeft zich met prikkeldraad en weet daar
binnen uit angst niet meer wat zij moet
doen, de communisten hebben hun program
vernikkeld en voelen zich plotseling aange
trokken tot de vrijheid, hetgeen alleen maar
om te lachen is, en ook de andere partij m
hebben zich in 't geweer gesteld om tegen
alles wat N.S.B. heet, de strijden met de
meest geraffineerde wapenen. Bedenk toch,
dat zij allen de eenheid prediken, doch in
werkelijkheid haat en nijd zaaien. De groote
kracht der N.S.B. zit 'm in het geloof der
leden in hun leider. Mussert is alleen groot
geworden in den man en de vrouw, die ge-
looven, onze kracht ligt derhalve in den on
bekenden soldaat.
Spr. was zich bewust dezen avond de lach
lust te hebben opgewekt, doch in veel ge
vallen helpt tegen verbittering alleen de
spot en als zoodanig was deze verkiezings
rede bedoeld.
Spr. hoopte, dat het duidelijk geworden
was, dat er slechts te kiezen was tusschen
Mussert en Moskou. Het Volksfront v. Duy-
maer v. Twist tot Lou de Visser is gevormd
en Mussert heeft dus gelijk gekregen. Mor.
weet nu, wat er te doen staat, wilt gij niet
Moskou, stemt dan Mussert. (Langdurig
applaus).
Na een pauze van een -half uur, waarin
o.m. ook gecollecteerd werd voor het strijd
en verkiezingsfonds beantwoordde de heer
v. Geelkerken een aantal schriftelijk gestel
de vragen. Hierbij waren vele van den be
kenden inhoud, zooals het vraagstuk van het
anti-sémietisme enz. enz.
Op een vraag of het ledental der N.S.B.
zich in dalende richting bewoog, antwoord
de spr., dat dit stationnair blyft. Van de
20.000 leden, die uit de beweging waren ge
treden, was dit van 10-12000 gedwongen
geweest, doch steeds waren er nieuwe bijge
komen, zoodat het ledental thans 54000 be
draagt.
Op 'n vraag waarom de Korenbeurs niet aan
de N.S.B. verhuurd mocht worden en -wel
aan de S.D.A.P., merkte spr. op, dat de S.D.
A.P. zoo'n nette partij is, terwijl de NS.B.
dat niet is.
Om 11 uur werd de vergadering gesloten
met het zingen van het Wilhelmus.
Alles had verder een ordelijk verloop.
Qemeentecadea
OUDORP
De raad dezer gemeente kwam Dins
dagavond te half acht in openbare verga
dering ten raadhuize bijeen, onder voor
zitterschap van den eersten wethouder,
den heer A. de Boer.
De Voorzitter opende de vergade
ring met een hartelijk woord van welkom
en deelde mede dat de burgemeester nu
geheel van zijn ziekte is hersteld, zoodat
hij in het vervolg de vergadering weer
zal kunnen leiden.
Van den minister van Sociale Zaken was
een schrijven ontvangen d.d. 1 Maart '37,
houdende regeling extra hulp aan werk-
loozen (steun B.) gedurende het jaar 1937
Het rijk stelt voor deze etra hulp 3.30
per werklooze beschikbaar, terwijl B. en
W. voorstelden van gemeentewege 2.
per werklooze beschikbaar te stellen, zoo
dat dan tesamen 5.30 per werklooze kan
worden uitgekeerd.
De heer L e e r i n g zou gaarne zien dat
de gemeente een hooger bedrag beschik
baar stelde doch de voorzitter antwoordde
dat dit bedrag door den minister was be
paald en dat verhooging niet werd toege
staan..
Overeenkomstig het voorstel van B. en
W. werd besloten 2. pér werklooze voor
rekening der gemeente te nemen.
Ingekomen was een schrijven van Ged.
Staten met een aantal aanmerkingen op
de ingezonden verordening tot heffing
van schoolgeld op het L. O.
Overeenkomstig het voorstel van B. en
W. werd besloten aan de opmerkingen als
nog te voldoen en de vérordening opnieuw
ter goedkeuring in te zenden.
Een schrijven van het R. K. schoolbe
stuur verzoekend de drie-jaarlyksche af
rekening der kosten tot instandhouden
harer R. K. scholen óver de jaren 1934
tot en met 1936, werd aangehouden tot de
gemeenterekening over 1936 is goedge
keurd.
Verder was ingekomen een schrij
ven van Ged. Staten, waarin werd
medegedeeld, dat het verzoek van
de' gemeente Alkmaar om grenswijzi
ging met Oudorp op 19 Mei a.s. des
namiddags te 2 uur in het gebouw
der Provinciale Griffie zal worden
behandeld. De raad zal bij die zit
ting in de gelegenheid worden gesteld
zijn meening toe te lichten
B .en W. achtten zich hierover niet
bekwaam genoeg en stelden voor als
gevolmachtigde namens den gemeen
teraad aan te wijzen mr. Buiskool uit
Schagen om de gemeente Oudorp bij
die openbare zitting te vertegenwoor
digen.
De voorzitter merkte op, dat
men voor deze zaak moeilijk iemand
uit Alkmaar kan' nemen, en dat zoo
doende de keus van B. en W. was ge
vallen op mr. Buiskool, die ook en
met goed gevolg heeft gepleit
tegen de vereeniging van Callantsoog
met de gemeente Zijpe.
Besloten werd mr. Buiskool als ge
volmachtigde bij die zitting aan te
wijzen.
De heer v a n W e e s stelde voor om in
het Ooievaarsnest een publicatiebord te
plaatsen, opdat de bewoners van dat ge
deelte der gemeente niet meer naar het
gemeentehuis behoeven te gaan om kennis
te nemen van de bekendmakingen e.d. De
overige leden stemden met den heer Van
"Wees in.
B. en W .zegden toe dit "oorstel-in over
weging te zullen nemen.
Tenslotte was van den minister van
sociale zaken bericht ontvangen, dat de
werkverschaffing te Schoorl voor arbei
ders uit deze gemeente is verlengd tot en
met 31 Juli a.s.
Hierna kwam aan de orde een verzoek
van den heer H. Smidts om ontslag als
secretaris-penningmeester van het Burger
lijk Armbestuur.
B. en W. stelden voor het gevraagde ont
slag op de meest eervolle wijze te ver-
leenen en als opvolger te benoemen den
heer C. Tuijnman alhier. De opvolger zal
echter niet tegelijk lid meer zijn> van het
Armbestuur, dc-ch alleen administrateur.
De heer Schermerhorn vond het
beter een openbare oproeping van sollici
tanten te doen, inplaats van zoo maar
iemand te benoemen. Misschien zijn er
nog wel meer gegadigden.
De voorzitter merkte op dat B. en
W. al blij waren dat zij een geschikt per
soon voor deze functie konden vinden.
Voor het salaris van 50 per jaar krijgt
men niet veel liefhebbers, terwijl een
voorname, vereischte is dat de nieuw-rbe'-
noemde een goede administratie, kan voe
ren.
De heer Leering 'stelde voor van
deze gelegenheid gebruik te maken om
het Burgerl. Armbestuur om te zetten in
een Maatschappelijk Hulpbetoon. Aan de
functie van secr.-penningm. is heel wat
werk verbonden en men kan bij omzetting
het salaris verhoogen, wat tot dusverre
onmogelijk is.
Besloten werd het ontslag aan te hou
den en B. en W. in overweging te geven
het Armbestuur om te zetten in een
Maatsch. Hulpbetoon.
Hierna kwamen aan de orde enkele
schriftelijke vragen van het raadslid Staa.
Het eerste verzoek was om bij de Ver
eeniging van Ned, Gemeenten met klem
aan te dringen op verhooging van werk-
loozensteun met 10 aangezien de eerste
en noodzakelijkste levensbehoeften met
minstens 10 zijn verhoogd.
Alle raadsleden voelden de billijkheid
van dit voorstel, zoodat besloten werd via
de Vereen, van Ned. .Gemeenten stappen
te doen om deze verhooging te verkrijgen.
Ten tweede werd aangedrongen op ge
lijke klasse-indeeling der steunregeling
opdat het eene deel der gemeente niet
meer een hoogere uitkeering krijgt dan
het andere. Verder werd aangedrongen de
kindertoeslag te verhoogen.
B. en W. zegden toe voor een en ander
hun uitersten best te zullen doen.
Tenslotte werd er op aangedrongen de
uitbetaling der steungelden voortaan weer
te doen' plaats hebben op Zaterdagmiddag.
De voorzitter antwoordde dat dit
al heel moeilijk zou gaan. Oudorp was één
der laatste gemeenten die van Zaterdag
overgingen op Dinsdag, zulks op aarthou
denden drang van den minister. Bij het
berekenen der steunbedragen valt zooveel
administratief werk te verrichten, dat. het
ondoenlijk zou worden den steun op Za
terdag uit te betalen.
Verder werd besloten aan den vuilnis
ophaalwagen een bel te hangen en de
voetbruggetjes in het landpad naar Alk
maar te laten repareeren.
De heer van der Post vroeg het
subsidie aan het Witte Kruis meer in
overeenstemming te brengen met dat van
het Wit-Gele Kruis .aangezien het leden
aantal dier vereenigingen elkander niet
veel ontloopen.
De voorzitter antwoordde dat het
ledenaantal reeds is opgevraagd. In de
eerstvolgende raadsvergadering zullen B.
en W. een dusdanig voorstel aan den raad
voorleggen.
Thans kwam aan de orde een voorstel
tot vaststelling van een verordening tot
verhaal van kosten ingevolgde de Besmet
telijke Ziekentenwet.
Besloten werd der verordening conform
het voorstel van B. en W. in te zenden.
Verder werd besloten den gemeente
veldwachter .over 1937 een vergoeding .te.
verleenen van .50 wegens de werkzaam
heden verbonden aan de distributie van
levensmiddelen.
De voorzitter merkte op dat de
heer Van Wees over eenige dagen onze
gemeente gaat verlaten en alzoo het lid
maatschap van den raad niet meer mag
waarnemen. Wij zien, aldus de voorzitter,
de heer van Wees noode vertrekken. Spr.
dankte hem vooqr hetgeen hij in het be
lang der gemeente had verricht en over
handigde hem namens den raad een vul
penhouder met inscriptie.
De heer van Wees dankte de leden
van den raad voor het ontvangen geschenk
en den voorzitter voor zijn hartelijke
woorden en bracht in herinnering de aan
gename samenwerking die hij steeds had
mogën ondervinden.
JlecfUnioJken
DE BROODOORLOG TE BREDA.
Een bakker staat terecht.
Door de Nederlandsche Bakkerij-Stichting
te Den Haag is voor den rechter te Breda
aanhangig gemaakt'een zaak, die in begin
sel zal moeten uitmaken, of het door de
Bredasche bakkers onderling gesloten con
tract rechtsgeldigheid bezit.
De Nederlandsche Bakkerij-Stichting, de
landelijke organisatie onder voorzitterschap
van prof. mr. P. S. Gerbrandy te Amsterdam,
heeft met het grootste deel, pl.m. 90 pet.,
der Bredasche bakkers een contract gesloten
op 8 Aprl 1937, waarin o.m. bepaald werd,
dat zij den broodprijs, welke in dat contract
werd vastgesteld, zullen handhaven, ten
einde daardoor tot betere bedrijfsuitkom-
sten te komen. Met eenige bakkers, die het
contract niet onderteekenden, werd een soort
„Gentlemen Agreement" gesloten.
Ook zekere A. V. te Breda aan het Dijk-
plein heeft dit contract onderteekend, doch
zich niet aan de bepalingen van dit contract
gehouden.
Artikel 9 dezer overeenkomst bepaal ie,
dat hij geen artikelen zou verkoopen tegen
een lageren prijs dan in dat contract is be
paald.
Door de stichting werd vastgesteld, iat
voor Breda de minimumprijs voor water
brood, thuisbezorgd, zou zijn 16 cent per 800
gram, ingaande Maandag 12 April 1937. De
bedoelde bakker nu heeft brood verkocht
tegen een lageren prijs, en is door de stich
ting in kort geding voor den rechter ge
daagd, welk geding op Woensdag 28 April
ten overstaan van den president der arr.
rechtbank te Breda, jhr. mr. L. J. M. van
Sasse van IJsseit, is behandeld.
Voor de stichting traden op mr. Broek-
huyzen te Den Haag en mr. W. A. J. van den
Hurk te Breda, terwijl voor gedaagde optrad
mr. C. A. A. M. van der Kroon te Breda.
Door de stichting werd o.m. in de dagvaar
ding gesteld, dat de zaak spoedeischend is,
zoodat gevraagd wordt een presidiaal bevel
aan gedaagde o.m.:
Onmiddellijk den verkoop van brood tegen
prijzen, die lager zijn dan bepaald is in de
onverwerpelijke overeenkomst, te staken en
verder te betalen aan eischeresse een sonl
il Het allernieuwste!
Ceta-Bever „Buitenbij ts"! Kan
tegen regen en zonneschijn!
Dekt met éénmaal! Groen, geel,
oranje, bruin, rood, wit en blauw.
Smeert geweldig uit! Prachtig-
mooi, veel gemakkelijker en goed-
kooper. Vernietigtalle schimmels
en bacteriën. Frissche, pittige geur!
Ceta-Bever
'/2 K.G. BUS 55 CT. -1 K.G. BUS 90 CL
Voor landhuizen, priëelen, schuren, schuttingen,
hokken en hekken.
van 50 voor eiken keer, dat gedaagde het
bevel overtreedt.
De procureur van eischeresse heeft in een
uitvoerige inleiding het standpunt van
eischeresse uiteen gezet, waarna mr. van
der Kroon namens gedaagde betoogde,
dat er te Breda nog eenige bakkers
zijn, die de overeenkomst niet hebben
onderteekend, zoodat gedaagde niet weet,
of deze zich aan de door de stichting vast
gestelde pri.jzen houden, Mri van der Kroon
meende verder, dat de zaak niet spoed
eischend is, zoodat de president in deze onbe
voegd is, terwijl hij verder nog enkele niet-
ontvankelijkhéidsmiddelen ter tafel bracht.
De president deelde mede op Dinsdag
4 Mei a.s. te 10 uur v.m. uitspraak te zullen
doen.
De Nijenrode-zaak.
Requisitoir van den procureur-
generaal.
Vandaag zette het Amsterdamsche hof de
behandeling voort van de strafzaak tegen,
den heer Onnes van Nijenrode.
Direct na opening van de zitting is .net
woord aan den procureur-generaal mr, Ver-
steegh.
„Es ist eine alte geschichte", doch dank
zij de weetgierigheid van het hof „bleibt sie
immer neu", aldus vangt spr. zijn requisi
toir aan. Spr. brengt vervolgens hulde aan
het minutieuse onderzoek, dat door het hof
is ingesteld.
Komende tot de zaak zelve wees spr.-er
op, dat de correspondentie Koning-Onnes
in twee gedeelten is te verdeelen: die vóór
en na de inbraak. Het nader onderzoek naar
de brieven heeft een verrassend resultaat
gehad, daar dé camouflage in de briefwisse
ling duidelijk gebleken is.
.De chantage, die z.g.n. door Koning £qp
Onnes zou" zijn toegepast, achtte spr.- vol
maakt onaannemelijk. -
Uit het nader onderzoek naar de z,g.n.
schilderijentransactie is gebleken, dat Ko-?
ning de beschikking over twee van-de drie
schilderijen niet meer had toen hij ze ;via
Onnes wilde beleenen. Over het derde schil
derij,-de Nicolaas Maes, konden niet zulke
pertinente inlichtingen worden verkregen.
Spr. gelooft echter, dat Koning ook dit der
de schilderij niet meer kon beschikken,. Ko
ning schreef dus over schilderijen, waarover
hij niet kon beschikken, duidelijk is hét dus,
dat hier een gecamoufleerde briefwisseling
is gevoerd.
„Mij leken de brieven van Koning echt",
zegt Onnes en de bedoeling van Koning is
slechts geweest geld van mij in handen te
krijgen en me uit te hooren. Maar krijgt
men van iemand geld aldus vraagt de pro
cureur-generaal zich af door schilderijen
aan te bieden, die men niet in zijn bezit
heeft.
Het is wel duidelijk, dat de bewering van
Onnes, dat alleen Koning gecamoufleerde
brieven schreef, volkomen onhoudbaar is.
Tot in bijzonderheden behandelt spr. dan
den inhoud van de brieven en hij _conclu-
deert: „Koning verzond bladvulling, meer
niet".
Daarbij moeten we in aanmerking nemen,
dat beide hoofdpersonen in deze zaak, Ko
ning en Onnes na de inbraak in doodsangst
leefden. Koning durfde zich op Nijenrode
niet vertoonen; Onnes had een groot perso
neel en bij ontmoetingen moest men uiterst
voorzichtig zijn. Wat is logischer, dat men
om onverdacht te kunnen correspondee-
renover schilderijen ging schrijven. Zoo
schrijft Onnes o.a.: „die foto van de van dei-
Velde heb ik ontvangen".
Maar dat kon niet, want die foto was nooit
verzonden. Waarom zou Onnes op de schil
derijentransactie zijn ingegaan? Herhaalde
lijk is hem deze vraag gesteld. En Onnes
geeft daar óók een antwoord op: „Ik wil
de Koning een dienst bewijzen en misschien
zat er ook eenige winst op". Men vërgete
echter niet, dat hij de stukken nooit gezien
had en dat de beleensom op niet minder dan
17.000 was gesteld.
Bij verkoop brachten ze ongeveer in dien
zelfden tijd 3500 op.
In werkelijkheid drong Koning slechts op
betaling aan in die brieven, die zgn. over
schilderijen gingen, want het expeditiebe
drijf „Maag Co." met zijn president
commissaris Witbraad werd -ongeduldig.
De expediteuren wilden geld zien en des te
meer de onderwereld aandringt op betaling,
des te dringender werden de brieven over
de zgn. schilderijenbeleening.
Steeds weer schrijft Onnes, dat het hem
nog niet gelukt is, de beleening te sluiten.
Onnes bedoelt dat hij geen geld heeft om te
betalen. Bij de slechte financiëele omstan
digheden van Onnes is het dan oók volko
men onaannemelijk, dat hij ook maar een
seconde in ernst aan een schilderij enbelee
ning heeft gedacht. Hij zou nog moeten
wachten, tot de zilvervloot op Nijenrodè
binnenliep toen op 25 Juni de verzekering
72.0Ö0 uit betaalde.
Zoo is er een ring van aanwijzingen óm
Onnes getrokken, een ring, sterker dan zijn