A Buitenbilts v. Geelkerken op het verkiezingspad. Stad en Omgeving Groote openbare N.S.B.-vergadering in de groote zaal van de harmonie. HET REGIME-COLIJN VEROORDEELD. In de groote zaal van de Harmonie heeft gisteravond de algemeen-secreta ris van de N.S.B., de heer van Geel kerken een verkiezingsrede uitge sproken. De benedenzaal was dicht bezet met belangstellenden en op het balcon J zaten 'n paar tientallen toehoorders. Het podium was door groote, neerhangende oranje-gordijnen (waarop beeltenissen van H.M. de koningin en Ir. Mussert en het N.S.B.-embleem voorkwamen) van de zaal afgescheiden. Hiervóór was een groot spreekgestoelte opgesteld, rijkelijk versierd met wolfsangels. Een orkestje speelde vooraf eenige marschen en de bekende N.S.B.-liede- ren, welke laatste door de aanwezigen werden meegezongen. M r. i r. v. Leeuwen, de adjunct-gewes telijk commissaris voor Noordholland boven 't IJ, leidde om kwart over acht den spreker met een enkel woord in. De heer v. Geelkerken, die met ap plaus begroet werd, begon zijn rede met de opmerking, dat de leuze „Mussert of Mos kou" in alle politieke partijen, geen uitge zonderd, groote consternatie heeft verwekt. Dag in dag uit wordt er aldus spr. door de politieke partijmannen gesproken, dat deze leuze onwaar is, dat ze door-en-door valsch is, kortom er is geen mensch in Ne derland, die niet iets te zeggen heeft op deze leuze. Dat de communisten op hun aan plakbiljetten met breede letters „Vrijheid" hebben geschilderd, dat vindt blijkbaar nie mand vreemd, althans daarover hoort men niets. Zie, dit nu is een teeken des tljds. De letters N.S.B. werken zoo aanstekelijk, dat men daarvoor schijnbaar alléén belangstel ling heeft. Waartegen wij niet het minste bezwaar hebben. (Gelach.) Als men zegt, de leuze „Mussert of Mos kou" is zóó onbeteekenend, daar praten we verder niet over, dan maakt men er zich toch wel al te gemakkelijk vanaf. Dat het hier inderdaad gaat om Mussert of Moskou wil er bij de groote massa nog niet in. En dat js juist het kenmerk van den gemiddelden Ne derlander. De Nederlander houdtvari het gemiddelde, als 't "even kan, kiest hij den middenweg. Dat is het gemakkelijkst, dan loopt men de minste risico. Het systeem eerst-de-kat-uit-de-boom-ky- ken is. nog overal gangbaar en juist hierdoor zijn wij een kleurloos volk geworden, een volk noch visch, noch vleesch. Hier zit het gevaarlijkste symptoom, daartegen vechten is bijna ondoenlijk, in ieder geval veel erger dan het strijden tegen principieele tegen standers. Minister-president dr. Colijn heeft dan ein delijk in het jaar 1937 ontdekt, (tenminste eerst nu bazuint hij het overal rond op zijn verkiezingstocht), dat „er werking in de lucht zit". Wij nat.-soc. merkten reeds in 1931, dat er iets gaande was in ons volk, maar wij zijn blij, dat de minister het dan eindelijk ook opgemerkt heeft. (Hilariteit.) Wij bespeurden in 1931 niet alleen, dat or werking in de lucht zat, doch erger, wij constateerden toen reeds (en wij mogen daar gerust trotsch op zijn), dat er iets ge beuren ging met en onder ons volk. Immers, de nat.-soc. gedachte brak baan, alom werd men zich bewust, dat ons volk bezig was zijn ondergang tegemoet te gaan en langzaam, heel langzaam kwam er iets terug. Van die geheel verloren gegane fierheid, werd het bij velen duidelijk, dat hier de eer van de natie op het spel stond en dat daarvoor op de bres gestaan moest worden. De wederop standing was geboren! Eenige jaren geleden liet de burgemeester van Goor de kerkklokken luiden, toen de vlootwet in behandeling kwam, het waren de doodsklokken, maar niemand kreeg het in zijn hoofd om hiertegen te protesteeren. Zóó ver was het al met ons volk gekomen. Toen een paar weken geleden echter burge meester Pont de klok van de nat.-soc. be weging luidde, toen hij eerlijk en ruiterlijk uitkwam voor zijn overtuiging, ja, toen werd hij telefonisch door minister de Wilde op straat getrapt. Dat was ook zoo erg, daar tegen moest met alle kracht opgetreden worden. Dat geschiedde slechts enkele jaren later na het gebeurde in Goor, wier eerste burger nog rustig op zijn zetel zit. Dat op de scholen de kinderen vergiftigd werden door het geleuter van marxistische onderwijzers, dat men bij duizenden in Am sterdam liep met borden, waarop stond: „Indië los van Holland", dat was toén niet erg, welnee, niemand dacht erover, om hier tegen te protesteeren. Het was ook in die dagen, dat burgemees ter Wendelaar de A.J.C. officieel op het stad huis ontving en hij sprak de jeugd hartelijk toe, vergetend, dat aan die jeugd bewuste klassestrijd gepredikt was. Diezelfde man werpt zich thans op als de groote strijder voor het nationalisme, nu veroordeelt hij fel cn meedogenloos het internationalisme. Maai bij vergeet, dat de nationale golf door ons en ons alleen in Nederland is teweegge bracht. (Applaus.) Wanneer in Berlijn inplaats van een Hitier b.v. een Thalmann de lakens uitdeelde, zou dan op het oogenblik ook de S.D.A.P. zoo krampachtig het Wilhelmus zingen? Geloof dat toch nooit, denk toch nimmer, dat het hier van harte gemeend is, het is voor ons duidelijk, dat dit alles een schijnbeweging is, geboren uit een geweldige angst voor de N.S.B. De „Standaard" schreef, dat Colyn hoe langer hoe meer op Hindenburg gaat lijken. Wij juichen dit van harte toe, want ook Hin denburg gaf eens de macht over, het zal bij ons evenzoo geschieden en zelfs binnen niet al te langen tijd. (Langdurig applaus.) Ondanks dus een overal te signalee.ren verbetering t.a.v. de fierheid van ons volk, zijn er nog altyd hinderlijke fouten. Spr. achtte b.v. het beleggen van politieke verga deringen in kerken een wantoestand, men misbruikt daardoor de kerk en helpt mede, om het volk zijn geloof geheel en al te doen vèrliezen. Colijn is ongetwijfeld een bekwaam man, maar dat men hem gaat voorstellen als een geuzenzoon met de leuze: „Eén volk, één vorstin, één vlag en één vrijheidsideaal", dat is toch wel het toppunt. Is er een ander volk zoo verdeeld als het onze, zoo in partijen en partijtjes uiteen gereten als juist ons volk? Neen, een dergelijke grootspraak gaat alle perken te buiten. Men raast en tiert op Duitschland en zegt, dat wij een import ?ijn, maar wat moet men dan denken, als men weet, dat Colyn met Paschen eenige dagen in Dusseldorf, heeft gezeten. En dat, terwijl onze tegenstanders alles wat Duitsch is zonder meer verwerpen. Be denken zij weieens, dat wij met Duitsch land de nauwste handelsbetrekkingen heb ben en dat als wy dit land fel gaan beoor- deelen, er een tijd zal komen, waarop Duitschland ons zal veroordeelen? Zie de E.D.D.-menschen, wie had er ooit kunnen denken, dat in 1937 minister Oud, Koos Vorrink, Prof. Geyl en het kamerlid Louwes broederlijk naast elkaar kan zien staan, zij, dan eenige jaren geleden geen woorden genoeg konden vinden om elkaar te besmeuren? En toch is het te verklaren. Zij allen hebben in Duitschland kunnen zien, hoe één man met één slag alle poli tieke partijen wegvaagde, zie, dat brengt hen op een idee, dat het in Nederland weleëns net zoo zou kunnen gebéuren en wat moet er dan van hen terechtkomen. Daarom krui pen ze uit angst dicht bij elkaar en probee- ren nog te redden wat er te redden valt. En zy doen dat handig, want zy gaan uit van wat Lenin eens gezegd heeft, n.1. „Als er geen redelijke argumenten meer zy'n, zoek dan uw kracht in het verdacht maken van uw tegenstanders". Zoo geschiedde dus. Lou de Visser heeft gezegd, dat hij des noods Colijn boven Mussert zou kiezen en onze-premier vindt dat best. Hierdoor is hij dcor ons veroordeeld tot volksfrontman en geeft hij toe liever Moskou dan Mussert te kiezen. En als wij nat.-soc. kiezen, dan nemen wij hem, die bezield is met de liefde voor zijn volk, die de stormklok geluid heeft, die iedereen, die gewekt wilde worden, heeft op geroepen voor een nieuwe volksgemeen schap: Mussert. (Applaus.) Als men de Tweede Haghespraak in Lun- teren zal bezoeken, dan eerst kan men zien, wat één geest is, wat saamhoorigheid ver mag. Wie het geloof van ons volk heeft, moet winnen. Uitvoerig ging spr. hierna in, wat prof. Geyl over de N.S.B. gezegd heeft en conclu deerde daaruit, dat E.D.D. beteekent: Een heid door draaien. (Hilariteit.) Dezelfde menschen, die in Colijn den ns- tionalen held zien, die hem desnoods noemen „de redder des vaderlands", zij vergeten, dat slechts een zeer klein deel van ons volk in hem als leider gelooft. Immers, hij is boven al partijman en alleen voor de A.R. is hij de rechte man op de rechte plaats. Laat men dat in deze dagen eens bedenken. Spr. hekelde vervolgens het optreden van baron de Vos van Steenwijk in de Eerste Kamer. Voor welk feit werd v. Vessem het woord ontnomen? Hij sprak de waarheid en die mocht niet gehoord worden. Wel slinger de de heer v. Rappard v. Vessem naai- h<_t hoofd, dat zijn volksgenooten, de Alkmaar- sche N.S.B.-rechters, nooit op promotie be hoefden te rekenen, doch daarvan werd niets gezegd. Maar riep spr. uit we zullen die v. Rappard wel onthouden! (Applaus.) Het nat.-socialisme is een geestesgesteld heid, het is de idiëele methode om een volk omhoog te brengen in tegenstelling met het communisme, dat er voortdurend op uit is om een volk te verlagen. Tusschen Mussert en Moskou zal het dus gaan, een goe ie middenweg bestaat niet. Want wél liggen thans alle partij-programs op de helling, doch zy zijn zoo verminkt en gehavend, dut er niets van den werkelijken inhoud over gebleven is. Het S.D.A.P.-program gaat van stapel met de kiel omhoog (gelach), de Vrijheidsbond weet zich geen raad om zijn zielige figuur te redden, de staatsgreeppartij (spr. bedoelde de R.K. Staatspartij. Verslaggever) om geeft zich met prikkeldraad en weet daar binnen uit angst niet meer wat zij moet doen, de communisten hebben hun program vernikkeld en voelen zich plotseling aange trokken tot de vrijheid, hetgeen alleen maar om te lachen is, en ook de andere partij m hebben zich in 't geweer gesteld om tegen alles wat N.S.B. heet, de strijden met de meest geraffineerde wapenen. Bedenk toch, dat zij allen de eenheid prediken, doch in werkelijkheid haat en nijd zaaien. De groote kracht der N.S.B. zit 'm in het geloof der leden in hun leider. Mussert is alleen groot geworden in den man en de vrouw, die ge- looven, onze kracht ligt derhalve in den on bekenden soldaat. Spr. was zich bewust dezen avond de lach lust te hebben opgewekt, doch in veel ge vallen helpt tegen verbittering alleen de spot en als zoodanig was deze verkiezings rede bedoeld. Spr. hoopte, dat het duidelijk geworden was, dat er slechts te kiezen was tusschen Mussert en Moskou. Het Volksfront v. Duy- maer v. Twist tot Lou de Visser is gevormd en Mussert heeft dus gelijk gekregen. Mor. weet nu, wat er te doen staat, wilt gij niet Moskou, stemt dan Mussert. (Langdurig applaus). Na een pauze van een -half uur, waarin o.m. ook gecollecteerd werd voor het strijd en verkiezingsfonds beantwoordde de heer v. Geelkerken een aantal schriftelijk gestel de vragen. Hierbij waren vele van den be kenden inhoud, zooals het vraagstuk van het anti-sémietisme enz. enz. Op een vraag of het ledental der N.S.B. zich in dalende richting bewoog, antwoord de spr., dat dit stationnair blyft. Van de 20.000 leden, die uit de beweging waren ge treden, was dit van 10-12000 gedwongen geweest, doch steeds waren er nieuwe bijge komen, zoodat het ledental thans 54000 be draagt. Op 'n vraag waarom de Korenbeurs niet aan de N.S.B. verhuurd mocht worden en -wel aan de S.D.A.P., merkte spr. op, dat de S.D. A.P. zoo'n nette partij is, terwijl de NS.B. dat niet is. Om 11 uur werd de vergadering gesloten met het zingen van het Wilhelmus. Alles had verder een ordelijk verloop. Qemeentecadea OUDORP De raad dezer gemeente kwam Dins dagavond te half acht in openbare verga dering ten raadhuize bijeen, onder voor zitterschap van den eersten wethouder, den heer A. de Boer. De Voorzitter opende de vergade ring met een hartelijk woord van welkom en deelde mede dat de burgemeester nu geheel van zijn ziekte is hersteld, zoodat hij in het vervolg de vergadering weer zal kunnen leiden. Van den minister van Sociale Zaken was een schrijven ontvangen d.d. 1 Maart '37, houdende regeling extra hulp aan werk- loozen (steun B.) gedurende het jaar 1937 Het rijk stelt voor deze etra hulp 3.30 per werklooze beschikbaar, terwijl B. en W. voorstelden van gemeentewege 2. per werklooze beschikbaar te stellen, zoo dat dan tesamen 5.30 per werklooze kan worden uitgekeerd. De heer L e e r i n g zou gaarne zien dat de gemeente een hooger bedrag beschik baar stelde doch de voorzitter antwoordde dat dit bedrag door den minister was be paald en dat verhooging niet werd toege staan.. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. werd besloten 2. pér werklooze voor rekening der gemeente te nemen. Ingekomen was een schrijven van Ged. Staten met een aantal aanmerkingen op de ingezonden verordening tot heffing van schoolgeld op het L. O. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. werd besloten aan de opmerkingen als nog te voldoen en de vérordening opnieuw ter goedkeuring in te zenden. Een schrijven van het R. K. schoolbe stuur verzoekend de drie-jaarlyksche af rekening der kosten tot instandhouden harer R. K. scholen óver de jaren 1934 tot en met 1936, werd aangehouden tot de gemeenterekening over 1936 is goedge keurd. Verder was ingekomen een schrij ven van Ged. Staten, waarin werd medegedeeld, dat het verzoek van de' gemeente Alkmaar om grenswijzi ging met Oudorp op 19 Mei a.s. des namiddags te 2 uur in het gebouw der Provinciale Griffie zal worden behandeld. De raad zal bij die zit ting in de gelegenheid worden gesteld zijn meening toe te lichten B .en W. achtten zich hierover niet bekwaam genoeg en stelden voor als gevolmachtigde namens den gemeen teraad aan te wijzen mr. Buiskool uit Schagen om de gemeente Oudorp bij die openbare zitting te vertegenwoor digen. De voorzitter merkte op, dat men voor deze zaak moeilijk iemand uit Alkmaar kan' nemen, en dat zoo doende de keus van B. en W. was ge vallen op mr. Buiskool, die ook en met goed gevolg heeft gepleit tegen de vereeniging van Callantsoog met de gemeente Zijpe. Besloten werd mr. Buiskool als ge volmachtigde bij die zitting aan te wijzen. De heer v a n W e e s stelde voor om in het Ooievaarsnest een publicatiebord te plaatsen, opdat de bewoners van dat ge deelte der gemeente niet meer naar het gemeentehuis behoeven te gaan om kennis te nemen van de bekendmakingen e.d. De overige leden stemden met den heer Van "Wees in. B. en W .zegden toe dit "oorstel-in over weging te zullen nemen. Tenslotte was van den minister van sociale zaken bericht ontvangen, dat de werkverschaffing te Schoorl voor arbei ders uit deze gemeente is verlengd tot en met 31 Juli a.s. Hierna kwam aan de orde een verzoek van den heer H. Smidts om ontslag als secretaris-penningmeester van het Burger lijk Armbestuur. B. en W. stelden voor het gevraagde ont slag op de meest eervolle wijze te ver- leenen en als opvolger te benoemen den heer C. Tuijnman alhier. De opvolger zal echter niet tegelijk lid meer zijn> van het Armbestuur, dc-ch alleen administrateur. De heer Schermerhorn vond het beter een openbare oproeping van sollici tanten te doen, inplaats van zoo maar iemand te benoemen. Misschien zijn er nog wel meer gegadigden. De voorzitter merkte op dat B. en W. al blij waren dat zij een geschikt per soon voor deze functie konden vinden. Voor het salaris van 50 per jaar krijgt men niet veel liefhebbers, terwijl een voorname, vereischte is dat de nieuw-rbe'- noemde een goede administratie, kan voe ren. De heer Leering 'stelde voor van deze gelegenheid gebruik te maken om het Burgerl. Armbestuur om te zetten in een Maatschappelijk Hulpbetoon. Aan de functie van secr.-penningm. is heel wat werk verbonden en men kan bij omzetting het salaris verhoogen, wat tot dusverre onmogelijk is. Besloten werd het ontslag aan te hou den en B. en W. in overweging te geven het Armbestuur om te zetten in een Maatsch. Hulpbetoon. Hierna kwamen aan de orde enkele schriftelijke vragen van het raadslid Staa. Het eerste verzoek was om bij de Ver eeniging van Ned, Gemeenten met klem aan te dringen op verhooging van werk- loozensteun met 10 aangezien de eerste en noodzakelijkste levensbehoeften met minstens 10 zijn verhoogd. Alle raadsleden voelden de billijkheid van dit voorstel, zoodat besloten werd via de Vereen, van Ned. .Gemeenten stappen te doen om deze verhooging te verkrijgen. Ten tweede werd aangedrongen op ge lijke klasse-indeeling der steunregeling opdat het eene deel der gemeente niet meer een hoogere uitkeering krijgt dan het andere. Verder werd aangedrongen de kindertoeslag te verhoogen. B. en W. zegden toe voor een en ander hun uitersten best te zullen doen. Tenslotte werd er op aangedrongen de uitbetaling der steungelden voortaan weer te doen' plaats hebben op Zaterdagmiddag. De voorzitter antwoordde dat dit al heel moeilijk zou gaan. Oudorp was één der laatste gemeenten die van Zaterdag overgingen op Dinsdag, zulks op aarthou denden drang van den minister. Bij het berekenen der steunbedragen valt zooveel administratief werk te verrichten, dat. het ondoenlijk zou worden den steun op Za terdag uit te betalen. Verder werd besloten aan den vuilnis ophaalwagen een bel te hangen en de voetbruggetjes in het landpad naar Alk maar te laten repareeren. De heer van der Post vroeg het subsidie aan het Witte Kruis meer in overeenstemming te brengen met dat van het Wit-Gele Kruis .aangezien het leden aantal dier vereenigingen elkander niet veel ontloopen. De voorzitter antwoordde dat het ledenaantal reeds is opgevraagd. In de eerstvolgende raadsvergadering zullen B. en W. een dusdanig voorstel aan den raad voorleggen. Thans kwam aan de orde een voorstel tot vaststelling van een verordening tot verhaal van kosten ingevolgde de Besmet telijke Ziekentenwet. Besloten werd der verordening conform het voorstel van B. en W. in te zenden. Verder werd besloten den gemeente veldwachter .over 1937 een vergoeding .te. verleenen van .50 wegens de werkzaam heden verbonden aan de distributie van levensmiddelen. De voorzitter merkte op dat de heer Van Wees over eenige dagen onze gemeente gaat verlaten en alzoo het lid maatschap van den raad niet meer mag waarnemen. Wij zien, aldus de voorzitter, de heer van Wees noode vertrekken. Spr. dankte hem vooqr hetgeen hij in het be lang der gemeente had verricht en over handigde hem namens den raad een vul penhouder met inscriptie. De heer van Wees dankte de leden van den raad voor het ontvangen geschenk en den voorzitter voor zijn hartelijke woorden en bracht in herinnering de aan gename samenwerking die hij steeds had mogën ondervinden. JlecfUnioJken DE BROODOORLOG TE BREDA. Een bakker staat terecht. Door de Nederlandsche Bakkerij-Stichting te Den Haag is voor den rechter te Breda aanhangig gemaakt'een zaak, die in begin sel zal moeten uitmaken, of het door de Bredasche bakkers onderling gesloten con tract rechtsgeldigheid bezit. De Nederlandsche Bakkerij-Stichting, de landelijke organisatie onder voorzitterschap van prof. mr. P. S. Gerbrandy te Amsterdam, heeft met het grootste deel, pl.m. 90 pet., der Bredasche bakkers een contract gesloten op 8 Aprl 1937, waarin o.m. bepaald werd, dat zij den broodprijs, welke in dat contract werd vastgesteld, zullen handhaven, ten einde daardoor tot betere bedrijfsuitkom- sten te komen. Met eenige bakkers, die het contract niet onderteekenden, werd een soort „Gentlemen Agreement" gesloten. Ook zekere A. V. te Breda aan het Dijk- plein heeft dit contract onderteekend, doch zich niet aan de bepalingen van dit contract gehouden. Artikel 9 dezer overeenkomst bepaal ie, dat hij geen artikelen zou verkoopen tegen een lageren prijs dan in dat contract is be paald. Door de stichting werd vastgesteld, iat voor Breda de minimumprijs voor water brood, thuisbezorgd, zou zijn 16 cent per 800 gram, ingaande Maandag 12 April 1937. De bedoelde bakker nu heeft brood verkocht tegen een lageren prijs, en is door de stich ting in kort geding voor den rechter ge daagd, welk geding op Woensdag 28 April ten overstaan van den president der arr. rechtbank te Breda, jhr. mr. L. J. M. van Sasse van IJsseit, is behandeld. Voor de stichting traden op mr. Broek- huyzen te Den Haag en mr. W. A. J. van den Hurk te Breda, terwijl voor gedaagde optrad mr. C. A. A. M. van der Kroon te Breda. Door de stichting werd o.m. in de dagvaar ding gesteld, dat de zaak spoedeischend is, zoodat gevraagd wordt een presidiaal bevel aan gedaagde o.m.: Onmiddellijk den verkoop van brood tegen prijzen, die lager zijn dan bepaald is in de onverwerpelijke overeenkomst, te staken en verder te betalen aan eischeresse een sonl il Het allernieuwste! Ceta-Bever „Buitenbij ts"! Kan tegen regen en zonneschijn! Dekt met éénmaal! Groen, geel, oranje, bruin, rood, wit en blauw. Smeert geweldig uit! Prachtig- mooi, veel gemakkelijker en goed- kooper. Vernietigtalle schimmels en bacteriën. Frissche, pittige geur! Ceta-Bever '/2 K.G. BUS 55 CT. -1 K.G. BUS 90 CL Voor landhuizen, priëelen, schuren, schuttingen, hokken en hekken. van 50 voor eiken keer, dat gedaagde het bevel overtreedt. De procureur van eischeresse heeft in een uitvoerige inleiding het standpunt van eischeresse uiteen gezet, waarna mr. van der Kroon namens gedaagde betoogde, dat er te Breda nog eenige bakkers zijn, die de overeenkomst niet hebben onderteekend, zoodat gedaagde niet weet, of deze zich aan de door de stichting vast gestelde pri.jzen houden, Mri van der Kroon meende verder, dat de zaak niet spoed eischend is, zoodat de president in deze onbe voegd is, terwijl hij verder nog enkele niet- ontvankelijkhéidsmiddelen ter tafel bracht. De president deelde mede op Dinsdag 4 Mei a.s. te 10 uur v.m. uitspraak te zullen doen. De Nijenrode-zaak. Requisitoir van den procureur- generaal. Vandaag zette het Amsterdamsche hof de behandeling voort van de strafzaak tegen, den heer Onnes van Nijenrode. Direct na opening van de zitting is .net woord aan den procureur-generaal mr, Ver- steegh. „Es ist eine alte geschichte", doch dank zij de weetgierigheid van het hof „bleibt sie immer neu", aldus vangt spr. zijn requisi toir aan. Spr. brengt vervolgens hulde aan het minutieuse onderzoek, dat door het hof is ingesteld. Komende tot de zaak zelve wees spr.-er op, dat de correspondentie Koning-Onnes in twee gedeelten is te verdeelen: die vóór en na de inbraak. Het nader onderzoek naar de brieven heeft een verrassend resultaat gehad, daar dé camouflage in de briefwisse ling duidelijk gebleken is. .De chantage, die z.g.n. door Koning £qp Onnes zou" zijn toegepast, achtte spr.- vol maakt onaannemelijk. - Uit het nader onderzoek naar de z,g.n. schilderijentransactie is gebleken, dat Ko-? ning de beschikking over twee van-de drie schilderijen niet meer had toen hij ze ;via Onnes wilde beleenen. Over het derde schil derij,-de Nicolaas Maes, konden niet zulke pertinente inlichtingen worden verkregen. Spr. gelooft echter, dat Koning ook dit der de schilderij niet meer kon beschikken,. Ko ning schreef dus over schilderijen, waarover hij niet kon beschikken, duidelijk is hét dus, dat hier een gecamoufleerde briefwisseling is gevoerd. „Mij leken de brieven van Koning echt", zegt Onnes en de bedoeling van Koning is slechts geweest geld van mij in handen te krijgen en me uit te hooren. Maar krijgt men van iemand geld aldus vraagt de pro cureur-generaal zich af door schilderijen aan te bieden, die men niet in zijn bezit heeft. Het is wel duidelijk, dat de bewering van Onnes, dat alleen Koning gecamoufleerde brieven schreef, volkomen onhoudbaar is. Tot in bijzonderheden behandelt spr. dan den inhoud van de brieven en hij _conclu- deert: „Koning verzond bladvulling, meer niet". Daarbij moeten we in aanmerking nemen, dat beide hoofdpersonen in deze zaak, Ko ning en Onnes na de inbraak in doodsangst leefden. Koning durfde zich op Nijenrode niet vertoonen; Onnes had een groot perso neel en bij ontmoetingen moest men uiterst voorzichtig zijn. Wat is logischer, dat men om onverdacht te kunnen correspondee- renover schilderijen ging schrijven. Zoo schrijft Onnes o.a.: „die foto van de van dei- Velde heb ik ontvangen". Maar dat kon niet, want die foto was nooit verzonden. Waarom zou Onnes op de schil derijentransactie zijn ingegaan? Herhaalde lijk is hem deze vraag gesteld. En Onnes geeft daar óók een antwoord op: „Ik wil de Koning een dienst bewijzen en misschien zat er ook eenige winst op". Men vërgete echter niet, dat hij de stukken nooit gezien had en dat de beleensom op niet minder dan 17.000 was gesteld. Bij verkoop brachten ze ongeveer in dien zelfden tijd 3500 op. In werkelijkheid drong Koning slechts op betaling aan in die brieven, die zgn. over schilderijen gingen, want het expeditiebe drijf „Maag Co." met zijn president commissaris Witbraad werd -ongeduldig. De expediteuren wilden geld zien en des te meer de onderwereld aandringt op betaling, des te dringender werden de brieven over de zgn. schilderijenbeleening. Steeds weer schrijft Onnes, dat het hem nog niet gelukt is, de beleening te sluiten. Onnes bedoelt dat hij geen geld heeft om te betalen. Bij de slechte financiëele omstan digheden van Onnes is het dan oók volko men onaannemelijk, dat hij ook maar een seconde in ernst aan een schilderij enbelee ning heeft gedacht. Hij zou nog moeten wachten, tot de zilvervloot op Nijenrodè binnenliep toen op 25 Juni de verzekering 72.0Ö0 uit betaalde. Zoo is er een ring van aanwijzingen óm Onnes getrokken, een ring, sterker dan zijn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6