WIE ZIJN ZIJ EN WAT WILLEN ZIJ? De gouverneur-generaal over zijn reis. SPIERPIJNEN ia zijn arm genezen KLOOSTERBALSEM ALKMAARSCHE COURANT van ZATERDAG T MEI 1937 KONING GEORGE II VAN GRIEKENLAND. VII. Sedert het onsterfelijke Grieksche Rijk van eilanden en schiereilanden zich in den aanvang der negentiende eeuw,met be hulp der Europeesche Mogendheden, met behulp der Philellenen, vrij maakte van de Turksche overheersching, waaronder het eeuwen had gezucht, heeft het een bijkans romantische afwisseling in regee- ringsvorm gekend, die voor de stabiliteit van het land weinig bevorderlijk is ge weest. Aanvankelijk een niet wel om schreven republiek onder leiding van Capo d'Istria, later, na diens vermoording, monarchie onder leiding van den Beier- schen prins Otto I, kwam eenige teeke- ning in den toestand toen in 1863 een Deen-sche prins onder den naam van George I den Griekschen troon besteeg. Meer dan een halve eeuw heeft deze, een broeder van de Engelsche koningin Alexandra en gehuwd met de Russische grootvorstin Olga, dien troon bezet Hij slaagde er in de onderlinge twisten tot zwijgen te brengen, en gaf zekere voor spoed en ontwikkeling aan het uitgeputte land. Maar in 1913 viel hij aan een moord aanslag van een fanatieken Bulgaar ten offer. Zijn zoon, koning Constantijn, ge huwd met een zuster van den Duitschen keizer, volgde hem op; hij vond, na het uitbreken van den grooten oorlog, de Grieksche regeering onder leiding van Venizelos tegenover zich, toen hij althans neutraal wenschte te blijven. De vorming der neven-regeering te Saloniki, het bin nentrekken der geallieerde troepen te Athene dwongen Constantijn om in 1917 in ballingschap te gaan. Zijn tweede zoon Alexander, die hem opvolgde, kwam ipoedig te overlijden. En wel werd koning Constantijn teruggeroepen, maar slechts om plaats te maken ten voordeele van zijn oudsten zoon George. Deze, die zich aan de avontuurlijke Aziatische politiek van Venizelos had gebonden of had moeten binden, werd in 1923 afgezet, toen de uit ÏCleïn-Azië teruggekeerde soldaten onder Piastiras de republiek uitriepen. Ruim 12 jaren heeft de republikeinsche regee- aringsvorm in Griekenland geheerscht, meestal slechts als dekmantel dienende voor de elkander bijkans verscheurende politieke partijen. Op 3 November 1935 Werd in Griekenland de volksstemming gehouden, die George II vanuit de bal lingschap in Londen terug riep naar het land, waarin hij was geboren. Toen men George II in ballingschap pond, liet men hem boeten voor de fouten fvan zijn ministers. In het bijzonder voor die van den even lichtzinnigen als in vloedrijken en gevaarlijken Venizelos, Kretenzer van geboorte, op den voorgrond getreden vanaf het oogenblik, dat Grie kenland en Kreta zich wilden verbinden en Turkije zich daartegen verzette. Veni zelos was het, die van den grooten oorlog gebruik wilde maken om „de groote idee" vani de vereeniging van alle Grieken te verwezenlijken, en die, den tegenstand van koning Constantijn, niet achtend, in die richting voortging. Venizelos was het, die ter Vredesconferentie te Parijs groote stukken grondgebied wist te verkrijgen ten nadeele van Turkijs, dat dan ook de Grieksche territoriale verlangens bij den definitieven vrede van Lausanne van 1923 aanmerkelijk heeft besnoeid. Venizelos ook was het, die de geallieerden uitnoo- digde om in Griekenland tusschenbeide te treden, de Grieksche kusten te blokkee- ren, ja hongersnood in Griekenland te (brengen. Zoolang de oorlog in Klein-Azië, ter feitelijke bezetting van de verkregen Turksche gebieden, gunstig verliep, was alles prachtig. Toen echter Kemal Pasja zijn tegenstand georganiseerd had, de Grieken meedoogenloos terug drong, te Smyrna een bloedbad aanrichtte, waarin de Grieksche patriarch ten aanschouwe eener Europeesche en Amerikaansche vloot dn stukken werd gescheurd, boette de koning voor het avontuur. Constantijn had Venizelos de vrije hand gelaten. Con stantijn ook zag de gedesorganiseerde Grieksche troepen terug komen te Athene, waar zij onder leiding van Piastiras de revolutie uitriepen en een viertal leden van den ministerraad en den opperbevel hebber ter dood brachten. Constantijn ge voelde zich niet in staat langer in het land te blijven, en George II nam, vermoedelijk tegen zijn zin, diens taak over. Hij bleef, totdat door het onderteekenen van den vrede van Lausanne Griekenland van alle geallieerde hulp was beroofd. Nadat hij gegaan was, leefde de oude strijd tusschen de partijen op. Afwisselend waren Venize los, Tsaldaris. Kondylis aan het bewind, en afwisselend stelden zij, teneinde zich aanhangers te verwerven, de monarchale of de republikeinsche gedachte voorop. Totdat Venizelos den stouten slag trachtte te slaan en door een militair georganiseer- den opstand zich van de macht wilde meester maken. Maar Kondylis, op dat oogenblik aan het bewind, had zijn maat regelen goed getroffen; Venizelos moest vluchten., eerst naar Kreta, vandaar naar het buitenland, en werd bij afwezen door den krijgsraad ter dood veroordeeld, waarna Kondylis van de hem ten deel ge vallen macht gebruik maakte om den te rugkeer der monarchie te forceeren en de volksstemming te organiseeren die daar toe leidde. Zoo kwam George II, die als eenvoudig burger te Londen leefde, vol statie terug in het land, dat hem zonder statie had uitgeworpen.. Slechts die vorsten, die over bijzondere bekwaamheden beschikken of in sterke mate een persoonlijkheid vormen, vinden gelegenheid in de geschiedenis op den voorgrond te treden. Vorsten, althans de consfcitutioneele onder hen, hebben zich in George van Griekenland den modernen tijd genoodzaakt gezien zich een beperking op te leggen, die hen van bijkans elk persoonlijk initiatief berooft. Zal George II een uitzondering op den regel blijken of zal hij door de omstandig heden er in slagen een rol te spelen in het land, dat hij niet ophoudt zijn vaderland te noemen? Naar zijn uiterlijk te oordee- len, is hij meer een zoon van het Noorden dan van het Zuiden. Een blond gelaat met blauwe oogen, die ernstig kunnen kijken, ook kunnen tintelen van vroolijkheid, zij teekenen "den afstammeling der Deensche koningen. Hij is kalm, naar buiten en naar binnen, hij beheerscht zichzelf en daardoor zijn omgeving. Hij heeft eerbied voor an deren en hun meenong, maar eischt dien ook voor zichzelf. En hij beschikt, naar het heet, over een „verschrikkelijk geheu gen", hetgeen hem op zijn grootvader en naamgenoot, koning George I, doet gelij ken. Van de moeilijkheden zijner taak is hij zich welbewust. Ik heb, zoo zette hij tegenover een internationalen journalist uiteen, Griekenland nooit beschouwd als iets dat mij toebehoorde en waarvan men mij had beroofd. Ik ga ook niet terug om mijn bezit te hernemen. De mentaliteit van den eigenaar is mij vreemd. Ik heb belangstelling voor Griekenland, omdat het myn vaderland is; uitsluitend de toe komst en de voorspoed van het land gaan- mij aan. Als een werkelijk herstel ziet hij- niet de triomf van een gedachte of een doctrine, nog minder van een partij, maar de voldoening aan de wenschen van zoo veel mogelijk geheel het volk. Hierop moet een stabiel regeeringsbeleid zijn ge bouwd; alleen langs dezen weg is conti nuïteit en billijkheid mogelijk. Koning George II heeft in zijn tweeledige balling schap, eens met zijn vader, eens alleen, veel nagedacht. Als ik terugkeer, zoo zeide hij, voordat een beslissing van het Griek sche volk kom worden verwacht, wil ik mijn volk de eenheid brengen, innerlijke vrede, die nog veel meer noodig is dan buitenlandsche vrede. Geen overwinnaars, noch overwonnenen, geen slachtoffers, noch anderen, die voordeel trekken. De geheele natie moet in den koning haar souverein zien! Een programma ligt zulk een gedachte opgesloten, een pro gramma, moeilijk genoeg reeds te ver wezenlijken voor een monarch, die op een solied gefundeerden troom wil plaats nemen. Hoeveel moeilijker niet in het licht ontvlambare en weinig geconsoli deerde Griekenland. Koning George II heeft één groot voor deel, dat hij met zich uit de ballingschap meebracht. Hij was en is ten deele nog een onbeschreven blad gelijk. Hij moet tijdens zijn leven in Engeland wel het gevoel heb ben gehad, dat men hem op den een of anderen dag zou terugroepen, want niet alleen heeft hij zich zorgvuldig onthouden van eenige uitspraak, die hem voor de toekomst kon binden, doch ook heeft hij geleefd als een eenvoudig burger onder de millioenen andere burgers van de groote wereldstad, die Londen heet. Meer dan eens is hem gevraagd of hij aan de roep stem tot terugkeer zou gehoor geven, en zooveel mogelijk hulde hij zich in een be- teekenisvol zwijgen. Zijn opleiding is een voudig geweest. Hij genoot zijn eerste op voeding in Griekenland, leerde er al wat de koningszoon weten moet; ook al kon men toen moeilijk aannemen, dat hij voor den troon bestemd zou zijn. Hij voltooide die opvoeding in Duitschland aan het hof van zijn oom Keizer Wilhelm II; in Enge land aan het hof van den oudoom Eduard VU; te Parijs op de banken van de Sor- bonne. Hij werd zoowel bij leger als vloot ingedeeld, en al maakte hij den Balkan oorlog van 1912 en 1913 mede aan de zijde van zijn vader, zijn'hart ging uit naar de zee. Hij is zeeman, gelijk de geboren Deen een zeeman is, en hij heeft dit in de liefhebberijen die hem eigen zijn, bewe zen. Gelegenheid om op den voorgrond te treden had hij niet. Het heeft meer dan eens geheeten, dat noch hij noch zijn oudere broeder Alexander de houding van zijn vader, Koning Constantijn, ingegeven door deferentie jegens zijn zwager, den Keizer van Duitschland, goedkeurden. Het heeft zelfs meermalen geheeten, dat zich opgewonden tooneelen in het Ko ninklijk paleis te Athene zouden hebben afgespeeld, en dat Venizelos zooveel durf de vragen, omdat hij den Kroonprins aan zijn zijde wist. Wie kan dienaangaande zekerheid geven, vooi'dat, doch vermoe delijk eerst later, mémoires, die nu nog gesloten zijn, zullen worden besproken. En wat doet het er ook eigenlijk toe, tegenover den toestand, die ons thans wacht. Voorzoover men dezen Koning naar het uiterlijk kan beoordeelen, is hij een figuur van beteekenis. Hij heeft rustig gewacht, totdat men hem op den troon zijner vade ren terugriep, maar, nu hij eenmaal terug geroepen is, wil hij ook de koninklijke waardigheid in vollen omvang uitoefenen. Hij heeft duidelijk genoeg getoond, dat hij zich niet liet spannen voor dezen of genen wagen van partijpolitiek en noch Metaxas Tsaldaris, noch Kondylis, die hoopten en verwachtten, dat zij geroepen zouden worden om te treden aan het hoofd van de eerste regeering van het herstelde Grieksche Koninkrijk, hebben deze ver wachting zien verwezenlijkt. Neen, Ko ning George II koos zich een politiek par lementaire figuur, die aan den strijd der laatste jaren geen overwegend aandeel had genomen; integendeel, door zijn beza digd optreden zich veler sympathie had verworven. Hij toeval heeft gewild, dat de vooraanstaande politieke figuren, wier namen partijleuzen dekten, nog in het eerste jaar zijner regeering van hem zijn heengegaan, gelijk de oude Venizelos, begenadigd door Koning George n, in Griekenland slechts is teruggekeerd om er spoedig te sterven. Wel werd de nieuwe Koning daardoor beroofd van den raad dergenen, wier ervaring grooter was dan eenige andere, maar hij werd ook onthe ven van de taak om tusschen hen te kiezen. En zoo kan het niet verbazen, dat generaal Metaxas, geen nieuweling in de politiek, doch die een bijkomstige plaats vervulde naast de vooraanstaande leiders, thans het hoofd der regeering vormt. Hij bezit het vertrouwen van George n; hij regeert met de vaste hand, die in de tegen woordige omstandigheden bijkans overal •noodig schijnt, wil men orde herstellen en -handhaven. Sommigen zeggen goed van het gezag, dat hij uitoefent; anderen weten te vertellen, dat hij op de wijze als in Griekenland in de laatste jaren gebruike- lijk, aanhangers bevoordeelt, tegenstan ders benadeelt. Wellicht zal op een gege ven oogenblik Koning George het voor beeld van andere Balkan-souvereinen moeten volgen en den bezem zelf ter hand moeten nemen. Koloniën Geeft in een persgesprek uiting aan zijn opgetogenheid. Verrassende ervaringen van stad en land. De gouverneur-generaal van Ned. Oost- Indië heeft na terugkomst van zijn reis over Java, Bali en Lombok aan iemand van het N. v. d. D. v. N. I. een persgesprek toegestaan. De heer van Starkenborgh be antwoordde de vraag of de reis naar Mid den- en Oost-Java, Bali en Lombok een „aangename kennismaking" was geweest, in alleopzichten bevestigend. Niet alleen is de kennismaking aangenaam geweest, maar ik kan u zeggen, aldus de landvoogd, dat niet alleen ik zelf, maar mijn geheele gezin, opgetogen is teruggekeerd, opgeto gen over het vele dat we hebben gezien stadsschoon en natuurschoon opgeto gen ook over de aanraking met menschen van allerlei aard en met zoo uiteenloopende belangstelling. Het was voor mij, die tot nu toe mijn kennis moest putten uit rapporten en ge sprekken met ambtenaren en particulieren, bizonder instructief en verhelderend, al het verwerkte thans persoonlijk te kunnen aanschouwen. De groote steden. Ik wil eerst iets zeggen over wat wij heb ben aanschouwd in de groote steden, Se- marang en Soerabaja. Wat een reuzenste- den hebben we op Java! Dat is mij al op gevallen bij ons bezoek aan Bandoeng en thans weer in versterkte mate. Wat is dit en nu doel ik niet alleen op de groote steden wat is dit een land, waar hard wordt gewerkt, wat is dit een land, bruisend van activiteit! Ik heb in die groote steden een indruk gekregen van den grooten ijver en de in tense interesse, waarmede de plaatselijke autoriteiten de autonome ontwikkeling be vorderen. Ook van hun verlangen om in derdaad de gemeentelijke autonomie tot haar recht te doen komen, een ver langen dat ik begrijp en waardeer en waarvan de landsoverheid, door het te sti- muleeren, een nuttig gebruik kan maken. Ik heb dan ook de overtuiging, dat het ongetwijfeld nuttig en wenschelijk is om zoo spoedig als redelijkerwijze kan geschie den, aan de gemeentelijke autonomie een vasteren grondslag te geven door de fi~ nancieele verhouding tusschen den lande en de locale ressorten uiteindelijk te rege len. Enkele stadsindrukken, vraagt u? Er is zoo veel dat het moeilijk wordt een -keus te doen. Semarang: ik denk aan dat ver rukkelijke heuvelterrein, wat een be voorrechte plaats om zoo een woonstad te bezitten. Er wordt daar op velerlei terrein goed werk verricht: de bouw van kleine woningen, de assaineering, de kampong verbetering en zooveel andere zorgen voor de bevolking. Wat een reusachtig abattoir is er, en hoe interessant was bijvoorbeeld het waterloopkundig laboratorium. In den korten tijd die ter beschikking stond, heb ik zooveel mogelijk verschillen de objecten van gemeentelijke activiteit van nabij leeren kennen. Dit geldt voor Soerabaja in gelijke mate als voor Sema rang. Er was in eerstgenoemde plaats te vens gelegenheid kennis te maken met takken van handel en nijverheid, waarbij ik bizonder ben getroffen door belangrijke industrieele instellingen als de Machine fabriek Braat, de Soerabajasche Droogdok- maatschappij, de uitstalling die Neder- landsch-Indisch Fabrikaat mij te zien heeft gegeven. Het spreekt wel vanzelf dat mijn belangstelling niet minder uitging naar de uitgebreide werkplaatsen van het Marine- Etablissement, een industrie op zichzelf! Java's noordvlakte. Er was gelukkig ook gelegenheid een eersten indruk te krijgen van het achter land dezer groote steden, al kon deze zich in de diepte niet ver uitstrekken. Maar Jhr. Tjarda v. Starkenborgh daar was toch de kennismakng, de aange name kennismaking alweer! met de sui kercultuur door het bezoek aan Tjipiring en aan het Proefstation te Pasoeroean, voor wat de bergcultures betreft, aan de onderneming Soekamangli. Die bezoeken waren, van de tochten naar buiten, de nuttige en leerrijke kant. Daar naast was er de kennismaking met land schap en bevolking, de prachtige rit over Salatiga naar Kopeng, en van Soerabaja naar Tosari, het indrukwekkende moment als men op den kraterrand van de Bromo in de diepte kijkt, onvergetelijk, deze kennismaking met Java's natuurschoon! Bali en Lombok. Ja, en dan natuurlijk Bali en Lombok. Wat Bali in het bizonder betreft: het is merkwaardig dat alles wat er van wordt verteld, nauwelijks zeggen kan hoe mooi de werkelijkheid is. Een wondereiland! Qua natuurschoon en uit folkloristisch oog punt. Mooier dan ik mij had voorgesteld, inderdaad. Op Lombok heeft mij getroffen dat magnifieke uitzicht over de rijstvelden in die eene groote vlakte, die Zuid-Lombok vormt. Dan komt men ook op Bali trouwens onder den indruk van de welvaart, die op deze eilanden heerscht, den grooten rijk dom, waarmee een vruchtbare aarde zich tooit. Wat op Bali een bepaald fieren indruk heeft gemaakt? De prajöda's, het nieuwe corps. De oprichting dateert eerst van drie maanden her, maar kleeding en houding waren keurig. Zooals ik zeg: een fiere in druk is eerder te weinig dan teveel ge zegd. Was het voor Uwe Excellentie een voldoening persoonlijk een toelichting te kunnen geven op het herstel van Bali's zelfbestuur? Inderdaad. Wanneer ik dan even te- rüggrijp naar wat ik zooeven zei over de plaatselijke autonomie der gemeente-be sturen, dan kan ik in dit verband in het algemeen uiting geven aan mijn sterk ge loof in de waarde van plaatselijke autono mie en wat Bali in het bizonder betreft, in het herstel van zijn zelfbestuur. De po sitie van de Balische hoofden tot de hun toevertrouwde bevolking, tezamen met de prijzenswaardige houding van deze hoof den tot het Binnenlandsch Bestuur, schen ken mij het volle vertrouwen dat onder deze gunstige omstandigheden herstel van zelfbestuur uitnemend kan slagen. DANK ZIJ KLOOSTERBALSEM Pijn om razend te worden bij 't bewegen van den arm „De pijn begon in mijn bovenarm en zette zich zoo ooort tot in mijn nek, soms zóó hevig, dat het huilen mij nader stond dan het lachen. Gewone spierpijn, zeide men mij, maar ik kon niets vinden om die gewone pg'n te genezen. Ten einde raad ben ik met Kloosterbalsem begonnen. De uitwer king ts enorm geweest Na de eerste behandeling verminderde de pg'n al en na voortgezet gebruik zijn al mtfn Pijnen verdwenen, dank zij Klooster balsem, den grooten pijndooder." AKKEP'S Ai KIK 9 ORIGINEEL TER INZAGEl „Geen goud zoo goed" Onovertroffen bg brand- en snjj wonden i Ook ongeëvenaard ala wrqfmiddel bB Rhenmatlek, npit en pijnlijke spieren] Sehroefdoos SS et. Potten: OU et. en UH Hoe het B. B. zijn taak vervult. Ik kan mijn uitspraak over goede verstandhoudingen eveneens in algemee- ner zin doen gelden. Want ik ben zeer ge troffen door de prettige houding, zoowel van de bevolking als van haar hoofden, waar ik er ook mee in aanraking ben ge weest. De my door hen bereide ontvangst was sympathiek en alleraangenaamst. En een tweede algemeene opmerking, namelyk over de taak-opvatting bij het B. B. Wat is de belangstelling van den B. B.-ambtenaar voor zijn taak intensief! Wat is er een juist standpunt overal, dat die taak beschouwd en opgevat dient te worden als te zijn ten bate van het wel zijn der bevolking. Ik heb bepaaldelijk den indruk, dat die taak met liefde wordt ver vuld en deze waardeerende impressie mag wel eens met nadruk geuit worden. U vraagt een enkelen indruk van mijn vrouw, die zooals ik reeds zeide even zeer genoten heeft van deze reis en die tal van sociale instellingen van alle religies en alle landaarden heeft bezocht. Zij heeft daarbij in alle opzichten een gunstigen indruk opgedaan van hetgeen ten behoeve van maatschappelijk misdeel- den met toewijding en groote persoonlijke offers wordt verricht. De opleving» Tenslotte nog deze algemeene opmer king: van de vele menschen die ik heb ge sproken, kreeg ik steeds weer den ver- heugenden indruk dat de economische op leving zich vrijwel overal doet gevoelen. Er is helaas een voorzichtige „maar" bij: uit den aard der zaak kon niemand eenige stellige uitspraak doen over het aspect in de naaste en wat verdere toekomst. Dat werd er, van alle kanten, wel dadelijk aan toegevoegd. Dit zijn dan enkele mijner voornaamste indrukken van een zoo in alle opzichten aangename persoonlijke kennismaking. Ik stel er prijs op hier uiting te geven aan mijn dankbaarheid jegens allen die heb ben medegewerkt om onze reis te doen slagen. Het kan hun tot voldoening stem men dat deze eerste grootere tocht mij zeer heeft aangespoord om ook met ande- Te deelen van Nederlandsch-Indië persoon lijk kennis te maken en in hun eigen om geving het contact te vinden met de wer kers van onzen schoonen Archipel. Als nu uit Semarang en Soerabaja, van Bali en Lombok mij stukken bereiken, dan beginnen deze steden en deze streken voor mijn oog te leven. Ik zie een beeld van het landschap, ik plaats de personen in het milieu hunner werkzaamheid en hunner belangstelling: dat steunt, mocht zulks nog noodig zijn, mijn interesse voor dit land. Belangrijker: het steunt mijn geschiktheid tot beoordeeling, lijkt u dit van deze reis niet een tot voldoening stemmend re sultaat? JiidsdheifieK }rAstra", geïll. maandschriit. Het Meinummer van „Astra" ziet er wel verzorgd uit met de vele mooie kunstdruk foto's en illustraties. Er is een verhaal van Amy Groskamp ten Have: „Het onherstel bare", Rie Reinderhoff gaf er eenige illus traties bij. Ralph Springer schreef een klucht: „De Radja van Padsparadschka". In „Intermezzo" vinden wij Else Walden terug, de schrijfster ook van andere goede psycho logische verhalen. Humoristisch en boeiend L; 't verhaal door Barry Perowne: „Spaansch avontuur met een Scudd". De oude heer Brandsma vergast ons weer op een van zijn smakelijke vertellingen, ditmaal onder het devies: „Weest spontaan!" Een mild- ironisch verhaal is geschreven door Ruby M. Ayres: „Verliefdheid alleen is niet genoeg.." Wilhelmine Baltinester schrijft een lente idylle, en tot besluit is er een schetsje van Andrea Koomans: „Van een baby en nog iets w w ifH eciontveA. trams en begrafenisstoeten hebben - ongeacht of zfj op voorrangswegen rijden of niet - ook voorrang al naderen zij u van links! faéó&t steeds wovum/i!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 13