DE NIEUWE PACHTWET DOUWF £G BERTS WEE op3 punten g t t I a 13 DIENST wtekf 1753 Vergadering P. S. A. P. feuilleton HKISTOMSCIh: avonturenroman. t ALKMAARSCHE COURANT van DINSDAG 25 MEI 1937 PARLEMENT De tegenstand der Eerste Kamer blijft sterk. ANNO ®eee@@oa JlcuiioptVgUUtt 0 |i Stad en Omgeving. i| Gistermiddag, op een ongewonen verga derdag, is de Eerste Kamer dan toch nog aan de behandeling van de nieuwe regeling van de pacht begonnen. Niet om één uur, gelijk zij besloten had, maar om half twee, zooals de voorzitter het beschikte! Maar hoe het ook zij, er is vergaderd en de nieuwe Pachtwet is nog vóór het scheiden van de markt onder het mes gekomen. De tegenstand is dezen eersten middag (er zullen nog wel eenige uren aan gewijd moe ten worden!) nog zeer sterk gebleken. We hebben den indruk gekregen, dat de geheele liberale fractie, de overgroote meerderheid der chr.-hist. en slechts enkele katholieken zullen tegenstemmen, te oordeelen althans naar de sprekers, die den eersten dag aan het woord zijn geweest. Vandaag is de behandeling onderbroken voor de reorganisatie van de spoorwegen. Blijkens het antwoord van den voorzitter op een paar vragen van mr. Mendels (s.d.) gistermiddag, achtte de minister van water staat de behandeling van dat wetsontwerp zéér urgent, omdat het prospectus voor de conversie 1 Juni in zee gaat en met een aan tal voorbereidende maatregelen reeds door de spoorwegautoriteiten op een spoedige totstandkoming van de wet was gerekend. In verband daarmee besloot de Kamer, om he denmorgen om elf uur te beginnen met het spoorwegontwerp. We weten, terwijl we dit schrijven, niet of de Kamer daardoor tot de pauze toe zal worden opgehouden en of daarna nog de lintbebouwing, de bestuursorganisatie in den Wieringerm eerpolder en nog een ander wetsontwerp, de omzetting van den Ryksstu diedienst voor de luchtvaart in een Stich ting, aan de orde zullen komen, bij welke ontwerpen de minister van Waterstaat even eens is betrokken. Mocht dit het geval zijn, dan wordt het zeker Donderdag, voordat de discussie over de Pachtwet wordt voortge' zet. Maar misschien ook 's avonds „en des noods 's nachts", liet de voorzitter op een der vragen van mr. Mendels volgen! Om nu op de Pachtwet terug te komen we hebben er vier sprekers over gehoord De heeren van Rappard (v.b.) en Kolff (c. h.) verklaarde tegenstanders, de heer van Sasse van IJsselt eveneens, maar niet zóó fel als zij; tenslotte prof. Diepenhorst (a.r.) die, alhoewel geen onbeperkten lof aan het ontwerp toezwaaeind, het in de nieuwe, ver beterde editie verdedigde. Met 76 tegen 12 stemmen werd het door de Tweede Kamer aanvaard, we vermoeden dat het verschil in den Senaat niet zoo groot zal zijn De liberale afgevaardigde en de chr.-hist. spreker konden het ontwerp niet zoo urgent vinden. Beide vroegen zij naar bewijzen voor de verdorvenheid van de verpachters, die vooral in dezen verkiezingstijd voor uit zuigers en uitbuiters worden uitgemaakt, terwijl verscheidenen hunner er financieel slechter aan toe zijn dan hun pachters. Dat er verpachters van hun sterkere posi tie tegenover de pachters misbruik maken, komt slechts bij uitzondering voor; van mis standen kan niet worden gesproken. Daar voor is de wet dus niet noodig. Beide afge vaardigden komen uit een streek, waar zij veel aanraking met landbouwers en tuinders hebben gehad. We herinneren eraan, dat mr. van Rappard in belangrijke landbouworgani saties functies waarneemt, gelijk ook het ge val is met mr. Kolff, die bovendien nog zei- de te spreken uit zijn ervaring als kanton rechter te Tiel, de stad, waar mr. van Rap pard deel uitmaakte van de rechtbank, laat stelijk als haar president. De feitelijke bezwaren van beide heeren kwamen op hetzelfde neer en richtten zich vooral tegen 't (nu beperkte) continuatie- recht, waardoor het karakter van het eigen domsrecht en de contactvrijheid zouden wor den aangetast. Doch daarbij bleven de bezwaren niet. De heeren hadden er nog veel meer. Mr. van Rappard zat het continuatierecht (dat er volgens pro. Diepenhorst niet meer is!) zóó hoog, dat hij desnoods bereid was allerlei andere bezwaren te slikken, indien dit slechts werd vervangen door het Engel- sche stelsel van schadevergoeding, wanneer, bij het aioopen van de pacht, de verpachter geen lust meer heeft zijn goed aan denzelf den pachter te verhuren. Volgens het nieuwe ontwerp is de pacht zoo voor de eerste tien jaren vast, eerst daarna kan de verpachter van een pachter, die hem niet aangenaam is, afkomen. Verder moeten alle contracten aan het oordeel van den rechter worden onderwor pen, maatregel, die zoowel genoemde heeren als mr. van Sasse van IJsselt (r.k.) tegen de borst stuitte. Aan prof. Diepenhorst had 't moeite ge kost om daaroverheen te komen; de behan deling in de Tweede Kamer bracht echter ook op dit stuk eenige verbetering. Zoo werd de bevoegdheid om wijziging in een pacht- contract te brengen aan den rechter ontno men en werd hem alleen het vernietigings recht gelaten, en dat was maar goed ook, anders had het kunnen gebeuren, dat mi nister van Schaik eveneens den a.r. hoog leeraar onder zijn tegenstanders in de Eer ste Kamer had geteld! En dan de taak, welke de nieuwe regeling aan den kantonrechter opdraagt als voorzit ter van de pachtkamer, waarin hy door lee- k.en wordt bijgestaan. Meer dan Salomo's wijsheid hebben deze rechterlijke ambtena ren noodig schreef prof. Bordewijk, de Gro- ningsche hoogleeraar dezer dagen in een brochure tegen deze pachtwet. Het oordeel van de heeren van Rappard en Kolff stond daar niet ver vanaf. De kantonrechter zijn toch al zoo overbelast, klaagde laatstgenoem de: moet er nu nog méér bij? De minister denkt, dat dit in dé practyk nogal zal mee vallen, ook wat de beslissingen van de kan tonrechters betreft, maar zou hij zich daarin niet vergissen? Ducht hij niet, dat de wetstoepassing zeer subjectief zal zijn, nademaal normen in het ontwerp vrijwel ontbreken? vroeg mr. Kolff nog. Hy moest van de voogdij over de ver pachters niets hebben en meende, dat het algemeen belang, betrokken bij een juiste toepassing van de wet, en de economische gevolgen ervan, gevaar zou loopen. Weshal ve hij met de overgroote meerderheid van zijn fractie er sterk over'dacht om tegen te stemmentenzij de minister er in sla gen zou hem te overtuigen. Het kwam ons voor, dat dit laatste zinne tje er uit beleefdheid aan was toegevoegd! Van den heer van Sasse van IJsselt noem den we reeds het bezwaar van de toetsing van alle contracten aan het oordeel van den rechter; ook had hij een zwaar hoofd in de leekenrechtspraak, immers aan de pachtka- mers wordt wel een zeer groote macht toe gekend. En, al is een kantonrechter voorzit ter, leeken blijven toch maar leeken Zooals we reeds zeiden, heeft prof. Die penhorst (a.r.) het wetsontwerp verdedigd. Hy heeft dit gedaan met groot talent en met aanwending van alle rhetorische gaven, waarover hij beschikt. Ook al mocht men het niet met hem eens zijn, dan moet het toch een genot zijn geweest om naar dat be toog te luisteren. Er werd dan ook zeer goed geluisterd. Aanvankelijk niet erg rus tig, toen de hoogleeraar uiteenzette, waar om hij n u wèl zou kunnen voorstemmen, en er werd door de tegenstanders nog al eens schamper gelachen, dochmen luisterde! Het betoog van prof. Diepenhorst, wat de urgentie van het ontwerp betreft, kwam hierop neer: Die mooie, zoo vaak geroemde confiden tieele verhoudingen op pachtgebied, waar onder het voorkwam en nog voorkomt, dat een pachtersfamilie generaties achtereen een en hetzelfde goed beheerde en er van schriftelijke contracten vaak geen sprake was, die tijd is voorbij. Want na den oor log en tijdens de crisis is er veel grond in handen van speculanten en hypotheekban- öl«. ken gekomen, welke hem meer als winstob ject beschouwen. Daarom is nu een gedetail leerde pachtregeling noodig. Rechten en ver plichtingen van verpachter en pachter moe ten wettelijk worden erkend. Prof. Diepenhorst vond de critiek op het ontwerp overdreven en hy wist aan te too' nen, waarom die critiek zoo scherp en zoo overdreven was. Omdat nog altijd het vroe gere (verworpen) wetsontwerp de menschen door het hoofd spookt. Als de critici nu maar eens wilden inzien, dat -de fouten van het vroegere ontwerp, o.a. het continuatierecht, in het nieuwe ontwerp zijn vermeden. Ze moesten hun vooroordeel overwinnen, ge lijk prof. Diepenhorst zelf had leeren doen, Maar by de behandeling in de Tweede Ka mer waren er ook nog verscheidene verbe teringen in het ontwerp gekomen. Hij had eenige practyk achter den rug met de pachtbureaux, die zoo goede diensten by de toepassing van de Crisispachtwet be wijzen. Deze particuliere instellingen, die als een soort bemiddelingsinstituten werken, zouden by de toepassing van de nieuwe pachtwet eveneens uitstekend werk kunnen verrichten. De Amsterdamsche hoogleeraar hoopte nu maar, dat de minister bereid was in die richting medewerking te verleenen. Eén principieel, bezwaar was echter by hem blijven hangen, een bedenking, welke eveneens by de bovengenoemde tegenstan ders was gerezen, namelijk tegen de be voegdheid van den rechter, om den pachter, zonder toestemming van den verpachter, toe te staan zijn goed te veranderen, bijvoor beeld grasland te scheuren. Slechts de ver klaring van den minister, dat het hier aan vullend recht betreft, had den indruk van deze groote bevoegdheid bij hem kunnen verzachten. Met kracht kwam de heer Diepenhorst er tegen op als zou de wet het eigendomrecht aantasten en zelfs een stap doen in de rich ting van socialisatie, gelijk ook al in het voorloopig verslag is beweerd. Hij ontkende, gelijk we boven hebben gezien, dat het ont werp het recht tot continuatie van de pacht inhield. Eindelijk moest er eens aan den 50-jarigen strijd om het pachtvraagstuk een einde ko men; daarom diende de Kamer het ontwerp aan te nemen. Dat was het slot van zijn klemmend be toog. Beter dan kinine slikken Is het muggen dood te tikken. f Woensdag 26 Mei. HILVERSUM, 301 M. (VARA-uitz.) 8.— Gr.pl. 8.06 Orgelspel. 8.30 Gr. pl. 9.30 Keukenpr. 10.VPRO- morgenwijding. 10.20 Fantasia, ju ridische lezing (gr.pl.) en gr.pl. 11.30 Uitz. voor de werkloozen, causerie. 12.De Flierefluiters en solist. 12.45 Orgelspel. 1.151.45 Verv. concert. 2.Melody Circle. 2.30 Voor de vrouw. 3.Voor de kinderen. 5.30 VARA-orkest. 6.30 Gr.pl. 7.VPRO: Consequenties van ons geloof in het dagelyksch leven, causerie. 7.30 ANP-ber. 7.35 Verkiezingsuitsl., afgewisseld met gramofoonplaten tot 12uur. HILVERSUM, 1875 M. (NCRV- uitz.) 8.Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek (gr.pl.) 8.30 Gr.pl. 9.30 Gelukwenschen. 9.45 Gr.pl. 10.30 Morgendienst. 11.Harmo nium en sopraan. 12.Ber. 12.15 Ensemble van der Horst. 1.45 Gr. pl. 2.Bas en piano. 3.Christe lijke lectuur. 3.30 Gr.pl. 3.45 Piano- voordr. 4.45 Felicitaties. 5.Kin deruur. 6.Gr.pl. 6.30 Onderwijs fonds voor de Scheepvaart: Cause rie over het Binnenaanvaringsregl. en stoommachines. 7.Ber. 7.15 Landbouwhalfuur. 7.45 Rep. 8. ANP- en herh. SOS-ber. 8.15 De Gooilanders. In de pauze's: Ver kiezingsuitslagen. 11.12.Gr.pl. Hierna Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 11.05 Or gelspel. 11.3511.50 Gr.pl. 12.05 BBC-Schotsch orkest en soliste. 12.50 Het Coventry Hippodrome- orkest. 1.35 Cricketnieuws. 1.50 2.20 Gr.pl. 3.10 't Camborne Town- orkest. 3.50 Pianorecital. 4.20 Kerk dienst. 5.10 Gr.pl. 5.20 Cricketrep. 5.35 BBC-dansorkest. 6.20 Ber. 6.40 Fransche causerie. 7.BBC-zan- gers. 7.20 BBC-Harmonie-orkest. 7.50 BBC-dansorkest. 8.35 BBC- Symph.-orkest. 9.25 Ber. 9.45 Verv. concert. 10.45 't Bridgewater-kwin tet. 11.30 Billy Cotton's Bajid. 11.59 12.20 Jazzmuziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 12.20 Andolfi-orkest en so liste. 2.20 Gr.pl. 3.20 Lyonsch kwar tet. 4.50 Zang. 5.05 Gr.pl. 5.50 Zang. 6.05 Gr.pL 8.35 Pianovoordr. 8.50 Nat. orkest en solisten. 10.50 Gr.pl. KEULEN, 456 M. 6.50 Westduitsch Kamerorkest. 8.50 Gr.pl. 12.20 SS- orkest. 1.35 Landesorkest Gouw Baden. 2.35 Gev. concert. 4.50 Westmark-orkest. 6.50 Solistencon cert. 8.30 Omroepkleinorkest. 10.50 12.20 Omroepkleinorkest. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest. 1.30 Omroeporkest. 1.50—2.20 Gr.pl. 6.20 Pianovoordr. 6.50 Vlaamsche liederen. 7.05 Pianovoordr. 7.20 Sa lonorkest. 8.20 Die Czardasfürstin, operette. 10.30—11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest. 1.30 Salonorkest. 1.50—2.20 Gr.pl. 5.25 Clemor and his lucky stars. 6.35 Gr.pl. 6.50 Omroeporkest. 8.20 Omroepsymph.-orkest en koor m. m. v. solisten. 10.30—11.20 Jazzmu ziek (gr.pl.) DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.30 Walsen- en marschenconoert. 10.20 Ber. 10.50 Trioconcert. 11.05 Weerber. 11.20—12.20 't Berlijnsche Omroepkleinorkest. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.11.05, Lond. Reg. 11.05—12.20, Brussel VI. 12.20 —13.35, Keulen 13.35—15.35, Lond. Reg. 15.35—17.05, Parijs R. 17.05— 17.20, Brussel Fr. 17.20—18.20, Lond. Reg. 18.2019.20, Brussel VI. 19.20—19.50, Parijs PTT 19.50 20.20, Brussel (Fr.) 20.20—21.20, Lond. Reg. 21.2022.20, Brussel VI. 22.20—22.30, Boedapest 22.30— 23.Berly'n 23.24. Lijn 4: Brussel VL 8.9.20, Ham burg 9.2010.35, Droitwich 10.35 14.25, Lond. Reg. 14.25—15.20, Droitwich 15.2018.20, D.sender 18.20—18.40, Droitwich 18.40—22.50, Lond. Reg. 22.5023.30, Droitwich 23.30—24.—. Lijn 5: Diversen. l □i Rede van den heer C. Kitz. Er was gisteravond slechts matige belang stelling voor deze politieke vergadering, wat door den voorzitter, den heer B. A p- p e 1, geweten werd aan het omslaan van het weer. Spr. meende, dat de andere politieke partijen met valsche leuzen voor het publiek komen, waartegen de R.S.A.P. meent te moeten waarschuwen, en nu dit niet mag door 5-minuten-speeches op de hoeken van straten (spr. oordeelde, dat in Alkmaar ten dezen afgeweken wordt van een goede democratische gewoonte), moet zulks nog geschieden op een der laatste avonden vóór de verkiezingen. Het woord aan den heer Kitz. De heer C. K i t z, lid van den Amster- damschen gemeenteraad, sloot zich bij dit openingswoord aan, maar al die mooie leu zen, welke thans worden ten beste gegeven, zullen ons niet verleiden om ons anders vóór te doen dan wij zyn, zei spr., wij blij ven bij ons beginsel van den klassenstrijd. In de achter ons liggende jaren hebben de bewindslieden niets gedaan om het leed van het proletariaat te verzachten: men moest maar aanpassen en nog eens aanpas sen en dit gold alleen voor de loonen der arbeiders en den steun der werkloozen. Zóó ver ging men daarmee, dat zelfs uit liberale kringen de klacht kwam, dat het nu toch wel wat ver ging. Maar toen vond de regee ring wéér iets anders uit: de devaluatie, waardoor iedereen een klap ontving, welke zóó goed aankwam, dat gesproken werd van een vermindering der koopkracht met 20 pet. En het resultaat van dit alles was, dat we nu nog 400.000 werkloozen hebben (offi cieel bekend, in werkelijkheid komen er nog wel 100.000 bij, meende spr.) tegen 50.000 zes jaar geleden. De R.S.A.P., die wijst op bedriegelyke leuzen van eenheid en democratie, waar onder de verschillende partijen den ver kiezingstijd ingingen, wordt nu uitgeschol den, iets wat spr. volkomen natuurlijk noem de. Want, zei hy, Nieuwenhuis zei reeds, dat het niet goed met ons zou zyn, als we ge prezen worden. Democratie bestaat hier te lande niet meer, zei spr., wij leven onder de dictatuur van Colyn, en het is droevig en onbegrijpe lijk, dat de Stalinisten (communisten) mee- loopen achter de leuze van democratie. Neen, de strijd gaat niet tusschen demo cratie en dictatuur, maar om kapitaal en ar beid. Democratie, die thans zoo verdedigd wordt, is in wezen het fundament, waarop het gebouw van het fascisme wordt opge trokken. In dit verband wees spr. naar Spanje, waar hy binnenkort een regeering verwacht van mannen uit verschillende ran- Door G. P. BAKKER 20) Deze bekeek het nauwkeurig en sprak: „In orde. Heb je misschien ook een zigeu ner gezien, een forsche blonde vent. Hy is alleen". „Neen, luitenant", antwoordde Lut. Edzke was dichterbij gereden. „Vader", zei hy. „Kan dat die vent ook geweest zyn?" „Hou je stil, jongen. Bemoei je met je eigen zaken". „Maar, vader, als dat nu de man is, dien de officier zoekt?" „Wat is dat? vroeg de officier. „Niets bijzonders", antwoordde Lut. „Ik wensch het te weten, anders „Niets te andersen", snauwde Lut. „Ik heb geen bevelen van jou af te wachten. Ik reis in naam van den keizer, zooals in mijn paspoort staat. Myn naam is Lut Lut- tinga. Met wien heb ik eigenlijk te doen?" „Baron de Tourne Bride". „Aangenaam, maar keer dan den teugel maar dadelijk, baron. De keizer zou je wel eens boos kunnen aankijken als je den man tegenhoudt, die hem acht zwarte paarden moet brengen voor zijn karos om naar de Stephanskerk te rijden". „Maar de inlichtingen zijn van groot be lang voor het keizerlijke leger". „Vertel het hem toch, vader", mengde Edzke zich weer in het gesprek. Lut streek over zijn langen bruinen baard, alsof hij diep nadacht. „Vooruit dan maar", zei hij, een besluit nemend. „Gepasseerden nacht kampeerden we buiten met het mooie weer. De paarden waren vastgebonden en we sliepen. Eens klaps greep de wacht mij bij den schouder. „Er sluipt iemand om het kamp", fluister de hij. Ik sta op, grijp mijn musket, dat al tijd geladen naast mij ligt en zie een for- schen vent, die in het maanlicht heel groot leek, in een soort roode jas, den grooten zwarten hengst lossnijden. Hij springt er op, maar hy heeft nog geen vijftien pas gereden of ik schiet en hij valt. Daar staat de hengst. „Een mooi schot van vader", zei Edzke. „En de dief?" „Onder den grond". „Waar gebeurde dat?" „Een uur of drie rijden naar het Noord- Westen door het woud. U kunt misschien de plek wel vinden, waar we kampeerden. Ik vond het eerst niet noodig het te ver tellen. Je weet nooit. Ik was bang voor moeilijkheden", loog Lut. „Maar een paar dendief is tenslotte maar een paardendief. Als ik niet oppas, kom ik zonder één paard in Weenen". De luitenant knikte. „Geeft niets, dat de kerel dood is. Jam mer van de belooning. Er stond twee hon derd daalders op zijn hoofd! 't Was een Zweedsche spion, als zigeuner verkleed". „Goeden dag, aanvoerder, en verder goe de reis". „Evenzoo", zei Lut. „Evenzoo", zei Edzke. Toen de troep gepasseerd was, zei Edzke tegen Lut: :„Man, wat kun jij liegen. En wat hun je mooi vertellen". „Wat kon ik beter doen om jouw on noozelen hals uit den strop te halen. Een begraven man kunnen ze niet verhangen". „Als je wilt zal ik zorge, dat je bij ons wachtmeester wordt", stelde de jonge luite nant voor. „Ik begin er zin in te krijgen", luidde het antwoord. HOOFDSTUK XIV. De dorpskroeg had het uiterlijk van een stadsgebouw. Een groote deur, ramen met spitsbogen aan weerszijden, daarboven een groote luifel, een paar verdiepingen met een trapgevel, waarin een venster. Het huis stond daar meer dan een eeuw. De man, die dit steedsche gebouw had neer gezet, was sinds lang ter ziele, maar zijn naam was door de dorpsbewoners nog niet vergeten en zijn levensgeschiedenis werd van geslacht tot geslacht belangwekkender. Het dorpsplein kreeg door deze herberg in de avondschemering het karakter van een stad, te meer daar de beide huizen op een kleinen afstand aan beide zijden, blijkbaar door denzelfden bouwmeester, in gothieken styl met overheerschende horizontale lijn waren ontworpen. Maar verder geleek het plein in het geheel niet op een stad. De groote brink, met in het midden de plas, was omringd door groote en kleine boer- renhoeven, die ver van elkaar verwijderd en half verscholen tusschen hoog geboom te en groene stwiiken, lagen te droomen in den avondschemer. Voor de herberg onder de linden stonden aan den dwarspaal een achttal paarden. De beide mannen, die over het plein kwa men aanwandelen, zagen dan ook onmid dellijk waar ze moesten zijn. Het waren eenvoudige reizigers in donkergrijze klee ding. „West", zei de een. „Zoo'n geheelen avond in het kamp wordt op den duur een beetje eentonig en in de herberg kan ik mis schien nog het een en ander oppikken. Waar reizigers zyn, is nieuws". De ander, een groote blonde kerel met een lange snor, antwoordde: „Gelijk heb je, luitenant". „Geen luitenant, Edzke". „In orde Edzke, je hebt gelijk. Ik voelde ook iets voor een beetje afleiding. Eiken avond weer dadelijk na het eten met de kippen op stok mag gezond zijn, maar het begint me de keel uit te hangen. Lut heett gelijk. Na negen uur 's avonds gebeurt er niet veel goeds, maar ik ben blij er eens tusschen uit te kunnen trekken, 't Is bo vendien zijn beurt op de paarden te pas sen. Hij heeft een groote verantwoordelijk heid. Maar iets anders, je loopt toch geen gevaar?" „Ik ben hier even onbekend als jij". „Dat kan zijn, maar het dorp ligt tus schen Tilly's linies en den weg naar Wee- nen „Wat zou dat?" „Dat er in die herberg vogels van aller hande pluimage komen en daar aan den paal staan eenige paarden, die door koe riers zyn bereden". „Je hebt gelijk", antwoordde Edzke. „Til- ly is in voortdurende correspondentie met den keizer te Weenen. Vooral tegenwoor dig zal het wel druk zyn. De keurvorst van Saksen aarzelt nog steeds party te kie zen tusschen den keizer en den Zweed- schen koning". „Hier is de eerste pleisterplaats, waarde koeriers van paarden kunnen wisselen of overnachten", vertelde West. „De verdere weg leidt door dichte bosschen, waar het menschelijk onkruid welig tiert en waar het vooral 's nachts gevaarlijker is dan in de wildernis". „Ik heb zoo iets gehoord", zei Edzke. „Volgens myn inlichtingen is de koerier Nicolaas da Costa met brieven van Tilly aan generaal Fürstenberg aangevallen. Zijn bedienden zijn vermoord, de brieven ge stolen en hij zelf ternauwernood aan den dood ontsnapt". 1). „Misschien is er vanavond in die her berg iets te beleven. Ik houd van avontu ren", meende West. „Beter er buiten te blijven", oordeelde Edzke. West keek hem lachend aan. „Gelijk heb Je", zei hij. Ze traden de herberg binnen. De gelag zaal was schaars verlicht door een paar groote lantarens, die aan de zoldering hin gen, en groote op pinnen gestoken vet kaarsen op de tafels. 1) Klacht van Tilly over den keurvorst van Saksen. Brief van Tilly aan den keizer uit Tangermünde, 14 Augustus. Dresdner Archief. (Dus ook onderschept.) Wittich. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 9