n geheimen i dienst Debat tot den minister genaderd. Bij het yerlaten yan het stemlokaal* !BiUM£4tlaud VOLEMDAM TBR STEMBUS. IM stemfoSfeA wow* fe* de bos gedbponeewi. ALKMAARSCHE COURANT van VRIJDAG 28 MEI 1037 PARLEMENT - SeuiUelon Zich niets aan haar eigen verkiezings dag storend heeft de Eerste Kamer gister middag rustig vergaderd en de behande ling van het ontwerp-Pachtwet voortge zet. Nog vier sprekers hebben zich laten hooren, twee tegenstanders, een voorstan der en een, die zwaar weifelt, waarna mi nister van Schaik nog even aan het woord ikwam, maar slechts om een begin te maken aan zijn rede, welke hij hedenmor gen zou voort zetten. Het spreekt vanzelf, dat de argumenten vóór en tegen zoo langzamerhand zjjn uit geput geraakt en dat we niet veel nieuws meer in het midden hebben hooren bren gen. We zullen eerst de beide bestrijders aan het woord laten. De heer van Citters (ar.) gevoelde zich bezwaard vanwege de sterke overheidsbemoeiing, welke via de rech terlijke macht in het ontwerp tot uiting komt. De rechter doet dienst als een soort stok achter de deur. De administratieve beslommeringen zullen toenemen. Op de zen afgevaardigde maakt het ontwerp den indruk van een project dat door knappe juristen in elkaar was gezet, maar waarbij men, jammer genoeg, de practici, d.z. de landbouworganisaties, niet om advies had gevraagd. Het continuatierecht komt wel iswaar niet met zooveel woorden in het ontwerp voor, doch het zit er wel in en zelfs in meer volstrekten vorm dan in het ontwerp-Donner. Om een langdurige pacht te bereiken, heeft men slechts een zijweg Ingeslagen, die naar den rechter voert. Het gevaar is groot dat onrecht wordt ge schapen. - Eenigzins verontwaardigd riep de heer yan Citters uit: Moet de landbouw als juridisch proefkonijn dienen? Hij betoogde, in navolging van ver scheidene andere sprekers, dat het eigen domsrecht en de contractvrijheid worden aangetast. Een punt va; zorg was voor hem ook de samenstelling van de pacht- Jcamers. Zal men bijvoorbeeld bij de ver kiezing van de voorzitters de politiek er buiten kunnen houden? Wie wei eens iets met de samenstelling van commissies of comité's te maken heeft gehad aldus de oud-commissaris der koningin in Gelder land die weet hoe lastig het hier is allerlei klippen te ontzeilen. Ook de regeling voor de vergoeding van kosten voor aangebrachte verbeteringen viel wel zeer nadeelig voor de verpachters uit, die immers ook al hebben bij te dragen jn de kosten voor aanleg van wegen, wa terleiding en electriciteit. De heer van Cit ters kon het ontwerp niet anders zien dan als een stap in de richting van socialisatie, Geheel in denzelfden geest was het be loog van den heer Blomjous (r.k.) Het recht van beschikking over den eigendom, de contractvrijheid worden beperkt. Over de pachtverhoudingen wordt men over het algemeen onjuist ingelicht; die zyn niet 300 slecht. Het gevolg van de nieuwe wet zou zyn, dat speculanten voortaan maar al te zeer naar grondbezit zullen haken. Uit principieele overwegingen zou de Til- burgsche textielfabrikant tegenstemmen. En nu de weifelaar. Dat was mr. Michiels van Kessenich (r.k.), die al be gon met er aan te herinneren, dat hij tot degenen had behoord, die tegen het vorige ontwerp hadden gestemd, hetgeen een aan prijzing kon zyn voor de verwachting dat hij nu bekeerd zou zyn. Inderdaad ging zyn betoog een heel eind in die rich ting. Er is behoefte aan een goede pacht- regeling; de aantasting van het eigen domsrecht is, door de aangebrachte ver zachtingen, veel geringer geworden, enz., maartoen kwam het bezwaar: het ontwerp beweegt zich in de richting van socialisatie. Hiermede stapte de heer $4ichiels in het schuitje van den heer van Citters. Hij achtte het niet onmogelijk, dat de sociaal-democraten van hun geheele eocialisatierapport zouden terug komen; in de discussies over de vorige en deze Pachtwet waren z. i. daarvoor ten aanzien van den grond aanwijzingen te vinden. HET PRINSELIJKE PAAR STEMT TE BAARN. H.K.H. Prinses Juliana en Prins Bernh&rd kweten zich in het Baaxn's Lyceum yan hun stemplicht. Hoe 't ook zij, deze afgevaardigde vond het nog heel moeilijk zijn stem te bepalen. Ten slotte nog de voorstander, de land- oouwspecialiteit Ruijter (r.k.), die een warm gestemd pleidooi voor aanneming van het ontwerp hield. Hij wees er op, dat in den loop van de laatste vijftig jaren verschillende commissies over het pacht- vraagstuk hadden gerapporteerd en dat zij alle tot de conclusie waren gekomen, dat het gebrek aan cultuurgrond de oor zaak is van veel misstanden op het gebied van den landbouw. De beste oplossing zou als de eigenaar zelf den bodem zou exploi teeren; pacht mag echter niet geheel uit gesloten zyn. Er is een voortdurende strijd gevoerd tegen de hooge pachten, die het dikwijls aan de boerenzoons onmogelijk maakten zelf te beginnen en hen in ver scheidene gevallen noopten als boerenar beider te gaan werken. De heer Ruijter betoogde aan de hand van diverse voorbeelden, dat de pachten drukkend zyn en waren, óók in den cri sistijd. Hij was ervan overtuigd, dat er vele verpachters zijn, die het goed bedoe' len, maar die dwalen, omdat zij, dikwijls moetende vertrouwen op anderen, ver keerd worden ingelicht omtrent den wer- kelyken toestand van hun pachters. De hooge pachten zyn er in tal van gevallen de oorzaak van, dat misbruik van vrou wen- en kinderarbeid in den landbouw wordt gemaakt; dat landarbeiders worden ontslagen of met een laag loon afgescheept. Hij achtte het in het belang van beide partijen, pachters en verpachters tevens in dat van den landbouw in het algemeen indien het ontwerp wet werd. Het is niet onmogelijk, dat vandaag de behandeling van de Pachtwet ten einde wordt gebracht. DE STRIJD TEGEN HET VERKEERS LAWAAI. Proefprocessen-verbaal opgemaakt. In de motor- en rywielbeschikking staat precies aangegeven aan welke geluidscapa citeiten de signaalhoorns minimaal moeten en maximaal mogen voldoen. Ook de uitlaai mag niet teveel leven maken, anders zou ons by de groote intensiteit van het verkeer hooren en zien vergaan. Deze geluidsterkte wordt gemeten in decibels. Prof. Zwikker heeft hiertoe een klein handig toestelletje geconstrueerd, niet grooter dan een fototoe stel, waarop de sterkte van een geluidsbron onmiddellijk kan worden afgelezen. Gistermiddag zyn op De Ruyterkade te Amsterdam een tweetal proefprocessen op gemaakt om tot in hoogste instantie te zien uitgemaakt wat kantongerecht, rechtbank en Hooge Raad denken van deze wijze van „ge- luidmeten". Deze geënsceneerde overtredingen z(jn door een heel gezelschap geconstateerd, zoo dat ontkennen niet zal baten. Er waren ge tuigen te over, maar de belangrijkste rol speelde prof. Zwikker's ingenieuse toestelle tje, dat het geluid in cijfers vastlegde. De hoofdcommissaris, de heer H. J. Ver steeg, commissaris C. Bakker, chef der ver' keerspolitie, inspecteur E. G. H. H. Bos, de ambtenaren van het O.M., jhr. mr. Reigers man en mr. Hattink, prof. Zwikker, mr. B baron van Harinxma thoe Slooten, secreta ris van de K.N.A.C., mr. C. J. G. M. Schöl- vink, juridisch adviseur van de K.N.A.C., ir. Tyken van den AN.W.B. waren tegenwoor dig. Het proefproceeverbaal voor het gebrui ken van een te sterk signaal werd opge maakt tegen den K.N.A.C.-secretaris baron van Harinxma thoe Slooten. Het signaal mag niet sterker zyn dan 95 decibel en niet zwak ker dan 75. Onmiddellijk sloeg de wijzer op ver over 100. De agent deed zyn plicht en de automobilist stond korten tijd later „op de bon". Zoo verging het ook een motorrij der namens de K.N.M.V. aanwezig, wiens knalpot een hevig lawaai maakte, waarbij ruim 90 decibel werden geproduceerd, ter wijl het maximum 85 is. Binnen korten tijd zullen beide zaken voor het kantongerecht worden behandeld. WIJZIGING CRISISTARWEBESLOT 1936 H. Gister is uitgegeven het Kon. besluit van 1 Maart 1937 StbL 749 tot wijziging van het crisistarwebesluit 1936 IL DE LASTEN VOOR DE GROOTE GEZINNEN. Installatie van de commissie Fleskens. Gister heeft de minister van financiën, mr. P. J. Oud, de commissie geïnstalleerd, welke tot taak heeft een onderzoek in te stellen naar de maatregelen, welke getroffen kun nen worden om de op de groote gezinnen drukkende lasten zooveel mogelijk te ver lichten. De installatierede van den minister werd door den voorzitter der commissie beant woord. Lid en voorzitter van de commissie is de heer A. N. Fleskens, lid van de Eerste Ka mer der Staten-Generaal, te Geldrop. Na de installatie heeft de commissie on middellijk met haar werkzaamheden een aanvang gemaakt. UITVAART KO VAN DIJK. Gistermiddag is te Amsterdam op Zorg- vlied het stoffelijk overschot van den acteur Ko van Dijk ter aarde besteld.' Tusschen twaalf en twee uur maakten vele vrienden en bekenden gebruik van de geboden gele genheid om den overleden kunstbroeder een laatsten afscheidsgroet te brengen. Het stof felijk overschot was opgebaard in de hal van den Stadsschouwburg, die tot chapelle ar- dente was ingericht. De eenvoudige kist met de plaat, waarop ingegrift „Rust in vrede", werd gedekt met een paar takken seringen en eenige leliën. Rondom de baar lagen de talrijke bloemstukken, waarbij die van de gemeente Amsterdam, van v. Dijk's Schoorl- sche vrienden, van bekende tooneelleiders en hun gezelschappen, zooals het Holland- sche tooneel en Louis de Vries, de Amster- damsche tooneelvereeniging, het gezelschap Jan Musch, het Nieuwe Schouwtooneel, het ensemble Saalbom en Parser, directie en artisten van het Centraal tooneel, het A.B.C.- cabaret van Louis Gimberg en anderen. Ook persoonlijke vrienden uit tooneel- en schrij verswereld waren niet achtergebleven, het geen duidelijk bleek uit bloemstukken van mevrouw E. de Boer van Rijk, mevrouw van Gogh-Kaulbach, Mien van Kerckhoven- Kling, Henri Eerens, Ko en Lies Arnoldi, Frits Bouwmeester, Balthazar Verhagen en dr. A. Saalborn. Tegen twee uur verzamelden zich de vrienden en belangstellenden in de chapelle ardente en toen de familie van den overle dene was aangekomen, droegen tien kunst broeders hun kameraad voor de laatste maal den schouwburg uit. Als dragers fungeerden Jef van Staalduinen, Oscar Tourniaire, Lau Ezerman, Paul Huf, Jan Musch, Jaap v. d. Poll, Frans Wertwijn, Frits Bouwmeester, Piet Wiegman en Jac. Snoek. Plechtig en onder groote belangstelling verliet de stoet den Stadsschouwburg en be gaf zich op weg naar de begraafplaats, waar zij tegen drie uur aankwam. Hier werd het stoffelijk overschot in de aula opgebaard en speelde de organist G. C. Weggelaar achter eenvolgens het Largo van Handel, Ases Tod van E. Grieg en de treurmuziek uit de ze vende symphonie van L. van Beethoven. Na deze korte plechtigheid droeg men den overledene naar ziin laatste rustplaats. Aan de groeve sprak eerst de heer J. Bendien na mens het gemeentebestuur van Amsterdam, die Ko van Dijk als mensch en als kunste naar herdacht. Vervolgens wijdde Louis de Vries eenige gevoelvolle woorden aan zytn overleden kunstbroeder en richtte troosten de woorden tot diens vrouw en kinderen. Nadat vervolgens Frits Bouwmeester, die vier jaar mede-directeur van Ko van Dijk was, hem als zoodanig had herdacht en ook Adriaan van der Horst een kort woord had gesproken, sloten mevr. van Westerhoven, die juist gisteren haar tachtigsten verjaar dag had herdacht en Jan Grader de rij van sprekers, waarop de zoon van den overlede ne diep bewogen namens zyn moeder en zuster dank bracht voor de groote belang stelling. COMMISSIENOTEERING NEDERLANDSCHE BOTER. De commissienoteering voor Nederland- sche boter-is vastgesteld op 73 cent per kilogram. DE HEER SERRARENS LID VAN DE TWEEDE KAMER. Naar wy vernemen zal de heer P. X. S. Serrarens (r. k. Staatsparty), die zoowel in de Eerste als Tweede Kamer tot lid ie ge kozen, de benoeming voor de Tweede Ka mer aanvaarden. Zijn opvolger in de Eerste Kamer is prof. mr. C. P. M. Romme. HET TAXI-BEDRIJF TE AMSTERDAM. Verlenging loonovereenkomat. In de bespreking, welke gistermorgen onder leiding van wethouder Kropman ten stadhuize te Amsterdam plaats vond tus schen vertegenwoordigers van werkge vers en werknemers in het stationneeren- de en in het garage-taxibedrijf, is met aigemeene stemmen besloten, de loon- overeenkomst, welke in het blokbandbe- drijf na de tariefswijziging op 6 April jl. gedurende een periode van 6 weken van kracht is geweest, thans nog met een ter mijn van vier weken te verlengen. Gedu rende deze periode zal een commissie, be staande uit vertegenwoordigers van werk gevers en werknemersorganisaties aan het gemeentebestuur voorstellen doen om tot een definitieve regeling in het bedrijf te geraken. De invoering van een fooiloos tarief voor het blokbandbedryf zal hierbij onder de oogen worden gezien. De nieuwe re^feftng vcm de pacht. [HISTORISCHE AVONTURENROMAN. Door G. )P. BAKKER 23) „Juist. Maar daar Maximiliaan, keurvorst van Beieren, de sterkste bondgenoot van den keizer, groote bezwaren heeft, daar hy van oordeel is, beter Saksen tot vriend dan tot vijand te hebben, zal nog eerst een gezantschap, bestaande uit de heeren Von Metternich en Schönberg, naar Saksen vertrekken om den keurvorst Johan George I onder het oog te brengen, dat hy de zijde des keizers dient te kiezen, anders „Ja, zeker de gewone dreigementen van Tilly." „Max is verstandiger dan Tilly." „Zeker, maar vergeet vooral niet", opper de de professor, „dat de generaal der Katho lieke Liga, dus der Beiersche troepen, de onderneming tegen Saksen wel niet zoo rooskleurig zal inzien air, Tilly. Onze Zweed- sche koning stelt Von Pappenheim ook veel hooger. Hij roemt Tilly den kleinen, boozen korporaal een wild en dapper soldaat, maar Pappenheim een veldheer van zeer veel moed en krijgsbeleid, en ware ver diensten. 1) „De keizer wilde eerst ook niets van een inval in Saksen weten, maar voor Tilly is het een nieuw land, waar nog van alles te halen is, levensmiddelen en geld." „En hij heeft alles noodig", zei Edzke. „Dit zyn de hoofdzaken", vervolgde de professor. „Als de keurvorst van Saksen dezen brief leest, zal hy misschien niet langer aarzelen. Hoe het zij, deze mooie missive moet zoo spoedig mogelijk in de handen van onzen koning zijn. We gaan dadelijk vertrekken". „Twee is genoeg", meende Edzke. „Ik ga verder, wil trachten binnen Halberstadt te komen. Daar zal nieuws zijn en een vlie gende vogel vangt altijd wat. Nu, met de ze karavaan, heb ik een mooie kans". „Maar de koning zal je zeker willen be danken. Jij hebt den brief veroverd". „Dat kan later wel". „Je weet het adres in Halberstadt?'^ „Ik heb alle adressen in mijn hoofd". Sterke Lut zal je zeker wel paarden wil len verschaffen, maar betaal ze goed". „Met goud", zei de man van Werben. „Blijf niet te lang weg", vermaande Edzke. „Met ons drieën zijn we sterk". „Afgesproken". De vrienden reikten elkander de hand. „Tot weerziens, en groeten aan generaal Saxon en de prinses". „Die zullen trotsch op je zijn". „Vaarwel", zei Edzke. „Doch geef me een van je pistolen. Ik heb er maar eén meer". 1) Mr. C. F. Haug. De 30-jarige oorlog. HOOFDSTUK XVI. De poorten der stad waren gesloten. Het was donker. Een man wierp zich terzijde van de steenen brug neer aan den oever van de gracht. Hij drukte zich tegen den muur om de opmerkzaamheid niet te trek ken. Hij wachtte, wachtte lang. Eindelyk hoorde hij het snuiven van paarden, het kraken van zadels, het kletteren van zwaarden en het rinkelen der kettingen als een paard het hoofd ophief. Dan den vloek van een ruiter. Op den zandweg had hy de hoeven der paarden niet kunnen hooren. Het bevel van den aanvoerder klonk: „Open de poort". De ruiters waren gehuld in lange donkere mantels. Ze reden beugel aan beugel. Een lantaren verscheen in de duisternis als een glinsterend punt, wierp toen zyn geel licht over de brug. Het wachtwoord werd gegeven: „Holk". De poort ging open De brug neer. Hoefslagen dreunden op het houten vloerdek. De vreemdeling volgde bukkend, zich zooveel mogelijk in de schaduw houdend van de ruiters. Het gelukte ljem door de poort te sluipen. Hij was binnen de mu ren. Een der laatste ruiters zag hem. Een slag met de sabel. Snel wendde de in dringer het hoofd af, maar hy voelde dat het zwaard zyn oor had getroffen. Hy drukte zijn hand tegen zyn hoofd. Bloed. Maar hij moest verder. Hij sloeg een zij weg in, zag een klein boschje, liep wat hij loopen kon. Daarna een zijweg, waar in het schaarsche maanlicht de toppen der boo- men elkander naderden, maar waar zijn voeten ginen kon hy niets zien, daar heerschte de zware nachtelijke duisternis. Niemand had hem gevolgd, maar hij was niet gerust, zeker, dat hij gezocht zou worden. Ze hadden hem gezien. Hij voelde zich gejaagd. Het was alsof iets hem be spiedde. Dit gevoel beheerschte hem zoo sterk, dat hy zich achter een boom ver borg, speurde en speurde. Doch hij zag niets dan het zachte geruisch der bladeren boven zijn hoofd. Hij sloop verder langs het pad. Eensklap stond een gewapende ruiter voor hem. „Wie ben je?" vroeg deze. „Ik ben een geest", klonk een akelig holle stem. „Ik geloof niet aan geesten", antwoordde de ruiter. „O nee", zei de ander weer. „En nu dan?" en hy loste zich op in de duisternis. Van schrik liet de ruiter zijn pistool vallen. Wegduikend kroop hy achter een dikken boom. Hij voelde steeds het bloed langs zyn wang druipen, nam zijn neusdoek, scheurde hem in reepen en legde een ruw verband. Hoorde hij weer iets? Was hy een lafaard of had het zwaard hem misschien toch erger geraakt dan hij gemeend had, of kwam het door dat beroerde bloed? Hij ging zitten, zag overal spiedende oogen, grijpende handen. Hij stond haastig op, rende het pad af, de stad binnen. Hij kwam bij een huis met boomen er voor. Het flauwe licht achter de ramen lokte hem aan. Een herberg. Hier zou hij rust kunnen vinden, misschien een nacht verblijf. Hij sloop langzaam en vr- dichterby. Luide stemmen brulden een ruw keizerlijk krijgslied. Het werd hem duide lijk dat hy hier in handen van den vijand zou vellen. Zijn gewond oor zou hem ver raden. Hij ging voorby, sloeg een nauwe straat in, waar boven de gevels elkaar bijna raakten. Hij kwam bij het oude mooie raadhuis, dat de markt scheidde in twee gedeelten en over de Houtmarkt by de Martinikerk. In de verte zag hy een man met een lantaren, ging er heen en vroeg beleefd: „Wilt U zoo vriendelijk zijn mij te zeg gen, waar de Bakenstraat is?" Een deftige burger, een langen wandel stok in de hand, bekeek hem wantrouwend van het hoofd tot de voeten by het licht, dat de knecht op zyn gezicht liet schijnen. „Ha!" zei de burger, keek naar het bloe dend oor. „Geen grapjes, vriendje" en richtte zijn pistool op hem. „De Bakenstraat? De tweede straat rechts, je moet voorby de Lieve Vrouwen kerk. Een kerk met vier torens. Daarach ter staat een groot, oud gebouw, het Pe tershof. De breede straat, waarin je dan uitkomt, is de Bakenstraat. Als je die doorloopt kom je aan het gebouw waar je wezen moet. Het spinhuis. Daar kun je on derdak vragen. De eenige goede slaapgele genheid voor boeven van jouw slag. Edzke hield zich kalm, ofschoon zijn bloed kookte. Onderdanig zei hy: „Mijnheer ik dank u". „Geen dank", antwoordde de ander. „En wel bekome het je". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 9