iLAOLIE
N GEHEIMEN
DIENST
[i Stad en Omgeving. i|
«ooooeoo Jladiopcogtamtna.
JeuiiletoH
ALKMAARSCHE COURANT van DINSDAG 1 JUNI 1937
CALVE-KWALITEIT
1
1
PERSOONLIJKE TOELAGE HOOFD
OPZICHTER GEMEENTEWERKEN
B. en W. schryven in bijlage no. 80:
Aan de functie van hoofdopzichter by den
dienst der gemeentewerken is een salaris
verbonden van 2750 tot 3600 (groep VII
der algemeene salarisverordening).
De billijkheid eischt naar ons oordeel, dat
in deze salarieering eenige verbetering
wordt gebracht, omdat dit salaris niet in
overeenstemming is met het belang van deze
functie, gelijk zy in den loop der jaren is
gegroeid. De naam van hoofdopzichter werkt,
eenigszins verwarrend, want behalve dat de
hoofdopzichter onder leiding van den direc
teur belast is met het algemeene toezicht op
de gemeente-gebouwen, de bestratingen, de
vaarten, de bruggen e.d., kortom alles waar
over de zorg van den dienst der gemeente
werken zich uitstrekt, wordt hy ook betrok
ken by plannen voor nieuwbouw, het maken
van bestekken, het ontwerpen van uitbrei
dingsplannen e.d., terwyl hij bovendien bij
afwezigheid den directeur vervangt. Zoo
heeft de heer Kirkenier feitelijk een func
tie, die met den titel van hoofdopzichter in
den gewonen zin van het woord niet op de
juiste wijze wordt weergeven.
Wy vinden echter geen vrijheid, in de sa
larisregeling op dit punt vooralsnog wijzi
ging te brengen. Dit zal eerst kunnen plaats
hebben, wanneer vast staat, of in verband
met een eventueele reorganisatie van
diensten ook andere functies anders zouden
moeten worden gewaardeerd. Wy zouden er
daarom de voorkeur aan geven vooralsnog
te volstaan met een speciale, alleen den heer
Kirkenier betreffende regeling, die niet in
de algemeen salarisregeling wijziging brengt
en derhalve niet ingrijpt in de taak, welke
is toegewezen aan het G.O. voor ambtenaren
bij art. 1 der verordening gemeenteblad nr.
869 en art 5 van het Ambtenarenreglement
(gemeenteblad nr. 1223), waarin alleen ge<
sproken wordt van overleg omtrent de ar
beids- en dienstvoorwaarden in het alge
meen.
B. en W. stellen thans voor, aan den heer
C. Kirkenier, te rekenen met ingang van 1
Januari j.L een persoonlijke toelage toe te
kennen van 500 per jaar.
De commissie voor bijstand voor openbare
werken onthoudt zich van het geven van
advies, omdat zij van oordeel blijft, dat de
commissie van G.O. zich eerst over deze
aangelegenheid zal moeten uitspreken. Ge
lijk wij boven hebben uiteengezet, is op dit
geval niet van toepassing hetgeen de veror
deningen voorschrijven omtrent het inwin
nen van het advies van laatstgenoemde com
missie, zoodat uwe vergadering niet et die
verordeningen in strijd handelt door thans
ons voorstel in behandeling te nemen. Tot
dusver is dan ook omtrent de toekenning van
persoonlijke toelagen nimmer het advies der
commissie van georganiseer^ overleg ge
vraagd.
SPLITSING VAN HET BUREAU VOOR
SOCIALE ZAKEN.
B. en W. schrijven in bijlage no. 81:
De directeur van het Bureau voor Sociale
Zaken, welk bureau in 1931 werd opgericht,
is thans, krachtens het reglement voor de
gemeentelijke instelling voor maatschappe
lijk hulpbetoon (gemeentebladen nrs. 1218
en 1442), ambtshalve tevens secretaris van
genoemde instelling. Voor het verrichten der
administratieve werkzaamheden beschikt
die instelling bovendien over personeel van
het bureau voor sociale zaken, waarvoor zy
een jaarlijks by de begrooting te bepalen
bedrag aan de gemeente vergoedt.
De toeneming der bemoeiingen zoowel op
het gebied der werkloozenzorg enz., als op
het terrein van maatschappelijk hulpbetoon
(het aantal ingeschreven werkloozen be
droeg eind Februari 1931 249, op 22 Mei 1937
1158, waardoor de bemoeiingen met de toe
passing der steunregeling uiteraard enorm
toenamen; daarenboven wezen de uilgaven
van de gemeentelijke instelling voor maat
schappelijk hulpbetoon, die in '31 291.939.04
bedroegen, een stijging aan tot 356.413.64
over 1936) maakt het naar ons voorkomt ge-
wenscht, de functies van directeur van het
Bureau voor Sociale Zaken en secretaris
der gemeentelijke instelling voor Maatschap
pelijk Hulpbetoon te scheiden.
Het Bureau voor Sociale Zaken ware dan
onder leiding van den directeur te belasten
uitsluitend met de werkzaamheden betref
fende de arbeidsbemiddeling, de werkloos
heidsverzekering, de uitvoering der steunre
geling, de distributie van goedkoope levens
middelen en wat daarmede verder in ver
band staat.
Het secretariaat der instelling voor maat
schappelijk hulpbetoon zou dan kunnen
worden opgedragen aan een door uw verga
dering te benoemen hoofdambtenaar, aan
wien voor het verrichten der administratie
ve werkzaamheden het noodige personeel
zal moeten worden toegevoegd. Dit perso
neel zal uiteraard kunnen bestaan uit de
ambtenaren, die thans by het Bureau voor
Sociale Zaken zijn belast met dezelfde werk'
zaamheden.
Alvorens een voorstel te doen omtrent de
jaarwedde van den nieuw te benoemen se
cretaris (wij denken ons een regeling in den
geest van die voor den directeur van het Bu
reau voor Sociale Zaken) zullen wij eerst
het advies moeten inwinnen der commissie
van overleg voor de ambtenaren en van het
bestuur der instelling voor maatschappelijk
hulpbetoon.
Het salaris van den directeur van het Bu
reau voor Sociale Zaken zou ons inziens
tengevolge van de wijziging van zijn
taak geen vermindering behoeven te onder
gaan, omdat zijn werkzaamheden sedert de
oprichting van het bureau in 1931 door de
crisis zeer belangrijk zijn toegenomen en
deze werkzaamheden ook bij de beperking
van de taak van het bureau zeker tenminste
evenveel zullen omvatten als in 1931 het ge
val was.
Overeenkomstig hetgeen tot dusver voor'
geschreven is, zullen de jaarwedden van den
secretaris der instelling voor maatschappe
lijk hulpbetoon en van het overige personeel
ten laste kome# van de instelling. B. en W.
zullen binnenkort nadere voorstellen aan
bieden.
Zy stellen thans voor te besluiten:
a. dat zal worden opgeheven het verband
tusschen de functie van secretaris der ge
meentelijke instelling voor maatschappelijk
hulpbetoon en die van directeur van het ge
meentelijk bureau voor sociale zaken;
b. dat zal worden aangesteld een ambte
naar in de eerstgenoemde functie, wiens
jaarwedde nader zal worden geregeld en die,
overeenkomstig een vast te stellen instruc
tie, tot taak zal hebben de voorbereiding en
uitvoering der beslissingen van het bestuur
der sub a genoemde instelling;
c. dat het bureau voor sociale zaken zal
worden ontheven van het verleenen van ad
ministratieven bjjstand aan de instelling
voor maatschapelijk hulpbetoon, welke taak
zal worden opgedragen aan den sub b be
doelden ambtenaar en het onder diens
ding werkzaam te stellen personeel.
lei-
VOORRANGSWEGEN.
In bijlage no. 8 schryven B. en W.:
Bij beschikking van den minister van wa
terstaat zyn met ingang van 4 Juli a.s.
als voorrangswegen in den zin van art. 5
van het Motor- en Rijwielreglement o.m.
aangewezen de gedeelten van den Kenne-
merstraatweg en van den Helderscheweg,
die by het Rijk in beheer zijn, t.w. onder
scheidenlijk van de Regulierslaan tot het
Varnebroek en van den spoorwegovergang
tot de Noordelijke grens der gemeente.
Het is in verband daarmede gewenscht,
dat de verbinding tusschen de aangewezen
voorrangswegen ook als zoodanig wordt
aangewezen, n.L het aansluitende gedeelte
van het Varnebroek, de Kennemersingel, de
Geestersingel en het gedeelte van den Hel
derscheweg van den Raad van Arbeid tot
den spoorwegovergang. Dit klemt te meer
nu de weg langs de singels eerstdaags voor
het verkeer zal worden opengesteld en door
de plaats gehad hebbende verbreeding en
verbetering van het wegdek deze weg meer
geschikt is geworden voor het doorgaand
verkeer.
Het aanwijzen van voorrangswegen niet
zijnde Rijks- of provinciale wegen, binnen
de kom der gemeente geschiedt by of krach
tens besluit van den Raad.
In overeenstemming met het stelsel van
de Verkeersverordening, waarbij aan het
college van B. en W. de bevoegdheid is ver
leend tot sluiting van wegen, tot het in het
leven roepen van stopverboden, stationneer-
verboden, parkeerverboden, e.d. achten wy
het gewenscht, dat de bevoegdheid om voor
rangswegen binnen de kom der gemeente
aan te wijzen wordt overgelaten aan B.
en W.
B. en W. stellen daarom voor de Verkeers
verordening met een bepaling van deze
strekking aan te vullen.
VERANDERING VAN INRICHTING
WILHELMINASCHOOL.
B. en W. schryven in bijlage no. 77:
Het bestuur van de vereeniging tot bevor
dering van christelijk schoolonderwijs al
hier, verzoekt bij adres d.d. 15 Mei j.L aan
uwe vergadering medewerking te willen
verleenen tot verandering van inrichting
van de Wilhelminaschool aan de Doelen
straat alhier, door vervanging van de be
staande kachelverwarming door centrale
verwarming, een en ander vanwege den toe
stand, waarin zich de in het gebouw aanwe
zige schoorsteenen bevinden.
Wij deelen u mede, dat uit een ingesteld
onderzoek is gebleken, dat de schoorsteenen,
bij behoud van kachelverwarming, inder
daad voorziening behoeven. In dat geval zou
tevens na korten tijd tot aanschaffingStvan
nieuwe kachels moeten worden overgegaan.
De meeste kachels zijn ondoelmatig en op
voor het onderwijs zeer hinderlijke wijze ge
plaatst. Uit een gebruiksoogpunt bezien, is
het beter, dat de lokalen centraal worden
verwarmd. De centrale verwarming zal on
getwijfeld vele voordeelen hebben, een goe
de indeeling der lokalen gemakkelijker ma
ken, en den hinder opheffen, welke men
thans van het stoken der kachels door stof-
verspreiding enz. in de lokalen ondervindt
Bovendien is wel met zekerheid te zeggen,
dat de kosten van verwarming per lokaal
by gebruik van centrale verwarming lager
zijn dan by kachelverwarming, mits het
meest economische systeem wordt toegepast.
Blijkens den voor u ter inzage gelegden
brief heeft het schoolbestuur zich bereid ver
klaard een deel der kosten van den aanleg,
t.w. die van den ketel, voor eigen rekening
te nemen, op die wijze de gemeente tege
moetkomende in de uitgave, die deze veran
dering voor de gemeente tengevolge 'zou
hebben.
Door de gevraagde medewerking te ver
leenen, zullen, naar ons voorkomt, in dit ge
val de normale eischen, aan het geven van
lager onderwijs te stellen, niet worden
overschreden.
B. en W. stellen voor de gevraagde mede
werking te verleenen.
WIJZIGING PERCENTAGES
ALGEMEENE ONKOSTEN GEMEENTE
WERKEN VOOR T LAGER ONDERWIJS.
In bijlage no. 76 schryven B. en W.:
In uwe zitting van 26 November 1936
heeft de meerderheid van ons college terug
genomen haar voorstel, opgenomen onder
*:fTV'
V.y
Woensdag 2 Juni.
HILVERSUM, 301 M. (VARA-
uitz.) 8.Gr.pL 8.06 Zomeroogst,
causerie. 8.10 Gr.pl. 9.30 Onze keu
ken, causerie. 10.VPRO-morgen-
wy'ding. 10.20 Melody Circle, boek-
bespr. en gr.pl. 12.De Fliereflui
ters en solist. 12.45 Gr.pl. 1.1.45
Fantasia. 2.Gr.pl. 2.30 Voor de
vrouw. 3.Voor de kinderen. 5.30
Gr.pl. 6.— Orgelspel. 6.30 Gr.pl.
7.Zang. 7.30 VPRO: Onze geeste
lijke verscheidenheid, causerie. 8.05
Herh. SOS-ber. 8.07 ANP-ber.,
VARA-Varia. 8.15 Prijsvraag: Gra-
mofoonplaat of werkelijkheid? 9.
Fantasia. 9.30 Zang. 10.ANP-
ber. 10.05 VARA-Groot-orkest en
solist. 11.Gr.p1. 11.15 Orgelspel.
11.45—12.— Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 M. (NCRV-
uitz.) 8.Schriftlezing, meditatie,
gewijde muziek (gr.pl.) 8.30 Gr.pl.
9.30 Gelukwenschen. 9.45 Gr.pL
10.30 Morgendienst. 11.Alt
mezzo en piano. 12.Ber. 12.15
Gr.pL 12.30 Kwintetconcert. 2.
Gr.pL 2.30 Voor jeugdige postze
gelverzamelaars. 3.HetHaagsche
Trio. 4.Orgelspel. 4.45 Felicita
ties. 5.Kinderuur. 6.Gr.pL
(6.30 Onderwijsfonds v. d. Scheep
vaart: Causerie over het aanva-
ringsregl. en stoommachines). 7.
Ber. 7.15 Landbouwpraatje. 7.35
Waarom zoeken wij eigenlijk?, cau
serie. 7.50 Gr.pL 8.ANP-ber.,
herh. SOS-ber. 8.15 Arnh. Orkest-
vereen. 9.Causerie over sociale
zorg. 9.30 Verv. concert. (9.55 ANP-
ber. 10.30 Gr.pL 10.40 Sportpr.
11.11.30 Gr.pL Hierna Schriftle
zing.
DROITWICH, 1500 M. 11.05 Orgel
spel. 11.35—11.50 Gr.pL 12.05 BBC-
Welsch orkest en solist. 1.05 Co-
ventry Hippodrome orkest. 1.50
2.20 Gr.pL 3.05 Sportrep. 3.30
Pianovoordr. 4.Gr.pL 4.20 Ves
per. 5.10 BBC-Welsch-Septet. 5.35
BBC-dansorkest. 6.20 Ber. 6.40
Fransche causerie. 7.Sportrep.
(gr.pl.) 7.10 BBC-Harmonie-orkest.
7.40 Muzikale causerie. 8.10 Louis
Levy's Film-orkest. 8.35 BBC-
Symph.-orkest. 9.30 Ber. 9.50 Ver
volg concert. 10.40 Cabaret. 11.20
-12.20
Bram Martin's Band. 11.5012.20
Jazzmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 7.10 en 8JW
Gr.pl. 12.20 Visciano-orkest en
zang. 2.20 Gr.pL 3.20 Zang. 3.35
Gr.pL 4.50 Pianovoordr. 5.50 Zang.
6.05 Cellovoordracht. 8.35 Zang.
8.50 Omroeporkest, Noyon-koor en
solisten. 10.50 Gr.pL
KEULEN, 456 M. 6.50 Westduitsch
Kamerorkest. 8.50 SA-orkest. 9.50
Gr.pL 12.20 Militair orkest. 1.35
Omroepkleinorkest. 2.35 Omroep-
schrammelensemble. 4.50 Omroep
kleinorkest en solisten. 6.40 Keul-
sche Orkestver. 8.30 Volksmuziek.
11.2012.20 Hans Bund's orkest.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.!
12.20 Gr.pl. 12.50 Kleinorkest. 1.30
Omroepdansorkest. 1.502.20 Gr.
pi. 6.20 Kamermuziek. 6.45 Gr.pL
7.Verv. kamermuziek. 7.35 Gr.
pi. 8.20 Het Pertis Zigeunerorkest
en komische voordr. 9.20 Omroep
orkest. 10.3011.20 Gr.pL 484 M.:
12.20 Gr.pL 12.50 Omroepdans
orkest. 1.30 Kleinorkest. 1.502.20
Gr.pL 5.25 Clemor and his Lucky
Stars. 6.50 Cello-voordr. 8.20 Om-
roepsymph.-orkest. 9.20 Gr.pL 9.35
Verv. concert. 10.3011.20 Gr.pL
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
8.20 Zang. 8.50 Omroep-Amuse-
mentsorkest. 9.35 Schupo-orkest.
10.20 Ber. 10.50 Pianovoordr. 11.05
Weerbericht 11.20—12.20 H. Bund's
orkest.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.10.20, D.sender
10.2011.05, Lond. Reg. 11.05
12.35, Brussel (VI.) 12.35—13.35,
Keulen 13.35—15.20, Parijs R. 15.20
15.35, Lond. Reg. 15.3516.50,
Keulen 16.5018.20, Lond. Reg.
18.20—19.20, Hamburg 19.20—19.50,
Lond. Reg. 19.5020.35, Keulen
20.35—22.20, Brussel (VL) 22.20—
22.40, Keulen 22.4023.20, Berlijn
23.20—24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Di
versen 9.2010.35, Droitwich 10.35
14.25, Lond. Reg. 14.2515.05,
Droitwich 15.0518.20, Brussel VL
18.2019.Droitwich 19.—24.
Lijn 5: Diversen.
punt C van bijlage nr. 149 van dat jaar, om
te bepalen, dat voortaan by de berekening
van het gemiddeld bedrag per leerling der
openb. lagere scholen, dat op grond van art
101 der Lager-onderwijs 1920 aan de bestu
ren der bijzondere lagere scholen zal wor
den vergoed, de methode zou worden ge
volgd, die wij in genoemde bijlage in over
weging hebben gegeven.
Uit de beraadslagingen in die zitting bleek
er vooral bezwaar tegen te bestaan om de
nieuwe methode nog met terugwerkende
kracht over de jaren 1934 t.m. 1936 toe te
passen. Minder bedenking bleek er te be
staan tegen toepassing eener nieuwe metho
de van berekening voor de toekomst, terwijl
de wensch werd geuit daarover alsnog het
advies in te winnen van de commissie van
bystand voor het onderwijs.
De meerderheid van ons college meent
thans niet verder te moeten aandringen op
toepassing van de nieuwe methode ook over
de jaren 1934 t.m. 1936. De cijfers, voorko
mende in ons voorstel met betrekking tot
de gemeentelijke vergoeding over 1934 (bij
lage nr. 75), zijn dan ook berekend, voor
zoover het kosten van gemeentewerken be
treft, volgens de oude methode.
De commissie van bijstand voor het onder
wijs kan zich vereenigen met het aanbren
gen van een wijziging in de berekening van
het percentage van de algemeene onkosten
van het bedrijf der gemeentewerken, waar
mede de uitgaven voor het L.O. moeten
worden verhoogd, voor zoover aanwijsbaar
is, dat de betreffende uitgaven ten behoeve
van dit onderwijs zijn gedaan. Daarnaast
wenscht zij het bestaande omslagstelsel ge
handhaafd te zien ten aanzien van niet voor
bepaald onderdeel aanwijsbare uitgaven.
Wy kunnen ons hiermede vereenigen. In-
plaats, dat dus het algemeen onkostenper-
centage wordt omgeslagen over alles, wat
door het bedrijf van gemeentewerken is
verricht, waardoor het L.O. ook wordt belast
met kosten, die niet voor dit onderwijs, maar
uitsluitend voor andere onderdeelen zyn ge
maakt, zullen nu de voor dit onderwijs aan
wijsbare uitgaven worden belast met een
bedrag wegens onkostenpercentage, dat re
kening houdt met hetgeen voor het onder
wijs is gedaan. In het algemeen gullen dus
andere posten zwaarder kunnen worden ba
last, dan tot nu toe het geval was. Voor zoo
ver betreft uitgaven, die niet ten laste van
een speciaal onderdeel kunnen worden ge
bracht, zal het bestaande omslagstelsel ge
handhaafd blijven.
Tengevolge van de dezer dagen totstand
gekomen wijziging van de L.O.-wet 1920 zal
de Raad o.m. tegelijk met het vaststellen
van de gemeentebegrooting (voor het eerst
voor 1938) moeten vaststellen het bedrag,
dat per leerling voor de scholen voor gewoon
en uitgebreid lager onderwijs wordt beschik
baar gesteld, en jaarlijks vóór 1 September
het bedrag, dat in het afgeloopen jaar wer
kelijk is uitgegeven voor de openbare scho
len.
Thans zal derhalve reeds in de begroo-
tingsposten tot uitdrukking moeten komen
wat de gemeente als werkelijke uitgaven
voor het L.O. beschouwt.
Ook met het oog daarop verdient het aan
beveling, dat de Raad nu haar gedragslijn
vaststelt. Immers de methode, die nu by de
begrootings- en rekeningsposten zal worden
gevolgd, zal mede beslissend zijn voor de
PISTORKTCHE AVONTURENROMAN.
Poor G. P. BAKKER
26)
Fluks sprong hy op, sloeg plots den arm
om haar heen trok haar naar zich toe en
wilde haar op den mond kussen, maar vlug
hield ze haar hand voor zijn lippen.
„En dat is een lichtzinnige vrouw", zei
hij smalend.
„En je zigeunervrouw?" vroeg ze spot
tend.
Hij drukte haar steviger tegen zich aan.
Hij voelde haar warme meisjeslichaam,
haar stevige borst, zag dat ze begon te
blozen. Zij was machteloos in zijn sterke
armen, ofschoon zij bijna even groot wss
als hij. Hij drukte zijn mond op de hare en
voelde haar heete lippen. Weer en weer
zoende hij haar. Zij bood geen tegenstand
meer, hield haar arm om zijn hals gesla-
gen.
„Ziezoo", zei hij en liet haar los. „Nu heb
Je bemerkt, hoe dol ik ben".
„Een kunst", zei ze. „Een zwak meisje te
overweldigen".
„Een lichtzinnige vrouw", wierp hij haar
tegen.
Ze keek hem aan. „Ja", gaf ze toe. „Maar
ik wilde niet gekust worden door een man,
die droomt van een andere vrouw, die zich
inbeeldt dat ik een zwart zigeunermeisje
ben".
„Maar
„Geen maren. Nu eten", zei ze, „en drin
ken". Ze schonk weer in.
Eindelijk was het avondmaal geëindigd.
Ze stonden op.
Voor ze er op verdacht was, voelde ze
weer zijn mond op de hare.
„Dolle Ed", zei ze zacht.
„Lichtzinnige vrouw", klonk zijn ant
woord.
In zijn groot heerlijk bed liet de jonge
luitenant de gebeurtenissen van dien veel
bewogen avond nog eens aan zijn geest
voorbij gaa.
„Het schy'nt", peinsde hij, dat ik niet
standvastig ben in de liefde. Inderdaad, de
vrouwen brengen zelfs den flinksten man
het hoofd op hol. Toch", gaapte hij, „had
kapitein Mglchior gelijk".
Toen viel hij in slaap en droomde van
twee vrouwen, van een donkere, die uit
zijn leven was gegleden, en van een blon
de, die hem in een wit gewaad met uit
gestrekte armen wachtte op een zonnig
grasveld onder een kerseboom en een pe
relaar vol rose en witte bloesems.
HOOFDSTUK XVIII.
Den volgenden ochtend werd de jonge
luitenant Edzke gewekt door een klop op
de deur. Volkomen uitgerust stond hy op.
Vroolyk schenen de zonnestralen in de ka
mer. Hij kleedde zich en genoot van het
ontbijt, dat Lien voor hem gereed had ge
zet Zyn oor deed geen pijn meer. Hy nam
het verband er af en in den spiegel zag hij,
dat de wonde nog wel niet geheel genezen
was, maar dat de zalf van professor Ben el
Gora toch wonderen had verricht. „Een
nieuw verband is zelfs niet noodig". En hij
verliet de kamer.
Nu, in het volle licht, zag alle- er heel
anders uit dan den vorigen avond. Hij
ging naar beneden, kwam in het trappen
huis, dat bevloerd was met witte en zwar
te tegels, terwijl de muren ter halverhoog
te bekleed waren met donker eiken panee-
len Op de breede bovenlijst stonden tinnen
kannen, kruiken en kelken, slank van
vorm, enkele zeskantig, voorzien van wa
penschilden.
Een voorname bediende met een buik in
deftige livrei wachtte hem op.
„Goeden morgen, jonker", zei hij vroo-
lijk. „Heeft u goed gerust? Hier langs naar
den tuin", vervolgde hij en ging Edzke
voor door een breede gang met aan het
eind eer. dubbele glazen deur.
„Gaat u maar eens rondkijken, als u
maar voor het noenmaal terug is. Maar
misschien wenscht u te lezen. Hier is de
bibliotheek. U zult waarschijnlijk wel iets
van uw gading vinden". Hij deed een zwa
re deur open.
„Die groote boekenkast links bevat be
kende werken over krijgskunde en geschie
denis". Toen opende hij de glazen deuren,
die uitzicht gaven op een park met oude
boomen en groote bloemperken.
„Ik dank u", zei Edzke, wilde den man
een geldstuk geven, maar de hofmeester
boog lachend, alsof hy het niet bemerkte.
Na al zijn avonturen genoot Edzke van
den vredigen rust in den grooten tuin.
Hy ging op een steenen bank zitten, be
waakt door een heraldieken leeuw, die
rechtop zat met een schild voor zijn buik.
Edzke dacht diep na, maar kwam niet
tot klaarheid.
„Natuurlijk was dit het huis in Halber-
stadt, hem door generaal Saxon aange
wezen. Hy had geen oogenblik geloofd, dat
Greta een vrouw van lichte zeden was. Hij
had het aardige spelletje doorzien. Zoo ge
ringschattend moest ze niet denken over
een luitenant van Saxon's ruiters. Maar wie
was ze dan wel?"
Hij zou den hofmeester kunnen vragen,
doch hij wilde den sluier, waarin zij zelf
zich zoo geheimzinnig hulde, niet door een
ander zien verscheuren. En die was boven
dien waarschijnlijk in het geheim. Goeden
morgen, jonker, en boeken over krijgskun
de. Hij had even goed kur.nen zeggen:
„Morgen luit".
Maar hoe hij zijn hersens inspande, hy
vond geen gezonde oplossing.
„Al dat gepeins geeft toch niets", dacht
hij. „De tijd zal het wel leeren. De toe
komst wordt altijd het heden. De uurwijzer
is nog nooit 'olijven stilstaan". Hij keek
eens rond, stond by een hoogen ouden
juttepeer. Hij trok zijn dolk en wierp dien
naar een der onderste takken, waaraan hij
drie dikke peren zag hangen.
„Goed gemikt", zei hij. Twee peren vie
len met den dolk naar beneden. Hij beet in
de rijpste. „Juist als vroeger thuis", zei hij
vroolijk.
Hy liep het park door, rook eens aan
een rozestruik, bekeek de verschillende
soorten vruchtboomen en bleef staan bij
een marmeren pergola, die gehuld was in
wolken van wilde roode rozen en diep
paarse clematis. Langs het pad groeiden
en bloeiden gele, roode blauwe en witte
bloemen, waarvan hij niet eens de namen
kende.
Achter de pergola zag hy een groot gras
veld en bemerkte, dat het gansche park
omringd was door hooge oude muren» be
groeid met donkergroen klimop, terwijl
groote kleurrijke bloemtrossen naar bene
den hingen.
Wat zou achter het park liggen? De jonge
luitenant ging de plaatselijke gesteldheid
eens opnemen. In een der achterhoeken
stond een achtkantig baksteenen zomer
huis, een vierkant raam in eiken muur.
Een hoog oploopende spitse toren, bestaan
de uit acht zijden met leien gedekt en de
luiken halverwege onder een uitstek, de
den vermoeden dat dit gebouwtje zeker een
paar eeuwen oud was. Dichtbij in den
muur was een oude poort, afgesloten door
zware met ijzer en dikke spijkers beslagen
deuren. Het geheel had den vorm van een
ezelsrugboob en het oude traceerwerk bo
ven de deuren was zwaar beschadigd. „De
laatste overblijfselen van een oud kasteel",
meende Edzke en nieuwsgierig geworden,
trachtte hij een deur te openen. Hij schoof
met moeite den dikken grendel weg, maer
de deur bleek stevig gesloten. „Jammer, 'n
achteruitgang kon zijn nut hebben".
Hij klom op den muur, zag dat aan <je
andere zijde van af de poort achter dfe
kleinere tuinen van de huizen in de Ba-
wenstraat langs, een zandweg liep. „Komt
uit in de straat, waar de kerk met die vier
torens staat", luidde zijn besluit. „Dat ken
misschien te pas komen".
Hij liet zich weer van den muur vallen,
ging terug naar het grasveld.
(Wordt vervolgd).