iLAOLIE N GEHEIMEN DIENST [i Stad en Omgeving. i| «ooooeoo Jladiopcogtamtna. JeuiiletoH ALKMAARSCHE COURANT van DINSDAG 1 JUNI 1937 CALVE-KWALITEIT 1 1 PERSOONLIJKE TOELAGE HOOFD OPZICHTER GEMEENTEWERKEN B. en W. schryven in bijlage no. 80: Aan de functie van hoofdopzichter by den dienst der gemeentewerken is een salaris verbonden van 2750 tot 3600 (groep VII der algemeene salarisverordening). De billijkheid eischt naar ons oordeel, dat in deze salarieering eenige verbetering wordt gebracht, omdat dit salaris niet in overeenstemming is met het belang van deze functie, gelijk zy in den loop der jaren is gegroeid. De naam van hoofdopzichter werkt, eenigszins verwarrend, want behalve dat de hoofdopzichter onder leiding van den direc teur belast is met het algemeene toezicht op de gemeente-gebouwen, de bestratingen, de vaarten, de bruggen e.d., kortom alles waar over de zorg van den dienst der gemeente werken zich uitstrekt, wordt hy ook betrok ken by plannen voor nieuwbouw, het maken van bestekken, het ontwerpen van uitbrei dingsplannen e.d., terwyl hij bovendien bij afwezigheid den directeur vervangt. Zoo heeft de heer Kirkenier feitelijk een func tie, die met den titel van hoofdopzichter in den gewonen zin van het woord niet op de juiste wijze wordt weergeven. Wy vinden echter geen vrijheid, in de sa larisregeling op dit punt vooralsnog wijzi ging te brengen. Dit zal eerst kunnen plaats hebben, wanneer vast staat, of in verband met een eventueele reorganisatie van diensten ook andere functies anders zouden moeten worden gewaardeerd. Wy zouden er daarom de voorkeur aan geven vooralsnog te volstaan met een speciale, alleen den heer Kirkenier betreffende regeling, die niet in de algemeen salarisregeling wijziging brengt en derhalve niet ingrijpt in de taak, welke is toegewezen aan het G.O. voor ambtenaren bij art. 1 der verordening gemeenteblad nr. 869 en art 5 van het Ambtenarenreglement (gemeenteblad nr. 1223), waarin alleen ge< sproken wordt van overleg omtrent de ar beids- en dienstvoorwaarden in het alge meen. B. en W. stellen thans voor, aan den heer C. Kirkenier, te rekenen met ingang van 1 Januari j.L een persoonlijke toelage toe te kennen van 500 per jaar. De commissie voor bijstand voor openbare werken onthoudt zich van het geven van advies, omdat zij van oordeel blijft, dat de commissie van G.O. zich eerst over deze aangelegenheid zal moeten uitspreken. Ge lijk wij boven hebben uiteengezet, is op dit geval niet van toepassing hetgeen de veror deningen voorschrijven omtrent het inwin nen van het advies van laatstgenoemde com missie, zoodat uwe vergadering niet et die verordeningen in strijd handelt door thans ons voorstel in behandeling te nemen. Tot dusver is dan ook omtrent de toekenning van persoonlijke toelagen nimmer het advies der commissie van georganiseer^ overleg ge vraagd. SPLITSING VAN HET BUREAU VOOR SOCIALE ZAKEN. B. en W. schrijven in bijlage no. 81: De directeur van het Bureau voor Sociale Zaken, welk bureau in 1931 werd opgericht, is thans, krachtens het reglement voor de gemeentelijke instelling voor maatschappe lijk hulpbetoon (gemeentebladen nrs. 1218 en 1442), ambtshalve tevens secretaris van genoemde instelling. Voor het verrichten der administratieve werkzaamheden beschikt die instelling bovendien over personeel van het bureau voor sociale zaken, waarvoor zy een jaarlijks by de begrooting te bepalen bedrag aan de gemeente vergoedt. De toeneming der bemoeiingen zoowel op het gebied der werkloozenzorg enz., als op het terrein van maatschappelijk hulpbetoon (het aantal ingeschreven werkloozen be droeg eind Februari 1931 249, op 22 Mei 1937 1158, waardoor de bemoeiingen met de toe passing der steunregeling uiteraard enorm toenamen; daarenboven wezen de uilgaven van de gemeentelijke instelling voor maat schappelijk hulpbetoon, die in '31 291.939.04 bedroegen, een stijging aan tot 356.413.64 over 1936) maakt het naar ons voorkomt ge- wenscht, de functies van directeur van het Bureau voor Sociale Zaken en secretaris der gemeentelijke instelling voor Maatschap pelijk Hulpbetoon te scheiden. Het Bureau voor Sociale Zaken ware dan onder leiding van den directeur te belasten uitsluitend met de werkzaamheden betref fende de arbeidsbemiddeling, de werkloos heidsverzekering, de uitvoering der steunre geling, de distributie van goedkoope levens middelen en wat daarmede verder in ver band staat. Het secretariaat der instelling voor maat schappelijk hulpbetoon zou dan kunnen worden opgedragen aan een door uw verga dering te benoemen hoofdambtenaar, aan wien voor het verrichten der administratie ve werkzaamheden het noodige personeel zal moeten worden toegevoegd. Dit perso neel zal uiteraard kunnen bestaan uit de ambtenaren, die thans by het Bureau voor Sociale Zaken zijn belast met dezelfde werk' zaamheden. Alvorens een voorstel te doen omtrent de jaarwedde van den nieuw te benoemen se cretaris (wij denken ons een regeling in den geest van die voor den directeur van het Bu reau voor Sociale Zaken) zullen wij eerst het advies moeten inwinnen der commissie van overleg voor de ambtenaren en van het bestuur der instelling voor maatschappelijk hulpbetoon. Het salaris van den directeur van het Bu reau voor Sociale Zaken zou ons inziens tengevolge van de wijziging van zijn taak geen vermindering behoeven te onder gaan, omdat zijn werkzaamheden sedert de oprichting van het bureau in 1931 door de crisis zeer belangrijk zijn toegenomen en deze werkzaamheden ook bij de beperking van de taak van het bureau zeker tenminste evenveel zullen omvatten als in 1931 het ge val was. Overeenkomstig hetgeen tot dusver voor' geschreven is, zullen de jaarwedden van den secretaris der instelling voor maatschappe lijk hulpbetoon en van het overige personeel ten laste kome# van de instelling. B. en W. zullen binnenkort nadere voorstellen aan bieden. Zy stellen thans voor te besluiten: a. dat zal worden opgeheven het verband tusschen de functie van secretaris der ge meentelijke instelling voor maatschappelijk hulpbetoon en die van directeur van het ge meentelijk bureau voor sociale zaken; b. dat zal worden aangesteld een ambte naar in de eerstgenoemde functie, wiens jaarwedde nader zal worden geregeld en die, overeenkomstig een vast te stellen instruc tie, tot taak zal hebben de voorbereiding en uitvoering der beslissingen van het bestuur der sub a genoemde instelling; c. dat het bureau voor sociale zaken zal worden ontheven van het verleenen van ad ministratieven bjjstand aan de instelling voor maatschapelijk hulpbetoon, welke taak zal worden opgedragen aan den sub b be doelden ambtenaar en het onder diens ding werkzaam te stellen personeel. lei- VOORRANGSWEGEN. In bijlage no. 8 schryven B. en W.: Bij beschikking van den minister van wa terstaat zyn met ingang van 4 Juli a.s. als voorrangswegen in den zin van art. 5 van het Motor- en Rijwielreglement o.m. aangewezen de gedeelten van den Kenne- merstraatweg en van den Helderscheweg, die by het Rijk in beheer zijn, t.w. onder scheidenlijk van de Regulierslaan tot het Varnebroek en van den spoorwegovergang tot de Noordelijke grens der gemeente. Het is in verband daarmede gewenscht, dat de verbinding tusschen de aangewezen voorrangswegen ook als zoodanig wordt aangewezen, n.L het aansluitende gedeelte van het Varnebroek, de Kennemersingel, de Geestersingel en het gedeelte van den Hel derscheweg van den Raad van Arbeid tot den spoorwegovergang. Dit klemt te meer nu de weg langs de singels eerstdaags voor het verkeer zal worden opengesteld en door de plaats gehad hebbende verbreeding en verbetering van het wegdek deze weg meer geschikt is geworden voor het doorgaand verkeer. Het aanwijzen van voorrangswegen niet zijnde Rijks- of provinciale wegen, binnen de kom der gemeente geschiedt by of krach tens besluit van den Raad. In overeenstemming met het stelsel van de Verkeersverordening, waarbij aan het college van B. en W. de bevoegdheid is ver leend tot sluiting van wegen, tot het in het leven roepen van stopverboden, stationneer- verboden, parkeerverboden, e.d. achten wy het gewenscht, dat de bevoegdheid om voor rangswegen binnen de kom der gemeente aan te wijzen wordt overgelaten aan B. en W. B. en W. stellen daarom voor de Verkeers verordening met een bepaling van deze strekking aan te vullen. VERANDERING VAN INRICHTING WILHELMINASCHOOL. B. en W. schryven in bijlage no. 77: Het bestuur van de vereeniging tot bevor dering van christelijk schoolonderwijs al hier, verzoekt bij adres d.d. 15 Mei j.L aan uwe vergadering medewerking te willen verleenen tot verandering van inrichting van de Wilhelminaschool aan de Doelen straat alhier, door vervanging van de be staande kachelverwarming door centrale verwarming, een en ander vanwege den toe stand, waarin zich de in het gebouw aanwe zige schoorsteenen bevinden. Wij deelen u mede, dat uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat de schoorsteenen, bij behoud van kachelverwarming, inder daad voorziening behoeven. In dat geval zou tevens na korten tijd tot aanschaffingStvan nieuwe kachels moeten worden overgegaan. De meeste kachels zijn ondoelmatig en op voor het onderwijs zeer hinderlijke wijze ge plaatst. Uit een gebruiksoogpunt bezien, is het beter, dat de lokalen centraal worden verwarmd. De centrale verwarming zal on getwijfeld vele voordeelen hebben, een goe de indeeling der lokalen gemakkelijker ma ken, en den hinder opheffen, welke men thans van het stoken der kachels door stof- verspreiding enz. in de lokalen ondervindt Bovendien is wel met zekerheid te zeggen, dat de kosten van verwarming per lokaal by gebruik van centrale verwarming lager zijn dan by kachelverwarming, mits het meest economische systeem wordt toegepast. Blijkens den voor u ter inzage gelegden brief heeft het schoolbestuur zich bereid ver klaard een deel der kosten van den aanleg, t.w. die van den ketel, voor eigen rekening te nemen, op die wijze de gemeente tege moetkomende in de uitgave, die deze veran dering voor de gemeente tengevolge 'zou hebben. Door de gevraagde medewerking te ver leenen, zullen, naar ons voorkomt, in dit ge val de normale eischen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, niet worden overschreden. B. en W. stellen voor de gevraagde mede werking te verleenen. WIJZIGING PERCENTAGES ALGEMEENE ONKOSTEN GEMEENTE WERKEN VOOR T LAGER ONDERWIJS. In bijlage no. 76 schryven B. en W.: In uwe zitting van 26 November 1936 heeft de meerderheid van ons college terug genomen haar voorstel, opgenomen onder *:fTV' V.y Woensdag 2 Juni. HILVERSUM, 301 M. (VARA- uitz.) 8.Gr.pL 8.06 Zomeroogst, causerie. 8.10 Gr.pl. 9.30 Onze keu ken, causerie. 10.VPRO-morgen- wy'ding. 10.20 Melody Circle, boek- bespr. en gr.pl. 12.De Fliereflui ters en solist. 12.45 Gr.pl. 1.1.45 Fantasia. 2.Gr.pl. 2.30 Voor de vrouw. 3.Voor de kinderen. 5.30 Gr.pl. 6.— Orgelspel. 6.30 Gr.pl. 7.Zang. 7.30 VPRO: Onze geeste lijke verscheidenheid, causerie. 8.05 Herh. SOS-ber. 8.07 ANP-ber., VARA-Varia. 8.15 Prijsvraag: Gra- mofoonplaat of werkelijkheid? 9. Fantasia. 9.30 Zang. 10.ANP- ber. 10.05 VARA-Groot-orkest en solist. 11.Gr.p1. 11.15 Orgelspel. 11.45—12.— Gr.pl. HILVERSUM, 1875 M. (NCRV- uitz.) 8.Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek (gr.pl.) 8.30 Gr.pl. 9.30 Gelukwenschen. 9.45 Gr.pL 10.30 Morgendienst. 11.Alt mezzo en piano. 12.Ber. 12.15 Gr.pL 12.30 Kwintetconcert. 2. Gr.pL 2.30 Voor jeugdige postze gelverzamelaars. 3.HetHaagsche Trio. 4.Orgelspel. 4.45 Felicita ties. 5.Kinderuur. 6.Gr.pL (6.30 Onderwijsfonds v. d. Scheep vaart: Causerie over het aanva- ringsregl. en stoommachines). 7. Ber. 7.15 Landbouwpraatje. 7.35 Waarom zoeken wij eigenlijk?, cau serie. 7.50 Gr.pL 8.ANP-ber., herh. SOS-ber. 8.15 Arnh. Orkest- vereen. 9.Causerie over sociale zorg. 9.30 Verv. concert. (9.55 ANP- ber. 10.30 Gr.pL 10.40 Sportpr. 11.11.30 Gr.pL Hierna Schriftle zing. DROITWICH, 1500 M. 11.05 Orgel spel. 11.35—11.50 Gr.pL 12.05 BBC- Welsch orkest en solist. 1.05 Co- ventry Hippodrome orkest. 1.50 2.20 Gr.pL 3.05 Sportrep. 3.30 Pianovoordr. 4.Gr.pL 4.20 Ves per. 5.10 BBC-Welsch-Septet. 5.35 BBC-dansorkest. 6.20 Ber. 6.40 Fransche causerie. 7.Sportrep. (gr.pl.) 7.10 BBC-Harmonie-orkest. 7.40 Muzikale causerie. 8.10 Louis Levy's Film-orkest. 8.35 BBC- Symph.-orkest. 9.30 Ber. 9.50 Ver volg concert. 10.40 Cabaret. 11.20 -12.20 Bram Martin's Band. 11.5012.20 Jazzmuziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 7.10 en 8JW Gr.pl. 12.20 Visciano-orkest en zang. 2.20 Gr.pL 3.20 Zang. 3.35 Gr.pL 4.50 Pianovoordr. 5.50 Zang. 6.05 Cellovoordracht. 8.35 Zang. 8.50 Omroeporkest, Noyon-koor en solisten. 10.50 Gr.pL KEULEN, 456 M. 6.50 Westduitsch Kamerorkest. 8.50 SA-orkest. 9.50 Gr.pL 12.20 Militair orkest. 1.35 Omroepkleinorkest. 2.35 Omroep- schrammelensemble. 4.50 Omroep kleinorkest en solisten. 6.40 Keul- sche Orkestver. 8.30 Volksmuziek. 11.2012.20 Hans Bund's orkest. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.! 12.20 Gr.pl. 12.50 Kleinorkest. 1.30 Omroepdansorkest. 1.502.20 Gr. pi. 6.20 Kamermuziek. 6.45 Gr.pL 7.Verv. kamermuziek. 7.35 Gr. pi. 8.20 Het Pertis Zigeunerorkest en komische voordr. 9.20 Omroep orkest. 10.3011.20 Gr.pL 484 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 Omroepdans orkest. 1.30 Kleinorkest. 1.502.20 Gr.pL 5.25 Clemor and his Lucky Stars. 6.50 Cello-voordr. 8.20 Om- roepsymph.-orkest. 9.20 Gr.pL 9.35 Verv. concert. 10.3011.20 Gr.pL DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.20 Zang. 8.50 Omroep-Amuse- mentsorkest. 9.35 Schupo-orkest. 10.20 Ber. 10.50 Pianovoordr. 11.05 Weerbericht 11.20—12.20 H. Bund's orkest. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.10.20, D.sender 10.2011.05, Lond. Reg. 11.05 12.35, Brussel (VI.) 12.35—13.35, Keulen 13.35—15.20, Parijs R. 15.20 15.35, Lond. Reg. 15.3516.50, Keulen 16.5018.20, Lond. Reg. 18.20—19.20, Hamburg 19.20—19.50, Lond. Reg. 19.5020.35, Keulen 20.35—22.20, Brussel (VL) 22.20— 22.40, Keulen 22.4023.20, Berlijn 23.20—24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Di versen 9.2010.35, Droitwich 10.35 14.25, Lond. Reg. 14.2515.05, Droitwich 15.0518.20, Brussel VL 18.2019.Droitwich 19.—24. Lijn 5: Diversen. punt C van bijlage nr. 149 van dat jaar, om te bepalen, dat voortaan by de berekening van het gemiddeld bedrag per leerling der openb. lagere scholen, dat op grond van art 101 der Lager-onderwijs 1920 aan de bestu ren der bijzondere lagere scholen zal wor den vergoed, de methode zou worden ge volgd, die wij in genoemde bijlage in over weging hebben gegeven. Uit de beraadslagingen in die zitting bleek er vooral bezwaar tegen te bestaan om de nieuwe methode nog met terugwerkende kracht over de jaren 1934 t.m. 1936 toe te passen. Minder bedenking bleek er te be staan tegen toepassing eener nieuwe metho de van berekening voor de toekomst, terwijl de wensch werd geuit daarover alsnog het advies in te winnen van de commissie van bystand voor het onderwijs. De meerderheid van ons college meent thans niet verder te moeten aandringen op toepassing van de nieuwe methode ook over de jaren 1934 t.m. 1936. De cijfers, voorko mende in ons voorstel met betrekking tot de gemeentelijke vergoeding over 1934 (bij lage nr. 75), zijn dan ook berekend, voor zoover het kosten van gemeentewerken be treft, volgens de oude methode. De commissie van bijstand voor het onder wijs kan zich vereenigen met het aanbren gen van een wijziging in de berekening van het percentage van de algemeene onkosten van het bedrijf der gemeentewerken, waar mede de uitgaven voor het L.O. moeten worden verhoogd, voor zoover aanwijsbaar is, dat de betreffende uitgaven ten behoeve van dit onderwijs zijn gedaan. Daarnaast wenscht zij het bestaande omslagstelsel ge handhaafd te zien ten aanzien van niet voor bepaald onderdeel aanwijsbare uitgaven. Wy kunnen ons hiermede vereenigen. In- plaats, dat dus het algemeen onkostenper- centage wordt omgeslagen over alles, wat door het bedrijf van gemeentewerken is verricht, waardoor het L.O. ook wordt belast met kosten, die niet voor dit onderwijs, maar uitsluitend voor andere onderdeelen zyn ge maakt, zullen nu de voor dit onderwijs aan wijsbare uitgaven worden belast met een bedrag wegens onkostenpercentage, dat re kening houdt met hetgeen voor het onder wijs is gedaan. In het algemeen gullen dus andere posten zwaarder kunnen worden ba last, dan tot nu toe het geval was. Voor zoo ver betreft uitgaven, die niet ten laste van een speciaal onderdeel kunnen worden ge bracht, zal het bestaande omslagstelsel ge handhaafd blijven. Tengevolge van de dezer dagen totstand gekomen wijziging van de L.O.-wet 1920 zal de Raad o.m. tegelijk met het vaststellen van de gemeentebegrooting (voor het eerst voor 1938) moeten vaststellen het bedrag, dat per leerling voor de scholen voor gewoon en uitgebreid lager onderwijs wordt beschik baar gesteld, en jaarlijks vóór 1 September het bedrag, dat in het afgeloopen jaar wer kelijk is uitgegeven voor de openbare scho len. Thans zal derhalve reeds in de begroo- tingsposten tot uitdrukking moeten komen wat de gemeente als werkelijke uitgaven voor het L.O. beschouwt. Ook met het oog daarop verdient het aan beveling, dat de Raad nu haar gedragslijn vaststelt. Immers de methode, die nu by de begrootings- en rekeningsposten zal worden gevolgd, zal mede beslissend zijn voor de PISTORKTCHE AVONTURENROMAN. Poor G. P. BAKKER 26) Fluks sprong hy op, sloeg plots den arm om haar heen trok haar naar zich toe en wilde haar op den mond kussen, maar vlug hield ze haar hand voor zijn lippen. „En dat is een lichtzinnige vrouw", zei hij smalend. „En je zigeunervrouw?" vroeg ze spot tend. Hij drukte haar steviger tegen zich aan. Hij voelde haar warme meisjeslichaam, haar stevige borst, zag dat ze begon te blozen. Zij was machteloos in zijn sterke armen, ofschoon zij bijna even groot wss als hij. Hij drukte zijn mond op de hare en voelde haar heete lippen. Weer en weer zoende hij haar. Zij bood geen tegenstand meer, hield haar arm om zijn hals gesla- gen. „Ziezoo", zei hij en liet haar los. „Nu heb Je bemerkt, hoe dol ik ben". „Een kunst", zei ze. „Een zwak meisje te overweldigen". „Een lichtzinnige vrouw", wierp hij haar tegen. Ze keek hem aan. „Ja", gaf ze toe. „Maar ik wilde niet gekust worden door een man, die droomt van een andere vrouw, die zich inbeeldt dat ik een zwart zigeunermeisje ben". „Maar „Geen maren. Nu eten", zei ze, „en drin ken". Ze schonk weer in. Eindelijk was het avondmaal geëindigd. Ze stonden op. Voor ze er op verdacht was, voelde ze weer zijn mond op de hare. „Dolle Ed", zei ze zacht. „Lichtzinnige vrouw", klonk zijn ant woord. In zijn groot heerlijk bed liet de jonge luitenant de gebeurtenissen van dien veel bewogen avond nog eens aan zijn geest voorbij gaa. „Het schy'nt", peinsde hij, dat ik niet standvastig ben in de liefde. Inderdaad, de vrouwen brengen zelfs den flinksten man het hoofd op hol. Toch", gaapte hij, „had kapitein Mglchior gelijk". Toen viel hij in slaap en droomde van twee vrouwen, van een donkere, die uit zijn leven was gegleden, en van een blon de, die hem in een wit gewaad met uit gestrekte armen wachtte op een zonnig grasveld onder een kerseboom en een pe relaar vol rose en witte bloesems. HOOFDSTUK XVIII. Den volgenden ochtend werd de jonge luitenant Edzke gewekt door een klop op de deur. Volkomen uitgerust stond hy op. Vroolyk schenen de zonnestralen in de ka mer. Hij kleedde zich en genoot van het ontbijt, dat Lien voor hem gereed had ge zet Zyn oor deed geen pijn meer. Hy nam het verband er af en in den spiegel zag hij, dat de wonde nog wel niet geheel genezen was, maar dat de zalf van professor Ben el Gora toch wonderen had verricht. „Een nieuw verband is zelfs niet noodig". En hij verliet de kamer. Nu, in het volle licht, zag alle- er heel anders uit dan den vorigen avond. Hij ging naar beneden, kwam in het trappen huis, dat bevloerd was met witte en zwar te tegels, terwijl de muren ter halverhoog te bekleed waren met donker eiken panee- len Op de breede bovenlijst stonden tinnen kannen, kruiken en kelken, slank van vorm, enkele zeskantig, voorzien van wa penschilden. Een voorname bediende met een buik in deftige livrei wachtte hem op. „Goeden morgen, jonker", zei hij vroo- lijk. „Heeft u goed gerust? Hier langs naar den tuin", vervolgde hij en ging Edzke voor door een breede gang met aan het eind eer. dubbele glazen deur. „Gaat u maar eens rondkijken, als u maar voor het noenmaal terug is. Maar misschien wenscht u te lezen. Hier is de bibliotheek. U zult waarschijnlijk wel iets van uw gading vinden". Hij deed een zwa re deur open. „Die groote boekenkast links bevat be kende werken over krijgskunde en geschie denis". Toen opende hij de glazen deuren, die uitzicht gaven op een park met oude boomen en groote bloemperken. „Ik dank u", zei Edzke, wilde den man een geldstuk geven, maar de hofmeester boog lachend, alsof hy het niet bemerkte. Na al zijn avonturen genoot Edzke van den vredigen rust in den grooten tuin. Hy ging op een steenen bank zitten, be waakt door een heraldieken leeuw, die rechtop zat met een schild voor zijn buik. Edzke dacht diep na, maar kwam niet tot klaarheid. „Natuurlijk was dit het huis in Halber- stadt, hem door generaal Saxon aange wezen. Hy had geen oogenblik geloofd, dat Greta een vrouw van lichte zeden was. Hij had het aardige spelletje doorzien. Zoo ge ringschattend moest ze niet denken over een luitenant van Saxon's ruiters. Maar wie was ze dan wel?" Hij zou den hofmeester kunnen vragen, doch hij wilde den sluier, waarin zij zelf zich zoo geheimzinnig hulde, niet door een ander zien verscheuren. En die was boven dien waarschijnlijk in het geheim. Goeden morgen, jonker, en boeken over krijgskun de. Hij had even goed kur.nen zeggen: „Morgen luit". Maar hoe hij zijn hersens inspande, hy vond geen gezonde oplossing. „Al dat gepeins geeft toch niets", dacht hij. „De tijd zal het wel leeren. De toe komst wordt altijd het heden. De uurwijzer is nog nooit 'olijven stilstaan". Hij keek eens rond, stond by een hoogen ouden juttepeer. Hij trok zijn dolk en wierp dien naar een der onderste takken, waaraan hij drie dikke peren zag hangen. „Goed gemikt", zei hij. Twee peren vie len met den dolk naar beneden. Hij beet in de rijpste. „Juist als vroeger thuis", zei hij vroolijk. Hy liep het park door, rook eens aan een rozestruik, bekeek de verschillende soorten vruchtboomen en bleef staan bij een marmeren pergola, die gehuld was in wolken van wilde roode rozen en diep paarse clematis. Langs het pad groeiden en bloeiden gele, roode blauwe en witte bloemen, waarvan hij niet eens de namen kende. Achter de pergola zag hy een groot gras veld en bemerkte, dat het gansche park omringd was door hooge oude muren» be groeid met donkergroen klimop, terwijl groote kleurrijke bloemtrossen naar bene den hingen. Wat zou achter het park liggen? De jonge luitenant ging de plaatselijke gesteldheid eens opnemen. In een der achterhoeken stond een achtkantig baksteenen zomer huis, een vierkant raam in eiken muur. Een hoog oploopende spitse toren, bestaan de uit acht zijden met leien gedekt en de luiken halverwege onder een uitstek, de den vermoeden dat dit gebouwtje zeker een paar eeuwen oud was. Dichtbij in den muur was een oude poort, afgesloten door zware met ijzer en dikke spijkers beslagen deuren. Het geheel had den vorm van een ezelsrugboob en het oude traceerwerk bo ven de deuren was zwaar beschadigd. „De laatste overblijfselen van een oud kasteel", meende Edzke en nieuwsgierig geworden, trachtte hij een deur te openen. Hij schoof met moeite den dikken grendel weg, maer de deur bleek stevig gesloten. „Jammer, 'n achteruitgang kon zijn nut hebben". Hij klom op den muur, zag dat aan <je andere zijde van af de poort achter dfe kleinere tuinen van de huizen in de Ba- wenstraat langs, een zandweg liep. „Komt uit in de straat, waar de kerk met die vier torens staat", luidde zijn besluit. „Dat ken misschien te pas komen". Hij liet zich weer van den muur vallen, ging terug naar het grasveld. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 9