KNAL HET BETOVERDE BOS Amerika en het vrije woord Er is geen bewondering voor Hitier en Mussolini, MEMORIAL DAY. t ZAND KOEDIJK EGMOND BINNEN BEEMSTER OUDORP MEDEMBLIK BROEK OP LANGENDIJk Een kijkje op de Wereldtentoonstelling Drukke en drukkende dagen. SMAAKT ALS CHAMPY (Van onzen correspondent) New York, 4 Juni 1937. Een paar dagen geleden was het hier Me- morial of Decoration Day, een Allerzielen, gewijd aan hen, die voor het vaderland ge sneuveld zijn. Niet alleen voor de gevallenen in den laatsten grooten oorlog, maar ook in de conflicten van Cuba en Mexico, den bur geroorlog van 1865 en via 1812 teruggaand tot 1776. De dag kenmerkt zich voornamelijk door vrij-af voor iedereen, die gemist kan worden, het uithangen van de vlag half' stok als teeken van rouw tot het middaguur en daarna voluit terwijl iedereen, die in dienst is geweest, weer in uniform rond loopt of tenminste met een kwartiermuts op. Er worden parades gehouden en salvo's boven graven afgevuurd, die voor dezen dag met bloemen en vlaggetjes versierd zijn. Eigenlijk gaat het nog veel verder en wor den alle gestorvenen herdacht en natuurlijk worden er veel toespraken gehouden, over de radio en anderszins en wijden alle kran ten er artikelen aan. De kern van die toespraken en artikelen is altijd wel, dat Amerika op dien dag een plechtige gelofte aflegt om alles te doen tot het bewaren van den vrede en niet weer in de fout te vervallen van zich te bemoeien met de geschillen van anderen. Amerika heeft er hartgrondig spijt van in 1917 te hulp gekomen te zijn. De verschillende motto's, waar dat toen onder gebeurde, wa ren o.a. „om de wereld veilig voor demo cratie te maken" (president Wilson's motto) en „een oorlog om een eind aan alle oor logen te maken". Wat er van deze twee illu sies terecht is gekomen, weet iedereen, die zich op de hoogte van het wereldgebeuren houdt, maar Amerika ondervond nog een an dere teleurstelling en wel, dat alle oorlog voerende partijen, met Engeland aan het hoofd, maar met uitzondering van Finland, hun schulden weigeren te betalen. Neutraal? Men dient wel in aanmerking .te nemen, dat Amerika, evenals de overige wereld, door een langdurige malaise-periode gegaan is en dat geld best had kunnen gebruiken. Waren Frankrijk, Engeland, Italië en de reeks kleinere naties als Polen, Roemenië enz. in die jaren alleen maar hard aan den gang geweest er economisch weer bovenop te komen, dan zou Oom Sam zich waar schijnlijk berustend over zijn baardje ge streken hebben. Wat hij echter aan dezen kant van den oceaan te zien kreeg, was een koortsachtige bewapening van al die landen, die milliarden na milliarden verslond. En het was net op het nippertje, dat er een wet door kwam, die verbood nieuwe leeningen te sluiten met vreemde naties, die hun oor logsschulden niet afbetaalden. Op die ma nier kwam Sam tot de conclusie, dat hij alleen goed genoeg bleek om zijn geld, en dat Europa niets geleerd had, maar van plan was hem er een volgenden weer weer bij te halen. Zoo zit die angst er in, dat er prac- tisch gesproken geen week voorbijgaat, waarin er niet ernstig tegen gewaarschuwd wordt. De befaamde Hearst-pers doet onge veer niets anders in woord en beeld. Op de vraag of Amerika bij een nieuwe wereldbrand inderdaad onzijdig zou kunnen blijven, weet eigenlijk niemand afdoende antwoord. Chauvinisten beweren, dat het heel gemakkelijk zal kunnen en menschen van breeder internationaal inzicht hopen, dat het moelijk zal zijn, maar hebben er een zwaar hoofd in. De nieuwe z.g. neutraliteits- wetten hebben al een stap in de goede rich ting gedaan, maar zijn lang niet afdoende. Geen jurist kan precies bepalen, waar de definitie van oorlogscontrabande begint of waar die eindigt. Graan was een product, dat de oorlogvoerenden in 1915 of 1916 meer noodig hadden dan picrinezuur en het eenige afdoende zou zijn om allen handel met oor logvoerende naties stop te zetten. Hetgeen natuurlijk katastrophaal zijn zou voor dit land, dat zich wel grootendeels zelf be druipen kan, maar het onder geen voor waarde zonder het buitenland af kan, al zou het alleen maar export betreffen. Sympathie. Zonder op den toestand vooruit te willen loopen of zich aan voorspellingen te willen bezondigen, zal iemand allicht vragen: zou Amerika's sympathie weer naar Engeland en Frankrijk uitgaan? En het antwoord daarop luidt: Ongetwijfeld! Dezer dagen zou een Duitsche professor na een bezoek aan Ame rika in zijn vaderland teruggekeerd aldaar gezegd hebben, dat binnen drie uur tijds de Amerikaansche opinie zou gaan voelen voor een oorlogsverklaring aan Duitschland in tegenstelling met de drie jaar, die het de geallieerden aan propaganda kostte vanaf 1914. Dit mag ietwat aangedikt zyn, maar er schuilt een groote kern van waarheid in, Het is niet overdreven te beweren, dat het Amerikaansche volk heden ten dage welwil lender tegenover Sovjet-Rusland gestemd is dan ten opzichte van fascistische naties. Of schoon het heele communistische principe vierkant in strijd is met het Amerikaansche ideaal, is men hier, sinds het geschil Stalin Trotsky geopenbaard heeft, dat het hui dige Russische regiem niet op een wereldrevolutie aanstuurt, minder gekant tegen de Bolsjewisten. En evenzeer als deze antipathie tegen RuS' land afgenomen is, evenzeer is die gegroeid tegen Italië en Duitschland, maar vooral tegen het laatste land door een reeks ge beurtenissen. De incidenten met burge meester La Guardia van New York en Kar dinaal Mundelein uit Chicago, wier uitlatm gen wel niet algemeen goedgekeurd werden hebben echter op twee Nazi-eigenschappen gewezen: hun lichtgeraaktheid, wanneer het hen zelf betreft en hun eisch om personen of persorganen van hoogerhand het zwijgen te laten opleggen. Met andere woorden, het te niet doen van het vrije woord en wanneer er iets is, waaraan de Amerikanen hechten, dan is het juist dat. De schampere uitlatbi' gen van Mussolini en Hitier betreffende de democratische regeeringsvorm hebben even min nagelaten tegenzin in hun persoon en het heele systeem, dat zij verpersoonlijken, op te wekken. Het vrije woord Het vrije woord is hier zoozeer in eere, dat ik op deze plaats niet graag aanhalingen zou doen uit hetgeen er gezegd en geschre ven werd, toen bijv. de Italiaansche legioenen het Afrikaansche negerrijk binnentrekken en veroverden, of toen het gebleken was, dat dezelfde troepen generaal Franco in Spanje te hulp waren gekomen. Eigenaardig genoeg spreekt de heele Amerikaansche pers en het publiek over „Loyalists", wanneer de ver dedigers van Madrid of de volgelingen van de regeering in Valencia bedoeld worden, terwijl Franco en zijn mannen kortheids halve met „Rebels" of rebellen worden aan geduid. Niemand minder dan de Hertog van Cavadonga, de voormalige Spaansche kroon prins, die hier verkooper van een peperduur soort Engelsche automobiel is, heeft zich daar openlijk aan geërgerd en ook anderen hebben de kranten gebombardeerd met in gezonden stukken, dat de zoogenaamde rebellen Nationalisten genoemd moesten worden en de andere partij Rooden of Bolsjewisten of iets dergelijks. Aan die verzoeken is niet datzelfde ge hoor gegeven als aan ons verlangen om voortaan niet meer van „Dutch" of „Dutch- man" te spreken, maar er Holland of Neder land voor in de plaats te zeggen. Ik kom tegenwoordig hoogst zelden het woord Dutch tegen. Maar Franco is en blijft een opstandeling tegen het wettig gekozen gezag, volgens de Amerikaansche opvatting. Dat geeft al duidelijk te kennen uit welke hoek de wind waait. Het meedoen van Duit- schers en Italianen met de „opstandelingen", evenals dat van de Russen met de „regec- ringsgetrouwen", in tegenstelling met de houding van alle andere democratische lan den, heeft hier van den beginne af al kwaad bloed gezet en is er sindsdien niet. op ver beterd door het bombardeeren vanuit vlieg tuigen. Indien Mussolini reden had gehad om zich verontwaardigd te toonen omtrent de uit latingen in de pers van een bevriende natie, dan had hij veel eerder de Italiaansch-Ame- rikaansche persrelaties moeten breidelen dan de Anglo-Italiaansche tijdens de kroning van koning George VI. Wat sommige bladen hier over fascisme in het algemeen en de krijgsverrichtingen in Spanje in het bijzon der te zeggen hadden, was aanleiding ge noeg om de machtige en vele duizende leden tellende Italiaansche en Duitsche clubs en genootschappen in het geweer te brengen met een boycot dier bladen. Die zich daar niets van aan trokken en rustig door gingen met hun meening te verkondigen. Wat voor korten tijd bepaald kwaad bloed heeft ge zet, was het feit, dat tot Amerikanen gena turaliseerde Duitschers of lieden van Duit- schen afkomst zich tot een Nazi-groep ge vormd hadden, tot en met de uniformen toe, die o.a. dreigde bij verkiezingen hun ge wicht in de schaal te zullen leggen, 'n Ver kiezing? riep de liberale World Telegram uit. Bestaat zoo iets in Duitschland en zou daar een politieke groep Amerikanen in uni form geduld worden tenzij in een concen tratiekamp? Vergadering schoolfeestcommissie. In een alhier gehouden vergadering van de z.g. schoolfeestcommissie der openbare lagere school alhier is het aanstaande schoolfeest bepaald op Woensdag 7 Juli. 1937. Over 1936 bedroegen de inkomsten 116,45 en de uitgaven 99,24; batig slot alzoo f 17.21. De aftredende heeren H. Swan en P. de Best werden als bestuursleden herkozen. Ingekomen personen. T. van der Meer van Graft; C. Brouwer van Naarden; J. van de Par van 's Graven- hage; G. de Boer van Oudkarspel; J. C. Louwe van Egmondbinnen; P. Mors van Bergen; T. G. Hoogvorst van Schoorl; K. Houtman van Beets; C. Bouw van Oudkar spel. Vertrokken personen. Jb. Groot en gezin naar Oudorp; T. Blee- ker (wed. S. Klaver) naar Alkmaar; P. de Geus en gezin naar Alkmaar; M. Hofma naar Heerenveen; D. C. Kramer naar Alk maar; G. van der Wal naar Heerenveen; G J. Hart naar Zijpe; G. P. Groot naar An na Paulowna; C. Dobber en gezin naar Oudorp; B. Smit naar Texel. Vernietiging veldslazaad. Op last van het regeeringsbureau voor de uitvoering van de landbouwcrisiswet, is het in deze gemeente in de jaren 1935 en/of 1936 gekweekte doch onverkocht geble ven veldslazaad-, ten bedrage yan 25000 K.G., ter denaturatie ingeleverd moeten worden. De schadevergoeding bedroeg 0.25 per K.G. Vernietiging van het zaad door verbran ding bleek niet mogelijk, daar de fijne zaad korrels geen vlam vatten, doch slechts zeer langzaam smeulden, hetgeen met het oog op den wind een voortdurend gevaar voor de omgeving opleverde. Vandaar is men er toen toe overgegaan het zaad, bij wijze van bemesting, te verstrooien over de weiden van diverse veehouders, die zich daarvoor hadden aangeboden. Keurige prestatie. De korpsschutters van de Bijzondere Vrijwilligen Landstorm, afdeeling Egmond behaalden op den Landstorm te Medem- blam met 144 punten den eersten prijs, en wisten zoodoende voor hun afdeeling met een punt meer dan afd. Alkmaar (143 pun ten), op den daarvoor uitgeloofden wissel beker beslag te leggen. Korpsschutters waren de heeren: H. de Goede, O. Huibers en H. Wijker. Jkovinciaat Tlieuws Weer een zuivelfabriek minder. In onzen polder zal weer een zuivelfa briek verdwijnen. De leden van de fabriek „De Vlijt" hebben n.1. besloten en bloc over te gaan naar de Coöperatieve Zuivel fabriek „De Tijd". Zoo komt de melkpro ductie steeds meer in handen van de groo te fabrieken. Een mooie prestatie. Bij den Woensdag gehouden schiet wed strijd te Medemblik ter gelegenheid van den landdag van den B.V.L. verrichtte onze plaatsgenoot de heer P. Reus de beste prestatie van den dag door in 5 schoten te zamen 50 punten (het maximum aantal) te behalen, Landdag B. V. L. Woensdag is, begunstigd door buitenge woon mooi zomerweer, de landdag gehou den van het verband Alkmaar van den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm. 's Morgens om 11 uur werden de mili taire en burgerlijke autoriteiten op het gemeentehuis ontvangen door den burge meester van Medemblik, den heer P. C. J. Peters, waarna het gezelschap een lunch werd aangeboden in het historisch Kasteel Radboud. Na afloop van de lunch werd een défilé gehouden langs het Gemeentehuis. Om 2 uur is de landdag in het Gemeentelijke Sportpark geopend door den voorzitter van de Gewestelijke landstormcommissie „Alk maar", den heer S. M. Middelhoff. Verder is het woord gevoerd door de heeren D. baron Mackay, burgemeester van Meppel, en pater Ed. Peters, afgewisseld door folkloristische demonstraties door Gorssel- sche dansers onder leiding van den heer H. J. de Rooy. De transportarbeiders bijeen. Onder leiding van den heer P. J. de Boer kwam de Associatie van transportarbeiders te Broek in jaarvergadering bijeen ten huize van den heer J. de Boer. Uit de controle, welke op verschillende tijdstippen is gehouden, bleek, dat de boe ken en bescheiden van den kassier J. Pluis- ter in de beste orde waren bevonden. Meegedeeld werd, dat wanneer een lid zich bij een koopman wenscht te verhuren, om werkzaam te zijn op de fabriek, hij zich eerst in verbinding moet stellen met de commissie van controle, opdat hij daarnaast geen arbeid verricht, hetwelk volgens de overeenkomst met Koophandel, door de associatie behoort te geschieden. Besloten werd een stengere controle toe te passen op enkele kooplieden, die door hun vast personeel in het verleden meerderen arbeid lieten verrichten, als in de overeen komst vermeld staat. Getracht zal worden, kooplieden, die wel eens vreemde arbeidskrachten aannemen, te bewegen, daarvan af te zien en te verzoeken, hun arbeid te laten verrichten volgens over eenkomst door de associatie van transport arbeiders. Bij de rondvraag werd door één der leden opgemerkt, dat waar in verschillende lan den een eenheidsfront is gevormd door den linkervleugel en deze daaruit zelf hun leiders kiezen, het zeker gewenscht zal zijn, dat zulks hier ook geschiedt, daar het grootste gedeelte der associatie ook uit zulke arbeiders bestaat. Te meer is zulks gewenscht. daar men dan meer vrijheid van handelen heeft, omdat de tegenwoordige leider is aangesteld door koophandel. Het voorstel werd echter niet in behan deling genomen, daar het niet op tijd was ingediend. De leider zelf ter vergadering aanwezig, (Van onzen Parijschen correspondent.) Parijs, 7 Juni 1937. Het zijn drukke en drukkende dagen, dis Parijs thans beleeft. Druk vanwege de wereldtentoonstelling en drukkend, omdat de warmte loodzwaar over de Fransche hoofdstad hangt. Ondanks alle onweersvoor spellingen leven we hier nu al dagen aaneen onder een temperatuur van bij de negentig graden in de schaduw en zelfs de Parijze- naars, die toch wat gewend zijn en voor al wat de vrouwen betreft er den slag van hebben zich naar de weersgesteldheid te kleeden, wordt dit een beetje te bar. Het bezoek aan de wereldtentoonstelling heeft evenwel niet onder de warmte te lijden. Integendeel het bezoekerstal gaat de laatste dagen met sprongen omhoog. Giste ren, den tweeden Zondag van de tentoonstel ling, was de toeloop zoo groot, dat in ver scheidene getroffen om het bezoek in goede worden getroffen om het bezoek in goede banen te leiden. Meer dan honderdduizend menschen op één middag is geen kleinig heid! Daarom werkt men ook figuurlijk, on der hoogen druk aan de toegangspoorten. De thans bestaande kunnen al die massa s bezoekers onmogelijk verzwelgen en men verwacht de komende dagen nog veel meer publiek. We hebben den indruk, dat er zoo onder de hand goede zaken worden gedaan. Zeker is zulks het geval met de exploitanten van verfrisschingsgelegenheden, met de ijsven ters en met de verkoopers van zonne brillen. Die laatstgenoemden vallen ietwat uit het kader der tentoonstelling, die im mers kunst wil brengen. Nuttig zijn ze stel lig, maar ze staan afschuwelijk. Gemakkelijk is het niet een overzicht te krijgen van deze wereldtentoonstelling. Daar is ze ten eenenmale te uitgebreid voor en nog te weinig af. Men kan moeilijk een ver gelijking bijvoorbeeld met de Brusselsche exposition maken, als van de grootheden er nog zoovele ontbreken. Ons is bovendien opgevallen, dat de deelnemers aan de Parii- sche tentoonstelling op verschillend stand punt staan, wat het doel er van betreft. Er zijn landen, en daartoe behooren bijna alle kleinere mogendheden, die zich strikt aan den oorspronkelijken opzet hebben gehou den en eenvoudig toonen wat men aan al wat schoon en nuttig is heeft aan te bieden. Er zijn andere landen, welke zich in de eerste plaats geroepen hebben gevoeld propaganda te maken voor een bepaald staatsstelsel. Tot die landen behooren zoowel Rusland als Duitschland en Italië. Ean van de monumentaalste paviljoens op deze tentoonstelling is het Russische. Het gebouw wordt bekroond door een beelden groep. Een man en een vrouw, die, den sik kel en den hamer boven hun hoofd ge heven, naar een nieuwe toekomst opgaan. Deze vier-, vijfmaal levensgroote beelden, waarvan ongetwijfeld een zekere suggestie uitgaat, zijn al dadelijk als symbool be doeld. En als men het paviljoen binnengaat, is er ook niets, dat niet van de zegeningen in het nieuwe Russische rijk getuigt. Kunst en techniek zijn, zoo niet ondergeschikt, dan toch dienstbaar gemaakt aan de idee van het communisme. Reusachtige beelden van Sta lin en Lenin zijn er opgesteld: men vindt er boeken en brochures in grooten getale, die den roem van het rijk der Sovjets verkon den. Vlak tegenover het Russische paviljoen is dat van Duitschland gelegen. Dat moest en zou natuurlijk geen haar minder zijn. En, het moet worden erkend, het bouwwerk van de Duitschers doet voor dat van de Russen niet onder. Ook hier marmer en mozaïek, geweldige ruimten en een hoogte om van te duizelen. Met fier uitgeslagen vleugels staat op den trans de Duitsche adelaar. In het Duitsche paviljoen wordt in vele toonaarden de lof gezongen van het natic- naal-socialisme. Men doet hier minder aan persoonsvereering, doch zoo mogelijk nog meer aan de propaganda. Een goed gekozen vorm daarvoor is de film. Middag aan mid dag worden in het paviljoen van het Derde Rijk films vertoond, welke voorstellingen voor een ieder gratis toegankelijk zijn. „Hof. konzert", „Der Herrscher" en „Fltichtlinge'* heeft men hier -al kunnen zien. Op die wijze wordt meteen een goede reclame gemaakt voor de Duitsche filmindustrie en het Fran. sche volk, hoe weinig pro-Duitsch ook in het algemeen, is niet ongevoelig voor de ver- diensten van deze filmkunst. Der Dritte im Bunde is Italië. Het Ita liaansche gebouw is van buiten minder sterk opvallend dan de beide eerstgenoemde Van binnen is het echter nog imposanter. Alleen reeds de „salie d'honneur", met de bronzen bustes van den koning en den duce, is vol doende om een onuitwischbaren indruk te maken. „La vie politique est completee en Italië par un renouveau de vie mteiiec- tuelle", leest men op een der wanden van de halL En zaal na zaal, vele in Romeinschen stijl met zuilen en gaanderijen, is gewijd aan-de kunst en de techniek van het Italië onder het fascistisch regiem. Van op eenigerlei wijze kwetsende voor stellingen of schimpscheuten op landen met andere regeeringsvormen is gelukkig geen sprake. Men kan de dingen beoordeelen zoo men wil, maar van een onwaardige eritiek in het tentoongestelde op andere systemen kan men geen van de drie landen beschuldi gen. En tot dusver is er geen enkele reden om te vreezen, dat deze zoo na bij elkaar gelegen paviljoens elkander niet zouden verdragen. In de uiteraard minder indrukwekkende paviljoens van de kleinere landen is weinig nadruk gelegd op het staatsstelsel en veel meer aandacht gewijd aan de prestaties van den staat als zoodanig. België, dat uitste kend voor den dag komt, is een van de mo gendheden, die een scherpe scheiding wen- schen te leggen tusschen de kunst en de techniek en de politiek. En die opvatting huldigen ook Noorwegen, Zwitserland, Ne derland, kortom haast alle andere hier ver tegenwoordigde kleinere landen. Ieder land heeft gezocht naar datgene, wat het meest typeerend was. In België zijn het de Brusselsche en andere kanten, de dia manten, de kelken en kommen van kristal. Noorwegen is het land van ski's en sneeuw- schoenen, Zwitserland van de uurwerken en de bergsport, Nederland van het verkeer in vele vormen, van de bruggen en de bema ling. En de K.L.M. met haar kranige piloten er zijn in de desbetreffende afdeeling van ons paviljoen portretten van Duimelaar, Geijsendorffer, van Both en Frijns, van Tepas, Sillevis, Baak en Scholte opgehangen kent hier iedereen. Voor onzen bruggen bouw, voor de droogmaking van de Zuider zee, voor onze scheepvaart, heeft men be wondering. Het kan geen kwaad, dat de wereld ook eens weet, dat het kleine Neder land over een van de meest geperfection- neerde post-, telefoon- en telegraafdiensten beschikt, goede spoorwegen bezit en zijn koloniën weet te beheeren. We hebben het een dezer dagen meegemaakt, dat Franschen met verbazing vroegen of dat het kleine Hol land was. In tegenstelling met Noorwegen en tal van andere landen is de kunst en met name de schilderkunst er bij ons een beetje bekaaid afgekomen. De techniek pre valeert wel in bijzondere mate. Misschien zal ook in het land van Rembrandt voor de kunst het „je maintiendrai" nog eens gelden. En zoo leven we hier dan tusschen con gressen en reünies, openingsplechtigheden van nieuwe paviljoens Portugal, Oosten rijk en Egypte zijn deze week aan de beurt sportevenementen en officieele bezoeken. De Fransche hoofdstad heeft gisteren Prins Willem van Zweden, die het Zweed- sche paviljoen kwam openen, maar gereed is het nog niet mogen begroeten; de pre sident van Frankrijk, Albert Lebrun, zal deze week zijn tweede officiëele bezoek aan de tentoonstelling, en in het bijzonder aan de bloemen-expositie in het Grand Paleis, brengen. Men heeft vandaag de schitterende decoratie van den Pont d'Alexandre inge wijd, het paviljoen der Fransche politie ge opend, het park van de attracties, een cen trum des modernen vermaaks, in gebruik genomen. Kortom de dagen zijn druk. En dat ze drukkend zijn namen de Parjjzenaars, met of zonder de befaamde esprit, op den koop toe. Hetgeen, daarvan raakt men hier in Parijs steeds meer overtuigd, een goede methode is om den minsten last van de warmte te hebben. was van meening, om het wel in behande ling te nemen. Niemand echter ging hier op in, zoodat het voorstel ter zijde werd gelegd. Na eenige bespreking van huishoudelijken aard volgde sluiting. STANIOL (zilverpapier) bedrukken wij óók ALKMAARSCHE COURANT, TEL. 3320 OUDE NIEDORP (Mei). Geboren: Maria Jacoba, d. v. Nicolaas Gerardus Buren en Anna Margaretha Louwe. Aafje, d. v. Jacob van der Mo len en Aaltje Winkel. Gelena Aloysius, d. v. Josephus Judocus de Klippelaar en Maria Johanna Valckx. Gehuwd: Andreas Ligthart, oud 25 jaar en Maria Alida Broersen, oud 25 jaar. O v e r 1 e d enLourentius, Anthonius Bleeker, oud 2 jaar, z. v. Lourentius Blee- ker en Hiltje Pannekeet. 29. Daar stapte Anneke het leukste kamertje binnen dat je je kon bedenken. Aan de zolder hingen aan gou den kettinkjes de zelfde lantaarntjes waarmee de kabou tertjes haar gehaald hadden, en in plaats van stoelen ren, met mooie kwasten er aan, allemaal van echt goud. En op die kussens lagen of zaten overal kaboutertjes. gauw^op"en maakten e^nXÏ^h1Stonden ze allemaal wenk van den KonTngZoSSL Ma" °P een al die nieuwsgierige kabouteroogj«^ef^n^cenaaenn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 10