KNAL
HET BETOVERDE BOS
Amerika en het vrije woord
Er is geen bewondering voor Hitier en Mussolini,
MEMORIAL
DAY.
t ZAND
KOEDIJK
EGMOND BINNEN
BEEMSTER
OUDORP
MEDEMBLIK
BROEK OP LANGENDIJk
Een kijkje op de
Wereldtentoonstelling
Drukke en drukkende dagen.
SMAAKT
ALS
CHAMPY
(Van onzen correspondent)
New York, 4 Juni 1937.
Een paar dagen geleden was het hier Me-
morial of Decoration Day, een Allerzielen,
gewijd aan hen, die voor het vaderland ge
sneuveld zijn. Niet alleen voor de gevallenen
in den laatsten grooten oorlog, maar ook in
de conflicten van Cuba en Mexico, den bur
geroorlog van 1865 en via 1812 teruggaand
tot 1776. De dag kenmerkt zich voornamelijk
door vrij-af voor iedereen, die gemist kan
worden, het uithangen van de vlag half'
stok als teeken van rouw tot het middaguur
en daarna voluit terwijl iedereen, die in
dienst is geweest, weer in uniform rond
loopt of tenminste met een kwartiermuts op.
Er worden parades gehouden en salvo's
boven graven afgevuurd, die voor dezen dag
met bloemen en vlaggetjes versierd zijn.
Eigenlijk gaat het nog veel verder en wor
den alle gestorvenen herdacht en natuurlijk
worden er veel toespraken gehouden, over
de radio en anderszins en wijden alle kran
ten er artikelen aan.
De kern van die toespraken en artikelen
is altijd wel, dat Amerika op dien dag een
plechtige gelofte aflegt om alles te doen tot
het bewaren van den vrede en niet weer in
de fout te vervallen van zich te bemoeien
met de geschillen van anderen. Amerika
heeft er hartgrondig spijt van in 1917 te
hulp gekomen te zijn. De verschillende
motto's, waar dat toen onder gebeurde, wa
ren o.a. „om de wereld veilig voor demo
cratie te maken" (president Wilson's motto)
en „een oorlog om een eind aan alle oor
logen te maken". Wat er van deze twee illu
sies terecht is gekomen, weet iedereen, die
zich op de hoogte van het wereldgebeuren
houdt, maar Amerika ondervond nog een an
dere teleurstelling en wel, dat alle oorlog
voerende partijen, met Engeland aan het
hoofd, maar met uitzondering van Finland,
hun schulden weigeren te betalen.
Neutraal?
Men dient wel in aanmerking .te nemen,
dat Amerika, evenals de overige wereld,
door een langdurige malaise-periode gegaan
is en dat geld best had kunnen gebruiken.
Waren Frankrijk, Engeland, Italië en de
reeks kleinere naties als Polen, Roemenië
enz. in die jaren alleen maar hard aan den
gang geweest er economisch weer bovenop
te komen, dan zou Oom Sam zich waar
schijnlijk berustend over zijn baardje ge
streken hebben. Wat hij echter aan dezen
kant van den oceaan te zien kreeg, was een
koortsachtige bewapening van al die landen,
die milliarden na milliarden verslond. En
het was net op het nippertje, dat er een wet
door kwam, die verbood nieuwe leeningen
te sluiten met vreemde naties, die hun oor
logsschulden niet afbetaalden. Op die ma
nier kwam Sam tot de conclusie, dat hij
alleen goed genoeg bleek om zijn geld, en
dat Europa niets geleerd had, maar van plan
was hem er een volgenden weer weer bij te
halen. Zoo zit die angst er in, dat er prac-
tisch gesproken geen week voorbijgaat,
waarin er niet ernstig tegen gewaarschuwd
wordt. De befaamde Hearst-pers doet onge
veer niets anders in woord en beeld.
Op de vraag of Amerika bij een nieuwe
wereldbrand inderdaad onzijdig zou kunnen
blijven, weet eigenlijk niemand afdoende
antwoord. Chauvinisten beweren, dat het
heel gemakkelijk zal kunnen en menschen
van breeder internationaal inzicht hopen, dat
het moelijk zal zijn, maar hebben er een
zwaar hoofd in. De nieuwe z.g. neutraliteits-
wetten hebben al een stap in de goede rich
ting gedaan, maar zijn lang niet afdoende.
Geen jurist kan precies bepalen, waar de
definitie van oorlogscontrabande begint of
waar die eindigt. Graan was een product,
dat de oorlogvoerenden in 1915 of 1916 meer
noodig hadden dan picrinezuur en het eenige
afdoende zou zijn om allen handel met oor
logvoerende naties stop te zetten. Hetgeen
natuurlijk katastrophaal zijn zou voor dit
land, dat zich wel grootendeels zelf be
druipen kan, maar het onder geen voor
waarde zonder het buitenland af kan, al zou
het alleen maar export betreffen.
Sympathie.
Zonder op den toestand vooruit te willen
loopen of zich aan voorspellingen te willen
bezondigen, zal iemand allicht vragen: zou
Amerika's sympathie weer naar Engeland en
Frankrijk uitgaan? En het antwoord daarop
luidt: Ongetwijfeld! Dezer dagen zou een
Duitsche professor na een bezoek aan Ame
rika in zijn vaderland teruggekeerd aldaar
gezegd hebben, dat binnen drie uur tijds de
Amerikaansche opinie zou gaan voelen voor
een oorlogsverklaring aan Duitschland in
tegenstelling met de drie jaar, die het de
geallieerden aan propaganda kostte vanaf
1914. Dit mag ietwat aangedikt zyn, maar
er schuilt een groote kern van waarheid in,
Het is niet overdreven te beweren, dat het
Amerikaansche volk heden ten dage welwil
lender tegenover Sovjet-Rusland gestemd is
dan ten opzichte van fascistische naties. Of
schoon het heele communistische principe
vierkant in strijd is met het Amerikaansche
ideaal, is men hier, sinds het geschil Stalin
Trotsky geopenbaard heeft, dat het hui
dige Russische regiem niet op een
wereldrevolutie aanstuurt, minder gekant
tegen de Bolsjewisten.
En evenzeer als deze antipathie tegen RuS'
land afgenomen is, evenzeer is die gegroeid
tegen Italië en Duitschland, maar vooral
tegen het laatste land door een reeks ge
beurtenissen. De incidenten met burge
meester La Guardia van New York en Kar
dinaal Mundelein uit Chicago, wier uitlatm
gen wel niet algemeen goedgekeurd werden
hebben echter op twee Nazi-eigenschappen
gewezen: hun lichtgeraaktheid, wanneer het
hen zelf betreft en hun eisch om personen
of persorganen van hoogerhand het zwijgen
te laten opleggen. Met andere woorden, het
te niet doen van het vrije woord en wanneer
er iets is, waaraan de Amerikanen hechten,
dan is het juist dat. De schampere uitlatbi'
gen van Mussolini en Hitier betreffende de
democratische regeeringsvorm hebben even
min nagelaten tegenzin in hun persoon en
het heele systeem, dat zij verpersoonlijken,
op te wekken.
Het vrije woord
Het vrije woord is hier zoozeer in eere,
dat ik op deze plaats niet graag aanhalingen
zou doen uit hetgeen er gezegd en geschre
ven werd, toen bijv. de Italiaansche legioenen
het Afrikaansche negerrijk binnentrekken
en veroverden, of toen het gebleken was, dat
dezelfde troepen generaal Franco in Spanje
te hulp waren gekomen. Eigenaardig genoeg
spreekt de heele Amerikaansche pers en het
publiek over „Loyalists", wanneer de ver
dedigers van Madrid of de volgelingen van
de regeering in Valencia bedoeld worden,
terwijl Franco en zijn mannen kortheids
halve met „Rebels" of rebellen worden aan
geduid. Niemand minder dan de Hertog van
Cavadonga, de voormalige Spaansche kroon
prins, die hier verkooper van een peperduur
soort Engelsche automobiel is, heeft zich
daar openlijk aan geërgerd en ook anderen
hebben de kranten gebombardeerd met in
gezonden stukken, dat de zoogenaamde
rebellen Nationalisten genoemd moesten
worden en de andere partij Rooden of
Bolsjewisten of iets dergelijks.
Aan die verzoeken is niet datzelfde ge
hoor gegeven als aan ons verlangen om
voortaan niet meer van „Dutch" of „Dutch-
man" te spreken, maar er Holland of Neder
land voor in de plaats te zeggen. Ik kom
tegenwoordig hoogst zelden het woord
Dutch tegen. Maar Franco is en blijft een
opstandeling tegen het wettig gekozen
gezag, volgens de Amerikaansche opvatting.
Dat geeft al duidelijk te kennen uit welke
hoek de wind waait. Het meedoen van Duit-
schers en Italianen met de „opstandelingen",
evenals dat van de Russen met de „regec-
ringsgetrouwen", in tegenstelling met de
houding van alle andere democratische lan
den, heeft hier van den beginne af al kwaad
bloed gezet en is er sindsdien niet. op ver
beterd door het bombardeeren vanuit vlieg
tuigen.
Indien Mussolini reden had gehad om zich
verontwaardigd te toonen omtrent de uit
latingen in de pers van een bevriende natie,
dan had hij veel eerder de Italiaansch-Ame-
rikaansche persrelaties moeten breidelen dan
de Anglo-Italiaansche tijdens de kroning
van koning George VI. Wat sommige bladen
hier over fascisme in het algemeen en de
krijgsverrichtingen in Spanje in het bijzon
der te zeggen hadden, was aanleiding ge
noeg om de machtige en vele duizende leden
tellende Italiaansche en Duitsche clubs en
genootschappen in het geweer te brengen
met een boycot dier bladen. Die zich daar
niets van aan trokken en rustig door gingen
met hun meening te verkondigen. Wat voor
korten tijd bepaald kwaad bloed heeft ge
zet, was het feit, dat tot Amerikanen gena
turaliseerde Duitschers of lieden van Duit-
schen afkomst zich tot een Nazi-groep ge
vormd hadden, tot en met de uniformen toe,
die o.a. dreigde bij verkiezingen hun ge
wicht in de schaal te zullen leggen, 'n Ver
kiezing? riep de liberale World Telegram
uit. Bestaat zoo iets in Duitschland en zou
daar een politieke groep Amerikanen in uni
form geduld worden tenzij in een concen
tratiekamp?
Vergadering schoolfeestcommissie.
In een alhier gehouden vergadering van
de z.g. schoolfeestcommissie der openbare
lagere school alhier is het aanstaande
schoolfeest bepaald op Woensdag 7 Juli.
1937.
Over 1936 bedroegen de inkomsten 116,45
en de uitgaven 99,24; batig slot alzoo
f 17.21.
De aftredende heeren H. Swan en P. de
Best werden als bestuursleden herkozen.
Ingekomen personen.
T. van der Meer van Graft; C. Brouwer
van Naarden; J. van de Par van 's Graven-
hage; G. de Boer van Oudkarspel; J. C.
Louwe van Egmondbinnen; P. Mors van
Bergen; T. G. Hoogvorst van Schoorl; K.
Houtman van Beets; C. Bouw van Oudkar
spel.
Vertrokken personen.
Jb. Groot en gezin naar Oudorp; T. Blee-
ker (wed. S. Klaver) naar Alkmaar; P. de
Geus en gezin naar Alkmaar; M. Hofma
naar Heerenveen; D. C. Kramer naar Alk
maar; G. van der Wal naar Heerenveen;
G J. Hart naar Zijpe; G. P. Groot naar An
na Paulowna; C. Dobber en gezin naar
Oudorp; B. Smit naar Texel.
Vernietiging veldslazaad.
Op last van het regeeringsbureau voor
de uitvoering van de landbouwcrisiswet, is
het in deze gemeente in de jaren 1935 en/of
1936 gekweekte doch onverkocht geble
ven veldslazaad-, ten bedrage yan 25000
K.G., ter denaturatie ingeleverd moeten
worden.
De schadevergoeding bedroeg 0.25 per
K.G.
Vernietiging van het zaad door verbran
ding bleek niet mogelijk, daar de fijne zaad
korrels geen vlam vatten, doch slechts zeer
langzaam smeulden, hetgeen met het oog
op den wind een voortdurend gevaar voor
de omgeving opleverde. Vandaar is men er
toen toe overgegaan het zaad, bij wijze van
bemesting, te verstrooien over de weiden
van diverse veehouders, die zich daarvoor
hadden aangeboden.
Keurige prestatie.
De korpsschutters van de Bijzondere
Vrijwilligen Landstorm, afdeeling Egmond
behaalden op den Landstorm te Medem-
blam met 144 punten den eersten prijs, en
wisten zoodoende voor hun afdeeling met
een punt meer dan afd. Alkmaar (143 pun
ten), op den daarvoor uitgeloofden wissel
beker beslag te leggen.
Korpsschutters waren de heeren: H. de
Goede, O. Huibers en H. Wijker.
Jkovinciaat Tlieuws
Weer een zuivelfabriek minder.
In onzen polder zal weer een zuivelfa
briek verdwijnen. De leden van de fabriek
„De Vlijt" hebben n.1. besloten en bloc
over te gaan naar de Coöperatieve Zuivel
fabriek „De Tijd". Zoo komt de melkpro
ductie steeds meer in handen van de groo
te fabrieken.
Een mooie prestatie.
Bij den Woensdag gehouden schiet wed
strijd te Medemblik ter gelegenheid van
den landdag van den B.V.L. verrichtte onze
plaatsgenoot de heer P. Reus de beste
prestatie van den dag door in 5 schoten te
zamen 50 punten (het maximum aantal)
te behalen,
Landdag B. V. L.
Woensdag is, begunstigd door buitenge
woon mooi zomerweer, de landdag gehou
den van het verband Alkmaar van den
Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm.
's Morgens om 11 uur werden de mili
taire en burgerlijke autoriteiten op het
gemeentehuis ontvangen door den burge
meester van Medemblik, den heer P. C. J.
Peters, waarna het gezelschap een lunch
werd aangeboden in het historisch Kasteel
Radboud.
Na afloop van de lunch werd een défilé
gehouden langs het Gemeentehuis. Om 2
uur is de landdag in het Gemeentelijke
Sportpark geopend door den voorzitter van
de Gewestelijke landstormcommissie „Alk
maar", den heer S. M. Middelhoff. Verder
is het woord gevoerd door de heeren D.
baron Mackay, burgemeester van Meppel,
en pater Ed. Peters, afgewisseld door
folkloristische demonstraties door Gorssel-
sche dansers onder leiding van den heer
H. J. de Rooy.
De transportarbeiders bijeen.
Onder leiding van den heer P. J. de Boer
kwam de Associatie van transportarbeiders
te Broek in jaarvergadering bijeen ten huize
van den heer J. de Boer.
Uit de controle, welke op verschillende
tijdstippen is gehouden, bleek, dat de boe
ken en bescheiden van den kassier J. Pluis-
ter in de beste orde waren bevonden.
Meegedeeld werd, dat wanneer een lid
zich bij een koopman wenscht te verhuren,
om werkzaam te zijn op de fabriek, hij zich
eerst in verbinding moet stellen met de
commissie van controle, opdat hij daarnaast
geen arbeid verricht, hetwelk volgens de
overeenkomst met Koophandel, door de
associatie behoort te geschieden.
Besloten werd een stengere controle toe
te passen op enkele kooplieden, die door hun
vast personeel in het verleden meerderen
arbeid lieten verrichten, als in de overeen
komst vermeld staat.
Getracht zal worden, kooplieden, die wel
eens vreemde arbeidskrachten aannemen, te
bewegen, daarvan af te zien en te verzoeken,
hun arbeid te laten verrichten volgens over
eenkomst door de associatie van transport
arbeiders.
Bij de rondvraag werd door één der leden
opgemerkt, dat waar in verschillende lan
den een eenheidsfront is gevormd door den
linkervleugel en deze daaruit zelf hun
leiders kiezen, het zeker gewenscht zal zijn,
dat zulks hier ook geschiedt, daar het
grootste gedeelte der associatie ook uit
zulke arbeiders bestaat. Te meer is zulks
gewenscht. daar men dan meer vrijheid van
handelen heeft, omdat de tegenwoordige
leider is aangesteld door koophandel.
Het voorstel werd echter niet in behan
deling genomen, daar het niet op tijd was
ingediend.
De leider zelf ter vergadering aanwezig,
(Van onzen Parijschen correspondent.)
Parijs, 7 Juni 1937.
Het zijn drukke en drukkende dagen, dis
Parijs thans beleeft. Druk vanwege de
wereldtentoonstelling en drukkend, omdat
de warmte loodzwaar over de Fransche
hoofdstad hangt. Ondanks alle onweersvoor
spellingen leven we hier nu al dagen aaneen
onder een temperatuur van bij de negentig
graden in de schaduw en zelfs de Parijze-
naars, die toch wat gewend zijn en voor
al wat de vrouwen betreft er den slag
van hebben zich naar de weersgesteldheid
te kleeden, wordt dit een beetje te bar.
Het bezoek aan de wereldtentoonstelling
heeft evenwel niet onder de warmte te
lijden. Integendeel het bezoekerstal gaat de
laatste dagen met sprongen omhoog. Giste
ren, den tweeden Zondag van de tentoonstel
ling, was de toeloop zoo groot, dat in ver
scheidene getroffen om het bezoek in goede
worden getroffen om het bezoek in goede
banen te leiden. Meer dan honderdduizend
menschen op één middag is geen kleinig
heid! Daarom werkt men ook figuurlijk, on
der hoogen druk aan de toegangspoorten.
De thans bestaande kunnen al die massa s
bezoekers onmogelijk verzwelgen en men
verwacht de komende dagen nog veel meer
publiek.
We hebben den indruk, dat er zoo onder
de hand goede zaken worden gedaan. Zeker
is zulks het geval met de exploitanten van
verfrisschingsgelegenheden, met de ijsven
ters en met de verkoopers van zonne
brillen. Die laatstgenoemden vallen ietwat
uit het kader der tentoonstelling, die im
mers kunst wil brengen. Nuttig zijn ze stel
lig, maar ze staan afschuwelijk.
Gemakkelijk is het niet een overzicht te
krijgen van deze wereldtentoonstelling. Daar
is ze ten eenenmale te uitgebreid voor en
nog te weinig af. Men kan moeilijk een ver
gelijking bijvoorbeeld met de Brusselsche
exposition maken, als van de grootheden
er nog zoovele ontbreken. Ons is bovendien
opgevallen, dat de deelnemers aan de Parii-
sche tentoonstelling op verschillend stand
punt staan, wat het doel er van betreft. Er
zijn landen, en daartoe behooren bijna alle
kleinere mogendheden, die zich strikt aan
den oorspronkelijken opzet hebben gehou
den en eenvoudig toonen wat men aan al wat
schoon en nuttig is heeft aan te bieden. Er
zijn andere landen, welke zich in de eerste
plaats geroepen hebben gevoeld propaganda
te maken voor een bepaald staatsstelsel. Tot
die landen behooren zoowel Rusland als
Duitschland en Italië.
Ean van de monumentaalste paviljoens op
deze tentoonstelling is het Russische. Het
gebouw wordt bekroond door een beelden
groep. Een man en een vrouw, die, den sik
kel en den hamer boven hun hoofd ge
heven, naar een nieuwe toekomst opgaan.
Deze vier-, vijfmaal levensgroote beelden,
waarvan ongetwijfeld een zekere suggestie
uitgaat, zijn al dadelijk als symbool be
doeld. En als men het paviljoen binnengaat,
is er ook niets, dat niet van de zegeningen
in het nieuwe Russische rijk getuigt. Kunst
en techniek zijn, zoo niet ondergeschikt, dan
toch dienstbaar gemaakt aan de idee van het
communisme. Reusachtige beelden van Sta
lin en Lenin zijn er opgesteld: men vindt er
boeken en brochures in grooten getale, die
den roem van het rijk der Sovjets verkon
den.
Vlak tegenover het Russische paviljoen is
dat van Duitschland gelegen. Dat moest en
zou natuurlijk geen haar minder zijn. En,
het moet worden erkend, het bouwwerk van
de Duitschers doet voor dat van de Russen
niet onder. Ook hier marmer en mozaïek,
geweldige ruimten en een hoogte om van te
duizelen. Met fier uitgeslagen vleugels staat
op den trans de Duitsche adelaar.
In het Duitsche paviljoen wordt in vele
toonaarden de lof gezongen van het natic-
naal-socialisme. Men doet hier minder aan
persoonsvereering, doch zoo mogelijk nog
meer aan de propaganda. Een goed gekozen
vorm daarvoor is de film. Middag aan mid
dag worden in het paviljoen van het Derde
Rijk films vertoond, welke voorstellingen
voor een ieder gratis toegankelijk zijn. „Hof.
konzert", „Der Herrscher" en „Fltichtlinge'*
heeft men hier -al kunnen zien. Op die wijze
wordt meteen een goede reclame gemaakt
voor de Duitsche filmindustrie en het Fran.
sche volk, hoe weinig pro-Duitsch ook in
het algemeen, is niet ongevoelig voor de ver-
diensten van deze filmkunst.
Der Dritte im Bunde is Italië. Het Ita
liaansche gebouw is van buiten minder sterk
opvallend dan de beide eerstgenoemde Van
binnen is het echter nog imposanter. Alleen
reeds de „salie d'honneur", met de bronzen
bustes van den koning en den duce, is vol
doende om een onuitwischbaren indruk te
maken. „La vie politique est completee en
Italië par un renouveau de vie mteiiec-
tuelle", leest men op een der wanden van de
halL En zaal na zaal, vele in Romeinschen
stijl met zuilen en gaanderijen, is gewijd
aan-de kunst en de techniek van het Italië
onder het fascistisch regiem.
Van op eenigerlei wijze kwetsende voor
stellingen of schimpscheuten op landen met
andere regeeringsvormen is gelukkig geen
sprake. Men kan de dingen beoordeelen zoo
men wil, maar van een onwaardige eritiek
in het tentoongestelde op andere systemen
kan men geen van de drie landen beschuldi
gen. En tot dusver is er geen enkele reden
om te vreezen, dat deze zoo na bij elkaar
gelegen paviljoens elkander niet zouden
verdragen.
In de uiteraard minder indrukwekkende
paviljoens van de kleinere landen is weinig
nadruk gelegd op het staatsstelsel en veel
meer aandacht gewijd aan de prestaties van
den staat als zoodanig. België, dat uitste
kend voor den dag komt, is een van de mo
gendheden, die een scherpe scheiding wen-
schen te leggen tusschen de kunst en de
techniek en de politiek. En die opvatting
huldigen ook Noorwegen, Zwitserland, Ne
derland, kortom haast alle andere hier ver
tegenwoordigde kleinere landen.
Ieder land heeft gezocht naar datgene, wat
het meest typeerend was. In België zijn het
de Brusselsche en andere kanten, de dia
manten, de kelken en kommen van kristal.
Noorwegen is het land van ski's en sneeuw-
schoenen, Zwitserland van de uurwerken en
de bergsport, Nederland van het verkeer in
vele vormen, van de bruggen en de bema
ling. En de K.L.M. met haar kranige piloten
er zijn in de desbetreffende afdeeling van
ons paviljoen portretten van Duimelaar,
Geijsendorffer, van Both en Frijns, van
Tepas, Sillevis, Baak en Scholte opgehangen
kent hier iedereen. Voor onzen bruggen
bouw, voor de droogmaking van de Zuider
zee, voor onze scheepvaart, heeft men be
wondering. Het kan geen kwaad, dat de
wereld ook eens weet, dat het kleine Neder
land over een van de meest geperfection-
neerde post-, telefoon- en telegraafdiensten
beschikt, goede spoorwegen bezit en zijn
koloniën weet te beheeren. We hebben het
een dezer dagen meegemaakt, dat Franschen
met verbazing vroegen of dat het kleine Hol
land was. In tegenstelling met Noorwegen
en tal van andere landen is de kunst en
met name de schilderkunst er bij ons een
beetje bekaaid afgekomen. De techniek pre
valeert wel in bijzondere mate. Misschien
zal ook in het land van Rembrandt voor de
kunst het „je maintiendrai" nog eens gelden.
En zoo leven we hier dan tusschen con
gressen en reünies, openingsplechtigheden
van nieuwe paviljoens Portugal, Oosten
rijk en Egypte zijn deze week aan de beurt
sportevenementen en officieele bezoeken.
De Fransche hoofdstad heeft gisteren
Prins Willem van Zweden, die het Zweed-
sche paviljoen kwam openen, maar gereed
is het nog niet mogen begroeten; de pre
sident van Frankrijk, Albert Lebrun, zal
deze week zijn tweede officiëele bezoek aan
de tentoonstelling, en in het bijzonder aan
de bloemen-expositie in het Grand Paleis,
brengen. Men heeft vandaag de schitterende
decoratie van den Pont d'Alexandre inge
wijd, het paviljoen der Fransche politie ge
opend, het park van de attracties, een cen
trum des modernen vermaaks, in gebruik
genomen. Kortom de dagen zijn druk. En
dat ze drukkend zijn namen de Parjjzenaars,
met of zonder de befaamde esprit, op den
koop toe. Hetgeen, daarvan raakt men hier
in Parijs steeds meer overtuigd, een goede
methode is om den minsten last van de
warmte te hebben.
was van meening, om het wel in behande
ling te nemen. Niemand echter ging hier op
in, zoodat het voorstel ter zijde werd gelegd.
Na eenige bespreking van huishoudelijken
aard volgde sluiting.
STANIOL (zilverpapier)
bedrukken wij óók
ALKMAARSCHE COURANT, TEL. 3320
OUDE NIEDORP (Mei).
Geboren: Maria Jacoba, d. v. Nicolaas
Gerardus Buren en Anna Margaretha
Louwe. Aafje, d. v. Jacob van der Mo
len en Aaltje Winkel. Gelena Aloysius,
d. v. Josephus Judocus de Klippelaar en
Maria Johanna Valckx.
Gehuwd: Andreas Ligthart, oud 25
jaar en Maria Alida Broersen, oud 25 jaar.
O v e r 1 e d enLourentius, Anthonius
Bleeker, oud 2 jaar, z. v. Lourentius Blee-
ker en Hiltje Pannekeet.
29. Daar stapte Anneke het leukste kamertje binnen
dat je je kon bedenken. Aan de zolder hingen aan gou
den kettinkjes de zelfde lantaarntjes waarmee de kabou
tertjes haar gehaald hadden, en in plaats van stoelen
ren, met mooie kwasten er aan, allemaal van echt goud.
En op die kussens lagen of zaten overal kaboutertjes.
gauw^op"en maakten e^nXÏ^h1Stonden ze allemaal
wenk van den KonTngZoSSL Ma" °P een
al die nieuwsgierige kabouteroogj«^ef^n^cenaaenn