eerde zo
De mees
met onweerstaanbaar taae van Haren'sprijzen
Hoestpillen
N GEHEIMEN
DIENST
Heerenhuis „Beethoven"
Stremmingjan verkeer.
Voetverzorging.
beter dan stoomen.
Johan Kuhl
47
P. Knijper
Alkmaar,
Langestraat
Aanbesteding.
Dr.E.HOEKSTRA's
MEUBELFABRIEK „EIK EN LINDEN
Üeuillelcn
Mevr. KUIJPER gedipl. Pedicure.
'EN
EN TOCH
is AURICHEEREN
ch
SCHOENFABRIEKEN WAALWIJK
^^lle goede zaken worden regel-
matig geadverteerd in een goede
courant.
LANGESTRAAT 88r
het verbouwen van
dat perceel.
a f 1.55 per fleschje
van 250 pillen.
ALKMAAR - LINDEGRACHT 10-16
MAAND JUNI ZIJN WIJ ZEER GOEDKOOP.
jehstomscht: avonturenroman.
Schitterende uitv. van
boerenlinnen wit m.
blauw en beige m.
bruin. Vierk. leest.
tje, bijr. prettige
pasvorm. In beige
en wit.//N
TE KOOP OF TE HUUR
Emraastraat 83. met garage.
Over Huishoudschool.
AdresAppel Mathyssen.
fcosteloos.
Uit een exploit vau mij, deur
waarder, d.d. 19 Juni 1937, betee-
kend op de wijze bij de wet bepaald,
blijkt dat ten verzoeke van HEN-
DRIKUS JOHANNES JANSEN,
wonende te Alkmaar, domicilie ge
kozen hebbende aldaar aan het
Kennemerpark 17 ten kantore van
Dr. Mr. R. R. L. M. Bromberg, aan
WILHELMINA ELISABETH DE
KOK, zonder bekende woon- of ver
blijfplaats, is beteekend een von
nis door de Arrondissements Recht
bank te Alkmaar d.d. 3 Juni 1937
tusschen den requirant als eischer
en de gerequireerde en anderen als
gedaagde gewezen.
J. C. AMOUREUS,
deurw., Alkmaar.
DIJKGAAF en HEEMRADEN van
het Waterschap DE SCHERMEER
maken bekend, dat met ingang van
12 JULI 1937
het weggedeelte Zuider
vaart, Westzijde van de
Smidsbrug tot den Zuid
d|jk
voor alle verkeer zal zijn afgesloten
tot nadere aankondiging.
Alkmaar, den 19en Juni 1937.
Dijkgraaf en Heemraden
voornoemd,
C. KRAMER GLIJNIS, Dijkgraaf.
Mr. J. BELONJE, Secretaris.
Gelieve vooruit te bespreken.
Dr. Scholi's beroemde
Steunzolen, Likdoorn
en Eeltpleisters, Bad
zout, Elastiek- en rub-
berloze Konsen op maat.
Speciale inrichting voor
Maat- en Reparatiewerk.
Mient 13.
Tel. 2377,
Ontvlekken en opper
sen van Colb. Lost. 1.7S
CHEM. WASSCHERIJ N.V.
1>
Filiaal
Kleermakerij
en Reparatie- HOF 43.
Inrichting T©|. 2770.
Een fijne Zomerdrocht
van mooi boerenlin-
nen in wit en beige
Allerliefst schoentje m
opengew. voorbl. m
wit en beige. Vanat
Heerlijk luchtig, chic
en elegant. In di.v.
kleuren, ook wit.
CT.
maat 18
Een prachtig model
m. zeer mooi echt
leder gevl. voorbl.
tn bruin Vanaf j
Maat 18
In zeer fraaie en uiterst
solide bewerking. In
wit en beige. Schift,
leestie. vanaf
Uiterst solide en
juiste pasvorm,
geheel van pri
ma leder vanaf
Maat 18
Bijzonder geslaagd e
leuk kinderschoentje
in beige of wit.
Vonaf
Maat 18
Buitengew. prett. Zo
merdrocht von beige
boerenlinnen, Prach
tig m. br.leer afgew.
Met origineel gevloch
ten voorblad. Heer
lijke luchtige dracht.
Borrevoefsandalen in zeer
solide en geheel lederen
uitvoering.
atsen in Nederland
Vanaf
plaats
Eirf
alle
filialen
voorname
en
Namens den Heer D. C. DE GIER
zal door J. en C. D. v. REI JENDAM,
arch. N.I.V.A., op 28 Juni a.s.,
des morgens 11 uur, in perceel
worden aanbesteed
Bestekken zijn verkrijgbaar Nassau-
plein43 a 3 gld. Bij ongeschonden
terugbezorging wordt 2.50 gulden
vergoed.
zijn slijmoplossend, dooden de
ziektekiemen en genezen de
ontstoken slijmvliezen.
Verkrijgbaar bij Apothekers
en Drogisten
Voor engros:
Mü- HOEKSTRA,
Heerengracht 33, - A'dam.
Zendt U op aanvrage gratis brochure.
Ratten en muizen zijn dure en vleze kost-
fangers ,dle U jaar ln Jaar uit onbereken-
are schade berokkenen, door besmetting
en vernieling van Uw eigendommen. Roel
ce uit met RODENT, het heeft een fatale
aantrekkingskracht enhet eerste
hapje is doodelijk. Doozen 4 60 en 90 cent
zijn verkrijgbaar bij Uw drogist die thans
ook het verdelgingsmiddel RODONT tn
voorraad heeft ln doozen 4 40 cent.
RODONT Is doodelijk voor ratten en mui
zen. doch ongevaarlijk voor huisdieren en
pluimvee.
Imp. fa. B: Heindersma, Den Haag 71
Voor directe betaling
5 korting.
Gekochte meubelen mogen gratis in opslag blijven staan.
Monsterzalen geopend
9—12 en 1%—5%.
Zaterdags 91 en 2%5.
Verdere tijd naast de
fabriek aanbellen no. 8.
i
Door G. P. BAKKER.
43)
„Tilly trekt Saksen binnen. Hij heeft zich
vereenigd met generaal Egon van Fürsten-
berg en zijn leger, ongeveer tien duizend
man, en generaal Aldringer opgeroepen. De
voorhoede is Saksen reeds binnengerukt.
De dorpen branden, de inwoners vluchten.
Het oude lied.
„Tilly reed over Halberstadt en Halle
eerst weer naar Thüringen om met een zoo
sterk mogelijk leger in Saksen te vallen. We
zullen de Elbepassen kunnen passeeren
zonder tegenstand te ontmoeten".
„Waarom zou Tilly ze niet verdedigen en
ons hinderen het Saksische leger te ont
moeten?" vroeg Baudissen.
„Omdat hij dan tusschen twee vuren, het
Saksische en het onze geraakt zou zijn. Het
is mijns inziens veel verstandiger wat hij
deed", meeende Saxon. „Tilly had geen
grooter waagstuk kunnen ondernemen dan
met zjjn half verhongerd, verzwakt leger in
die woeste landstreek, waar niets meer te
halen is, zonder versterkingen zijn hachje te
wagen".
„Volgens jouw meening zal hij ons dus de
vereeniging niet beletten?" vroeg de koning.
„Neen Sire. Zou hij het gekund hebben?
In de eerste plaats moest hij Wittenberg
blokkeeren. Hij voelde zeer goed, dat hij
een groote strategische fout zou begaan, daar
de middelen om Wittenberg te belegeren
hem ten eenen male ontbraken. Bovendien
de desertie neemt in zijn leger hand over
hand toe. Geen soldij en geen eten. Dat is
niet de manier den moed er in te houden
en dan een stad, een sterke vesting bele
geren. Neen, hij doet beter. Hij verzamelde
al zijn troepen en met zijn versterkt leger
kan hij veilig in Saksen vallen, waar hij
alles kan krijgen wat hij wenscht, geld
levensmiddelen, fourage en dat alles voor
niets".
„Dat klinkt zeer waarschijnlijk", oordeel
de Gustaaf Adolf, „maar heb je volledige
zekerheid?"
„Zeker Sire, mijn inlichtingen zijn vol
komen betrouwbaar. Overigens wil Uwe
Majesteit het misschien liever schriftelijk
hebben. Hier is een brief uit de nalaten
schap van don Felipe del Torez aan zijn
koning, die nog niet verzonden was, toen
hem een ongeluk overkwam en die mijn
woorden schijnen te bevestigen".
De koning las vlug den brief door.
„En die nalatenschap? Ik kan toch niet
aannemen, dat jij zijn rechstreeksche erf
genaam zou zijn, Saxon?"
„Dat niet Sire. Ik zei u reeds dat luite
nant De Vries de dame uit de Bakenstraat
heeft gered. Don Felipe werd ook door hem
gedood. Een schot vlak voor het hoofd".
Een oogenblik trok de tragische dood van
den Spanjaard aan de oogen der Zweedsche
krijgsoversten voorbij. Niemand sprak een
woord. Ze wisten allen wie don Felipe del
Torez was. De grootste intrigant, die zich
altijd uit de moeilijkste omstandigheden
had weten te redden. Een man die vocht
voor de Habsburgers, voor geen enkel mid
del terugdeinsde en wien men zelfs boven
natuurlijke krachten toeschreef.
„Elke twijfel schijnt mij weggenomen",
oordeelde Gustaaf Adolf. „We kunnen vei
lig optrekken. In den rug zijn we volkomen
gedekt. Op Werben en de Havelpassen steu
nend bevinden zich een rij posten die bij
Saarmund en Potsdam reeds dicht bij de
Saksische grens liggen. Ik behoef niet zoo
veel bezettingstroepen achter te laten. Ze
staan nu onder het opperbevel van Van
Horn en raken onder Tott aan het andere
eind der lijn Mecklenburg, terwijl Hamilton
met zijn 8000 man hen aan den anderen
vleugel, die loopt tot de grens van Silezië,
de hand reikt.
Deze troepen samen bedragen ongeveer
dertig duizend man. We kunnen dus met
het geheele overblijvende leger Tilly te
gemoet marcheeren. Dus: Med hela Var
armee till Sacksen", besloot hij in het
Zweedsch.
Maar Horn in persoon zal zoo spoedig
mogelijk nakomen. Mijn rechterarm kan ik
niet thuis laten, als de groote slag geslagen
wordt", voegde hij er lachend bij.
„En Tott en Teufel", schertste Saxon.
„Mijn beide dappere generaals zullen
zeker aanwezig zijn. Maar helaas noch de
Brief aan A, Oxenstierna.
dood, noch de duivel ontbreken bij een
veldslag", antwoordde de koning ernstig.
„En nu", vervolgde hij, „zal generaal
Saxon ons verslag uitbrengen van zijn
laatste avonturen".
Saxon verhaalde de verovering van den
brief van Tilly's koerier, den beraamden
moordaanslag op den koning en de geschie
denis van de dame en den dood van don
Felipe. Hij vertoonde het paspoort van den
Spanjaard en liet den koning een tweeden
brief lezen.
Gustaaf Adolf keek even ernstig, toen
lachte hij weer. „Mijn dood schijnt hun veel
waard te zijn".
Banner nam den brief, keek hem in. Een
leelijk woord kwam over zijn lippen.
„Ik wil dien Hollandschen schipper van
je zien, Saxon", beval de koning. „Een be
dankje heeft hij toch zeker verdiend".
„En meer", opperde Banner. „Die jongen
heeft meer voor de goede zaak gedaan dan
menig overste".
„Ik zal hem roepen", zei Saxon.
De ruiters hadden inmiddels hun bivak
in het bosch betrokken. De koets Was in
den stal achter de herberg gereden en
Greta was door Anette naar een kamer
gebracht.
De beide Fransche edellieden stonden
samen te praten.
„Baron", zei de markies. „De koning zal
je laten roepen en dan moet je optreden
met een edelen zwier een ridder waardig.
Een zwaai met je hoed, het buigen van een
knie, het hoofd gebogen, de hoed moet den
grond raken met de rechterhand en dat
alles vol gratie. Laat zien dat je een edel
man bent".
„Maar ik ben een schippersjongen".
„Juist daarom", en met groote elegance,
zooals alleen een Fransche hoveling in het
zooveelste geslacht dat vermag, deed de
markies hem de buiging voor.
,,'t Is te gek"-, meende Edzke. „Wü Hol
landers knielen nooit".
„Schijnt het ook. Maar toch moet je het
doen, precies ais ik het j§ voor doe. Probeer
het. Juist, zoo is het goed".
„Ik zal het wel zoo plooien", zei Edzke,
„dat hij jou ook laat roepen. Dan geef je
den koning den brief van den kardinaal en
hij benoemt je tot ritmeester. Trouwens
generaal Saxon zal er toch wel voor zor
gen".
„Edzke", riep Saxon, „de koning wil je
spreken".
De koning zat aan een tafel onder een
grooten beuk. Rechts van hem zat generaal
Banner, links generaal Baudissen en daar
naast de voortreffelijke ruiteraanvoerder
Thorsten Stahlhans, de Fin.
Vol verbazing keken de oversten naar den
eleganten Franschen edelman met zijn
lange zwarte haren en zijn meer dan sier
lijke kleeding.
Toen hij vol gratie zijn kniebuiging
maakte, reikte de koning hem de hand en
sprak: „Luitenant, je generaal vertelde mij,
dat je van afkomst een Hollandsche schip
perszoon bent, maar je lijkt meer op een
volmaakt Fransch edelman".
„Sire", antwoordde Edzke, ,-,mijn gene
raal heeft mij altijd geleerd, dat een offi
cier van zijn geheimen dienst zich in elke
vermomming gemakkelijk moet kunnen be
wegen".
(Wordt vervolgd).