Niemand kan buiten buiten BUITENBIJTS! N GEHEIMEN DIENST @©®©4soo© Jtadiopcogtatmw, ®®©©©oo| ïfeuiileton Binnenland DREIGT EEN TEKORT AAN GESCHOOLDE ARBEIDSKRACHTEN? Prae-adviezen voor de Vereeniging van Nederlandsche Arbeidsbeurzen. EENIGE RESULTATEN. Een slechte gelaatskleur Witte Purol Her werkloozenaantal Mei 1937. In de te Eindhoven gehouden vergade' ring van de Vereeniging van Nederland sche Arbeidsbeurzen zijn een aantal be langrijke prae-adviezen besproken. Aan de prae-adviseurs zijn de volgen de vragen ter beantwoording voorge legd: „Is reeds in bepaalde bedrijfstakken gebleken van een tekort aan sommige categorieën van geschoolde arbeiders, of is er aanleiding om te verwachten, dat zich een dergelijk tekort zal voor doen bij herleving der bedrijvigheid?" Zoo ja, welke maatregelen kunnen worden genomen, zoowel ten aanzien van jeugdige als van volwassen werk- looze arbeiders, om tijdig in zoodanig tekort te voorzien en de werkloozen wederom in het bedrijfsleven te bren gen? De prae-adviseurs komen wat de beant woording van de eerste vraag betreft tot verschillende conclusies. De heer H. Lindeman, secretaris van het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigin- gen te Amsterdam, besluit zijn prae-advies met de volgende conclusies: Geen tekort aan geschoolde werk krachten. dat op een zeer enkele uitzondering na van een tekort aan geschoolde of vakarbei ders nog niet gebleken is; dat vooralsnog voor een tekort aan ge schoolde werkkrachten, althans in verreweg de meeste bedrijfstakken, niet behoeft te worden gevreesd; dat echter bij voortgaande verbetering van het bedrijfsleven, indien geen ingrijpen de maatregelen worden genomen, een tekort aan geschoolde arbeiders kan worden ver wacht; dat daarom nog meer van deze cursussen denen te worden georganiseerd; dat het instituut der centrale werkplaat sen voor jongere en oudere werkloozen ver der dient te worden uitgebreid en daaraan een meer permanent karakter dient te wor den gegeven; dat deze centrale werkplaatsen aan hooge eischen van inrichting en technische outil lae dienen te voldoen, willen zij aan het ge stelde doel beantwoorden en dat de hieraan verbonden kosten door de regeering, de ge meenten en belanghebbende industrieëele on dernemingen gedragen moeten worden; dat daarnaast de herscholing van vak arbeiders in fabrieken en werkplaatsen kan plaats vinden en gedurende deze herscholing aan de daarvoor in aanmerking komende ar beiders uit overheidsmiddelen loontoeslag verstrekt zal worden; dat de kans op het ontstaan van een tekort aan geschoolde arbeiders verminderd kan worden door verbetering der loonen en overige arbeidsvóorwaarden, waardoor voor de geschoolde arbeiders, die op dit .oogen- blik op andere wijze in hun onderhoud voor zien, de aantrekkelijkheid, om tot den loon dienst in hun oorspronkelijk beroep terug te keeren, wordt vergroot. Wel een tekort. Ir. L. Th. H. Hesselfelt, inspecteur van het nijverheidsonderwijs te 's-Gravenhage, komt tot het volgende resultaat: Er is reeds in verschillende bedrijfstak ken van een tekort aan eenige categorieën van geschoolde arbeiders gebleken en het is te verwachten, dat zich ook in andere be drijfstakken een zelfde tekort zal voordoen bedrijvig' bij de huidige herleving van de heid. Het van overheidswege gesubsidieerde' „nijverheidsonderwijs" verschaft naar de mate van de op rijks- en gemeentebegrooting daarvoor beschikbare gelden, aan een zoo breed mogelijke laag van jeugdige am bachtslieden de aanvankelijke en aanvul lende opleiding. Ook is getracht weder belangstelling te wekken voor de opleiding volgens 't gesub- didieerde leerlingenstelsel waardoor in be paalde ambachten en vooral ook in groote en middelgroote bedrijven een scholing van beteekenis verkregen kan worden. Het avondnijverheidsonderwijs, zoowel in de practijk van het vak, als in de bijbehoo- rende theorie- en teekenvakken, kan meer in het bijzonder voor in de bedrijven wer kende jeugdige ambachtslieden (tot 23 jaar) een goede aanvullende scholing geven. Overigens kan het „nijverheidsonderwijs" weinig doen voor groote groepen van half was- en volwassen werkloozen. Behoud en verbetering van vak bekwaamheid. De heer J. E. van Riet, directeur der ge meentelijke en districts-arbeidsbeurs te Rot terdam, is daarentegen weer van meening, dat momenteel niet van een tekort aan be kwame vaklieden kan worden gesproken, doch dat dit tekort in de naaste toekomst niet uitgesloten mag worden geacht. Ten opzichte van vraag twee concludeert de heer van Riet als volgt: Tot de zorg van de overheid bij de behar tiging van de belangen der arbeidsmarkt behoort ook het op peil houden en de ver betering van de vakbekwaamheid der werk- looze arbeiders, opdat het bedrijfsleven bij het intreden van een verbetering in de con junctuur niet met een gebrek aan personeel van voldoende bekwaamheid zal te kampen krijgen. De ontwikkeling van het vakonderwijs en van de vakbekwaamheid behoort daarom met alle mogelijke middelen te worden be vorderd, omdat daardoor de kansen voor betrokkenen om weder in het bedrijfsleven te worden opgenomen, aanzienlijk worden vergroot. Maatregelen, die meer algemeene ontwik keling en ontspanning ten doel hebben, kun nen, hoezeer de moreele waarde daarvan kan worden erkend, in dit verhand slechts van ondergeschikt belang zijn. Maatregelen die ten doel hebben de vakbekwaamheid te be vorderen, zullen daarom steeds boven alle andere moeten prevaleeren. De noodzakelijkheid van maatregelen tot herscholing en omvorming der vakarbeiders zal men deskundig en ten aanzien van elk bedrijf afzonderlijk moeten bezien. Zij moe ten het vooruitzicht kunnen openen, dat de daarvoor in aanmerking komende vakarbei ders inderdaad binnen afzienbaren tijd ge plaatst kunnen worden. Beroepsvorming in algemeenen zin, waar van de bedoeling is om ongeschoolden een vak te leeren of aan geschoolden een ander beroep bij te brengen dan waarin zij opge leid zijn, leidt Li het algemeen niet tot gun stige resultaten. Met individueele beroepsom vorming in beperkten zin, n.1. wanneer men tot het bedrijf blijft behooren, doch voor een ander daartoe hoorend beroep geschikt wordt gemaakt, kunnen voor werkloozen door goed ingericht vakonderwijs wel gun stige resultaten worden verkregen. De gemeentelijke vakcursussen zijn de aangewezen organen om zich met de herscho ling en omvorming der vakarbeiders te be lasten. De trainingstoeslag is voor de arbeiders een belangrijke steun om zich door de eerste houdt de huid gezond en verbetert de teint. Doos 30, Tube 45 ct. By Apoth. en Drogisten moeilijke periode heen te slaan en Stich weder tot volwaardige arbeidskrachten te kunnen vormen. De duur en het bedrag daarvan zullen ten aanzien van elk geval afzonder lijk moeten worden bepaald, doch moeten van afloopenden aard zijn.' Zij, met wier herscholing of omvorming geen gunstige resultaten worden verkregen en door het bedrijf dientengevolge niet kun nen worden gehandhaafd, zullen bezwaar lijk nog gerekend, kunnen worden als vak lieden tot het bedrijf te behooren. Bij uitvoering der maatregelen is samen werking met de organen der arbeidsbemid deling en steunverleening zeer gewenscht, volle medewerking van de organisaties van werkgevers en werknemers is daarbij ech ter onmisbaar. De bedrijven moeten in hoofdzaak zelf de tekorten aan geschoolden aanvullen. De heer Th. van Lier, referendaris-advi seur bij het departement van sociale zaken, bespreekt de verschillende bedrijfstakken afzonderlijk. In den scheepsbouw, zoo con cludeert hy o.a., is een tekort aan speciale geschoolde krachten. De radio-toestellen- en gloeilampenfabrieken misse.i voldoende ge schoolde fijne bankwerkers en gereedschap makers. In de textielbedrijven baart de opleving, die in den laatsten tijd zich openbaarde, nog geen noemenswaardige moeilijkheid ten aan zien van de personeelsvoorziening; in het heerenkieedingbedrijf is in de confectie- branche een tekort aan goede ontwerpers van modellen. Betreffende de sigarenindustrie merkt de prae-adviseur op, dat indien de circa 1400 Belgische sigarenmakers, die in Oost-Noord- Brabant werken en de 200, die in West- Noord-Brabant dagelijks over de grens komen, zouden worden uitgeschakeld, er een tekort zou zijn aan geschoolde krachten in Noord-Brabant; de opleiding is verwaar loosd. Ock openbaart zich nog steeds een tekort aan goede stenotypisten met talenkennis, aan jonge opgeleide machinisten ter koop vaardij, geschoolde kappers en dienstboden. Ten aanzien van de te nemen maatregelen concludeert dit prae-advies als volgt: De bedrijven zijn in de "eerste plaats ge roepen om zelf in dit tekort te voorzien, eensdeels door het zoeken van geschikte oudere krachten, zij het oók halfgeschool- den, in de tweede plaats door het opleiden van jeugdige krachten. De. overheid kan aanvullend helpen, zoo door hare.organen voor. voorlichting, ar beidsbemiddeling in beroepskeuze, e.d.f als mede door in acute gevallen eventueele ver gunning te verleenen voor het tijdelijk in dienst nemen van speciale krachten uit den vreemde. L-jo Daarnaast kan de overheid de helpende hand bieden bij het verplaatsen van arbeids krachten, indien althans, hetbedrijf zelf daartoe niet bij machte ig-t.a.v. werkloozen kan deiregeling soepeler-worden toegepast. Uit het oogpunt van werkloosheidsbestrij ding kan de overheid veel verder gaan er. trachten door training van oudere geschool den, die geruimen tijd niet in hun beroep werkzaam waren, door opleiding van ge deeltelijk geschoolden en door algemeene beroepsopleiding van jeugdige werkloozen en kinderen van werkloozen zooveel moge lijk weer in den arbeid te brengen en de kansen voor de aangroeiende jeugd te ver- grooten. Ik teeken hierbij echter uitdrukkelijk aan, dat de opleiding in de bedrijven de z.g. leerling-opleiding in den regel dient te ge schieden door en voor rekening van de be drijven, die geregeld hun kern van geschool de krachten moeten aanvullen. Wanneer de hierbij het naast betrokken overheidsorganen (arbeidsbemiddeling, nij- verheisdonderwijs, beroepskeuze en -voor lichting, werkverschaffing en steunver leening) met elkaar samenwerken en daar naast voeling wordt gehouden met het be drijfsleven, zullen maatregelen tot bestrij ding van het tekort aan geschoolden nu of in de naaste toekomst, voor zoover deze noodig blijken 't meeste resultaat afwerpen. Donderdag 24 Juni. HILVERSUM, 301 M. (AVRO-uitz.) 8.— Gr.pl. 10.— Morgenwijding. 10.15 Gewijde muziek (gr.pl.) 10.30 Solistenconcert en deel. 12.Ko- vacs Lajos' orkest. 12.45 Gr.pl. 1.30 Kovacs Lajos' orkest. 2.10 Literaire causerie, deel. en gr.pl. 3.Om roeporkest en solist. 4.Voor .zie ken en thuiszittenden. 4.30 Gr.pl. 4.50 Voor de kinderen. 5.30 De Pal- ladians. 6.30 Sportpr. 7.— Avro- dansorkest. 7.30 Fietstochten door Nederland, causerie. 7.45 Gr.pl. 8. ANP-ber., mededeelingen. 8.15 Omroeporkest, Toonkunstkoor en solisten. 9.05 Gr.pl. 9.30 Massazang met orkestbegeleiding. 10.Om roeporkest en soliste. 10.30 Gr.pl. 11.ANP- en damnieuws. Hierna tot 12.Avro-dansorkest en gra- mofoonmuziek. HILVERSUM, 1875 M. (8.—9.15 en 11.—2.— KRO, de NCRV van 10.— 11.en 2.12.uur). 8.9.15 en 10.Gr.pl. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur. 12.Ber. 12.15 KRO-orkest en gr.pl. 2.Handwerkles. 3.Gr.pl. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Cursus han denarbeid voor de jeugd. 5.15 Het Rotterdamsch Pianokwartet en so list. 6.45 CNV-kwartiertje. 7.Ber. 7.15 Causerie over Christ. lichame lijke opvoeding. 7.30 Causerie over zeereizen. 7.45 Rep. 8.ANP-ber., herh. SOS-ber. 8.15 Causerie over den bouw van de Maastunnel te Rotterdam. 8.45 Christ. Radiokoor, mmv. solisten en het NCRV-orkest. 9.50 Gr.pl. 10.— ANP-ber. 10.05 NCRV-orkest. 10.45 Gymnastiek les. 11.12.Gr.pl. Hierna Schrift lezing. DROITWICH, 1500 M. 11.25—11.50 Gr.pl. 12.15 BBC-Welsch-orkest en solishte. 1.05 De BBC-zangers. 1.35 2.20 Het Willoughby Strijkkwar tet. 3.10 It occurs to me, causerie. 3.30 Gr.pl. 4.35 Sportrep. 5.20 Gr.pl. 5.35 Roy Fox' band. 6.20 Ber. 6.40 Boekbespr. 7.Zang. 7.20 BBC- orkest. 8.05 My day's work, cause rie. 8.20 Revue-progr. 9.20 Ber. 9.40 Volksdansenprogr. 10.20 Kerk dienst. 10.40 Het Londensch Blaas- kwintet en solist. 11.35 Het Chalet Club Dansorkest. 11.5012.20 Dans muziek (gramofoonplaten). RADIO PARiS, 1648 M. 7.10 en 8.20 en 11.10 Gr.pl. 12.50 Orkestconcert. 1.35 Zang. 2.05 Verv. orkestconcert. 2.20 en 4.10 Gr.pl. 5.05 Radiotoo- neel. 7.23 Pianovoordr. 8.05 Viool voordracht. 8.50 Zang. 9.20 Piano voordracht. 10.5011.05 Gr.pl. KEULEN, 456 fll 6.50 Het Lclp- ziger Omroeporkest. 8.50 E. Böt> schel's orkest. 9.50 Gr.pl. 10.20 Volksliederenconcert. 12.20 Orkest van spoorwegpersoneel. 1.35 Het Kurhessische Landes-Theaterorkest. 2.35 Solistenconcert. 4.20 E. Ram- bour's orkest. 5.40 Zang en piano. 6.20 Blaasorkest. 7.20 Solistencon cert. 8.30 Orkestconcert. 9.20 Radio- tooneel met muziek. 10.5012.20 Populair concert en dansmuziek. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Liedjes. 1.Sa- lonorkest. 1.30 Omroeporkest. 1.50 Liedjes. 2.—2.20 Gr.pl. 5.20 Klein- orkest. 6.50 en 7.23 Gr.pl. 8.20 Om roeporkest. 10.3011.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest 1.30 Salonorkest. 1.50 Gr.pl. 5.20 Salonorkest. 6.35 Kleinorkest. 7.35 Gr.pl. 8.20 Nat. orkest en solisten. 10.3011.20 Omroepdansorkest. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.30 Omroep-Amusementsorkest en solist. 10.20 Ber. 10.50 Viool en piano. 11.05 Wecrber. 11.2012.20 Dansmuziek (gr.pl.) GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.11.10, Parijs R. 11.10—12.35, Brussel VL 12.35 14.20, Parijs R. 14.20—15.35, Lond. Reg. 15.35—17.20, Brussel Fr. 17.20 —17.50, D.sender 17.50—18.20, Keu len 18.20—19.20, Brussel VL 19.20 —19.50, Lond. Reg. 19.50—20.05, Parijs R. 20.0520.20, Keulen 20.20—21.20, Parijs R. 21.20—23.05, Berlijn 23.0524. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Di versen 9.2010.35, Lond. Reg. 10.85 15.35, Droitwich 15.3518.20, Parijs R. 18.2018.40, Brussel Fr. 18.40—19.20, Droitwich 19.2024. Lijn 5: Diversen. 64.000 minder geregistreerde werkloozen dan eind Mei 1936. Het Centraal Bureau voor de Statistiek deelt de volgende cijfers mede betreffende het aantal g e h e e 1 werkloözen, - bij alle organen der openbare arbeidsbemiddeling als werkzoekenden ingeschreven. Gemeenten met 100.000 en meer inwoners aantal geheel werkloozen op het einde van Mei 1937 137.129, April 1937 142.305, daling 5.176; gemeenten met 50.000100.000 in woners aantal geheel werkloozen op het einde van Mei 1937 42.195, April 1937 44.487, daling 2.292; gemeenten met 20.00050.000 inwoners aantal geheel werkloozen op het einde van Mei 1937 40.823, April 1937 44.090, daling 3.267; gemeenten met minder dan 20.000 inwoners aantal geheel werkloozen op het einde van Mei 1937 108.390, April 1937 128.844, daling 20.454. Totaal aantal geheel werkloozen op het einde van Mei 1937 328.537, April 1937 359.726, daling 31.189. Gemeenten met 100.000 en meer inwo ners aantal geheel werkloozen op het einde van Mei 1936 158.387, April 1936 163.155, daling 4.768; gemeenten met 50.000100.000 inwoners aantal geheel werkloozen op het einde van Mei 1936 49.102, April 1936 50.466, daling 1.364; gemeenten met 20.00050.000 inwoners aantal geheel werkloozen op het einde van Mei 1936 48.412, April 1936 50.736, daling 2.324; gemeenten met minder dan 20.000 inwoners aantal geheel werkloozen op het einde van Mei 1936 136.983, April 1936 151.386, daling 14.403. Totaal aantal geheel werkloozen op het einde van Mei 1936 392.884, April 1936 415.743, daling 22.859. Zooals uit bovenstaande cijfers blijkt, bedroeg ondanks de toeneming der be volking en het daarmede gepaard gaande nieuwe aanbod van arbeidskrachten het aantal ingeschreven geheel werkloozen einde April 1937 xond 56,000.en.einde Mei zflf% 64.300, minder'jffah eèn jaar gèleden", De reeds in. vorige maanden gecontta-' teerde sterke'daling van het aantal werk loozen (van Maart op April 1937 met 43.600) zette zich ook in 'Mei 1937 voort (van April" op Mei 1937 met 31.200). In het vorige jaar was de vermindering van Maart op April en van April op Mei resp. slechts. 13.000 en 22.800. Ook in alle gemeentegroepen wa« de daling in 1937 grooter dan in 1936. van de NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN Geschatte ontvangsten maand Mei 1937. De geschatte ontvangsten over de maand Mei zijn: Reizigers Bagage Brief- en pakketpost Goederen Levende dieren en lijken Diversen 4.547.600.— 71.200. 225.000. 2.945.000.— 25.700.— 109.450.— 7.923.950.— Totaal Totaal ontvangst van 1 Januari af: 1937 1936 38.914.191.72 38.185.329.36 Gemiddeld aantal kilometers in exploi- tatie van 1 Januari af: 3.408 3.430 Dus ontvangst per dagkilometer: 75.62.— 73.23.— PSIS.TOMISCHE AVONTURENROMAN. Door G. P. BAKKER. 45) HOOFDSTUK XXII. Na het noenmaal zat de koning met zijn generaals in een afzonderlijke zaal in de Oude Herberg. De ernstige zaken waren blijkbaar afgehandeld, want Saxon liet Fransche champagne komen en zei met een vroolijk lachje: „Heeren, welkom onder mijn dak". „Is dit jouw huis?" vroeg Gustaaf ver wonderd. „Zeker Sire. Een paar jaar geleden voor het eerste beleg van Maagdenburg, dat Wallenstein, zooals u allen weet, heeft moe ten opbreken, reed ik eens met hem hier langs. De herberg was verlaten. Ik maakte de opmerking, dat de ligging zoo mooi en uit strategisch oogpunt voor sommige doel einden uitstekend was. Bovendien die oude herberg lag daar als een sprookje uit vroe gere eeuwen te midden der donkere beu kenwouden, diep verscholen in het groen, en toch slechts een klein eindje van den grooten heerweg verwijderd. De hertog antwoordde niet, maar een paar dagen later, ik had hem een kleinen dienst bewezen, gaf hij mij de koopacte op zijn naam en een bewijs van overdracht aan mij. Ziehier Saxon zei hij je idyllisch plekje met wat bosch er bij. Ik heb zoo'n idee, dat die herberg je later in de praktijk wel eens goed te stade kan komen. Of hij het nu met zijn sterrewiche- laar gelezen had? Ik durf het bijna niet gelooven, want eerlijk gezegd heb ik noch in Zeno, noch in de sterren ooit veel ver trouwen gesteld, maar toch is zijn voor spelling uitgekomen. Ik stond de herberg in bruikleen af aan Rudolf. een oud wachtmeester van mij, met wien de heeren trouwens kennis ge maakt hebben, evenals met zijn vrouw Annette, een bekoorlijke zoetelaar. Die bei den wilden trouwen. Ze hebben een aantal flinke knechts, ook kurassiers, en maken het hier heel goed. Mijn kamers zijn altijd gereed. Meermalen heb ik hier een toe vlucht gezocht en van vermomming verwis seld". „Dus dit is de herberg, waarheen je met prinses Marion gevlucht bent?" vroeg de koning. „Ja, sire. Hier bracht ik haar in veilig heid tijdens de verwoesting van Maagden burg. Hier speelde ze voor werkvrouw om aan Pappenheim te ontkomen. Het spreekt vanzelf", vervolgde Saxon. „dat de heeren hier mijn gasten zyn en als een uwer soms in de buurt komt en wat uitrusten wil om de een of andere reden, dan is hij hier- welkom en volkomen veilig. Zelfs Tilly zou hier de roode haan niet durven laten kraaien. De acte op naam van Wallenstein, hertog van Fried- land, ligt in de kast van Rudolf en de macht van den hertog, die zijn opvolger Tilly, onder ons, niet veel goeds gunt, gaat heel ver. Wallenstein heeft nog altijd lange armen". „Mijn waarde graaf", zei de koning. „Je schijnt overal schuilplaatsen te hebben en hulp te kunnen krijgen". „Sire", antwoordde generaal Saxon. ,|Uwe Majesteit heeft mij indertijd opgedragen den geheimen dienst in handen te nemen; zonder den steun van vele zijden zou het mij omogelijk zijn van de bewegingen van den vijand op de hoogte te blijven". „Maar je trekt er altijd zelf op uit", meende Banner. „Dat moet. Het zou een beetje lang du ren u geheel op de hoogte te brengen van mijn systeem van werken en van alle mid delen, waarover ik beschik, maar dit staat vast, als men van zijn menschen véél, ja soms zelfs het schijnbaar onmogelijke vergt, dan moet men zelf voorgaan. Uwe Majesteit geeft ons immers altijd het voorbeeld". „Ik weet, dat je in verschillende vermom mingen optreedt. We hebben dat vanmorgen trouwens zelf gezien, maar een goede vriend heeft me verteld, dat je als zanger altijd zooveel succes hebt. De rol van bard schijnt je bijzonder te liggen", zei de koning. „Zou je iets voor ons willen zingen?" „Zoo'n voornaam gehoor heb ik nog nooit gehad, sire. Een geheele generale staf. Ik wil natuurlijk graag iets zingen, maar ik ben een beetje droevig gestemd. Vanmorgen zijn we door net verwoeste Maagdenburg gereden. Ik geloof, dat de markies gelijk heeft: een avonturier is altijd een beetje een gevoelsmensch, en de komende slag houdt mij bezig. Het zal dus geen vroolijk lied zijn". Hij liet zich een luit brengen. De sterke handen, die gewoon waren ros en zwaard te hanteeren, gleden nu zacht en gevoelig over de snaren en Saxon zong: Het graan staat hoog, de gele rijpe aren Buigen zich fluistrend in den zomerwind, De zichters snijden forsch de slanke halmen, Terwijl de bindster rap de schooven bindt. De koeien grazen rustig in de weiden, Herkauwen 't voedsel met een droomend oog. Een groote vree heerscht over heel het landschap, De zon staat hoog, hoog aan den hemel boog. De hoeven liggen in het groene loover, De bloemen bloeien er vol geur en kleur, De vlugge vingers plukken rijpe vruchten, De kleine kleuters spelen voor de deur. Een horen schalt en reeksen ranke ruiter3 In blinkend staal, op 't hoofd de stormkap. De vaantjes volgend, rennen op de velden, Zoeken hun plaats, in draf, galop of stap. De trommen roeren, soldeniers mar lt cheeren, Gesloten het gelid, met vasten tred De akkers over, en de oogsters vluchten, De koeien stormen angstig naar het wed. Fanfares rchett'ren, forsche paarden trekken Met moeite de kanonnen door het spoor, 't Bevel klinkt: „Halt". De stukken zakken dieper De mannen vloeken, de muziek speelt door En uit het Noorden komen and're troepen, Ze nemen stelling aan de overzij. Het eerste schot, en de kanonnen dreunfn, De slag begint te loevert en te lij. En uren later is de strijd gestreden, - Verscheurde vaandels vlieden in 't verschiet, En velen liggen op het veld te sterven, De helden, die men kreunend achterliet. De hoeven en de schuren zijn verdwenen, Het groen is weg. Het lanschap, eens zoo mooi, Is nu een woestenij De raven krassen, De gieren kringen dichter om hun prooi. De boeren vluchten, have op de karren, De vrouwen sleuren kind'ren aan de hand. Ze kijken 'om naar de verwoeste erven- En zien dè'n dood die stormt over 't lar. I. De officieren hadden den zanger met diepe aandacht aangehoord. Toen het lied uit was heerschte er een diepe stilte. De woorden en de sobere melodie hadden een diepen indruk gemaakt. „De keerzijde van de medaille", zei gene raal Stahlhans. Hierdoor werd de koning tot de werke lijkheid teruggeroepen. „Een lied te maken is misschien een kunst", zei hij, „maar de juiste wys hij de woorden te componeeren is er zeker één en dan ze te hooren zingen met zoo'n wel luidende stem. Dat grijpt je in de ziel. haxon, je bent een skald. Gee mij de hapd, want skald en koning waren dikwijls vrien- ii en ,van een vriend ziÜn goede woorden welkom (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6