De pers ontvangt het ministerie zeer gematigd. {Rechtszaken JCeck ÓL School Partij-politiek te ver doorgedreven ALKMAARSCHE COURANT van DONDERDAG 24 JUNI 1937 Het nieuwe ministerie. HET NIEUWE KABINET Katholieke persstem klinkt verheugend. NIEUWE LEDEN VAN DE TWEEDE KAMER. IN DE PLAATS DER LEDEN, DIE MINISTER WERDEN. De overval met roof te Leek. Wanneer wy de lyst der namen van onze nieuwe ministers bekijken, dan kunnen wy niet zeggen, dat wij bijzonder voldaan zyn. Immers daar tronen rond onzen minis ter-president, dien wy zeer zeker niet zouden hebben willen missen, een groep mannen waarvan weinigen tot dusver nog bewezen hebben wat zy als leiders van ons volk kunnen presteeren. Wy kennen het beleid van de heeren De Wilde en Slote maker de Bruine, en er is geen reden om hun weder optreden te betreu ren. Wij kennen ook de oud-ministers Steenberghe, Van Dyk en Weiter. Zy mogen in het verleden hun bruikbaarheid als bewindsman hebben bewezen, er zijn geen herinneringen aan hun groote daden en het verlangen van ons volk, juist deze mannen weer in den ministerraad te zien, is tot dusver niet gebleken. Blijven ten slotte de heer Van Buuren, die, wetenschappelijk gezien, een zeer bekwaam man moet zijn, maar die als minister nog zal moeten toonen wat hij waard is en de heeren Goseling, Van Boejjen en Romme, die, om maar eens precies te zeggen waar het op neer komt, een politiek bijsmaakje hebben en van wie het vast staat, dat zij hun ministerszetel niet in de allereerste plaats aan hun be kwaamheid maar aan hun politieke over tuiging hebben te danken. Wij hebben geen reden om tegenover een kabinet als dit vijandig te staan, maar eenig enthousiasme kan men moeilijk van ons verwachten. Hier is de coalitie aan het werk geweest, hier is niet allereerst naar de belangen van den Staat maar naar de belangen van de partijen gekeken. Hier is een demonstratie van macht van politieke groepen, die weten, dat zij in de Kamer over een meer derheid beschikken en die daarvan ten volle gebruik maken. Men heeft de zetels verdeeld zonder daarbij rekening te houden met de belan gen van alle Nederlanders, die in politiek- of godsdienstig opzicht in een anderen koers varen, men heeft slechts getolereerd, dat de heer Van Buuren als partijloos man aan deze uitgesproken kerkelijke groep werd toegevoegd omdat men wist, dat zijn tegenwoordigheid aan het zuivere coalitie karakter van het nieuwe kabinet geen afbreuk zou doen. Het moge waar zijn, dat de ministers Oud en Van Lidth de Jeude voor de opname in een Christelijk kabinet bedankt hebben, bet moge ronder twijfel zijn, dat de heer Colijn al zijn best gedaan heeft een ministerie op geheel anderen grondslag te vormen, ten slotte moet er vanuit de ooalitie-groepen en voornamelijk van uit de R. K.-groep eer. zoo sterke drang tot een kabinet van Christelijken huize rijn uitgeoefend, dat de liberalen zich hebben terug getrokken en den formateur geen andere keuze dan de thans gedane is overgebleven. Nederland heeft thans een rechtsche Kamer en een zuiver rechtsche regeering. Wie gedacht hebben Colijn te moeten stemmen om in deze moeilijke ty'den een nationale figuur pan het hoofd van den Staat te krijgen, wiens kabinet door het vertrouwen van geheel ons volk ge dragen bovenal op vermeerdering van welvaart en op het verminderen van moeilijkheden en gevaren zou zijn inge steld, komeni bedrogen uit. De partijpolitiek, die men, door het ver trouwen schenken aan een man als Colijn, in deze moeilijke tijden zooveel mogelijk wilde uitschakelen, heeft misbruik ge maakt van de omstandigheid, dat er slechts een kleine meerderheid noodig is om eigen beginselen te doen zegevieren De les, dat vele politiek moe gewordenen tot vreemde handelingen in staat zyn, is blijkbaar niet duidelijk genoeg geweest Andermaal treedt de politiek op den voor grond, de coalitie-polit ik, die in een uiterst rechtschen koers vaart en op een kleine numerieke meerderheid steunt om belangrijke volksgroepen van geheel andere levensopvatting in den waren zin des woords te overheerschen. Nogmaals, wij vertrouwen, dat ministerie wel korteren of langeren aan het bewind zal blijven en dat nieuwe ministers hun taak ernstig zullen opvatten. Vraagt men ons evenwel of dit nu de mannen zijn, welke men zich door het op den voorgrond stellen van Colijn als nationale figuur bij uitnemendheid als onze komende bewindsmannen gedacht heeft, dan kunnen wy niet anders zeggen dan dat wy teleurgesteld zijn. Een teleurstelling, welke zeer velen in den lande ongetwijfeld met ons zullen deelen. C. VAN DIJK Defensie. De s.d. Arbeiderspers schrijft: Het nieuwe ministerie-Colyn is ten lan gen leste gereedgekomen. Het resultaat van vier weken onderhandelen is zoo poover, dat men zich verwondert over de vrijmoe digheid van den heer Colijn, die zonder aan een ander de kans te laten, een sterk kabinet samen te stellen met dit gezel schap durft verschijnen voor het verblufte publiek. Negen van de tien ministers be- hooren tot de partijen van de rechterzijde; de heeren hébben dus hun coalitie-kabinet. Doch zelfs uit deze partijen ware een re- geeringsploeg te vormen geweest, die krachtiger was en meer figuren telde, die openstaan voor de eischen van onzen veel bewogen tijd. Toen de heer Colijn zag aan komen, dat hij tusschen de twee stoelen terechtkwam, heeft hij zich op het laatste oogenblik met zyn rechterhand vastge klampt aan de oude, wrakke coalitie fauteuil. En daar zit hij nu, met een pijn lyk-vertrokken gezicht, want* van het groote gezag, dat de figuur-Colijn nog in verkiezingsdagen ongetwijfeld bij een be langrijk deel van ons volk bezat, is na deze luttele weken niets overgebleven. Voor het Nederfandsche volk breekt een moeilijke tijd aan. Zoolang dit kabinet zich weet te handhaven, mag op een eenigszins bevredigende regeling van de brandende sociale en oeconomische vraagstukken niet worden gerekend. Bebouwd op den onzui- veren grondslag van een politieke tegen stelling „rechts" tegenover „links" die haar steunpunten in de staatkundige en maatschappelijke werkelijkheid heeft ver loren, zal het ministerie zich steeds weer de handen zien gebonden door de verschil len van inzicht ten aanzien van de sociale en oeconomische vraagstukken binnen de drie partijen, die het regeeringsblok vor men. Want of men het erkent of niet: dr. Colijn heeft, met verloochening van de door hem in de Eerste Kamer geopende uitzichten, een rechtsch kabinet gevormd en men zal nu nog maar het best doen, als men zich als een doodgewoon parlementair rechtsch kabinet aandient en gedraagt. Dan zal spoedig genoeg blijken, dat de staatkun dige ontwikkeling van Nederland eerst uit het moeras zal raken, als men resoluut breekt met de coalitie-figuur, die maat- schappelijk-onwaar en geestelijk-onwaar achtig is. Overigens is de s.d. pers van oordeel, dat de nieuwe heeren vrijwel allen „moeten worden gerekend tot de sociaal-conser vatieve vleugels vgn de rechtsche partijen"; de r.k. arbeidersbeweging heeft den „arbei dersminister", waarom zij zoo uitdrukkelijk gevraagd had, niet gekregen. De T ij d (r.k.) herinnert er aan, dat dr. Colyn „meer dan anderhalf honderddui zend stemmen van vereerders uit niet her vormde kringen te verdisconteeren" kreeg, en vervolgt: Het heeft niet aan den tact van den ouden staatsman gelegen, als in de verwik keling van deze algemeene en toevallige omstandigheden, die de beslissing belastten, de crisis langer duurde dan de duidelijke logica na de stembus kon voorzien. Het is menschelijk en wel zeker, dat ook in het overleg en het gemoed van den formateur de crisis moest worden uitgevochten, ge lijk rondom hem verleden en heden, vrien den en partijpers hem voor hun opvattin gen trachtten te verzekeren. Maar de Bijbel was ten allen tijde het eerste licht en de laatste raadpleging der Anti-revolutionnaire leiders, en saevis tranquillus in undis de ;leuze in de hevige oogenblïkken van dr. Colyn. Zijn beslissing is geteekend in de namen en de beginselen van dit Kabinet. Het is de in personen en een program omgezette uit slag der verkiezingen, die geen twywel laat aan de vaste basis voor een Christelijk be wind. De uit de stembus verzamelde meer derheid is de meest zakelijke zekerheid voor een nieuwe politiek. Aan de drie christelijke partijen hebben de kiezers deze nieuwe politiek gevraagd en voor de macht om ze te voltrekken gezorgd. Tegen de par tijdige berekening van de linkerzijde in heeft dr. Colijn aan deze nieuwe politiek vorm gegeven, de voltrekking kan begin nen. Beteekent het nieuwe Kabinet, dat het niet by het bewind van het oude zal aan sluiten? Er zijn demissionnaire ministers, die onder de beproefde leiding van den for mateur weer meegaan. Maar het kenschetst de nieuwe richting ook in den leeftijd, dat onder de ervaringrijke samenwerking van een drietal meer dan zestig en bijna zeven tig-jarigen de teugels worden genomen door een jong geslacht van ministeriëele homines novi, die evenwel in de leiding der openbare zaken uitstekend geschoold zijn. achter zich wetende, een Kabinet vormen hebben wij daarin een regelmatige Regee ring te zien, Hare Majesteit's Regeering, die zooveel mogelijk onzen steun verdient en het gezag vertegenwoordigt. Van liberale zijde zullen het bestuursbeleid en de voor stellen van dit Kabinet dan ook niet anders dan op onbevooroordeelde wijze worden te gemoet getreden, teneinde daaraan mede werking te verleenen, tenzij opposities om principieele redenen geboden mocht zijn. Het blad schrijft verder, dat de kiezers, die een zuiver-coalitie-Kabinet van dr. Colyn niet verwacht hadden en in die veronder' stelling aan den a.-r. lijstaanvoerder hun stem hadden gegeven, zich in die illusie bedrogen zien en door deze uitkomst van de Kabinetsformatie onthutst zullen zijn. Prof. mr. C. P. M. ROMME Sociale Zaken Het Volksdagblad (comm.) cOnclu- deert: Dit ministerie beteekent in de eerste plaats een gevaar voor de Nederlandsche arbeidersklasse. Zij zal al haar krachten moeten inspan nen en vereenigen, om de reactionnaire aanvallen, die van dit ministerie te ver wachten zijn, af te slaan. dit tyd de Ho« kleiner u den hMk naar links maakt, hoe grooter het ongeluk, dat ertn past.('t I» veel minder tijdroovend om In alle bochten ak^d recht* te houden). Ir. J. A. M. VAN BUUREN Waterstaat. Uit De Residentiebode (r.k.): Een historische dag in de parlementaire geschiedenis van Nederland en juist daar om ook in heel onze historie omdat dit ge beuren in parlement en regeering de uit wendige vorm is van wat zich in de gees ten van onze Nederlandsche tydgenooten heeft voltrokken. Wat nooit meer zou komen, is toch geko men of is juist gekomen. En het is een hoogst merkwaardig verschijnsel: dat in den barnenden strijd, dien de wereld, en vooral Europa om ons heen, sinds jaren en vooral thans doormaakt in den geweldigen drang naar links, met de gevolgde nationa listische reacties en het toen nog weer ster kere naar links oprukken, in Nederland een zóó principieele keus is gedaan door de meerderheid van ons volk. Een keus, die een belijdenis inhoudt van den christelijken grondslag, waarop niet alleen persoonlijk en gezinsleven, moeten steunen, maar ook Staatkundige, wetgeving en bestuur. En dan in dezen tijd zeker niet op de laatste plaats: de economie. Jaren en eeuwen komen en gaan. Par tijen, die tot ongekende macht in Neder land waren opgeklommen, zyn tot welhaast niets teruggeslonken; hetzelfde lot wacht iedere partij, die niet op eeuwigheids-begin selen steunt. Het is het onvermijdelijke ge volg van het wegvallen van een tydelyke bestaansreden. Het zal de taak van het nieuwe christe lijke kabinet zijn, de zuivere reactiepartijen van liberalisme en socialisme overbodig te maken. Het nieuwe Kabinet-Colijn is dan nu uit de vele gedaanteverwisselingen, welke het als embryo tijdens de formaties had aange nomen, plotseling als een kerkelijk of „rechtsch" partijen-Kabinet, een Coalitie- Kabinet of een Kabinet van nieuwe „recht sche" samenwerking hoe men het ook noemen wil in het leven gesprongen. De inhoud van de voordracht aan Hare Majesteit is ten minste bekend gegeven schrijft de „N. R. C r t." Welke gerechtvaardigde bedenkingen men tegen zijn wording, zijn samenstelling en program ook zou hebben, indien drie par tijen, daartoe door den formateur geroepen en een meerderheid in de Staten-Generaal H. VAN BOEIJEN Binnenlandsche Zaken. Het blad besluit: Wat onmogelijk scheen, is mogelijk ge bleken. De vrijzinnige ministerieele medestanders in het kabinet van 1933-1937, die den minis ter-president krachtdadigen bijstand heb ben verleend, zijn geëlimineerd. Van de R.K. Staatsparty, die hem in dien tijd op alle mogelijke manieren heeft dwars ge zeten en in 1935 zelfs door haar gebrek van vertrouwen een kabinetscrisis heeft doen verwekken, zijn er vier leden plus een partijlooze R.K. met een portefeuille begif tigd. De man, die het „slaakt de boeien" heeft uitgeroepen, heeft zich zelf in de boeien geklonken van zijn ambtgenooten Goseling, Steenberghe, Romme. Vooral de opneming van mr. Steenberghe in het kabi net zal den heer Colijn allesbehalve vreugde hebben bereid. Liever hadden wij gezien, dat de forma teur, na het volle gewicht van zijn persoon lijkheid en de door hem voorgestane idee te hebben doen gelden, zijn taak had neer gelegd, zoo men hem by de formatie of daarna onvoldoenden steun had geboden, dan in de positie van reeds in den aanvang op twee gedachten te hebben gehinkt en daarna voortdurend zelf te zijn omgevallen. De „Telegraaf' schrijft o.m.: Het nieuwe Kabinet had veel beter, maar ook veel slechter kunnen zijn. Ons land heeft weer een parlementair ministerie, dat wel is waar geen groote, maar toch een solide meerderheid achter zich heeft. Tegenover deze regeering staat een oppositie, die alles' zins bewaam is controle uit te oefenen. Als men bedenkt, hoe sterk in andere landen het parlementaire regime is afgetakeld, dan moet men dankbaar erkennen, dat het bij ons normaal functionneert en een bolwerk voor onze volks vrij heden blijft vormen Natuurlijk zullen velen, die op dr. Colijn niet als op den partijman, maar als op een nationale figuur hebben gestemd, zich te leurgesteld gevoelen. Naar onze meening niet ten onrechte. Zij kunnen zich troosten met de gedachte, dat het aan hun stem is te danken, dat wij hem en niet de een of andere meer of minder bekwame politieke figuur, als minister-president aan het hoofd van 's lands zaken zien staan. Dat is een waarborg voor een redelijken gang van zaken in de komende jaren. Daar staat tegenover, dat geheel noode- loos de partijpolitiek opnieuw op de spits is gedreven. Aannemende, dat de leden van het nieuwe kabinet, der traditie getrouw, niet tegelijk het lidmaatschap van de Tweede Kamer zullen waarnemen, zullen, aldus meldt het „Vad.", tengevolge van het optreden van het nieuwe kabinet een zevental nieuwe leden m de Tweede Kamer zitting nemen. De katholieke ministers mr. Goseling, m9. Steenberghe en Weiter zullen resp. worden opgevolgd door mr. J. H. van Maartseveen te Utrecht, dr. J. C. M. Sweens, burgemees ter van Gilze-Ryen en H. E. van den Brule, oud-lid der Kamer. De zetel van prof. Slotemaker de BraSt\? $al worden ingenomen door jhr. mr. J. W. H. Rutgers van Rozenburg te Bilthoven, rot voor kort lid der Kamer. Wat de opvolgers der ministers Colijn, De Wilde en Van Dyk betreft, zal in de eerste plaats mr. J. Algera te Leeuwarden zittir nemen. Voorts zal het gaan tusschen de ren mr. T. Bout te Groningen, G. Baas te Amsterdam en H. Botterweg te Utrecht. Wie van deze drie heeren gekozen ztiüén worden verklaard, zal worden bepaald dqtclr de volgorde, waarin de ontslagaanvrage ofgr genoemde ministers door het Centraal Stem bureau in behandeling wordt genomen, HOE OUD ZIJN ZE? Gerangschikt naar den ouderdom ziet <te ministers-lijst er aldus uit. Minister Slotemaker de Bruine 68 jaar dr. Colijn 68 n J. J. C. v. Dyk 66 n mr. De Wilde 98 H Weiter 57 0 99 mr. dr. ir. v. Buuren 52 99 mr. v. Boeyen 48 99 mr. Goseling 46 99 mr. Romr.e 40 99 mr. Steenberghe 38 Beëediging ministers op het Huis ten Bosch. De regeeringspersdienst meldt: H. M. de Koningin heeft het besluit ge teekend waarbij de door den kabinetsforma teur dr. Colijn voorgedragen leden van hét kabinet met ingang van heden als zoödai zyn benoemd. De namen stemmen overeen met (Je welke gisteren als vermoedelijke samen: ling van het kabinet is vermeld. De nieuwe ministers zullen hedenochtend te 10 uur op het huis Ten Bosch beëedigd worden. DE BRAND OP DE „MARNIX". Behandeling voor den Raad de Scheepvaart. voor Wij zijn overtuigd, dat de zaken niet zyn geloopen, zooals dr. Colijn en andere mach tigen in den lande het gaarne hadden ge wild. Nakaarten heeft echter geen zin. Wij kun nen slechts de hoop uitspreken, dat dit nieuwe party-ministerie 's lands zaken met evenveel succes zal behartigen, als het af getreden kabinet dit heeft gedaan. De Bataviasche pers wijdt uiteenloopen- de beschouwingen aan de samenstelling van het nieuwe kabinet: Het „Nieuws van den Dag van N. I." ziet in het coalitie-kabinet den weerslag van het resultaat der jongste verkiezingen, waarbij door personen die uitslag is geaccentueerd, waarbij de vorm vrij sterk is, doch waarbij de beginselen by de uitvoering moeilijkheden zullen op leveren. Het blad heeft goede hoop op een kans van slagen. De „J a v a-b o d e" daarentegen ziet weinig perspectief voor de komende jaren en verwacht tegenstand, verdeeldheid en strijd, zooals in de dagen van Kuyper en Heemskerk. RIJKSKWEEKSCHOOL TE ALKMAAR. Eindexamen in nuttige handwerken. Geëxamineerd acht candidaten, afge wezen geen. Geslaagd de dames C. Brands te Bergen, A. de Bruijn te Leeuwarden, S. Huberts te Marum (Gr.), L. Maschhaupt te Alkmaar, A. van Peursen te Hoorn, A. Vahl te Heiloo, B. van der Worp te Alkmaar en T. van Zeegen te Castricum. In den middag van 25 Februari j.1, is aan boord van het passagier-motorschip „Marni'x van Sin^, Aldegonde", dat op weg was van Tandjong Priok naar Singapore, in Straat Bangka brand uitgebroken in de trunk van luik V. Toen de brand bemerkt was, is gsoot alarm gegeven, en de equipage heeft in een. half uur tijds de brand met de noodige stra len gebluscht. De lading kapok en vezels ging verloren en werd te Singapore gelost. De Raad voor de Scheepvaart heeft van ochtend den tweeden stuurman C. Kruyt ge hoord, om zich over de inrichting van de trunk en over de getroffen maatregelen te doen inlichten. De getuige verklaarde, dat na het ontdekken van den brand bleek, dat de rook naar beneden sloeg, mede een ge volg van het feit, dat de machinekamer door die trunk zijn versche lucht aanzoog. In de provisiekamer kwamen veel men- schen, er brandde electrisch licht. Er was geen gelegenheid om temperatuur op te ne men. Voor de ventilatie was by het laden in een der hoeken van den koker een ruimte vrijgelaten. De tweede stuurman achtte het niet waarschijnlijk, dat de brand ontstaan is doordat een brandend strootje in den ko ker is geworpen, daar de vuurhaard aange troffen is op een plaats, waar men geen strootje zou kunnen werpen. Wel kwam in de vrieskamers vrij veel ondergeschikt per soneel. Daar de balen aan de buitenzijde en niet aan de binnenzijde waren verbrand, leek het den getuige eveneens onwaarschijn lijk, dat broeiing de oorzaak zou zijn. De Raad besloot den kapitein te dagvaar den voor het geven van nadere inlichtingen en stelde de behandeling deswege tot nader datum uit. De rechtbank te Groningen heeft vanochtend uitspraak gedaan in de za ken tegen de zeven verdachten, betrok ken bij den in den nacht van 1 Decem ber 1936 gepleegden overval met roof op den 64-jarigen heer Chr. Reyntjes te leek. De rechtbank, die moord noch dood slag bewezen achtte, veroordeelde de drie hoofdverdachten, den 30-jarigen C. Trouw, den 41-jarigen W. de Boer, beiden te Groningen, en den 30-jarigen W. van Duinen te Hoogkerk wegens diefstal, onder verschillende verzwaren de omstandigheden gepleegd en vooraf gegaan door geweldpleging, den dood tengevolge hebbende, tot respectievelijk tien, tien en acht jaar gevangenisstraf. De eisch tegen deze verdachten luid de onderscheidenlijk dertien, tien en acht jaar gevangenisstraf. De 27-jarige chauffeur F. van Oosting te Hoogkerk werd wegens uitlokking van de zen door de vorige verdachten gepleegden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 9