£a*uL en JmuBouw Rechtszaken JfcowHciaai Tlieuws o» Hunebedden in het landschap van Drente. ALKMAARSCHE COURANT van VRIJDAG 25 JUNI 1937 Geheimzinnige grafkelders uit een ver verleden Het gebruik van ondermelk voor varkens en kalveren. SCHERMERHORN ZIJ PC EGMOND BINNEN EGMOND A. D. HOEF HEM MAAK ZELF JAM MET NATUUR-9*1®®' IN 10 MINUTEN Hunebed bij station Eext (foto A.N.V.V.) ge- Wie deze majestueuse graven van onze eerste voorouders in deze landen wil bewon deren, dient naar het Oude Landschap Drente te gaan, waar nog een 50-tal hune bedden bewaard zijn gebleven. Het grootste ligt by Borger; Emmen heeft er een paar; ook die van Gieten, Rolde en Havelte zijn de moeite van het bezichtigen ruimschoots waard. Het best bewaarde ligt bij Tinaarloo. in de onmiddellijke nabijheid van het sta tion Vries-Zuidlaren. Drente was vroeger geheel door hoog- véenmoerassen omringd. In het Oosten gaf slechts een smalle zandstrook by Coevorden toegang tot het gewest. Langs die tong trokken de eerste bewoners van ons land, door het nageslacht de „Hunebedbouwers" geheeten, het land binnen. Vooral de Honds rug leende zich uitstekend tot nederzetting. De bodem lag hoog genoeg om beschermd te zijn tegen het water der zee. De leemhou- dende hellingen der heuvels waren bezet met bosch. Zij boden gelegenheid voor het uitoefenen der jacht en leverden hout op voor verschillende doeleinden. Volgens dr. W. Pleyte zijn Emmen en Odoorn de eerst- bewoonde plekjes van het vaderland weest. Al zullen die stammen waarschijnlijk no maden geweest zijn, die her- en derwaarts trokken, toch moeten zy hier geruimen tijd vertoefd hebben. De onvergankelijke steen graven zijn niet het werk van een stam, die zich hier slechts voor zéér korten tijd had gevestigd. B(j ondergaande zon werd het stoffelijk omhulsel van den gevallen held verbrand. De bedroefde moeder of de treurende gade vervaardigde met kunstige hand uit kneed baar leem de fraaie urn, waarin de asch van den afgestorvene zou worden bewaard. Dan werd het hunebed opgebouwd. Op een pla veisel van keien werd de lijkbus neerge steld. Groote graniet-, gneis- en semietbrok- ken, met mannekracht naar de bestemde plaats gerold, werden in een vierkant, als een steenen kamer, gelegd, en de openingen met grootere en kleinere steenen gevuld. Langs de aarde, tegen de buitenwanden heuvelvormig opgehoopt, werden ontzaglijke granietblokken naar boven gewenteld, om tot deksteenen te dienen en het gewelf te vormen van het reuzengraf, dat geslachten na geslachten vermelden moest: „Hier slui mert één uwer broeders, u vele eeuwen voor gegaan in zy'n langen nacht". Het aantal hunebedden is vroeger veel grooter geweest. Toen werden de grootste keien verbrijzeld om tot verharding der we gen te dienen. Lezen we niet van een hune bed by Borger, dat meer dan 100 karrevrach- ten steen opleverde? Voor verdere vernie ling is gelukkig gewaakt. De hunebedden zijn thans alle rijks- of provinciaal eigen dom. In of by de oude begraafplaatsen vond men dikwijls werktuigen en wapenen uit het steentijdperk. Het Prov. Museum van Oud heden te Assen, ondergebracht in het fraaie overblijfsel van een oud klooster, bewaart daarvan een merkwaardige en bezienswaar dige collectie. Door den Kimbrischen vloed had er een opschuiving der volkeren plaats. Ons land werd toen de woonplaats van versphillende Germaansche stammen. De Saksen trokken over dezelfde landtong by Coevorden Drente binnen. Ook zij vestigden zich op de hellingen der heuvels, kenbaar door weelderigen planten groei. Rondom een opengekapte ruimte bouwden zij in het bosch hun hutten kris kras door elkaar. Zoo waren zij verborgen voor de oogen van doortrekkende vijandige stammen. Die open ruimte de latere Brink werd de vergaderplaats der Markgenoo- ten. Toen ook de boomen tusschen de hui zen gekapt werden, ontstonden de wegen, alle op de Brink uitloopende. Ook uit dien eersten Saksischen tijd be waart het Oude Landschap nog een herin nering, de z.g.n. Balloërkuil by Rolde, een omwalde kuil, waarvan de randen met boo men begroeid zyn. „Bij klimmender zonne" werd hier door onze Germaansche voor ouders de vierschaar gespannen, werd de schuldige veroordeeld „dat hij zijn misdaad naar de wet zoene". Vreeselyk waren soms de straffen, hier opgelegd. In onzen tyd werd ter gelegenheid van een Koninklijk bezoek nog eens een oude Germaansche rechtspleging opgevoerd in den Balloërkuil: de plaats en de plek „onder hoogen hemel „onder groen geboomte „onder eik en esch „onder beuk en berk „onder lork en linde „op wapengewonnen, Germaanschen grond". Ja, waarlijk, aan historische herinnerin gen kan de toerist in het Oude Landschap zijn hart ophalen. Maar ook op ander ge bied valt er veel te genieten. Drente is rijk aan natuurschoon van een zeer eigen karak ter. Een tochtje langs den Hondsrug van Zuidlaren naar Emmen zal u daarvan over tuigen. Ook Rolde, Norg, Dwingelo, Havelte en vele andere dorpen hebben aardige om streken. De oud-Saksische boerderijen, de z.g.n halle-woningen, bewaren veel uit oude en romantische tijden, terwijl de vele ontgin ningen bewijzen, dat in Drente de onderne mingsgeest niet sluimert. BOTERNOTEERING. De commissienoteering voor Nederland- gche boter is onveranderd vastgesteld op 0.75 per K.G. Onder bovenstaand opschrift ontvingen wij een circulaire van den heer dr. J. Gras huis, directeur C.L.O, mengvoeder-controle te Arnhem. Hoewel wij zelf in de laatste jaren over dit onderwerp herhaaldelijk het een en an der gepubliceerd hebben, is het ons bekend, dat veel Noordhollandsche veehouders dit voedermiddel nog niet voldoende weten te waardeeren. Dit is voor ons dan ook reden om den inhoud dezer circulaire hier in haar geheel weer te geven, in de hoop, dat vele veehouders hier hun voordeel mede mogen doen. 100 L. ondermelk komt in voedingswaarde ongeveer overeen met 10 K.G. lijnmeel, zoo dat op grond hiervan de huidige voeder- waarde ongeveer 87 cent bedraagt. De wer kelijke waarde in geld uitgedrukt, is hooger. (Dierlijk eiwit, vitaminen, hoogere z.w.) Thans laten wy de circulaire van dr. Gras huis volgen. Het Noord-Holl. Veevoeder-Bureau, Secretaris: De Ryksveeteeltconsulent, Ir. L. de Vries, Landbouwhuis, Alk maar. Ondermelk is een buitengewoon waarde vol voedermiddel, doch een massa veehou ders weten dit product niet op de meest doelmatige wijze te gebruiken, waardoor in de praktijk nogal bezwaren optreden. Als regel schrijft men deze bezwaren niet toe aan de ondermelk zelf, doch aan hetgeen er .«ast is gevoerd; veelal de meelvoeders. Het gevolg daarvan is dan, dat deze meel voeders ten onrechte min of meer in dis- crediet worden gebracht. Het is daarom wel van belang, dat aan de veehouders duidelijk wordt gemaakt, hoe zij de ondermelk moe ten verstrekken en in welke hoeveelheden. In de warme maanden, ongeveer van April tot November, komt in ondermelk veel rotting voor. Zelfs in de koemelk kunnen rottingsbacteriën aanwezig zyn, vooral als ze van Zaterdag tot Maandag op de boerderij is blijven staan. Aan de fabriek wordt de on dermelk gepasteuriseerd. Alle bacteriën sterven af, behalve de echte rottingsbacte riën. Het is daarom vaak niet mogelijk die ondermelk zoet te houden, tenzij men con- serveeringsmiddelen gebruikt, zooals for- maline e.d. Het wil ons echter voorkomen, dat dergelijke middelen voor onze jonge dieren niet ongevaarlijk zijn, zoodat het ge bruik daarvan afgeraden moet worden. Aan de boerderij gaat het rottingsproces verder en ze wordt z.g. „goorzuur", dus niet zuur en niet zoet, vaak met een luchtje er aan. Deze goorzure ondermelk is buitenge woon gevaarlijk voor jonge dieren. Biggen en loopvarkens worden na het gebruik er van spoedig ziek, vertoonen een opgetrokken buik, waggelenden gang, vaak diarrhee, soms braken, de ooren worden blauw, later ook het geheele lichaam en in één dag kan de helft van den koppel gestorven zijn. Het ziektebeeld lijkt dan veel op pest. Vooral op Dinsdag is het aantal ziektegevallen zeer groot. Wanneer men direct ingrijpt, de over blijvende dieren direct alle voedsel ont houdt, gedurende 2 dagen en alleen gekookt water met een ontsmettingsmiddel (van den dierenarts) verstrekt, dan blijft de rest meestal in leven. Ook komt het voor, dat de varkens alleen diarrhee vertoonen en vermageren. Ook in dat geval past men dezelfde behandeling toe. Zonder onthouding van voedsel, vooral van het eiwit, is niet gemakkelijk genezing te verkrijgep. In sommige gevallen gelukt het in de praktijk door alleen gerstemeel te geven. Veel beter zijn de uitkomsten echter, wanneer men de boven aangegeven methode volgt. Ook wanneer diarrhee het gevolg is van andere oorzaken (te veel eiwit, rotte aard appelen, rotte knollen, rot bietenblad enz.) moet het eiwit en nog liever alle voedsel ge durende de eerste paar dagen onthouden worden. Kalveren zijn niet zoo gevoelig voor goor zure ondermelk als biggen, d.w.z. ze gaan niet zoo schielijk dood. Meestal gaan ze lyden aan slepende diarrhee; meermalen is de buik opgezet, ze gaan kwijnen en worden later vaak wegens slechten groei opgeruimd. Ook bij kalveren kan men door onthouding van alle voedsel, eveneens gedurende 2 dagen en het verstrekken van gekookt water (plus bepaalde ontsmettingsmiddelen van den die renarts) genezing verkrijgen. Deze bezwaren van ondermelk by biggen en kalveren zyn heelemaal te voorkomen, door de ondermelk heelemaal zuur te maken óf met melkzuurbacteriën (aan de fabriek) óf door bij iedere bus ondermelk een liter karnemelk te doen en een dag te laten staan Bij een bepaalde zuurgraad kunnen de rot tingsbacteriën zich niet ontwikkelen en geeft de melk geen bezwaren meer. Wel is de voedingswaarde door de verandering van een gedeelte van de melksuiker in melkzuur een weinig teruggegaan, doch daartegenover staan de groote voordeelen van een teel beteren gezondheidstoestand. Om een voor- spoedigen groei te bereiken en om het risico van ziekte en sterfte zooveel mogelijk te ont- loopen, is het zuur maken van de ondermelk in den zomer als noodzakelijk te beschou wen. Overigens moet men bij het verstrekken van ondermelk ook de voorgeschreven hoe veelheden niet overschrijden, want ook een te veel aan eiwit kan by de dieren ernstige bezwaren geven. Ook zou het gehalte aan vocht in het voedsel te groot kunnen wor den. Wanneer men varkens naast graanmeel ondermelk verstrekt, gaat men liever niet boven 3 liter ondermelk per K.G. graan, doch in geen geval boven 4 liter. Grootere hoeveelheden maken zich slecht betaald en geven vaak aanleiding tot bezwaren. Hier bij zy er nog op gewezen, dat een mengsel van graanmeel plus ondermelk niet vol doende kalk bevat en evenmin voldoende vitaminen. Men doet daarori verstandig om het graanmeel aan te vullen met geslibd kry't 1 en voor de vitamine voor ziening kan men 's zomers een weinig groen voer en 's winters een kleine hoeveelheid levertraan of dohyfralolie verstrekken. Maakt men naast ondermelk gebruik van speciale meelmengels, zgn. ondermelkmeng sels, dan dient men de voorschriften, die op de label zyn aangegeven, stipt te volgen. De benoodigde hoeveelheden ondermelk zijn afhankelijk van het eiwitgehalte van het meelrantsoen. Naast volledige mengvoeders, die reeds een voldoende hoeveelheid eiwit bevatten, mag men alleen dan ondermelk voeren, wanneer men p. 4 lter ondermelk ook 1 K.G. graanmeel (b.v. gerst) toevoegt. Om het kalkgehalte op peil te houden, zal men van te voren aan het graanmeel weer 1 geslibt krijt moeten toevoegen. Bij kalveren kan men op een leeftijd van 2 a 3 weken met zure ondermelk beginnen Nemen we aan, dat men op 3 weken begint In de derde week hebben de dieren b.v, liter zoete melk per dag ontvangen, ver deeld over 3 maaltijden. In de vierde week laat men ze deze zoete melk behouden, ver deeld over 2 maaltijden en men geeft ze daarnaast 2 liter zure ondermelk als derden maaltijd per dag. In de vijfde week geeft men in één maaltijd 2 a 21/2 liter zoete melk en in 2 maaltijden 4 a 4% liter zure onder melk. In de 6e en 7e week kan men nog zoo doorgaan, doch ook de zoete melk heele maal weglaten en alleen zure ondermelk, verdeeld over 2 maaltijden, voederen. Ge leidelijk worden de hoeveelheden zure on dermelk verhoogd tot men op een leeftijd van 8 a 9 weken ongeveer 10 liter per dag geeft. Het is mogelijk om nog meer te geven doch als regel is dit voor de praktijk niet noodig. Naast ondermelk ontvangen de dieren hooi, een passend meelmengsel en by goed weer natuurlijk weidegang. Reeds op een leeftijd van 2 weken begin nen de dieren hooi te eten. Men verzuime vooral niet om dit hooi onder het bereik van de dieren te brengen, b.v. door het als een bosje in het hok te hangen. Als meelmengsel kan men verschillende samenstellingen gebruiken. Als voorbeeld kan dienen: 20 haver, 30 mais, 27'/, gerst, 20 lijnmeel, 2'/, mineralen. Als de dieren er aan gewend zijn, mag men dit meelvoeder tot verzadiging (als droogvoer in een bakje) geven. De opgenomen hoeveelheden bedra gen voor middelmatig-groote kalveren op een leeftijd van 5—9 weken ongeveer K.G. per dag, van 1015 weken ongeveer 1 K.G. per dag. Geeft men meer smakelijke meelvoeders door er b.v. suiker, suikerpulp, melasse e.d. in op te nemen, dan zullen de dieren meer opnemen en zal men de hoeveelheden beter kunnen beperken tot M a 1 K.G. per dag (zie boven). Hetzelfde geldt als men kalver- koekjes of brokjes aan de dieren voert. Ook in deze artikelen is een kleine hoeveelheid melasse verwerkt. Tenslotte willen we nog opmerken, dat groote hoeveelheden zeer koude ondermelk bij onze jonge dieren, vooral kalveren, aan leiding kunnen geven tot het optreden van diarrhee en zelfs bloedwateren. Het verdient dus wel aanbeveling om op koude dagen de ondermelk iets te verwar men door er een kleine hoeveelheid kokend water aan toe te voegen. Op deze wijze gevoederd, zal men over de resultaten met ondermelk buitengewoon te vreden zijn. -- - J. GRASHUIS. REGENDE HET OP HEMELVAARTSDAG? Een afbetalingsmagazijn te Amsterdam voerde een reclamecampagne, uitgaande van de „regenverzekering". De firma verbond zich namelijk tegenover iederen kooper van een fiets om, indien het op Hemelvaartsdag gedurende twee uur (door den kooper aan te geven) meer dan twee m.M. zou regenen, de gekochte fiets cadeau te geven. De justitie kwam evenwel tusschenbeide, aangezien zij hierin een overtreding van de loterijwet zag. De advertenties en de formu lieren werden in beslag genomen. Mr. Gerard Polak, optredende voor de verdachten, betoogde bij de behandeling ter terechtzitting voor den kantonrechter mr. I. van Creveld, dat hier geen sprake was van een loterij, ook niet in den zin der Loterywet, aangezien de mogelijkheid be stond, dat óf alle koopers, óf geen enkele kooper winnaar zou zijn, terwijl een loterij met alleen prijzen of alleen nieten ondenk baar is. Ook op verschillende andere gronden pleitte de verdediger vrijspraak. In zyn vonnis van gisterochtend over woog de kantonrechter o.a. dat bovenge noemde omstandigheden aan de strafbaar heid niet afdoen, omdat de wet in dit on- zicht niet onderscheidt. Ten aanzien van de strafmaat overwoog de kantonrechter, dat er sprake was van een betrekkelijk onschuldige handels reclame, en verder, dat het weinig aanne melijk is, dat iemand, die niet toch een fiets noodig heeft, deze alleen zal koopen in de verwachting, deze niet te behoeven te betalen, omdat er wellicht kans bestaat, dat het op een bepaalden dag zal regenen, ter wijl hieromtrent in ons wisselvallig klimaat met redelijke zekerheid niets valt te voor spellen. Aan beide firmanten is een boete van 5 opgelegd, subs. 1 dag hechtenis. De ambtenaar van het O.M. had resp. 60 en 30 boete geëischt. DIEFSTAL TE BEVERWIJK. Behandeling voor de Haarlemsche rechtbank. Op 23 Augustus van het vorig jaar werd uit een tent op het kermisterrein te Beverwijk een tasch met ongeveer twee duizend gulden gestolen. Het geld behoorde toe aan den 53-jarigen koop man P. C. L. uit Rotterdam, die de tent exploiteerde. De dader had het zeil aan de achterzijde van de tent stukgesneden en de tasch, die onder de toonbank lag, weggenomen. Korten tijd na den diefstal arresteerde de Beverwijksche politie drie personen, w.o. de 42-jarige Amsterdammer F. B., een beruchte figuur uit de Amsterdamsche onderwereld, die dien dag herhaaldelijk in de nabijheid van de tent was gezien en die had staan praten met een neef van den exploitant, die in de tent werkzaam was. De drie verdach ten werden echter wegens gebrek aan bewijs vrijgelaten en wellicht zou deze zaak verder zyn blijven rusten, indien niet de officier van justitie eenigen tijd later een brief had ontvangen van een 29-jarige Rotterdamsche juffrouw, J. S. genaamd, die daarin mede deelde, dat zy wel wist wie de dader was, n.L F. B., die daarop opnieuw werd ge arresteerd en in voorarrest werd gezet.# Tot zijn verbazing ontving de officier daarna weer een brief van dezelfde juffrouw, die nu echter haar aanklacht wilde intrekken Zy werd daarop naar Haarlem ontboden en vertelde toen dat haar eerste mededeeliftg wel degelijk juist was geweest. De officier stelde een vervolging in tegen F. B., die gister voor de Haarlemsche recht bank terechtstond. Er waren niet minder dan twintig getui gen gedagvaard, waarvan vier a decharge en hun verhoor duurde bijna den geheelen dag. De eigenaresse van een theater, dat ook op de kermis te Beverwijk had gestaan, verklaarde dat zij op den bewusten avond een man achter de tent van L. had zien staan, die een pofbroek, geruite kousen, een kort jasje en een pet droeg. Dit stemde overeen met een door de vrouw van den neef van L. bij de politie afgelegde verkla ring, dat verdachte B. ten tijde van de Be verwijksche kermis een pofbroek, een mo- torjas en een pet had gedragen. Voor de rechtbank ontkende zij echter, dit gezegd te hebben, waarop de officier van justitie haar in arrest deed stellen, daar hij ver moedde, dat zij zich aan meineed schuldig had gemaakt. De juffrouw, die door haar brief aan den officier de zaak weer aan het rollen had ge bracht zij had o.a. geschreven, dat zij B. by haar thuis een groot bedrag aan geld had zien tellen kwam voor de vierde maal op haar verklaringen terug en zei nu, dat zij eigenlijk van niets wist. Zij was kwaad geweest op B. en daarom had zij den brief geschrevenToen de officier me dedeelde, dat hij overwoog ook tegen haar een vervolging wegens meineed in te stel len, beloofde zij thans werkelijk de waar heid te zullen zeggen. Zij verklaarde, dat zij nooit gezien had, dat B. geld telde maar dat zij door twee andere getuige was geprest om dat te vertellen. De getuigen a decharge verklaarden al len, dat verdachte destijds een café op het Rembrandtplein in Amsterdam had en dat hij daar den avond van den 23en Augustus steeds aanwezig was geweest. Toen hierna nogmaals de Rotterdamsche uffrouw J. S. werd voorgeroepen, ant woordde zy ontkennend op de vraag van den president, of zij bij haar vorige verkla ring bleef volharden. Zij deelde nu weer mede, dat zij B. wel geld had zien tellen. Nadat de zitting eenigen tijd geschorst was, hield de officier van justitie zijn re quisitoir. Hoewel hij de overtuiging had, dat een aantal getuigen niet de geheele waarheid had gesproken, achtte hij het wet tig en overtuigend bewijs voor de schuld van B. wel geleverd, hoewel hij de mogelijk heid openliet, dat deze den diefstal eigen lijk niet zelf had gepleegd. Wellicht heeft de neef van den tenteigenaar hem de tasch overhandigd. Het door de getuigen a de charge opgegeven alibi wilde de officier bui ten beschouwing laten, aangezien B. volgens hun verklaringen in zijn café aanwezig ge weest zou zijn op het tijdstipdat hy door de Beverwijksche politie werd verhoord. De officier eischte tenslotte tegen B. twee en een half jaar gevangenisstraf. De verdediger mr. W. K. S. van Haastert uit Amsterdam was van oordeel, dat de schuld van verdachte niet bewezen was. De meeste getuigen hebben slechts vage aanwij zingen gegeven terwijl de hoofdgetuige, mej» J. S., haar verklaringen zoo vaak had her roepen, dat daaraan voor de bewijslevering geen waarde mocht worden gehecht. Pleitet vroeg daarom vrijspraak, ook in het geval, dat B. niet zelf den diefstal heeft gepleegd, want dan heeft hy zich schuldig gemaakt aan heling, hetgeen echter niet ten laste fa gelegd. Tenslotte verzocht pleiter de onmid dellijke invrijheidstelling van B. De rechtbank achtte hiervoor geen termen aanwezig en bepaalde de uitspraak op 8 Juli. Wedstrijden op een proefveld. Als voortzetting van den cursus ini aardappelselectie in den afgeloopen winter alhier gehouden door de vereeniging van Akkerbouw „Beemster, Purmer en Scher mer", is dit voorjaar op het land van mevr. Splunter te Beemster een proefveld aange- Iegd. Op Woensdag 23 Juni was een wedstrijd op genoemd proefveld van 22 deelnemers, goede selateurs, voor het herkennen der aardappelziekten, waarbij vooral werd gelet op het beeld van de ziekte hetwelk zich aan een plant vertoonde. De deelnemers bestonden uit twee groepen n.L: le Zoons en personeel van de leden vereeniging. 2e Leerlingen van de le afd. van Landbouwschool te Purmerend. De uitslag van dezen wedstrijd was: Voor zoons en personeel van leden: le pr. N. Knook te Purmer; 2e pr. S. Pol» te Beemster; 3e pr. D. Prins te Beemster. Voor leerlingen van de landbouwschool! le pr. Arie Barendregt te Schermerhornt 2e pr. A. Schoo te Beemster; 3e pr. D. Quantes te Purmer. De prijzen bestonden uit le pr. verg. zil veren medaille; 2e pr. zilveren medaille; 8e pr. bronzen medaille. der Vermindering werkloosheid. In deze gemeente neemt de werkloos heid meer en meer af. In totaal zijn er momenteel nog 43 werkzoekenden, waarvan 28 in de werkverschaffing en 15, vallende onder de steunregeling. Een beperkt aantal werkloozen is met goedvinden van den minister van Soc. Zaken tewerk gesteld in de centrale werkverschaf fing in den polder Waard en Groet. Verlaging jaarwedden wethoudem. In afwijking van het advies van den gemeenteraad hebben Ged. Staten de jaar wedden van de wethoudérs dezer gemeente verlaagd van 350 tot 300. Betere rijwielpaden. De rijwielpaden langs den Heerenweg in deze gemeente lieten op sommige deelen reeds geruimen tijd te wenschen over. Van daar dat ook het Hoogheemraadschap, by wie deze paden in onderhoud zijn, een aan vang heeft gemaakt met de verbetering daarvan. Men is deze verbeteringswerken aange vangen bij de grens van Castricum, terwijl geleidelijk aan de gedeelten gelegen in Egmond-Binnen, Rinnegom en Egmond aan den Hoef en Wimmenum onder handen zul len worden genomen. Restauratiewerken slot op den Hoef. De restauratiewerken van het Slot op den Hoef zijn thans beëindigd. De funda menten zijn geheel vernieuwd en tot even boven den grond opgetrokken, zoodat de indeeling en de omvang van het oude slot nu duidelijk zichtbaar zijn. Tusschen de fun damenten zijn grasperken aangelegd, terwijl men de slotgracht, die tot zijn vermoede lijke oorspronkelijke breedte en diepte ie uitgegraven, geleidelijk aan vol laat loopen. Zooals bekend behooren deze fundamen ten aan de Provincie Noordholland. Provinciaal park-plan. De provincie heeft heden aangekocht alle rondom het Slot op den Hoef gelegen perceelen, teneinde daarop een park aan te leggen. Immers uit de kronieken is geble ken, dat de gravinnen van Egmont nabij het Slot een park hadden, waarin zij haré dagelijksche wandelingen maakten. Ten einde de historie rondom het Slot op den Hoef zooveel mogelijk te doen herleven, is men tot den aanleg van genoemd park be sloten, waardoor deze plek zeer aan his torische waarde zal winnen en het geheel voor de gemeente Egmond-Binnen een waardevolle verfraaiing zal kunnen worden. Vreemde broedplaats. Een zwaluwenpaar heeft hier een vreem» de broedplaats opgezocht. Het is bezig zij]} woning te bouwen op een ronden schuift gordijnstok, in de O. L. school. Aan dj) werkzaamheden der onderwijzers of aen den zang storen zy zich niiet en ze gevoelen zich hier blijkbaar geheel thuis.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 9