£a*uL en JmuBouw
Rechtszaken
JfcowHciaai Tlieuws
o»
Hunebedden in het landschap van Drente.
ALKMAARSCHE COURANT van VRIJDAG 25 JUNI 1937
Geheimzinnige grafkelders uit
een ver verleden
Het gebruik van ondermelk
voor varkens en
kalveren.
SCHERMERHORN
ZIJ PC
EGMOND BINNEN
EGMOND A. D. HOEF
HEM
MAAK ZELF JAM MET
NATUUR-9*1®®'
IN 10 MINUTEN
Hunebed bij station Eext
(foto A.N.V.V.)
ge-
Wie deze majestueuse graven van onze
eerste voorouders in deze landen wil bewon
deren, dient naar het Oude Landschap
Drente te gaan, waar nog een 50-tal hune
bedden bewaard zijn gebleven. Het grootste
ligt by Borger; Emmen heeft er een paar;
ook die van Gieten, Rolde en Havelte zijn
de moeite van het bezichtigen ruimschoots
waard. Het best bewaarde ligt bij Tinaarloo.
in de onmiddellijke nabijheid van het sta
tion Vries-Zuidlaren.
Drente was vroeger geheel door hoog-
véenmoerassen omringd. In het Oosten gaf
slechts een smalle zandstrook by Coevorden
toegang tot het gewest. Langs die tong
trokken de eerste bewoners van ons land,
door het nageslacht de „Hunebedbouwers"
geheeten, het land binnen. Vooral de Honds
rug leende zich uitstekend tot nederzetting.
De bodem lag hoog genoeg om beschermd
te zijn tegen het water der zee. De leemhou-
dende hellingen der heuvels waren bezet
met bosch. Zij boden gelegenheid voor het
uitoefenen der jacht en leverden hout op
voor verschillende doeleinden. Volgens dr.
W. Pleyte zijn Emmen en Odoorn de eerst-
bewoonde plekjes van het vaderland
weest.
Al zullen die stammen waarschijnlijk no
maden geweest zijn, die her- en derwaarts
trokken, toch moeten zy hier geruimen tijd
vertoefd hebben. De onvergankelijke steen
graven zijn niet het werk van een stam, die
zich hier slechts voor zéér korten tijd had
gevestigd.
B(j ondergaande zon werd het stoffelijk
omhulsel van den gevallen held verbrand.
De bedroefde moeder of de treurende gade
vervaardigde met kunstige hand uit kneed
baar leem de fraaie urn, waarin de asch van
den afgestorvene zou worden bewaard. Dan
werd het hunebed opgebouwd. Op een pla
veisel van keien werd de lijkbus neerge
steld. Groote graniet-, gneis- en semietbrok-
ken, met mannekracht naar de bestemde
plaats gerold, werden in een vierkant, als
een steenen kamer, gelegd, en de openingen
met grootere en kleinere steenen gevuld.
Langs de aarde, tegen de buitenwanden
heuvelvormig opgehoopt, werden ontzaglijke
granietblokken naar boven gewenteld, om
tot deksteenen te dienen en het gewelf te
vormen van het reuzengraf, dat geslachten
na geslachten vermelden moest: „Hier slui
mert één uwer broeders, u vele eeuwen voor
gegaan in zy'n langen nacht".
Het aantal hunebedden is vroeger veel
grooter geweest. Toen werden de grootste
keien verbrijzeld om tot verharding der we
gen te dienen. Lezen we niet van een hune
bed by Borger, dat meer dan 100 karrevrach-
ten steen opleverde? Voor verdere vernie
ling is gelukkig gewaakt. De hunebedden
zijn thans alle rijks- of provinciaal eigen
dom.
In of by de oude begraafplaatsen vond
men dikwijls werktuigen en wapenen uit het
steentijdperk. Het Prov. Museum van Oud
heden te Assen, ondergebracht in het fraaie
overblijfsel van een oud klooster, bewaart
daarvan een merkwaardige en bezienswaar
dige collectie.
Door den Kimbrischen vloed had er een
opschuiving der volkeren plaats. Ons land
werd toen de woonplaats van versphillende
Germaansche stammen. De Saksen trokken
over dezelfde landtong by Coevorden Drente
binnen.
Ook zij vestigden zich op de hellingen der
heuvels, kenbaar door weelderigen planten
groei. Rondom een opengekapte ruimte
bouwden zij in het bosch hun hutten kris
kras door elkaar. Zoo waren zij verborgen
voor de oogen van doortrekkende vijandige
stammen. Die open ruimte de latere Brink
werd de vergaderplaats der Markgenoo-
ten. Toen ook de boomen tusschen de hui
zen gekapt werden, ontstonden de wegen,
alle op de Brink uitloopende.
Ook uit dien eersten Saksischen tijd be
waart het Oude Landschap nog een herin
nering, de z.g.n. Balloërkuil by Rolde, een
omwalde kuil, waarvan de randen met boo
men begroeid zyn. „Bij klimmender zonne"
werd hier door onze Germaansche voor
ouders de vierschaar gespannen, werd de
schuldige veroordeeld „dat hij zijn misdaad
naar de wet zoene". Vreeselyk waren soms
de straffen, hier opgelegd.
In onzen tyd werd ter gelegenheid van
een Koninklijk bezoek nog eens een oude
Germaansche rechtspleging opgevoerd in den
Balloërkuil:
de plaats en de plek
„onder hoogen hemel
„onder groen geboomte
„onder eik en esch
„onder beuk en berk
„onder lork en linde
„op wapengewonnen, Germaanschen
grond".
Ja, waarlijk, aan historische herinnerin
gen kan de toerist in het Oude Landschap
zijn hart ophalen. Maar ook op ander ge
bied valt er veel te genieten. Drente is rijk
aan natuurschoon van een zeer eigen karak
ter. Een tochtje langs den Hondsrug van
Zuidlaren naar Emmen zal u daarvan over
tuigen. Ook Rolde, Norg, Dwingelo, Havelte
en vele andere dorpen hebben aardige om
streken.
De oud-Saksische boerderijen, de z.g.n
halle-woningen, bewaren veel uit oude en
romantische tijden, terwijl de vele ontgin
ningen bewijzen, dat in Drente de onderne
mingsgeest niet sluimert.
BOTERNOTEERING.
De commissienoteering voor Nederland-
gche boter is onveranderd vastgesteld op
0.75 per K.G.
Onder bovenstaand opschrift ontvingen
wij een circulaire van den heer dr. J. Gras
huis, directeur C.L.O, mengvoeder-controle
te Arnhem.
Hoewel wij zelf in de laatste jaren over
dit onderwerp herhaaldelijk het een en an
der gepubliceerd hebben, is het ons bekend,
dat veel Noordhollandsche veehouders dit
voedermiddel nog niet voldoende weten te
waardeeren. Dit is voor ons dan ook reden
om den inhoud dezer circulaire hier in haar
geheel weer te geven, in de hoop, dat vele
veehouders hier hun voordeel mede mogen
doen.
100 L. ondermelk komt in voedingswaarde
ongeveer overeen met 10 K.G. lijnmeel, zoo
dat op grond hiervan de huidige voeder-
waarde ongeveer 87 cent bedraagt. De wer
kelijke waarde in geld uitgedrukt, is hooger.
(Dierlijk eiwit, vitaminen, hoogere z.w.)
Thans laten wy de circulaire van dr. Gras
huis volgen.
Het Noord-Holl. Veevoeder-Bureau,
Secretaris: De Ryksveeteeltconsulent,
Ir. L. de Vries, Landbouwhuis, Alk
maar.
Ondermelk is een buitengewoon waarde
vol voedermiddel, doch een massa veehou
ders weten dit product niet op de meest
doelmatige wijze te gebruiken, waardoor in
de praktijk nogal bezwaren optreden. Als
regel schrijft men deze bezwaren niet toe
aan de ondermelk zelf, doch aan hetgeen
er .«ast is gevoerd; veelal de meelvoeders.
Het gevolg daarvan is dan, dat deze meel
voeders ten onrechte min of meer in dis-
crediet worden gebracht. Het is daarom wel
van belang, dat aan de veehouders duidelijk
wordt gemaakt, hoe zij de ondermelk moe
ten verstrekken en in welke hoeveelheden.
In de warme maanden, ongeveer van
April tot November, komt in ondermelk veel
rotting voor. Zelfs in de koemelk kunnen
rottingsbacteriën aanwezig zyn, vooral als ze
van Zaterdag tot Maandag op de boerderij is
blijven staan. Aan de fabriek wordt de on
dermelk gepasteuriseerd. Alle bacteriën
sterven af, behalve de echte rottingsbacte
riën. Het is daarom vaak niet mogelijk die
ondermelk zoet te houden, tenzij men con-
serveeringsmiddelen gebruikt, zooals for-
maline e.d. Het wil ons echter voorkomen,
dat dergelijke middelen voor onze jonge
dieren niet ongevaarlijk zijn, zoodat het ge
bruik daarvan afgeraden moet worden.
Aan de boerderij gaat het rottingsproces
verder en ze wordt z.g. „goorzuur", dus niet
zuur en niet zoet, vaak met een luchtje er
aan. Deze goorzure ondermelk is buitenge
woon gevaarlijk voor jonge dieren. Biggen
en loopvarkens worden na het gebruik er
van spoedig ziek, vertoonen een opgetrokken
buik, waggelenden gang, vaak diarrhee, soms
braken, de ooren worden blauw, later ook
het geheele lichaam en in één dag kan de
helft van den koppel gestorven zijn. Het
ziektebeeld lijkt dan veel op pest. Vooral op
Dinsdag is het aantal ziektegevallen zeer
groot. Wanneer men direct ingrijpt, de over
blijvende dieren direct alle voedsel ont
houdt, gedurende 2 dagen en alleen gekookt
water met een ontsmettingsmiddel (van den
dierenarts) verstrekt, dan blijft de rest
meestal in leven.
Ook komt het voor, dat de varkens alleen
diarrhee vertoonen en vermageren. Ook in
dat geval past men dezelfde behandeling
toe.
Zonder onthouding van voedsel, vooral
van het eiwit, is niet gemakkelijk genezing
te verkrijgep. In sommige gevallen gelukt
het in de praktijk door alleen gerstemeel te
geven. Veel beter zijn de uitkomsten echter,
wanneer men de boven aangegeven methode
volgt.
Ook wanneer diarrhee het gevolg is van
andere oorzaken (te veel eiwit, rotte aard
appelen, rotte knollen, rot bietenblad enz.)
moet het eiwit en nog liever alle voedsel ge
durende de eerste paar dagen onthouden
worden.
Kalveren zijn niet zoo gevoelig voor goor
zure ondermelk als biggen, d.w.z. ze gaan
niet zoo schielijk dood. Meestal gaan ze lyden
aan slepende diarrhee; meermalen is de buik
opgezet, ze gaan kwijnen en worden later
vaak wegens slechten groei opgeruimd. Ook
bij kalveren kan men door onthouding van
alle voedsel, eveneens gedurende 2 dagen
en het verstrekken van gekookt water (plus
bepaalde ontsmettingsmiddelen van den die
renarts) genezing verkrijgen.
Deze bezwaren van ondermelk by biggen
en kalveren zyn heelemaal te voorkomen,
door de ondermelk heelemaal zuur te maken
óf met melkzuurbacteriën (aan de fabriek)
óf door bij iedere bus ondermelk een liter
karnemelk te doen en een dag te laten staan
Bij een bepaalde zuurgraad kunnen de rot
tingsbacteriën zich niet ontwikkelen en geeft
de melk geen bezwaren meer. Wel is de
voedingswaarde door de verandering van een
gedeelte van de melksuiker in melkzuur een
weinig teruggegaan, doch daartegenover
staan de groote voordeelen van een teel
beteren gezondheidstoestand. Om een voor-
spoedigen groei te bereiken en om het risico
van ziekte en sterfte zooveel mogelijk te ont-
loopen, is het zuur maken van de ondermelk
in den zomer als noodzakelijk te beschou
wen.
Overigens moet men bij het verstrekken
van ondermelk ook de voorgeschreven hoe
veelheden niet overschrijden, want ook een
te veel aan eiwit kan by de dieren ernstige
bezwaren geven. Ook zou het gehalte aan
vocht in het voedsel te groot kunnen wor
den.
Wanneer men varkens naast graanmeel
ondermelk verstrekt, gaat men liever niet
boven 3 liter ondermelk per K.G. graan,
doch in geen geval boven 4 liter. Grootere
hoeveelheden maken zich slecht betaald en
geven vaak aanleiding tot bezwaren. Hier
bij zy er nog op gewezen, dat een mengsel
van graanmeel plus ondermelk niet vol
doende kalk bevat en evenmin voldoende
vitaminen. Men doet daarori verstandig om
het graanmeel aan te vullen met geslibd
kry't 1 en voor de vitamine voor
ziening kan men 's zomers een weinig groen
voer en 's winters een kleine hoeveelheid
levertraan of dohyfralolie verstrekken.
Maakt men naast ondermelk gebruik van
speciale meelmengels, zgn. ondermelkmeng
sels, dan dient men de voorschriften, die op
de label zyn aangegeven, stipt te volgen. De
benoodigde hoeveelheden ondermelk zijn
afhankelijk van het eiwitgehalte van het
meelrantsoen. Naast volledige mengvoeders,
die reeds een voldoende hoeveelheid eiwit
bevatten, mag men alleen dan ondermelk
voeren, wanneer men p. 4 lter ondermelk ook
1 K.G. graanmeel (b.v. gerst) toevoegt. Om
het kalkgehalte op peil te houden, zal men
van te voren aan het graanmeel weer 1
geslibt krijt moeten toevoegen.
Bij kalveren kan men op een leeftijd van
2 a 3 weken met zure ondermelk beginnen
Nemen we aan, dat men op 3 weken begint
In de derde week hebben de dieren b.v,
liter zoete melk per dag ontvangen, ver
deeld over 3 maaltijden. In de vierde week
laat men ze deze zoete melk behouden, ver
deeld over 2 maaltijden en men geeft ze
daarnaast 2 liter zure ondermelk als derden
maaltijd per dag. In de vijfde week geeft
men in één maaltijd 2 a 21/2 liter zoete melk
en in 2 maaltijden 4 a 4% liter zure onder
melk. In de 6e en 7e week kan men nog zoo
doorgaan, doch ook de zoete melk heele
maal weglaten en alleen zure ondermelk,
verdeeld over 2 maaltijden, voederen. Ge
leidelijk worden de hoeveelheden zure on
dermelk verhoogd tot men op een leeftijd
van 8 a 9 weken ongeveer 10 liter per dag
geeft. Het is mogelijk om nog meer te geven
doch als regel is dit voor de praktijk niet
noodig.
Naast ondermelk ontvangen de dieren
hooi, een passend meelmengsel en by goed
weer natuurlijk weidegang.
Reeds op een leeftijd van 2 weken begin
nen de dieren hooi te eten. Men verzuime
vooral niet om dit hooi onder het bereik van
de dieren te brengen, b.v. door het als een
bosje in het hok te hangen.
Als meelmengsel kan men verschillende
samenstellingen gebruiken. Als voorbeeld
kan dienen: 20 haver, 30 mais, 27'/, gerst,
20 lijnmeel, 2'/, mineralen. Als de dieren er
aan gewend zijn, mag men dit meelvoeder
tot verzadiging (als droogvoer in een bakje)
geven. De opgenomen hoeveelheden bedra
gen voor middelmatig-groote kalveren op
een leeftijd van 5—9 weken ongeveer K.G.
per dag, van 1015 weken ongeveer 1 K.G.
per dag.
Geeft men meer smakelijke meelvoeders
door er b.v. suiker, suikerpulp, melasse e.d.
in op te nemen, dan zullen de dieren meer
opnemen en zal men de hoeveelheden beter
kunnen beperken tot M a 1 K.G. per dag (zie
boven). Hetzelfde geldt als men kalver-
koekjes of brokjes aan de dieren voert. Ook
in deze artikelen is een kleine hoeveelheid
melasse verwerkt.
Tenslotte willen we nog opmerken, dat
groote hoeveelheden zeer koude ondermelk
bij onze jonge dieren, vooral kalveren, aan
leiding kunnen geven tot het optreden van
diarrhee en zelfs bloedwateren.
Het verdient dus wel aanbeveling om op
koude dagen de ondermelk iets te verwar
men door er een kleine hoeveelheid kokend
water aan toe te voegen.
Op deze wijze gevoederd, zal men over de
resultaten met ondermelk buitengewoon te
vreden zijn. --
- J. GRASHUIS.
REGENDE HET OP HEMELVAARTSDAG?
Een afbetalingsmagazijn te Amsterdam
voerde een reclamecampagne, uitgaande van
de „regenverzekering". De firma verbond
zich namelijk tegenover iederen kooper van
een fiets om, indien het op Hemelvaartsdag
gedurende twee uur (door den kooper aan
te geven) meer dan twee m.M. zou regenen,
de gekochte fiets cadeau te geven.
De justitie kwam evenwel tusschenbeide,
aangezien zij hierin een overtreding van de
loterijwet zag. De advertenties en de formu
lieren werden in beslag genomen.
Mr. Gerard Polak, optredende voor de
verdachten, betoogde bij de behandeling ter
terechtzitting voor den kantonrechter mr.
I. van Creveld, dat hier geen sprake was
van een loterij, ook niet in den zin der
Loterywet, aangezien de mogelijkheid be
stond, dat óf alle koopers, óf geen enkele
kooper winnaar zou zijn, terwijl een loterij
met alleen prijzen of alleen nieten ondenk
baar is.
Ook op verschillende andere gronden
pleitte de verdediger vrijspraak.
In zyn vonnis van gisterochtend over
woog de kantonrechter o.a. dat bovenge
noemde omstandigheden aan de strafbaar
heid niet afdoen, omdat de wet in dit on-
zicht niet onderscheidt.
Ten aanzien van de strafmaat overwoog
de kantonrechter, dat er sprake was van
een betrekkelijk onschuldige handels
reclame, en verder, dat het weinig aanne
melijk is, dat iemand, die niet toch een
fiets noodig heeft, deze alleen zal koopen in
de verwachting, deze niet te behoeven te
betalen, omdat er wellicht kans bestaat, dat
het op een bepaalden dag zal regenen, ter
wijl hieromtrent in ons wisselvallig klimaat
met redelijke zekerheid niets valt te voor
spellen.
Aan beide firmanten is een boete van 5
opgelegd, subs. 1 dag hechtenis.
De ambtenaar van het O.M. had resp. 60
en 30 boete geëischt.
DIEFSTAL TE BEVERWIJK.
Behandeling voor de Haarlemsche
rechtbank.
Op 23 Augustus van het vorig jaar
werd uit een tent op het kermisterrein
te Beverwijk een tasch met ongeveer
twee duizend gulden gestolen. Het geld
behoorde toe aan den 53-jarigen koop
man P. C. L. uit Rotterdam, die de tent
exploiteerde. De dader had het zeil aan
de achterzijde van de tent stukgesneden
en de tasch, die onder de toonbank lag,
weggenomen.
Korten tijd na den diefstal arresteerde de
Beverwijksche politie drie personen, w.o. de
42-jarige Amsterdammer F. B., een beruchte
figuur uit de Amsterdamsche onderwereld,
die dien dag herhaaldelijk in de nabijheid
van de tent was gezien en die had staan
praten met een neef van den exploitant, die
in de tent werkzaam was. De drie verdach
ten werden echter wegens gebrek aan bewijs
vrijgelaten en wellicht zou deze zaak verder
zyn blijven rusten, indien niet de officier
van justitie eenigen tijd later een brief had
ontvangen van een 29-jarige Rotterdamsche
juffrouw, J. S. genaamd, die daarin mede
deelde, dat zy wel wist wie de dader was,
n.L F. B., die daarop opnieuw werd ge
arresteerd en in voorarrest werd gezet.# Tot
zijn verbazing ontving de officier daarna
weer een brief van dezelfde juffrouw, die
nu echter haar aanklacht wilde intrekken
Zy werd daarop naar Haarlem ontboden en
vertelde toen dat haar eerste mededeeliftg
wel degelijk juist was geweest.
De officier stelde een vervolging in tegen
F. B., die gister voor de Haarlemsche recht
bank terechtstond.
Er waren niet minder dan twintig getui
gen gedagvaard, waarvan vier a decharge
en hun verhoor duurde bijna den geheelen
dag. De eigenaresse van een theater, dat
ook op de kermis te Beverwijk had gestaan,
verklaarde dat zij op den bewusten avond
een man achter de tent van L. had zien
staan, die een pofbroek, geruite kousen, een
kort jasje en een pet droeg. Dit stemde
overeen met een door de vrouw van den
neef van L. bij de politie afgelegde verkla
ring, dat verdachte B. ten tijde van de Be
verwijksche kermis een pofbroek, een mo-
torjas en een pet had gedragen. Voor de
rechtbank ontkende zij echter, dit gezegd
te hebben, waarop de officier van justitie
haar in arrest deed stellen, daar hij ver
moedde, dat zij zich aan meineed schuldig
had gemaakt.
De juffrouw, die door haar brief aan den
officier de zaak weer aan het rollen had ge
bracht zij had o.a. geschreven, dat zij B.
by haar thuis een groot bedrag aan geld
had zien tellen kwam voor de vierde
maal op haar verklaringen terug en zei nu,
dat zij eigenlijk van niets wist. Zij was
kwaad geweest op B. en daarom had zij den
brief geschrevenToen de officier me
dedeelde, dat hij overwoog ook tegen haar
een vervolging wegens meineed in te stel
len, beloofde zij thans werkelijk de waar
heid te zullen zeggen. Zij verklaarde, dat zij
nooit gezien had, dat B. geld telde maar dat
zij door twee andere getuige was geprest om
dat te vertellen.
De getuigen a decharge verklaarden al
len, dat verdachte destijds een café op het
Rembrandtplein in Amsterdam had en dat
hij daar den avond van den 23en Augustus
steeds aanwezig was geweest.
Toen hierna nogmaals de Rotterdamsche
uffrouw J. S. werd voorgeroepen, ant
woordde zy ontkennend op de vraag van
den president, of zij bij haar vorige verkla
ring bleef volharden. Zij deelde nu weer
mede, dat zij B. wel geld had zien tellen.
Nadat de zitting eenigen tijd geschorst
was, hield de officier van justitie zijn re
quisitoir. Hoewel hij de overtuiging had,
dat een aantal getuigen niet de geheele
waarheid had gesproken, achtte hij het wet
tig en overtuigend bewijs voor de schuld
van B. wel geleverd, hoewel hij de mogelijk
heid openliet, dat deze den diefstal eigen
lijk niet zelf had gepleegd. Wellicht heeft
de neef van den tenteigenaar hem de tasch
overhandigd. Het door de getuigen a de
charge opgegeven alibi wilde de officier bui
ten beschouwing laten, aangezien B. volgens
hun verklaringen in zijn café aanwezig ge
weest zou zijn op het tijdstipdat hy door
de Beverwijksche politie werd verhoord. De
officier eischte tenslotte tegen B. twee en
een half jaar gevangenisstraf.
De verdediger mr. W. K. S. van Haastert
uit Amsterdam was van oordeel, dat de
schuld van verdachte niet bewezen was. De
meeste getuigen hebben slechts vage aanwij
zingen gegeven terwijl de hoofdgetuige, mej»
J. S., haar verklaringen zoo vaak had her
roepen, dat daaraan voor de bewijslevering
geen waarde mocht worden gehecht. Pleitet
vroeg daarom vrijspraak, ook in het geval,
dat B. niet zelf den diefstal heeft gepleegd,
want dan heeft hy zich schuldig gemaakt
aan heling, hetgeen echter niet ten laste fa
gelegd. Tenslotte verzocht pleiter de onmid
dellijke invrijheidstelling van B.
De rechtbank achtte hiervoor geen termen
aanwezig en bepaalde de uitspraak op 8 Juli.
Wedstrijden op een proefveld.
Als voortzetting van den cursus ini
aardappelselectie in den afgeloopen winter
alhier gehouden door de vereeniging van
Akkerbouw „Beemster, Purmer en Scher
mer", is dit voorjaar op het land van mevr.
Splunter te Beemster een proefveld aange-
Iegd.
Op Woensdag 23 Juni was een wedstrijd
op genoemd proefveld van 22 deelnemers,
goede selateurs, voor het herkennen der
aardappelziekten, waarbij vooral werd gelet
op het beeld van de ziekte hetwelk zich aan
een plant vertoonde.
De deelnemers bestonden uit twee groepen
n.L:
le Zoons en personeel van de leden
vereeniging.
2e Leerlingen van de le afd. van
Landbouwschool te Purmerend.
De uitslag van dezen wedstrijd was:
Voor zoons en personeel van leden:
le pr. N. Knook te Purmer; 2e pr. S. Pol»
te Beemster; 3e pr. D. Prins te Beemster.
Voor leerlingen van de landbouwschool!
le pr. Arie Barendregt te Schermerhornt
2e pr. A. Schoo te Beemster; 3e pr. D.
Quantes te Purmer.
De prijzen bestonden uit le pr. verg. zil
veren medaille; 2e pr. zilveren medaille; 8e
pr. bronzen medaille.
der
Vermindering werkloosheid.
In deze gemeente neemt de werkloos
heid meer en meer af. In totaal zijn er
momenteel nog 43 werkzoekenden, waarvan
28 in de werkverschaffing en 15, vallende
onder de steunregeling.
Een beperkt aantal werkloozen is met
goedvinden van den minister van Soc. Zaken
tewerk gesteld in de centrale werkverschaf
fing in den polder Waard en Groet.
Verlaging jaarwedden wethoudem.
In afwijking van het advies van den
gemeenteraad hebben Ged. Staten de jaar
wedden van de wethoudérs dezer gemeente
verlaagd van 350 tot 300.
Betere rijwielpaden.
De rijwielpaden langs den Heerenweg in
deze gemeente lieten op sommige deelen
reeds geruimen tijd te wenschen over. Van
daar dat ook het Hoogheemraadschap, by
wie deze paden in onderhoud zijn, een aan
vang heeft gemaakt met de verbetering
daarvan.
Men is deze verbeteringswerken aange
vangen bij de grens van Castricum, terwijl
geleidelijk aan de gedeelten gelegen in
Egmond-Binnen, Rinnegom en Egmond aan
den Hoef en Wimmenum onder handen zul
len worden genomen.
Restauratiewerken slot op den
Hoef.
De restauratiewerken van het Slot op
den Hoef zijn thans beëindigd. De funda
menten zijn geheel vernieuwd en tot even
boven den grond opgetrokken, zoodat de
indeeling en de omvang van het oude slot
nu duidelijk zichtbaar zijn. Tusschen de fun
damenten zijn grasperken aangelegd, terwijl
men de slotgracht, die tot zijn vermoede
lijke oorspronkelijke breedte en diepte ie
uitgegraven, geleidelijk aan vol laat loopen.
Zooals bekend behooren deze fundamen
ten aan de Provincie Noordholland.
Provinciaal park-plan.
De provincie heeft heden aangekocht
alle rondom het Slot op den Hoef gelegen
perceelen, teneinde daarop een park aan te
leggen. Immers uit de kronieken is geble
ken, dat de gravinnen van Egmont nabij
het Slot een park hadden, waarin zij haré
dagelijksche wandelingen maakten. Ten
einde de historie rondom het Slot op den
Hoef zooveel mogelijk te doen herleven,
is men tot den aanleg van genoemd park be
sloten, waardoor deze plek zeer aan his
torische waarde zal winnen en het geheel
voor de gemeente Egmond-Binnen een
waardevolle verfraaiing zal kunnen worden.
Vreemde broedplaats.
Een zwaluwenpaar heeft hier een vreem»
de broedplaats opgezocht. Het is bezig zij]}
woning te bouwen op een ronden schuift
gordijnstok, in de O. L. school. Aan dj)
werkzaamheden der onderwijzers of aen
den zang storen zy zich niiet en ze gevoelen
zich hier blijkbaar geheel thuis.