IN GEHEIMEN
i DIENST
JkoviitciaaC Tlieuws
sSeuUletoH
Verkeersongelukken.
STOMPETOREN
ZUIDSCH ARWOUDf:
Bergen op Zoom, begaf zich in denzelfden
wagen.
Op dat moment had de politie gewacht.
Alle uitgangen waren bezet en de vogels
zaten in de kooi. De rechercheurs doken
plotseling aan alle kanten op en het vier
tal werd aangehouden en uit den trein
gehaald, waarop zij elk afzonderlijk naar
het bureau van de rivierpolitie zijn ge
bracht om te verhinderen dat ze nog met
elkaar zouden spreken.
Tegelijkertijd was S. W. K. in zijn wo
ning aan de Wolphaertsbocht aangehouden
en toen kon het verhoor van de heele
groep beginnen.
Zonderlinge verhalen.
Wat er toen te voorschijn kwam, was
een aantal zonderlinge verhalen, waarvan
een der mannen vermoedelijk buiten den
waard had gerekend en zelf nog het
slachtoffer is geworden. Meergenoemde
v. d. R. namelijk ontkende ooit voor Spanje
geronseld te hebben. Ook hij was slechts
een tusschenpersoon, een bemiddelaar.
Maar in dit geval was hij er niet in ge
slaagd om in Spanje een anderen bemidde
laar te vinden, zoodat het hem niet gelukt
was deze mannen, die telkens weer weg
wilden naar Spanje, daar een plaats te
verschaffen. Ten einde raad had hij zich
nu van deze mannen willen ontdoen door
hen met een kluitje in het riet, of liever
met een spoorkaartje naar Bergen op
Zoom te sturen.
Erg aannemelijk klonk zulks niet en
bovendien was daar nog W. van R., de
Amsterdammer, die niet alleen ook een
kaartje Bergen op Zoom in den zak had,
maar tevens nog over 150 aan contanten
beschikte. Het merkwaardige was echter,
dat deze W. van R. ook al steuntrekker
was en het bevreemdde de politie zeer, dat
hij zoo'n aanzienlijk bedrag met zich mee
droeg. Een afdoende verklaring voor het
geld kon de man niet geven, maar hij
ontkende hardnekkig, dat het bestemd was
geweest om G. P. van E. en J. v. d. V.
voort te helpen.
Verder ondervraagd, deed hij het zon
derlinge verhaal, dat hij het geld uit een
loterij had gekregen. Met een paar werk-
looze vrienden had hij namelijk in de
loterij gespeeld en een prijs gekregen,
ieder 250. De namen van de drie werk-
loozen weigerde hij echter op te geven.
„Of hij dan deze extra-inkomsten aan
den steun had opgegeven?"
Dat was de volgende vraag van de poli
tie, waarop de man ontkennend moest
antwoorden, zoodat hij als verdacht van
oplichting is gearresteerd en ter beschik
king van de Amsterdamsche politie gesteld.
Bovendien kreeg hij ter zake van de ron-
selarij te Rotterdam nog een proces-ver-
baal, evenals W. K. en A. A. v. d. R., die
verder op vrije voeten zijn gesteld, wegens
het bevorderen van het dienstnemen bij de
strijdmacht in Spanje.
De beide gegadigden, die tijdens de on
derhandelingen' enkele malen voorschotten
hebben geïncasseerd, gaan vrij uit.
DE ONDERGANG VAN DE „ANDRA".
Een onderhoud met den kapitein.
Ten kantore van het Nederlandsch be
vrachtingskantoor te Rotterdam hebben
wij gistermiddag een onderhoud gehad met
den gezagvoerder van het stoomschip
„Andra", den heer L. Drachten, wiens
schip, zooals bekend, op 5 April bij de
Spaansche kust in den grond is geboord.
De bemanning van de „Andra" is op 5
Juni j.1. te Rotterdam teruggekeerd, bij
welke gelegenheid wij een onderhoud
hadden met den eersten stuurman. Het
verhaal, dat de stuurman ons deed over
den plotselingen aanval van een gewapen-
den treiler, waarbij de „AndTa" zoodanig
in de machinekamer werd getroffen, dat
twee opvarenden gedood werden, waarna
de overige leden van de bemanning in de
reddingboot gingen, werd ons door den
kapitein geheel bevestigd. Eveneens be
vestigde hij hoe na een onderzoek op de
„Andra", toen de opvarenden aan boord
van den treiler waren genomen, zijn schip,
dat na den eersten treffer was blijven
drijven, tot zinken werd gebracht.
De kapitein vestigde er bij het relaas,
dat hij ons deed, nog eens de aandacht op,
dat de „Andra" de haven van Santander
verlaten had en in ballast voer. Naar San
tander had hij, zoo zeide hij, levensmidde
len gebracht en op de vaart naar deze
haven had hij niet de minste moeite ge
had. Schepen van de Franco-partij waren
zelfs niet te zien geweest.
Toen wij eenmaal in de reddingboot
waren, aldus zeide de kapitein, viel er
volgens mij geen gevaar meer te duchten.
Had men ons willen ombrengen, dan had
men ons schip direct in den grond kunnen
boren of had men op ons kunnen schieten,
toen wij in de boot gingen. Dat ons leven
geen gevaar liep, bleek ook toen wij aan
boord van den treiler waren genomen en
later op den hulpkruiser, die ons te San
Sebastian aan wal bracht. Wij werden wel
als gevangenen behandeld, maar daarom
was de behandeling niet direct slecht.
Te San Sebastian werden we in de ge
vangenis opgesloten, waar we al gauw
bezoek kregen van den Nederlandschen
consul. Twee en twintig dagen heeft de be
manning in deze gevangenis in cellen ge
zeten. Op de vraag of de bahandeling
slecht was, zeide de kapitein dit te moeten
ontkennen. Het was wel doodvervelend in
deze gevangenis en de Spaansche begrip
pen over hygiëne zijn wel heel anders dan
bij ons te lande, maar ten slotte, aldus de
kapitein, moet gezegd worden, dat wij
zeker niet anders dan de overige gevange
nen werden behandeld.
Het was in de gevangenis te San Se
bastian zeer vol en daarom werd de be
manning nadat de consul hiertoe had
medegewerkt, overgebracht naar de ge
vangenis te Tolosa. Daar kwam men met
alle twee-en-twintig op een groote zaal
bijeen. De mannen hielden er den moed in
met af en toe gymnastiek te doen en kaart
te spelen met de kaarten, die een der
Poolsche stokers teekende. Ook werd er
een dambord gemaakt en werden er
schijven vervaardigd van oud brood.
Over de voedselvoorziening had de ka
pitein niet te klagen, Met geld, dat men
van de maatschappij had, kon men voed
sel laten koopen, dikwijls liet men sla en
sardientjes halen.
Van de bemanning waren.' bij den aan
val op de „Andra" tw opvarenden ge
wond. Deze zijn te San Sebastian door een
dokter, die ook een gevangene was, be
handeld. Een van deze gewonden, de
eerste machinist, had men aanvankelijk
niet in behandeling genomen, maar toen
de kapitein hierom verzocht, geschiedde
het ten slotte.
Uitgaande van de onaanvechtbare stel
ling, dat een gevangenis nu eenmaal geen
hotel is, meende de kapitein niet te mogen
zeggen, dat hij en zijn mannen in Spanje
slecht behandeld zijn.
Toen de bemanning terug mocht naar
Nederland, kreeg de kapitein verlof in een
hotel te wonen. De consul maakte een en
ander voor hem in orde. In dit hotel heeft
de heer Drachten het eveneens goed gehad.
Op de vraag, waarom hij langer in
Spanje heeft moeten blijven, antwoordde
de kapitein, dat men hem pas later heeft
laten vertrekken, om eerst nog allerlei
officieele verklaringen af te leggen. Het
afnemen van verhooren en het opstellen
van verklaringen nam altijd veel tyd in
beslag. De Spaansche mentaliteit, aldus de
kapitein, is nu eenmaal zoo, dat men er
alles in een uiterst langzaam tempo af
doet. Uit naam van zijn maatschappij heeft
de kapitein bovendien geprotesteerd tegen
het in den grond boren van de „Andra".
Wat er van deze protesten terecht zal
komen, evenals van een eisch tot schade
loosstelling, kan nog moeilijk gezegd wor
den.
Zaterdag j.1. kreeg kapitein Drachten de
mededeeling, dat hij Spanje mocht verla
ten. Er moesten toen nog eenige papieren
in orde gebracht worden, zoodat hij eerst
Maandag de reis kon aanvangen. Hierbij
is hij door een officier tot aan de grens
begeleid.
Wat de reden geweest kan zijn, dat de
Andra, die in ballast voer en die tevoren
alleen maar levensmiddelen naar Santan
der had gebracht, in den grond werd ge
boord, kon kapitein Drachten niet vermoe
den. Het was hem een raadsel, waarom het
schip, als men het verdacht vond, niet was
opgebracht, zooals met andere schepen is
gebeurd. De kapitein heeft wel gevraagd,
waarom de „Andra" beschoten was en tot
zinken gabracht, maar op deze vragen
kreeg hij geen antwoord. Van vluchten
was ook geen sprake geweest, want bij het
eerste schot van den treiler heeft de „An
dra" bijgedraaid.
De kapitein meende als eenige verkla
ring voor het optreden van de Spanjaarden
te kunnen vinden, dat men op den treiler
in zenuwachtigheid te vroeg en misschien
abusievelijk raak heeft geschoten.
Aldus het relaas van kapitein Drachten,
dat aansluit op de mededeelingen van den
eersten stuurman, die evenals de andere
opvarenden bij zijn aankomst over de be
handeling in de gevangenis liever wilde
zwijgen, zoolang de kapitein nog niet te
ruggekeerd was.
VAN EEN BALCON GEVALLEN.
Een veertigjarige dame is gisteravond
van het balcon van de tweede verdieping
van een woning in de Alexander Boerstraat
te Amsterdam gevallen, toen zy te ver
vooroverboog. Zij is zwaar gewond naar een
der ziekenhuizen vervoerd en korten tijd
later overleden.
ROUTEKAART VAN FRANKRIJK.
Naast de routekaarten, welke de K. N.
A. C. ten dienste van haar leden, van
Duitschland, België en Italië heeft doen
vervaardigen, is thans de routekaart van
Frankrijk verschenen. Deze kaarten wor
den aan de K.N.A.C.-leden, die een reis
route naar een of meerdere der genoemde
landen aanvragen gratis verstrekt, tezamen
met de uitgebreide reisbeschrijving; Ue
route wordt dan op de kaart met gekleurd
potlood uitgestippeld.
De nieuw verschenen kaart, welke uit
twee deelen nl. een Noordelijk en een
Zuidelijk deel bestaat is evenals haar
voorgangers bijzonder overzichtelijk. Met
één oogopslag kan een overzicht van de te
volgen route worden verkregen terwijl
men ook aanstonds kan zien, welke de
goede en welke de minder goed berijdbare
autowegen zijn.
De kaarten zijn uiterst eenvoudig maar
zóó practisch, ook al omdat de kilometer
afstanden er op zijn aangegeven, dat de
automobilist feitelijk geen andere kaarten
behoeft te gebruiken.
DE „BESTOLEN" DUITSCHERS.
Uit een cel ontsnapt doch weer
ingerekend.
We hebben dezer dagen gemeld, dat
twee Duitschers by de politie te Loenen
kwamen aangeven, dat, toen zij nabij de
buitenplaats „Over-Holland" lagen uit te
rusten, een onbekende met de fiets van een
hunner er vandoor was gegaan en inplaats
daarvan zijn eigen oud karretje had achter
gelaten. Het érgste was echter, dat tevens
verdwenen was een tasch, waarin zich be
halve paspoorten en andere papieren, ook
een bedrag van 500 bevond.
Deze aangifte werd door de politie gron
dig onderzocht, doch tot eenig resultaat
kon men niet komen. De politie vond het
geval echter, zoo meldt het „Centrum",
eenigszins verdacht en daarom werden de
Duitschers zoolang in een cel opgeborgen.
In den nacht echter wisten beiden op on
verklaarbare wijze te ontsnappen. Geheel
onopgemerkt gelukte dit echter niet, zoodat
in het middernachtelijk uur door den bri
gadecommandant van de rijksveldwacht
groot alarm gemaakt werd. De geheele om
geving werd door rijks- en gemeente-poli-
tie afgezet en ongeveer een uur later mocht
het de politie te Breukelen gelukken de
vluchtelingen aldaar aan te houden en ge
vangen te nemen. Zij werden naar Loenen
teruggebracht en thans zoo ingesloten, dat
ontkomen niet meer mogelijk was. Nadat
zij voor den burgemeester van Loenen wa
ren geleid, zijn zy overgebracht naar
Utrecht en na voorgeleiding voor den offi
cier van justitie aldaar ingesloten.
OUDE VROUW MISHANDELD.
Gisteravond laat hebben twee reeds
bejaarde bewoonsters in de Jacob van
Campenstraat te Amsterdam oneenigheid
met elkaar gekregen. Het bleef daarbij
niet bij woorden1, maar een van de kijvende
vrouwen meende bij haar woorden kracht
te moeten bijzetten waartoe zy zich be
diende van een wandelstok, waarmede zij
haar 58-jarige tegenstandster 'n geduch-
ten slag op het hoofd gaf, zoodat over
brenging van de getroffene naar het
Binnengasthuis noodig bleek om de wonde
te krammen.
Vanzelfsprekend heeft de politie zich
met het geval bemoeid en tegen de hard
handige juffrouw werd procesverbaal
terzake van mishandeling opgemaakt.
JONGEN UIT EEN BOOM GEVALLEN.
Gistermiddag is het elfjarige zoontje van de
fam. van Geenen bij 't Orseleind te Oss in de
omgeving van de ouderlijke woning uit een
boom gevallen. De jongen sloeg met het
hoofd tegen den grond en bleef bewuste
loos liggen. Eenige menschen, die het on
geluk zagen gebeuren, hebben den knaap
naar huis gebracht, waar dokter Verbeek
ontboden werd.
Deze constateerde ernstige inwendige
kneuzingen en een schedelfractuur.
EEN RAVITAILLEERENDE MATROOS.
Gistermiddag heeft de politie te Schie
dam den matroos L. ingerekend, die onder
invloed van sterken drank verkeerde en na
verhoor bleek thuis te behooren op het En-
gelsche stoomschip Valetta, dat ligplaats
heeft aan de Scheepsbouwmy. Nieuwe Wa
terweg.
De matroos, die blijkbaar om geld ver
legen zat om te gaan passagieren, had uit
naam van den kapitein bestellingen gedaan
in den kruidenierswinkel van mej. P. aan
de Hoofdstraat en tegelijkertijd 10 van
haar geleend, omdat hij contant nog enkele
dingen moest koopen, waarvoor de kapitein
vergeten had, hem geld mee te geven.
In een auto reed hij vervolgens naar den
veekoopman W. v. D„ wien hij de leve
rantie opdroeg van een groote hoeveelheid
schapenvleesch, ter waarde van 300.
Teruggekeerd naar eerstgenoemde win
kelierster, drong hy daar op spoedige be
zorging van het bestelde aan, maar wekte
toen tevens argwaan op, zoodat de politie
in den arm werd genomen. Deze heeft den
gullen matroos gehouden en in bewa
ring gesteld.
BRIGADIER VAN POLITIE
AANGEREDEN.
Door auto waarvan de be
stuurder onder den invloed
van alcohol verkeerde.
Gisteravond omstreeks half twaalf is
op het Damrak bij de Oudebrugsteeg te
Amsterdam de brigadier Hissink van het
politiebureau Warmoesstraat door een in
snelle vaart passeerende personenauto,
welke uit de richting van den Dam kwam,
aangereden.
De brigadier had de tegenwoordigheid
van geest op de motorkap te springen,
zoodat hij niet onder den wagen kon raken,
terwijl hij zich vervolgens van het voer
tuig op den grond liet rollen, waar hij
met verwondingen aan handen en beenen
bleef liggen. Voorbijgangers snelden da
delijk te hulp en requireerden een taxi,
waarmede de brigadier naar het Binnen
gasthuis werd gebracht. De verwondingen
bleken gelukkig van weinig beteekenis te
zijn, zoodat hij zich naar huis kon begeven.
Het ongeluk geschiedde doordat de be
stuurder van de auto, een inwoner van
Baarn, die op weg was naar den trein,
evenals een naast hem zittende persoon,
onder den invloed van -ferken drank ver
keerden. De man heeft echter onmiddel
lijk na de aanrijding gestopt en zich over
zijn slachtoffer ontfermde. Hij maakte een
verkeersfout door een voor hem rijdenden
wagen plotseling aan den rechterkant
voorbij te schieten, een manoeuvre, waar
op de brigadier, die den rijweg wilde over
steken, natuurlijk niet verdacht was.
De politie nam den bestuurder mee naar
het bureau waar hij verder den nacht heeft
doorgebracht. Veiligheidshalve heeft zy
ook de auto, die aan zy'n metgezel toebe
hoorde, in beslag genomen.
Woensdagavond hield de afd. van den
Bond van Boerinnen en andere plattelands
vrouwen, hare jaarvergadering in café
Kamsteeg, welke zeer druk bezocht was,
waarover de presidente, mevr. v. d. Laan,
haar blijdschap uitsprak in het openings
woord.
Met groote instemming van alle leden,
werden de beide aftredende bestuursleden
mevr. de BoerBlauwboer en Glynis
Schermerhorn herkozen en mevr. Kor-
verKwantus tevens tot penningmees-
teresse benoemd.
Crisis-publicatie
RESTITUTIE TEELTHEFFING
LATE AARDAPPELEN.
Aan de telers van late aardappe]^
wordt in herinnering gebracht, dat het
onder bepaalde voorwaarden mogelijk js
restitutie van teeltheffing te verkrijgen'
indien ten genoege van de Nederlandsche
Akkerbouw Centrale kan worden aange
toond, dat de opbrengst van de door den
teler met aardappelen beteelde oppervlakte
door andere oorzaken dan hagelslag
minder dan 5.000 kg. per h.a. bedraagt.
In dergelijke gevallen moet tenminste
14 dagen voordat de teler zal rooien een
aanvraag tot restitutie via de provinciale
landbouw-crisis-organisatie in zyn pro
vincie bij genoemde Centrale worden
ingediend.
Zoolang de aanvrage in behandeling is
mag niet met rooien worden begonnen,
tenzij door of vanwege genoemde Centrale
dan wel door den Centralen Crisis-Con
troledienst toestemming daarvoor is ge
geven.
's-Gravenhage, 14 Juli 1937.
Daarna gaf de voorzitster, een uitge.
breid, vlot overzicht van de gehouden alg.
vergadering te Goes en voerde ons door
de fraaie Zeeuwsche gebieden, naar de
mooie steden, waarvan zij tijdens de
excursies en rondritten genoten had.
Het jaarverslag van de secr.esse, mevr.
Glijnis, liet opgewekte klanken hooren, er
is intensief gewerkt en ook genoten in onze
afdeeling.
Vervolgens droegen de dames Bruin-
Groot en de Boer—Helder een vroolijke
samenspraak voor, zongen de dames Ger
ritsen en de Geus een tweetal mooie lied
jes, en kwam mevr. de GeusSchreuder
met „Het Geitje", waar danig om gelachen
werd.
Over de deelname aan de feesten in de
Beemster werd druk gediscuseerd. Men be
sloot de uitnoodiging van onze secr.esse af
te wachten.
De voorzitster deelde mede, dat waw-
schijnlijk in September mej. Menagé—
Chella uitgenoodigd zal worden in samen*
werking met het leesgezelschap. Ook
leidde zij het onderwerp „deelname aan de
Floralia en Huisvlyttentoonstelling" in,
waarop de dames Kruimel en Huijser van
Reenen eenige wenken gaven. Een klein
koortje uit de leden werd gevormd, om
onder leiding van mevr. Kruimel eenige
liederen voor de Kerstvergadering in te
studeeren. Getracht zal worden een cursus
in de verzorging van zieken in huis te
geven. Eenige wintervergaderingen zullen
in de middaguren gehouden worden voor
het gemak van de verst verwijderd wonen
den. Na het zingen van het bondsliedje,
dankte de presidente alle medewerkenden
van die avond en de fam. Kamsteeg voor
de prettige huisvesting gedurende het af-
geloopen jaar.
Harddraverijvereenlglng.
In café Renses vergaderden het bestuut
en de juryleden van de harddraverij-vereen.
„De Schermeer". De heer Posch heette de
aanwezigen welkom en constateerde met
blijdschap dat het ledental steeds groeide en
tot over de honderd gestegen was. Spr. be
treurde het vertrek van den 2en voorzitter,
den heer C. P. van Wees, en besprak de
goedgeslaagde draverij van het vorige jaar.
In de vacature-van Wees werd gekozen de
heer C. Laan te Oudorp.
Besloten werd een harddraverij te orga-
niseeren op Zondag 8 Augustus ter gele
genheid van de kermis, waar prijzen van
100, 40, 20 en 10 verreden zullen
worden.
De heer Korver wees op de moeilijkheid
om op den Oterleekerweg achter elastiek te
starten. Getracht zal worden hiervan ont
heffing te krijgen. Na eenige besprekingen
over kleinigheden sloot de voorzitter deze
bijeenkomst.
Postduif komen aanvliegen.
Bij den heer J. Reijne te Zuidschar-
woude is een postduif komen aanvliegen met
een metalen ringetje om den poot, waarop
vermeld staat H.D.V. 37 84.
STANIOL (zilverpapier)
bedrukken wq óók
ALKMAARSCHE COURANT, TEL. 3320
HESTORKiCHE AVONTURENROMAN.
Boor G.. P. BAKKER
64)
Stel je eens even voor, een jongen en drie
huurlingen, ofschoon ik je toestem, dat ze
tot de allerbeste behooren, en een stroom
van goudstukken voor het grijpen. En wat
vertegenwoordigt die goudstroom? Een rijk,
zorgeloos leven, de liefde van de mooiste
vrouwen. Want meen niet, dat een vrouw
een man lief krijgt, omdat hy knap is.
Neen, omdat hij geld heeft of werkkracht,
omdat hij onderhouden kan en zij kinderen
kan krijgen waar hy de opvoeding voor
kan betalen, eten, vermenging van natuur
en maatschappij, en dan helaas ook roem
en eer. We konden die brave knapen niet in
verzoeking brengen.
Ook het oogenblik is slecht gekozen. De
vijand in het land is belust op goud. Derge
lijke berichten waaien als de wind over de
aarde."
„Dat ben ik volkomen met je eens."
„En verder, je kent den ouden Ulrich
even goed als ik. Zijn zoon zou de schatten
gevonden hebben. Afgeloopen. Maar wie is
de eigenlijke vinder? De man, die de hand
van het toeval was. Denk eens na?"
„Edzke."
„Juist. Hy begon voor spook te spelen,
verraste Ulrich en doordat ik aan jou dacht,
werd het gevonden. Wie kreeg de ingeving
van de kapel?"
„Edzke."
„Juist. Sommige menschen zouden zeg
gen de vinger Gods, anderen de voorzienig
heid, weer anderen het toeval, maar hoe
het moge zijn, er loopt een roode draad
door deze geschiedenis. Edzke is verliefd
op No. 16 in Halberstadt. Wie is dat?"
„De kamenier van de barones Van Gerse-
nau."
„Juist, ze woonde met den majordomus
in het groote huis van den baron. Saxon
gaf Edzke het adres. Ik houd van dien
jongen. Ontegenzeggelijk heeft hij geluk,
maar hij is flink, ondernemend, dapper,
leergierig en volkomen te vertrouwen."
„Ik ken hem niet zoo goed als jij, maar
Saxon beschouwt hem bijna als zijn zoon
en zijn vrouw prinses Marion is gek op den
jongen."
„Hy trouwt met een arme kamenier."
„En zelf heeft hij ook weinig van een
schipperszoon."
„Wel, als jij de geschiedenis aan Gersenau
vertelt, dan is hij volgens Saksisch recht
verplicht een derde aan jou uit te betalen.
Jy hebt het geld niet noodig. En als jij zegt:
Gersenau jij moet 't jonge paar een flinken
bruidsschat geven, dan zal hy geen bezwaar
maken. Een weldaad, die ons geen duit kost,
zul je zeggen en ongelijk heb je niet",
lachtte de man van Werben. De kamenier
heeft ons belangrijke diensten bewezen."
„Begrepen hertog", antwoordde Praxiteles.
„Een titel dien ik nooit gebruik en ik zal
je nu zeggen waarom baron. Er liep een
balk door mijn wapen en dat had mijn
vader kunnen en moeten voorkomen."
„Juist, en wat deed je, toen die verwaten
vrouw, de eenige die je ooit hebt lief ge
had, je in haar domheid beleedigde? Dwaas
dat de mannen zoo dikwijls verliefd raken
op de verkeerde vrouwen."
„En jij dan, wijze dokter. Waarom ben
jij ongetrouwd gebleven?"
„Dat is iets anders. Maar staan we hier
om oude liefdesgeschiedenissen op te halen?
Ik wilde alleen maar betoogen, dat vrouwen
als ze jong zijn, dikwijls zoo onuitstaan
baar hoogmoedig zyn. Later vraag je jezelf
af: waarom?"
„En je blijft het antwoord schuldig."
„Juist en als ze wat verstandiger werden
is het te laat."
„Dikwijls wel, maar zijn ze zelf niet de
oorzaak?"
„Mogelijk. Ma ar we dwalen af. Wat deed
de hertog? Hij leefde als een eenvoudig
burgerman en met zijn rijkdommen trachtte
hy overal 't leed van den oorlog voor velen
te verzachten.Met zyn gouden hart
„Praxiteles. Arme vriend. Is het je in het
hoofd geslagen? Ik dacht het wel. De avon
turen van de laatste dagen zyn te aangrij
pend geweest. En dan dat goud
„Stik", zei Praxiteles.
„Na u, dokter."
„Oude mop", en beiden lachten.
„Maar ik vraag me af, of we ons toch
niet vergissen met die schatgravery. Er zijn
mogelijk factoren, die wij nu niet in reke
ning kunnen brengen, omdat we ze niet
weten."
„Oh, dan laten we weer onze hersens
werken en vinden we wel weer een oplos
sing", oordeelde dokter Praxiteles.
„Dus zijn we het weer eens?"
„Dat zijn we altijd geweest sinds we aan
de Heidelberger universiteit samen voor
dokter studeerden."
„En in Jena, aan de hoogeschool in Lei
den, in Cordoba."
„Waar we kennis maakten met de in
quisitie."
„En in Padua."
„Als de oorlog over is, zou ik wel naar
Alexandië willen."
„Ja", zeide de man van Werben, „als..."
„We hebben steeds samengewerkt", ant
woordde Praxiteles.
„Overal, waar ik ging, volgde je mijn
voetstappen, maar jy wist altijd waar de
beste weg lag, dien ik moest inslaan. Jy
werkte in stilte, volgde mij, doch wees de
richting. Meen je, dat Saxon niet dadelijk
begreep, dat onze laatste ontmoeting niet
toevallig was? En wat dacht hy? Ik zag
zyn gezicht vroolijk worden, Praxiteles. Nu
is alles in orde", legde de man van Wer
ben uit.
„Mercurius, man van Werben, professor
Ben el Gora, hertog van X en IJ tot Z en
hoeveel namen je anders nog moogt heb
ben, je maakt je schuldig aan schandelijke
overdrijving. Weet je wat Saxon dacht?
Als die beiden samen zyn, bestaat er een
groote kans, dat de onderneming zal slagen.
Je overdrijft, maar door de groote vriend
schap..,"
„Praxiteles, speel een deuntje op je fluii»
van den koekoek en den leeuwerik".
„Geef my eerst een poot, zoo, en nu..."
Hij haalde zijn fluit te voorschijn. „MaaT
daar komt don Felipe al aan."
„Een prachtkerel."
„Dat zyn ze alle drie. Saxon heeft scherp#
oogen. Hij geeft zyn vertrouwen niet maar
zoo dadelijk."
„Nu weer die wachtmeester Sievers."
Ze sprongen op hun paarden, reden naast
don Felipe, drukten hem stevig de hand.
„Goed afgeloopen?"
„Ja, Tilly had niet het minste wantrou
wen."
Edzke en Finkie wachtten reeds te paard
tusschen de boomen.
„René, kerel", zei Edzke. „Ik ben zoo blij
je heelhuids weer te zien."
„Anders ik wel", zei Finkie."
Longuenez stond eensklaps midden tus
schen hen in. „Voor my bestond er niet
de minste twijfel of de markies zou dat
zaakje opknappen", zei hy. „Trouwens, ik
was den veldmaarschalk gunstig. Een beetje
was de veldmaarschalk gunstig. Een beetje
wantrouwen en hy was er geweest. Mis
schien is die oude mummie in zijn grijzen
slaaprok nooit zoo dicht bij den dood 8e"
weest", en Longuenez stak zijn zwart mas
ker en zyn pistool in den zak.
"Heeren, nu spoorslags naar de ruïne»
morgen naar Torgau" besloot de man van
Werben.
(Wordt vervolgd).