JiuHst £H Wetenschap Onae Jioloniën JSucqetüike Stand Jieck School n Mieuw bord. De inbraak in het Haagsche „Ringenhuis". Voor de Huisvrouw. Rechtszaken Tegen een paar geroutineerde inbrekers twee en een half jaar gevorderd. Verdachten blijven ontkennen. DE DIJK. (Schagen), gediskwalificeerd, 1 min. 43.6 sec. 50 M. rugslag heeren: 1. A. Zuurmond, Bruinv., 41.4 sec.; 2. H. v. d. Meer. H.H.W., 42 sec.; 3. T. Mulder, Bruinv., 45.2 sec. 50 M. rugslag dames; 1. A. Vermeulen, Bruinv., 46.4 sec.; 2. D. van Os, Bruinv., 48 sec.; 3. B. Goedhart, Bruinv. 50 sec. 4 X 50 M. estafette gemengd: 1. Bruin- visschen I, 3 min. 43 sec.; 2. Heerhugo- waard, 2 min. 44.4 sec. Voetbal GEMEENTE-AMBTENAREN—SCHEIDS RECHTERS 4—5. De barrage-wedstrijd tusschen bovenge noemde elftallen, gisteravond op het Boys terrein gespeeld, hee.ft een kleine maar verdiende overwinning voor de scheids rechters opgeleverd. Het was een mooie en spannende wed strijd, 'en voor de rust konden de scheids rechters een kleinen voorsprong behalen. Direct na de rust werd het 22, maar toen werden de scheidsrechters wakker en di rect na elkaar doelpuntten Horst en Hart- land. Dat scheen echter te veel weelde te zijn, want van een verslapping bij de scheidsrechters maakten de ambtenaren ge bruik, om nogmaals gelijk te maken. Nog 4 minuten waren er te spelen en in die resteerende minuten maakte Mulder het winnende doelpunt! De scheidsrechters kwamen uit in de vol gende formatie; Rijkers Koelink Wallaart Stokman de Leeuw Bloothoofd Peek Horst Hartland Mulder Snijders ORGELCONCERTEN FEIKE ASMA. A.s. Donderdag hoopt de heer Feike Asma 's avonds te 8.15 uur zijn vierde orgelvoordracht te geven in de gerefor meerde kerk aan de Oudegracht. Het programma bestaat uit de volgende wer ken: Fantasie Psalm 24 en Orgelkoraal Psalm 91 van Jan Zwart, Praeludium et Fuga c moll van Joh. Seb. Bach, Allegretto Scherzo Symphonique en Intermezzo van Alex. Guilmant, Paraphrase over bekende melodieën, Feike Asma, Meditation en Toccata van Jos. Ca'laerts, orgelkoraal Psalm 16 en Finale: „Dankt, dankt nu allen God", van Feike Asma. Na afloop zal een collecte voor de kerk worden gehouden. Donderdag 2 September a.s. 's avonds 8.15 uur zal nog een laatste orgelbespeling worden gegeven, bestaande uit verzoek nummers. DE BRAND TE BATAVIA. Door den brand, welke gistermiddag in de buurt van Tanah Tinggi bij Batavia woedde, zijn 1653 personen dakloos. De schade bedraagt ruim 27.090. ALKMAAR. GEBOREN: Willem Johan, z. van Jacob Luinge en Wilhelmina Johanna Caro. GETROUWD: Hendrik Dirk Soeting en Engelina Cortie. OVERLEDEN: Agatha Maria Korver, gehuwd met Engel Bijpost, 39 jaar. De heer P. A. Vendel te Schermer- hom is benoemd tot onderwijzer aan de r.k. Jongensschool te Assendelft. EEN PRACTISCHE BROODBELEGGING. Voor hen, die het laatste deel van den „vacantietijd" nog willen benutten voor een flinken fietstocht of een picnic, komt de vraag aan de orde, hoe de mee te nemen proviand het best gekozen en het doelma tigst tijdens den tocht bewaard wordt. Boterhammen en broodjes, belegd en in boterhampapier verpakt, brengen ons al een heel eind in de goede richting; alleen ze hebben nogal wat te lijden van de warmte: ze worden droog en wat er tus schen de sneedjes is gespreid, verliest aan oorspronkelijke frischheid. Kaas is misschien wel de meest gekozen „belegging". Geen wonder, want ze helpt daadwerkelijk onze wandelaars en fietsers aan een waardevolle aanvulling van de verbruikte krachten; maar het plakje kaas, dat er thuis zoo aanlokkelijk uitzag, boet op de reis wel wat van zijn uiterlijk in. Kunnen we daaraan iets veranderen? Ja! Probeert U 't eens met de hulp van een paar tomaten of een kropje sla beide intusschen ook nog prachtmiddeltjes tegen den dorst. Hoe? U legt op een gesmeerde snee brood een paar plakjes tomaat of een frisch blad kropsla; daar op komt het plakje kaas en er overheen wordt een tweede boterham gelegd, ook weer eeist bedekt met tomaat of sla. Op die manier droogt de kaas niet uit tot het beruchte vettige harde plakje: ze blijft zacht en soepel, terwijl èn de smaak van de tomaat èn het frissche van de sla uitstekend passen bij het hartige van de kaas. Deze roode driehoek, met de punt naar beneden be- teekent, dat men een voor- rangsweg nadert, waarop ook het verkeer, dat van links nadert, voorrang heeft. Voor de Haagsche rechtbank, gepre sideerd door mr. H. Haga, stonden van morgen terecht de 44-jarige acrobaat J. A. V. en de 26-jarige H. J. C. H., die verdacht worden de geruchtmakende in braak in het „Ringenhuis" aan de Prin sestraat te 's-Gravenhage gepleegd te hebben, waarbij voor 14.000 aan gou den ringen, horloges en andere sieraden werd buitgemaakt. Naar men zich zal herinneren, hebben de inbrekers in den nacht van 9 op 10 Mei zich tot den juwelierswinkel toegang verschaft door eerst met een looper in een onbewoond bovenhuis boven den winkel binnen te drin gen. Door een gat in het plafond te zagen, lieten zij zich daarop in den winkel zakken, en deze wijze van werken deed de Haag sche recherche in de richting van gerouti neerde inbrekers zoeken. Op 21 Mei werd de acrobaat V. gearres teerd, die men zeer geschikt achtte om een dergelijk karweitje te volvoeren en drie da gen later hield de politie den chauffeur H. aan. Eenigen tijd later volgden nog enkele arrestaties. V. en H. bleven in arrest, doch de anderen liet de politie weer op vrije voe ten. Onder hen was een juffrouw, die ver klaard heeft, dat zij van H. een pakje heeft ontvangen, waarin zij, na het opengemaakt te hebben, een groot aantgl juweelen, af komstig van de diefstal, vond. Bij de instruc tie is zij echter grootendeels weer op haar verklaring teruggekomen. Zij deelde n.L bij den rechter-commissaris mede, dat zij het pakje op 7 Mei dus voor de inbraak had ontvangen en dat zij niet gezien had, dat er juweelen in zaten. Een andere bezwarende verklaring voor de verdachten was die van den chauffeur T., die de beide mannen op 13 Mei in een auto naar Amsterdam heeft gereden en gezien heeft, dat zij toen een pakje by zich hadden. Toen zij naar den Haag terugreden, hadden zy geen pakje meer. Tenslotte beweerde de pensionhoudster, mevr. B., dat zij op den bewusten avond des nachts om bij half één voor het Ringenhuis twee ongunstige individuen heeft gezien, die ze absoluut als de beide verdachten herkent. Ondanks deze verklaringen blijven de verdachten hardnekkig ontkennen. t Door het O.M. waren negen getuigen, door de verdediging acht personen gedagvaard. Als eerste getuige werd gehoord de eige naar van den juwelierswinkel, de heer P. Teerling, van wien wij het geheele verhaal van de ontdekking van de inbraak weer te hooren krijgen. Rechercheur van der Vaart deelde vervol gens mede, dat hij de beide verdachten op 7 Mei, dus twee dagen vóór den inbraak, in de buurt van het „Ringenhuis" heeft zien staan. Op den avond van de inbraak zelf zijn beide verdachten door de pensionhoudster mevr. B. gezien ,die juist een café in de na bijheid verliet, omdat het sluitingsuur aan gebroken was. Voor de rechtbank verklaarde zij thans V.'s gezicht duidelijk te herkennen. Wat H. betreft was haar meer het postuur opgeval len. Toen zij den volgenden dag het bericht van de inbraak in de courant las, bracht zij de ontmoeting van den vorigen avond da delijk daarmee in verband. Zij heeft niet dadelijk aangifte gedaan bij de politie, omdat zij zich niet in de zaak wil de mengen. Later toen zij hoorde, dat T. niet verzekerd was,, heeft zij zich echter bedacht en alles medegedeeld. Hoe zwaar was het pakje? De chauffeur T., die op 13 Mei beide ver dachten naar Amsterdam heeft gereden, heeft het pakje, dat zy bij zich hadden, op zij moeten leggen, toen hij gereedschap noodig had voor het repareeren van een band. Voor de rechtbank verklaarde hij thans, dat het eerder mogelijk was, dat er papier in het pakje heeft gezeten, dan metaal. Een dergelijke verklaring gaf ook mej. de L„ die het pakje voor verdachte H. be waard heeft. President mr. Haga: „Voor de politie hebt U gezegd, dat U het pakje hebt open gemaakt en er ringen in hebt gevonden". Getuige: „Ik werd zoo slecht behandeld en toen heb ik maar alles gezegd, wat ze wilden, om maar thuis te komen". President: „Dus U hebt het pakje niet opengemaakt?" Getuige: „Neen, Edelachtbare". Het getuigenverhoor a décharge. Het getuigenverhoor a décharge was er voornamelijk op gebaseerd om het alibi van de verdachten te bepalen. De hospita van V. deelde de rechtbank mede, dat deze op den bewusten avond om ongeveer half twaalf dronken is thuisge komen en dat zij hem daarna niet meer heeft uit hooren gaan. Des morgens was zijn bed ook beslapen. Wat verdachte H. betreft, deze zou op den avond van de inbraak met een ge stolen auto naar Amsterdam zijn gegaan om dit voertuig te verkoopen. Dit bleek echter mislukt te zijn. Oud-inspecteur van politie Van der Meulen had ten slotte met den verdediger mr. Huygens in de Prinsestraat des avonds proeven genomen in hoeverre men daar iemand kan herkennen. Het onderzoek had negatieve resultaten afgeworpen. Verdachten blijven ontkennen. „Ik ben onschuldig", verklaarde ver dachte V„ toen de president zich tot hem richtte. „Ik ben den geheelen avond thuis geweest. Op 13 Mei ben ik naar Amster dam met H. meegegaan, die cigaretten- papier wilde smokkelen". Deze verklaring werd door verdachte H. ondersteund. President mr. Haga: „U hebt eerst ge zegd, dat u een wild-vreemden man mee genomen hebt, maar U kende v. Langen. Waarom hebt U eerst gelogen?" Verdachte: „Ik had met de zaak niets te maken". President: Reden temeer om de waar heid te spreken". „Waar bent U in den nacht van 9 op 10 Mei in Amsterdam geweest?" Verdachte wilde dat niet zeggen. „Ik ben aan de heele zaak onschuldig, maar nu komen bij de ondervraging aller lei dingen aan het licht, die ik aan nie mand had willen zeggen". President: „Maar je spreekt onwaar heid ook over dingen, die je niet in gevaar kunnen brengen". Requisitoir. Hierna nam de officier van justitie, mr. Cohen Tervaert, requisitoir. Uit de verschillende getuigenverklarin gen concludeerde de officier tot de schuld van verdachten. Getuigen hebben gezien, dat verdachten op den bewusten avond bij het perceel zijn geweest. Getuigen hebben ook gezien, dat ze zeer geheimzinnig met een pakje zijn omgegaan. Spr. was van meening, dat het bedoelde pakje zeer goed een deel van den buit kan hebben bevat. Relatief noemde de chauf feur misschien het pakje licht, maar hij was gewend aan de zware reparatie-werktui gen. Verdachten leggen steeds andere ver klaringen af, hetgeen de zaak voor hen er niet beter op maakt. Men heeft hier te doen met een paar geroutineerde inbrekers en de officier vor derde daarom een zware straf, n.1. twee jaar en zes maanden tegen beide verdachten. Pleidooi. „Welk bewijs is er", zoo vroeg de verdedi ger mr. M. H. Huygens, „dat deze verdach ten de inbraak hebben gepleegd?" Mevrouw B. heeft hen vóór den juwe lierswinkel gezien en daaruit zou men hoogstens een „op den uitkijk staan" kun nen afleiden. Maar van de werkelijke da ders is dan geen spoor gevonden, noch van de betrekking, waarin deze tot verdachten stonden. Dit alles nog, wanneer men aan de her kenning van mevr. B. eenige waarde hecht, hetgeen pleiter betwijfelde, mede in ver band met de herkenningsproeven met oud inspecteur van der Meulen. Voorts laakte mr. Huygens de houding van de politie, die eenige getuigen heeft vastgehouden door ze als verdachten te be schouwen. Hierdoor is mej. de L. tot haar tegen strijdige verklaringen gekomen. Aan haar verklaring van heden, onder eede voor de rechtbank afgelegd, hechtte pleiter dan ook de meeste waarde. Zelfs zonder de verkla ringen van de getuigen a décharge meende pleiter, dat het bewijs van de schuld van verdachten geleverd is. Verdachte V., aldus pleiter, wordt van haast iedere inbraak, die in de residentie is gepleegd, beschuldigd. Drie maal is hij wegens diefstal gearresteerd, drie maal ging hij vrij uit. Slechts van den laatsten juweelendiefstal, r.1. in de Spuistraat, kan men hem niet ver denken, omdat hij toen in voorarrest zat. Pleiter drong met klem op vrijspraak aan en verzocht onmiddellijke invrijheidstelling. Ten aanzien van verdachte V. beval de rechtbank opheffing van de preventieve hechtenis. Verdachte H. bleef in voorarrest. Uitspraak 30 Augustus. ZAKEN VOOR HET HOOG MILITAIR GERECHTSHOF. Met een streng touw geslagen. Toen de gewoon dienstplichtigsoldaat van de 2e schoolbatterij van het korps rij dende artillerie te Arnhem, J. K., zekeren H. C. Jansen op 17 Mei in de Bergstraat te Arnhem ontmoette, voegde hij Jansen toe: „Nu moet jij blijven staan, wij zijn nu onder vier oogen en zullen nu uitmaken, wat wij met elkaar hebben". Jansen was bereid het uit te maken, als K. zijn mes weggooide. K. heeft Jansen toen met een streng touw op zijn hoofd geslagen ter vergelding van een oude veete, bewerende, dat de familie Jansen zijn vrouw lastig viel. Wegens mishandeling veroordeelde de krijgsraad te 's-Hertogenbosch K. tot 20 boete subsidiair 10 dagen hechtenis, van welk vonnis K. in beroep kwam. De advocaat-fiscaal, mr. Rombach, ge loofde niet dat Jansen den eersten klap heeft gegeven, zooals beklaagde blijft volhouden. Van noodweer of een aanval van Jansen is niets gebleken. De advocaat-fiscaal vroeg bevestiging van het gewezen vonnis. De raadsman van beklaagde, mr. E. A. Kan, achtte de opgelegde straf, die in dit geval op hechtenis neerkomt, te zwaar en pleitte clementie, Ongehoorzaam geweest in dienst. Aan korporaal Hendrikse's bevel in de houding te gaan staan had H. T., gewoon dienstplichtig soldaat van de le schoolbat terij van het 5e regiment veldartillerie te Amersfoort, niet voldaan en toen de kor poraal den soldaat in arrest stelde, zou de laatste gezegd hebben: „Ga maar eens mee buiten de stad". Wegens opzettelijke beleediging meer malen gepleegd en het met eenig kwaad bedreigen van zijn meerdere veroordeelde de krijgsraad te 's-Hertogenbosch T. tot 3 weken gevangenisstraf, tegen welk vonnis de veroordeelde in beroep kwam. Beklaagde zeide dat het „Ga maar eens mee buiten de stad" geen bedreiging in hield. Hij bedoelde met deze uitlating, da? hy wel buiten de stad wilde groeten, maar niet ter plaatse van de ontmoeting, waar veel publiek aanwezig was, waarvoor hij zich schaamde. De advocaat-fiscaal, mr. Rombach, ge loofde deze uitlegging niet. De bedoeling van dit gezegde was de zaak buiten eens uit te vechten en spr. vroeg bevestiging van het gewezen vonnis. Het Hof zal later uitspraak doen. Opzettelijke ongehoorzaamheid in dienstverband. De krijgsraad te 's-Hertogenbosch legde A. J. S., gewoon dienstplichtig huzaar bij het 4e escadron van het 2e regiment huza ren te Breda, twee weken gevangenisstraf op, omdat S., die op 11 Juni j.L met zwaar arrest gestraft was, ondanks het verbod van den wachtcommandant, korporaal van der Kolk, de kazerne heeft verlaten omdat hij meende, dat het arrest ten onrechte was opgelegd. Beklaagde stond vervolgens terecht van een vonnis, waarbij de krijgsraad hem tot 4 weken gevangenisstraf had veroord., om dat S. het bevel van den korporaal Boluijt, om het hoofdstel van een paard te poetsen niet heeft opgevolgd en den korporaal be dreigd heeft, toen deze hem in arrest wilde stellen. De advocaat-fiscaal vroeg bevestiging van beide vonnissen. Het hof zal later uitspraak doen. Marinier tweemaal in slaap gevallen. Toer. de marinier 3e klasse J. B. J. S. op wacht stond voor de marinierskazerne te Rotterdam, is hij in slaap gevallen in het portiershuisje. De marinier le klasse H. J. van Zeben trof S. slapende aan, maakte hem wakker en gaf hem den raad wat heen en weer te gaan loopen. S. is echter toch weer in het huisje gaan zitten en voor de tweede maal onder zeil gegaan. De zeekrijgsraad te Willemsoord veroor deelde den slaperigen schildwacht tot een maand gevangenisstraf. De advocaat-fiscaal vond de straf niet te hoog en het plichtsverzuim ernstig. Hij vroeg bevestiging van het vonnis. Het hof zal later uitspraak doen. AANSLAG OP VROUW GEPLEEGD. Clemente straf opgelegd. De vacantiekamer der Amsterdam- sche rechtbank veroordeelde vandaag een 50-jarigen man, die met een revol ver een aanslag had gepleegd op de vrouw, waarmede hij geruimen tijd had samengeleefd, wegens poging tot doodslag tot zes maanden gevangenis straf met aftrek van voorarrest. Het O. M. had anderhalf jaar gerequireerd, doch gezien de vele verzachtende om standigheden legde de rechtbank een clemente straf op. INBREKERS VOOR DE RECHTBANK. Een jaar tegen beide verdachten gevorderd. De beide mannen, een 42-jarige kellner en een 40-jarige varensgezel uit Amster dam, die vandaag voor de vacantiekamer der Amsterdamsche rechtbank terechtston den, wegens een reeks diefstallen en in braken te Hilversum en Utrecht gepleegd, leeden een volledige bekentenis af. In den nacht van 20 op 21 Mei waren zij een villa aan den Joh. Geradtsweg te Hil versum binnengedrongen. De een had een ruit van het keukenraam ingedrukt en zijn compagnon had het spanjolet omgedraaid. Het liep het tweetal niet mee. in de wo ning vonden Zij slechts een bedrag van 2 kleingeld. Uit de garage, die zij met een valschen sleutel hadden geopend, namen zij en passant nog twee fietsen mee. Groo- ter was de buit. behaald in de villa Utrechtscheweg 119. Ook hier drongen zij via het keukenraam binnen. Een kostbare hoeveelheid tafelzilver, enkele sieraden en een geldkistje met 125 waren den volgen den morgen verdwenen. Te Utrecht brachten de Amsterdammers in den nacht van 1 op 18 Aoril een bezoek aan een wonirig in de Kanaalstraat. De deur werd met een looüer bewerkt en met twee fietsen, een stofzuieer en eenige rijwiellan taarns verdwenen zij. Beide verdachten verklaarden, dat zij den buit hadden verkocht aan M. van der S. wonende in de van Ostadestraat te Am sterdam, een man die reeds herhaaldelijk wegens heling is veroordeeld. Uit het strafregister blijkt, dat ook de kellner reeds zeven veroordeelingen achter den rug heeft wegens vermogensdelicten. De varensgezel heeft zes straffen wegens verduistering en diefstal ondergaan. De officier van justitie mr. Bosch, vorderde tegen beide verdachten we gens diefstal met braak meermalen gepleegd, een jaar gevangenisstraf. De heler staat terecht. Vervolgens stond de 55-jarige boekdruk ker M. H. van der S., een bekende figuur in donker Amsterdam, terecht wegens heling. Hij heeft een bijzonder welvoorzien strafregister en in totaal bracht hy 23 jaar van zijn leven binnen de gevangenismu ren door. Aanvankelijk had hij ontkend zich aan heling te hebben schuldig gemaakt, hoewel de gestolen goederen in zijn woning zijn gevonden. Ook voor den rechter-commissa ris hield hij zijn onschuld vol. Doch thans ter zitting legde de man een beken tenis af wat betreft het te Hilversum en Utrecht ontvreemde. De officier had hem echter ook heling van een zestal fietsen, op verschillende da gen en plaatsen te Amsterdam gestolen ten laste gelegd. Hij ontkende echter dit deel der dagvaarding. Pres. (tot verd.) U hebt heel wat op Uw kerfstok. U hebt een belangrijk deel van Uw leven in de gevangenis doorgebracht. Verd.: Ik heb nu juist bekend, omdat van plan ben m'n leven te beteren, ni'n vrouw heeft een goeden invloed op me. De officier had weinig vertrouwen in de goede voornemens. Verd. staat bijzonder ongunstig bekend en vele dieven zijn ge. woon hun buit naar hem te brengen. Spr. requireerde wegens heling een gevange nisstraf van drie jaar. Vonnis 30 Augustus. Wie in deze vacantieweken of in welk getijde ook de natuur zoekt, die zoek! meestal de bosschen en de duinen, de me ren, de heiden en de stranden. Hy zoekt niet bij voorkeur de weiden en de bouw landen, hij gaat ook niet in de eerste plaats naar de dijken langs Hollands kusten. Toch ligt daar langs de oevers van onze zeeën en rivieren, over een oppervlakte van vele, vele kilometers, in den vorm van die groen begroeide aarden dammen, die de Nederlandsche dijken zijn, een prachtig stuk natuurschoon, verscholen niet, open en bloot veeleer, maar minder bekend en te weinig gezocht toch vaak wel, een prach tig gebied van natuurrijkdom, dat alles zins onze aandacht verdient. Wij, die ijveren met kracht en klem voor het ongerept behoud voor tijdgenoot en na geslacht van onze venen en heiden, onze duinen, bosschen en meren, voor die plek ken, die uitgebreide gebieden, waar een oorspronkelijke wildgebleven of wild ge- worden natuur zich ontplooien kan, wij willen toch ook ons oog geopend houden voor de schoonheid die het cultuurland schap: het park, de wal, de akker, de weide en de dijk hebben te bieden. Er is kortgeleden door Jan Engelman, een van de besten van onze jongere dich ters, een vers geschreven, als declamato- rium bij een prijsvraag van een onzer om- roepvereenigingen, met algemeene stemmen met den eersten prijs bekroond, een vers „De Dijk", dat, zoo wij het niet mochten weten, ons met zijn krachtige, gespierde, bezielde taai, duidelijk voor oogen stelt, wat de dijk beteekent in den strijd, de roem, het leven, de schoonheid van ons volk en land. Het is een lang vers van zes-en-dertig coupletten, maar een enkele aanhaling moge u een indruk geven van de forsche en tegelijk subtiele pracht van dit meester lijke gedicht. De dijk ligt tusschen 't land en 't water, met palen en bazalt. Hier ligt hij nu, hier ligt hij later, totdat de aarde valt. Hij is gestegen uit de vloeden, met norsche langzaamheid. Hij is tot schutten en tot hoeden, tot worstelen bereid. Ja, zoo ligt de dijk daar langs onze vele en lange kusten, overal waar niet de na tuurlijke beschutting der duinen voldoende zeewering bood. Hier lag hij, de eeuwen door, maar zwak eerst, steeds sterker later. Aan den Harlinger zeekant getuigt het Cas- par-de-Roblesmonument van dat sterker worden der zeeweringen, van hulde aan een Spanjaard, wiens arbeid niet enkel tot on heil strekte, maar ook zegen bracht. Met en na hem werkten anderen er toe mee om deze dijken steeds betrouwbaarder te ma ken. Hier lag de dijk de jaren de eeuwen door, hier ligt hij nu, hier ligt hij later, en de kinderen spelen op zijn hellingen, de man nen staan uit te zien op zijn kruinen, de vrouwen turen naar de verten, de geslach ten komen en gaan. Maar hij ligt er, de dijk, de jaren, de eeuwen door. De made lieven bloeien langs zijn flanken, de grassen groenen en geuren, de regen slaat, de hagel striemt, de sneeuw bedekt hem. Onbewogen strekt hij zich uit en doet zijn taak en schut en behoedt in stormen en vlagen tegen het aanstormend zeegeweld. Altijd is het er mooi, altijd belangwek kend op en om den dijk. Hoe grootsch is het vergezicht over land en zee. Hoe hoog en statig varen er de wolken! Mooi is het wilde land en wij willen het niet missen, wij willen op de bres staan voor het behoud ervan. Maar prachtig kan ook het kanaal zijn, het bouwland, de siertuin, het Park' de oude stadswal, waar menschen streefden en werkten en het aangezicht der aarde veranderden en zetten naar hun land. Zoo is het ook met den dijk. Hij is, eiken kubieken meter, door menschen- handen daar neergelegd. Menschen groe" ven en torsten en zwoegden, menschen droegen met hun werktuigen de zware keien en bazaltblokken aan, menschen verplaatsten de zware aarde en de gewel dige steenblokken. Wel legde de natuur er haar grastapijt over en haar bloemen tooi. Wel raakte Gods hand den dykrand aan en legde een mantel vol liefelijkheid over het barre zand en bij de naakte steenen. Maar toch, hier ligt, zwaar en grootsch, geen oorspronkelijk kunstwerk van de schepping. Hier ziet ons oog met bewonde ring het werk van menschenhand. Maar he werd evenzeer schoon en geweldig, het werd niet alleen een nuttig werk, het werd ook een prachtig stuk landschap, een on misbaar deel van ons onvolprezen Neder land, het kleine land met zijn groote schoonheid, dat ook in dien dijk een stuk van die schoonheid bezit. Hij ligt er pas of ligt er eeuwen, maar in zijn visioen, Doorklapwiekt van de zilvermeeuwen. Ziet hij de daden doen. Hij overheerscht het wild gewemel en temt den grooten wind. Hij doet ons droomen van den hemel, zoo zorgloos als een kind A. L. B-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 9