Dwars door Italiaansch Oost-Afrika. Rechtszaken £atuU en 5nmbotm ALKMAARSCHE COURANT van DONDERDAÓ 19 AUGUSTUS 1937 Buitenland het land von den Negus niet meer te herkennen. WEGENNET GROEIT SNEL. De doodslag te Groede. Nieuws in 't kort. Een Engelschman, majoor E. W. Polson Newman, heeft een reis door geheel Abes- ainië gemaakt en geeft in de „Daily Tele- graph" een beschrijving van de ontwikkeling van het land onder het Italiaansche bewind. Gedurende mijn reis door Italiaansch Oost- Afrika, zoo schrijft hij, was er een ding, dat mij het meest verwonderde, n.L de vredige rust, die er overal heerschte. De inboorlin gen werkten op het land of liepen op de markt, terwijl muilezels en kameelen de koopwaar droegen over de nieuwe wegen en de bergen. De Abessiniërs groetten ons vriendelijk, als wij langs kwamen. Wij zagen vele wegwerkers, Italianen, zoowel als inboorlingen; sommigen van hen gewa pend, maar er waren betrekkelijk weinig troepen te zien. Er waren nauwelijks zicht bare teekenen van de gevolgen van den oor log aan te wijzen en er was weinig wat er aan herinnerde, dat wij in een kort geleden veroverd land waren. Voor de veiligheid wordt hoofdzakelijk gezorgd door de luchtmacht; in Addis Abeba is een divisie geregelde troepen ge- stationneerd, terwijl er Italiaansche en As- karische troepen in alle centra van strate gisch belang zijn ondergebracht. Hoewel er nergens zichtbare teekenen van ontevreden heid waar te nemen vallen, neemt het district Sjoa, nabij de hoofdstad, nog een passief-vijandige houding aan en men heeft er de bevolking met geweld moeten ontwa penen. Ook in sommige gedeelten van Am- hara en Tigré hebben de inboorlingen zich nog niet geheel aan het nieuwe bewind on derworpen, en de inlevering van wapens gaat met moeilijkheden gepaard. Overal elders stond ik verbaasd over de onmis kenbare harmonie tusschen Italianen en Abessiniërs, wat het meest opviel bij de stammen, die tevoren aan de Amharen on derworpen waren geweest. Zelfs in ver af gelegen streken van West-Abessinië bleek gewapend geleide niet noodzakelijk, en als t ons werd verschaft, bestond 't uit man nen, die in 't leger van den ex-negus had ;den gevochten. Deze inboorlingen-troepen, die nu door de Italianen betaald worden, maken deel uit van de bataillons Askari's of van inboorlingentroepen, die onder bevel van Italiaansche officieren staan. In het eerste geval worden zij voor twee jaar inge schreven en ontvangen zij 5 lire per dag plus een hoeveelheid meel. Zij kunnen hun vrouwen en kinderen meenemen naar de plaats van inkwartiering of naar het kamp, waar zij van hutten of tenten voorzien wor den. Ih centra als Addis Abeba, Gondar, Kwo- ram en Dessié zijn tal van Abessiniërs werk zaam als bedienden in hotels, café's en warenhuizen. Anderen vinden werk bij gou vernementsinstellingen en in verschillende beroepen, waar geen speciale opleiding voor vereischt is. Daar mijn bezoek juist viel in den tijd, dat er geploegd en gezaaid werd, waren er minder inboorlingen als wegwerker werkzaam, dan ik verdacht had. Jp April waren het er 30.000 en zij verdien den van 10 tot 15 lire per dag. Bewonderenswaardig is de snelheid waar mee goede wegen zijn aangelegd. Daar de capaciteit van de spoorlijn naar Dzjiboeti miniem is, gaat het vervoer hoofdzakelijk van Massawa naar Asmara, vervolgens over Makallé, Kworam en Dessié naar Addis Abeba. Langs dezen weg loopen dag en nacht motorlorries. In April was deze weg reeds geasfalteerd van Massawa tot bü Makallé. Andere wegen van belang, die op het oogenblik aangelegd worden, zijn de wegen AsmaraAksoemGondar (naar het Tana- meer); Addis AbebaDiredawa (een ver binding met Dzjiboeti) Addis Abeba via de meren naar Negelli en Mogadisjo; Addis AbebaGimmaGambela; Addis Abeba Lekemti; en HararHargeisa (Engelsch Somali-land). Er zijn in het Westen en Zuid westen uitgestrekte gebieden, waar Euro- peesche goederen per vliegtuig aangevoerd moeten worden. Het aanleggen van een volledig wegen net zal nog vele jaren in beslag nemen, maar de grootste moeilijkheden op dit ge bied zijn reeds overwonnen. De luchtvaart heeft in dit land, waar de afstanden groot zijn en de muilezel het eenige middel van vervoer was, wel een groote verandering gebrach. Twee jaar geleden duurde de reis per muilezel-karavaan van Addis Abeba naar Saio 40 dagen. In Mei l.L legde ik den afstand per vliegtuig af in twee uur en tien minuten. Oordeelende naar wat ik gezien heb in Amhara en Sjoa, Harrar, Godsjam en de omgeving van het Tana-meer, ben ik er van overtuigd, dat de landbouw goede mogelijk heden biedt. Hoewel Abessinië rijk is aan mineralen, zal Italië van den landbouw toch het meeste profijt kunnen hebben. Ita liaansche kolonisatie kan tweeërlei zijn, nederzettingen van families en industriëele kolonisatie door maatschappijen. De stre ken, die het meest geschikt zijn voor neder zettingen, zijn die tusschen de hooge ber gen en de lage plateaux (tusschen 3000 en 7500 voet), waar de temperatuur gematigd is en de regenval groot, maar er zijn ook gunstige plaatsen in de bergstreken, waar de regen minder is. Allereerst komt Harrar in aanmerking en de meeste Westelijke en Zuid-Westelijke gebieden, plus Godzjam en het gebied om het Tana-meer; terwijl het laatste het noordelijke deel van Amhara, Sjoa, Wollo, Galla etc. omvat. De eerste families worden reeds ver wacht na de regens te Oletta en Bisjoftoe, nabij Addis Abeba. De beste gebieden voor nederzettingen zijn die in Galla Sidama, waar de grond zeer vruchtbaar is en het klimaat bijna Europeesch, met genoeg regen en veel rivieren. Hier zal bijna alles snel groeien en twee oogsten per jaar zijn geen uitzondering. He geheele gebied leent zich tot het houden van vee en schapen. Hoewel het comfort van het moderne leven lang zamerhand in de hoofdstad en andere centra doodringt, is er een tekort aan woningen. De prijzen zijn hoog, als gevolg van de ver voerkosten en van het feit, dat de inheem- schen nog geen tijd gehad hebben hun oogst te vergrooten, ten einde aan de nieuwe eischen te voldoen. Warenhuizen, Europeesche winkels, bios copen en restaurants verrijzen als padde stoelen uit den grond en reeds is het aspect van de groote steden geheel veranderd. Duitsche functionnaris wegens fraude afgezet. - De chef van den Duitschen pro- pagandadienst in het district Mecklenburg, Alexander Gondermznn, is in verband met onregelmatigheden, die in de boekhouding van zijn bureau geconstateerd zijn, van zijn functie ontheven. De afzetting van dezen belangrijken nar tionaal-socialistischen functionnaris heef? onder de bevolking van Mecklenburg groote, beroering gewekt. Er zou een bedrag van 5 tot 8.000 mark zoek zjjn. Radajewitsj in hechtenis genomen. - De Joego-Slaviër Radajewitsj, die in ver band met den te Parijs gepleegden moord op een landgenoot door de politie is ver hoord, is opgesloten wegens overtreding van het uitwijzingsbevel. Onderzoek naar activiteit van nazi organisaties. - In verband met ontvangen klachen, dat de nationaal-socialistische or ganisaties in de Vereenigde Staten, o.a. in Jersey, militaire opleidingskampen hebben ingericht, heeft de Attorney-General een onderzoek gelast. Een federaal onderzoe kingsbureau zal een voorloopig onderzoek instellen, dat, indien de feiten dit recht vaardigen, door een meer formeel onder zoek door de regeering zal worden gevolgd. Ebbutt moet reeds Zondag Duitsch- land verlaten. - Het Duitsche Nieuwsbureau verneemt, dat aan den hoofdcorrespondent van de Engelsche „Times", Norman Ebbutt, heden is medegedeeld, dat hij vóór den aan- gekondigden termijn, dus vóór Zondag 22 Augustus, 24 uur, het Duitsche rijksgebied moet verlaten. GAYDA OVER MÜSSOLINI'S BEZOEK AAN SICILIË. In een artikel in de Italiaansche Giornale tfltalia, dat wellicht beschouwd kan worden als het uitgangspunt voor de rede, die Mus- •olini Vrijdag a.s. zal houden, acht Gayda het een verheugend teeken, dat de aandacht, 3ia men in het buitenland aan de reis van Mussol in i naar Sicilië heeft gewijd, niet „ver vormd werd door den waanzin van ongewet tigde bezorgdheid". Dit, aldus Gayda, is juist ge atmosfeer, die voor de Italiaansche strijd krachten past: aandacht en eerbied, doch geen onzinnige bezorgdheid. De Italiaansche Itrijdmacht moet vooral beschouwd worden in verband met de diensten, die zij kan be wijzen aan de zaak van den vrede en het •venwicht in Europa en de geheele wereld, en in verband met de diensten, die zij aan haar groote en kleine vrienden kan bewij zen. Italië, meer dan ooit zeker van zijn kracht, Wenscht den Italiaanschen vrede, een vrede die niet gemaskeerd wordt door utopieën en gemaakte phrazen, en evenmin gebukt gaat teder den druk van overwichts-aspiraties. OUD-PRESIDENT HOOVER OVER DE REPUBLIKEINSCHE PARTIJ. De vroegere president der Ver. Staten, Herbert Hoover, heeft in een publicatie zijn inzichten te kennen gegeven over de taak van de republikeinsche partij. Hierin ver- Werpt hij de voorstellen welke gedaan zijn om alle tegenstanders van de New Deal te vereenigen in een sterke politieke organisa tie voor de presidentsverkiezingen van 1940, en doet hij in plaats daarvan het denkbeeld aan de hand de republikeinsche partij op «teviger grondslag te plaatsen. De oud-president bespreekt vervolgens de drie voorstellen welke van verschillende Zijden gedaan zijn, t.w. de oprichting van •en nieuwe partij, verandering van den naam der republikeinsche partij en de tot ftandbrenging eener coalitie tusschen de re publikeinen en de Jefferson-democraten. Volgens Hoover voelt het meerendeel der Republikeinsche leiders in de verschillende «Haten de noodzakelijkheid, dat de partij het Volgende jaar een congres houdt en een program opstelt van constructieve nationale beginselen, waarin tevens de rechten en verplichtingen der vrije burgers staan om- schreven. De actie voor een nieuwe politieke verhouding, aldus Hoover, is voortgesproten uit de ontevredenheid van de conservatieve democraten in het zuiden over de politiek van de New Deal en den wensch om de kwade elementen uit beide partijen kwijt te raken. Hoover wijst er met nadruk op, dat zijn streven naar een congres der republi keinsche partij niet gemotiveerd wordt door persoonlijke politieke ambities. Ontploffing aan boord van destroyer. Tijdens de keuring van een veiligheidsven tiel aan boord van den destroyer „Cassin", een der nieuwste Amerikaansche torpedo jagers, is een stoompijp uit elkaar gevlogen. Drie personen werden gedood, acht zwaar gewond. Strijd tegen „politiseerende" geeste lijken. - Aan alle leden van de N.S.D.A.P. in het Saargebied en de Pfalz is door gouw leider Bürckel opdracht gegeven katholieke priesters aan te brengen, die van den kan sel of bij andere gelegenheden openlijk of bedekt aanvallen richten op partij of staat. Wegens spionnage veroordeeld. - De Hongaarsche krijgsraad heeft te Boedapest vijf personen veroordeeld tot straffen tus schen vier en dertien jaar gevangenis wegens spionnage ten gunste van buiten- landsche mogendheden. Groote brand te Valence (Fr.) - Gister avond is een zeer groote brand uitgebroken te Valence (Fr.) in een nabij het station ge legen houtzagerij. De brand zou ook woon huizen bedreigen. Wegens den ernst van den toestand heeft men de hulp van de brandweer van Lyon, dat op meer dan hon derd kilometer afstand van Valence ligt, moeten inroepen. Trein grijpt auto. - Op een onbewaak- ten overweg nabij Belgrado heeft gisteren een sneltrein een auto met zes inzittenden aangereden en ongeveer honderd meter meegesleept, waarop de auto tegen een brugleuning te pletter sloeg. In de auto zaten de chef der Joego-Slavische gendarmerie, generaal Naumowitsj, met zijn vrouw, zijn twee zoons, een onderofficier der gendar merie en de chauffeur. Alle zes inzitten den werden zwaar gewond. De generaal, zyn vrouw en een zijner zoons verkeeren in levensgevaar. OVERTREDING VAN DE WONINGWET. 25 boete opgelegd. De waarnemend Amsterdamsche kanton rechter mr. Salm behandelde een strafzaak tegen den 50-jarigen Amsterdamschen hoef smid W. Th. M. E., verdacht van overtreding van een artikel van de woningwet. De man is de gelukkige eigenaar van twee perceelen in de Korte Leidsche Dwarsstraat. De beide huizen zijn tamelijk bouwvallig en voor bewoning niet meer ge schikt, zoodat ze onbewoonbaar werden verklaard bij raadsbesluit. Volgens art. 25 sub 7 van de woningwet werden de ge bruikelijke bordjes aangeslagen met de mededeelingen, dat de bovenhuizen niet meer geschikt waren om een vriendelijk tehuis op te leveren. De eigenaar vond het op zekeren dag noodzakelijk een schilder aan het werk te zetten, die op zijn bevel ook de door de ge meente aangelagen borden fraai met bruine verf bewerkte en onleesbaar maakte. In de woningwet wordt dit strafbaar gesteld vol gens artikel 63 en bedreigd met een maxi mum straf van 100. Ter zitting gaf de verdachte toe, dat hij opdracht had gegeven de bordjes over te schilderen, doch hij had niet het plan de bovenhuizen als woningen te verhuren, doch als bergruimte. Uit de verklaring van den rechercheur bleek, dat vroeger de bordjes al eens afge rukt waren, toen was echter niet te bewij zen, dat de smid er iets mee te maken had. De verdediger mr. S. de Jong wilde weten, of er niets meer van de opschriften te lezen was. Volgens een inspecteur van den woningdienst waren ze onleesbaar. Hij vertelde ook, dat een der woningen tot voor kort nog verhuurd was aan een man, die er geregeld verbleef, doch voorgaf, dat hij er zijn werkplaats had gevestigd. Kantonrechter (tot verd.): Waarom hebt u de bordjes laten overschilderen? Verd.: Omdat 't een beroerd gezicht is, vooral voor den hypotheekhouder. Als hij ze ziet, kon hij wel eens zeggen „Vrind, betaal de hypotheek maar terug" Toen er dus geschilderd moest worden, zei ik: „Geef die bordjes ook maar een lik Maximum geëischt. De ambtenaar van het O.M. mr. B. v. d. Meulen vond de houding van verdachte, die liefst precies doet wat hij wil, zeer laakbaar. Spr. requireerde, daar hij geen verzach tende omstandigheden zag, de maximum straf, n.L 100 boete subs. 50 dagen hech tenis. De verdediger mr. Simon de Jong vond den eisch niet „billijk". Verd. heeft royaal zijn fout toegegeven en er staat geenszins vast, dat hij vroeger de borden had afge rukt. Voor de oplegging van de maximum straf is geen enkele aanleiding. De kantonrechter vond het feit bedenke lijk, de voorschriften van de woningwet moeten in het openbaar belang in acht wor den genomen. Spr. wilde aannemen, dat verd. niet de bedoeling had de perceelen als wo ningen te verhuren en veroordeelde den smid tot 25 boete, subs. 10 dagen hechte nis. OPLICHTER STAAT TERECHT. De Rotterdamsche bakker K. S. had te zamen met een vriend op listige wijze geld weten los te krijgen van een zekeren van der V., dien zij verteld hadden, dat hy met het smokkelen van sigaretten-papier veel geld kon verdienen. Van der V. had S. en zijn maat f 375 gegeven voor een hoeveel heid sigaretten-papier, dat in een schip in de Rotterdamsche haven opgeslagen was. Toen van der V. in de haven kwam, bleek er in het geheel geen schip van den door S. opgegeven naam te liggen. Het geheele verhaal was n.L gefantaseerd. Wegens oplichting was S. door de Rotter damsche rechtbank veroordeeld tot een ge vangenisstraf van een jaar met aftrek van preventieve hechtenis. Van dit vonnis was hij in hooger beroep gekomen by het Haagsche gerechtshof, daar hij de straf te zwaar vond. De procureur-generaal, mr. A. Rombach, was evenwel van meening, dat men hier met een geval van schandalige oplichting te doen had en vorderde bevestiging van het vonnis van de rechtbank. Uitspraak heden, 19 Augustus. De procureur-generaal vraagt ontslag van rechtsvervolging. Voor het gerechtshof te 's-Gravenhage diende gistermiddag de strafzaak tegen den 36-jarigen landbouwer F. J. G. te Groede, die wegens doodslag door de Middelburgsche rechtbank veroordeeld is tot een gevangenisstraf van vijf jaar. G. heeft op 4 Maart j.1. te Groede een re volverschot gelost op den landarbeider van de W„ die daardoor vrijwel op slag is ge dood. De voorgeschiedenis van dit drama was ongeveer als volgt: Tusschen den verdachte en den landbou wer A. A. D. te Breskens bestond een veete over een stuk land. Meermalen werd ver dachte door D. lastig gevallen en door diens arbeiders uitgescholen. Ook de verslagene van de W. was knecht bij D. en volgens de beweringen van verdachte zou hy door zijn baas zijn opgezet om gezamenlijk verdachte aan te vallen. Op den bewusten dag hebben D. en van de W. op den Hoogen Dijk te Groede verd. ontmoet en wat er nu precies is voorgeval len, is moeilijk te reconstrueeren, doch de gebeurtenissen eindigden met het doodelijke schot. De president van het gerechtshof, mr. D. Lodder, liet allereerst verdachte zyn lezing over 't geval geven. Deze beweerde, dat hy, op den Dijk aangekomen, D. en van de W. heeft ontmoet, die hem met een stok te lijf wilden gaan. Verdachte heeft nog getracht terug te keeren, doch de beide mannen sne den hem den pas af. Nadat hij verscheidene slagen te pakken heeft gehad, is verdachte zóó bang geworden, dat hij in zijn doodsangst heeft geschoten, met het bekende noodlot tige gevolg. G. heeft zich later zelf bij de politie aan gegeven. Dr. Jongsma uit Groede, die ver dachte kort na het gebeurde heeft onder zocht, heeft inderdaad striemen en blauwe plekken op rug en schouders van verdachte geconstateerd, welke van zware stokslagen afkomstig moeten zijn geweest. Veldwachter van der Vlugt, die van de plaatselijke toe standen te Groede op de hoogte is, deelde mede, dat van de W. al eens gewaarschuwd is om G. met rust te laten. Daarna verscheen de landbouwer D. als getuige. Deze verklaarde, dat inderdaad de versla- gene een hekel aan verdachte had. Waarom, wist getuige niet. President: En was u verdachte niet kwaad gezind? Getuige: Nou, het was m'n vriend niet, maar ook niet m'n vijand. Evenals voor de rechtbank te Middelburg verklaarde getuige voorts, dat hij gezien heeft, dat van de W. verdachte heeft opge wacht en dat hij zelf, in een droge sloot zit tende, het geheele tafreel heeft gadegesla gen. Is D. op den dijk geweest? Op dit belangrijke punt loopen de lezing van verdachte en die van getuige uiteen. Verdachte beweert dat D. op den dijk is geweest en hem met een spade heeft be dreigd. D. zelf houdt vol, dat hij in de sloot is blijven zitten. Uitvoering ging het Hof aan de hand van een situatie-schets op dit punt in, doch tot volledige klaarheid kwam dit vraagstuk niet. President: Hebt u van de W. nooit aan gespoord om G. af te ranselen? Getuige beweerde dat nooit gedaan te hebben. Ook uit het verhoor van de andere getuigen was het zeer moeilijk op te maken of D., nu wel of niet op den dijk is ge weest. Requisitoir. In zyn requisitoir sprak de procureur-ge neraal, mr. A. Rombach, allereerst een woord van deelneming tot de nabestaanden van het slachtoffer. Het is een noodlottige gebeurtenis geweest, waarbij het gedrag van den verslagene ten zeerste is af te keuren. Doch dit rechtvaardigde geenszins de han delwijze van verdachte. In plaats van iemand maar dadelijk dood te schieten, had hij een schot in de lucht kunnen geven, of den revolver naar de beenen van het slacht offer kunnen richten. Een beroep op nood weer gaat dus niet op. Toch achtte de procureur-generaal den verdachte niet strafbaar en wel omdat hier sprake is geweest van noodweer-exces. Verdachte is zóó in het nauw gedreven en voelde zich zóó bedreigd, dat hij in een dusdanigen gemoedstoestand is gekomen, dat hij de grenzen van de „noodzakelijke verdediging" heeft overschreden. Spr. vorderde daarom ontslag van rechts vervolging. Noodweer of noodweer-exces. In zijn pleidooi sloot de verdediger, mr. J. H. Rolandus Hagedoorn, zich uiteraard grootendeels aan bij het requisitoir. Toch wilde pleiter nog bij enkele punten even stilstaan. Wat getuige D. betreft, deze kan menschelijkerwyze niet de waarheid spre ken, want als hy dat dqet, beschuldigt hy zichzelf van een strafbaar feit. Voorts laakte pleiter de houding van de politie te Groede, die eiken preventieven maatregel om verdachte te beschermen heeft nagelaten. Iedereen in het dorp wist, dat hij bedreigd werd en dat er ongelukken zouden komen, als de politie niet ingreep. Tenslotte kon pleiter zich niet met het requisitoir vereeni gen, voor zoover de procureur-generaal nood weer-exces aannam. Als verdachte werkelijk in de lucht ge schoten zou hebben, zou dat misschien zijn laatste daad zijn geweest. Wegloopen kon hij ook niet meer en in zyn wanhoop wendde hij zich afen schoot. De bedoeling om te dooden had hij niet Pleiter meende, dat dit geval een model voorbeeld was van de moderne opvatting van noodweer. Het gerechtshof veroordeelt den land bouwer tot drie jaar gevangenisstraf. Hedenmorgen deed het gerechtshof te 's-Gravenhage uitspraak in den straf zaak, Hoewel de procureur-generaal aannam dat hier sprake was van noodweer-ex ces en in zyn requisitoir ontslag van rechtsvervolging heeft gevorderd, ver wierp het gerechtshof het beroep zoo wel op noodweer als dat op noodweer exces en veroordeelde den landbouwer tot een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek van preventieve hechtenis. BIGGENMERKEN. Wy vernemen van bevoegde zijde, d»t het aantal aangebrachte biggenmerken jjj de week van 2 tot 7 Augustus 37.000 (vorige jaar 49.197) bedroeg. Van de toekenning 1937 zijn tot 7 Augus tus in totaal 1.025.555 (v. j. 1.207.068) merken aangebracht. DR. DETERDING EN DE VARKENS» Dr. Deterding zou niet méér behoeven te betalen dan andere exporteurs, doch een ongelukje bracht het tegen deel aan het licht. Naar het Handelsblad verneemt, bestond tusschen regeeringscommissaris Louwes en de gemachtigden van dr. Deterding de over eenkomst, dateerende van December 1936, dat de Veehouderycentrale aan dr. Deter ding zou leveren 30.000 varkens van ge middeld 120 kilo tegen een prijs van veertig cents per kilo levend gewicht of zooveel minder als waarvoor in dezelfde periode varkens aan een ander zouden worden ge leverd voor export. Een soort „meestbe- gunstigings-clausule" dus. Naderhand bleek toevallig, n.L doordat een crisisambtenaar een factuur voor een andere firma in een envelop, bestemd voor 't bureau van dr. Deterding, sloot en ver zond, dat aan een bepaalde firma varkens werden geleverd voor 34 cents per kilo, terwijl bovendien nog een korting werd toe gestaan van vier klio per varken. Deze naar Zwitserland geëxporteerde var- kens 6600 stuks waren bovendien van uitgezochte kwaliteit en de Centrale be taalde er een prys voor, die 1.20 per var ken hooger was dan de officieel door haar gepubliceerde overnemingsprijs, een en an der blijkens een brief, die 't HblcL ter be schikking staat. Zoo betaalden bijvoorbeeld de kringzaakvoerder der Veehouderij centrale J. de Vette te Maasland en de zaakvoerder G. Voorspui te Hoornaar 46 cents voor d,e uitgezochte varkens van o.m. de veehouders J. Brand, J. Heykoop, T. Timmer en T. Bos in den Alblasserwaard. De officieel gepu bliceerde overnemingsprijs bedroeg echter 45 cents per kilo levend gewicht. Het zal thans duidelijk zyn, dat dr. Deter ding met het volste recht terugbetaling eischte, waaraan dan ook door regeerings commissaris Louwes is voldaan, op kosten van het Landbouwcrisisfonds. SPEK ONVOLDOENDE BACON EN VOOR UITVOER. Het gevoerde beleid vastgeloopen. Ruim een jaar geleden, betoogde ir. Dyt, dat de veebeperking aanvankelijk zou vasc- loopen en thans is dit met de varkens reeds het geval. In het Hbld. schrijft de heer Hoogterp het volgende: „Zooals men weet, is de baconbranche sedert eenige jaren geheel in handen van de overheid, vertegenwoordigd door de Veehouderycentrale. Deze laat de varkens door crisisambtenaren opkoopen en vervoe ren naar de fabrieken, welke de dieren tegen aanbestedingsprijs slachten en tot bacon verwerken. De export van het eind- rourci; - eschiedt door en voor rekening van de Centrale. Het particuliere bedrijf is dus geheel uitgeschakeld. Nu heeft de Engelsche regeering, met welke Nederland een z.g. vrijwillige invoer- contingenteering voor bacon is overeenge komen, onlangs o.a. ook aan ons land een kleine incidenteele verruiming toegesta^p van circa 500 ton. De Centrale heeft hief- aan echter niet kunnen voldoen wegens een tekort aan varkens! De boeren hebben n.L zóó weinig vertrouwen in het beleid van dit crisislichaam, dat zij de teelt nog véél sterker hebben ingekrompen dan hun was voorgeschreven! Deze situaie heeft in Engeland be vreemding gewekt en regeeringscommissaris Louwes heeft er een reis naar Londen voor gemaakt, want men heeft reeds moeite, om het gewone contingent van 1200 varkens per week uit te putten. De selectie is op het oogenblik veel min der, er is dan ook veel minder slappe bacon beschikbaar, omdat zooveel mogelijk naar Engeland moet worden gezonden, waardoor de kwaliteits-selectie wat ruimer wordt genomen. In de tweede plaats kan de Centrale het Duitsche invoercontingent voor het derde kwartaal Van gezouten spek (1900 ton) niet uitputten, omdat zy slechts een voorraad heeft van 500 a 600 ton! De exporteurs-consenthouders n.L mogen alléén spek uitvoeren, dat zij van de Cen trale hebben gekocht. Wanneer zy var* kens slachten, moeten zy het spek dus öf vasthouden, óf in het binnenland verkoopen, öf aan dit crisislichaam verkoopen tegen officieel vastgestelde overnemings-prijzen. Deze bedragen voor de drie soorten A., B. en C. resp. 56, 55 en 53 cents per kilo, hot geen véél te laag is in verband met de marktprijzen van de varkens. De b innen - landsche spekprijzen bedragen dan ook resp. 70, 68 en 65 cents! Het gevolg daarvan is, dat er door exporteurs en anderen min der spek aan de Centrale ter overneming wordt aangeboden, zoodat dit lichaam thans een voorraad heeft, die onvoldoende is, om aan de export-behoefte te voldoen. Reeds in het vorige kwartaal begonnen de moeilijkheden, want de uitputting van het contingent moest worden uitgestrekt tot M het loopende kwartaal. Om uit deze impasse te geraken, zal (le Centrale dus öf van den handel moeten bïj- koopen maar dan tegen een veel hooge- ren prijs öf het Duitsche ootumgent aiet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 8