Dwars door Italiaansch Oost-Afrika.
Rechtszaken
£atuU en 5nmbotm
ALKMAARSCHE COURANT van DONDERDAÓ 19 AUGUSTUS 1937
Buitenland
het land von den Negus niet meer te herkennen.
WEGENNET GROEIT SNEL.
De doodslag te Groede.
Nieuws in 't kort.
Een Engelschman, majoor E. W. Polson
Newman, heeft een reis door geheel Abes-
ainië gemaakt en geeft in de „Daily Tele-
graph" een beschrijving van de ontwikkeling
van het land onder het Italiaansche bewind.
Gedurende mijn reis door Italiaansch Oost-
Afrika, zoo schrijft hij, was er een ding, dat
mij het meest verwonderde, n.L de vredige
rust, die er overal heerschte. De inboorlin
gen werkten op het land of liepen op de
markt, terwijl muilezels en kameelen de
koopwaar droegen over de nieuwe wegen
en de bergen. De Abessiniërs groetten ons
vriendelijk, als wij langs kwamen. Wij
zagen vele wegwerkers, Italianen, zoowel
als inboorlingen; sommigen van hen gewa
pend, maar er waren betrekkelijk weinig
troepen te zien. Er waren nauwelijks zicht
bare teekenen van de gevolgen van den oor
log aan te wijzen en er was weinig wat er
aan herinnerde, dat wij in een kort geleden
veroverd land waren.
Voor de veiligheid wordt hoofdzakelijk
gezorgd door de luchtmacht; in Addis
Abeba is een divisie geregelde troepen ge-
stationneerd, terwijl er Italiaansche en As-
karische troepen in alle centra van strate
gisch belang zijn ondergebracht. Hoewel er
nergens zichtbare teekenen van ontevreden
heid waar te nemen vallen, neemt het
district Sjoa, nabij de hoofdstad, nog een
passief-vijandige houding aan en men heeft
er de bevolking met geweld moeten ontwa
penen. Ook in sommige gedeelten van Am-
hara en Tigré hebben de inboorlingen zich
nog niet geheel aan het nieuwe bewind on
derworpen, en de inlevering van wapens
gaat met moeilijkheden gepaard. Overal
elders stond ik verbaasd over de onmis
kenbare harmonie tusschen Italianen en
Abessiniërs, wat het meest opviel bij de
stammen, die tevoren aan de Amharen on
derworpen waren geweest. Zelfs in ver af
gelegen streken van West-Abessinië bleek
gewapend geleide niet noodzakelijk, en als
t ons werd verschaft, bestond 't uit man
nen, die in 't leger van den ex-negus had
;den gevochten. Deze inboorlingen-troepen,
die nu door de Italianen betaald worden,
maken deel uit van de bataillons Askari's
of van inboorlingentroepen, die onder bevel
van Italiaansche officieren staan. In het
eerste geval worden zij voor twee jaar inge
schreven en ontvangen zij 5 lire per dag
plus een hoeveelheid meel. Zij kunnen hun
vrouwen en kinderen meenemen naar de
plaats van inkwartiering of naar het kamp,
waar zij van hutten of tenten voorzien wor
den.
Ih centra als Addis Abeba, Gondar, Kwo-
ram en Dessié zijn tal van Abessiniërs werk
zaam als bedienden in hotels, café's en
warenhuizen. Anderen vinden werk bij gou
vernementsinstellingen en in verschillende
beroepen, waar geen speciale opleiding
voor vereischt is. Daar mijn bezoek juist
viel in den tijd, dat er geploegd en gezaaid
werd, waren er minder inboorlingen als
wegwerker werkzaam, dan ik verdacht had.
Jp April waren het er 30.000 en zij verdien
den van 10 tot 15 lire per dag.
Bewonderenswaardig is de snelheid waar
mee goede wegen zijn aangelegd. Daar de
capaciteit van de spoorlijn naar Dzjiboeti
miniem is, gaat het vervoer hoofdzakelijk
van Massawa naar Asmara, vervolgens over
Makallé, Kworam en Dessié naar Addis
Abeba. Langs dezen weg loopen dag en
nacht motorlorries. In April was deze weg
reeds geasfalteerd van Massawa tot bü
Makallé.
Andere wegen van belang, die op het
oogenblik aangelegd worden, zijn de wegen
AsmaraAksoemGondar (naar het Tana-
meer); Addis AbebaDiredawa (een ver
binding met Dzjiboeti) Addis Abeba via de
meren naar Negelli en Mogadisjo; Addis
AbebaGimmaGambela; Addis Abeba
Lekemti; en HararHargeisa (Engelsch
Somali-land). Er zijn in het Westen en Zuid
westen uitgestrekte gebieden, waar Euro-
peesche goederen per vliegtuig aangevoerd
moeten worden.
Het aanleggen van een volledig wegen
net zal nog vele jaren in beslag nemen,
maar de grootste moeilijkheden op dit ge
bied zijn reeds overwonnen. De luchtvaart
heeft in dit land, waar de afstanden groot
zijn en de muilezel het eenige middel van
vervoer was, wel een groote verandering
gebrach. Twee jaar geleden duurde de reis
per muilezel-karavaan van Addis Abeba
naar Saio 40 dagen. In Mei l.L legde ik den
afstand per vliegtuig af in twee uur en tien
minuten.
Oordeelende naar wat ik gezien heb in
Amhara en Sjoa, Harrar, Godsjam en de
omgeving van het Tana-meer, ben ik er van
overtuigd, dat de landbouw goede mogelijk
heden biedt. Hoewel Abessinië rijk is aan
mineralen, zal Italië van den landbouw
toch het meeste profijt kunnen hebben. Ita
liaansche kolonisatie kan tweeërlei zijn,
nederzettingen van families en industriëele
kolonisatie door maatschappijen. De stre
ken, die het meest geschikt zijn voor neder
zettingen, zijn die tusschen de hooge ber
gen en de lage plateaux (tusschen 3000 en
7500 voet), waar de temperatuur gematigd
is en de regenval groot, maar er zijn ook
gunstige plaatsen in de bergstreken, waar
de regen minder is. Allereerst komt Harrar
in aanmerking en de meeste Westelijke en
Zuid-Westelijke gebieden, plus Godzjam en
het gebied om het Tana-meer; terwijl het
laatste het noordelijke deel van Amhara,
Sjoa, Wollo, Galla etc. omvat.
De eerste families worden reeds ver
wacht na de regens te Oletta en Bisjoftoe,
nabij Addis Abeba. De beste gebieden voor
nederzettingen zijn die in Galla Sidama,
waar de grond zeer vruchtbaar is en het
klimaat bijna Europeesch, met genoeg regen
en veel rivieren. Hier zal bijna alles snel
groeien en twee oogsten per jaar zijn geen
uitzondering. He geheele gebied leent zich
tot het houden van vee en schapen. Hoewel
het comfort van het moderne leven lang
zamerhand in de hoofdstad en andere centra
doodringt, is er een tekort aan woningen.
De prijzen zijn hoog, als gevolg van de ver
voerkosten en van het feit, dat de inheem-
schen nog geen tijd gehad hebben hun oogst
te vergrooten, ten einde aan de nieuwe
eischen te voldoen.
Warenhuizen, Europeesche winkels, bios
copen en restaurants verrijzen als padde
stoelen uit den grond en reeds is het aspect
van de groote steden geheel veranderd.
Duitsche functionnaris wegens fraude
afgezet. - De chef van den Duitschen pro-
pagandadienst in het district Mecklenburg,
Alexander Gondermznn, is in verband met
onregelmatigheden, die in de boekhouding
van zijn bureau geconstateerd zijn, van zijn
functie ontheven.
De afzetting van dezen belangrijken nar
tionaal-socialistischen functionnaris heef?
onder de bevolking van Mecklenburg groote,
beroering gewekt. Er zou een bedrag van
5 tot 8.000 mark zoek zjjn.
Radajewitsj in hechtenis genomen. -
De Joego-Slaviër Radajewitsj, die in ver
band met den te Parijs gepleegden moord
op een landgenoot door de politie is ver
hoord, is opgesloten wegens overtreding
van het uitwijzingsbevel.
Onderzoek naar activiteit van nazi
organisaties. - In verband met ontvangen
klachen, dat de nationaal-socialistische or
ganisaties in de Vereenigde Staten, o.a. in
Jersey, militaire opleidingskampen hebben
ingericht, heeft de Attorney-General een
onderzoek gelast. Een federaal onderzoe
kingsbureau zal een voorloopig onderzoek
instellen, dat, indien de feiten dit recht
vaardigen, door een meer formeel onder
zoek door de regeering zal worden gevolgd.
Ebbutt moet reeds Zondag Duitsch-
land verlaten. - Het Duitsche Nieuwsbureau
verneemt, dat aan den hoofdcorrespondent
van de Engelsche „Times", Norman Ebbutt,
heden is medegedeeld, dat hij vóór den aan-
gekondigden termijn, dus vóór Zondag 22
Augustus, 24 uur, het Duitsche rijksgebied
moet verlaten.
GAYDA OVER MÜSSOLINI'S BEZOEK
AAN SICILIË.
In een artikel in de Italiaansche Giornale
tfltalia, dat wellicht beschouwd kan worden
als het uitgangspunt voor de rede, die Mus-
•olini Vrijdag a.s. zal houden, acht Gayda
het een verheugend teeken, dat de aandacht,
3ia men in het buitenland aan de reis van
Mussol in i naar Sicilië heeft gewijd, niet „ver
vormd werd door den waanzin van ongewet
tigde bezorgdheid". Dit, aldus Gayda, is juist
ge atmosfeer, die voor de Italiaansche strijd
krachten past: aandacht en eerbied, doch
geen onzinnige bezorgdheid. De Italiaansche
Itrijdmacht moet vooral beschouwd worden
in verband met de diensten, die zij kan be
wijzen aan de zaak van den vrede en het
•venwicht in Europa en de geheele wereld,
en in verband met de diensten, die zij aan
haar groote en kleine vrienden kan bewij
zen.
Italië, meer dan ooit zeker van zijn kracht,
Wenscht den Italiaanschen vrede, een vrede
die niet gemaskeerd wordt door utopieën en
gemaakte phrazen, en evenmin gebukt gaat
teder den druk van overwichts-aspiraties.
OUD-PRESIDENT HOOVER OVER DE
REPUBLIKEINSCHE PARTIJ.
De vroegere president der Ver. Staten,
Herbert Hoover, heeft in een publicatie zijn
inzichten te kennen gegeven over de taak
van de republikeinsche partij. Hierin ver-
Werpt hij de voorstellen welke gedaan zijn
om alle tegenstanders van de New Deal te
vereenigen in een sterke politieke organisa
tie voor de presidentsverkiezingen van 1940,
en doet hij in plaats daarvan het denkbeeld
aan de hand de republikeinsche partij op
«teviger grondslag te plaatsen.
De oud-president bespreekt vervolgens de
drie voorstellen welke van verschillende
Zijden gedaan zijn, t.w. de oprichting van
•en nieuwe partij, verandering van den
naam der republikeinsche partij en de tot
ftandbrenging eener coalitie tusschen de re
publikeinen en de Jefferson-democraten.
Volgens Hoover voelt het meerendeel der
Republikeinsche leiders in de verschillende
«Haten de noodzakelijkheid, dat de partij het
Volgende jaar een congres houdt en een
program opstelt van constructieve nationale
beginselen, waarin tevens de rechten en
verplichtingen der vrije burgers staan om-
schreven. De actie voor een nieuwe politieke
verhouding, aldus Hoover, is voortgesproten
uit de ontevredenheid van de conservatieve
democraten in het zuiden over de politiek
van de New Deal en den wensch om de
kwade elementen uit beide partijen kwijt te
raken. Hoover wijst er met nadruk op, dat
zijn streven naar een congres der republi
keinsche partij niet gemotiveerd wordt door
persoonlijke politieke ambities.
Ontploffing aan boord van destroyer.
Tijdens de keuring van een veiligheidsven
tiel aan boord van den destroyer „Cassin",
een der nieuwste Amerikaansche torpedo
jagers, is een stoompijp uit elkaar gevlogen.
Drie personen werden gedood, acht zwaar
gewond.
Strijd tegen „politiseerende" geeste
lijken. - Aan alle leden van de N.S.D.A.P.
in het Saargebied en de Pfalz is door gouw
leider Bürckel opdracht gegeven katholieke
priesters aan te brengen, die van den kan
sel of bij andere gelegenheden openlijk of
bedekt aanvallen richten op partij of staat.
Wegens spionnage veroordeeld. - De
Hongaarsche krijgsraad heeft te Boedapest
vijf personen veroordeeld tot straffen tus
schen vier en dertien jaar gevangenis
wegens spionnage ten gunste van buiten-
landsche mogendheden.
Groote brand te Valence (Fr.) - Gister
avond is een zeer groote brand uitgebroken
te Valence (Fr.) in een nabij het station ge
legen houtzagerij. De brand zou ook woon
huizen bedreigen. Wegens den ernst van
den toestand heeft men de hulp van de
brandweer van Lyon, dat op meer dan hon
derd kilometer afstand van Valence ligt,
moeten inroepen.
Trein grijpt auto. - Op een onbewaak-
ten overweg nabij Belgrado heeft gisteren
een sneltrein een auto met zes inzittenden
aangereden en ongeveer honderd meter
meegesleept, waarop de auto tegen een
brugleuning te pletter sloeg. In de auto zaten
de chef der Joego-Slavische gendarmerie,
generaal Naumowitsj, met zijn vrouw, zijn
twee zoons, een onderofficier der gendar
merie en de chauffeur. Alle zes inzitten
den werden zwaar gewond. De generaal,
zyn vrouw en een zijner zoons verkeeren
in levensgevaar.
OVERTREDING VAN DE WONINGWET.
25 boete opgelegd.
De waarnemend Amsterdamsche kanton
rechter mr. Salm behandelde een strafzaak
tegen den 50-jarigen Amsterdamschen hoef
smid W. Th. M. E., verdacht van overtreding
van een artikel van de woningwet.
De man is de gelukkige eigenaar van
twee perceelen in de Korte Leidsche
Dwarsstraat. De beide huizen zijn tamelijk
bouwvallig en voor bewoning niet meer ge
schikt, zoodat ze onbewoonbaar werden
verklaard bij raadsbesluit. Volgens art. 25
sub 7 van de woningwet werden de ge
bruikelijke bordjes aangeslagen met de
mededeelingen, dat de bovenhuizen niet
meer geschikt waren om een vriendelijk
tehuis op te leveren.
De eigenaar vond het op zekeren dag
noodzakelijk een schilder aan het werk te
zetten, die op zijn bevel ook de door de ge
meente aangelagen borden fraai met bruine
verf bewerkte en onleesbaar maakte. In de
woningwet wordt dit strafbaar gesteld vol
gens artikel 63 en bedreigd met een maxi
mum straf van 100.
Ter zitting gaf de verdachte toe, dat hij
opdracht had gegeven de bordjes over te
schilderen, doch hij had niet het plan de
bovenhuizen als woningen te verhuren, doch
als bergruimte.
Uit de verklaring van den rechercheur
bleek, dat vroeger de bordjes al eens afge
rukt waren, toen was echter niet te bewij
zen, dat de smid er iets mee te maken had.
De verdediger mr. S. de Jong wilde
weten, of er niets meer van de opschriften
te lezen was. Volgens een inspecteur van
den woningdienst waren ze onleesbaar. Hij
vertelde ook, dat een der woningen tot voor
kort nog verhuurd was aan een man, die er
geregeld verbleef, doch voorgaf, dat hij er
zijn werkplaats had gevestigd.
Kantonrechter (tot verd.): Waarom hebt
u de bordjes laten overschilderen?
Verd.: Omdat 't een beroerd gezicht is,
vooral voor den hypotheekhouder.
Als hij ze ziet, kon hij wel eens zeggen
„Vrind, betaal de hypotheek maar terug"
Toen er dus geschilderd moest worden, zei
ik: „Geef die bordjes ook maar een lik
Maximum geëischt.
De ambtenaar van het O.M. mr. B. v. d.
Meulen vond de houding van verdachte, die
liefst precies doet wat hij wil, zeer laakbaar.
Spr. requireerde, daar hij geen verzach
tende omstandigheden zag, de maximum
straf, n.L 100 boete subs. 50 dagen hech
tenis.
De verdediger mr. Simon de Jong vond
den eisch niet „billijk". Verd. heeft royaal
zijn fout toegegeven en er staat geenszins
vast, dat hij vroeger de borden had afge
rukt. Voor de oplegging van de maximum
straf is geen enkele aanleiding.
De kantonrechter vond het feit bedenke
lijk, de voorschriften van de woningwet
moeten in het openbaar belang in acht wor
den genomen. Spr. wilde aannemen, dat verd.
niet de bedoeling had de perceelen als wo
ningen te verhuren en veroordeelde den
smid tot 25 boete, subs. 10 dagen hechte
nis.
OPLICHTER STAAT TERECHT.
De Rotterdamsche bakker K. S. had te
zamen met een vriend op listige wijze geld
weten los te krijgen van een zekeren van
der V., dien zij verteld hadden, dat hy met
het smokkelen van sigaretten-papier veel
geld kon verdienen. Van der V. had S. en
zijn maat f 375 gegeven voor een hoeveel
heid sigaretten-papier, dat in een schip in
de Rotterdamsche haven opgeslagen was.
Toen van der V. in de haven kwam, bleek
er in het geheel geen schip van den door
S. opgegeven naam te liggen. Het geheele
verhaal was n.L gefantaseerd.
Wegens oplichting was S. door de Rotter
damsche rechtbank veroordeeld tot een ge
vangenisstraf van een jaar met aftrek van
preventieve hechtenis.
Van dit vonnis was hij in hooger beroep
gekomen by het Haagsche gerechtshof, daar
hij de straf te zwaar vond.
De procureur-generaal, mr. A. Rombach,
was evenwel van meening, dat men hier
met een geval van schandalige oplichting te
doen had en vorderde bevestiging van het
vonnis van de rechtbank.
Uitspraak heden, 19 Augustus.
De procureur-generaal vraagt ontslag
van rechtsvervolging.
Voor het gerechtshof te 's-Gravenhage
diende gistermiddag de strafzaak tegen
den 36-jarigen landbouwer F. J. G. te
Groede, die wegens doodslag door de
Middelburgsche rechtbank veroordeeld
is tot een gevangenisstraf van vijf jaar.
G. heeft op 4 Maart j.1. te Groede een re
volverschot gelost op den landarbeider van
de W„ die daardoor vrijwel op slag is ge
dood. De voorgeschiedenis van dit drama
was ongeveer als volgt:
Tusschen den verdachte en den landbou
wer A. A. D. te Breskens bestond een veete
over een stuk land. Meermalen werd ver
dachte door D. lastig gevallen en door diens
arbeiders uitgescholen. Ook de verslagene
van de W. was knecht bij D. en volgens de
beweringen van verdachte zou hy door zijn
baas zijn opgezet om gezamenlijk verdachte
aan te vallen.
Op den bewusten dag hebben D. en van
de W. op den Hoogen Dijk te Groede verd.
ontmoet en wat er nu precies is voorgeval
len, is moeilijk te reconstrueeren, doch de
gebeurtenissen eindigden met het doodelijke
schot.
De president van het gerechtshof, mr. D.
Lodder, liet allereerst verdachte zyn lezing
over 't geval geven. Deze beweerde, dat hy,
op den Dijk aangekomen, D. en van de W.
heeft ontmoet, die hem met een stok te lijf
wilden gaan. Verdachte heeft nog getracht
terug te keeren, doch de beide mannen sne
den hem den pas af. Nadat hij verscheidene
slagen te pakken heeft gehad, is verdachte
zóó bang geworden, dat hij in zijn doodsangst
heeft geschoten, met het bekende noodlot
tige gevolg.
G. heeft zich later zelf bij de politie aan
gegeven. Dr. Jongsma uit Groede, die ver
dachte kort na het gebeurde heeft onder
zocht, heeft inderdaad striemen en blauwe
plekken op rug en schouders van verdachte
geconstateerd, welke van zware stokslagen
afkomstig moeten zijn geweest. Veldwachter
van der Vlugt, die van de plaatselijke toe
standen te Groede op de hoogte is, deelde
mede, dat van de W. al eens gewaarschuwd
is om G. met rust te laten.
Daarna verscheen de landbouwer D. als
getuige.
Deze verklaarde, dat inderdaad de versla-
gene een hekel aan verdachte had. Waarom,
wist getuige niet.
President: En was u verdachte niet kwaad
gezind?
Getuige: Nou, het was m'n vriend niet,
maar ook niet m'n vijand.
Evenals voor de rechtbank te Middelburg
verklaarde getuige voorts, dat hij gezien
heeft, dat van de W. verdachte heeft opge
wacht en dat hij zelf, in een droge sloot zit
tende, het geheele tafreel heeft gadegesla
gen.
Is D. op den dijk geweest?
Op dit belangrijke punt loopen de lezing
van verdachte en die van getuige uiteen.
Verdachte beweert dat D. op den dijk is
geweest en hem met een spade heeft be
dreigd. D. zelf houdt vol, dat hij in de sloot
is blijven zitten.
Uitvoering ging het Hof aan de hand van
een situatie-schets op dit punt in, doch tot
volledige klaarheid kwam dit vraagstuk
niet.
President: Hebt u van de W. nooit aan
gespoord om G. af te ranselen?
Getuige beweerde dat nooit gedaan te
hebben. Ook uit het verhoor van de andere
getuigen was het zeer moeilijk op te maken
of D., nu wel of niet op den dijk is ge
weest.
Requisitoir.
In zyn requisitoir sprak de procureur-ge
neraal, mr. A. Rombach, allereerst een
woord van deelneming tot de nabestaanden
van het slachtoffer. Het is een noodlottige
gebeurtenis geweest, waarbij het gedrag van
den verslagene ten zeerste is af te keuren.
Doch dit rechtvaardigde geenszins de han
delwijze van verdachte. In plaats van
iemand maar dadelijk dood te schieten, had
hij een schot in de lucht kunnen geven, of
den revolver naar de beenen van het slacht
offer kunnen richten. Een beroep op nood
weer gaat dus niet op.
Toch achtte de procureur-generaal den
verdachte niet strafbaar en wel omdat hier
sprake is geweest van noodweer-exces.
Verdachte is zóó in het nauw gedreven
en voelde zich zóó bedreigd, dat hij in een
dusdanigen gemoedstoestand is gekomen,
dat hij de grenzen van de „noodzakelijke
verdediging" heeft overschreden.
Spr. vorderde daarom ontslag van rechts
vervolging.
Noodweer of noodweer-exces.
In zijn pleidooi sloot de verdediger, mr.
J. H. Rolandus Hagedoorn, zich uiteraard
grootendeels aan bij het requisitoir. Toch
wilde pleiter nog bij enkele punten even
stilstaan. Wat getuige D. betreft, deze kan
menschelijkerwyze niet de waarheid spre
ken, want als hy dat dqet, beschuldigt hy
zichzelf van een strafbaar feit.
Voorts laakte pleiter de houding van de
politie te Groede, die eiken preventieven
maatregel om verdachte te beschermen heeft
nagelaten.
Iedereen in het dorp wist, dat hij bedreigd
werd en dat er ongelukken zouden komen,
als de politie niet ingreep. Tenslotte kon
pleiter zich niet met het requisitoir vereeni
gen, voor zoover de procureur-generaal nood
weer-exces aannam.
Als verdachte werkelijk in de lucht ge
schoten zou hebben, zou dat misschien zijn
laatste daad zijn geweest. Wegloopen kon
hij ook niet meer en in zyn wanhoop wendde
hij zich afen schoot.
De bedoeling om te dooden had hij niet
Pleiter meende, dat dit geval een model
voorbeeld was van de moderne opvatting
van noodweer.
Het gerechtshof veroordeelt den land
bouwer tot drie jaar gevangenisstraf.
Hedenmorgen deed het gerechtshof te
's-Gravenhage uitspraak in den straf
zaak,
Hoewel de procureur-generaal aannam
dat hier sprake was van noodweer-ex
ces en in zyn requisitoir ontslag van
rechtsvervolging heeft gevorderd, ver
wierp het gerechtshof het beroep zoo
wel op noodweer als dat op noodweer
exces en veroordeelde den landbouwer
tot een gevangenisstraf van drie jaar
met aftrek van preventieve hechtenis.
BIGGENMERKEN.
Wy vernemen van bevoegde zijde, d»t
het aantal aangebrachte biggenmerken jjj
de week van 2 tot 7 Augustus 37.000
(vorige jaar 49.197) bedroeg.
Van de toekenning 1937 zijn tot 7 Augus
tus in totaal 1.025.555 (v. j. 1.207.068)
merken aangebracht.
DR. DETERDING EN DE VARKENS»
Dr. Deterding zou niet méér behoeven
te betalen dan andere exporteurs,
doch een ongelukje bracht het tegen
deel aan het licht.
Naar het Handelsblad verneemt, bestond
tusschen regeeringscommissaris Louwes en
de gemachtigden van dr. Deterding de over
eenkomst, dateerende van December 1936,
dat de Veehouderycentrale aan dr. Deter
ding zou leveren 30.000 varkens van ge
middeld 120 kilo tegen een prijs van veertig
cents per kilo levend gewicht of zooveel
minder als waarvoor in dezelfde periode
varkens aan een ander zouden worden ge
leverd voor export. Een soort „meestbe-
gunstigings-clausule" dus.
Naderhand bleek toevallig, n.L doordat
een crisisambtenaar een factuur voor een
andere firma in een envelop, bestemd voor
't bureau van dr. Deterding, sloot en ver
zond, dat aan een bepaalde firma varkens
werden geleverd voor 34 cents per kilo,
terwijl bovendien nog een korting werd toe
gestaan van vier klio per varken.
Deze naar Zwitserland geëxporteerde var-
kens 6600 stuks waren bovendien van
uitgezochte kwaliteit en de Centrale be
taalde er een prys voor, die 1.20 per var
ken hooger was dan de officieel door haar
gepubliceerde overnemingsprijs, een en an
der blijkens een brief, die 't HblcL ter be
schikking staat. Zoo betaalden bijvoorbeeld
de kringzaakvoerder der Veehouderij centrale
J. de Vette te Maasland en de zaakvoerder
G. Voorspui te Hoornaar 46 cents voor d,e
uitgezochte varkens van o.m. de veehouders
J. Brand, J. Heykoop, T. Timmer en T. Bos
in den Alblasserwaard. De officieel gepu
bliceerde overnemingsprijs bedroeg echter
45 cents per kilo levend gewicht.
Het zal thans duidelijk zyn, dat dr. Deter
ding met het volste recht terugbetaling
eischte, waaraan dan ook door regeerings
commissaris Louwes is voldaan, op kosten
van het Landbouwcrisisfonds.
SPEK
ONVOLDOENDE BACON EN
VOOR UITVOER.
Het gevoerde beleid vastgeloopen.
Ruim een jaar geleden, betoogde ir. Dyt,
dat de veebeperking aanvankelijk zou vasc-
loopen en thans is dit met de varkens reeds
het geval. In het Hbld. schrijft de heer
Hoogterp het volgende:
„Zooals men weet, is de baconbranche
sedert eenige jaren geheel in handen van
de overheid, vertegenwoordigd door de
Veehouderycentrale. Deze laat de varkens
door crisisambtenaren opkoopen en vervoe
ren naar de fabrieken, welke de dieren
tegen aanbestedingsprijs slachten en tot
bacon verwerken. De export van het eind-
rourci; - eschiedt door en voor rekening
van de Centrale. Het particuliere bedrijf is
dus geheel uitgeschakeld.
Nu heeft de Engelsche regeering, met
welke Nederland een z.g. vrijwillige invoer-
contingenteering voor bacon is overeenge
komen, onlangs o.a. ook aan ons land een
kleine incidenteele verruiming toegesta^p
van circa 500 ton. De Centrale heeft hief-
aan echter niet kunnen voldoen wegens een
tekort aan varkens! De boeren hebben n.L
zóó weinig vertrouwen in het beleid van
dit crisislichaam, dat zij de teelt nog véél
sterker hebben ingekrompen dan hun was
voorgeschreven!
Deze situaie heeft in Engeland be
vreemding gewekt en regeeringscommissaris
Louwes heeft er een reis naar Londen voor
gemaakt, want men heeft reeds moeite, om
het gewone contingent van 1200 varkens
per week uit te putten.
De selectie is op het oogenblik veel min
der, er is dan ook veel minder slappe bacon
beschikbaar, omdat zooveel mogelijk naar
Engeland moet worden gezonden, waardoor
de kwaliteits-selectie wat ruimer wordt
genomen.
In de tweede plaats kan de Centrale het
Duitsche invoercontingent voor het derde
kwartaal Van gezouten spek (1900 ton) niet
uitputten, omdat zy slechts een voorraad
heeft van 500 a 600 ton!
De exporteurs-consenthouders n.L mogen
alléén spek uitvoeren, dat zij van de Cen
trale hebben gekocht. Wanneer zy var*
kens slachten, moeten zy het spek dus öf
vasthouden, óf in het binnenland verkoopen,
öf aan dit crisislichaam verkoopen tegen
officieel vastgestelde overnemings-prijzen.
Deze bedragen voor de drie soorten A., B.
en C. resp. 56, 55 en 53 cents per kilo, hot
geen véél te laag is in verband met de
marktprijzen van de varkens. De b innen -
landsche spekprijzen bedragen dan ook
resp. 70, 68 en 65 cents! Het gevolg daarvan
is, dat er door exporteurs en anderen min
der spek aan de Centrale ter overneming
wordt aangeboden, zoodat dit lichaam thans
een voorraad heeft, die onvoldoende is, om
aan de export-behoefte te voldoen.
Reeds in het vorige kwartaal begonnen de
moeilijkheden, want de uitputting van het
contingent moest worden uitgestrekt tot M
het loopende kwartaal.
Om uit deze impasse te geraken, zal (le
Centrale dus öf van den handel moeten bïj-
koopen maar dan tegen een veel hooge-
ren prijs öf het Duitsche ootumgent aiet