DE GQUDEN
ABDIJSIROOP
Stop dien hoest
Financieel Overzicht.
UITGEEST
AKKER's verstèrkie
Streeksgewijze bestudeering der
vogelwereld.
JUchUzaken
BEDREIGING MET DOODSLAG.
De officier van justitie te As6en eischte
tegen J. S. te Barger-Oosterveen, gemeente
Emmen, een gevangenisstraf van acht
maanden wegens poging tot doodslag, op 13
Juni aldaar gepleegd. Hy zou n.1. de J. al
daar met een bijl hebben bedreigd ondier
het uitroepen van de woorden: „Man, ik zal
je de hersens inslaan".
Bovendien had verdachte, die reeds meer
dere malen veroordeeld is, zich bevonden
in het z.g. bewakingsgebied aan de grens,
terwijl de toegang tot dat gebied hem ont
zegd was wegens smokkelaffaires.
Eveneens stond wegens bedreiging met
doodslag terecht Geert P. uit Beemster, ge
meente Dwingeloo. Hy zou zijn zuster en
broer, bij wien hij inwoonde, met een mes
hebben bedreigd. Tegen hem eischte de of
ficier van justitie vier maanden gevange
nisstraf.
MEINEED.
Jan Z. uit Zuidlaren hoorde een gevange
nisstraf tegen zich eischen, omdat hij op
20 Mei als getuige in een civiele procedure
een meineed zou hebben afgelegd.
Uitspraak over veertien dagen.
£aMd? en Huin&ouu)
CONSUMPTIEMELK REGEERINGS-
CONTRACT.
Nederlandsche auivelcentrale, 22 tot en
met 28 Augustus. Consumptiemelk regee-
ringscontract, taxe-gedeelte 6.75 cent,
eventueel verhoogd met premie of vermin
derd met kwaliteitsafdrach. Overmelk
regeerings-minimumprys 5.70 cent.
Afdracht bij levering in consumptie van
andere dan taxemelk 2.50 cent.
CemeeHiecaden
De raad dezer gemeente vergaderde
ten gemeentehuize onder voorzitterschap
van den loco-burgemeester, den heer P.
Twaalfhoven.
Afwezig was de heer A. van der Eng
(r.k.)
Goedgekeurd werd de overname van
een strook grond langs de Wilhelmina-
straat van den heer K. Zaadnoordijk voor
den prijs van 50 om tot verbreeding
van deze straat te kunnen overgaan.
Het verzoek om ontheffing der straat-
belasting van J. Fritsche te Amsterdam en
het voorstel tot verbetering van den weg
UitgeestLimmen en deze verbetering op
te dragen aan het hoogheemraadschap om
in werkverschaffing uit te voeren, werden
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Van Ged. Staten was bericht inge
komen, dat het door het gemeentebestuur
genomen besluit inzake de te hooge uit
gaven voor administratie van de r.k.
scholen in deze gemeente in hoogere in
stantie geen kans van slagen heeft en dat
de betreffende schoolbesturen in het gelijk
zullen worden gesteld, reden, waarom
Ged. Staten adviseerden het raadsbesluit
alsnog in te trekken. B. en W, .waren van
oordeel, dat het onbillij' is dat een dus
danig hoog bedrag in rekening wordt ge
bracht en adviseerden drarom het besluit
niet in te trekken.
Na eenlge discussie werd het voorstel
van B. en W. aangenomen met 8 tegen 2
stemmen, die van de heeren van Montfoord
en Klaver tegen.
Een verzoek om vergoeding van spoor-
gelden voor een leerling der r.k. Ulo
school van A. van Eerden en een verzoek
om ontheffing van straatbelasting door W.
Noom te Markenbinnen, werden zonder
hoofdelijke stemming ingewilligd.
Een verordening betreffende het auto
vervoer van personen werd vastgesteld en
eenlge processen-verbaal van kasopneming
werden voor kennisgeving aangenomen.
Alzijdige harmonische, sportieve
oefening om gezond en krachtig te
blijven.
H. L. O-'diplomal
welke U overdag kwelt en 's nachts belet
te slapen. Stop dien hoest direct, maar
bedenk dat die hardnekkige hoest-buien
alleen maar kunnen worden verdreven door
een krachtig en doeltreffend werkend mid
del: de nieuwe verstirkte Abdijsiroop.
Abdijsiroop is vanoud* aan natuurlijk kruiden-
middel, bereid uit oude beproefde geneeskruiden,
welker verrassende werking op aandoeningen der
ademhailnga-organen wordt erkend *n geroemd.
Bovendien echtar la in de nieuw* Abdtjairoop nu
nog toegevoegd de krachtigste hoest-bedwingen-
de stof walk* er beataat, namelijk de „oodeïne".
De nieuwe versterkte Akker's Abdijsiroop ver-
eenigt dus nu in aich da xacht* maar grondige
werking der geneeskruiden en de snelle seer
krachtig* werking der codeïne en daarom noemt
men Abdijsiroop..'s Warelda béate Hoest-siroop".
Flacon 80 et.. fl.SO, f J.40, f4.90. Overat verkrijgbaar.
Hoe grooter flacon, hoe voordeailgar het gebruik.
Een pensioensgrondslag van den oud-
burgemeester en een begrootingswijziging
van het electrisch bedrijf gingen eveneens
onder den hamer door.
Mededeeling werd gedaan van een Inge
komen schrijven vaan de afd. Uitgeest der
Middenstandsvereeniging De Hanze, in
houdende het verzoek om de inkoopen
voor de gemeente zooveel mogelijk in de
plaats zelve te doen. De voorzitter zei, dat
aan dit verzoek reeds langen tijd wordt
voldaan.
Uit de gemeenterèkening voor 1935 is
vastgesteld door Ged. Staten en werden
tot leden van een commissie tot nazien
der gemeenterekening 1936 benoemd de
heeren Kingma, Twisk en Zaadnoordijk
en van der Stok.
Bij de rondvraag verzocht de heer van
Montfoord of de politie zou willen toezien
op het snelle rijden op den Middelweg. De
voorzitter zei, dat zulks reeds gebeurt.
Onlangs zijn op één>- dag 20 processen
verbaal gemaakt.
Wanneer ik het bekende werk van Ter
HaarKeer, Onze Vlinders, doorblader, dan
treft het mij dikwijls, dat bepaalde soorten
zeldzaam of zelfs zeer zeldzaam voor ons
land worden genoemd en in verband daar
mee slechts enkele vindplaatsen worden op
gesomd. Soest wordt daarbij meestal niet
vermeld en toch kom ik in mijn woon
plaats meermalen zeldzaam geheeten soor
ten als vry gewone verschijningen tegen.
Toch geloof ik niet, dat Soest in entomo
logisch opzicht, vergeleken bij tal van an
dere streken in ons land, waar de land-
BChapsvoorwaarden vrijwel dezelfde zijn,
bevoorrecht is. De waarneming van allerlei
interessante vertegenwoordigers der schub-
vleugelen is m.i. hoofdzakelijk te danken
aan een stelselmatig en hardnekkig onder
zoek. En wanneer dan bovendien het geluk
nog een beetje dient, komt men voor een
beperkt gebied tot een verrassend groot
aantal soorten.
Wanneer ik de door mij verzamelde vlin
ders anderen toon, wordt mij meermalen
gevraagd: „Waar heb je die allemaal ge
kocht?" Het kost ml) dan dikwijls heel veel
moeite den ondervrager duidelijk te maken,
dat de collectie alleen bestaat uit exem
plaren, gevangen by mij woning of verder
op in de gemeente Soest.
Ofschoon het aantal vlindersoorten in Ne
derland aanmerkelijk veel grooter is dan
dat der vogels, is het natuurlijk veel moei
lijker geregelde ontmoetingen met hen te
hebben dan met eenzelfde percentage der
Nederlandsche vogels, omdat de insecten
zich door hun kleinheid en het verborgene
van hun leven niet zelden aan onze blikken
onttrekken. Toch ontbreken er ook met be
trekking tot de bestreiding onzer vogels
nog altijd bepaalde gegevens, al kan niet
worden ontkend, dat de steeds meer toe
nemende belangstelling voor onze avifauna
tot allerlei boeiende ontdekkingen heeft ge
leid en veel licht heeft verspreid over de
vaste en vlottende vogelbevolking van tal-
loozen Nederlandsche terreinen. Toch valt
er zelfs in ons eigen dicht bevolkte land
nog veel op de sporen en wanneer heel Ne
derland in een groot aantal gebieden werd
„verdeeld", waarvan elk systematisch door
bekwame vogel speurders werd gecontro
leerd, zou men op nog menige verrassende
vondst kunnen rekenen.
,Ondertusschen mag men er zich over ver
heugen, dat de ernstige en geregelde waar
nemingen, in sommige streken van ons land
gedaan, reeds zijn vastgelegd in meer of
minder uitvoerige publicaties. De club Hi-
rundo kwam indertijd voor den dag met
een lijst, die zich bezig houdt met de vogel
soorten, welke in Gouda en den naasten
omtrek voorkomen, terwijl het vierman
schap Van Beusekom, Kooymans, Rutten en
Tinbergen een schitterend en allengs ver
maard geworden boek, met zeer bizondere
illustraties, Het Vogeleiland, wijdde aan De
Beer. Ook de door J. Vijverberg geschreven
en bij W. L. en J, Brusse's Uitgevers-
Maatschappy verschenen werkjes kunnen in
hoofdzaak als ornithologische „streek"-
boeken beschouwd, omdat zij veelal het
vogelleven op Schouwen tot onderwerp
hebben. Evenmin mag verzuimd worden de
aandacht te vestigen op het kloeke en be
langwekkende werk Texel, waarin J. Dry
ver zich met de vogelwereld van genoemd
eiland bezig houdt; elf jaar geleden publi
ceerde P. A. Hen zijn Avifauna der Neder
landsche provincie Limburg en dezer dagen
verraste de afdeeling Amsterdam der Neder
landsche Natuurhistorische Vereeniging de
natuurvrienden met een geïllustreerd ver
slag, getiteld Vogels van Amsterdam, waarin
de opmerkelijke uitkomsten van drie jaren
speuren en waarnemen In het hoofdstedelijk
gebied zijn neergelegd. Speciaal wenschen
wij ditmaal de aandacht te vragen voor een
reeds van 1929 dateerende publicatie, die
zich bezig houdt met de vogelwereld onzer
residentie en haar omgeving: 's-Graven-
hage als vogelstad, een werk, dat door W.
Tolsma is geschreven.
De schrijver is onder de vogelvrienden en
vogelkenners een nog al merkwaardige en
aparte figuur: hij heeft temperament en
geestdrift is hem verre van vreemd; vooral
de wettelijke bescherming onzer vogels
heeft Tolsma's belangstelling en omdat men
zijn voortvarendheid op dit gebied de maat
regelen, die hij door de overheden gaarne
zag genomen, geenszins steeds gelijken tred
hielden, zijn zijn dagblad-artikelen niet zel
den van meer of minder polemischen aard.
Hij ontziet zich dan evenmin en dit is
sympathiek, want het getuigt van moed en
karakter vogelkundigen van naam, wier
gezag in menig opzicht onbetwisbaar is,
maar die vogelbescherming niet zoover wil
len uitstrekken als Tijlsma dit doet, of die
zich met diens tempo niet kunnen vereeni
gen, te lijf te gaan. Ofschoon de schrijver,
die wel nimmer tot éerelid der Club van
Vogelkundigen zal worden benoemd, in
's-Gravenhage als vogelstad zyn beginselen
geenszin» verloochend, kenmerkt zijn ge
schrift een verrassende gematigdheid: de
man met de wilde haren is naar de kapper
gegaan en ziet er in net gezelschap nu even
eens presentabel uit. In zekeren zin kan men
dit betreuren; in zekeren zin kan mij zich
hierover verheugen. De beheerachter vorm
heeft het nu in elk geval mogelyk gemaakt
dat de eerste afdeeling van het boek, die
zich met de broedvogels bezig houdt niet
minder dan vier en tachtig soorten in Den
Haag zelf alsmede in zijn allernaaste omge
ving als afzonderlijke uitgaaf het licht
heeft gezien, om op de scholen in de resi
dentie te worden gebruikt.
Dit ia een niet te onderschatten winst, om
dat op deze wyze de Haagsche jeugd op
buitengewoon sympathieke wyze en onder
deskundige leiding Tolsma toch spreekt
met kennis van zaken nader wordt ge
bracht tot één der boeiendste onderdeelen
onzer fauna. Het kan niet anders, of de op
deze wijze bij de jeugd gewekte belangstel
ling moet leiden tot liefde voor de vogels
en het natuurlijke uitvloeisel hiervan is hun
daadkrachtige bescherming, waarvoor ook
Tolsma zelf voortdurend met zooveel over
tuiging en volhardendheid opkomt. Het is
dan ook te hopen^dat het voorbeeld der
Haagsche schoolautoriteiten in andere ge
meenten navolging moge vinden, opdat
overal in ons land het opkomende geslacht
ervan doordrongen wordt, dat de vogels
tot de verrukkelijkste wezens der aarde be-
hooren, naar wie niet alleen onze weten
schappelijke en aesthetische belangstelling
behoort uit te gaan, maar tevens, wanneer
zij in nood verkeeren, onze zorgzaamheid en
deernis.
De verschijning van Tolsma's boek, dat op
onderhoudende wijze tientallen vogels de
revue laat passeeren, van wie allerlei aar
dige levensbizonderheden worden medege
deeld, valt overigens alleen reeds toe te
juichen om deze redenen, dat het ertoe bij
kan dragen het sprookje voor goed uit de
wereld te helpen, als zou de stedeling zich
een rijkverscheiden natuurgenot per se moe
ten ontzeggen. Tal van onze steden kunnen
op een schitterend natuurschoon bogen en
gewoonlijk weten de vogels den weg naar
deze mooie oorden wel te vinden.. Onder-
tusschen blijft het een feit, dat Den Haag
en omgeving, vergeleken bij andere stads
gemeenten, den vogelvrienden wel mede
de beste waarnemingskansen biedt. Dit is
te danken aan de bosschen en parken, de
vijvers en andere waterpartijen en tevens
aan de nabijheid van strand en zee. Boven
dien wisselen in de buurt der stad de bos
schen met d* weiden af en zoodoende zijn
er allerlei voorwaarden geschapen voor de
vestiging van vele vogelsoorten, terwijl ook
allerlei trekkers Den Haag en zijn omstre
ken in hun reisroute opnemen.
Het Haagsche ornithologische streekboek
nu, evenals de andere geschriften, die wij
hoemden, mogen de voorlooper zijn van
nog talrijke andere soortgelijke publicaties;
alleen door een systematische bestudeering
der vogelwereld in de meest uiteenloopen-
de gedeelten van ons land kunnen de gege
vens verkregen worden, die een zuiver
beeld geven van de Nederlandsche vogel
bevolking.
RINKE TOLMAN.
Het verloop op de Nederlandsche
beurzen is een geheel andere dan dat
op de andere internationale beurzen.
Het gewapende conflict in het
Verre Oosten doet zijn onmisken-
baren invloed gevoelen. Gewijzigd
reorganisatieschema van de Cultuur
Maatschappij der Vorstenlanden.
Stelt men het verloop op het meerendeel
der internationale beurzen tegenover dat
op de Ameterdamsche markt, dan treedt
duidelijk naar voren, dat de Amsterdam-
sche beurs om zoo te zeggen haar eigen
weg gaat. Wat de New-Yorksche beurs be
treft, schijnt het wel of zij niet meer uit
haar stemming van apathie kan worden los
gerukt. Wel heeft soms plotseling een niet
onbeduidend koersherstel plaats, maar en
kele dagen daarna valt de beurs toch
meestal in haar loome itemming terug. Te
verwonderen behoeft dit niet; het vertrou
wen wil na de groote arbeidsconflicten nog
maar steeds niet terugkeeren; bovendien
zint de Amerikaansche regeering nog steeds
op nieuwe maatregelen op elk gebied en de
ervaring welke men daaromtrent tot nu toe
heeft opgedaan wettigt de vree» dat zij alle
zullen gaan in een steeds verder aan ban
den leggen van de onbeperkte bewegings
vrijheid van den ondernemer en zulks kan
voor de financieel bij dergelijke bedrijven
betrokkenen nimmer aanleiding zijn met
veel vertrouwen hun gelden in deze onder
nemingen te steken.
Zoo blijkt de regeering toeh nog steeds
haar strijd tegen het berucht# „hot money"
niet te willen opgeven en naar verluidt,
zou zij in de Januari-zitting van het con
gres met een voorstel komen waarby de
Federal Reserve Board zou worden ge
machtigd om van de banken te eiachen, dat
zij een speciaal hoog percentage van de
buitenlandache deposito's by de Reserve
Banks storten. Hierdoor zou echter alleen
worden bereikt dat indien de buitenland-
gche deposito's t.z.t. zouden worden opge
vraagd, hierdoor geen extra zware druk op
de geldmarkt zou ontstaan, omdat door de
beoogde maatregelen een groot deel van de
betreffende gelden in liquiden vorm bij de
Reserve Banks aanwezig zou zijn. Voorts
blijven ook de geruchten omtrent een be
lasting op door buitenlanders te maken
kapitaalwinst hardnekkig de ronde doen-
Reeds meerdere malen wezen wy er op,
dat het in dezen wel bij het voornemen zal
moeten blijven, omdat het buitenlandsche
bezit, voorzoover het niet onder bereik van
den Amerikaanschen fiscus valt, alleen kan
worden getroffen wanneer de belasting»
aan de bron geheven kunnen worden.
Ook de Parijsche beurs blijft een weinig
opgewekt beeld vertoonen. Ook hier spelen
evenals op de andere internationale beur
zen, politieke factoren wel de eerste viool,
zij het dan misschien niet in die mate als op
de Londensche beurs, waarop welke de
scherpe toespitsing van het Chineesch-Ja-
pansche conflict, zeer sterk haar stempel
drukt. Te begrijpen is dit overigen alles
zins: Engelands directe belangen in China
vertegenwoordigen een bedrag van om en
nabij de 250.000.000, waarvan alleen reeds
180.000.000 is belegd in de stad, welke
thans het centrum van de verwoestingen
vormt, t.w. Sjanghai.
De verbetering in den toestand in Fran-
rijk schijnt ook al niet meer aan te houden
getuige het feit dat de Fr arische Franc
welke de laatste weken beduidend vaster ln
de merkt lag, thans, wat de termijnnotee*
ringen betreft weer flauw wordt genoteerd.
En zulks niettegenstaande de offieieele ki-
stantie's den termynkoers steunen doot
zooveel mogelijk de aangeboden termen-
francs op te nemen.
Wat ons land betreft vallen twee zeer
gunstige momenten te releveeren: Ten
eerste de sterk verbeterde handelsbeweging
en voorts de waarlijk enorme verbetering
van 's Rijks middelen.
Wat onze handelsbeweging betreét, deze
vertoont voor de eerste 6 maanden van
1937 een verbetering ten opzichte ven de
overeenkomstige periode van het vorige
jaar van f 148 millioen. Een zelfde ver
schijnsel kunnen we constateeren bij dep
invoer. Hoewel deze procentueel niet in die
mate toenam als onze uitvoer, was de abeo-
lute stijging uiteraard grooter dan bij den
uitvoer, omdat onze invoer zich nu eenmeel
op een veel hooger niveau beweegt. De in
voer vermeerderde dan ook met 214 mQ-
lioen; m.a.w. onze betalingsbalans ver
slechterde in deze periode ten opzichte van
het vorige jaar met 86 millioen. Wél nie
mand, die nog niet het geheele geloof in da
waarde van het invoer- en uitvoer argu
ment heeft verloren, zal dit feit betreuren.
Integendeel, een dergelijke gang van zaken
past volkomen bü de structuur van onze
nationale economie, terwijl uit zuiver beta
lingsbalansoogpunt de vermeerdering van
ons Importoverschot ook daarom zoomaar
moet worden toegejuicht, omdat hierdoor
een welkom tegenwicht wordt gevormd
tegen den toch reeds zoo grooten goudtoe
voer naar ons land.
Het tweede verblijdende symptoom vormt
de reeds genoemde aanmerkelijke verbete
ring van de budgetpositie. Voor de maand
Juli toch blijken de ontvangsten niet minde*
dan ƒ15 millioen hooger te liggen dan in de
zelfde mand van het vorige jaar en de
totale verbetering over de eerste 7 maanden
kan thans reeds veilig op een goede f 50
millioen worden geschat. Geen wonder dan
ook dat de vlottende schuld van het Rijk
welke nog niet zoo heel lang geleden nog
ca. 600 millioen bedroeg thans reeds bijna
is gehalveerd, al zij daarbij aanstonds aan-
geteekend dat verreweg het grootste ge
deelte van de verbeterde budgetpositie op
rekening komt van het snel inloopen door
het gouvernement van Nederlandsch-IndHÉ
op het destijds door Nederland toegestane
voorschot, hetwelk een oogenblik zelfs da
enorme hoogte van 350.000.000 had b#«
reikt. Thans mag de kolonie zich er in ver
heugen, dat de schuld op enkele tientallen
millioenen guldens na geheel is afbetaald.
Om thans tot de Amsterdamsche beu**
terug te keeren: deze vertoonde in de afge-
loopen week een zeer levendig beeld, waar
bij echter ook ditmaal scheepvaart waarden
uiteraard op den voorgrond stonden. Uiter
aard, omdat we door de Chineeseh-Japan-
sche verwikkelingen, welke thans zeer dui
delijk het karakter van een oorlog gaan
dragen, voor de scheepvaart een vrijwel
analoge ontwikkeling mogen verwachten
als ten tijde van het Italiaansch-Abessini-
sche conflict. Ook toen demonstreerde zich'
reeds spoedig een tekort aan tonnenmaat.
Speciaal voor Japan is de behoefte aan
schepen momenteel zeer acuut En waar een
groot deel van de schepen van het lijn- en
wildevaartbedrijf thans in dienst zijn ge»
HeuiUetoH
Naar het Engelsch A A "T"
van PAUL TRENT L/ M I
dooi J. SCHOUTEN l\ in
1»)
Een half uur daarna reed de inspecteur,
gekleed in een keurige uniform, in een
groote limousine naar een rustig café in
Mayfair, Eerst parkeerde hy zyn auto in
een steegje in de buurt cn toen slenterde
hij de bar binnen. De mannen, die daar
iets zaten te drinken zagen er allen zeer
respectabel uit, daar het meerendeel be
stond uit bedienden van de deftige huizen
Uit de buurt en Graves bestelde iets t#
drinken. Het duurde niet lang, of hy nam
deel aan de conversatie en men beschouw
de hem inderdaad als een bijzonder keurig
gekleeden chauffeur, dien hij voorgaf te
2Ün. Het duurde echter nog ruim een uur
voor de man, dien hij verwachtte, ver
scheen. Het was een zelfverzekerde jonge
"jan, die nonchalant groette, terwijl hij
ging zitten en iets te drinken bestelde.
-Wat willen jullie drinken, jongens?"
vzoag hij, en keek erloops naar Graves
Hè een nieuweling. Wat zal het zijn?"
„Een whisky-soda, graag", antwoordde de
inspecteur onmiddellijk.
HOOFDSTUK VI.
Desbrook kwam spoedig tot de ontdek
king, dat het nutteloos zou zijn, te probee-
ren met geweld uit zijn gevangenis te ont
snappen, want de hut was een ware vesting.
Waarom had Grafton hem gevangen lïten
nemen? Er bestond slechts één antwoord
op deze vraag het was duidelijk, dat hij
tot de ontdekking moest zijn gekomen met
welk doel zijn secretaris bij hem in dienst
gekomen was. Ralph had van het begin af
aan geweten, dat hij voortdurend de kans
liep herkend te worden, maar hij had be
sloten het er op te wagen. Wat stond hem
nu te wachten? Grafton kende niet al te
veel waarde toe aan het leven van zyn
medemenschen, hij moest op alles voorbe
reid zijn.
De deur werd geopend en kapitein Broek-
dorf verscheen, met zijn revolver in de
hand.
„Hier is een pyama voor u. De steward
zal' u morgenochtend wel scheer-gerei
brengen. Ik zou me maar geen ongepaste
vrijheden met hem veroorlooven, als ik u
was, want Taylor is een stevige klant en hij
kent zyn bevelen. Waarom geeft u uw
woord niet? Dan kon ik u aan boord uw
gang laten gaan en u zou een veel pretti
ger leventje hebben", zei Brockdorf.
U kent mijn antwoord. Wat bent u van
plan met mij uit te voeren? vroeg Des
brook norsch.
,Ik heb er geen flauw idee van. Ik ben
alleen maar een werktuig jn de handen van
Grafton. Ik weet niets van zijn plannen af.
Hij betaalt mij goed en ik voer zijn bevelen
zoo goed mogelijk uit. Dat is alles. Om u
de waarheid te zeggen, heb ik niet veel
last van nieuwsgierigheid. Hoe heeft u het
zoo met den baas aan den stok gekregen?"
„Weet u wat voor soort werk ik in Rus
land deed, toen wij elkaar daar ontmoet
ten?"
„Toen u mü het leven redde, was u bij
den Engelschen geheimen denst. denk ik.
Dus Grafton heeft ontdekt, dat u hem op
het spoor was, en dacht dat het veiliger
zou zijn om u op te bergen. Dat kan ik hem
niet kwalijk nemen, wetend wat u voor
iemand bent. Wilt u mij niet eens vertellen
wat er gebeurd is? Misschien kan ik u een
goeden raad geven. Ik ben er de man niet
naar om een mij bewezen dienst gauw te
vergeten en als ik u op de een of andere
manier kan helpen, zal ik het niet laten.
Als ik den plicht tegenover den man, die
mij betaalt, tenminste niet behoef te ver
zaken", zei Brockdorf kalm.
„Ik veronderstel, dat u weet, dat Grafton
een van de grootste schurken Is, de er be
staan?"
„Ik heb wel verhalen over hem gehoord,
maar ik geloof niet alles wat ik hoor. Hij
is altijd eerlijk tegenover mij geweest en
heeft me fatsoenlijk behandeld".
„Ik begrijp wel, dat hy ook zijn goede
zijde heeft. Vertal me eens, heeft u nog an
dere gevangenen aan boord?"
„De Emerald heeft veel gasten gehad",
antwoordde Brockdorf droogjes.
„En kort geleden nog een Russischen
groothertog, niet?"
„U zult van mij niets te weten komen,
vriend. U ziet er vermoeid uit. Ik zal u niet
langer uit uw bed houden. Goeden nacht,
mijn waarde", zei Brocdorf en vertrok met
een vriendelijken glimlach op zyn gezicht.
Desbrook was gewoon, als hij in gevaar
verkeerde, ieder rustig oogenblik te benut
ten om te slapen en hij ontkleedde zich
snel, maar hy bleef nog een poos wakker
liggen, zinnend op een uitweg. Hij zag wel
in, dat het geen nut had de verzenen tegen
de prikkel» te slaan en het eenige wat
hem te doen stond was de komende ge
beurtenissen met het grootst mogelijke ge
duld af te wachten. Wat zou Jane wel
denken van zyn plotselinge verdwijning?
Waarschijnlijk zou zij zich niet ongerust
maken, want Grafton zou wel een aanne
melijke reden voor zijn vertrek hebben op
gegeven.
Eindelijk viel hij in slaap en werd niet
wakker, voordat de steward hem den vol
genden morgen zijn thee kwam brengen.
Teylor was een forsch man, van ongeveer
dertig jaar, gemelijk en zwijgzaam, die de
hem gestelde vragen zoo kort mogelijk be
antwoordde en, ongevraagd, geen enkele
opmerking maakte.
„Jij bent bij de marine geweest sprak
Desbrook met overtuiging.
„Ja, mijnheer", klonk het onwillige ant
woord.
„Heb je niet onder mij gediend?"
„Ik geloof het niet, mijnheer".
„Ben je niet op de Albatroe geweest?"
„Wilt u nu uw bad nemen?"
„Dus het is mij toegestaan een bad te
nemen?" zei Ralph glimlachend.
„De badkamer is hier naast en ik zal op
de gang wachten, voor het geval, dat u mij
noodig heeft", antwoordde Taylor kalm.
Desbrook nam een bad en kleedde zich
aan. Even later kwam kapitein Brockdorf
zijn hut binnen en ging, vriendelijk glim
lachend, zitten. Hy haalde een handvol si
garen te voorschijn en wierp ze op het bed.
„Ze zullen u wel smaken. Wel, captain,
ik heb er nog eens over nagedacht en ik
zou u graag een dienst bewijzen, als ik dat
kon".
„Er is maar één goeie dienst, dien u nvt
bewijzen kunt en het is mij vry te laten",
zei Desbrook rustig.
„Ik heb u al uitgelegd, dat dat onmoge
lijk is".
„Geef me een kans om te ontvluchten.
U zou het zoo kunnen ensceneeren, dat
Grafton u er niet verantwoordelijk voor
kan stellen".
„Grafton is er de man niet naar, om een
excuus aan te nemen, al is het nog zoo
billijk. Ik wil al het mogelijke doen om u
te helpen, zoolang ik er mijn haehje niet
aan waag. Als ik u liet ontvluchten, zou ik
mijn straf gauw te pakken hebben. Ik zou
een lijk zijn binnen een uur nadat de baa*
gehoord had, dat u ontsnapt waa", ver
klaarde Brockdorf droogjes.
„Bedoelt u, het Grafton u in koeien bloe
de zou vermoorden?"
„Hij zou het geen vermoorden noemen.
Hij zou zeggen, dat ik mijn gerechte straf
kreeg".
„Hecht hy geen waarde aan het leven
van een mensch?"
„In het minst niet, als dat mensch rijn
plannen in de war stuurde. Als ik u een
raad mag geven, accepteer dan zijn voor
waarden, welke deze ook zyn mogen. Ik
zeg u dit als vriend, went ik kan niet ver
geten, wat ik aan u verschuldigd ben. Zal
ik me met hem in verbinding stellen en
hem laten weten, dat u bereid bent op
vriendschappelyken voet met hem te on
derhandelen?"
(Wordt vervplgd).