FLITSEN VAN HET WITTE DOEK. Zl EEN EN ANDER OVER FILM-REGIE. DE REGISSEUR IS DE HERSCHEPPER VAN EEN GEDACHTE. DE STRIJD TEGEN HET GOED- KOOPE AMUSEMENT. RAY NOBLE WORDT FILMACTEUR. Samen met Fred Astaire in een film. ENCYCLOPEDIE DER TYPEN. CLAUDETTE ONTVANGT I tz OHZE BIOSCOPEN. In mijn oogen, aldus heeft Gregory la Cava eens verklaard, is filmregie een van de mooiste vakken die er bestaan. Met haar is een nieuwe op zich elf staande kunst ontstaan, die volkomen in het kader van dezen tijd past. Zij verbindt fantasie met logica en staat met haar twee beenen in de werkelijkheid. De regie is daarom zoo schoon omdat zij een groote toekomst heeft en omdat zij van den regisseur eischt dat hij zich in de menschen verdiept niet alleen, doch dat ■hij de conflicten in de menschelijke ziel moet ontwarren en de barrières weg moet nemen die met name zijn acteurs en actri ces belemmeren zich zelf te zijn. Want daar komt het myns inziens in een film op aan, dat men persoonlijkheden obser veert in den toestand waarin het scenario of het draaiboek ze plaatst. Bij de RKO Radio film „Stage Door" regisseerde ik vijftien jonge meisjes, die ontzaggelijk nerveus waren als zij in hun rol in de nabijheid van Hepburn of Rogers waren. Maar zy zijn nu allen vrij van debuut-koorts, omdat ik in Hepburn en in Ginger Rogers personen gevonden heb die beiden mijn gedachtengang huldigen en zoodoende zelf er aan medewerkten om de debutanten over hun moeilijkheden heen te helpen. De film moet het medium zijn van de gedachte die den scenarioschrijver bezield heeft. De regisseur is de herschep per van deze gedachte. In dit opzicht durf ik te verklaren dat de Russen het eerst de film begrepen en zuiver toegepast hebben. Zij hebben dit geweldige medium van deze eeuw in dienst gesteld van een idee en afgezien van het feit of deze idee juist of verkeerd is de film gebruikt om deze gedachte te verbreiden. Zij waren bezield en hebben daarom in mijn oogen de schoonste uitingen van zuivere film kunst onder hun talrijke filmische open baringen. In Amerika is men nu ook op den goeden weg. De interesse voor proble men is gaan domineeren boven de zucht om het publiek een prikkel voor zijn sen- satiehonger te geven. Men dacht met dit laatste de film tot een zichzelf in het leven houdend organisme op te kweeken, maar men heeft er niet op gerekend dat honger gestild moet worden en daartoe was het heele filmproiuctieapparaat niet 'toerei kend. Er kwam onbevredigheid, die zich uitte in de publieke meening. Het eerste waaraan de producenten de reactie wijt- ten was het uiterlijk effect. Nieuwe sterren werden ontdekt, nieuwe trucs toegepast, nieuwe technische vindingen werden ge daan. Millioenen meer werden er uitgege ven voor de decors, maar 't was alles mis. De honger werd grooter en grooter. Het was één gapend gat waarin de producenten hun dollars zagen verdwijnen. Ze kregen er hoogtevrees van en grepen zich vast aan wat het dichtst in hun buurt was: aan hun scenarioschrijvers. Maar die konden niet helpen, die hadden alleen nog maar routine: zij hadden hun zielen al die jaren verkocht aan de dollar en konden die voor a! het geld in de wereld niet terug krijgen. Zij werden gestraft met onthouding van de ingeving. Als nuchtere Amerikanen realiseerden de productieleiders zich wat zij wel had den: routine en wat zij moesten hebben: geest. Boeken werden voor verfilming ge kocht, groote sommen werden er betaald voor de rechtm van tooneelstukken, en met de routine van de scenario-afdeeling werd er film van gemaakt. Hier was het houvast waar nieuwe perspectieven in za ten. Echter dat van die routine en de geest boterde niet erg, er ontstond tweeslachtig heid. Regisseurs begonnen in te zien dat de geest eigen wegen bewandelde en het kwam tot een nauw contact tusschen den geestelijken vader van het scenario en den regisseur. Zoo kwam de tijd dat jonge fris- sche krachten voor de film gingen schrij ven en er ontstond een eenheid van inhoud en film. Het scenario begon vruchten af te werpen. Het werden levende gegevens die men ging verfilmen. Regisseurs zoowel als spelers werden geinspireerd tot het zoo consekwent mogelijk verwezenlijken er van en er ontstonden filmproducten in harmonische samenwerking. Het publiek kreeg iets te verwerken. Het goedkoope amusement werd nu een waardevolle ont spanning die het boeide en daardoor de geest kon groeien. Men begon naar de nieuwe „voeding" die hen Vferkwikte te vragen. Em nu de vraag, de wil om iets moois te zien er isis er een weg. En dezen weg bewandelt de Amerikaansche filmindustrie op het oogenblik. Het peil van de film stijgt meer en meer en daar mee de kansen voor den regisseur. In „Stage Door" heb ik trouwens reeds ge legenheid nieuwe wegen te bewandelen. Ik heb de heele film met alle prominenten incluis laten' repeteeren in de volgorde van handeling, zoodat een ieder van den hoofd rolvertolker tot den figurant toe zich een beeld van de film kan vormen en straks bij de volgens het opnameplan ge ordende scènes geheel georiënteerd is omtrent ^°er waarin de scène zich af speelt. Het meest verrassende nieuws, dat ons den laatsten tijd uit de filmstudio's heeft bereikt is wel, dat Ray Noble, de populaire Engelsche jazzbandleider, de dansmuziek voorloopig vaarwel zal zeggen om als filmheid zijn geluk te gaan beproeven. Ray Noblé is geëngageerd door RKO Radio Pictures en zal een belangrijke rol vervullen in de Fred Astaire-film „Damsel in Distress" naar een vervolgverhaal in de Saturday Evening Post van P. G. Wode- house. Deze bekende Engelsche schrijver heeft zelf het verhaal Voor de film be werkt. Hij is een persoonlijk vriend van Noble en toen men voor een bepaalde rol niet de geschikte bezetting kon vinden, maakte Wodehouse de productieleiding at tent op zijn knappen, slanken landgenoot. Noble, die reeds meermalen met zijn jazz orkest voor de camera gestaan heeft, bleek destijds reeds een persoonlijkheid, waar zelfs blasé Hollywood in geïnteresseerd was. Men vergeleek hem als zoodanig met Leslie Howard en met Lee Tracy en dat was het, dat den intelligenten bandleider, die van nature een afkeer heeft van al wat niet oorspronkelijk is, eigenlijk weerhield om als acteur voor de camera op te treden. Nu hij zijn grootste hoogte als bandleider, componist en arrangeur van filmmuziek bereikt had en alle producers de hoop op gegeven hadden Noble ooit nog eens voor de camera te krijgen, kwam Wodehouse hem voor RKO Radio uitnoodigen. Wonder boven wonder accepteerde Noble direct, niet al leen uit sympathie voor P.G., maar voorai ook uit groote bewondering voor Fred Astaire, die op zijn beurt zielenverwant schap voelt met den gedistingeerden en vooruitstrevenden jazz-musicus. Wij hier te lande kennen den gentleman bandleider be halve van radio en gramofoon, door zijn persoonlijk optreden. En de ernst en be schaving die van zijn knap musiceeren uit ging heeft bij velen een diepen indruk ach tergelaten. Menigeen zal dus met belang stelling Ray Noble's debuut in de film „Dam sel in Distress" tegemoet zien. Een debuut, dat merkwaardig genoemd mag worden om dat het hier gaat om de eerste stap naar roem in een nieuwe richting van een wereldberoemdheid. Maar dat is dkn ook alleen in Hollywood mogelijk Oude heksen, mannen zonder tanden enz. In een stevig gesloten la van Fred Schuesslers bureau ligt een van de kostbaarste boeken van Hollywood. Schuessler, tusschen haakjes, is „casting director" van Paramount en het kost bare boek bevat duizenden gegevens over zijn „materiaal". Dit boek wordt om voor de hand liggende redenen even streng bewaakt als de kroon- juweeien van Engeland. Als de „slacht offers" eens in deze aanteekeningen konden bladeren zou Schuesslers scalp even veilig zijn als die van een blanke man die door Apachen ingerekend is. Het boek bevat verbluffend eerlijke ana lyses van om en bij zevenduizend acteurs en actrices, die allen in groepen onderge bracht zijn. En elke vrouw zou het prettig vinden, haar naam bij de afdeeling „oude heksen" genoemd te zien? Welke man zou zich graag als „oplichter" of „dronkaard" gekwalificeerd zien? Schuesslers boek vertelt b.v., dat er in heel Hollywood geen enkele vierling, zelfs geen drieling te vinden is,die voor een film rol geschikt is. Er zijn alleen maar een paar tweelingen, die er voor in aanmerking komen. Met figuranten-leveranties „en gr0S" houdt Schuessler zich niet op. Dat is het werk van het Central Casting Bureau. Dat levert b.v. op verzoek 1000 Italianen, die niets anders te doen hebben dan de scène te „stoffeeren". Maar vraagt een regisseur 10 Italianen, die wat moeten zeggen en die eenig acteer-talent hebben, dan brengt het boek uitkomst. Regisseur Robert Florey had een tydje geleden... 75 kale mannen noodigvoor zijn film „Mountain Music". Schuessler zocht in de rubriek „Kaalhoofdigen" in zijn boek en Flory kreeg zijn wandelende biljartballen. Het boek heeft rubrieken voor lange mannen, magere mannen, dikke mannen mannen zonder tanden. Er zijn lijsten van vriendelijke oude dames, van feeksen, vage bonden, butlers, kellners, ministers van practisch alle typen, die een regisseur maar noodig hebben. Een dood-enkele keer krijgt Schuessler een opdracht, aan welke hij niet kan vol doen althans niet door. middel van zyn boek. Onlangs moest hij voor Rouben Mamoulians film „High, wide and hand some" een groot aantal clowns, acrobaten en andere circus-menschen leveren. Schuess ler huurde de halve bevolking van Al Ber- nes' circus en Mamoulian kreeg zijn men schen rasecht! Claudette Colbert ontvangt! En zij zou geen Frangaise zijn, als zij haar vrienden niet ontving als een perfecte gastvrouw. Vooral perfect, wat haar kleeding betreft! Voor zulke gelegenheden heeft Claudette deze „hostess gown" laten maken. De japon is van zwaar donkerrood flu weel. Het bovendee. is nauwsluitend, ge garneerd met een rij kleine knoopen en een strok. De rok is wijd en hij eindigt in een sleepje; ook de mouwen zijn zeer ruim. Bioscoopbezoekers kunnen Claudette op het oogenblik bewonderen in de brillante comedie ,'t Begon in Parijs", waarin de ster een aantal prachtige japonnen, mantel pakken en vlotte wintersportcostuums draagt. In de toekomst zal Claudette de hoofdrol vervullen in „Bluebeard's eighth wife", een Lubitsch-film. HET CORPS DER WAAGHALZEN. In Roxy-theater. Wy kunnen niet anders zeggen dan dat de directie van dit theater in de nieuwe film- week, ook al met het oog op de laatste Ker misdagen, er wel in geslaagd is een uitste kend programma samen te stellen. Niet alleen het voorprogramma, wat o.a. bestaat uit een journaal, teekenfilm, 'n In- diaansch blijspel, een filmpje over het kwee ken van renpaarden, en een soort revue- rolprentje „Van alles wat", mag er zijn, maar het hoofdnummer kunnen we noemen een film, waarin Jack Holt op z'n best uit komt. In het begin zitten we ook hier volop in de kermis. Chras Donnovan (Jack Holt), die aangesloten is by een der attracties op de kermis, laat direct een van z'n waaghalzen- toeren op een motor zien, die ieders be wondering heeft. Ook die van twee leden der Californische motorpolitie, die met een aardig meisje staan toe te kijken. Kennismaking volgt hierna, waarin het meisje (een dochter van een der commissa rissen der politie) Chras tracht over te ha len ook bij de motorbrigade dienst te ne men, wat deze echter niet aanneemt, omdat hij dit meer als iets kinderachtigs beschouwt. In een der volgende nachten krijgt Johny Allen (John King), één dier twee motor agenten, via z'n radio-installaties aange bracht op z'n motor, plotseling opdracht, om in een nachtclub, waar ruzie is uitgebro ken, de orde te herstellen. Als hy echter aan komt, is er van het interieur niet veel meer over en liggen er al verscheidene bewuste- loozen op den grond, maarChras Don navan nog niet, en net als deze er nog een neer timmert, neemt Johny hem in arrest, niet echter dan na een flinke vechtpartij. Juist bij het verlaten van de club raast in vliegende vaart een stel smokkelaars in een auto voorbij, wat natuurlijk de aandacht trek van Johny, maar vóór hij naar zijn re volver kan grijpen, heeft een der smokke laars hem al een kogel in zijn arm gezon den, waardoor Johny buiten gevecht wordt gesteld. Dan grijpt Chras den motor en re volver en in een vliegende jacht gaat hij de boeven achterna, den strijd opnemend voor den gewonden Johny. Na een sensationeelen rit, waarin revol ver tegen revolver spreekt, weet Chras hen te grijpen dn aan de politie over te leveren. Maar nu is zijn besluit genomen, want thans heeft hij kunnen bemerken, dat ook dit vak een sensationeele zijde heeft. Natuurlijk kunnen ze bij de motorbrigade nog wel zoo'n motorduivel als hij is gebruiken en na een speciale opleiding, waar Chras' natuurlijk in alle vakken uitblinkt, wordt hij daarbij aan gesteld. Chras Donnovan en Johny Allen worden dan dikke vrienden en werken veel samen. Wat zij dan allemaal hebben op te knap pen is verbluffend, de eene na de andere auto met gangsters en smokkelaars gaan ze op hun motor na, waarin het rijden een sen satie is. Aan het einde wordt Johny nog door een stel smokkelaars gevangen genomen, maar Chras weet hem hier op 't laatste nip pertje nog te redden, door met motor en al van een heuvel af met donderend geweld in een huis te rijden. Natuurlijk volgt dan ook 'n happy end. ZOOLOGICA. Theater Harmonie. „Zoölogica" met Heinz Rühmann, Theo Lingen, Hans Moser en Gusti Huber, is één van de beste humoristische films, die wij den laatsten tijd zagen. Heinz Rühmann toont zich in deze film inderdaad een geniaal filmartist. Van het begin tot het einde klinkt de lach door de zaal, er passeert zelfs geen meter film zon der dat de lach weerklinkt. Wij hebben ons buitengewoon geamu- seerdseerd en niet het minst om de wijze waarop de jeugd op deze film, die niet alleen geniaal maar ook geweldig is, reageert. Wanneer men zich eens een avond echt wil amuseeren en vrij wil zijn van elke beslommering, dan moet men deze film, die tot en met 2 Sept. word' vertoond, gaan zien. Het circuswerk in deze film is bovendien bewonderenswaardig. Men denkt evenwel geen oogenblik aan de gevaren die de artisten voor het opnemen van deze rol prent hebben geloopen, omdat het geval zoo komisch wordt gegeven, dat men alleen den humor ziet. Denkt men er over na, dan begrijpt men volkomen, dat de regisseur Emo met zelfmoordplannen heeft rond ge loopen, wanneer de opname zou zijn mis lukt. Ook het voorprogramma is uitstekend verzorgd. De Harmonie verdient met dit programma iederen avond een uitverkocht huis. MARGUERITHE GAUTIER. Victoria-Theater. Het zal niemand verwonderen die de fraaie Garbo-film gezien heeft, die deze week in het Victoria-Theater liep, dat Marguerithe Gautier geprolongeerd is. Want velen zullen de film nog willen zien, omdat zoowel het wereldberoemde stuk als de vertolking zoo aantiekkelijk zijn. dat ieder Greta Garbo als „la dame aux camelias wil zien spelen. De groote Zweedsche is nog steeds de mysterieuse figuur uit Hollywood. Deden nog juist dezer dagen niet opnieuw in de pers geruchten de ronde omtrent een ko mende verloving van Greta Garbo? Nog steeds een gebeurtenis waar de wereld op wacht. Ditmaal zou de wereldberoemde dirigent Leopold Stokowski de gelukkige zijn. Officiëele bevestiging van de geruch ten dienen echter afgewacht. De rol van Marguerithe Gautier is door alle groote actrices over de geheele wereld in alle talen gespeeld. En dat Greta Garbo dus ook éénmaal op het witte doek deze figuur zou uitbeelden, stond wel vast. Zij heeft het gedaan op de manier zooals zij alleen dat kan, geheel in eigen stijl, maar ontroerend mooi. Haar partner was Robert Taylor. de jonge acteur, die juist door zijn optreden naast Garbo in deze film een wereldreputatie heeft verworven en is gekomen in de voorste gelederen der mannelijke filmartisten. De rol van Ar- mand's vader wordt gespeeld door Lionel Marrymore, een artist van reputatie, ter- Barry more, een artist van reputatie, ter wijl het geheel door den regisseur goed in de sfeer is gehouden van het midden der negentiende eeuw. Wie verzuimde de film te gaan zien. is thans in de gelegenheid het verzuim te herstellen. Een gelegenheid waar zeer velen gebruik van zullen maken. Het voorprogramma bracht interessant nieuws van Polygoon en een gekleurde teekenfilm. LUNAPARK. In City-theater. De titel van deze film wekt reeds gedach ten aan vroolijkheid en zelfs uitbundigheid. Nog erger wordt dit, als men weet, dat Eddie Cantor er de hoofdrol in vervult. Eddie is hier op zijn best: een man, die met veel geluk door tal van moeilyke situaties ro t. Hij begint als de man, die klappen HJgL men lacht hem uit om zijn ziekelijke verliefdheid op elke dame van wie hij een plaatje in handen krijgt en men stompt en duwt hem om de domheden, welke hij daar bij begaat. Maar dan krijgt hij een boek over persoonlijk magnetisme en een bijbe- hoorende gramofoonplaat doet reeds veel in de richting, maakt hem bevreesd en hoopvol tegelijk en hij waant zich soms reeds een heerscher alleen door persoonlijk overwicht. In zoo'n „krachtig" oogenblik maakt hij kennis met de moeder van zijn vriend Butch, Ma Carson, houdster van een Lunapark, die in hem een leider van dat bedrijf ziet, waar vorige exploitanten heb ben gefaald. En dan komt een lange rij van sensatio neele wederwaardigheden voor den nieuw bakken chef waarvan ontmoetingen met eenige munt-automatenleveranciers hoogte punten zijn, die hem beurtelings een kracht- mensch en een wezeltje maken. Hoe het allemaal verloopt, is niet zoo-maar met een paar woorden te zeggen: dat moet men zien om er het juiste genoegen van te beleven en om ervan te genieten, dat zelfs net toestem men in de levering van 150 muntautomaten waarvan een bedriegelijke proef hetf gouden bergen beloofde, maar die achter** waardeloos bleken toch nog een goud mijntje wordt voor het Lunapark. En dan de emotioneele vlucht voor de bende van den automatenhandel, die de grarnof0011" plaat met een bekentenis van den leider wenscht te veroveren. Deze vlucht alleen reeds is een gang naar de bioscoop waaid voor ieder, die dergelijke capriolen op de juiste waarde weet te schatten. Stan Laurel en Oliver Hafd>- Deze beide ras-komieken treden in het voorprogramma op in de klucht „Van kwaad tot erger", waarin zij zulke dwaze en dolle streken uithalen, dat de lach voort durend door de zaal klinkt. Voeg hier nog bij een uitgebreid journaa en men heeft de overtuiging van bij een bezoek aan City-theater een programma zullen zien, waarin koning Lach gedurem e een paar uren alleenheerscher is.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 7