DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Het Japansche offensief duurt voort.
De situatie in de Middellandsche zee.
No. 210 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK.
Dinsdag 7 September 1937
139e Jaargang
De algemeene toestand.
Een „handig" debat in het Japansche
Lagerhuis.
DE TOESTAND AAN DE
FRONTEN.
HET WOESOENG-SJANGHAI FRONT
Russische protest te Rome.
Door Italiaansche regeering
afgewezen.
COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTTEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. TeleL 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Alkmaar, 7 September,
De volgende week komt de Middelland-
sche Zee-conferentie bijeen, aan welke
conferentie vooral Engeland en Frankrijk
de grootste beteekenis hechten betreffende
de veiligheid in de Middellandsche Zee.
Wanneer de berichten uit Londen de
plannen van Frankrijk en Engeland goed
weer geven, dan zullen beide regeeringen
een krachtige houding aannemen. Zelfs al
zouden zij slechts een meerderheid der
vertegenwoordigende landen aan haar
zijde vinden, dan n<og zouden Frankrijk en
Engeland hun plannen willen doorzetten.
We krijgen dus een zeer belangrijke en
belangwekkende conferentie en het is zeer
wel mogelijk, dat dit de allerbelangrijkste
bijeenkomst wordt, die in de laatste jaren
gehouden is. Want tot nu toe was er van
een werkelijke krachtige houding vrijwel
nooit sprake.
Om een paar conferenties van den laat
sten tijd te noemen: waar bleef de krach'
tige houding der landen in de non'
interventie-conferentie?; waar bleef die
houding in den Volkenbondsraad, toen de
Negus zich kwam beklagen over Italië?
En om nog verder te gaan: waar bleef de
krachtige houding, toen Duitschland het
verdrag van Versailles opzegde?
Wjj zouden dit lijstje nog met vele voor
beelden kunnen uitbreiden en dan zeer
waarschijnlijk tot de conclusie komen, dat
een werkelijk krachtige houding de laat
ste tien, twintig jaar misschien, nooit ge
demonstreerd is.
Om echter terug te komen op de nade
rende conferentie, de taak van deze bij
eenkomst valt in tweedeelen uiteen: in de
eerste plaats zal zij middelen dienen te be
ramen ter beveiliging van de scheepvaart
en vervolgens moet zij zien gedaan te
krijgen, dat de regels van internationaal
recht, die gelden ten aanzien van deze
scheepvaart, voortaan strikt worden nage
komen. In dit verband is van belang het
duikbootprotocol van het Londensche
vlootverdrag van 1936, behelzende een
verbod van duikbooten om in normale
omstandigheden schepen tot zinken te
brengen zonder dat gelegenheid is gege
ven aan de opvarenden om zich in veilig
heid te stellen. Gelijk men weet, zijn de
torpedeeringen in de Middellandse? e zee
geschied zonder voorafgaande waarschu
wing.
Reuter verneemt te Londen nog ver
schillende belangwekkende bijzonderte-
den over de conferentie. Dat zij niet ge
houden wordt onder de auspiciën van de
afzijdigheidsconferentie en dat de beide
partijen in Spanje er niet toe zijn uitge-
noodigd, vindt zijn oorzaak in het gevaar
dat vraagstukken, buiten het doel der be
sprekingen, zooals de toekenning van
belligerentenrechten en andere specifiek
„Spaansche" aangelegenheden ter tafel
worden gebracht. De voorstellen, die de
Engelsche regeering aan de vergadering
zou willen voorleggen en die de goed
keuring van Parijs hebben gekregen, zou
den neerkomen op een beperking van het
aantal duikbooten binnen bepaalde gebie
den van de Middellandsche Zee. Wanneer
de duikbooten' in de verboden zones worden
aangetroffen, dan zouden zij als verdacht
onmiddellijk tot zinken kunnen worden ge
bracht door een oorlogsschip van ieder der
samenwerkende mogendheden.
Londen hoopt, dat de conferentie een
snel en zakelijk verloop zal hebben en het
belang dat men daar aan de besprekingen
toekent, wordt onderstreept door de aan
wezigheid van Eden als hoofd van de En
gelsche delegatie. Morgen zal in den kabi
netsraad het Engelsche standpunt nog uit
voerig worden overwogen; gisteravond is
de eerste minister reed- uit Schotland te
Londen teruggekomen.
Misschien is het mogelijk, dat nog andere
belanghebbende mogencheden dan de
reeds uitgenoodigde de besprekingen zul
len bijwonen; als zoodanige landen hoor.
men van verschillende zijden noemen Ne
derland en Noorwegen.
De Italiaansche minister van- buitenland-
sche zaken heeft de verantwoordelijkheid
en de gedane Russische eischen afgewezen,
terwijl van officieuze zijde de stap van de
Sovjet-Unie beschouwd wordt als een po
ging om de Middellandsche Zee-conferen
tie reeds van tevoren te torpedeeren.
Italië en Rusland! Wanneer men leest
we verwijzen naar de berichten over de
Russische nota aan Italië wat de mee
ning in Italië is ,dan zou men tot de con
clusie moeten komen, dat er in Italië een
soort oorlogsstemming heerscht. >)Een in
drukwekkend aantal onderzeeërs ligt in de
golf van Napels", lezen we in een dezer be
richten. Het is geen prettig nieuws.
Nog kan alles ten goede keeren. Maar
waar zal het einde wezen?
Kritieke, zeer kritieke dagen beleven wij
in Europa.
Uit de berichten van gisteren heeft
men kunnen lezen, dat Japan bij
Sjanghai en in Noord-China een groot
offensief zou hebben ingezet, waaraan
alle wapenen deelnemen.
Hoewel Japan zelf beweert, dat de
huidige gevechten nog slechts als in
leidende schermutselingen beschouwd
moeten worden, doet het feit, dat het
geheele front in beweging is gekomen,
vermoeden dat de Japanners meenen
op het oogenblik over voldoende strijd
krachten te beschikken om den grooten
aanval te wagen.
Een handige zet misschien? Waarschijn
lijk wel, want zou het offensief mislukken,
dan kan de Japansche legerleiding zich
nog altijd dekken met de bewering, dat dit
offensief slechts inleidende gevechten wa
ren. En dan zou het prestige in elk geval
weer gered zijn!
Voor het eerst ontwikkelen de Japanners
nu ook eenige activiteit aan het Jangtsepoe-
front. Dat is in het gebied dat de Japanners
sinds eenigen tijd in de onmiddellijke na
bijheid van Sjanghai, dicht bij de inter
nationale concessie, in bezit hebben. De
aanval begon daar na artillerie-voorberei
ding en de Japanners slaagden erin hun
troepen verder naar het Noorden te bren
gen. Waarschijnlijk ligt het in de bedoeling
dat de troepen hier een verbinding met de
Japansche af deelingen nabij Woesoeng tot
stand zullen brengen. Wanneer dit gelukt,
beheerschen de Japanners den geheelen
linker Wangpoe-oever en zal de verdere
opmarsch voor hen gemakkelijker zijn.
Evenwel dient men niet te vergeten dat de
Japansche troepen tot nu toe grooten steun
ondervonden van het geschut der oorlogs
schepen. Hoe verder zij zich echter land
waarts zullen begeven, des te meer zullen
zij dezen steun gaan ontberen; de troepen
die bij Paosjan en andere plaatsen langs de
Jangtse ontscheept waren, rukken thans
nog onder dekking van het scheepsgeschut
verder zuidwaarts. Tusschen Woesoeng en
Sjanghai bevinden zich echter nog Chinee-
sche formaties en tot nu toe laten zij zich
ondanks heftige Japansche aanvallen niet
verdrijven. Zelfs verklaren de Chineezen
dat zij de stad Paosjan heroverd hebben.
Dit zou geschied zijn door het bataillon van
de „moedigen tot in den dood".
Ook zouden zij, volgens hun zeggen, bij
een luchtaanval op de Japansche oorlogs
schepen in de Wangpoe, twee torpedoja
gers en een kruiser getroffen hebben. Zijn
deze feiten juist dan houden zij een onver
wacht groot succes voor de Chineezen in,
maar ook indien de toestand hier wat al te
gunstig voor hen wordt voorgesteld, valt
er toch uit af te leiden dat Japan tot nu
toe weinig vordert.
In het Noorden vain China blijven de Ja
panners in de meerderheid. Vanuit het ver
overde gebied operöeren de troepen naar
het Westen en Zuiden. Dat hun actie niet
steeds zonder moeilijkheden gaat, bewijst
het geval van Tangkwantoeng, een stad ten
Zuiden van Tientsin, die vier maal van be
zetting verwisselde.
Nog steeds komen er te Takoe nieuwe
Japansche troepen aan voor den strijd in
Noord-China en men schat nu reeds het
aantal Japanners op 200.000.
In de door de Japanneezen bezette gebie
den doen ongeregelde troepen zich weer
gelden, zoodat de Japansche posten ten
koste van de aan het front staande troepen
moeten worden versterkt.
Van Peiping aangekomen reizigers meld
den, dat zij in N. O. richting sterkte Japan
sche troepentransporten hebben waargeno
men.
De sterkte dezer transporten doet ver
moeden, dat men hier waarschijnlijk te
doen heeft met voorbereidende veiligheids
maatregelen tegen een mogelijk ingrijpen
der Sowjet-Russen in het Chineesch-Ja-
pansche conflict.
Bij de kaart.
Teneinde eenigszins een overzicht te krij
gen over de gebeurtenissen in China, druk
ken wij hier een kaartje af van het Woe
soengSjanghai-fronL Ter verduidelijking
moge het volgende dienen:
De Japanners zijn met 14 oorlogsbodems
de Jangtse rivier opgevaren en aan de kust
bij Lioehoe en Lotien hebben zij landings
troepen aan wal gezet. Deze troepen pro
beerden aanvankelijk een kustverdedi
gingslinie vanaf Lioehoe tot aan Paosjan
aan te leggen. Men kreeg nieuwe verster
kingen van landingsdivisies welke bij de
forten bij Woesoeng aan land waren gezet
en probeerde deze landingsdivisies tot een
frontlijn te maken. Tot heden is dit de Ja
panners gelukt.
De Japanners nestelden zich bij Nansoe-
tang en namen met behulp van de oorlogs
schepen de forten van Woesoeng onder
vuur. Het is nog niet zeker of Paosjan en
de Woesoengforten in Japansche handen
zijn.
Het algemeen doel der Japanners is
Sjanghai te isoleeren van Nanking en
Hangtsjau. Hun offensief ontplooit zich
daarom voornamelijk op den spoorlijn Nan
king. De Chineezen hebben echter een
sterke verdedigingslinie aangelegd om den
spoorweg te behouden (zie deze linie op
het kaartje).
Bij het Sjanghai-front bombardeeren de
Japanners nog steeds het Noorderstation.
De Chineezen hebben hun woonwijken
Hongkjoe en Jangtsepoe ontruimd en trek
ken zich terug op Tsjapei, Tatsjang, Tsjen-
joe. Deze wijken lagen onder het geschut
der Japansche oorlogsschepen.
UOEHOE
Over enkele dagen begint de Middellandsche Zee-conferentie. In verband daarmee (en
trouwens ook met het oog om een beteren kijk te krijgen op de duikbooten-aanvallen
van de laatste weken) drukken wij hier een kaartje af, dat de situatie goed weergeeft
Men ziet het Engelsche bezit (met zwarte pijlen aangegeven). Gibraltar en Cyprus zijn
de twee voorname sleutelbases, terwijl Malta een soort tusschen-station is. Deze drie bases
moeten den zeeweg door de Middellandsche Zee beschermen.
Engeland bezit verder nog vrije aanloophavens in Griekenland en heeft te
Alexandrië in Egypte nog een oorlogshaven.
Frankrijk, de tweede groote mogendheid, beveiligt zijn gebied tusschen Algerië, Tunis
en het moederland (zie de witte pijlen op de kaart) op zeer afdoende wijze.
Tenslotte Italië. Dit land bezit (men zie de dikke zwarte lijn) bij de kust van Turkije
de eilandengroep „Dodekanesos" en aan de Noord-Afrikaansche kust Libië. Ook Italië
heeft natuurlijk voor een sterke beveiliging gezorgd.
CHINEESCHE WIJKEN
SPOORSTATIONS
JAP OORLOGSBODEMS
FRONTLINIES
TWEEDE VERDEDIGINGS
LINIE DER CHINEEZEN
STAND OLIE COMP.
PETR. RESERVOIRS
ASIATIC PETROLEUM
PETR. RESERVOIRS
SPOORWEGEN
WEGEN.
Aan den rechteroever van den Wangpoe,
te Poetoeng en omgeving, zijn de Chinee-
sche batterijen opgesteld om de Japanners
te beletten nieuwe landingsdivisies aan
wal te zetten. Ten Zuiden van Sjanghai in
de Chineesche wijken Nantao, Kiangnan,
Loenghwa concentreeren zich Chineesche
troepen, dje een omtrekkende beweging
maken rond de concessies, om vandaar stel
ling te nemen op de linie Tsjapei, Tsjenjoe
en Nansiang.
De Japanners breiden thans hun front
langs den rechteroever van den Wangpoe
uit om dit te doen samensmelten met het
Noord-Sjanghai Japansch front.
Debat over den aanslag op Hugessen.
Uit de berichten in Japansche bladen
was al lang sinds eenigen tijd te mer
ken dat Japan aan Engeland zou ver
klaren geen bewijs te kunnen vinden,
dat de aanslag op den Britschen am
bassadeur door Japanners zou zijn ge
pleegd. Het officiëele antwoord dat
thans te Londen is overhandigd komt
met die verwachtingen overeen. Men
verklaart dat het onderzoek nog niet is
afgeloopen, maar dat voorloopig geen
bewijs van schuld aan de zijde van
Japan is gevonden.
Uit de debatten, die naar aanleiding van
deze zaak in het Huis van Afgevaardigden
zijn gehouden kan men veilig concludeeren
dat dit bewijs ook later niet gevonden zal
worden. Immers, zoowel Hirota als de mi
nister van marine hebben verklaard, dat
het een beleediging is voor de Japansche
strijders om ook maar van hen te veron
derstellen dat zij een aanval gedaan zou
den hebben op non-combattanten.
In Engeland zal men een dergelijke reac
tie wel allerminst verwacht hebben. De
nota was toch reeds in gematigde termen
gesteld en men was er absoluut van over
tuigd, dat de aanval op Hugessen door Ja
panners was geschied.
Azoema, de leider der Seiyoekai heeft in
het Huis van afgevaardigden Hirota over
den aanslag geïnterpelleerd. De vragen wa
ren zoo gesteld, dat men er al uit kon
hooren, welke antwoorden deze afgevaar
digde wenschte. Zoo vroeg hij, of de regee
ring de Britsche nota wel redelijk achtte,
wat de feitelijke gegevens betreffende de
aanslag waren, of de heele zaak niet op een
Chineesche intrigue berustte en of Huges
sen niet voor de toedracht verantwoordelijk
gesteld diende te worden, daar hij zich op
onverantwoordelijke wijze in een gevaar
lijke zone begeven had.
Zooals gezegd verklaarde Hirota het voor
absoluut onaannemelijk dat Japanners een
aanval op non-combattanten zouden heb
ben gedaan en de minister van marine
voegde hier aan toe, dat de Britsche nota
een beleediging inhield voor de Japansche
zeemacht, daar verondersteld werd dat de
Japanners inhumaan zouden zijn opgetre
den.
Voorts werd aan den minister van ma
rine gevraagd, welke maatregelen Japan
zou nemen tegen een derde mogendheid,
die wapens naar China zou vervoeren. De
minister antwoordde, dat een dergelijk ge
val zich nog niet had voorgedaan maar dat,
indien er dergelijke moeilijkheden zouden
komen, Japan langs diplomatieken weg
naar een oplossing zou streven.
Bombardement
verwachten?
van Nantau te
De herhaalde protesten van Japan tegen
de gebruikmaking door de Chineesche troe
pen van de stadswijk Nantau als basis voor
militaire operaties doen vreezen, dat de Ja
pansche schepen en vliegtuigen dezen
sector zullen bombardeeren.
Dit vooruitzicht verontrust de bewoners
der Fransche concessie, welke aan de zuid
zijde aan Nantau grenst.
Inderdaad zou de geringste vergissing bij
het schieten de concessie direct bedreigen,
terwijl voorts het gevaar bestaat, dat de
concessie zal worden overweldigd door
500.000 vluchtelingen uit Nantau.
Vannacht heeft een bataljon Japansche
troepen Kiang Wan aangevallen, waar het
op verwoeden tegenstand is gestuit Van de
Chineesche troepen.
Bij het aanbreken van den dag werd de
strijd voortgezet.
De zaakgelastigde van Sovjet-Rusland
te Rome heeft den minister van Buiten-
landsche Zaken een nota doen toe
komen, waarin hij, na melding te heb
ben gemaakt van het torpedeeren van
twee Sovjet-Russische schepen in de
Middellandsche Zee, de verantwoorde
lijkheid hiervoor op Italië werpt en be
straffing der schuldigen benevens ver
goeding der schade eischt.
De Italiaansche minister van Buitenland-
sche Zaken heeft hierop geantwoord, dat
Italië deze verantwoordelijkheid van de
hand wijst, evenals het tegelijkertijd den
eisch van de U. R. S. S. verwerpt.
Het Duitsche nieuwsbureau merkt in
verband met bovenstaand communiqué op,
dat in bevoegde Italiaansche kringen ver
klaard wordt, dat deze stap van Sovjet-
Rusland, op een oogenblik, waarop Italië
zich gereed-maakt de beste ontvangst te be
reiden aan de aangekondigde uitnoodiging
voor een conferentie over de Middelland
sche Zee, slechts beschouwd kan worden
als een poging om de ontworpen conferen
tie over de Middellandsche Zee, slechts be
schouwd kan worden als een poging om de
ontworpen conferentie te torpedeeren.
Rome bewaart zijn kalmte.
De diplomatieke redacteur van het tele-
graafagentschap Stefani schrijft: Terwijl
Italië op het punt stond zonder vooringe
nomenheid het initiatief tot het houden van
een Middellandsche Zeeconferentie te be-
studeeren, lanceert Moskou een torpedo
met het doel ernstig de mogelijkheid van
internationale besprekingen te compromi-
teeren. Tegenover deze onhandige provo
catie bewaart Rome een houding van stand
vastigheid en volkomen kalmte, terwijl het
de dwaze insinuaties en groteske eischen
verwerpt. De plotselinge manoeuvre van
Moskou, welke ten doel heeft verwikkelin
gen te scheppen buiten de conferentie en
nog voor het begin der besprekingen, heeft
zonder twijfel haar oorsprong in den ver
warden binnenlandschen toestand van Rus
land en in de noodzakelijkheid buitenland-
sche afleidingen in het leven te roepen in
de Middellandsche Zee, evenals het die in